(Buitenlandsch odCieuws feuilleton Auto-ongevallen en wagens van 140 P.K. Jeanne d'Arc-feesten de erfenis van een PRINSES LÊRDL BLAD VRIJDAG 16 MEI 1930 BRIEVEN UIT FRANKRIJK Het Vlootverdrag ln het Engeische Lagerhuis VereetiiVde Staten van Europa Briands vragenlijst De strijd in China Overwinningsbericliten van Nanking De hulpverleening aan den Duitschen landbouw De toestand in Britsch-lndië Het Roemeensche kabinet Ernstige beschuldigingen Gemengde Buiten landsche (Berichten Gevaar voor de Sovjet-Unie Het hongerspook Tentoonstelling te Stockholm Die slimme Bolsjewiki! Een verhaal dat o.a. in Nederland speelt De Amerikaansche tarieivoorstellen Internationaal Mijnwerkers-Congres De zaak De Leeuw De Vlaamsche strijder heeft succes De Parijsche s child er ij en- vervalsching Niet „echt" meeT in het Museum! Ontploffing in een Amerikaansche mijn 17 dooden Communisten veroveren een Chineesche stad 200 dooden Brandstichtingen te Port au Prince Geen handel in blanke slavinnen De statistiek der auto-ongelukken in Frankrijk op de groote wegen is in den laat- sten tijd indrukwekkend: dagen van vijf en twintig dooden zijn geen zeldzaamheid! Wat de gewonden betreft, die worden zelfs niet meer geteld. En wat nog het ergste is, het schijnt nutteloos bij de bestuurders op voor zichtigheid aan te dringen, want het zijn gewoonlijk de geroutineerdste en kalmste chauffeurs die de slachtoffers zijn, daar zij "jan de genade van de snelheidsmaniakken en beginnelingen ziin overgeleverd, terwijl deze zelf, merkwaardig genoeg, er meestal met den schrik afkomen. Ket schijnt een regel te zijn van het noodlot, dat de schuld'ge er zonder kleerscheuren afkomt, terwül de on gelukkige, die gehoorzaamt aan de code van den weg, het gelag betalen moet. Wat baat het hem bijvoorbeeld, rechts te houden, in dien er van den anderen kant een woeste- hng komt aangereden, die vrijwel de geheele breedte van den weg in beslag neemt? Wat baat het hem bij het nemen van een bocht, "et teeken te geven dat de achter hem rij dende voertuigen snelheid moeten minde- ren, indien de chauffeur van den wagen di- rect achter den zijnen, of niet bekend is m®t dit teeken, of te veel in zijn snelheid opgaat om op dergelijke kleinigheden te ietten. Vooral de route ParijsDeauville is dik wijls als het ware bezaaid met geraamten van verbrijzelde auto's; het is dan ook op deze route dat men de meeste bestuurders tegenkomt, die pas in het bezit zijn van hun -Permis de conduire" en die zich in de Pa rijsche straten niet zouden durven wagen; maar op de nationale wegen vatten zij moed, ontwikkelen snelheden, waarvoor een be kwaam chauffeur zou terugschrikken en pas seren op goed geluk. Wat wilt u? Het is in den wagen en achter het stuurrad dat men autobestuurder wordt! Slechts zijn gedurende den leertijd de leerlingen wat gevaarlijk voor hun medemenschen, want het auto tijden op den grooten weg is zeer moeilijk en vereischt in verband met het gevaar, dat zich soms heel onverwacht voordoet veel koelbloedigheid. En, zooals ik opmerkte, net is juist op den grooten weg dat de nieu welingen zich oefenen. Vandaar deze serie van rampen: als de zomer zijn intrede ge daan zal hebben, dan zal het parcours Parijs naar zee practisch onbruikbaar zijn; de mees- ze bladen voorspellen een onafgebroken reeks doodelijke ongelukken! En dit is zoo Beheel onnoodig, want Parijs is door prach- wge wegen met de zee verbonden en indien de automobilisten zich slechts met de be hoorlijke snelheid van 50 a 5-5 K.M. per uur jonden willen vergenoegen, dan zou een tochtje van Parijs naar zee zeer aangenaam eh vrijwel gevaarloos zijn, terwijl thans "Dians, nu iedereen slechts bezield schijnt met één verlangen, n.l. tijd te winnen, nu allen slechts één ideaal schijnen te hebben: Ze kunnen zeggen: „Ik heb Deauville—Pa rijs „gedaan" in twee en een half uur". Het' belachelijk en ik voor mij, ik vind dien arseillaan zoo dom nog niet, die er zich °P beroemde, dat hij in twee uur twintig minuten van Deauville naar Parijs was ge komen. terwijl hij in werkelijkheid heel ge moedelijk den trein had genomen. Eenige weken geleden zag ik op een ten toonstelling een wagen met een motor van Z-0 paardekracht. Het is me onbegrijpelijk, dat men den verkoop van dergelijke moord tuigen toestaat. Wat mij betreft, ik geloof, dat het bekende weekblad „Candide" gelijk heeft, waar het zegt: „Men zal dezen zomer et koude vleesch oprapen langs de groote eSen...." al klinkt het dan wat luguber. Heel Frankrijk heeft Zondag het herden- uigsfeest van Jeanne d'Arc gevierd en in arijs zoowel als in het kleinste dorpje is ulde gebracht aan de nagedachtenis van de heldin der vrijheid. Te Parijs hebben, ondanks vinnige regen buien, dertigduizend personen voorbij haar heide standbeelden gedefileerd, terwijl de belangstellenden, die uren lang in dichte Zien jnngs den door den optocht gevolgden weg geschaard stonden, nog veel talrijker Waren. Reees gedurende eenige dagen waren de oorgeveis van verschillende huizen versierd, erwiji vooral nog Zaterdagnacht vele ver~ dpn11^8611 scllenen Ze zijn aangebracht, want nipt f van Ziet feest waren de huizen, die ripic ^?.C0Ld ,waren met de biauw-witte vaan- sche i-I, uf. ,ige en de driekleur der Fran- Het t zeldzaam. de R,iv^u°™,e fhJZerstandbeeld op de Place witte blo"maS u1J?a ge!leel onder blauwe en mooi I0®™ Dit is een bijzonder voor aan )n>t i! «6t stelt de oorlogsmaagd del hn™ het h°°fd harer troepen, het vaan- zonnpstroi 0f)gj 'en- Af en toe braken de en H ri de lüoci?rijze wolken heen glanzen nals goudet br°nS wapenrustinS pAan ba!de zlJden van het voetstuk was een van w,, hpgesteld, links een compagnie n het koloniale leger, rechts een afdee- nng mariniers. drnt6tf om ,half 8 's morgens begon het stpLu ,™orden.m de nabijheid van het ent, terwijl spoedig daarna de men- schenmemgte zich van dit punt uit ging verspreiden, de geheele Rue de Rivoli langs zot tegenover de Tuileries. De regimenten van het Parijsche gamin zoen. die moesten defileeren, stelden zich op in de belendende straten en gedeeltelijk ook in de Rue de Rivoli, de politie drong het publiek, dat thans in dichte rijen tot ver in de straat stond, op de trottoirs terug, waarna het officieele gedeelte der plechtig heid aanving. Tientallen auto's met officieele personen reden tot vlak bij het standbeeld. Het eerst arriveerde de prefect van politie, de heer Chiappe, begeleid door den directeur en den onderdirecteur, der hoofdstedelijke politie. Het gemeentebestuur van Parijs was ver tegenwoordigd door verschillende raadsle den, terwijl kolonel Rupied den president dei- republiek vertegenwoordigde. Verder vele hooggeplaatste officieren: ge neraal Simon, commandant der vesting Pa rijs, generaal Gouraud, generaal Thierry en vele anderen. Ten slotte arriveerde 'n groote auto. waar uit de heeren Tardieu, ministerpresident en Maginot, minister van oorlog, stapten. En terwijl de klankvolle tonen der Marseillaise weerklonken, de officieren den militairen groet brachten, en de omstanders de hoof den ontblootten, legden de beide ministers een prachtigen krans van witte lelies en blauwe hortensia's aan den voet van het mo nument. Het Fransche volk had voor de zooveelste maal bewezen trouw te zijn gebleven aan de herinnering aan de heilige van het vader land H. de J. In het Lagerhuis de discussies over het vlootverdrag openend ontkende Ramsay Mac- Donald, dat de vermindering van het aantal Britsche kruisers het gevolg was van pressie van den kant der Vereenigde Staten. De regeering, zeide hij, had het vraagstuk bestu deerd, nog voor dat Amerika zijn standpunt had bekend gemaakt. De Admiraliteit had zich vereeniga met vijftig kruisers voor een strikt-beperkte periode, op voorwaarde, dat de andere mogendheden zich zouden schik ken naar de Britsche norm van vijftig en dat van deze vijftig kruisers een behoorlijk MACDONALD deel nieuwe kruisers zou zijn, die konden dienen voor omvangrijke operaties. In het slot der rede zeide MacDonald, dat de aan dacht zich thans moest richten op de be wapeningen in de lucht en op het land, die moesten worden gevoegd in een goed-even- wichtig plan, teneinde den loop der bewape ningen (ie stuiten en een werkelijke vermin dering te verkrijgen. Churchill (conservatief) zeide, dat de woorden van MacDonald niet de groote onge rustheid wegnamen, waartoe het verdrag aan leiding gaf Het verdrag was niet een ver drag van pariteit, doch een waarbij Groot- Brittannië duidelijk genoegen neemt met de positie van mindere als maritieme mogend heid. Churchill verklaarde voorts, dat de conser vatieven niet de minste verantwoordelijkheid voor het verdrag konden aanvaarden. Wij achten ons vrij zeide hij de heele positie de revue te doen passeeren. Lambert (liberaal oud-minister) verklaar de, dat de liberalen het vlootverdrag met vreugde begroeten, omdat het de betrekkin gen met Amerika verbetert. MacDonald zeide ervan overtuigd te zijn, dat de grondslag van waarachtige veiligheid en een internationale goede verstandhouding met betrekking tot den vlootbouw een over eenkomst was tusschen Amerika en Groot- Brittannié gelijk zi) bij machte waren op de Londensche Conferentie tot stand te brengen. Dit werk was thans geschied. Aan den draadloozen Londenschen dienst ontleenen wij nog het volgende omtrent de rede van MacDonald. MacDonald zeide, dat men zijn aandacht moest vestigen niet alleen op de zee, doch ook op de lucht en het land, omdat men met de beperking van slechts een vorm van bewapening niet erg ver kwam wat betreft de verzekering van den wereldvrede. Ook had men rekening te houden met een andere zeer ernstige omstandigheid. Sedert de mislukking van de conferentie van Genève van 1927 was de vredelievende geest sterk achteruit ge gaan. Ofschorn sedert den oorlog de Volken bond in het leven was geroepen en arbitrage CHURCHILL en vredesverdragen waren geteekend, zoo moest men toen men het vraagstuk van de wapenvoorziening zelf entameerde, bemer ken, dat er betreurenswaardig weinig waarde werd gehecht aan deze vredesverdragen en organisaties tot het verzekeren van den vrede De volken vervielen ontegenzeglijk weer tot hun oude geestesgesteldheid. Oude vrees en oud bijgeloof betreffende de veilig heid keerden terug en precies dezelfde soort argumenten, die voor 1914 zoo graag ge bruikt werden, staken tegenwoordig zonder blozen en onbeschaamd weer den kop op. MacDonald zei deze dingen niet om 'n pessi- mistischen toon te doen hooren, integendeel, juist omdat de tijd nog steeds gunstig was en men door een geestkrachtige inspanning om deze mentaliteit te veranderen, Europa en de wereld nog kon redden van wat men „den volgenden oorlog" noemde Dit leefde in de gedachten gedurende den langen tijd der Londenscne vlootconferentie. CritiA op Churchill Bij de discussie over het vlootverdrag in het lagerhuis werd Churchill, die de aan de Britsche delegatie ter conferentie te Wash ington gegeven instructies had geciteerd, door de arbeiders en liberalen beschuldigd^ zonder daartoe te zijn gemachtigd uit een officieel document te hebben openbaar ge maakt. De critiek was somwijlen zeer scherp. Briands vragenlijst over de organisatie van Europa als statenbond, zal Zaterdag avond ter publicatie aan de pers worden verstrekt. Het document zal van te voren aan de 26 belanghebbends Europeesche sta ten worden toegezonden. Briand zal in zijn nota in overweging geven, om in het kader van den Volkenbond en met inachtneming van de souvereiniteit der vertegenwoordigde staten een speciaal lichaam in te stellen, dat zich in periodieke conferenties met de verschillende problemen van algemeen be lang voor alle Europeesche staten zal bezig houden. Briand zal den ministers van bui- tenlandsche zaken verzoelaen, hem mede te deelen, in welken vorm, naar hun mee ning deze samenwerking kan worden tot stand gebracht en over welke vraagstukken zij zich zou kun en uitstrekken. Briand zal antwoord vragen binnen den tijd van een maand, opdat hij in staat zij, op grom. de van resultaten van zijn vra genlijst een rapport voor de volgende ver gadering van .den Volkenbond op te sellen en in September van dit jaar een bepaald voorstel in te dienen. De troepen der regeering van Nanking hebben op de troepen van de Noord-Chi- neesche machthebbers groote overwinnin gen behaald. Volgens een officieel bericht hebben haar troepen twee belangrijke steden in het ge bied der Noord-Chineesche opstandelingen ingenomen, waarbij 10.000 man opstande lingen werden krijgsgevangen gemaakt. Naar uit Tokio gemeld wordt, heeft de regeering van Nanking gelast dat 'alle sche pen, die naar Tientsin gaan, zullen worden doorzocht. Op deze wijze hoopt zij te ver hinderen dat de Noord-Chineesche opstan delingen van wapens en munitie worden voorzien. In tegenstelling tot deze officieele regee- ringsberichten maken volgens een V. D.- bericht uit Londen de berichten uit het hoofdkwartier der Noordelijke troepen slechts melding van voorpostengevechten, terwijl tevens wordt medegedeeld, dat een divisie regeeringstroepen te Tsjengtsjau naar het Noordelijke leger is overgeloopen, en dat de regeeringstroepen, die het noor delijk deel van de provincie Sjantoeng ver dedigen, van hun basis zijn afgesneden. De regeering van Nanking heeft het Amerikaansche departement van buiten- landsche zaken te Washington doen weten, dat zij het onmiddellijk vertrek van alle Amerikaansche staatsburgers uit Tsjeng tsjau dringend noodzakelijk acht. Het Rijksverbond der Duitsche industrie publiceert een rapport betreffende de maatregelen, die kunnen leiden tot een per manente verbetering van den toestand in den landbouw, welk rapport door een aan tal deskundigen op agrarisch gebied is sa mengesteld. In het rapport wordt verklaard, dat het feit, dat de landbouw voor het meeren- deel voor een catastrophe staat, het nood zakelijk maakt, dat in het belang daarvan openbare middelen worden aangewend. Deze geldmiddelen zouden dan voor een groot deel moeten worden opgtoracht door de industrie. Op den duur zal de landbouw niet uit sluitend geholpen kunnen worden met be schermende rechten, zoodat het gewensch is andere wegen te bewandelen. De aanval op Dharasana. De marsch der aanhangers van Gandhi onder leiding van Mevr. Naidoe naar de zoutfabriek van Dharasana is door de poli tie door versperring van den weg verhinderd. Conferentie van congresleiders in Allahabad. Groote beteekenis wordt door de Engeische autoriteiten gehecht aan een geheime zit ting van congresleiders in Allahabad, waar een besluit zou zijn aangenomen, strekkende tot verscherping van den onafhankelijk heidsstrijd. Tevens zou door deze conferen tie een oproep gericht zijn tot de boeren bevolking in Bengalen en Bihar om de be lastingen niet te betalen. Het liberale blad Ordinea richt ernstige be- schulddigingen tegen sommige leden der re geering. De minister-president Manioe zou volgens het blad den staat voor vele millioe- nen-hebben benadeeld door het paleis Canta- coesino op staatskosten voor het minister-pre sidium te huren. Manioe zou voorts, ofschoon hü slechts een jaarlijksch inkomen heeft van 1K> millicen lei, tot dusver 14 millioen voor het voldoen zijner schulden hebben uitge geven. Tegen de ministers van financiën van .oor log. en tegen eenige hooge staatsambtenaren richt het blad eveneens ernstige beschuldi gingen van denzelfden aard. Eiken dag wijzen de sovjet-bladen op het groote gevaar, dat de Sovjet-Unie bedreigt, nu het gebleken is, dat de plannen van het volkscommissariaat van landbouw niet uit gevoerd zijn. Volgens officieele gegevens van het volkscommissariaat van landbouw was de stand van de zaai-campagne op 1 Mei als volgt: de kolchozen hadden slechts 50 pet. van het voorgeschreven aantal hectaren bezaaid, terwijl de „jedinolitsjni- ki" (d.w.z. de boeren, die weigeren zich bij een kolchoz aan te sluiten en hun akker zelf bewerken) minder dan een zesde van de voorgeschreven oppervlakte bezaaid hadden. Dat beteekent, dat de campagne vrijwel mislukt is, omdat in het grootste gedeelte van het land en vooral ln de graanproduceerende streken, de zaaiperiode reeds voorbij is. De sovjet-overheid doet nu al het moge lijke om de catastrophe af te wenden. Zij geeft aan alle plaatselijke ambtenaren be vel voort te gaan met het zaaien. De boe ren, die bereid zijn hun akkers te bezaaien, zullen verschillende belooningen krijgen, volgens het bid. De toestand vertoont veel overeenkom sten met dien van 1921, toen Rusland door een vreeselijken hongersnood getetterd werd. Er zijn echter ook verschillen. De sovjet-regeering is nu veel sterker dan in 1921, de economische macht van de over heid is veel grooter, de financiën verkeeren in een veel beteren toestand en het trans portwezen, hoewel het ook nu veel te wen- schen overlaat, is beter geregeld en functio neert veel beter dan toen. De sovjet-regee- ring zal dus beter in staat zijn de bevolking te helpen. Vandaag zal de tentoonstelling voor Kunstnijverheid en Huishoudindustrie te Stockholm in tegenwoordigheid der konink lijke familie ofifcieel worden geopend. De kroonprins houdt als eere-voorzittei der tentoonstelling de inwijdingsrede, waarna de koning de tentoonstelling voor geopend zal verklaren. De „Daily Mail" is begonnen met onthul lingen over een bolsjèwistische intrige in En geland, waarbij men zich van de hulp trachtte te verzekeren van een te Londen wonend Servisch kunstschilder, Sawa Popowitsj. Bol sjewistische agenten, die zich voordeden als kunstexperts zouden hem volgens zijn eigen verhaal in ruil voor hem gedane betalingen gevraagd hebben plannen te verschaffen van de laatste Britsche tank, instructies voor de opleiding van de vloot, geheime luchtmacht documenten en vertrouwelijke inlichtingen op industrieel gebied. In het eerste gedeelte van het verhaal van Popowitsj komt een geheimzinnig personage met drie namen voor benevens „een zeer mooie jonge vrouw" in een hotel te 's-Graven- hage. Den „man met de drie namen" ontmoette Popowitsj in een hotel te Berlijn, waarheen men hem gevraagd had te komen. Hij had hierin eerst toegestemd als men hem de reis heen en terug voor twee personen vergoedde. Nu eens noemde de geheimzinnige man zich A. Staal, dan weer F. A. E. Peters, met een adres in de „Kroom Mijdrechtstraat" (Krom me Mijdrechtstraat) te Amsterdam, en ook wel Dungart, met een adres in Berlijn. De heer Staal wilde dat Popowitsj kunstveilingen zou bijwonen en ieder, dien hij. Staal, hem zond aan zijn vrienden in Londen zou voor stellen. In ruil hiervoor zou Staal de schilde rijen van Popowitsj koopen en hem voor an der werk maandelijks 30 p.st. betalen. Het blijkt verder uit het relaas dat Popo witsj brieven ontving voor zekeren Maguire, die zijn schilderijen van hem kocht en hem o.a. met Nederlandsch geld betaalde. Op 10 Maart kreeg Popowitsj een brief om naar Den Haag te gaan en daar Staal te ont moeten in het café van het Hotel Terminus. Staal verscheen niet maar wel een elegante, smaakvol gekleede jonge vrouw, die hem een blanco enveloppe ter hand stelde. Zij kende geen Engelsch, maar daar Popowitsj veel ta len kent kon hij toch een soort gesprek met haar voeren. Zij vertelde hem echter niets en na een kopje koffie met hem gedronken te hebben, verdween zij even geheimzinnig als zij gekomen was. In de enveloppe bleek een ongeteekend briefje te zitten luidend: „Ver zoeke heden om 4 uur bij mij te komen in hotel Park Sicht, Amsterdam." Popowitsj ging met den eersten den besten trein naar Amsterdam. Hier breekt hij zijn verhaal af, maar de „Daily Mail" weet ons al te vertel len dat hij in Parkzicht den geheimzinnigen man met de drie namen ontmoette die hem gelastte de genoemde geheime plannen te verschaffen en brutaalweg verklaarde een agent van Rusland te zijn. Popowitsj zal ook nog vertellen van de codewoorden die hij moest gebruiken en dat hij vreest dat zijn leven gevaar loopt. 33 protesten 33 regeeringen hebben geprotesteerd tegen de Amerikaansche tariefvoorstellen, o.a. Italië, Frankrijk, Zwitserland, Duitschland, Noorwegen, Nederland, Tsjecho-Slowakije, Egypte, Zuid-Afrika en Ierland. Het te Krakau gehouden internationaal congres van mijnwerkers besloot om op voor stel van het executief comité zich tot het In ternationaal Vakverbond te Amsterdam te wenden met het verzoek, alle mogelijke we gen en middelen te overwegen ten einde het gevaar van oorlog op doeltreffende wijze te te verwijderen. Het congres gaf als zijn mee ning te kennen dat een algemeene werksta king van 48 uur in alle landen de meest in drukwekkende betooging zou zijn. In verband met het bericht omtrent de weigering van twee Vlaamsche soldaten om aan Fransche bevelen te gehoorzamen waarop tegenspraak volgde blijkt thans, dat eenige onderofficieren inderdaad Eran- sche bevelen gegeven hadden en de solda ten weigerden de bevelen uit te voeren. On middellijk werden echter daarna Vlaam sche bevelen gegeven. Motie tegen v. Cauwelaert Door net Vlaamsche Kath. Hoogstuden- tenverbond en het Alg. Vlaamsche Hoog studenten Verbond te Gent is in verband met de houding van Dr. van Cauwelaert inzake De Leeuw de volgende motie aan genomen „Gezien de lafhartige en verraderlijke houding van den heer Van Cauwelaert en de Vlaamsch Katholieke Kamergroep, zijn wij van oordeel dat hunne houding getuigt van een volledig gemis aan Vlaamsche fier heid en het verraad van die groep tegen over het Vlaamsche Volk er nogmaals door bevestigd wordt, en ervan overtuigd dat er van die groep voor de Vlaamsche ontvoog ding niet het minste te verwachten valt. Weg er mee!" Het onderzoek naar den omvang van de vervalsching en nabootsing van schilderijen van Millet en andere meesters door den kunstschilder Cazot met medewerking van Millets kleinzoon (J. Ch. Millet) brengt steeds nieuwe feiten aan het licht, schrijft het „Hbd.". Misschien wel wat al te sensatio- neele feiten, want moet men de mededee- lingen in de Fransche bladen gelooven, dan zou zoowat niets „echt" zijn in het musée Millet te Barbizon! Zelfs het sterfbed van den grooten meester zou zijn vervalscht.... Dagelijks stroomt het bezoekers in het mu seum, en nog nooit is de toeloop zoo groot geweest van nieuwsgierigen, die „de va'sche collectie" komen bekijken, tot groote veront waardiging van den conservator van het mu seum, den heer Douin, die zich ergert aan deze ongezonde belangstelling en verzekert, dat hij altijd te goeder trouw is geweest. Een medewerker van het „Journal" is eens gaan praten met den handelaar in oude kunstvoorwerpen, die gedurende tien jaren de leverancier van Cazot is geweest. Hij is gevestigd in de buurt van de Porte de Clig- nancourt. Zijn bedrijf bestaat er in om waar hü maar kans ziet antieke, waardelooze schilderijen in lijsten van ouden datum te koo pen, welke hij verkoopt aan amateurs, die er wat goeds in zien, aan verzamelaars zon der veel onderscheidingsvermogen, aan re- toucheurs en aan.... copiïsten Cazot was een van de beste klanten van dezen koop man. Hij kocht wat los en vast was en verdween er mee zonder dat de koopman zich verder om hem bekommerde. Thuis ge komen ging hij óf de schilderijen büwerken, óf overschilderen, óf wel copieeren. Cazot zelf is door de politie gehoord. Hij blijft volhouden dat hü zich weliswaar aan de manier van schilderen van Millet heeft „aangepast", doch dat de onderteekening van zijn werken met den naam van Millet ge heel buiten zün medeweten is geschied. Ont- zaglü'ke bedragen heeft hij nooit getou cheerd. Trouwens, een authentieke Millet zou eenige honderdduizenden francs hebben op gebracht. Verkocht J. Ch. Millet een werk van hem, dan ontving hij ten hoogste zeven of achtduizend francs. Dit is wel een heel onschuldige voorstel ling van zaken! Volgens berichten uit Washington is gis teren in de mijn Avella op ongeveer 26 KM. ten Z.W. van Washington een hevige explo sie voorgevallen. Hierbij werden 17 arbeiders gedood, terwijl op het oogenblik nog 400 mijnwerkers opgesloten zün. De reddings werkzaamheden zijn in vollen gang. De stad Simarau aan de rivier de Han moet ingenomen zijn door communisten. Er zijn tal van huizen verbrand en 200 rnen- schen gedood. Hantsjwan op den anderen oever is thans door 3000 communisten om singeld, die goed toegerust zijn met mitrail- i3 UtJtS Een Reuterbericht meldt nader, dat de communisten te Simarau voor een waarde van 600.000 dollar hebben geroof'. Men vreest, dat de bezetting van Hantsjwan, die uit 300 man bestaat en gebrek aan munitie heeft, niet in staat zal zijn tegen de com munisten stand te houden. De missionaris sen werden in veiligheid gebracht voordat de communisten de stad bereikten. Te Port au Prince heeft de plechtige installatie van den president der repu bliek van Haïti, Roy, plaats gehad. Ledien van le oppositiepartijen hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt om in de stad verscheidene branden te stich ten. Ook het Parlementsgebouw, waar de be- eedigingsplechtigheid plaats had, brak brand uit. Het vuur kon echter spoedig gebluscht worden. De „Lokalanz." verneemt uit New York, dat de Argentünsche regeering heden de troep danseressen van mevrouw Schmelmg verlof heeft verleend het land binnen te komen. Mevrouw Schmeling, die te Monte video gearresteerd was, is weer op vrije voe ten gesteld. 28. „„^Io,rro' die een gewichtige mededeeling zooiets als een onthulling verwachtte, ver staan Z1Jn pa&sen en wilde stil blüven Vooruit, lomperd! bromde de ander en doe alsof er mets aan de hand is. Je ver geet zeker dat we door de Spaansche politie gezocht worden. Heb je gisteren de noodige instructies gekregen? Gisteravond. Goed, je weet dus wat je te doen hebt. Ja. Vooruit, stap door!.... Ken je hem? Ik heb hem slechts een keer gezien, op een avond, en ik weet nog niet waar hü woont. Nu ik weet het wel. Ik heb het zoo even vernomen. Ken je Pedro Ganez, den herbergier. Morro keek zijn heer verbluft aan. hem1 ^f d*6 'cen' woon tegenover Welnu, daar verblijf ik sedert eenige dagen. Hü noemt zich Francois Mérignac en beweert kellner geweest te zün in Bor deaux. Het overige weet je; hü moet uit den weg geruimd worden. Hier zijn wij er, zet mün koffer daar neer en ga weg. Zoodra zü de vestibule van het hotel in stapten kwam de hotelier drukdoende hen tegemoet. Wenscht münheer een kamer? Neen, alleen een ontbüt; om elf uur vertrek ik weder. Vervolgens gaf hü zijn helper een franc met de woorden: Dat is voor u. Morro nam het geld aan met een gewoon, ernstig gelaat, sloeg even de hand aan zijn pet en verdween. De heer, die aan Morro zulke juiste in lichtingen wist te geven, was een der voor naamste agenten van het geheime genoot schap, waartoe de moordenaar van graaf de Gerly ook behoorde. Hü was inspecteur, belast met het bewa ken van „verdachten" en tegelijkertijd de uit voerder van de wraakplannen der sekte. Zün speurzin en detective eigenschappen waren zoo sterk ontwikkeld, dat hij züns gelüke niet had in het opsporen van de best verborgen personen en zaken. Nauwelüks was Jan vier dagen in Fon- tarabie en had hü zich zooveel mogelijk on kenbaar gemaakt in kleeding en voorkomen, of die vreeselüke speurder had zün schuil plaats reeds ontdekt, en kon van hem alle bijzonderheden van zijn nieuwe bestaan ge ven. De Spaansche politie, die tegen dit vernuft niet was opgewassen, zocht den deftig ge- kleeden schurk tevergeefs. Het was dan ook een gewone voorzichtig heidsmaatregel, dien de reiziger nam, toen hü Morro als een onbekenden sjouwer be handelde. Alvorens de inspecteur aan het hotel was gekomen, had hü nogmaals de traditioneele order herhaald, die het devies van het ge nootschap scheen te zijn: „Vooral geen bloed!" Morro kon dus zelf kiezen op welke wijze hij den vijand van het leven zou beroo- ven, als er maar geen enkele beschuldigen de bloeddroppel vergoten werd. De nacht hing over het gebergte, in welks schoot Fontarabie verborgen lag. Aan deu ren en balcons kwamen de menschen ge nieten van de frissche nacht na den heeten dag, en lustig sloegen de tongen, alsof men elkander langen tijd niet gesproken had. De herberg van Pedro Ganez was reeds gesloten, toen de voordeur openging en een man, met onverschilligen loop, de handen in de zakken en een sigaar tusschen de lippen naar buiten kwam. Hij liep in de richting van de haven; bü den ouden toren, uit den tüd van Karei den Vüfden, hield hij stil. Op de rivier wiegelden twee schuiten, die dienden voor het verkeer tusschen de beide oevers. Aarzelend, als iemand die niet weet hoe te handelen, liep Jan langzaam om daarginds het misdadige complot te verijdelen. Zijn onverwacht, snel besluit moest den man, die hem belaagde, zeker van het spoor brengen. De torenklok sloeg half elf. De kade was eenzaam, verlaten. Geen enkele visscher waakte meer bij zün schuit, maar uit de naburige café's drong Jan een geroezemoes van stemmen in 't oor. Dat waren de visschers, die op dit uur meer aan hun glazen dachten dan aan hun late klanten, die overgezet wilden worden. Teleurgesteld keek de huisknecht om zich heen, toen hij eensklaps achter hem een mannenstem hoorde die hem toeriep: Moet gij naar Hendaye? goed, ik kom. Haast u wat, drong Jan aan, toen de ander naderbij was gekomenmün broer ligt daar ginds ziek. In eenige oogenblikken was de schuit los gemaakt en gleden zij over het water bü den krachtigen slag van den zeeman. Voor 't oogenblik gered! dacht Jan, die ongeduldig den naderenden oever aanstaarde en den rug naar den roeier keerde. Plotseling voelde hü een zwaren slag op het hoofd, die hem een geweldige pün ver oorzaakte. Een oogenblik wankelde zün li chaam en viel toen achterover in de schuit, met als eenig bewustzün een dof, drukkend gevoel in zün hoofd. Bij het zwakke schijnsel der lantaarns, die de kade verlichtten, bemerkte hü als in een smartelüken droom den zeeman over hem gebogen. En als in een akelig visioen waande hij zich op het kasteel Font-Aulade, den avond van zijn avontuurlijke ontmoeting met den nachtelüken bezoeker. Die oogen, die trekken waren de zijne Met verzameling van al zijn krachten wilde hü om hulp roepen, maar een ijzeren hand greep zün keel en neep deze dicht.... Eenigszins bekomen van den slag op het hoofd, drong nu het bewustzijn van het ge vaar waarin hij zich bevond, tot zijn pijn lijke hersenen door. Met den moed der wan hoop, welken de aanblik des doods geeft, verweerde hij zich onder den üzeren greep en beet zün aanvaller in de knie, welke deze op zijn gelaat drukte. Half verdoofd door den vreeselüken slag der roeispaan en verlamd door de stikkende omknelling van den moordenaar, voelde Jan zijn krachten hem begeven. Een duizeling brak al zün weerstand en toen werd het nacht in zün geest. Een schorre kreet, een doodsgerochel, ontsnapte zijn borst en dat was de laatste levensuiting van den ongelukkigen Jan. Heb je zoo genoeg, hé, mompelde de wreede Morro en met voldoening beschouwde hü de levenlooze massa aan zijn voeten. Na zich overtuigd te hebben, dat het lichaam geen enkel teeken van leven meer gaf, nam hij het op en wierp het met zün gespierde armen in het donkere water van den stroom... Die zal ons niet meer hinderen, was zijn afscheidskreet aan het zinkende lichaam. Moro had zijn taak vervuld en geen enkele droppel bloed had hij vergoten. HOOFDSTUK X EEN ONVERWACHTE VERLOVING De plotselinge verdwüning van den huis knecht had op het kasteel van Grisoire een levendige emotie en angst te weeg gebracht. De bejaarde barones was ziek van schrik en ontsteltenis. Zij sidderde nog van angst bij de gedachte, dat zij in haar dienst, onder haar dak, een zoo afzichtelijken boosdoener had gehad. Vrienden en vreemden waren liet er over eens, dat den notaris groote lof toekwam, want aan zijn hardnekkig, onvermoeid zoe ken had men het te danken, dat de moor denaar van Graaf de Gerly, die openlijk als onvindbaar was verklaard, eindelijk ontdekt was. De politie was weldra met het geval op de hoogte en men had nu slechts haar be moeiingen af te wachten. Drie weken waren er verloopen sinds de geheimzinnige ontmoeting in Fontarabie. Het eerste tooneel van de ontzettende tragedie was afgespeeld en de beklagenswaardige Jan, reeds een voorwerp van ieders verachting, was als slachtoffer van zün ijver en toewü- ding gevallen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 9