Buitenlandsch Q?Cieuws
Huiduitslag
feuilleton
MARIA-STICHTING
UIT HET RIJKE NATUURLEVEN
het GEHEIM VAN JESSIE QUINTO»
IEDEREN MIDDAG VAN
2-3 UUR POLIKLINIEK
VIERDE BLAD
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1930
BLADZIJDE
Eerste levensjaren oJ^Iendel (II)
Van den Volkenbond
Herziening der Vredesverdragen
De roode terreur in China
Het programma
De Rondetafelconferentie
De minderheden-kwestie en den
Volkenbond
De strijd om de macht in China
Ver. Staten
De droogte in de
Hulpverleening
Perzië en Turkije
Gemengde Euitenlandsche
cBerichten
De wondermooie maand
Augustus
Stormen en overstroomingen
Noodweer boven Hamburg
Ontslag bij de Engelsche
Spoorwegen
Vierduizend arbeiders ontslag
aangezegd
Gevolg van een schoonheids
wedstrijd
Ernstig spoorwegongeluk
in Roemenie
Negen dooden, zeven zwaar
gewonden
Mijnramp bij Princetown
Weinig hoop op redding
Aardbeving bij Florence
Orthodox-katholiek bisschop
veroordeeld
Beperking immigratie
Canada
Geen Europeanen meer
KORT NIEUW
„Het zal niet meer gebeuien," temam
„Ifc begrijp: niet goed, waarom^aoo zenuw
De zwaarwichtige kwestie of Mendel den
20sten of 22sten Juli geboren is, zal den le
zers van de „N. H. Crt." maar weinig in
teresseeren. We gunnen Mendel graag een
dagje meer op dit ondermaansche en laten
in het midden, of zijn doopbewijs, dat den
20sten aangeeft, gelijk heeft of zijn bloed
verwanten, die hem eenparig pas op den
22sten in het tranendal willen zien verschij
nen. In ieder geval werd hij in Juli 1822
geboren te Heinzendorf, een Moravisch
dorpje, dat gelegen is vlak bij de plaats
Waar thans Duitschland, Polen en Tsjecho-
Slowakije aan elkaar grenzen.
De omstandigheden, waarin hij reeds in
zijn jeugdjaren verkeerde, deden hem spoe
dig reeds den ernst des levens ervaren.
Zijn ouders waren pachters, die hard
taoesten werken, wegens de verpletterend
zware pachtlasten, waaronder de boeren
stand in die dagen gebukt ging. Ondanks al
zijn energie en ondernemingsdurf mocht 't
Mendel's vader maar niet gelukken zijn ge-
Zin tot een onbezorgden welstand op te
Werken. Onrechtvaardige heerendiensten
maakten iedere maatschappelijken vooruit
gang onmogelijk. Maar hoe zwaar het leven
op hem ook drukte, toch bleef vader Men
del een persoonlijkheid, die krachtig weer
stand bood aan allen tegenspoed. Ondanks
den zwaren zorgendruk had hij nog lust en
leven in allerlei liefhebberijen. Hij had zich
in zijn omgeving zelfs naam verworven door
zijn schitterende fruitkweekerij. Hij had zich
een groote bekwaamheid eigen gemaakt in
het kruisen en veredelen van fruitboomen.
't Is dan ook geen voorbarige conclusie te
heweren, dat zijn zoon Johan, die hem daar
bij ongetwijfeld geholpen heeft, reeds vanaf
zijn prille jeugd met ras-veredelings- en
kruisingsproeven vertrouwd raakte, die juist
zijn naam later onsterfelijk gemaakt heb
ben.
Van zijn vader erfde Johan tevens dien
onuitputtelijken werklust, die tevens een
machtige factor is geweest voor zijn later
Bucces.
Zijn moeder vormde in hem die goed
hartige, bescheiden karaktertrek, die hem als
tries ter-kloosterling altijd gesierd heeft.
Toen hij elf jaar oud was, begon zijn
Wetenschappelijke loopbaan aande z.g. Pi-
Wristenschool te Leipnik, dat ongeveer 20
K.M. van Heinzendorf verwijderd la-7. Na
dien voorbereidenden cursus kwam hij aan
het Gymnasium te Troppau als jongen van
12 jaar.
Zoo zien wij dan plotseling Mendel op
Studie. Koe komt hij daar opeens? Zijn bio-
graaph, litis, die tot in de uiterste conse
quenties alle bovennatuurlijke invloeden en
beweegredenen wegredeneert, vindt in een
Verlangen naar wetenschap voldoende reden
Voor Mendel's studie. In 'n aardig verhaaltje
fantaseert hij hoe het kwam, dat Mendel
mocht gaan studeeren. Vriendjes, die al op
de Piaristenschool liepen, vertelden onder
de vacantie zoo wonderlijke verhalen van de
school, dat Mendel zijn ouders bad en
Smeekte ook te mogen gaan studeeren.
Voor dien aandrang zouden tenslotte de
ouders bezweken zijn. 't Heele verhaaltje is
Wel aardig gevonden, maar dat dit de reden is
geweest dat Mendel naar de „groote school"
mocht, is wel hoogst onwaarschijnlijk. Want
de financieele draagkracht van de familie
Was toch niet zoo groot, dat ze zich zulk een
luxe konden permitteeren voor hun oudsten
zoon. Studeeren was in dien tijd zoowat uit
sluitend het voorrecht der beter gesitueer
den. 't Lijkt me dan ook hoogst onwaar
schijnlijk, dat Mendels ouders op zulk een, in
hun stand ongewoon, toekomstideaal ingin
gen, als geen andere motieven er bij in het
spel waren.
Ofschoon hieromtrent niets met zekerheid
mee valt te deelen, mogen we om verschil
lende redenen veilig aannemen, dat Mendel
Priester wilde worden. Iedereen weet, welke
offers brave ouders zich dikwijls getroosten
°m bij hun kinderen het priesterideaal te
Verwezenlijken. En zoo is het toch redelijker
te veronderstellen, dat Mendels ouders eer
der de hooge studiekosten voor hun kind wil
den opbrengen, om hem tot het H. Priester-
Schap te laten opstijgen, dan dat ze die of
fers zouden gebracht hebben voor een louter
geleerdheidsideaal, dat bij eenvoudige boeren-
menschen gewoonlijk niet zoo hoog wordt ge-
Schat. Bovendien geeft Dr. litis in zijn Men-
del-biographie zelf nog een sterker bewijs
yoor mijn meening, als hij verhaalt hoe 9
jaar later in een verkoopcontract gesproken
Wordt over Mendels verlangen om Priester te
Worden. Bij den verkoop van zijn boerderij
namelijk bedong vader Mendel dat de koo-
Per „aan den zoon des verkoopers, genaamd
Johan, wanneer hij volgens zijn verlangen tot
het Priesterschap geraakt, jaarlijks 100 gld.
betaalde".
Dit verlangen zal hoogstwaarschijnlijk niet
Voor het eerst geuit zijn, bij dat contract. Is
het dan zoo'n gewrongen verklaring, dit ver
langen als het motief te beschouwen voor
Mendels studie, de benarde familieomstan
digheden daarbij in aanmerking genomen?
Dat de studie-idealen voor vader Mendels
beurs te strak gespannen waren, zou Johan
spoedig aan den lijve ondervinden. Aan het
gymnasium te Troppau studeerende, was hij
h> de stad ergens zoogenaamd in „halven
kost". Dat wil zeggen, dat hjj daar een kamer
had, meer niet. Zijn levensbehoeften werden
hem van thuis uit gezonden. Het valt moei
lijk in te denken, hoe dat eigenlijk mogelijk
Was, maar de geschiedrollen verhalen zulks
wij zullen de feiten maar aanvaarden. Dat
het brood onderweg wel oudbakken zal zijn
geworden en de aardappelen ijskoud, is een
tamelijk voor de hand liggende veronder
stelling. Maar Mendel schijnt van deze cen
trale keuken te hebben kunnen leven, totdat
in de ouderlijke woning schraalhans keuken
meester werd. Want de financieele nood der
familie schijnt zich vooral geopenbaard te
hebben in het steeds schaarser worden
der paketten in aantal en omvang, zoodat
Mendel moest omzien naar een andere bron
om zijn levensbehoeften te verkrijgen. Hij
vond deze in het geven van privaatlessen aan
knapen, die moeite hadden met de studie; 'n
verschijnsel, dat blijkbaar eeuwen-oud is.
Maar heel veel schijnt hem dit niet in het
laatje gebracht te hebben, want, door onder
voeding verzwakt, moest hij dit zware leven
van studie en lesgeven eenige malen we
gens uitputting onderbreken.
De situatie werd nog ellendiger toen zijn
vader in 1841 gedwongen werd, tengevolge
van een ongeval de boerderij te verkoopen. In
het verkoop-contract, waarvan reeds gespro
ken is, in verband met Mendels priester-roe
ping, werd eveneens bepaald, dat aan Johan
ieder jaar voor zijn studie de kolossale som
van tien gulden moest worden uitbetaald.
Daar stond hij nu met 10 onnoozele gul
dens, waarvan hij een heel jaar moest leven.
Den buikriem kon hij onmogelijk verder toe
halen, de gesp sondt reeds op 't laatste gaatje!
Voor ongeveer 3 cent per dag kon hij (zelfs
in dien goedkoopen tijd van voor den oorlog)
bij de meest bescheiden eischen aan levens
gemakken, toch heusch niet rondkomen.
Zonder vreemde hulp zou de wereld een poo-
tigen boerenknaap rijker, maar een onsterfelijk
geleerde armer geworden zijn. Doch de Voor
zienigheid stuurde hem een reddende engel
om hem voort te helpen naar zijn priester
ideaal! Vrijwillig deed zijn jongere zuster,
Theresia, afstand van haar wettelijk erfdeel
om de verdere studie van haar broer mogelijk
te maken. Dit roerende bewijs van oprechte
zusterliefde heeft Mendel nooit vergeten.
Dankbaar heeft hij later als abt, uit de stu
diefondsen van zijn klooster, de dokterstudie
van haar twee zoons bekostigd en zoo haar
edelmoedig offer rijkelijk vergolden. Zou zijn
zuster Theresia er zooveel voor over gehad
hebben als Mendel alleen maar een geleerde
wilde worden?
Is het de gewone loop van zaken, dat een
boerenmeisje zoo begeesterd wordt voor de
wetenschap, dat zij haar heele toekomst op
het spel zet, om haar broer een geleerde te
kunnen laten worden?
Of moeten wij ook in dit offer niet een
aanwijzing zien, dat Mendel hoogere idealen
koesterde, aan wier verwezenlijking zijn zus
ter ten koste van alles wat ze bezat, wilde
meewerken?
Aan de lezers het antwoord!
p. G. J. MEIJKNECHT,
O.E.S.A.
Italiaansche memorandum over het
secretariaat
De Italiaansche regeering heeft den secre
taris-generaal van den Volkenbond, ter door
zending aan de andere staten-leden van den
Bondsraad, een omvangrijk memorandum
doen toekomen, betrekking hebbend op de bij
besprekingen in de Hervormings-commissie
den laatsten tijd sterk op den voorgrond ge
treden quaestie van wijziging in de politieke
leiding van het Volkenbonds-Secretariaat.
Het Italiaansche memorandum, dat scherpe
critiek uitoefent op de Engelsch-Fransche
leiding van het secretariaat, stelt zich op den
bodem van de voorstellen van de minderheid
j der Hervormingscommissie (Duitschland, Ita
lië en Japan) en wijst nadrukkelijk de voor
stellen van de meerderheid (Engeland,
Frankrijk en Polen) van de hand. De Ita
liaansche regeering laat zich in haar schrij
ven leiden door de toenemende politieke be-
teekenis van het secretariaat. In werkelijkheid
is het geenszins slechts een uitvoerend orga
nisme, doch heeft het aan beteekenis ge
wonnen als instantie, die de beschikkingen
van den Volkenbond in politieken zin uit
legt en uitvoert. De voorbereidende werk
zaamheden van het secretariaat geven dit in
stituut bovendien de rol van adviseur van
den Volkenbond op allerlei gebied. Daar dik
wijls de raadspresidenten posten bekleeden in
veraf gelegen landen, is de rol van het secre
tariaat bij het nemen van politieke beslis
singen in crisistijden vaak van beslissende
beteekenis. Verder is de secretaris-generaal
degene, die alleen de talrijke bezwaren en
voorstellen ontvangt en hierover zelfstandig
beschikt. De politieke algemeene leiding van
het secretariaat ligt tegenwoordig in handen
van een of twee personen: den secretaris
generaal (Engeland) en den plaatsvervangen-
den secretaris-generaal (Frankrijk). De po
litieke invloed van den secretaris-generaal is
buitengewoon groot en mag niet onderschat
worden. De onder-secretarissen (Duitsch
land, Italië en Japan) bekleeden feitelijk
eereposten en hebben slechts de functie van
afdeelings-directeuren zonder eenigen invloed
van beteekenis op de politieke leiding van het
secretariaat uit te oefenen. Alle beslissende
besluiten van groote politieke beteekenis wor
den aldus het memorandum thans uit
sluitend en zonder controle door den secre
taris-generaal genomen.
De Italiaansche regeering doet dan op
merken, dat de 54 staten-leden van den Vol
kenbond als volgt betrokken zijn bij de eere
functies in het V. B.-secretariaat-generaal:
Duitschland 12 ambtenaren, Italië 11, Oos
tenrijk 2, Hongarije 2, Engeland en Domi
nions 53, Frankrijk 30. Van de 54 leden zijn
er slechts 38 in het secretariaat vertegen
woordigd, terwijl 16 staten zonder vertegen
woordigers zijn gebleven. Engeland en
Frankrijk beschikken over 40 pet. der be
langrijkste posten.
De Italiaansche regeering herinnert dan
aan het voorstel van de minderheid der
Hervo-mingscommissie en geeft den wensch
te kennen, dat de opperste leiding van het
secretariaat-generaal een contröle-orgaan
wordt, dat zal moeten bestaan uit den secre
taris-generaal, 5 onder-secretarissen-gene-
raal en een afdeelingsdirecteur. Dit is vol
gens Italië de eenige waarborg, dat de belan
gen van alle statenleden bij de leiding van
de politieke werkzaamheden van het secreta
riaat in acht genomen worden. De hervor
ming van het secretariaat is absoluut nood
zakelijk geworden, en van de tot standko-
ming van deze reorganisatie hangen de le
vensvatbaarheid en ontwikkeling van den
Volkenbond af.
Foincaré over den Duitschen eisch
Heden Is er opnieuw een artikel van de
hand van Poincaré verschenen, waarin hij o.a.
schrijft, dat wanneer het Duitsche Rijk
werkelijk den wensch koestert op een bepaald
punt wijziging van het vredesverdrag te ver
krijgen, het niet moet trachten door voort
durende kleine acties zijn doei te bereiken,
doch den daarvoor openstaanden weg inslaan,
n.l. in directe onderhandeling treden met de
betrokken mogendheid, of de zaak ter sprake
brengen bij den Volkenbond. Elke grensver-
andering brengt nieuwe moeilijkheden mee,
wanneer zij niet het resultaat is van vrije
onderhandelingen tusschen twee staten. Het
teruggeven van de Poolsche „corridor" zou
zeker in Duitschland en speciaal in Oost-
Pruisen groote vreugde verwekken, doch de in
den „corridor" gevestigde Polen ten zeerste
verbitteren en daardoor nieuwe en misschien
veel grootere moeilijkheden scheppen. Het
zelfde is het geval met de „Anschluss," waar
mede zeker niet alle Oostenrijkers het eens
zijn.
Een herziening der verdragen zou dus in
centraal Europa een nieuwe en gevaarlijke
haard scheppen, wat niet zonder invloed
zou blijven op het geheele continent. Als
dit Duitschland's doel is, besluit Poincaré,
dan moeten wij openlijk zeggen: „Frankrijk
doet daar niet aan mee."
Volgens een officieeie Cl.ineesche mede-
deeling is bij een te Tsjangsja gedaan on
derzoek gebleken, dat ds communistische
actie in Zuid- en Midden-China één enkele
gesloten beweging is, en da alle schijnbaar
geïsoleerde communistische groepen volgens
de aanwijzingen van een centraal orgaan
handelen.
Als doel der communistische leiders wordt
genoemd: het uit den weg ruimen van alle
buitenlandsche invloeden, van alle militaire
leiders en van de nationalistische regeering,
alsmede invoering van het sovjetstelsel in
geheel China.
Volgens een mededeeling van de Amen-
kaansche R. K. missie bevinden zich in de
door de communistische opstandelingen om"
singelde stad Kantsjau verscheidene Euro-
peesche zendelingen.
Volgens deze mededeeling betreft t hier
drie Engelsche zendelingen en verscheidene
vrouwelijke zendelingen, waaronder een
Duitsche.
Wie zulten er komen?
Voor de Indische rondetafel-conferentie,
die op 20 October a:s. begint, zal waar
schijnlijk een delegatie van 50 Britsch-
Indiërs overkomen met de noodige secre
tarissen en adviseurs. Van de Indische Vor
stenlanden komen ongeveer 14 prinsen en
eerste-ministers onder leiding van den Ma-
haradja van Pantiala, kanselier van den
Vorstenraad.
Volgens het Hbd. wordt verwacht, dat
Ramsay Macdonald zelf voorzitter zal zijn
van de conferentie met minister Wedgwood
Benn als ondervoorzitter. Als conservatieve
afgevaardigden worden genoemd Lord Peel,
Lord Winterton, Sir Austen Chamberlain en
het Lagerhuislid Wardlaw-Milne; als libe
rale afgevaardigden Lord Reading, Lord
Crewe en Sir Herbert Samuel. Mac Donald
moet er op gesteld zijn dat Baldwin en
Lloyd George eveneens de conferentie zul
len bijwonen.
Het Volkenbondssecretariaat publiceert 'n
totaal-overzicht van de in den loop des
jaars bij den V. B. binnengekomen en be
handelde klachten in zake de minderhe
den. De publicatie geschiedt krachtens be
schikking der te Madrid gehouden raads
zitting.
Het statistisch overzicht van het V. B.-
secretariaat verstrekt dan de volgende ge
gevens
Bij het V. B.-secretariaat kwamen 57
klachten in waarvan er 26 als ontoelaat
baar werden afgewezen en 31 in behande
ling werden genomen. De Minderheden-
commissie heild 14 zittingen. In den loop
van het jaar werden 29 kwesties onderzocht.
Tsinanfoc hernomen door de troepen
van Nanking
Een officieel communiqué meldt, dat de
regeeringstroepen Tsinanfoe hebben nerno-
men. De Noordelijken vluchten in Noordelij
ke richting met achterlating van groote
hoeveelheden munitie.
De regeeringstroepen hebben gistermorgen
eveneens den linkervleugel van Feng Joe
Hsiang verslagen en hopen weldra Tsjengt-
sau en Kaifeng te hernemen.
Hoover en de gouverneurs der staten zijn
het eens geworden over een program van
samenweking nopens de hulp aan gezin
nen, die tengevlge van den slechten oogst
een moeilijken winter tegemoet gaan be
nevens ben aanzien van maatregelen in
het belang van de volksgezondheid en om
het verlies van vee tegen te gaan.
Het programma zal worden uitgevoerd
door middel van voorschotten van open
bare lichamen en particulieren aan het
Roode Kruis.
De hulpverleening
De door Hoover bijeengeroepen confe
rentie van gouverneurs, welke zal beraad
slagen over de in verband met de droogte
te nemen hulpmaatregelen, is in het Witte
Huis geopend.
Zij werd bijgewoond door de gouverneurs
van 10 staten in het door de droogte ge
teisterde gebied en vertegenwoordigers der
gouverneurs der andeee staten.
Hoover hoopt den grondslag te leggen
voor een krachtige plaatselijke en staats-
ondersteuningsorganisatie door de adviezen
te verzamelen van alle staatsvertegenwoor-
digers.
Vóór de vergadering verklaarde de afge
vaardigde van Kentucky, dat de maïs-
oogst in zijn staat slechts 10 pet. bedroeg
van den normalen, de tabaksoogst 20 pet.,
de hooioogst 5 pet.
Het hooggerechtshof in den staat New-
ork heeft een scheidsrechter aangewezen
om na te gaan of de handelaars in melk
e. a. levensmiddelen, die een combinatie
hebben gevormd om de prijzen te verhoo-
gen, de droogte gebruiken als voorwendsel
om zich ten koste van het publiek te ver
rijken.
De Turksche regeering zond een nieuwe
nota naar Teheran, waarin zij voorstelt
samen te werken tegen d eKoerden.
Volgenens de bladen, stelde de regeering
voor, een stuk van Turksch grondgebied af
te staan tegen het Perzische gebied, dat
Turksche troepen thans bezet houden.
Een gevecht met de Koerden
In het district Irdir ontwikkelde zich
gisteren tusschen Turksche troepen en op
standige Koerden een gevecht, dat ver
scheidene uren duurde.
De Koerden namen ten slotte de vlucht,
met achterlating van 60 dooden.
Zij lieten hun uitrustingen in den steek.
Sneeuwval te Parijs
In de omgeving van Parijs heeft het gis
teren gesneeuwd. In de voorstad St. Germain
en in de nabijgelegen dorpen vielen uren
lang dikke sneeuwvlokken, hetgeen sedert
menschenheugenis nog nimmer in Augustus
is voorgekomen.
Aan de Noord-Fransche kust woeden op
nieuw zware stormen. De scheepvaart over
het Kanaal naar Engeland is bijna geheel
stopgezet.
Donderdagmiddag woedde een zwaar on-
weder, dat gepaard ging met geweldige re
gens en sterken N W. storm, die hier en daar
een snelheid van 27j-s secondenmeter be
reikte, boven Hamburg en omgeving. Regen
en storm duurden gistermorgen nog voort.
In de mondingen van Elbe en Weser worden
groote watermassa's naar binnen gedreven,
zoodat overstroomingen dreigen.
In Noord-China.
Er moeten drieduizend menschen zijn om
gekomen en er zouden duizend dorpen in
het Z.O. van Tsjili en het Z.W. van Mants-
joerije onder water staan tengevolge van de
overstroomingen, veroorzaakt door de hevige
regens in N.-China. Tal van dorpelingen
zitten zonder voedsel in boomen en op da
ken.
Nieuwe wervelstorm in Japan.
Het Zuiden van Japan is door een nieu
wen hevigen wervelstorm, die een snelheid
had van meer dan 200 K.M. per uur, ge
teisterd. Eenige streken zijn geheel over
stroomd. Een aantal personen trachtte nog
in allerijl een dijk op te werpen om het wa
ter te stuiten, doch twintig hunner werden
door den vloed meegesleurd en verdronken.
De telefoon- en telegraaflijnen zijn ver
broken, zoodat op het oogenblik nog geen
juiste berichten kunnen worden gegeven om
trent het aantal slachtoffers en de aange
richte schade.
Volgens een nader bericht zijn er bij het
noodweer te Poggioreale vier menschen ge
dood en zeventig gewond, voornamelijk door
het instorten van een 3 M. hoogen en 50 M.
langen fabrieksmuur. De brandweer was bij
het afzenden van dit bericht nog met op
ruimingswerkzaamheden bezig. Men vreest
dat er nog meer menschen onder de puin-
hoopen liggen.
Kuxhaven onder water.
De sterke Noordwester storm heeft ook
te Kuxhaven danig huisgehouden. De vloed
heeft de haven-emplacementen overal onder
water gezet. In de stad stonden straten en
tuinen blank. Van Donderdagavond tot gis
teravond is er niet minder dan 80 millimeter
regenwater gevallen. De brandweer is den
geheelen dag in touw geweest om assistentie
te verleenen waar dit noodig was.
De vier groote Engelsche spoorwegmaat
schappijen treffen voorbereidingen voor
omvangrijke bezuinigingen. De ontvangsten
gedurende de eerste 32 weken van dit jaar
bedragen 5 millicen minder dan gedurende
dezelfde periode van het vorige jaar. Alle
vier de maatschappijen zijn van opvatting,
dat de heerschende economische malaise
nog verergeren za\t zoodat zij gedwongen
zijn tot ontslag van arbeiders en employé's.
Een der maat-cnappijen heeft deze week
reeds aan 4000 arbeiders ontslag aangezegd.
De leiding der spoorwegmaatschappij is
van meening, dat de tegenwoordige toestand
slechter is dan in 1928, toen de vakvereni
gingen van spoorwegarbeiders toestemden in
een loonsverlaging van 2]A pet. Met het oog
op den tegenwoordigen toestand echter zal
in November opnieuw getracht worden, een
loonsverlaging door te voeren.
Vechtende moeders
Te Madrid is een schoonheidswedstrijd
gehouden. Toen de jury de koningin had
gekozen, ontstond een verwoed gevecht tus
schen de teleurgestelde moeders van de
schoonen, die de kroon der schoonheid niet
hadden kunnen veroveren.
De politie had de grootste moeite om de
vechtende dames te scheiden.
Gevolgen der vechtpartij waren eenige
aanklachten wegens beleediging, verscheurde
kleeren en door nagels geschonden aange
zichten
Gistermorgen zijn in het station Seceleo-
noe aan de lijn KonstanzaBoekarest door
verkeerden wisselstand twee sneltreinen op
elkaar geloopen.
Volgens de totdusver ingekomen berichten
zijn er negen menschen gedood en zeven
zwaar gewond.
Een der locomotieven en twee wagens
werden zwaar beschadigd.
In «en kolenmijn in Columbia zijn
40 mijnwerkers bedolven. Drie lijken zijn
reeds geborgen.
Voor den ingang van de mijngroeve te
Blakebum bij Princetown in Britsch-Colum-
bia, waar nog steeds 44 arbeiders ingesloten
zijn, spelen ziéh hartverscheurende toonee-
len af. De hoop op redding van de inge-
slotenen heeft men reeds opgegeven. De
ongeluksmijn is volgestroomd met ko-vl-
oxyde-gas. Het reddingswerk, dat dag en
nacht wordt voortgezet, wordt hierdoor ern
stig bemoeilijkt.
Bij Florence, in Castelfiorentino is Do»
derdag een aardbeving waargenomen, <Dn
zich golfsgewijze voortplantte en verschefa®-
ne seconden duurde. De bevolking kwam
met de schrik vrij. Groote materieele scha
de werd niet aangericht. Tegelijkertijd
zijn in de Abruzzen, in de omgeving van Te-
ramo, aardschokken waargenomen, welke be
geleid werden door hevige onweders.
Uit de provincies
Briest en Briesi komen berichten over stor
men en wolkbreuken, evenals over onge
woon lage temperaturen.
Wegens smokkelen van drank
Bisschop Charles Mrzena, van de Tsjecho-
Slowaaksche orthodox-katholieke kerk, die
hier eenige jaren geleden uit Praag aan
kwam, is schuldig bevonden aan mede
plichtigheid aan schending van de drank-
verbodswet door het doorgeven va» sacra-
menteelen wijn aan handelaars in gesmok-
kelden sterken drank. Hij kreeg daarvoor
een dollar per gallon Ceen gallon is i.1/, L.)
en zou aldus per jaar 40.000 dollar gemaakt
hebben.
Bisschop Mrzena is veroordeeld tot éér
jaar gevangenisstraf.
Wegens de steeds toenemende werkloos
heid heeft de Canadeesche regeering besloten
de immigratie naar Canada te beperken.
Immigratie van het Europeesche vasteland
is tot nader order verboden.
Engelschen worden alleen toegelaten als
zij de noodige middelen bezitten om voor
bepaalden tijd in hun levensonderhoud te
voorzien.
Te Parijs ontspoorde een snel
trein. De locomotief en 6 personenwagens
kwamen naast de rails te staan. Slechts
licht gewonde reizigers.
Te Hamburg is een koffie-smok-
kelarij ontdekt. Vier personen werden gear
resteerd. De bende werkte met 3 vracht
auto's en vervoerde de laatste maand in een
auto met dubbelen bodem 1400 zakken koffie.
Te Jeruzalem staken 23 Au
gustus alle arbeiders, daar het, wegens deel
neming aan de onlusten, tegen een Arabier
uitgesproken doodvonnis, bekrachtigd is.
Uit Kowno wordt gemeld, dat 15
aanhangers van Woldemaras, onder wie de
hoofdredacteur van de „Tautos Kelias", het
orgaan van Woldemaras, zijn gearresteerd.
Allen bevinden zich in een intemeerings-
kamp.
Het dorp Masson (Quebec) is ge
teisterd door een brand, die 17 huizen en de
katholieke kerk verwoestte. Een vrouw kwam
om, twee kinderen worden vermist. De scha
de wordt op 40.000 pond sterling geschat.
Bij het Schiereiland S jangtoeng
zijn eergisteren twee Chineesche stoomsche
pen met elkaar in aanvaring gekomen. Een
der twee schepen zonk. Er worden 70 pas
sagiers en 7 leden der bemanning vermist.
Op den Kopftoeregrat zijn de
lijken van drie toeristen gevonden. Ze waren
bevroren door de Rettungstelle aangetrof
fen.
Te Wilna zijn 40 personen na gebruik
van ijs ziek geworden. Bij 20 personen zijn
de vergiftigingsverschijnselen levensgevaar
lijk.
In Italië bedroeg het aantal werkloo-
zen per 1 Juli 342.000.
Te A arhus (Kopenhagen) is een groote
havenbrand uitgebroken Groote voorraden
graan zijn verbrand. De schade is meer dan
een millioen kronen.
Wasch de aangedane plaatsen met
warm water en Purolzeep en doe er dan
wat Purol op, en bij jeukenden of vocht-
afscheidenden uitslag en eczema boven
dien nog wat Purolpoeder. Herhaal dit
eiken dag, zoolang het noodig is.
Naar het Engelsch door Jos. P. H. Hamers
25.
„U hebt me van een zware zorg bevrijd,
juffrouw Bennett, maar ik moet u ook zeg
gen, dat u voor een vrouw van uw leeftijd
zeer dwaas gehandeld hebt. Eigenlijk past
hier nog een sterker uitdrukking. Zooiets
Oiag in 't vervolg niet meer gebeuren. Wan
neer u zenuwpijnen hebt of ongesteld bent,
dan kan u zich tot mü wenden en ben ik
tot uw dienst. Het gevaar, dat u persoonlijk
geloopen hebt, er nu eens buiten gelaten, wil
ik u nu eens zeggen maar dit moet onder
ons blijven wat het gevolg had kunnen
zijn van uw geknoei met die flesch uit m'n
apotheek. Een vrouw, die gisteravond een
drankje tegen de verkoudheid heeft inge
nomen, is vanmorgen dood op bed gevonden:
blijkbaar was ze vergiftigd. In zoover we
konden nagaan en de politie kon ontdekken,
heeft ze gisteravond behalve dat drankje,
geen geneesmiddel ingenomen. Tom heeft mé
de verzekering gegeven, dat met dit drankje
onmogelijk geknoeid kon zijn. Hij heeft zelf
het fleschje gekurkt en het niet uit handen
gehad, totdat hij het zelf aan de nu
overleden *rronwgaf. No mfe ik tdt -de groote
flesch in de apotheek een hoeveelheid lau
danum, meer dan voldoende om iemand van
kant te maken. Van dit gemis kon noch ik,
noch mijnheer Green, een verklaring geven.
Het is niet geboekt en naar mijn meening
is de vrouw aan het gebruik van een te
groote hoeveelheid laudanum gestorven.
Wanneer u uit vrees voor de mogelijke ge
volgen, de waarheid niet gezegd had, dan
zou ik bij het gerechtelijk onderzoek geen
verklaring kunnen geven van het ontbreken
van die hoeveelheid laudanum uit mijn voor
raad. Mijn naam als geneeskundige en mijn
praktijk zouden onherstelbaar naar de maan
zijn. Wat de gevolgen voor Tom en misschien
voor mijn dochter zouden geweest zijn, daar
zullen we maar niet op ingaan."
Juffrouw Bennett trok een berouwvol ge
zicht, waarop echter ook een soort trots te
lezen stond. Mijnheer Green kon uit haar
houding maar niet wijs worden.
„Ik heb er spijt van, mijnheer," zei ze;
„zeer veel spijt. Het zal niet meer gebeuren
en ik hoop, dat u het niet verder zult ver
tellen. Ik zou het besterven, als ik voor den
rechter moest verschijnen."
Dokter Quinton moest onwillekeurig glim
lachen.
„Nu het geval volkomen opgehelderd is,"
antwoordde hij, „zal er niet meer over ge
sproken worden. Ik vind dat niet noodig.
U ziet toch hoop ik, in, wat de gevolgen van
uw onberaden handelwijze hadden kunnen
zijn? Waarschijnlijk zou men Tom van moord
hebben beschuldigd."
juffrouw Bennett, terwijl ze opstond. „Wan
neer ik weer door zenuwhoofdpijn overvallen
word, dan zal ik me rechtstreeks tot u
wenden."
„Doe dat," zei de dokter.
Juffrouw Bennett zuchtte even, maakte
een buiging en verliet het vertrek.
„Wat een dwaze vrouw," zei dokter Quin
ton, toen de deur achter haar gesloten was;
„ik dacht, dat zi) verstandiger was. Ik vind
het beter, mijnheer Green, dat de deur van
de apotheek voortaan op slot is, wanneer
we beiden afwezig zijn, en de sleutel in m'n
kamer gelegd wordt. Vermoedelijk zal zij
haar belofte wel houden, maar men kan
toch nooit weten. Maar" hij glimlachte
weer tevreden „het doet me meer genoegen
dan ik u zeggen kan, dat de zaak opgehelderd
is. Ik geloof, dat we verder met niemand er
over behoeven te spreken."
„Hoegenaamd niet," antwoordde mijnheer
Green.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
„Heb je m'n reisflacon, m'n pepermunt
doosje en de boterhammetjes, Dollington?"
„Ja, juffrouw."
„Dan zullen we maar gaan. Ik weet niet
hoe het met jou staat, maar ik ben zeer
zenuwachtig, zóó zenuwachtig als iemand
maar kan zijn."
Dollington stond met haar rug naar haar
meesteres gekeerd en maakte van die gele
genheid gebruik om grimassen te maken.
achtig bent, juffrouw," zei ze; „u bent toch
niet als getuige opgeroepen."
Juffrouw Skippings keek boos.
„Neen," zei ze, kortaf, „maar jü bent wel
als getuige opgeroepen en dat komt op 't
zelfde neer. Overigens ben ik van meening,
dat men mij ook had moeten oproepen. Ik
heb den inspecteur verteld, dat je, direct
na je ontmoeting met die vrouw, bij mij
gekomen bent om er mij van in kennis te
stellen. De eerste indrukken zijn altijd de
beste en die heb ik ontvangen. Ik weet
precies hoe je keek; ik kan me woord voor
woord herinneren wat je zei. Geloof me, de
rechter van instructie heeft een noodlottige
vergissing begaan door mij niet als getuige
op te roepen. Och kindlief, mannen doen
altijd verkeerde dingen. Maar a propos, Dol
lington, ik moest m'n zwarten hoed maar
opzetten, dat staat in de gegeven omstandig
heden stemmig en deftig. Wanneer jij soms
je grijzen hoed wilt dragen, denk er dan aan,
dat je dat gekleurde bouquetje er afhaalt."
Dollington trok haar schouders op toen zij
den zwarten hoed harer meesteres voor den
dag haalde. Zij was als getuige bij het ge
rechtelijk onderzoek opgeroepen inzake de
jonge vrouw, die stervend in de sneeuw ge
vonden was, maar zij zag niet in, wat haar
meesteres bij dat onderzoek te maken had.
Maar juffrouw Skippings wilde er absoluut
bij tegenwoordig wezen en haar dienstbode
begreep, dat zij van haar voornemen niet
af te brengen zou zijn.
„Natuurlijk," hernam juffrouw Skippings,
terwijl ze haar hoed opzette, die haar in eigen
oogen het voorkomen van een knappe dame
gaf, „natuurlijk zou ik in staat zijn de meest
opzienbarende inlichtingen te geven; het
geheele geval ligt om zoo te zeggen, open
en bloot voor mij, maar nu zal mijn mond
gesloten wezen. Maak voort, Dollington, we
moeten zorgen, dat we op tijd daar zijn.
Heb je een coupétje besteld?"
„Neen, een rijtuig," luidde het antwoord.
Het rijtuig stond inderdaad voor de deur.
Juffrouw Skippings nam plaats en trok
direct een gelegenheidsgezicht. Zij keek uit
het portier in de hoop, dat zij kennissen
zou zien, met wie zij nog eenige woorden
kon wisselen.
Dollington was echter spoedig klaar. Zij
ging tegenover juffrouw Skippings zitten,
gaf den koetsier het adres op én het rijtuig
zette zich in beweging.
Ofschoon Sir Charles Merriweather aan
geboden had om het lijk der jonge vrouw
in zijn woning te houden, waar dan, zooals
hij voorstelde, ook het gerechtelijk onderzoek
zou gehouden worden, zoo had de rechter
van instructie last gegeven het lijk naar het
lijkenhuis te brengen, waar het naast dat
van de vrouw lag, die in den „Mijter" ge
storven was. Toen het rijtuig in de nabijheid
van dat huis kwam, trad een politieagent
naderbij en sprak Dollington aan.
„U zult getuigenis moeten afleggen om
trent de identiteit van het lijk," zei hij„het
spijt me wel," liet hij er op volgen, toen hij
zag, dat Dollington's gelaat bij deze mede
deeling betrok.
Juffrouw Skippings stapte uit en gaf den
agent een shilling.
„Och," sprak ze, „wees zoo goed den kcr
sier te betalen, en schrijf z'n nummer mc
op als hij brutaal is."
De agent voldeed aan het verzoek en be
taalde den koetsier, die met een ontevreden
gebrom weg reed.
Juffrouw Skippings gaf haar dienstbode
een arm, wat ze anders nooit deed en maakte
vlijtig van haar elleboog gebruik om door
de samengepakte menschen heen te komen.
„Laat me toch passeeren!" zei ze; „agent,
wilt u zoo goed zijn ruim baan voor mij te
maken?"
De agent Hunt, een gedienstig en goed
hartig man, riep nu:
„Op zij daar; jullie verspert den doorgang;
op zij!"
Dicht bij de deur van het lijkenhuis ge
komen, hield juffrouw Skippings den arm
harer dienstbode stevig vast; ze werd bleek
en bang en fluisterde haar gezellin in 't oor;
„Geef me het reukfleschje, Dollington. Ik
kan er werkelijkniet buiten O, daar is Sii
Charles Merriweather! Och, Sir Charles, zo:
ik van uw arm gebruik mogen maken? Da'
zal ik meer moed nebben, cm m'n pijnlijken
plicht naar behooren tc vervullen."
Sir Charles nam beleefd z'n hoed af en
presenteerde juffrouw Skippings z'n arm.
Het viel iedereen op hoe ontdaan en hoe
bleek hij er uit zag.
(Wordt vervolgd).