Binnenlandsch Nieuws Voor de Huiskamer DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASSEN EN TRIJNTJE De Duitsch-Nederlandsche handelsbetrekkingen De ongeregeldheden te Maastricht Het Fadioreglement Vijf jaar K. R. O. Wegenbelasting Wettelijke vacantieregeling voor arbeiders Ingevoerd Deensch vleesch Haar beste Man Uitkeering van ziekengeld Radio-telefoondienst NederlandNed.-Indië ONZE OOST Indische Dienst De Krakatau weer in rust Dl Wraakzuchtig fuselier Begrafenis commissaris Van Rees LANDBOUW EN VEETEELT De uitvoer naar Duitschland r Hu- m» m- De besprekingen te Rotterdam WIJ ontvingen het volgende communiqué: Vertegenwoordigers van het „Zweckverband Aiederrheinischer Industrie- und Handels- kammern" (bestaande uit de Industrie- und Handelskammer Duisburg-Wesel te Duisburg- Ruhrort, die van Krefeld en die van Mün- chen-Gladbach-Rheydt-Neuss) en van de Ka mer van Koophandel en Fabrieken voor Rot terdam hebben de op 9 Augustus 1930 tus- schen de Industrie- und Handelskammer Duisburg-Wesel en de Kamer van Koophan del en Fabrieken voor Rotterdam aangevan gen besprekingen, betreffende de moeilijkhe den in de Duitsch-Nederlandsche handels betrekkingen, Vrijdag j.l. te Rotterdam voortgezet. De vertegenwoordigers van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam hebben met voldoening vernomen, dat de Duitsch-Finsche „particuivre" onderhande lingen mislukt zijn. Volgens de van Duitsche zijde verstrekte inlichtingen is het niet te verwachten, dat deze of soortgelijke bespre kingen zullen worden voortgezet of weder zullen worden opgenomen. De genoemde Duitsche Kamers verwachten, dat Duitsch- land spoedig zal overgaan tot ratificatie van het aanvullingsverdrag d.d. 25 November 1929 met Finland, waardoor de invoerrechten op boter in Duitschland zullen worden vastge legd op 50 Mark per 100 K.G. tot en met 31 December 1933, op 40 Mark van 1 Januari 1934 tot en met 1 December 1935 en op 30 Mark van 1 Januari 1936 tot en met 31 December 1937, behoudens opzegging door Finland, welke echter op zijn vroegst moge lijk zal zijn tegen 1 October 1935 (thans be draagt het invoerrecht 27.5 Mark per 100 K.G.). Indien tegen de verwachting In het Duitsch-Finsche handelsverdrag mocht wor den opgezegd, dan hopen de meergenoemde Duitsche Kamers, dat het invoerrecht op bo ter onder geen omstandigheden hooger zal worden gesteld dan in het bedoelde aanvul lingsverdrag is voorzien. Aan de thans in Duitschland geldende invoerrechten op kaas zal met het oog op de vastlegging daarvan in handelsverdragen met verschillende an dere landen, zeker niets worden veranderd. De vertegenwoordigers der D.uitsche In dustrie- und Handelskammem spraken als him meening uit, dat na het vervallen van de aanleiding voor de Nederlandsche boycot beweging, deze niet slechts tijdelijk onder broken behoort te zijn, doch dat de handels betrekkingen tusschen beide landen weder als voorheen zullen worden die van elkan der welwillend gezinde buren. Van Neder landsche zijde deelde men deze hoop. in het vertrouwen, dat de oorzaken, die tot de boy cotbeweging hebben gevoerd, zooals dit bij de besprekingen in het uitzicht is gesteld, zich niet zullen herhalen. In verband daarmede zijn de beide partijen evenwel overtuigd, dat op de wederzijdsche regeeringen aandrang moet worden uitgeoefend, om rekening te houden met elkanders levensbelangen. 3et rapport van den Bosschen procureur- generaal Wij hebben reeds de conclusies vermeld, waartoe de procureur-generaal bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch in zijn rap port komt, naar aanleiding van de ongere geldheden tijdens de staking aan de zink- witfabriek te Maastricht. Brieven van den commissaris van politie te Maastricht De heer Drop publiceert verder in „Het" Volk" uit het dossier om. twee brieven van den commissaris van politie te Maastricht aan den advocaat-generaal. De eerste brief is van 14 December 1929 en luidt: „Sedert het begin der werkstaking, welke spoedig overging in een strijd om de hege monie tusschen de R. K. en de moderne or ganisaties, is er van katholieke zijde, voor wie alles op het spel stond, bij mij her haaldelijk aangedrongen op het nemen van geweldige maatregelen tegenover de stakers en werd mij zelfs door den kapelaan Russel op of omstreeks 13 Aug. jJ., te kennen ge geven, dat de positie van den burgemeester en van ml) groot gevaar liep, wanneer niet aan dat verlangen werd voldaan. Ik ben evenwel daarvoor niet gezwicht en gaf den heeren telkens te kennen dat ik geen geweld zoude gebruiken of toelaten, wanneer daartoe geen aanleiding werd gegeven. De vereeniging van het R. K. agentenpersoneel echter heeft vermoedelijk aan den aandrang geen weerstand kunnen bieden en den adj.- inspecteur Boersma, wien het leeraarschap aan een R. K. cursus alhier in het vooruit zicht was gesteld (wat hij intusschen ook heeft gekregen), weten te overreden om hun de gelegenheid te geven, zoo mogelijk op de stakers los te slaan. Dit zoude kunnen ver klaren de spontane aanbieding om vrijwillig dienst te doen van agenten, die overigens om hun dienstijver nimmer uitmuntten en even eens het ongewone verzoek van de R. K. Agentenvereeniging, om allen door u te wor den gehoord, waardoor zij gelegenheid kregen hun hardhandig optreden te vergoelijken, met den toestand als uiterst critiek voor te stellen en om de schuld van hen zelf af te schuiven op de leiding. Hadde ik kennis gedragen van de maat regelen voor den 16den Oct. j.l. genomen, dan zoude ik die zeer zeker hebben verbo den, doch konde ik, ofschoon dien avond tot 9.30 uur op het bureau aanwezig gebleven, nimmer vooraf aangeven, omdat die afhan kelijk waren van de telkens veranderde om standigheden. In normale omstandigheden ware de adjunct-inspecteur Boersma voor zijn eigen dunkelijk optreden ongetwijfeld gestraft, doch heb ik dit in de gegeven omstandig heden niet willen doen, uit overweging, dat hij met goede bedoelingen had gehandeld". De tweede brief, van 2 Maart 1930 luidt: „In verband met uw voornemen, om een onderzoek in te stellen naar den invlced van R. K. zijde uitgeoefend op eenige mijner agenten, heb ik d'e eer UEd. Hoogachtbaren beleefd te berichten, dat, hoewel die Invloed uit den aard der zaak wel ongaarne door de betrokkenen zal worden toegegeven, het niet temin een feit is: 1. Dat de aalmoezenier Steegmans her haaldelijk heeft aangedrongen op krachtiger maatregelen en dat ZijnEerwaarde heeft verzocht om 50 marechaussée voor machts vertoon, waarvan sprake was bij de con ferentie met den divisie-commandant der Kon. Marechaussée, waarvoor de aalmoeze nier mede als argument aanvoerde, dat voor de Katholieken bij deze staking alles op het spel stond. 2. Dat de kapelaan Russel mij op 17 Augus tus te kennen gaf, dat, wanneer er geen strengere maatregelen genomen werden, de positie van den burgemeester en van mij groot gevaar liep. 3. Dat aan de „Maasbode" een ingezon den stuk is aangeboden, vermoedelijk van kapelaan Russel afkomstig, hetwelk zoo tendentieus was, dat de redactie het noodig oordeelde, om daarvoor een specialen ver slaggever naar Maastricht te zenden, die na een onderhoud met den burgemeester geen vrijheid kon vinden, om dat stuk te plaat sen. 4. Dat het aandringen van agenten, om bewapening met sabels en om een automo biel ter beschikking te hebben, ten einde onverwachts op de plaats der relletjes te kunnen verschijnen, duidelijk wees op den wensch om maar krachtig te kunnen op treden. 5. Dat de plaatselijke bladen telkens vol lof waren over het optreden der politie, wanneer daarbij geweld was gebruikt, ter wijl zij zich in afkeurenden zin uitlieten, wanneer dit niet het geval was geweest. 6. Dat het aanbod van agenten, om vrij willig dienst te doen op verzoek van den agent Van Wieringen niet voortsproot alleen uit dienstijver, aangezien de agenten onmiddellijk na afloop der staking voor de weinige extra diensturen een geldelijke ver goeding vroegen. 7. Dat de ensceneering van de hinder laag op den I6en October is geschied op instigatie van den agent Van Wieringen den feitelijken voorzitter van Sint Michaël waarvoor de instructies in het geheim aan de betrokken agenten werden medege deeld, door den adjunct-inspecteur Boersma, die eveneens R. K. is georgani seerd. 8. Dat den niet-Katholiek georganiseer- den hoofdagent Vliege verboden werd dien avond ter plaatse te gaan zien wat er voor viel, terwijl de motorrijder, de agent Jacobs, R. KL, zich op den bewusten avond moest laten vervangen door den neutralen agent Vlaspcel, ten einde Jacobs in de gelegen heid te stellen, mede aan de hinderlaag deel te nemen, uit welk een en ander wel duidelijk blijkt, dat het de bedoeling was, om ter plaatse zooveel mogelijk R. K. ge- organiseerden te hebben. 9. Dat het zonderling verzoek, om door U gehoord te mogen worden, slechts kan zijn gedaan, cm zoodoende in de gelegen heid te zijn, eigen fouten te verbloemen. 10. Dat de voorzitter van Sint Michaël een vergadering bijwoonde van R. K. werk willigen, waarin hij de politie verdacht maakte en, naar wordt beweerd, krachtiger maatregelen toezegde". Het oordeel van den heer Zwertbroek Sprekend met den heer Zwertbroek over het verbod tot uitzending van zijn 8ste lo zing over de geschiedenis van den Radio- omroep, deelde de secretaris van de V.A.R.A. mede, dat alle omroepvereenigingen vorige week een brief van de Radio Controle Com missie hebben ontvangen, waarin zij mede deelde, dat zij bestrijding van de omroepver- eeniging onderling voor de microfoon in strijd achtte met den geest van 't Radiore glement. Op grond daarvan heeft de commissie aan alle omroepvereenigingen verzocht, haar vooruit den tekst van de te houden lezingen en toespraken over dat onderwerp te zenden, en niet tot uitzending over te gaan, vóórdat de commissie zich daarmede accoord heeft verklaard. De heer Zwertbroek merkte op, dat hij reeds zeven weken eiken Zaterdagmiddag de geschiedenis van den Radio-omroep heeft behandeld, in het bijzonder om de V.A.R.A. te rechtvaardigen tegen de beschuldiging, dat zij het eigendom, zooals de zendtijd genoemd Is, van een andere omroepvereeniging in be slag zou hebben genomen. De V.A.R.A. loopt intusschen eerder kans op een verbod dan de andere vereenigingen. Want de V.AR.A. kondigt haar lezingen van te voren aan. De heer Vogt b.v. doet dat niet, zoo zeide de heer Zwertbroek. Maar daar nog van afgezien: De V.A.R.A. oordeelt, dat de Commissie haar bevoegd heden te buiten gaat, omdat deze lezingen niet in strüd waren met de reglementaire bepalingen. De Commissie houdt Woensdag a.s. een bijeenkomst, waarop de zaak met de V.A.R.A. nader zal worden besproken. De heer Zwertbroek deelde verder mede, dat de Commissie ook gevraagd heeft om ge regelde toezending van den tekst van Teun den Klepperman. De V.A.R.A. heeft daar tegen geen bezwaar. Er Is alleen een prac- tisch bezwaar. Deze toespraken zijn actueel en kunnen dus moeilijk vooruit ter controle worden opgezonden. De V.A.R.A. zag liever, dat de commissie zich aanpaste bij de practijk, dan dat het omgekeerde het geval is. Een radio-feest In zijn wekelijksche toespraak tot de luis teraars, heeft de voorzitter van den Kath. Radio Omroep, pastoor L. H. Perquin, Zon dagmiddag o.m. het volgende gezegd: „Het laatst van September of begin Octo ber zullen wij ons eerste lustrum vieren. De eerste Hoogmis werd uitgezonden uit de St. Antoniuskerk te Amsterdam. Er is reden met veel luister te vieren. Na vijf jaar strijd, na vijf jaar moeitevollen arbeid mogen we ge rust eens een radio-feest vieren." Vrijstelling voor buitenlandsche auto's In een der lokalen van het Departement van Financiën is gisteren bijeengekomen de gemengde commissie, samengesteld uit leden van het comité fiscal en van de commission permanente de la circulation routière van den Volkenbond. Deze gemengde commissie heeft in op dracht van den Raad van den Volkenbond in studie een ontwerp-conventie betreffende vrijstelling van wegenbelasting en dergelijke belastingen voor buitenlandsche automobie len. De taak van de gemengde commissie is, na te gaan of het ontwerp, zooals het laatstelijk is geredigeerd, aan den Raad van den Vol kenbond namens de beide genoemde com- missiën kan woren aangeboden. Mr. dr. J- H. R. Sinninghe Damsté, direo- teur-generaal der belastingen, is voorzitter dezer gemengde commissie. Nadat deze commissie haar werkzaamhe den zal hebben geëindigd, zal een sub-co mité fiscal bijeenkomen, dat tot taak heeft, een model te ontwerpen van een plurilaterale conventie ter voorkoming van dubbele be lasting, voornamelijk op het gebied van in komstenbelastingen. Het comité fiscal heeft in zijn zitting van Mei j.l. een aantal onder werpen voorloopig opgesomd, welke naar zijn meening aan zulk een algemeene conventie tot onderwerp zouden kunnen strekken. De tweede vergadering zal een voorbereidend karakter dragen. Het onderzoek duurt voort. Op de vragen van het Tweede Kamerlid den heer Drop betreffende het stadium, waarin het van Regeeringswege toegezegde onderzoek omtrent een wettelijke regeling der vacantie van arbeiders met behoud van het gewone loon verkeert, heeft de minister van Arbeid, H. en N. o.m. geantwoord: Het ingesteld onderzoek betreft,' behalve de feitelijke toepassing der arbeidersvacan- tie hier te lande en de in het buitenland be staande of ontworpen regelingen op dit ge bied, vooral de vraag, of het tijdstip voor een wettelijke regeling thans is aange broken. Deze vraag meent de minister op grond van de hem ten dienste* staande gegevens vooralsnog ontkennend te moeten beant woorden. Hij ziet met instemming de gezonde en succesvolle actie in het bedrijfsleven, waarbij eenerzijds een sterke wensch naar vacantie tot uiting komt en anderzijds die wensch erkenning en inwilliging ontmoet. Het doet hem leed, dat voorshands een groote groep arbeiders, n.l. het meerendeel der Twentsche textielarbeiders, nog steeds niet in het ge not van vacantie is, doordat de onderhande lingen nog niet tot een voor beide partijen bevredigende overeenkomst hebben geleid. Eerst wanneer met eenige zekerheid zou komen vast te staan, dat de gewenschte uit breiding der vacantieregelingen door contrac- tueele en vrije handelingen in het bedrijf geen behoorlijken voortgang meer heeft, zou de minister redenen aanwezig achten voor een wettelijke voorziening. In verband hiermede zal het onderzoek naar den feitelijken toestand worden voort gezet. Geen wettelijke bepalingen Op de vragen van het Tweede Kamerlid den heer Weitkamp betreffende den invoer hier te lande van Deensch vleesch, hetwelk als inlandsch vleesch zou worden verkocht, heeft de minister van Arbeid, H. en N. ge antwoord Het is den minister bekend, dat in den loop van 1930 groote hoeveelheden Deensch vleesch in Nederland werden Ingevoerd. Of en in hoever dit vleesch hier te lande als Nederlandsch vleesch wordt verkocht, is hem niet bekend. Buitenlandsch vleesch wordt bij invoer hier te lande gekeurd en van speciale keurings- merken voorzien. Voor zoover desondanks in gevoerd Deensch vleesch hier te lande als Nederlandsch vleesch wordt verkocht, kun nen de gemeenten aan art. 135 van de Ge meentewet de bevoegdheid ontleenen, daar tegen voorschriften te maken. „Wel Clara", begon de bezoekster, nad'at ze naar behooren de fraai en degelijk inge richte woning van haar pasgehuwde vrien din bewonderd had, „wel Clara, waarom heb je toch eigenlijk geen huwelijksreisje ge maakt? Dat is toch gewoonte in onzen stand, niet waar, en wie zooals jij, in April trouwt, kan dat toch al heel gemakkelijk doen". „Och Annie", antwoordde het blozende vrouwtje, „dat zal ik je maar ronduit zeggen. We hadden eenvoudig geen geld meer. Zooals je ziet, hebben we ons nog al netjes ingericht Dan hadden we dit nog noodig en dan weer dót, en Willem wou absoluut niet hooren van een of ander later maar eens te koopen als we gespaard hadden. „Daar komt toch niets van", zei hij dan, en 't kon volgens hem, nooit mooi genoeg zijn voor mij, die den heelen dag in huis meet zitten. En zóó is het ten langen laatste gekomen, dat we den dag na ons trouwen nog maar net geld genoeg hadden om een maand van te leven. Maar alles was ook betaald, zie je, en dan, tegen jou gezegd, hebben we ook een sommetje op de spaarbank, maar Willem en ik hebben vast afgesproken dat we daar alleen aankomen als we eens in nood zouden geraken!" „En heb je er nu geen ,;pijt van, dat je geen huwelijksreisje gemaakt hebt?" vroeg de vriendin, die er zeker niet veel slag van had de jong gehuwde tevredenheid te lee- ren, voor liet geval, dat Clara daarin nog een lesje noodig had. „Heelemaal niet, hoor" klonk het opge wekt; „je moest eens weten, wat een besten man ik heb in mijn Willem. Ik heb er zelfs geen oogenblik aan gedacht, dat we eigenlijk op reis hadden mceten gaan, zoo prettig en gezellig hebben we het samen. Haast iederen avond gaan we samen uit, behalve Dinsdag en Vrijdag; dan gaat hij alleen." „Twee avonden in de week!" riep de andere, „maar kindlief, dat is toch veel te veel! Als hij je nu al twee avonden in de week alleen thuis laat, wat moet het later dan niet worden?" „Daar maak ik me niet ongerust over, Annie. Trouwens, hij blijft telkens maar heel kort weg. Even vóór achten gaat hij heen en lang vóór tienen is hij al weer terug. Ik heb dan haast geen tijd om mij in dat korte poosje alleen te voelen of me te vervelen. Vóór ons trouwen heeft hij dat ook al een heele poos gedaan." „Nu, als het zoo blijft, is het wezenlijk niet erg, maar je moet met de mannen altijd een beetje oppassen," meende de eigenwijze en bemoeizieke Annie. Toen de bezoekster vertrekken was, zat het jonge vrouwtje eeni.gen tijd in gedach ten. Zoo vond haar d'r man, die dadelijk haar afgetrokkenheid bemerkte en schert send vroeg of ze er nü al spijt van had. „Dat weet je wel beter, mannetje," klonk het hartelijk; „ik zat maar een beetje er over na te denken, dat we heelemaal niet op reis geweest zijn met ons trouwen." „Bus tóch ontevreden," lachte hij. „Neen, neen, heelemaal niet, maar zie je Annie is hier geweest en die „Heeft met haar praatjes geprobeerd jou hoofdje op hol te brengen, niet waar?" „Dat gaat zoo gemakkelijk niet, Willem. Ik zou al heel ondankbaar moeten zijn, om, na al wat God ons gegeven heeft, mij niet dubbel en dwars tevreden te voelen. Maar, waar is het, dat al m'n vriendinnen, toen ze trouwden, een paar weken op reis zijn ge weest, en je mag er dus wel trotsch op we zen dat ik genoeg heb aan jou; ook zonder huwelijksreisje," liet ze er lachend op volgen. „Dat ben ik ook, kindlief, en wat nu dat huwelijksreisje betreft, wie weet, halen we onze schade nog niet eens in." „Als we de zilveren bruiloft vieren," klonk het vroolijk; „neen, neen, laten we ons daar nu maar niet mee blij maken, 't Is al heel best, zooals het is. Ik zal eens een lekker kopje thee inschenken." Het bleef eenige oogenblikken stil in het kleine, gezellige vertrek. Ze zette het avond eten klaar en hjj las z'n krant uit, die hij straks in 't keuvelen met z'n Clara geheel vergeten had. „Weet je wat Annie ook zei, Willem?" be gon ze plotseling opnieuw. „Neen, hoe kan ik dat weten? Vond ze ons huis en onze meubels mooi? Want je hebt dr' natuurlijk alles van boven tot be neden laten kijken. Ze is nog al een beetje nieuwsgierig uitgevallen, die vriendin van jou." „Ja, ze vond alles prachtig, en eigenlijk geloof ik, dat ze ons heel verstandig vond, omdat we ons liever mooi en knap ingericht hadden dan ons .geld aan een huwelijks- reisje te besteden. Maar dat zei ze niet. Ze vond, dat jij zoo heel in 't begin van ons trouwen toch eigenlijk niet twee avonden in de week moest uit gaan." Willem keek op. „Heb je haar dat verteld?" vroeg hij ver baasd. „Och, 't kwam zoo te pas," antwoordde Clara, een beetje verlegen, „Je weet, Annie durft van alles te vragen en ze waarschuwt graag ook, maar ze is toch niet kwaad." „Dat geloof ik graag, maar minder ver standige vrouwtjes dan jij zou ze toch licht ontevreden kunnen maken. En wat heb je gezegd?" „Dat je telkens binnen de twee uur weer thuis was." „Ja, ja, en toen heeft ze je gewaarschuwd, dat het mettertijd wel drie en vier en zes keer per week zou worden, niet waar?" Clara bekende blozend dat het zoo was. „En ben jij daar nu ook bang voor, vrouw tje lief?" „Ik ben in 't geheel niet bang dat je niet altijd evenveel van me zult blijven houden als nu." „Dan is het goed. lieve; laat die Annie dus maar praten." En met een hartelijken kus lieten ze „Annie" verder rusten. Het was op een avond in Augustus. Willem en Clara zaten samen wat te schemeren onder de veranda. „Zeg, hoe zou zus Fien in Keulen het maken?" begon de jonge man op eens. Clara keek verwonderd op. „Heel goed. denk ik, haar laatste brief klonk heel opge wekt. Maar hoe kom je daar zoo ineens aan?" „Och, ik dacht er aan hoe heerlijk nu een reisje langs den Rijn zou wezen met ons beidjes. Dan gingen we tegelijk Fien eens verrassen. Wat zou ze een verbaasd gezicht zetten als we daar in eens kwamen binnen vallen." Ciara lachte hardop. „Daar zal ze wel van bevrijd blijven, even goed als wij van ons Rijnreisje, manlief. Wil je soms eens in m'n pertemonnaie kijken? En aan ons spaarbankboekje raken we niet, wel? Boven dien, waar zouden we den tijd van daan halen? Neen, laten we maar tevreden zijn met wat we hebben en geen luchtkasteelen bouwen, 't Is heel best zooals het is, hoor man, en ik verlang heusch niet meer." „Dus, je zou er geen zin in hebben?" „Om met jou een reisje langs den Rijn te maken? Natuurlijk wel, maar ik kan 'er best buiten en ben heel tevreden zooals we het nu hebben." „Beste, lieve kind," sprak Willem harte lijk. En opeens stond hij op, trad op haar toe en stopte haar wat in de hand. Ietwat onthutst keek Clara hem aan. „Nu, maak maar open," lachte hij. Ze deed het papier er af en vondtwee bankbiljetten van honderd gulden en twee rondreisbiljetten door Duitschland en België. „Voor ons huwelijksreisje, Clara!" juichtfe hij; „aanstaanden Maandag gaat m'n va cantie in en dan trekken we er samen op uit!" „Maarmaarwaar heb je al dat geld vandaan, Willem? Had je het nog?" „Gewonnen met kaarten op de soos, Dins dags- en Vrijdagsavonds," lachte hij. „Hè neen, man, dat is niet waar, dat ge loof ik niet; plaag me nu niet en zeg, waar je dat geld vandaan hebt." En toen fluisterde Willem z'n vrouwtje in 't oor, waarom hij al in de maanden vóór hun trouwen, twee maal per week een paar uur had weg gemoeten. „Dacht je nu werkelijk, dat ik er pleizier in gehad zou hebben om twee avonden in de week jou alleen te laten zitten voor m'n vrienden en 't koffiehuis? Dat had je toch direct moeten begrijpen, liefste. Maar tóch, eigenlijk is 't goed, dat je het niet begrepen hebt. Zóó is de verrassing zooveel te aardiger." Ze hadden een heerlijk uitstapje en Willem bleef na hun thuiskomst twee avonden In de week de boeken bijhouden voor een vriend van z'n patroon, en nog heel dikwijls kon hij zn vrouwtje een verrassing bereiden van 't geld, dat hij daardoor verdiende. In alle geval staan wettelijke bepalingen om dit euvel tegen te gaan den minister niet ten dienste. Betaling der premie Op de vragen van het Tweede Kamerlid den heer van den Heuvel in verband met de toepassing van art. 193 der Invaliditeitswet, regelende de betaling der premie voor de uitkeering van ziekengeld heeft de minister van Arbeid, H. en N. geantwoord: Uit een onderzoek is gebleken, dat de in de vragen bedoelde moeilijkheid, welke ook de Raden van Arbeid zouden moeten onder vinden, niet van zoodanige beteekenis is, dat deswege het voorschrift van art. 193 der In validiteitswet ter zijde zou moeten worden gesteld of de uitvoering van dat wetsartikel ten koste van niet onbeteekenende arbeids- vermeerdering voor de Raden van Arbeid zau moeten worden geregeld op de wijze, als in de vragen omschreven: Het tweede lid van art. 2 van het K.B. van 13 Januari 1930 ter uitvoering van art. 193 der Invaliditeitswet, geeft aan de bedrijfsvereenigingen het noo- dige machtsmiddel tegenover voor haar ri sico verzekerden, die nalatig blijven in de door hen ingevolge het eerste lid van be- bedoeld artikel verschuldigde medewerking ten einde de bedrijfsvereeniging in staat te stellen haar verplichting tot het plakken van een rentezegel na te komen. In verband daarmede kan de minister niet de toezeg gingen doen als in de vragen van hem wor den verlangd. Voortaan twaalf minuten tegen gewoon tarief Met ingang van 1 September a,s. vervalt in het radiotelefoonverkeer met Ned. Indië de bepaling, dat, bij voortzetting van een gewoon gesprek na 6 minuten daarop het dringend tarief van toepassing wordt, indien andere gesprekaanvragen aanwezig zijn. Elk gesprek kan derhalve worden voortge zet tot 12 minuten tegen het tarief, waar voor het is aangevraagd. Bestemd Indië Th voor uitzending naar Ned.- P. M. Verhulst, 's-Gravenhage; C. J. C. Nagel, Haarlem, beiden onderw. b/h openb. lager onderw. Verlofgangers J. Blokdijk, onderw. 2de k'. b/h openb. Westersch lager onderw., Venhuizen (N.-H.) K. Hut, onderw. iste kl. b/h openb. Westersch lager onderw., Finsterwolde (Gr.) H. C. P. de Vos, hoog leeraar aan de Techn. Hoogesch. te Ban doeng, 's-GravenhageH. E. d'Hollosy, griffier 3de kl. b/d Landraad te Tandjoeng- pinang, Rotterdam E. W. H. F. C. Gedult von Jongenfeld, hoofdcomm. b/h Dep. van Binn. Best., 's-Gravenhage P. H. Cor- duwener, beheerder iste kl. b/h Pandhuisd., Nijmegen B. W. L. A. van Heuven, havenm. 3de k!., Hilversum J. H. Goossens, burgerl. ambt. der Triangulatiebrigade, adj.-brigade- hoofd v. d. Topogr. Dienst, Brunnen (Zwitserland) mej. W. J. L. Cramer, onderw. 3de kl. b/h openb. Westersch lager onderw., Weenen F. J. A. Anken, ambt. 4de kl. (groep II) bij den Dienst der In- en Uitvoer en Acc., Utrecht M. W. Drognat Doeve, kantoorh. m/d pers. titel van refer, b/d Alg. Rekenkamer, 's-Gravenhage H. Bosma, onderw. iste kl. b/h openb. Westersch lager onderw., 's-Gravenhage W. A. van Lingen, hoofdstationschef b/d Dienst der Staatssp. en tramw., 's-Gravenhage J. F. B. Eekhof, werktuigk. b/d Dienst der Staatssp. en tramw., 's-Gravenhage C. Bruin, onderw. iste kl. b/h openb. Westersch lager onderw., Heemstede mej. C. C. Blanckers Pasque, comm. b/h Centr. Kantoor v/d Statistiek, 's-Gravenhage J. P. Burger, iste comm. b/h Hoofdbest. v/d P.T.T., Hilversum H. Kokshoorn, hoofdpolitieopz. b/d Alg. Politie, Voorburg G. Neijsingh, teekenaar iste kl. b/d Waterst. en 's Lands B.O.W., A*sen ir. J. Trip, ing. 2de kl. b/d Waterst. en 's Lands B.O.W., 's-GravenhageF. Witmer, tijd. fung. gedipl. tech. ambt. iste kl. b/d P.T.T., Leiden F. W. Wijsman, ambt. 2de kl, b/d Dienst der In- en Uitvoerr. en Acc., 's-Gravenhage mej. B. J. de Haas, verpl. iste kl. b/d Hospitaald., Bergen op Zoom mej. J. Vermaas, hoofdverpl. b/d D.V.G., AmsterdamJ. Hazenberg, kap. mil. adm., Hilversum R. G. Leegstra, luit.- kol. art-, Wassenaar P. Hoefsloot, onderluit. intend.. Assen M. H. Kuipers, onderluit.- magazijnm., Rotterdam C. Romijn, onder- luit. inf., 's-GravenhageR. T. Jüttner, onderluit. intend., Heemstede W. F. L. Latour, kap. der inf., 's-Gravenhage R. M. Ch. d'Engelbronner, kol. der inf., 's-Graven hage J. Ph. Wissema, kap. der inf., 's-Gra venhage. Gepensionneerden J. Tadema Wielandt, hoofdwerktuigk. b/h Veiligheidstoez., 's-Gra venhage it. P. P. Inklaar, ing. iste kl. b/h Veiligheidstoezicht, 's-Gravenhage H. C. van der Vaart, onderw, b/d R.K. Holl.- Chin. School te Padang, Tilburg L. C. Hageman, hoofd v/d Jozefsch. te Semarang, Hiliegersberg W. van Loosbroek, onder luit. der inf. Schiedam J. Feikema, luit.-kol. der inf., 's-Gravenhage H. M. Savalle, maj. der inf., 's-Gravenhage M. A. Hoekman, maj. intend., UtrechtA. C. C. Musch, luit.-kol. der inf., Hilversum J. Mackenzie, maj. der inf., Zeist. Nieuwbenoemden J. P. v. d, Schroeff. off. van gezondh. 2de kl., UtrechtW. Parrée mil. paardenarts 2de kl., Zeist J. E. J. de Haas, Zuilen N. Bessem, 's-Gravenhage, beiden off. van gezondh. 2de kl. Na 75 dagen van erupties. Het hoofd van den dienst van het Vul- kanologisch onderzoek meldt, dat Zaterdag 648 erupties van den Krakatau plaats von den, waarvan er zeven reikten boven de 1000 Meter. Er waren vele waterbollen en -hoo- zen. Om 8,15 Vrijdagavond hield de werking op na 75 d'agen te hebben geduurd. De hoogte van het eiland Krakatau bedraagt thans 13.5 M. Sinds het begin der werking heeft de plantengroei op het Verlaten Ei land sterk geleden, vermoedelijk door de zure natte asch van de hevigste erupties. Ook de hoozen hebben groote verwoestingen aangericht. De bevingen hebben thans op gehouden. All tegi Wegens moord Ier dood veroordeeld. De Krijgsraad te Tjimahi veroordeelde den Ambonneeschen fuselier J. Saya va» het garnizoensbataljon van de Westerafdee- ling van Romeo, ter dood wegens feitelijke Insubordinatie tweemaal gepleegd. Saya had in den nacht van 20 op 21 Mei als schild wacht zijn post verlaten met meeneming van een scherpgeladen karabijn en zich be geven naar de slaapplaats der onderofficie ren. Vervolgens heeft hij den slapenden Ja- vaanschen sergeant Soeratman doodgescho ten, waama hij een moordaanslag pleegde op den Europeeschen sergeant-detachements commandant. welke mislukte. Hierna werd hij gearresteerd. Veertien dagen tevoren waS gebleken dat Saya een ongeoorloofde ver houding had met de inlandsche vrouw van een anderen fuselier, waarop de vrouw naaf Java werd gezonden en Saya gestraft. Saya besloot toen wraak te nemen op zijn supe- rieuren en wachtte daartoe de gelegenheid af tot hij nachtwacht had. Groote belangstelling. Onder zeer groote deelneming heeft t® Batavia de begrafenis plaats gehad van den vermoorden ondercommissaris van politie Van Rees. Op het kerkhof te Nanah Abanf waren o.a. aanwezig de gouverneur der pro vincie West-Java J. B. Hartelust, de resi dent ter beschikking J. C. de Vos, de regen' van Batavia, het onderhoofd der algemeen® en gewapende politie, de insoecteur S. Ko ster, de hoofdcommissaris van politie J. Feuerstein. de majoor, hoofd der Chinee?-"1' Khouw Kim An enz. Tallooze kransen dek ten de baar. Zes commissarissen en onder- oommissarisen van politie fungeerden a'S slippendragers. Een vuurpeleton gaf bet eer ste salvo waama de baar in het graf neer daalde. Hierop volgden twee nieuwe salvo'V waama de resident van Batavia een roe rende grafrede hield, waarin hij den hee' Van Rees schetste als een zeer piiehtsS®' trouw politie-smbtenaar. Daarna werd h® woord gevoerd door den hoofdcommissari5 van politie, die de hoóge plichtsopvattin?e? va.n den overledene memoreerde en hem d®® jongeren ten voorbeeld stelde. Namens Vereeniging van Middelbaar Politiepersone® werd het woord gevoerd door den heer W. H. G. L. Edixhoven, ondereommissarl' van politie te Batavia. Volgende soreker5 waren de heeren Kruiswiik. voorzitter v®31 den Algemeeren Politiebond, Van Velz®^ rsolitie-onziener en S. Koster, inspecteur d®3 algemeen en ge wanende politie namens d®*1 directeur van het denartement van BinnC' landsch Bestuur. Een broer van den ove®' 'Wene dankte voor de betoonde belangstel ling. Verhooging invoerrecht op erwten Volgens mededeeling van onzen Rijkslan^, bouwconsulent te Berlijn, wordt op grof van de aan de Duitsche Regeering bij de van 15 April j.l. verleende machtiging m®. ingang van 21 Augustus as. het invoerred1 op erwten van tariefpost II als volgt: - Consumptie-erwten 15 Mark per 100 fr ivool-heen 4 Mark). Voeder-erwten blijft 4 Mark per 100 Dezer dagen zal in het Duitsche Staa'5' blad worden bekend gemaakt, wat als cof sumptie-erwten en wat als voeder-erwt® wordt beschouwd. Het invoerrecht op gepelde erwten is houden bij het handelsverdrag met Beté't en blijft derhalve ongewijzigd op 4 Mark 100 K.G. t 507. En Jokko zag nu ook het vliegtuig, dat ronkend boven hem vloog. „Nu is 't mijn beurt," zei hij gelukkig. En een traan ontviel zijn oog. Het touw werd opnieuw uitgeworpen. De bok, opeens zijn vracht verloor, want Jokko had snel 't touw gegrepen. Hij hing. De bok ging er van door. 508. Toen bleef de bok nieuwsgierig stilstaan. Zooiets had hij nog nooit beleefd: Jokko, pa:: op zijn rug gezeten, nu netjes door het luchtruim zweeft. Jokko klom rustig tegen 't touw op, dat stevig aan het schuitje zat, de bok bleef verbaasd naar hem kijken, wist riet hoe hij het nu wel had. Am Hte tie een tak A teel Jaa: den Aan Hiel bel: h aan 8ev sch Uiic ete: K Atei org looi órii het alle kon Cai Ape 6eli Iftsi Atei Ajie blie hoe lan c ais bar lil dig, tón rat t of doe Ach E dat, kin Vas en de C hai E Co;; tóis tóe; die: kan in var Ate da« hie> C Am en dai 'ens Pre tóe* 1 Beg tó o- tie 1 he hits on ee: tó* kr et* bn to Ar: Soi di at. tó«j de h* tc R<; h# W v. h

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 10