Binnenlandsch Nieuws
Voor de Huiskamer
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST
VAN JAN KLAASSEN EN TRIJNTJE
De Duitsch-Nederlandsche
handelsbetrekkingen
De ongeregeldheden te Maastricht
Het Fadioreglement
Vijf jaar K. R. O.
Wegenbelasting
Wettelijke vacantieregeling voor
arbeiders
Ingevoerd Deensch vleesch
Haar beste Man
Uitkeering van ziekengeld
Radio-telefoondienst
NederlandNed.-Indië
ONZE OOST
Indische Dienst
De Krakatau weer in rust
Dl
Wraakzuchtig fuselier
Begrafenis commissaris Van Rees
LANDBOUW EN VEETEELT
De uitvoer naar Duitschland
r
Hu-
m»
m-
De besprekingen te Rotterdam
WIJ ontvingen het volgende communiqué:
Vertegenwoordigers van het „Zweckverband
Aiederrheinischer Industrie- und Handels-
kammern" (bestaande uit de Industrie- und
Handelskammer Duisburg-Wesel te Duisburg-
Ruhrort, die van Krefeld en die van Mün-
chen-Gladbach-Rheydt-Neuss) en van de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken voor Rot
terdam hebben de op 9 Augustus 1930 tus-
schen de Industrie- und Handelskammer
Duisburg-Wesel en de Kamer van Koophan
del en Fabrieken voor Rotterdam aangevan
gen besprekingen, betreffende de moeilijkhe
den in de Duitsch-Nederlandsche handels
betrekkingen, Vrijdag j.l. te Rotterdam
voortgezet.
De vertegenwoordigers van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam
hebben met voldoening vernomen, dat de
Duitsch-Finsche „particuivre" onderhande
lingen mislukt zijn. Volgens de van Duitsche
zijde verstrekte inlichtingen is het niet te
verwachten, dat deze of soortgelijke bespre
kingen zullen worden voortgezet of weder
zullen worden opgenomen. De genoemde
Duitsche Kamers verwachten, dat Duitsch-
land spoedig zal overgaan tot ratificatie van
het aanvullingsverdrag d.d. 25 November 1929
met Finland, waardoor de invoerrechten op
boter in Duitschland zullen worden vastge
legd op 50 Mark per 100 K.G. tot en met
31 December 1933, op 40 Mark van 1 Januari
1934 tot en met 1 December 1935 en op 30
Mark van 1 Januari 1936 tot en met 31
December 1937, behoudens opzegging door
Finland, welke echter op zijn vroegst moge
lijk zal zijn tegen 1 October 1935 (thans be
draagt het invoerrecht 27.5 Mark per 100
K.G.). Indien tegen de verwachting In het
Duitsch-Finsche handelsverdrag mocht wor
den opgezegd, dan hopen de meergenoemde
Duitsche Kamers, dat het invoerrecht op bo
ter onder geen omstandigheden hooger zal
worden gesteld dan in het bedoelde aanvul
lingsverdrag is voorzien. Aan de thans in
Duitschland geldende invoerrechten op kaas
zal met het oog op de vastlegging daarvan
in handelsverdragen met verschillende an
dere landen, zeker niets worden veranderd.
De vertegenwoordigers der D.uitsche In
dustrie- und Handelskammem spraken als
him meening uit, dat na het vervallen van
de aanleiding voor de Nederlandsche boycot
beweging, deze niet slechts tijdelijk onder
broken behoort te zijn, doch dat de handels
betrekkingen tusschen beide landen weder
als voorheen zullen worden die van elkan
der welwillend gezinde buren. Van Neder
landsche zijde deelde men deze hoop. in het
vertrouwen, dat de oorzaken, die tot de boy
cotbeweging hebben gevoerd, zooals dit bij de
besprekingen in het uitzicht is gesteld, zich
niet zullen herhalen. In verband daarmede
zijn de beide partijen evenwel overtuigd, dat
op de wederzijdsche regeeringen aandrang
moet worden uitgeoefend, om rekening te
houden met elkanders levensbelangen.
3et rapport van den Bosschen procureur-
generaal
Wij hebben reeds de conclusies vermeld,
waartoe de procureur-generaal bij het
Gerechtshof te 's-Hertogenbosch in zijn rap
port komt, naar aanleiding van de ongere
geldheden tijdens de staking aan de zink-
witfabriek te Maastricht.
Brieven van den commissaris
van politie te Maastricht
De heer Drop publiceert verder in „Het"
Volk" uit het dossier om. twee brieven van
den commissaris van politie te Maastricht
aan den advocaat-generaal. De eerste brief
is van 14 December 1929 en luidt:
„Sedert het begin der werkstaking, welke
spoedig overging in een strijd om de hege
monie tusschen de R. K. en de moderne or
ganisaties, is er van katholieke zijde, voor
wie alles op het spel stond, bij mij her
haaldelijk aangedrongen op het nemen van
geweldige maatregelen tegenover de stakers
en werd mij zelfs door den kapelaan Russel
op of omstreeks 13 Aug. jJ., te kennen ge
geven, dat de positie van den burgemeester
en van ml) groot gevaar liep, wanneer niet
aan dat verlangen werd voldaan.
Ik ben evenwel daarvoor niet gezwicht en
gaf den heeren telkens te kennen dat ik geen
geweld zoude gebruiken of toelaten, wanneer
daartoe geen aanleiding werd gegeven. De
vereeniging van het R. K. agentenpersoneel
echter heeft vermoedelijk aan den aandrang
geen weerstand kunnen bieden en den adj.-
inspecteur Boersma, wien het leeraarschap
aan een R. K. cursus alhier in het vooruit
zicht was gesteld (wat hij intusschen ook
heeft gekregen), weten te overreden om hun
de gelegenheid te geven, zoo mogelijk op de
stakers los te slaan. Dit zoude kunnen ver
klaren de spontane aanbieding om vrijwillig
dienst te doen van agenten, die overigens om
hun dienstijver nimmer uitmuntten en even
eens het ongewone verzoek van de R. K.
Agentenvereeniging, om allen door u te wor
den gehoord, waardoor zij gelegenheid kregen
hun hardhandig optreden te vergoelijken,
met den toestand als uiterst critiek voor te
stellen en om de schuld van hen zelf af te
schuiven op de leiding.
Hadde ik kennis gedragen van de maat
regelen voor den 16den Oct. j.l. genomen,
dan zoude ik die zeer zeker hebben verbo
den, doch konde ik, ofschoon dien avond tot
9.30 uur op het bureau aanwezig gebleven,
nimmer vooraf aangeven, omdat die afhan
kelijk waren van de telkens veranderde om
standigheden.
In normale omstandigheden ware de
adjunct-inspecteur Boersma voor zijn eigen
dunkelijk optreden ongetwijfeld gestraft,
doch heb ik dit in de gegeven omstandig
heden niet willen doen, uit overweging, dat
hij met goede bedoelingen had gehandeld".
De tweede brief, van 2 Maart 1930
luidt:
„In verband met uw voornemen, om een
onderzoek in te stellen naar den invlced van
R. K. zijde uitgeoefend op eenige mijner
agenten, heb ik d'e eer UEd. Hoogachtbaren
beleefd te berichten, dat, hoewel die Invloed
uit den aard der zaak wel ongaarne door de
betrokkenen zal worden toegegeven, het niet
temin een feit is:
1. Dat de aalmoezenier Steegmans her
haaldelijk heeft aangedrongen op krachtiger
maatregelen en dat ZijnEerwaarde heeft
verzocht om 50 marechaussée voor machts
vertoon, waarvan sprake was bij de con
ferentie met den divisie-commandant der
Kon. Marechaussée, waarvoor de aalmoeze
nier mede als argument aanvoerde, dat voor
de Katholieken bij deze staking alles op het
spel stond.
2. Dat de kapelaan Russel mij op 17 Augus
tus te kennen gaf, dat, wanneer er geen
strengere maatregelen genomen werden, de
positie van den burgemeester en van mij
groot gevaar liep.
3. Dat aan de „Maasbode" een ingezon
den stuk is aangeboden, vermoedelijk van
kapelaan Russel afkomstig, hetwelk zoo
tendentieus was, dat de redactie het noodig
oordeelde, om daarvoor een specialen ver
slaggever naar Maastricht te zenden, die na
een onderhoud met den burgemeester geen
vrijheid kon vinden, om dat stuk te plaat
sen.
4. Dat het aandringen van agenten, om
bewapening met sabels en om een automo
biel ter beschikking te hebben, ten einde
onverwachts op de plaats der relletjes te
kunnen verschijnen, duidelijk wees op den
wensch om maar krachtig te kunnen op
treden.
5. Dat de plaatselijke bladen telkens vol
lof waren over het optreden der politie,
wanneer daarbij geweld was gebruikt, ter
wijl zij zich in afkeurenden zin uitlieten,
wanneer dit niet het geval was geweest.
6. Dat het aanbod van agenten, om vrij
willig dienst te doen op verzoek van den
agent Van Wieringen niet voortsproot
alleen uit dienstijver, aangezien de agenten
onmiddellijk na afloop der staking voor de
weinige extra diensturen een geldelijke ver
goeding vroegen.
7. Dat de ensceneering van de hinder
laag op den I6en October is geschied op
instigatie van den agent Van Wieringen
den feitelijken voorzitter van Sint Michaël
waarvoor de instructies in het geheim
aan de betrokken agenten werden medege
deeld, door den adjunct-inspecteur
Boersma, die eveneens R. K. is georgani
seerd.
8. Dat den niet-Katholiek georganiseer-
den hoofdagent Vliege verboden werd dien
avond ter plaatse te gaan zien wat er voor
viel, terwijl de motorrijder, de agent Jacobs,
R. KL, zich op den bewusten avond moest
laten vervangen door den neutralen agent
Vlaspcel, ten einde Jacobs in de gelegen
heid te stellen, mede aan de hinderlaag
deel te nemen, uit welk een en ander wel
duidelijk blijkt, dat het de bedoeling was,
om ter plaatse zooveel mogelijk R. K. ge-
organiseerden te hebben.
9. Dat het zonderling verzoek, om door
U gehoord te mogen worden, slechts kan
zijn gedaan, cm zoodoende in de gelegen
heid te zijn, eigen fouten te verbloemen.
10. Dat de voorzitter van Sint Michaël
een vergadering bijwoonde van R. K. werk
willigen, waarin hij de politie verdacht
maakte en, naar wordt beweerd, krachtiger
maatregelen toezegde".
Het oordeel van den heer Zwertbroek
Sprekend met den heer Zwertbroek over
het verbod tot uitzending van zijn 8ste lo
zing over de geschiedenis van den Radio-
omroep, deelde de secretaris van de V.A.R.A.
mede, dat alle omroepvereenigingen vorige
week een brief van de Radio Controle Com
missie hebben ontvangen, waarin zij mede
deelde, dat zij bestrijding van de omroepver-
eeniging onderling voor de microfoon in
strijd achtte met den geest van 't Radiore
glement.
Op grond daarvan heeft de commissie aan
alle omroepvereenigingen verzocht, haar
vooruit den tekst van de te houden lezingen
en toespraken over dat onderwerp te zenden,
en niet tot uitzending over te gaan, vóórdat
de commissie zich daarmede accoord heeft
verklaard.
De heer Zwertbroek merkte op, dat hij
reeds zeven weken eiken Zaterdagmiddag de
geschiedenis van den Radio-omroep heeft
behandeld, in het bijzonder om de V.A.R.A. te
rechtvaardigen tegen de beschuldiging, dat
zij het eigendom, zooals de zendtijd genoemd
Is, van een andere omroepvereeniging in be
slag zou hebben genomen.
De V.A.R.A. loopt intusschen eerder kans
op een verbod dan de andere vereenigingen.
Want de V.AR.A. kondigt haar lezingen van
te voren aan. De heer Vogt b.v. doet dat niet,
zoo zeide de heer Zwertbroek.
Maar daar nog van afgezien: De V.A.R.A.
oordeelt, dat de Commissie haar bevoegd
heden te buiten gaat, omdat deze lezingen
niet in strüd waren met de reglementaire
bepalingen. De Commissie houdt Woensdag
a.s. een bijeenkomst, waarop de zaak met de
V.A.R.A. nader zal worden besproken.
De heer Zwertbroek deelde verder mede,
dat de Commissie ook gevraagd heeft om ge
regelde toezending van den tekst van Teun
den Klepperman. De V.A.R.A. heeft daar
tegen geen bezwaar. Er Is alleen een prac-
tisch bezwaar. Deze toespraken zijn actueel
en kunnen dus moeilijk vooruit ter controle
worden opgezonden.
De V.A.R.A. zag liever, dat de commissie
zich aanpaste bij de practijk, dan dat het
omgekeerde het geval is.
Een radio-feest
In zijn wekelijksche toespraak tot de luis
teraars, heeft de voorzitter van den Kath.
Radio Omroep, pastoor L. H. Perquin, Zon
dagmiddag o.m. het volgende gezegd:
„Het laatst van September of begin Octo
ber zullen wij ons eerste lustrum vieren. De
eerste Hoogmis werd uitgezonden uit de St.
Antoniuskerk te Amsterdam. Er is reden met
veel luister te vieren. Na vijf jaar strijd, na
vijf jaar moeitevollen arbeid mogen we ge
rust eens een radio-feest vieren."
Vrijstelling voor buitenlandsche auto's
In een der lokalen van het Departement
van Financiën is gisteren bijeengekomen de
gemengde commissie, samengesteld uit leden
van het comité fiscal en van de commission
permanente de la circulation routière van
den Volkenbond.
Deze gemengde commissie heeft in op
dracht van den Raad van den Volkenbond in
studie een ontwerp-conventie betreffende
vrijstelling van wegenbelasting en dergelijke
belastingen voor buitenlandsche automobie
len.
De taak van de gemengde commissie is, na
te gaan of het ontwerp, zooals het laatstelijk
is geredigeerd, aan den Raad van den Vol
kenbond namens de beide genoemde com-
missiën kan woren aangeboden.
Mr. dr. J- H. R. Sinninghe Damsté, direo-
teur-generaal der belastingen, is voorzitter
dezer gemengde commissie.
Nadat deze commissie haar werkzaamhe
den zal hebben geëindigd, zal een sub-co
mité fiscal bijeenkomen, dat tot taak heeft,
een model te ontwerpen van een plurilaterale
conventie ter voorkoming van dubbele be
lasting, voornamelijk op het gebied van in
komstenbelastingen. Het comité fiscal heeft
in zijn zitting van Mei j.l. een aantal onder
werpen voorloopig opgesomd, welke naar zijn
meening aan zulk een algemeene conventie
tot onderwerp zouden kunnen strekken. De
tweede vergadering zal een voorbereidend
karakter dragen.
Het onderzoek duurt voort.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer Drop betreffende het stadium,
waarin het van Regeeringswege toegezegde
onderzoek omtrent een wettelijke regeling der
vacantie van arbeiders met behoud van het
gewone loon verkeert, heeft de minister van
Arbeid, H. en N. o.m. geantwoord:
Het ingesteld onderzoek betreft,' behalve
de feitelijke toepassing der arbeidersvacan-
tie hier te lande en de in het buitenland be
staande of ontworpen regelingen op dit ge
bied, vooral de vraag, of het tijdstip voor
een wettelijke regeling thans is aange
broken.
Deze vraag meent de minister op grond
van de hem ten dienste* staande gegevens
vooralsnog ontkennend te moeten beant
woorden.
Hij ziet met instemming de gezonde en
succesvolle actie in het bedrijfsleven, waarbij
eenerzijds een sterke wensch naar vacantie
tot uiting komt en anderzijds die wensch
erkenning en inwilliging ontmoet. Het doet
hem leed, dat voorshands een groote groep
arbeiders, n.l. het meerendeel der Twentsche
textielarbeiders, nog steeds niet in het ge
not van vacantie is, doordat de onderhande
lingen nog niet tot een voor beide partijen
bevredigende overeenkomst hebben geleid.
Eerst wanneer met eenige zekerheid zou
komen vast te staan, dat de gewenschte uit
breiding der vacantieregelingen door contrac-
tueele en vrije handelingen in het bedrijf
geen behoorlijken voortgang meer heeft, zou
de minister redenen aanwezig achten voor
een wettelijke voorziening.
In verband hiermede zal het onderzoek
naar den feitelijken toestand worden voort
gezet.
Geen wettelijke bepalingen
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer Weitkamp betreffende den invoer
hier te lande van Deensch vleesch, hetwelk
als inlandsch vleesch zou worden verkocht,
heeft de minister van Arbeid, H. en N. ge
antwoord
Het is den minister bekend, dat in den loop
van 1930 groote hoeveelheden Deensch
vleesch in Nederland werden Ingevoerd. Of
en in hoever dit vleesch hier te lande als
Nederlandsch vleesch wordt verkocht, is hem
niet bekend.
Buitenlandsch vleesch wordt bij invoer hier
te lande gekeurd en van speciale keurings-
merken voorzien. Voor zoover desondanks in
gevoerd Deensch vleesch hier te lande als
Nederlandsch vleesch wordt verkocht, kun
nen de gemeenten aan art. 135 van de Ge
meentewet de bevoegdheid ontleenen, daar
tegen voorschriften te maken.
„Wel Clara", begon de bezoekster, nad'at ze
naar behooren de fraai en degelijk inge
richte woning van haar pasgehuwde vrien
din bewonderd had, „wel Clara, waarom heb
je toch eigenlijk geen huwelijksreisje ge
maakt? Dat is toch gewoonte in onzen
stand, niet waar, en wie zooals jij, in April
trouwt, kan dat toch al heel gemakkelijk
doen".
„Och Annie", antwoordde het blozende
vrouwtje, „dat zal ik je maar ronduit zeggen.
We hadden eenvoudig geen geld meer.
Zooals je ziet, hebben we ons nog al netjes
ingericht Dan hadden we dit nog noodig
en dan weer dót, en Willem wou absoluut
niet hooren van een of ander later maar
eens te koopen als we gespaard hadden.
„Daar komt toch niets van", zei hij dan, en
't kon volgens hem, nooit mooi genoeg zijn
voor mij, die den heelen dag in huis meet
zitten.
En zóó is het ten langen laatste gekomen,
dat we den dag na ons trouwen nog maar
net geld genoeg hadden om een maand van
te leven. Maar alles was ook betaald, zie je,
en dan, tegen jou gezegd, hebben we ook een
sommetje op de spaarbank, maar Willem en
ik hebben vast afgesproken dat we daar
alleen aankomen als we eens in nood zouden
geraken!"
„En heb je er nu geen ,;pijt van, dat je
geen huwelijksreisje gemaakt hebt?" vroeg
de vriendin, die er zeker niet veel slag van
had de jong gehuwde tevredenheid te lee-
ren, voor liet geval, dat Clara daarin nog
een lesje noodig had.
„Heelemaal niet, hoor" klonk het opge
wekt; „je moest eens weten, wat een besten
man ik heb in mijn Willem. Ik heb er zelfs
geen oogenblik aan gedacht, dat we eigenlijk
op reis hadden mceten gaan, zoo prettig en
gezellig hebben we het samen. Haast iederen
avond gaan we samen uit, behalve Dinsdag
en Vrijdag; dan gaat hij alleen."
„Twee avonden in de week!" riep de
andere, „maar kindlief, dat is toch veel te
veel! Als hij je nu al twee avonden in de
week alleen thuis laat, wat moet het later
dan niet worden?"
„Daar maak ik me niet ongerust over,
Annie. Trouwens, hij blijft telkens maar
heel kort weg. Even vóór achten gaat hij
heen en lang vóór tienen is hij al weer
terug. Ik heb dan haast geen tijd om mij
in dat korte poosje alleen te voelen of me
te vervelen. Vóór ons trouwen heeft hij dat
ook al een heele poos gedaan."
„Nu, als het zoo blijft, is het wezenlijk niet
erg, maar je moet met de mannen altijd een
beetje oppassen," meende de eigenwijze en
bemoeizieke Annie.
Toen de bezoekster vertrekken was, zat
het jonge vrouwtje eeni.gen tijd in gedach
ten. Zoo vond haar d'r man, die dadelijk
haar afgetrokkenheid bemerkte en schert
send vroeg of ze er nü al spijt van had.
„Dat weet je wel beter, mannetje," klonk
het hartelijk; „ik zat maar een beetje er
over na te denken, dat we heelemaal niet
op reis geweest zijn met ons trouwen."
„Bus tóch ontevreden," lachte hij.
„Neen, neen, heelemaal niet, maar zie je
Annie is hier geweest en die
„Heeft met haar praatjes geprobeerd jou
hoofdje op hol te brengen, niet waar?"
„Dat gaat zoo gemakkelijk niet, Willem.
Ik zou al heel ondankbaar moeten zijn, om,
na al wat God ons gegeven heeft, mij niet
dubbel en dwars tevreden te voelen. Maar,
waar is het, dat al m'n vriendinnen, toen ze
trouwden, een paar weken op reis zijn ge
weest, en je mag er dus wel trotsch op we
zen dat ik genoeg heb aan jou; ook zonder
huwelijksreisje," liet ze er lachend op volgen.
„Dat ben ik ook, kindlief, en wat nu dat
huwelijksreisje betreft, wie weet, halen we
onze schade nog niet eens in."
„Als we de zilveren bruiloft vieren," klonk
het vroolijk; „neen, neen, laten we ons daar
nu maar niet mee blij maken, 't Is al heel
best, zooals het is. Ik zal eens een lekker
kopje thee inschenken."
Het bleef eenige oogenblikken stil in het
kleine, gezellige vertrek. Ze zette het avond
eten klaar en hjj las z'n krant uit, die hij
straks in 't keuvelen met z'n Clara geheel
vergeten had.
„Weet je wat Annie ook zei, Willem?" be
gon ze plotseling opnieuw.
„Neen, hoe kan ik dat weten? Vond ze
ons huis en onze meubels mooi? Want je
hebt dr' natuurlijk alles van boven tot be
neden laten kijken. Ze is nog al een beetje
nieuwsgierig uitgevallen, die vriendin van
jou."
„Ja, ze vond alles prachtig, en eigenlijk
geloof ik, dat ze ons heel verstandig vond,
omdat we ons liever mooi en knap ingericht
hadden dan ons .geld aan een huwelijks-
reisje te besteden. Maar dat zei ze niet. Ze
vond, dat jij zoo heel in 't begin van ons
trouwen toch eigenlijk niet twee avonden in
de week moest uit gaan."
Willem keek op.
„Heb je haar dat verteld?" vroeg hij ver
baasd.
„Och, 't kwam zoo te pas," antwoordde
Clara, een beetje verlegen, „Je weet, Annie
durft van alles te vragen en ze waarschuwt
graag ook, maar ze is toch niet kwaad."
„Dat geloof ik graag, maar minder ver
standige vrouwtjes dan jij zou ze toch licht
ontevreden kunnen maken. En wat heb je
gezegd?"
„Dat je telkens binnen de twee uur weer
thuis was."
„Ja, ja, en toen heeft ze je gewaarschuwd,
dat het mettertijd wel drie en vier en zes
keer per week zou worden, niet waar?"
Clara bekende blozend dat het zoo was.
„En ben jij daar nu ook bang voor, vrouw
tje lief?"
„Ik ben in 't geheel niet bang dat je niet
altijd evenveel van me zult blijven houden
als nu."
„Dan is het goed. lieve; laat die Annie
dus maar praten." En met een hartelijken
kus lieten ze „Annie" verder rusten.
Het was op een avond in Augustus.
Willem en Clara zaten samen wat te
schemeren onder de veranda.
„Zeg, hoe zou zus Fien in Keulen het
maken?" begon de jonge man op eens.
Clara keek verwonderd op. „Heel goed.
denk ik, haar laatste brief klonk heel opge
wekt. Maar hoe kom je daar zoo ineens
aan?"
„Och, ik dacht er aan hoe heerlijk nu een
reisje langs den Rijn zou wezen met ons
beidjes. Dan gingen we tegelijk Fien eens
verrassen. Wat zou ze een verbaasd gezicht
zetten als we daar in eens kwamen binnen
vallen."
Ciara lachte hardop. „Daar zal ze wel
van bevrijd blijven, even goed als wij van
ons Rijnreisje, manlief. Wil je soms eens in
m'n pertemonnaie kijken? En aan ons
spaarbankboekje raken we niet, wel? Boven
dien, waar zouden we den tijd van daan
halen? Neen, laten we maar tevreden zijn
met wat we hebben en geen luchtkasteelen
bouwen, 't Is heel best zooals het is, hoor
man, en ik verlang heusch niet meer."
„Dus, je zou er geen zin in hebben?"
„Om met jou een reisje langs den Rijn te
maken? Natuurlijk wel, maar ik kan 'er best
buiten en ben heel tevreden zooals we het
nu hebben."
„Beste, lieve kind," sprak Willem harte
lijk. En opeens stond hij op, trad op haar
toe en stopte haar wat in de hand. Ietwat
onthutst keek Clara hem aan.
„Nu, maak maar open," lachte hij.
Ze deed het papier er af en vondtwee
bankbiljetten van honderd gulden en twee
rondreisbiljetten door Duitschland en België.
„Voor ons huwelijksreisje, Clara!" juichtfe
hij; „aanstaanden Maandag gaat m'n va
cantie in en dan trekken we er samen op
uit!"
„Maarmaarwaar heb je al dat
geld vandaan, Willem? Had je het nog?"
„Gewonnen met kaarten op de soos, Dins
dags- en Vrijdagsavonds," lachte hij.
„Hè neen, man, dat is niet waar, dat ge
loof ik niet; plaag me nu niet en zeg, waar
je dat geld vandaan hebt."
En toen fluisterde Willem z'n vrouwtje in
't oor, waarom hij al in de maanden vóór
hun trouwen, twee maal per week een paar
uur had weg gemoeten.
„Dacht je nu werkelijk, dat ik er pleizier
in gehad zou hebben om twee avonden in
de week jou alleen te laten zitten voor
m'n vrienden en 't koffiehuis? Dat had je
toch direct moeten begrijpen, liefste. Maar
tóch, eigenlijk is 't goed, dat je het niet
begrepen hebt. Zóó is de verrassing zooveel
te aardiger."
Ze hadden een heerlijk uitstapje en Willem
bleef na hun thuiskomst twee avonden In
de week de boeken bijhouden voor een vriend
van z'n patroon, en nog heel dikwijls kon hij
zn vrouwtje een verrassing bereiden van 't
geld, dat hij daardoor verdiende.
In alle geval staan wettelijke bepalingen
om dit euvel tegen te gaan den minister
niet ten dienste.
Betaling der premie
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer van den Heuvel in verband met de
toepassing van art. 193 der Invaliditeitswet,
regelende de betaling der premie voor de
uitkeering van ziekengeld heeft de minister
van Arbeid, H. en N. geantwoord:
Uit een onderzoek is gebleken, dat de in
de vragen bedoelde moeilijkheid, welke ook
de Raden van Arbeid zouden moeten onder
vinden, niet van zoodanige beteekenis is, dat
deswege het voorschrift van art. 193 der In
validiteitswet ter zijde zou moeten worden
gesteld of de uitvoering van dat wetsartikel
ten koste van niet onbeteekenende arbeids-
vermeerdering voor de Raden van Arbeid zau
moeten worden geregeld op de wijze, als in
de vragen omschreven: Het tweede lid van
art. 2 van het K.B. van 13 Januari 1930 ter
uitvoering van art. 193 der Invaliditeitswet,
geeft aan de bedrijfsvereenigingen het noo-
dige machtsmiddel tegenover voor haar ri
sico verzekerden, die nalatig blijven in de
door hen ingevolge het eerste lid van be-
bedoeld artikel verschuldigde medewerking
ten einde de bedrijfsvereeniging in staat te
stellen haar verplichting tot het plakken van
een rentezegel na te komen. In verband
daarmede kan de minister niet de toezeg
gingen doen als in de vragen van hem wor
den verlangd.
Voortaan twaalf minuten tegen gewoon
tarief
Met ingang van 1 September a,s. vervalt
in het radiotelefoonverkeer met Ned. Indië
de bepaling, dat, bij voortzetting van een
gewoon gesprek na 6 minuten daarop het
dringend tarief van toepassing wordt, indien
andere gesprekaanvragen aanwezig zijn.
Elk gesprek kan derhalve worden voortge
zet tot 12 minuten tegen het tarief, waar
voor het is aangevraagd.
Bestemd
Indië Th
voor uitzending naar Ned.-
P. M. Verhulst, 's-Gravenhage;
C. J. C. Nagel, Haarlem, beiden onderw.
b/h openb. lager onderw.
Verlofgangers J. Blokdijk, onderw. 2de
k'. b/h openb. Westersch lager onderw.,
Venhuizen (N.-H.) K. Hut, onderw. iste
kl. b/h openb. Westersch lager onderw.,
Finsterwolde (Gr.) H. C. P. de Vos, hoog
leeraar aan de Techn. Hoogesch. te Ban
doeng, 's-GravenhageH. E. d'Hollosy,
griffier 3de kl. b/d Landraad te Tandjoeng-
pinang, Rotterdam E. W. H. F. C. Gedult
von Jongenfeld, hoofdcomm. b/h Dep.
van Binn. Best., 's-Gravenhage P. H. Cor-
duwener, beheerder iste kl. b/h Pandhuisd.,
Nijmegen B. W. L. A. van Heuven, havenm.
3de k!., Hilversum J. H. Goossens, burgerl.
ambt. der Triangulatiebrigade, adj.-brigade-
hoofd v. d. Topogr. Dienst, Brunnen
(Zwitserland) mej. W. J. L. Cramer, onderw.
3de kl. b/h openb. Westersch lager onderw.,
Weenen F. J. A. Anken, ambt. 4de kl.
(groep II) bij den Dienst der In- en Uitvoer
en Acc., Utrecht M. W. Drognat Doeve,
kantoorh. m/d pers. titel van refer, b/d
Alg. Rekenkamer, 's-Gravenhage H. Bosma,
onderw. iste kl. b/h openb. Westersch
lager onderw., 's-Gravenhage W. A. van
Lingen, hoofdstationschef b/d Dienst der
Staatssp. en tramw., 's-Gravenhage J. F. B.
Eekhof, werktuigk. b/d Dienst der Staatssp.
en tramw., 's-Gravenhage C. Bruin, onderw.
iste kl. b/h openb. Westersch lager onderw.,
Heemstede mej. C. C. Blanckers Pasque,
comm. b/h Centr. Kantoor v/d Statistiek,
's-Gravenhage J. P. Burger, iste comm.
b/h Hoofdbest. v/d P.T.T., Hilversum
H. Kokshoorn, hoofdpolitieopz. b/d Alg.
Politie, Voorburg G. Neijsingh, teekenaar
iste kl. b/d Waterst. en 's Lands B.O.W.,
A*sen ir. J. Trip, ing. 2de kl. b/d Waterst.
en 's Lands B.O.W., 's-GravenhageF.
Witmer, tijd. fung. gedipl. tech. ambt.
iste kl. b/d P.T.T., Leiden F. W. Wijsman,
ambt. 2de kl, b/d Dienst der In- en Uitvoerr.
en Acc., 's-Gravenhage mej. B. J. de Haas,
verpl. iste kl. b/d Hospitaald., Bergen op
Zoom mej. J. Vermaas, hoofdverpl. b/d
D.V.G., AmsterdamJ. Hazenberg, kap.
mil. adm., Hilversum R. G. Leegstra, luit.-
kol. art-, Wassenaar P. Hoefsloot, onderluit.
intend.. Assen M. H. Kuipers, onderluit.-
magazijnm., Rotterdam C. Romijn, onder-
luit. inf., 's-GravenhageR. T. Jüttner,
onderluit. intend., Heemstede W. F. L.
Latour, kap. der inf., 's-Gravenhage R. M.
Ch. d'Engelbronner, kol. der inf., 's-Graven
hage J. Ph. Wissema, kap. der inf., 's-Gra
venhage.
Gepensionneerden J. Tadema Wielandt,
hoofdwerktuigk. b/h Veiligheidstoez., 's-Gra
venhage it. P. P. Inklaar, ing. iste kl. b/h
Veiligheidstoezicht, 's-Gravenhage H. C.
van der Vaart, onderw, b/d R.K. Holl.-
Chin. School te Padang, Tilburg L. C.
Hageman, hoofd v/d Jozefsch. te Semarang,
Hiliegersberg W. van Loosbroek, onder
luit. der inf. Schiedam J. Feikema,
luit.-kol. der inf., 's-Gravenhage H. M.
Savalle, maj. der inf., 's-Gravenhage M. A.
Hoekman, maj. intend., UtrechtA. C. C.
Musch, luit.-kol. der inf., Hilversum J.
Mackenzie, maj. der inf., Zeist.
Nieuwbenoemden J. P. v. d, Schroeff.
off. van gezondh. 2de kl., UtrechtW. Parrée
mil. paardenarts 2de kl., Zeist J. E. J. de
Haas, Zuilen N. Bessem, 's-Gravenhage,
beiden off. van gezondh. 2de kl.
Na 75 dagen van erupties.
Het hoofd van den dienst van het Vul-
kanologisch onderzoek meldt, dat Zaterdag
648 erupties van den Krakatau plaats von
den, waarvan er zeven reikten boven de 1000
Meter. Er waren vele waterbollen en -hoo-
zen. Om 8,15 Vrijdagavond hield de werking
op na 75 d'agen te hebben geduurd. De
hoogte van het eiland Krakatau bedraagt
thans 13.5 M. Sinds het begin der werking
heeft de plantengroei op het Verlaten Ei
land sterk geleden, vermoedelijk door de
zure natte asch van de hevigste erupties.
Ook de hoozen hebben groote verwoestingen
aangericht. De bevingen hebben thans op
gehouden.
All
tegi
Wegens moord Ier dood veroordeeld.
De Krijgsraad te Tjimahi veroordeelde
den Ambonneeschen fuselier J. Saya va»
het garnizoensbataljon van de Westerafdee-
ling van Romeo, ter dood wegens feitelijke
Insubordinatie tweemaal gepleegd. Saya had
in den nacht van 20 op 21 Mei als schild
wacht zijn post verlaten met meeneming
van een scherpgeladen karabijn en zich be
geven naar de slaapplaats der onderofficie
ren. Vervolgens heeft hij den slapenden Ja-
vaanschen sergeant Soeratman doodgescho
ten, waama hij een moordaanslag pleegde
op den Europeeschen sergeant-detachements
commandant. welke mislukte. Hierna werd
hij gearresteerd. Veertien dagen tevoren waS
gebleken dat Saya een ongeoorloofde ver
houding had met de inlandsche vrouw van
een anderen fuselier, waarop de vrouw naaf
Java werd gezonden en Saya gestraft. Saya
besloot toen wraak te nemen op zijn supe-
rieuren en wachtte daartoe de gelegenheid
af tot hij nachtwacht had.
Groote belangstelling.
Onder zeer groote deelneming heeft t®
Batavia de begrafenis plaats gehad van den
vermoorden ondercommissaris van politie
Van Rees. Op het kerkhof te Nanah Abanf
waren o.a. aanwezig de gouverneur der pro
vincie West-Java J. B. Hartelust, de resi
dent ter beschikking J. C. de Vos, de regen'
van Batavia, het onderhoofd der algemeen®
en gewapende politie, de insoecteur S. Ko
ster, de hoofdcommissaris van politie J.
Feuerstein. de majoor, hoofd der Chinee?-"1'
Khouw Kim An enz. Tallooze kransen dek
ten de baar. Zes commissarissen en onder-
oommissarisen van politie fungeerden a'S
slippendragers. Een vuurpeleton gaf bet eer
ste salvo waama de baar in het graf neer
daalde. Hierop volgden twee nieuwe salvo'V
waama de resident van Batavia een roe
rende grafrede hield, waarin hij den hee'
Van Rees schetste als een zeer piiehtsS®'
trouw politie-smbtenaar. Daarna werd h®
woord gevoerd door den hoofdcommissari5
van politie, die de hoóge plichtsopvattin?e?
va.n den overledene memoreerde en hem d®®
jongeren ten voorbeeld stelde. Namens
Vereeniging van Middelbaar Politiepersone®
werd het woord gevoerd door den heer
W. H. G. L. Edixhoven, ondereommissarl'
van politie te Batavia. Volgende soreker5
waren de heeren Kruiswiik. voorzitter v®31
den Algemeeren Politiebond, Van Velz®^
rsolitie-onziener en S. Koster, inspecteur d®3
algemeen en ge wanende politie namens d®*1
directeur van het denartement van BinnC'
landsch Bestuur. Een broer van den ove®'
'Wene dankte voor de betoonde belangstel
ling.
Verhooging invoerrecht op erwten
Volgens mededeeling van onzen Rijkslan^,
bouwconsulent te Berlijn, wordt op grof
van de aan de Duitsche Regeering bij de
van 15 April j.l. verleende machtiging m®.
ingang van 21 Augustus as. het invoerred1
op erwten van tariefpost II als volgt: -
Consumptie-erwten 15 Mark per 100 fr
ivool-heen 4 Mark).
Voeder-erwten blijft 4 Mark per 100
Dezer dagen zal in het Duitsche Staa'5'
blad worden bekend gemaakt, wat als cof
sumptie-erwten en wat als voeder-erwt®
wordt beschouwd.
Het invoerrecht op gepelde erwten is
houden bij het handelsverdrag met Beté't
en blijft derhalve ongewijzigd op 4 Mark
100 K.G.
t
507. En Jokko zag nu ook het vliegtuig, dat ronkend boven
hem vloog. „Nu is 't mijn beurt," zei hij gelukkig. En
een traan ontviel zijn oog. Het touw werd opnieuw
uitgeworpen. De bok, opeens zijn vracht verloor, want
Jokko had snel 't touw gegrepen. Hij hing. De bok ging
er van door.
508. Toen bleef de bok nieuwsgierig stilstaan. Zooiets had
hij nog nooit beleefd: Jokko, pa:: op zijn rug gezeten, nu
netjes door het luchtruim zweeft. Jokko klom rustig tegen
't touw op, dat stevig aan het schuitje zat, de bok bleef
verbaasd naar hem kijken, wist riet hoe hij het nu wel
had.
Am
Hte
tie
een
tak
A
teel
Jaa:
den
Aan
Hiel
bel:
h
aan
8ev
sch
Uiic
ete:
K
Atei
org
looi
órii
het
alle
kon
Cai
Ape
6eli
Iftsi
Atei
Ajie
blie
hoe
lan
c
ais
bar
lil
dig,
tón
rat
t
of
doe
Ach
E
dat,
kin
Vas
en
de
C
hai
E
Co;;
tóis
tóe;
die:
kan
in
var
Ate
da«
hie>
C
Am
en
dai
'ens
Pre
tóe*
1
Beg
tó
o-
tie
1
he
hits
on
ee:
tó*
kr
et*
bn
to
Ar:
Soi
di
at.
tó«j
de
h*
tc
R<;
h#
W
v.
h