Buitenlandsch Q?Cieuws Huiduitslag feuilleton MARIA-STICHTING UIT HET RIJKE NATUURLEVEN het GEHEIM VAN JESSIE QUINTO» IEDEREN MIDDAG VAN 2-3 UUR POLIKLINIEK VIERDE BLAD ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1930 BLADZIJDE Eerste levensjaren oJ^Iendel (II) Van den Volkenbond Herziening der Vredesverdragen De roode terreur in China Het programma De Rondetafelconferentie De minderheden-kwestie en den Volkenbond De strijd om de macht in China Ver. Staten De droogte in de Hulpverleening Perzië en Turkije Gemengde Euitenlandsche cBerichten De wondermooie maand Augustus Stormen en overstroomingen Noodweer boven Hamburg Ontslag bij de Engelsche Spoorwegen Vierduizend arbeiders ontslag aangezegd Gevolg van een schoonheids wedstrijd Ernstig spoorwegongeluk in Roemenie Negen dooden, zeven zwaar gewonden Mijnramp bij Princetown Weinig hoop op redding Aardbeving bij Florence Orthodox-katholiek bisschop veroordeeld Beperking immigratie Canada Geen Europeanen meer KORT NIEUW „Het zal niet meer gebeuien," temam „Ifc begrijp: niet goed, waarom^aoo zenuw De zwaarwichtige kwestie of Mendel den 20sten of 22sten Juli geboren is, zal den le zers van de „N. H. Crt." maar weinig in teresseeren. We gunnen Mendel graag een dagje meer op dit ondermaansche en laten in het midden, of zijn doopbewijs, dat den 20sten aangeeft, gelijk heeft of zijn bloed verwanten, die hem eenparig pas op den 22sten in het tranendal willen zien verschij nen. In ieder geval werd hij in Juli 1822 geboren te Heinzendorf, een Moravisch dorpje, dat gelegen is vlak bij de plaats Waar thans Duitschland, Polen en Tsjecho- Slowakije aan elkaar grenzen. De omstandigheden, waarin hij reeds in zijn jeugdjaren verkeerde, deden hem spoe dig reeds den ernst des levens ervaren. Zijn ouders waren pachters, die hard taoesten werken, wegens de verpletterend zware pachtlasten, waaronder de boeren stand in die dagen gebukt ging. Ondanks al zijn energie en ondernemingsdurf mocht 't Mendel's vader maar niet gelukken zijn ge- Zin tot een onbezorgden welstand op te Werken. Onrechtvaardige heerendiensten maakten iedere maatschappelijken vooruit gang onmogelijk. Maar hoe zwaar het leven op hem ook drukte, toch bleef vader Men del een persoonlijkheid, die krachtig weer stand bood aan allen tegenspoed. Ondanks den zwaren zorgendruk had hij nog lust en leven in allerlei liefhebberijen. Hij had zich in zijn omgeving zelfs naam verworven door zijn schitterende fruitkweekerij. Hij had zich een groote bekwaamheid eigen gemaakt in het kruisen en veredelen van fruitboomen. 't Is dan ook geen voorbarige conclusie te heweren, dat zijn zoon Johan, die hem daar bij ongetwijfeld geholpen heeft, reeds vanaf zijn prille jeugd met ras-veredelings- en kruisingsproeven vertrouwd raakte, die juist zijn naam later onsterfelijk gemaakt heb ben. Van zijn vader erfde Johan tevens dien onuitputtelijken werklust, die tevens een machtige factor is geweest voor zijn later Bucces. Zijn moeder vormde in hem die goed hartige, bescheiden karaktertrek, die hem als tries ter-kloosterling altijd gesierd heeft. Toen hij elf jaar oud was, begon zijn Wetenschappelijke loopbaan aande z.g. Pi- Wristenschool te Leipnik, dat ongeveer 20 K.M. van Heinzendorf verwijderd la-7. Na dien voorbereidenden cursus kwam hij aan het Gymnasium te Troppau als jongen van 12 jaar. Zoo zien wij dan plotseling Mendel op Studie. Koe komt hij daar opeens? Zijn bio- graaph, litis, die tot in de uiterste conse quenties alle bovennatuurlijke invloeden en beweegredenen wegredeneert, vindt in een Verlangen naar wetenschap voldoende reden Voor Mendel's studie. In 'n aardig verhaaltje fantaseert hij hoe het kwam, dat Mendel mocht gaan studeeren. Vriendjes, die al op de Piaristenschool liepen, vertelden onder de vacantie zoo wonderlijke verhalen van de school, dat Mendel zijn ouders bad en Smeekte ook te mogen gaan studeeren. Voor dien aandrang zouden tenslotte de ouders bezweken zijn. 't Heele verhaaltje is Wel aardig gevonden, maar dat dit de reden is geweest dat Mendel naar de „groote school" mocht, is wel hoogst onwaarschijnlijk. Want de financieele draagkracht van de familie Was toch niet zoo groot, dat ze zich zulk een luxe konden permitteeren voor hun oudsten zoon. Studeeren was in dien tijd zoowat uit sluitend het voorrecht der beter gesitueer den. 't Lijkt me dan ook hoogst onwaar schijnlijk, dat Mendels ouders op zulk een, in hun stand ongewoon, toekomstideaal ingin gen, als geen andere motieven er bij in het spel waren. Ofschoon hieromtrent niets met zekerheid mee valt te deelen, mogen we om verschil lende redenen veilig aannemen, dat Mendel Priester wilde worden. Iedereen weet, welke offers brave ouders zich dikwijls getroosten °m bij hun kinderen het priesterideaal te Verwezenlijken. En zoo is het toch redelijker te veronderstellen, dat Mendels ouders eer der de hooge studiekosten voor hun kind wil den opbrengen, om hem tot het H. Priester- Schap te laten opstijgen, dan dat ze die of fers zouden gebracht hebben voor een louter geleerdheidsideaal, dat bij eenvoudige boeren- menschen gewoonlijk niet zoo hoog wordt ge- Schat. Bovendien geeft Dr. litis in zijn Men- del-biographie zelf nog een sterker bewijs yoor mijn meening, als hij verhaalt hoe 9 jaar later in een verkoopcontract gesproken Wordt over Mendels verlangen om Priester te Worden. Bij den verkoop van zijn boerderij namelijk bedong vader Mendel dat de koo- Per „aan den zoon des verkoopers, genaamd Johan, wanneer hij volgens zijn verlangen tot het Priesterschap geraakt, jaarlijks 100 gld. betaalde". Dit verlangen zal hoogstwaarschijnlijk niet Voor het eerst geuit zijn, bij dat contract. Is het dan zoo'n gewrongen verklaring, dit ver langen als het motief te beschouwen voor Mendels studie, de benarde familieomstan digheden daarbij in aanmerking genomen? Dat de studie-idealen voor vader Mendels beurs te strak gespannen waren, zou Johan spoedig aan den lijve ondervinden. Aan het gymnasium te Troppau studeerende, was hij h> de stad ergens zoogenaamd in „halven kost". Dat wil zeggen, dat hjj daar een kamer had, meer niet. Zijn levensbehoeften werden hem van thuis uit gezonden. Het valt moei lijk in te denken, hoe dat eigenlijk mogelijk Was, maar de geschiedrollen verhalen zulks wij zullen de feiten maar aanvaarden. Dat het brood onderweg wel oudbakken zal zijn geworden en de aardappelen ijskoud, is een tamelijk voor de hand liggende veronder stelling. Maar Mendel schijnt van deze cen trale keuken te hebben kunnen leven, totdat in de ouderlijke woning schraalhans keuken meester werd. Want de financieele nood der familie schijnt zich vooral geopenbaard te hebben in het steeds schaarser worden der paketten in aantal en omvang, zoodat Mendel moest omzien naar een andere bron om zijn levensbehoeften te verkrijgen. Hij vond deze in het geven van privaatlessen aan knapen, die moeite hadden met de studie; 'n verschijnsel, dat blijkbaar eeuwen-oud is. Maar heel veel schijnt hem dit niet in het laatje gebracht te hebben, want, door onder voeding verzwakt, moest hij dit zware leven van studie en lesgeven eenige malen we gens uitputting onderbreken. De situatie werd nog ellendiger toen zijn vader in 1841 gedwongen werd, tengevolge van een ongeval de boerderij te verkoopen. In het verkoop-contract, waarvan reeds gespro ken is, in verband met Mendels priester-roe ping, werd eveneens bepaald, dat aan Johan ieder jaar voor zijn studie de kolossale som van tien gulden moest worden uitbetaald. Daar stond hij nu met 10 onnoozele gul dens, waarvan hij een heel jaar moest leven. Den buikriem kon hij onmogelijk verder toe halen, de gesp sondt reeds op 't laatste gaatje! Voor ongeveer 3 cent per dag kon hij (zelfs in dien goedkoopen tijd van voor den oorlog) bij de meest bescheiden eischen aan levens gemakken, toch heusch niet rondkomen. Zonder vreemde hulp zou de wereld een poo- tigen boerenknaap rijker, maar een onsterfelijk geleerde armer geworden zijn. Doch de Voor zienigheid stuurde hem een reddende engel om hem voort te helpen naar zijn priester ideaal! Vrijwillig deed zijn jongere zuster, Theresia, afstand van haar wettelijk erfdeel om de verdere studie van haar broer mogelijk te maken. Dit roerende bewijs van oprechte zusterliefde heeft Mendel nooit vergeten. Dankbaar heeft hij later als abt, uit de stu diefondsen van zijn klooster, de dokterstudie van haar twee zoons bekostigd en zoo haar edelmoedig offer rijkelijk vergolden. Zou zijn zuster Theresia er zooveel voor over gehad hebben als Mendel alleen maar een geleerde wilde worden? Is het de gewone loop van zaken, dat een boerenmeisje zoo begeesterd wordt voor de wetenschap, dat zij haar heele toekomst op het spel zet, om haar broer een geleerde te kunnen laten worden? Of moeten wij ook in dit offer niet een aanwijzing zien, dat Mendel hoogere idealen koesterde, aan wier verwezenlijking zijn zus ter ten koste van alles wat ze bezat, wilde meewerken? Aan de lezers het antwoord! p. G. J. MEIJKNECHT, O.E.S.A. Italiaansche memorandum over het secretariaat De Italiaansche regeering heeft den secre taris-generaal van den Volkenbond, ter door zending aan de andere staten-leden van den Bondsraad, een omvangrijk memorandum doen toekomen, betrekking hebbend op de bij besprekingen in de Hervormings-commissie den laatsten tijd sterk op den voorgrond ge treden quaestie van wijziging in de politieke leiding van het Volkenbonds-Secretariaat. Het Italiaansche memorandum, dat scherpe critiek uitoefent op de Engelsch-Fransche leiding van het secretariaat, stelt zich op den bodem van de voorstellen van de minderheid j der Hervormingscommissie (Duitschland, Ita lië en Japan) en wijst nadrukkelijk de voor stellen van de meerderheid (Engeland, Frankrijk en Polen) van de hand. De Ita liaansche regeering laat zich in haar schrij ven leiden door de toenemende politieke be- teekenis van het secretariaat. In werkelijkheid is het geenszins slechts een uitvoerend orga nisme, doch heeft het aan beteekenis ge wonnen als instantie, die de beschikkingen van den Volkenbond in politieken zin uit legt en uitvoert. De voorbereidende werk zaamheden van het secretariaat geven dit in stituut bovendien de rol van adviseur van den Volkenbond op allerlei gebied. Daar dik wijls de raadspresidenten posten bekleeden in veraf gelegen landen, is de rol van het secre tariaat bij het nemen van politieke beslis singen in crisistijden vaak van beslissende beteekenis. Verder is de secretaris-generaal degene, die alleen de talrijke bezwaren en voorstellen ontvangt en hierover zelfstandig beschikt. De politieke algemeene leiding van het secretariaat ligt tegenwoordig in handen van een of twee personen: den secretaris generaal (Engeland) en den plaatsvervangen- den secretaris-generaal (Frankrijk). De po litieke invloed van den secretaris-generaal is buitengewoon groot en mag niet onderschat worden. De onder-secretarissen (Duitsch land, Italië en Japan) bekleeden feitelijk eereposten en hebben slechts de functie van afdeelings-directeuren zonder eenigen invloed van beteekenis op de politieke leiding van het secretariaat uit te oefenen. Alle beslissende besluiten van groote politieke beteekenis wor den aldus het memorandum thans uit sluitend en zonder controle door den secre taris-generaal genomen. De Italiaansche regeering doet dan op merken, dat de 54 staten-leden van den Vol kenbond als volgt betrokken zijn bij de eere functies in het V. B.-secretariaat-generaal: Duitschland 12 ambtenaren, Italië 11, Oos tenrijk 2, Hongarije 2, Engeland en Domi nions 53, Frankrijk 30. Van de 54 leden zijn er slechts 38 in het secretariaat vertegen woordigd, terwijl 16 staten zonder vertegen woordigers zijn gebleven. Engeland en Frankrijk beschikken over 40 pet. der be langrijkste posten. De Italiaansche regeering herinnert dan aan het voorstel van de minderheid der Hervo-mingscommissie en geeft den wensch te kennen, dat de opperste leiding van het secretariaat-generaal een contröle-orgaan wordt, dat zal moeten bestaan uit den secre taris-generaal, 5 onder-secretarissen-gene- raal en een afdeelingsdirecteur. Dit is vol gens Italië de eenige waarborg, dat de belan gen van alle statenleden bij de leiding van de politieke werkzaamheden van het secreta riaat in acht genomen worden. De hervor ming van het secretariaat is absoluut nood zakelijk geworden, en van de tot standko- ming van deze reorganisatie hangen de le vensvatbaarheid en ontwikkeling van den Volkenbond af. Foincaré over den Duitschen eisch Heden Is er opnieuw een artikel van de hand van Poincaré verschenen, waarin hij o.a. schrijft, dat wanneer het Duitsche Rijk werkelijk den wensch koestert op een bepaald punt wijziging van het vredesverdrag te ver krijgen, het niet moet trachten door voort durende kleine acties zijn doei te bereiken, doch den daarvoor openstaanden weg inslaan, n.l. in directe onderhandeling treden met de betrokken mogendheid, of de zaak ter sprake brengen bij den Volkenbond. Elke grensver- andering brengt nieuwe moeilijkheden mee, wanneer zij niet het resultaat is van vrije onderhandelingen tusschen twee staten. Het teruggeven van de Poolsche „corridor" zou zeker in Duitschland en speciaal in Oost- Pruisen groote vreugde verwekken, doch de in den „corridor" gevestigde Polen ten zeerste verbitteren en daardoor nieuwe en misschien veel grootere moeilijkheden scheppen. Het zelfde is het geval met de „Anschluss," waar mede zeker niet alle Oostenrijkers het eens zijn. Een herziening der verdragen zou dus in centraal Europa een nieuwe en gevaarlijke haard scheppen, wat niet zonder invloed zou blijven op het geheele continent. Als dit Duitschland's doel is, besluit Poincaré, dan moeten wij openlijk zeggen: „Frankrijk doet daar niet aan mee." Volgens een officieeie Cl.ineesche mede- deeling is bij een te Tsjangsja gedaan on derzoek gebleken, dat ds communistische actie in Zuid- en Midden-China één enkele gesloten beweging is, en da alle schijnbaar geïsoleerde communistische groepen volgens de aanwijzingen van een centraal orgaan handelen. Als doel der communistische leiders wordt genoemd: het uit den weg ruimen van alle buitenlandsche invloeden, van alle militaire leiders en van de nationalistische regeering, alsmede invoering van het sovjetstelsel in geheel China. Volgens een mededeeling van de Amen- kaansche R. K. missie bevinden zich in de door de communistische opstandelingen om" singelde stad Kantsjau verscheidene Euro- peesche zendelingen. Volgens deze mededeeling betreft t hier drie Engelsche zendelingen en verscheidene vrouwelijke zendelingen, waaronder een Duitsche. Wie zulten er komen? Voor de Indische rondetafel-conferentie, die op 20 October a:s. begint, zal waar schijnlijk een delegatie van 50 Britsch- Indiërs overkomen met de noodige secre tarissen en adviseurs. Van de Indische Vor stenlanden komen ongeveer 14 prinsen en eerste-ministers onder leiding van den Ma- haradja van Pantiala, kanselier van den Vorstenraad. Volgens het Hbd. wordt verwacht, dat Ramsay Macdonald zelf voorzitter zal zijn van de conferentie met minister Wedgwood Benn als ondervoorzitter. Als conservatieve afgevaardigden worden genoemd Lord Peel, Lord Winterton, Sir Austen Chamberlain en het Lagerhuislid Wardlaw-Milne; als libe rale afgevaardigden Lord Reading, Lord Crewe en Sir Herbert Samuel. Mac Donald moet er op gesteld zijn dat Baldwin en Lloyd George eveneens de conferentie zul len bijwonen. Het Volkenbondssecretariaat publiceert 'n totaal-overzicht van de in den loop des jaars bij den V. B. binnengekomen en be handelde klachten in zake de minderhe den. De publicatie geschiedt krachtens be schikking der te Madrid gehouden raads zitting. Het statistisch overzicht van het V. B.- secretariaat verstrekt dan de volgende ge gevens Bij het V. B.-secretariaat kwamen 57 klachten in waarvan er 26 als ontoelaat baar werden afgewezen en 31 in behande ling werden genomen. De Minderheden- commissie heild 14 zittingen. In den loop van het jaar werden 29 kwesties onderzocht. Tsinanfoc hernomen door de troepen van Nanking Een officieel communiqué meldt, dat de regeeringstroepen Tsinanfoe hebben nerno- men. De Noordelijken vluchten in Noordelij ke richting met achterlating van groote hoeveelheden munitie. De regeeringstroepen hebben gistermorgen eveneens den linkervleugel van Feng Joe Hsiang verslagen en hopen weldra Tsjengt- sau en Kaifeng te hernemen. Hoover en de gouverneurs der staten zijn het eens geworden over een program van samenweking nopens de hulp aan gezin nen, die tengevlge van den slechten oogst een moeilijken winter tegemoet gaan be nevens ben aanzien van maatregelen in het belang van de volksgezondheid en om het verlies van vee tegen te gaan. Het programma zal worden uitgevoerd door middel van voorschotten van open bare lichamen en particulieren aan het Roode Kruis. De hulpverleening De door Hoover bijeengeroepen confe rentie van gouverneurs, welke zal beraad slagen over de in verband met de droogte te nemen hulpmaatregelen, is in het Witte Huis geopend. Zij werd bijgewoond door de gouverneurs van 10 staten in het door de droogte ge teisterde gebied en vertegenwoordigers der gouverneurs der andeee staten. Hoover hoopt den grondslag te leggen voor een krachtige plaatselijke en staats- ondersteuningsorganisatie door de adviezen te verzamelen van alle staatsvertegenwoor- digers. Vóór de vergadering verklaarde de afge vaardigde van Kentucky, dat de maïs- oogst in zijn staat slechts 10 pet. bedroeg van den normalen, de tabaksoogst 20 pet., de hooioogst 5 pet. Het hooggerechtshof in den staat New- ork heeft een scheidsrechter aangewezen om na te gaan of de handelaars in melk e. a. levensmiddelen, die een combinatie hebben gevormd om de prijzen te verhoo- gen, de droogte gebruiken als voorwendsel om zich ten koste van het publiek te ver rijken. De Turksche regeering zond een nieuwe nota naar Teheran, waarin zij voorstelt samen te werken tegen d eKoerden. Volgenens de bladen, stelde de regeering voor, een stuk van Turksch grondgebied af te staan tegen het Perzische gebied, dat Turksche troepen thans bezet houden. Een gevecht met de Koerden In het district Irdir ontwikkelde zich gisteren tusschen Turksche troepen en op standige Koerden een gevecht, dat ver scheidene uren duurde. De Koerden namen ten slotte de vlucht, met achterlating van 60 dooden. Zij lieten hun uitrustingen in den steek. Sneeuwval te Parijs In de omgeving van Parijs heeft het gis teren gesneeuwd. In de voorstad St. Germain en in de nabijgelegen dorpen vielen uren lang dikke sneeuwvlokken, hetgeen sedert menschenheugenis nog nimmer in Augustus is voorgekomen. Aan de Noord-Fransche kust woeden op nieuw zware stormen. De scheepvaart over het Kanaal naar Engeland is bijna geheel stopgezet. Donderdagmiddag woedde een zwaar on- weder, dat gepaard ging met geweldige re gens en sterken N W. storm, die hier en daar een snelheid van 27j-s secondenmeter be reikte, boven Hamburg en omgeving. Regen en storm duurden gistermorgen nog voort. In de mondingen van Elbe en Weser worden groote watermassa's naar binnen gedreven, zoodat overstroomingen dreigen. In Noord-China. Er moeten drieduizend menschen zijn om gekomen en er zouden duizend dorpen in het Z.O. van Tsjili en het Z.W. van Mants- joerije onder water staan tengevolge van de overstroomingen, veroorzaakt door de hevige regens in N.-China. Tal van dorpelingen zitten zonder voedsel in boomen en op da ken. Nieuwe wervelstorm in Japan. Het Zuiden van Japan is door een nieu wen hevigen wervelstorm, die een snelheid had van meer dan 200 K.M. per uur, ge teisterd. Eenige streken zijn geheel over stroomd. Een aantal personen trachtte nog in allerijl een dijk op te werpen om het wa ter te stuiten, doch twintig hunner werden door den vloed meegesleurd en verdronken. De telefoon- en telegraaflijnen zijn ver broken, zoodat op het oogenblik nog geen juiste berichten kunnen worden gegeven om trent het aantal slachtoffers en de aange richte schade. Volgens een nader bericht zijn er bij het noodweer te Poggioreale vier menschen ge dood en zeventig gewond, voornamelijk door het instorten van een 3 M. hoogen en 50 M. langen fabrieksmuur. De brandweer was bij het afzenden van dit bericht nog met op ruimingswerkzaamheden bezig. Men vreest dat er nog meer menschen onder de puin- hoopen liggen. Kuxhaven onder water. De sterke Noordwester storm heeft ook te Kuxhaven danig huisgehouden. De vloed heeft de haven-emplacementen overal onder water gezet. In de stad stonden straten en tuinen blank. Van Donderdagavond tot gis teravond is er niet minder dan 80 millimeter regenwater gevallen. De brandweer is den geheelen dag in touw geweest om assistentie te verleenen waar dit noodig was. De vier groote Engelsche spoorwegmaat schappijen treffen voorbereidingen voor omvangrijke bezuinigingen. De ontvangsten gedurende de eerste 32 weken van dit jaar bedragen 5 millicen minder dan gedurende dezelfde periode van het vorige jaar. Alle vier de maatschappijen zijn van opvatting, dat de heerschende economische malaise nog verergeren za\t zoodat zij gedwongen zijn tot ontslag van arbeiders en employé's. Een der maat-cnappijen heeft deze week reeds aan 4000 arbeiders ontslag aangezegd. De leiding der spoorwegmaatschappij is van meening, dat de tegenwoordige toestand slechter is dan in 1928, toen de vakvereni gingen van spoorwegarbeiders toestemden in een loonsverlaging van 2]A pet. Met het oog op den tegenwoordigen toestand echter zal in November opnieuw getracht worden, een loonsverlaging door te voeren. Vechtende moeders Te Madrid is een schoonheidswedstrijd gehouden. Toen de jury de koningin had gekozen, ontstond een verwoed gevecht tus schen de teleurgestelde moeders van de schoonen, die de kroon der schoonheid niet hadden kunnen veroveren. De politie had de grootste moeite om de vechtende dames te scheiden. Gevolgen der vechtpartij waren eenige aanklachten wegens beleediging, verscheurde kleeren en door nagels geschonden aange zichten Gistermorgen zijn in het station Seceleo- noe aan de lijn KonstanzaBoekarest door verkeerden wisselstand twee sneltreinen op elkaar geloopen. Volgens de totdusver ingekomen berichten zijn er negen menschen gedood en zeven zwaar gewond. Een der locomotieven en twee wagens werden zwaar beschadigd. In «en kolenmijn in Columbia zijn 40 mijnwerkers bedolven. Drie lijken zijn reeds geborgen. Voor den ingang van de mijngroeve te Blakebum bij Princetown in Britsch-Colum- bia, waar nog steeds 44 arbeiders ingesloten zijn, spelen ziéh hartverscheurende toonee- len af. De hoop op redding van de inge- slotenen heeft men reeds opgegeven. De ongeluksmijn is volgestroomd met ko-vl- oxyde-gas. Het reddingswerk, dat dag en nacht wordt voortgezet, wordt hierdoor ern stig bemoeilijkt. Bij Florence, in Castelfiorentino is Do» derdag een aardbeving waargenomen, <Dn zich golfsgewijze voortplantte en verschefa®- ne seconden duurde. De bevolking kwam met de schrik vrij. Groote materieele scha de werd niet aangericht. Tegelijkertijd zijn in de Abruzzen, in de omgeving van Te- ramo, aardschokken waargenomen, welke be geleid werden door hevige onweders. Uit de provincies Briest en Briesi komen berichten over stor men en wolkbreuken, evenals over onge woon lage temperaturen. Wegens smokkelen van drank Bisschop Charles Mrzena, van de Tsjecho- Slowaaksche orthodox-katholieke kerk, die hier eenige jaren geleden uit Praag aan kwam, is schuldig bevonden aan mede plichtigheid aan schending van de drank- verbodswet door het doorgeven va» sacra- menteelen wijn aan handelaars in gesmok- kelden sterken drank. Hij kreeg daarvoor een dollar per gallon Ceen gallon is i.1/, L.) en zou aldus per jaar 40.000 dollar gemaakt hebben. Bisschop Mrzena is veroordeeld tot éér jaar gevangenisstraf. Wegens de steeds toenemende werkloos heid heeft de Canadeesche regeering besloten de immigratie naar Canada te beperken. Immigratie van het Europeesche vasteland is tot nader order verboden. Engelschen worden alleen toegelaten als zij de noodige middelen bezitten om voor bepaalden tijd in hun levensonderhoud te voorzien. Te Parijs ontspoorde een snel trein. De locomotief en 6 personenwagens kwamen naast de rails te staan. Slechts licht gewonde reizigers. Te Hamburg is een koffie-smok- kelarij ontdekt. Vier personen werden gear resteerd. De bende werkte met 3 vracht auto's en vervoerde de laatste maand in een auto met dubbelen bodem 1400 zakken koffie. Te Jeruzalem staken 23 Au gustus alle arbeiders, daar het, wegens deel neming aan de onlusten, tegen een Arabier uitgesproken doodvonnis, bekrachtigd is. Uit Kowno wordt gemeld, dat 15 aanhangers van Woldemaras, onder wie de hoofdredacteur van de „Tautos Kelias", het orgaan van Woldemaras, zijn gearresteerd. Allen bevinden zich in een intemeerings- kamp. Het dorp Masson (Quebec) is ge teisterd door een brand, die 17 huizen en de katholieke kerk verwoestte. Een vrouw kwam om, twee kinderen worden vermist. De scha de wordt op 40.000 pond sterling geschat. Bij het Schiereiland S jangtoeng zijn eergisteren twee Chineesche stoomsche pen met elkaar in aanvaring gekomen. Een der twee schepen zonk. Er worden 70 pas sagiers en 7 leden der bemanning vermist. Op den Kopftoeregrat zijn de lijken van drie toeristen gevonden. Ze waren bevroren door de Rettungstelle aangetrof fen. Te Wilna zijn 40 personen na gebruik van ijs ziek geworden. Bij 20 personen zijn de vergiftigingsverschijnselen levensgevaar lijk. In Italië bedroeg het aantal werkloo- zen per 1 Juli 342.000. Te A arhus (Kopenhagen) is een groote havenbrand uitgebroken Groote voorraden graan zijn verbrand. De schade is meer dan een millioen kronen. Wasch de aangedane plaatsen met warm water en Purolzeep en doe er dan wat Purol op, en bij jeukenden of vocht- afscheidenden uitslag en eczema boven dien nog wat Purolpoeder. Herhaal dit eiken dag, zoolang het noodig is. Naar het Engelsch door Jos. P. H. Hamers 25. „U hebt me van een zware zorg bevrijd, juffrouw Bennett, maar ik moet u ook zeg gen, dat u voor een vrouw van uw leeftijd zeer dwaas gehandeld hebt. Eigenlijk past hier nog een sterker uitdrukking. Zooiets Oiag in 't vervolg niet meer gebeuren. Wan neer u zenuwpijnen hebt of ongesteld bent, dan kan u zich tot mü wenden en ben ik tot uw dienst. Het gevaar, dat u persoonlijk geloopen hebt, er nu eens buiten gelaten, wil ik u nu eens zeggen maar dit moet onder ons blijven wat het gevolg had kunnen zijn van uw geknoei met die flesch uit m'n apotheek. Een vrouw, die gisteravond een drankje tegen de verkoudheid heeft inge nomen, is vanmorgen dood op bed gevonden: blijkbaar was ze vergiftigd. In zoover we konden nagaan en de politie kon ontdekken, heeft ze gisteravond behalve dat drankje, geen geneesmiddel ingenomen. Tom heeft mé de verzekering gegeven, dat met dit drankje onmogelijk geknoeid kon zijn. Hij heeft zelf het fleschje gekurkt en het niet uit handen gehad, totdat hij het zelf aan de nu overleden *rronwgaf. No mfe ik tdt -de groote flesch in de apotheek een hoeveelheid lau danum, meer dan voldoende om iemand van kant te maken. Van dit gemis kon noch ik, noch mijnheer Green, een verklaring geven. Het is niet geboekt en naar mijn meening is de vrouw aan het gebruik van een te groote hoeveelheid laudanum gestorven. Wanneer u uit vrees voor de mogelijke ge volgen, de waarheid niet gezegd had, dan zou ik bij het gerechtelijk onderzoek geen verklaring kunnen geven van het ontbreken van die hoeveelheid laudanum uit mijn voor raad. Mijn naam als geneeskundige en mijn praktijk zouden onherstelbaar naar de maan zijn. Wat de gevolgen voor Tom en misschien voor mijn dochter zouden geweest zijn, daar zullen we maar niet op ingaan." Juffrouw Bennett trok een berouwvol ge zicht, waarop echter ook een soort trots te lezen stond. Mijnheer Green kon uit haar houding maar niet wijs worden. „Ik heb er spijt van, mijnheer," zei ze; „zeer veel spijt. Het zal niet meer gebeuren en ik hoop, dat u het niet verder zult ver tellen. Ik zou het besterven, als ik voor den rechter moest verschijnen." Dokter Quinton moest onwillekeurig glim lachen. „Nu het geval volkomen opgehelderd is," antwoordde hij, „zal er niet meer over ge sproken worden. Ik vind dat niet noodig. U ziet toch hoop ik, in, wat de gevolgen van uw onberaden handelwijze hadden kunnen zijn? Waarschijnlijk zou men Tom van moord hebben beschuldigd." juffrouw Bennett, terwijl ze opstond. „Wan neer ik weer door zenuwhoofdpijn overvallen word, dan zal ik me rechtstreeks tot u wenden." „Doe dat," zei de dokter. Juffrouw Bennett zuchtte even, maakte een buiging en verliet het vertrek. „Wat een dwaze vrouw," zei dokter Quin ton, toen de deur achter haar gesloten was; „ik dacht, dat zi) verstandiger was. Ik vind het beter, mijnheer Green, dat de deur van de apotheek voortaan op slot is, wanneer we beiden afwezig zijn, en de sleutel in m'n kamer gelegd wordt. Vermoedelijk zal zij haar belofte wel houden, maar men kan toch nooit weten. Maar" hij glimlachte weer tevreden „het doet me meer genoegen dan ik u zeggen kan, dat de zaak opgehelderd is. Ik geloof, dat we verder met niemand er over behoeven te spreken." „Hoegenaamd niet," antwoordde mijnheer Green. DERTIENDE HOOFDSTUK. „Heb je m'n reisflacon, m'n pepermunt doosje en de boterhammetjes, Dollington?" „Ja, juffrouw." „Dan zullen we maar gaan. Ik weet niet hoe het met jou staat, maar ik ben zeer zenuwachtig, zóó zenuwachtig als iemand maar kan zijn." Dollington stond met haar rug naar haar meesteres gekeerd en maakte van die gele genheid gebruik om grimassen te maken. achtig bent, juffrouw," zei ze; „u bent toch niet als getuige opgeroepen." Juffrouw Skippings keek boos. „Neen," zei ze, kortaf, „maar jü bent wel als getuige opgeroepen en dat komt op 't zelfde neer. Overigens ben ik van meening, dat men mij ook had moeten oproepen. Ik heb den inspecteur verteld, dat je, direct na je ontmoeting met die vrouw, bij mij gekomen bent om er mij van in kennis te stellen. De eerste indrukken zijn altijd de beste en die heb ik ontvangen. Ik weet precies hoe je keek; ik kan me woord voor woord herinneren wat je zei. Geloof me, de rechter van instructie heeft een noodlottige vergissing begaan door mij niet als getuige op te roepen. Och kindlief, mannen doen altijd verkeerde dingen. Maar a propos, Dol lington, ik moest m'n zwarten hoed maar opzetten, dat staat in de gegeven omstandig heden stemmig en deftig. Wanneer jij soms je grijzen hoed wilt dragen, denk er dan aan, dat je dat gekleurde bouquetje er afhaalt." Dollington trok haar schouders op toen zij den zwarten hoed harer meesteres voor den dag haalde. Zij was als getuige bij het ge rechtelijk onderzoek opgeroepen inzake de jonge vrouw, die stervend in de sneeuw ge vonden was, maar zij zag niet in, wat haar meesteres bij dat onderzoek te maken had. Maar juffrouw Skippings wilde er absoluut bij tegenwoordig wezen en haar dienstbode begreep, dat zij van haar voornemen niet af te brengen zou zijn. „Natuurlijk," hernam juffrouw Skippings, terwijl ze haar hoed opzette, die haar in eigen oogen het voorkomen van een knappe dame gaf, „natuurlijk zou ik in staat zijn de meest opzienbarende inlichtingen te geven; het geheele geval ligt om zoo te zeggen, open en bloot voor mij, maar nu zal mijn mond gesloten wezen. Maak voort, Dollington, we moeten zorgen, dat we op tijd daar zijn. Heb je een coupétje besteld?" „Neen, een rijtuig," luidde het antwoord. Het rijtuig stond inderdaad voor de deur. Juffrouw Skippings nam plaats en trok direct een gelegenheidsgezicht. Zij keek uit het portier in de hoop, dat zij kennissen zou zien, met wie zij nog eenige woorden kon wisselen. Dollington was echter spoedig klaar. Zij ging tegenover juffrouw Skippings zitten, gaf den koetsier het adres op én het rijtuig zette zich in beweging. Ofschoon Sir Charles Merriweather aan geboden had om het lijk der jonge vrouw in zijn woning te houden, waar dan, zooals hij voorstelde, ook het gerechtelijk onderzoek zou gehouden worden, zoo had de rechter van instructie last gegeven het lijk naar het lijkenhuis te brengen, waar het naast dat van de vrouw lag, die in den „Mijter" ge storven was. Toen het rijtuig in de nabijheid van dat huis kwam, trad een politieagent naderbij en sprak Dollington aan. „U zult getuigenis moeten afleggen om trent de identiteit van het lijk," zei hij„het spijt me wel," liet hij er op volgen, toen hij zag, dat Dollington's gelaat bij deze mede deeling betrok. Juffrouw Skippings stapte uit en gaf den agent een shilling. „Och," sprak ze, „wees zoo goed den kcr sier te betalen, en schrijf z'n nummer mc op als hij brutaal is." De agent voldeed aan het verzoek en be taalde den koetsier, die met een ontevreden gebrom weg reed. Juffrouw Skippings gaf haar dienstbode een arm, wat ze anders nooit deed en maakte vlijtig van haar elleboog gebruik om door de samengepakte menschen heen te komen. „Laat me toch passeeren!" zei ze; „agent, wilt u zoo goed zijn ruim baan voor mij te maken?" De agent Hunt, een gedienstig en goed hartig man, riep nu: „Op zij daar; jullie verspert den doorgang; op zij!" Dicht bij de deur van het lijkenhuis ge komen, hield juffrouw Skippings den arm harer dienstbode stevig vast; ze werd bleek en bang en fluisterde haar gezellin in 't oor; „Geef me het reukfleschje, Dollington. Ik kan er werkelijkniet buiten O, daar is Sii Charles Merriweather! Och, Sir Charles, zo: ik van uw arm gebruik mogen maken? Da' zal ik meer moed nebben, cm m'n pijnlijken plicht naar behooren tc vervullen." Sir Charles nam beleefd z'n hoed af en presenteerde juffrouw Skippings z'n arm. Het viel iedereen op hoe ontdaan en hoe bleek hij er uit zag. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 13