(Buitenlandsch odCieuws
feuilleton
Auto-ongevallen en wagens van 140 P.K.
Jeanne d'Arc-feesten
de erfenis van een
PRINSES
LÊRDL BLAD
VRIJDAG
16 MEI 1930
BRIEVEN UIT FRANKRIJK
Het Vlootverdrag
ln het Engeische Lagerhuis
VereetiiVde Staten van
Europa
Briands vragenlijst
De strijd in China
Overwinningsbericliten van Nanking
De hulpverleening aan den
Duitschen landbouw
De toestand in Britsch-lndië
Het Roemeensche kabinet
Ernstige beschuldigingen
Gemengde Buiten landsche
(Berichten
Gevaar voor de Sovjet-Unie
Het hongerspook
Tentoonstelling te Stockholm
Die slimme Bolsjewiki!
Een verhaal
dat o.a. in Nederland
speelt
De Amerikaansche tarieivoorstellen
Internationaal Mijnwerkers-Congres
De zaak De Leeuw
De Vlaamsche strijder heeft succes
De Parijsche s child er ij en-
vervalsching
Niet „echt" meeT in het Museum!
Ontploffing in een
Amerikaansche mijn
17 dooden
Communisten veroveren
een Chineesche stad
200 dooden
Brandstichtingen te Port au Prince
Geen handel in blanke slavinnen
De statistiek der auto-ongelukken in
Frankrijk op de groote wegen is in den laat-
sten tijd indrukwekkend: dagen van vijf en
twintig dooden zijn geen zeldzaamheid! Wat
de gewonden betreft, die worden zelfs niet
meer geteld. En wat nog het ergste is, het
schijnt nutteloos bij de bestuurders op voor
zichtigheid aan te dringen, want het zijn
gewoonlijk de geroutineerdste en kalmste
chauffeurs die de slachtoffers zijn, daar zij
"jan de genade van de snelheidsmaniakken en
beginnelingen ziin overgeleverd, terwijl deze
zelf, merkwaardig genoeg, er meestal met
den schrik afkomen. Ket schijnt een regel
te zijn van het noodlot, dat de schuld'ge er
zonder kleerscheuren afkomt, terwül de on
gelukkige, die gehoorzaamt aan de code van
den weg, het gelag betalen moet. Wat baat
het hem bijvoorbeeld, rechts te houden, in
dien er van den anderen kant een woeste-
hng komt aangereden, die vrijwel de geheele
breedte van den weg in beslag neemt? Wat
baat het hem bij het nemen van een bocht,
"et teeken te geven dat de achter hem rij
dende voertuigen snelheid moeten minde-
ren, indien de chauffeur van den wagen di-
rect achter den zijnen, of niet bekend is
m®t dit teeken, of te veel in zijn snelheid
opgaat om op dergelijke kleinigheden te
ietten.
Vooral de route ParijsDeauville is dik
wijls als het ware bezaaid met geraamten
van verbrijzelde auto's; het is dan ook op
deze route dat men de meeste bestuurders
tegenkomt, die pas in het bezit zijn van hun
-Permis de conduire" en die zich in de Pa
rijsche straten niet zouden durven wagen;
maar op de nationale wegen vatten zij moed,
ontwikkelen snelheden, waarvoor een be
kwaam chauffeur zou terugschrikken en pas
seren op goed geluk. Wat wilt u? Het is in
den wagen en achter het stuurrad dat men
autobestuurder wordt! Slechts zijn gedurende
den leertijd de leerlingen wat gevaarlijk
voor hun medemenschen, want het auto
tijden op den grooten weg is zeer moeilijk
en vereischt in verband met het gevaar,
dat zich soms heel onverwacht voordoet
veel koelbloedigheid. En, zooals ik opmerkte,
net is juist op den grooten weg dat de nieu
welingen zich oefenen. Vandaar deze serie
van rampen: als de zomer zijn intrede ge
daan zal hebben, dan zal het parcours Parijs
naar zee practisch onbruikbaar zijn; de mees-
ze bladen voorspellen een onafgebroken
reeks doodelijke ongelukken! En dit is zoo
Beheel onnoodig, want Parijs is door prach-
wge wegen met de zee verbonden en indien
de automobilisten zich slechts met de be
hoorlijke snelheid van 50 a 5-5 K.M. per uur
jonden willen vergenoegen, dan zou een
tochtje van Parijs naar zee zeer aangenaam
eh vrijwel gevaarloos zijn, terwijl thans
"Dians, nu iedereen slechts bezield schijnt
met één verlangen, n.l. tijd te winnen, nu
allen slechts één ideaal schijnen te hebben:
Ze kunnen zeggen: „Ik heb Deauville—Pa
rijs „gedaan" in twee en een half uur". Het'
belachelijk en ik voor mij, ik vind dien
arseillaan zoo dom nog niet, die er zich
°P beroemde, dat hij in twee uur twintig
minuten van Deauville naar Parijs was ge
komen. terwijl hij in werkelijkheid heel ge
moedelijk den trein had genomen.
Eenige weken geleden zag ik op een ten
toonstelling een wagen met een motor van
Z-0 paardekracht. Het is me onbegrijpelijk,
dat men den verkoop van dergelijke moord
tuigen toestaat. Wat mij betreft, ik geloof,
dat het bekende weekblad „Candide" gelijk
heeft, waar het zegt: „Men zal dezen zomer
et koude vleesch oprapen langs de groote
eSen...." al klinkt het dan wat luguber.
Heel Frankrijk heeft Zondag het herden-
uigsfeest van Jeanne d'Arc gevierd en in
arijs zoowel als in het kleinste dorpje is
ulde gebracht aan de nagedachtenis van
de heldin der vrijheid.
Te Parijs hebben, ondanks vinnige regen
buien, dertigduizend personen voorbij haar
heide standbeelden gedefileerd, terwijl de
belangstellenden, die uren lang in dichte
Zien jnngs den door den optocht gevolgden
weg geschaard stonden, nog veel talrijker
Waren.
Reees gedurende eenige dagen waren de
oorgeveis van verschillende huizen versierd,
erwiji vooral nog Zaterdagnacht vele ver~
dpn11^8611 scllenen Ze zijn aangebracht, want
nipt f van Ziet feest waren de huizen, die
ripic ^?.C0Ld ,waren met de biauw-witte vaan-
sche i-I, uf. ,ige en de driekleur der Fran-
Het t zeldzaam.
de R,iv^u°™,e fhJZerstandbeeld op de Place
witte blo"maS u1J?a ge!leel onder blauwe en
mooi I0®™ Dit is een bijzonder
voor aan )n>t i! «6t stelt de oorlogsmaagd
del hn™ het h°°fd harer troepen, het vaan-
zonnpstroi 0f)gj 'en- Af en toe braken de
en H ri de lüoci?rijze wolken heen
glanzen nals goudet br°nS wapenrustinS
pAan ba!de zlJden van het voetstuk was een
van w,, hpgesteld, links een compagnie
n het koloniale leger, rechts een afdee-
nng mariniers.
drnt6tf om ,half 8 's morgens begon het
stpLu ,™orden.m de nabijheid van het
ent, terwijl spoedig daarna de men-
schenmemgte zich van dit punt uit ging
verspreiden, de geheele Rue de Rivoli langs
zot tegenover de Tuileries.
De regimenten van het Parijsche gamin
zoen. die moesten defileeren, stelden zich
op in de belendende straten en gedeeltelijk
ook in de Rue de Rivoli, de politie drong het
publiek, dat thans in dichte rijen tot ver
in de straat stond, op de trottoirs terug,
waarna het officieele gedeelte der plechtig
heid aanving.
Tientallen auto's met officieele personen
reden tot vlak bij het standbeeld. Het eerst
arriveerde de prefect van politie, de heer
Chiappe, begeleid door den directeur en den
onderdirecteur, der hoofdstedelijke politie.
Het gemeentebestuur van Parijs was ver
tegenwoordigd door verschillende raadsle
den, terwijl kolonel Rupied den president dei-
republiek vertegenwoordigde.
Verder vele hooggeplaatste officieren: ge
neraal Simon, commandant der vesting Pa
rijs, generaal Gouraud, generaal Thierry en
vele anderen.
Ten slotte arriveerde 'n groote auto. waar
uit de heeren Tardieu, ministerpresident en
Maginot, minister van oorlog, stapten. En
terwijl de klankvolle tonen der Marseillaise
weerklonken, de officieren den militairen
groet brachten, en de omstanders de hoof
den ontblootten, legden de beide ministers
een prachtigen krans van witte lelies en
blauwe hortensia's aan den voet van het mo
nument.
Het Fransche volk had voor de zooveelste
maal bewezen trouw te zijn gebleven aan de
herinnering aan de heilige van het vader
land
H. de J.
In het Lagerhuis de discussies over het
vlootverdrag openend ontkende Ramsay Mac-
Donald, dat de vermindering van het aantal
Britsche kruisers het gevolg was van pressie
van den kant der Vereenigde Staten. De
regeering, zeide hij, had het vraagstuk bestu
deerd, nog voor dat Amerika zijn standpunt
had bekend gemaakt. De Admiraliteit had
zich vereeniga met vijftig kruisers voor een
strikt-beperkte periode, op voorwaarde, dat
de andere mogendheden zich zouden schik
ken naar de Britsche norm van vijftig en
dat van deze vijftig kruisers een behoorlijk
MACDONALD
deel nieuwe kruisers zou zijn, die konden
dienen voor omvangrijke operaties. In het
slot der rede zeide MacDonald, dat de aan
dacht zich thans moest richten op de be
wapeningen in de lucht en op het land, die
moesten worden gevoegd in een goed-even-
wichtig plan, teneinde den loop der bewape
ningen (ie stuiten en een werkelijke vermin
dering te verkrijgen.
Churchill (conservatief) zeide, dat de
woorden van MacDonald niet de groote onge
rustheid wegnamen, waartoe het verdrag aan
leiding gaf Het verdrag was niet een ver
drag van pariteit, doch een waarbij Groot-
Brittannië duidelijk genoegen neemt met de
positie van mindere als maritieme mogend
heid.
Churchill verklaarde voorts, dat de conser
vatieven niet de minste verantwoordelijkheid
voor het verdrag konden aanvaarden. Wij
achten ons vrij zeide hij de heele
positie de revue te doen passeeren.
Lambert (liberaal oud-minister) verklaar
de, dat de liberalen het vlootverdrag met
vreugde begroeten, omdat het de betrekkin
gen met Amerika verbetert.
MacDonald zeide ervan overtuigd te zijn,
dat de grondslag van waarachtige veiligheid
en een internationale goede verstandhouding
met betrekking tot den vlootbouw een over
eenkomst was tusschen Amerika en Groot-
Brittannié gelijk zi) bij machte waren op de
Londensche Conferentie tot stand te brengen.
Dit werk was thans geschied.
Aan den draadloozen Londenschen dienst
ontleenen wij nog het volgende omtrent de
rede van MacDonald.
MacDonald zeide, dat men zijn aandacht
moest vestigen niet alleen op de zee, doch
ook op de lucht en het land, omdat men
met de beperking van slechts een vorm van
bewapening niet erg ver kwam wat betreft
de verzekering van den wereldvrede. Ook had
men rekening te houden met een andere zeer
ernstige omstandigheid. Sedert de mislukking
van de conferentie van Genève van 1927 was
de vredelievende geest sterk achteruit ge
gaan. Ofschorn sedert den oorlog de Volken
bond in het leven was geroepen en arbitrage
CHURCHILL
en vredesverdragen waren geteekend, zoo
moest men toen men het vraagstuk van de
wapenvoorziening zelf entameerde, bemer
ken, dat er betreurenswaardig weinig waarde
werd gehecht aan deze vredesverdragen en
organisaties tot het verzekeren van den
vrede De volken vervielen ontegenzeglijk
weer tot hun oude geestesgesteldheid. Oude
vrees en oud bijgeloof betreffende de veilig
heid keerden terug en precies dezelfde soort
argumenten, die voor 1914 zoo graag ge
bruikt werden, staken tegenwoordig zonder
blozen en onbeschaamd weer den kop op.
MacDonald zei deze dingen niet om 'n pessi-
mistischen toon te doen hooren, integendeel,
juist omdat de tijd nog steeds gunstig was en
men door een geestkrachtige inspanning om
deze mentaliteit te veranderen, Europa en de
wereld nog kon redden van wat men „den
volgenden oorlog" noemde Dit leefde in de
gedachten gedurende den langen tijd der
Londenscne vlootconferentie.
CritiA op Churchill
Bij de discussie over het vlootverdrag in
het lagerhuis werd Churchill, die de aan de
Britsche delegatie ter conferentie te Wash
ington gegeven instructies had geciteerd,
door de arbeiders en liberalen beschuldigd^
zonder daartoe te zijn gemachtigd uit een
officieel document te hebben openbaar ge
maakt. De critiek was somwijlen zeer scherp.
Briands vragenlijst over de organisatie
van Europa als statenbond, zal Zaterdag
avond ter publicatie aan de pers worden
verstrekt. Het document zal van te voren
aan de 26 belanghebbends Europeesche sta
ten worden toegezonden. Briand zal in zijn
nota in overweging geven, om in het kader
van den Volkenbond en met inachtneming
van de souvereiniteit der vertegenwoordigde
staten een speciaal lichaam in te stellen,
dat zich in periodieke conferenties met de
verschillende problemen van algemeen be
lang voor alle Europeesche staten zal bezig
houden. Briand zal den ministers van bui-
tenlandsche zaken verzoelaen, hem mede
te deelen, in welken vorm, naar hun mee
ning deze samenwerking kan worden tot
stand gebracht en over welke vraagstukken
zij zich zou kun en uitstrekken.
Briand zal antwoord vragen binnen den
tijd van een maand, opdat hij in staat zij,
op grom. de van resultaten van zijn vra
genlijst een rapport voor de volgende ver
gadering van .den Volkenbond op te sellen
en in September van dit jaar een bepaald
voorstel in te dienen.
De troepen der regeering van Nanking
hebben op de troepen van de Noord-Chi-
neesche machthebbers groote overwinnin
gen behaald.
Volgens een officieel bericht hebben haar
troepen twee belangrijke steden in het ge
bied der Noord-Chineesche opstandelingen
ingenomen, waarbij 10.000 man opstande
lingen werden krijgsgevangen gemaakt.
Naar uit Tokio gemeld wordt, heeft de
regeering van Nanking gelast dat 'alle sche
pen, die naar Tientsin gaan, zullen worden
doorzocht. Op deze wijze hoopt zij te ver
hinderen dat de Noord-Chineesche opstan
delingen van wapens en munitie worden
voorzien.
In tegenstelling tot deze officieele regee-
ringsberichten maken volgens een V. D.-
bericht uit Londen de berichten uit het
hoofdkwartier der Noordelijke troepen
slechts melding van voorpostengevechten,
terwijl tevens wordt medegedeeld, dat een
divisie regeeringstroepen te Tsjengtsjau
naar het Noordelijke leger is overgeloopen,
en dat de regeeringstroepen, die het noor
delijk deel van de provincie Sjantoeng ver
dedigen, van hun basis zijn afgesneden.
De regeering van Nanking heeft het
Amerikaansche departement van buiten-
landsche zaken te Washington doen weten,
dat zij het onmiddellijk vertrek van alle
Amerikaansche staatsburgers uit Tsjeng
tsjau dringend noodzakelijk acht.
Het Rijksverbond der Duitsche industrie
publiceert een rapport betreffende de
maatregelen, die kunnen leiden tot een per
manente verbetering van den toestand in
den landbouw, welk rapport door een aan
tal deskundigen op agrarisch gebied is sa
mengesteld.
In het rapport wordt verklaard, dat het
feit, dat de landbouw voor het meeren-
deel voor een catastrophe staat, het nood
zakelijk maakt, dat in het belang daarvan
openbare middelen worden aangewend.
Deze geldmiddelen zouden dan voor een
groot deel moeten worden opgtoracht door
de industrie.
Op den duur zal de landbouw niet uit
sluitend geholpen kunnen worden met be
schermende rechten, zoodat het gewensch
is andere wegen te bewandelen.
De aanval op Dharasana.
De marsch der aanhangers van Gandhi
onder leiding van Mevr. Naidoe naar de
zoutfabriek van Dharasana is door de poli
tie door versperring van den weg verhinderd.
Conferentie van congresleiders in
Allahabad.
Groote beteekenis wordt door de Engeische
autoriteiten gehecht aan een geheime zit
ting van congresleiders in Allahabad, waar
een besluit zou zijn aangenomen, strekkende
tot verscherping van den onafhankelijk
heidsstrijd. Tevens zou door deze conferen
tie een oproep gericht zijn tot de boeren
bevolking in Bengalen en Bihar om de be
lastingen niet te betalen.
Het liberale blad Ordinea richt ernstige be-
schulddigingen tegen sommige leden der re
geering. De minister-president Manioe zou
volgens het blad den staat voor vele millioe-
nen-hebben benadeeld door het paleis Canta-
coesino op staatskosten voor het minister-pre
sidium te huren. Manioe zou voorts, ofschoon
hü slechts een jaarlijksch inkomen heeft van
1K> millicen lei, tot dusver 14 millioen voor
het voldoen zijner schulden hebben uitge
geven.
Tegen de ministers van financiën van .oor
log. en tegen eenige hooge staatsambtenaren
richt het blad eveneens ernstige beschuldi
gingen van denzelfden aard.
Eiken dag wijzen de sovjet-bladen op het
groote gevaar, dat de Sovjet-Unie bedreigt,
nu het gebleken is, dat de plannen van het
volkscommissariaat van landbouw niet uit
gevoerd zijn. Volgens officieele gegevens
van het volkscommissariaat van landbouw
was de stand van de zaai-campagne op 1
Mei als volgt: de kolchozen hadden slechts
50 pet. van het voorgeschreven aantal
hectaren bezaaid, terwijl de „jedinolitsjni-
ki" (d.w.z. de boeren, die weigeren zich bij
een kolchoz aan te sluiten en hun akker
zelf bewerken) minder dan een zesde van
de voorgeschreven oppervlakte bezaaid
hadden. Dat beteekent, dat de campagne
vrijwel mislukt is, omdat in het grootste
gedeelte van het land en vooral ln de
graanproduceerende streken, de zaaiperiode
reeds voorbij is.
De sovjet-overheid doet nu al het moge
lijke om de catastrophe af te wenden. Zij
geeft aan alle plaatselijke ambtenaren be
vel voort te gaan met het zaaien. De boe
ren, die bereid zijn hun akkers te bezaaien,
zullen verschillende belooningen krijgen,
volgens het bid.
De toestand vertoont veel overeenkom
sten met dien van 1921, toen Rusland door
een vreeselijken hongersnood getetterd
werd. Er zijn echter ook verschillen. De
sovjet-regeering is nu veel sterker dan in
1921, de economische macht van de over
heid is veel grooter, de financiën verkeeren
in een veel beteren toestand en het trans
portwezen, hoewel het ook nu veel te wen-
schen overlaat, is beter geregeld en functio
neert veel beter dan toen. De sovjet-regee-
ring zal dus beter in staat zijn de bevolking
te helpen.
Vandaag zal de tentoonstelling voor
Kunstnijverheid en Huishoudindustrie te
Stockholm in tegenwoordigheid der konink
lijke familie ofifcieel worden geopend.
De kroonprins houdt als eere-voorzittei
der tentoonstelling de inwijdingsrede,
waarna de koning de tentoonstelling voor
geopend zal verklaren.
De „Daily Mail" is begonnen met onthul
lingen over een bolsjèwistische intrige in En
geland, waarbij men zich van de hulp trachtte
te verzekeren van een te Londen wonend
Servisch kunstschilder, Sawa Popowitsj. Bol
sjewistische agenten, die zich voordeden als
kunstexperts zouden hem volgens zijn eigen
verhaal in ruil voor hem gedane betalingen
gevraagd hebben plannen te verschaffen van
de laatste Britsche tank, instructies voor de
opleiding van de vloot, geheime luchtmacht
documenten en vertrouwelijke inlichtingen op
industrieel gebied.
In het eerste gedeelte van het verhaal van
Popowitsj komt een geheimzinnig personage
met drie namen voor benevens „een zeer
mooie jonge vrouw" in een hotel te 's-Graven-
hage.
Den „man met de drie namen" ontmoette
Popowitsj in een hotel te Berlijn, waarheen
men hem gevraagd had te komen. Hij had
hierin eerst toegestemd als men hem de reis
heen en terug voor twee personen vergoedde.
Nu eens noemde de geheimzinnige man zich
A. Staal, dan weer F. A. E. Peters, met een
adres in de „Kroom Mijdrechtstraat" (Krom
me Mijdrechtstraat) te Amsterdam, en ook
wel Dungart, met een adres in Berlijn. De
heer Staal wilde dat Popowitsj kunstveilingen
zou bijwonen en ieder, dien hij. Staal, hem
zond aan zijn vrienden in Londen zou voor
stellen. In ruil hiervoor zou Staal de schilde
rijen van Popowitsj koopen en hem voor an
der werk maandelijks 30 p.st. betalen.
Het blijkt verder uit het relaas dat Popo
witsj brieven ontving voor zekeren Maguire,
die zijn schilderijen van hem kocht en hem
o.a. met Nederlandsch geld betaalde.
Op 10 Maart kreeg Popowitsj een brief om
naar Den Haag te gaan en daar Staal te ont
moeten in het café van het Hotel Terminus.
Staal verscheen niet maar wel een elegante,
smaakvol gekleede jonge vrouw, die hem een
blanco enveloppe ter hand stelde. Zij kende
geen Engelsch, maar daar Popowitsj veel ta
len kent kon hij toch een soort gesprek met
haar voeren. Zij vertelde hem echter niets en
na een kopje koffie met hem gedronken te
hebben, verdween zij even geheimzinnig als
zij gekomen was. In de enveloppe bleek een
ongeteekend briefje te zitten luidend: „Ver
zoeke heden om 4 uur bij mij te komen in
hotel Park Sicht, Amsterdam." Popowitsj
ging met den eersten den besten trein naar
Amsterdam. Hier breekt hij zijn verhaal af,
maar de „Daily Mail" weet ons al te vertel
len dat hij in Parkzicht den geheimzinnigen
man met de drie namen ontmoette die hem
gelastte de genoemde geheime plannen te
verschaffen en brutaalweg verklaarde een
agent van Rusland te zijn. Popowitsj zal ook
nog vertellen van de codewoorden die hij
moest gebruiken en dat hij vreest dat zijn
leven gevaar loopt.
33 protesten
33 regeeringen hebben geprotesteerd tegen
de Amerikaansche tariefvoorstellen, o.a.
Italië, Frankrijk, Zwitserland, Duitschland,
Noorwegen, Nederland, Tsjecho-Slowakije,
Egypte, Zuid-Afrika en Ierland.
Het te Krakau gehouden internationaal
congres van mijnwerkers besloot om op voor
stel van het executief comité zich tot het In
ternationaal Vakverbond te Amsterdam te
wenden met het verzoek, alle mogelijke we
gen en middelen te overwegen ten einde het
gevaar van oorlog op doeltreffende wijze te
te verwijderen. Het congres gaf als zijn mee
ning te kennen dat een algemeene werksta
king van 48 uur in alle landen de meest in
drukwekkende betooging zou zijn.
In verband met het bericht omtrent de
weigering van twee Vlaamsche soldaten om
aan Fransche bevelen te gehoorzamen
waarop tegenspraak volgde blijkt thans,
dat eenige onderofficieren inderdaad Eran-
sche bevelen gegeven hadden en de solda
ten weigerden de bevelen uit te voeren. On
middellijk werden echter daarna Vlaam
sche bevelen gegeven.
Motie tegen v. Cauwelaert
Door net Vlaamsche Kath. Hoogstuden-
tenverbond en het Alg. Vlaamsche Hoog
studenten Verbond te Gent is in verband
met de houding van Dr. van Cauwelaert
inzake De Leeuw de volgende motie aan
genomen
„Gezien de lafhartige en verraderlijke
houding van den heer Van Cauwelaert en
de Vlaamsch Katholieke Kamergroep, zijn
wij van oordeel dat hunne houding getuigt
van een volledig gemis aan Vlaamsche fier
heid en het verraad van die groep tegen
over het Vlaamsche Volk er nogmaals door
bevestigd wordt, en ervan overtuigd dat er
van die groep voor de Vlaamsche ontvoog
ding niet het minste te verwachten valt.
Weg er mee!"
Het onderzoek naar den omvang van de
vervalsching en nabootsing van schilderijen
van Millet en andere meesters door den
kunstschilder Cazot met medewerking van
Millets kleinzoon (J. Ch. Millet) brengt
steeds nieuwe feiten aan het licht, schrijft
het „Hbd.". Misschien wel wat al te sensatio-
neele feiten, want moet men de mededee-
lingen in de Fransche bladen gelooven, dan
zou zoowat niets „echt" zijn in het musée
Millet te Barbizon! Zelfs het sterfbed van
den grooten meester zou zijn vervalscht....
Dagelijks stroomt het bezoekers in het mu
seum, en nog nooit is de toeloop zoo groot
geweest van nieuwsgierigen, die „de va'sche
collectie" komen bekijken, tot groote veront
waardiging van den conservator van het mu
seum, den heer Douin, die zich ergert aan
deze ongezonde belangstelling en verzekert,
dat hij altijd te goeder trouw is geweest.
Een medewerker van het „Journal" is eens
gaan praten met den handelaar in oude
kunstvoorwerpen, die gedurende tien jaren
de leverancier van Cazot is geweest. Hij is
gevestigd in de buurt van de Porte de Clig-
nancourt. Zijn bedrijf bestaat er in om waar
hü maar kans ziet antieke, waardelooze
schilderijen in lijsten van ouden datum te koo
pen, welke hij verkoopt aan amateurs, die
er wat goeds in zien, aan verzamelaars zon
der veel onderscheidingsvermogen, aan re-
toucheurs en aan.... copiïsten Cazot was
een van de beste klanten van dezen koop
man. Hij kocht wat los en vast was en
verdween er mee zonder dat de koopman
zich verder om hem bekommerde. Thuis ge
komen ging hij óf de schilderijen büwerken,
óf overschilderen, óf wel copieeren.
Cazot zelf is door de politie gehoord. Hij
blijft volhouden dat hü zich weliswaar aan
de manier van schilderen van Millet heeft
„aangepast", doch dat de onderteekening van
zijn werken met den naam van Millet ge
heel buiten zün medeweten is geschied. Ont-
zaglü'ke bedragen heeft hij nooit getou
cheerd. Trouwens, een authentieke Millet zou
eenige honderdduizenden francs hebben op
gebracht. Verkocht J. Ch. Millet een werk
van hem, dan ontving hij ten hoogste zeven
of achtduizend francs.
Dit is wel een heel onschuldige voorstel
ling van zaken!
Volgens berichten uit Washington is gis
teren in de mijn Avella op ongeveer 26 KM.
ten Z.W. van Washington een hevige explo
sie voorgevallen. Hierbij werden 17 arbeiders
gedood, terwijl op het oogenblik nog 400
mijnwerkers opgesloten zün. De reddings
werkzaamheden zijn in vollen gang.
De stad Simarau aan de rivier de Han
moet ingenomen zijn door communisten. Er
zijn tal van huizen verbrand en 200 rnen-
schen gedood. Hantsjwan op den anderen
oever is thans door 3000 communisten om
singeld, die goed toegerust zijn met mitrail-
i3 UtJtS
Een Reuterbericht meldt nader, dat de
communisten te Simarau voor een waarde
van 600.000 dollar hebben geroof'. Men
vreest, dat de bezetting van Hantsjwan, die
uit 300 man bestaat en gebrek aan munitie
heeft, niet in staat zal zijn tegen de com
munisten stand te houden. De missionaris
sen werden in veiligheid gebracht voordat
de communisten de stad bereikten.
Te Port au Prince heeft de plechtige
installatie van den president der repu
bliek van Haïti, Roy, plaats gehad.
Ledien van le oppositiepartijen hebben
van deze gelegenheid gebruik gemaakt om
in de stad verscheidene branden te stich
ten.
Ook het Parlementsgebouw, waar de be-
eedigingsplechtigheid plaats had, brak
brand uit.
Het vuur kon echter spoedig gebluscht
worden.
De „Lokalanz." verneemt uit New York,
dat de Argentünsche regeering heden de
troep danseressen van mevrouw Schmelmg
verlof heeft verleend het land binnen te
komen. Mevrouw Schmeling, die te Monte
video gearresteerd was, is weer op vrije voe
ten gesteld.
28.
„„^Io,rro' die een gewichtige mededeeling
zooiets als een onthulling verwachtte, ver
staan Z1Jn pa&sen en wilde stil blüven
Vooruit, lomperd! bromde de ander en
doe alsof er mets aan de hand is. Je ver
geet zeker dat we door de Spaansche politie
gezocht worden. Heb je gisteren de noodige
instructies gekregen?
Gisteravond.
Goed, je weet dus wat je te doen hebt.
Ja.
Vooruit, stap door!.... Ken je hem?
Ik heb hem slechts een keer gezien, op
een avond, en ik weet nog niet waar hü
woont.
Nu ik weet het wel. Ik heb het zoo
even vernomen. Ken je Pedro Ganez, den
herbergier.
Morro keek zijn heer verbluft aan.
hem1 ^f d*6 'cen' woon tegenover
Welnu, daar verblijf ik sedert eenige
dagen. Hü noemt zich Francois Mérignac
en beweert kellner geweest te zün in Bor
deaux. Het overige weet je; hü moet uit den
weg geruimd worden. Hier zijn wij er, zet
mün koffer daar neer en ga weg.
Zoodra zü de vestibule van het hotel in
stapten kwam de hotelier drukdoende hen
tegemoet.
Wenscht münheer een kamer?
Neen, alleen een ontbüt; om elf uur
vertrek ik weder.
Vervolgens gaf hü zijn helper een franc
met de woorden:
Dat is voor u.
Morro nam het geld aan met een gewoon,
ernstig gelaat, sloeg even de hand aan zijn
pet en verdween.
De heer, die aan Morro zulke juiste in
lichtingen wist te geven, was een der voor
naamste agenten van het geheime genoot
schap, waartoe de moordenaar van graaf de
Gerly ook behoorde.
Hü was inspecteur, belast met het bewa
ken van „verdachten" en tegelijkertijd de uit
voerder van de wraakplannen der sekte. Zün
speurzin en detective eigenschappen waren
zoo sterk ontwikkeld, dat hij züns gelüke niet
had in het opsporen van de best verborgen
personen en zaken.
Nauwelüks was Jan vier dagen in Fon-
tarabie en had hü zich zooveel mogelijk on
kenbaar gemaakt in kleeding en voorkomen,
of die vreeselüke speurder had zün schuil
plaats reeds ontdekt, en kon van hem alle
bijzonderheden van zijn nieuwe bestaan ge
ven.
De Spaansche politie, die tegen dit vernuft
niet was opgewassen, zocht den deftig ge-
kleeden schurk tevergeefs.
Het was dan ook een gewone voorzichtig
heidsmaatregel, dien de reiziger nam, toen
hü Morro als een onbekenden sjouwer be
handelde.
Alvorens de inspecteur aan het hotel was
gekomen, had hü nogmaals de traditioneele
order herhaald, die het devies van het ge
nootschap scheen te zijn: „Vooral geen
bloed!"
Morro kon dus zelf kiezen op welke wijze
hij den vijand van het leven zou beroo-
ven, als er maar geen enkele beschuldigen
de bloeddroppel vergoten werd.
De nacht hing over het gebergte, in welks
schoot Fontarabie verborgen lag. Aan deu
ren en balcons kwamen de menschen ge
nieten van de frissche nacht na den heeten
dag, en lustig sloegen de tongen, alsof men
elkander langen tijd niet gesproken had.
De herberg van Pedro Ganez was reeds
gesloten, toen de voordeur openging en een
man, met onverschilligen loop, de handen in
de zakken en een sigaar tusschen de lippen
naar buiten kwam.
Hij liep in de richting van de haven; bü
den ouden toren, uit den tüd van Karei den
Vüfden, hield hij stil.
Op de rivier wiegelden twee schuiten, die
dienden voor het verkeer tusschen de beide
oevers.
Aarzelend, als iemand die niet weet hoe te
handelen, liep Jan langzaam om daarginds
het misdadige complot te verijdelen.
Zijn onverwacht, snel besluit moest den
man, die hem belaagde, zeker van het spoor
brengen.
De torenklok sloeg half elf. De kade was
eenzaam, verlaten.
Geen enkele visscher waakte meer bij zün
schuit, maar uit de naburige café's drong
Jan een geroezemoes van stemmen in 't oor.
Dat waren de visschers, die op dit uur meer
aan hun glazen dachten dan aan hun late
klanten, die overgezet wilden worden.
Teleurgesteld keek de huisknecht om zich
heen, toen hij eensklaps achter hem een
mannenstem hoorde die hem toeriep:
Moet gij naar Hendaye? goed, ik kom.
Haast u wat, drong Jan aan, toen de
ander naderbij was gekomenmün broer
ligt daar ginds ziek.
In eenige oogenblikken was de schuit los
gemaakt en gleden zij over het water bü den
krachtigen slag van den zeeman.
Voor 't oogenblik gered! dacht Jan, die
ongeduldig den naderenden oever aanstaarde
en den rug naar den roeier keerde.
Plotseling voelde hü een zwaren slag op
het hoofd, die hem een geweldige pün ver
oorzaakte. Een oogenblik wankelde zün li
chaam en viel toen achterover in de schuit,
met als eenig bewustzün een dof, drukkend
gevoel in zün hoofd.
Bij het zwakke schijnsel der lantaarns, die
de kade verlichtten, bemerkte hü als in een
smartelüken droom den zeeman over hem
gebogen.
En als in een akelig visioen waande hij
zich op het kasteel Font-Aulade, den avond
van zijn avontuurlijke ontmoeting met den
nachtelüken bezoeker.
Die oogen, die trekken waren de zijne
Met verzameling van al zijn krachten wilde
hü om hulp roepen, maar een ijzeren hand
greep zün keel en neep deze dicht....
Eenigszins bekomen van den slag op het
hoofd, drong nu het bewustzijn van het ge
vaar waarin hij zich bevond, tot zijn pijn
lijke hersenen door. Met den moed der wan
hoop, welken de aanblik des doods geeft,
verweerde hij zich onder den üzeren greep
en beet zün aanvaller in de knie, welke deze
op zijn gelaat drukte.
Half verdoofd door den vreeselüken slag
der roeispaan en verlamd door de stikkende
omknelling van den moordenaar, voelde Jan
zijn krachten hem begeven.
Een duizeling brak al zün weerstand en
toen werd het nacht in zün geest. Een
schorre kreet, een doodsgerochel, ontsnapte
zijn borst en dat was de laatste levensuiting
van den ongelukkigen Jan.
Heb je zoo genoeg, hé, mompelde de
wreede Morro en met voldoening beschouwde
hü de levenlooze massa aan zijn voeten. Na
zich overtuigd te hebben, dat het lichaam
geen enkel teeken van leven meer gaf, nam
hij het op en wierp het met zün gespierde
armen in het donkere water van den stroom...
Die zal ons niet meer hinderen, was
zijn afscheidskreet aan het zinkende lichaam.
Moro had zijn taak vervuld en geen enkele
droppel bloed had hij vergoten.
HOOFDSTUK X
EEN ONVERWACHTE VERLOVING
De plotselinge verdwüning van den huis
knecht had op het kasteel van Grisoire een
levendige emotie en angst te weeg gebracht.
De bejaarde barones was ziek van schrik
en ontsteltenis. Zij sidderde nog van angst
bij de gedachte, dat zij in haar dienst, onder
haar dak, een zoo afzichtelijken boosdoener
had gehad.
Vrienden en vreemden waren liet er over
eens, dat den notaris groote lof toekwam,
want aan zijn hardnekkig, onvermoeid zoe
ken had men het te danken, dat de moor
denaar van Graaf de Gerly, die openlijk als
onvindbaar was verklaard, eindelijk ontdekt
was. De politie was weldra met het geval op
de hoogte en men had nu slechts haar be
moeiingen af te wachten.
Drie weken waren er verloopen sinds de
geheimzinnige ontmoeting in Fontarabie. Het
eerste tooneel van de ontzettende tragedie
was afgespeeld en de beklagenswaardige Jan,
reeds een voorwerp van ieders verachting,
was als slachtoffer van zün ijver en toewü-
ding gevallen.
(Wordt vervolgd)