DE VELSERBRUG WEER GEOPEND m ONDERAARDSCH PARIJS mmwm SMpiS DE ZUIDERZEE- VISSCHERIJ-TEN TOON ST ELLING TE ENKHUIZEN PIJLTJES TWEEDE BLAl DONDERDAG 21 AUGUSTUS 1930 BLADZIJDE 1 Het beeldhouwwerk aan de Groote Houtbrug BRIEVEN UIT FRANKRIJK De stremming van het scheepvaartverkeer opgeheven Het treinverkeer blijft voorloopig gestremd Het toezicht op het Noordzeekanaal onvoldoende De heer J. Syïfert havenmeester te IJmuiden? STADSNIEUWS Een onderhoud met den meester Groeiend Oud-Schoten Ringriiderij te Santpoort Zij nadert haar voltooing De Velserbrug Voor vreemdelingen die voor het eerst in Parijs komen, heeft de ondergrondsche spoorweg een groote aantrekkelijkheid. Vooral natuurlijk voor hen, die in hun eigen land dit practisch vervoermiddel niet kennen, zooals b.v. met ons Hollanders het geval is. Eenige mijner kennissen vertel den me zelfs, dat ze het metrorijden pret tig vonden terwijl de vrouw van een mijner vrienden bepaald een zwak had voor de ,,Nord-Sud" (een maatschappij, die vroeger onafhankelijk was en thans met de metro vereenigd is). Nu zijn de wagens der Nord- Sud inderdaad veel ruimer en veel zinde- lijker dan die der metro, maar dat men voor zijn genoegen een half uurtje onder den grond gaat doorbrengen dat heb ik toch altijd een zonderlinge liefhebberij ge vonden. Vooral 's zomers is het in de Pa- rijsche metropolitain onaangenaam en ge durende de uren der „affluence", dat zijn de uren, dat de kantoren en ateliers aan- en uitgaan, is het in de metro voor hen, die er niet aan gewend zijn, vrijwel onmogelijk reizen. Het is dan benauwd in de onder grondsche stations en in de overvolle wa gens is het dan muf en ongezond warm. Toen dan ook een mijner kennissen, die stadredacteur aan een Parijsch blad is, me voorstelde hem op een wandeling onder den grond te vergezellen, voelde ik er aanvan kelijk niet veel voor om zijn uitnoodiging te accepteeren maar toen hij mij er op wees, dat in een „Verkenningstocht onder de boulevards", ongetwijfeld interessante copy zou zitten werd de journalist in me wakker en een uur later was ik bezig met ware doodsverachting een lange en naar het me toescheen niet zeer sterke lad der af te dalen. Hoe lang ik daalde en hoe veel treden er waren, weet ik niet, maar uit het feit, dat ik vijf maal meende dat ik er was, maak ik op dat ik op mijn tocht „naar het middelpunt der aarde" vijf eta ges gepasseerd heb, Ten slotte voelde ik grond en bleek ik aangeland op den voch- tigen bodem van een geweldige grot waar de eeuwige nacht eenigszins verlicht werd door eenige honderden lichtpuntjes aan twee lange koorden. Mijn vriend vertelde me, dat dit de gang was der lijnen acht en negen, welke met het oog op de aan staande koloniale tentoonstelling ver lengd worden. Deze lijnen loopen geruimen tijd parallel, d. w. z. de negen loopt onder de acht. Het is een eigenaardige gewaar wording, zoo gemoedelijk met z'n tweeën, onder Parijs te wandelen. Vooral eigenaar dig voor iemand, die de stad goed kent en die, uit den loop der metrogangen, kan op maken, waar hij zich ongeveer bevindt. Wij waren onder de groote boulevards en tot aan de Place de la République was het hoewel de lucht wat bedompt en de grond wat modderig was een rustige en werke lijk niet onaangename wandeling. Maar daarna was het voor goed met onze rust gedaan: we waren namelijk aan een station in wording gearriveerd en de werklieden waren juist bezig de enorme massa aarde en zand, die dat, wat eens de uitgang zal zijn, maskeerde, weg te werken en het zand stortte met donderend geweld van de bovenste etages naar beneden: droge stortvloeden, spookachtig verlicht door de hier maar schaarseh aangebrachte e'.ectri- sche lampjes. Niet minder dan 320.000 kubieke meter zand en aarde moet op die manier wegge- graven worden, vertelde een der opzichters ons, terwijl 100.000 ton steen en ander ma teriaal aangevoerd wordt. Lange treinen kleine karretjes kipkarretjes, meen ik rijden daartoe dag en nacht naar en van de schepen in het kanaal Saint Martin. Wij vervolgden onzen weg onder den einde- loozen tunnel, langs schilders, die het gewelf met het als diamant schitterende céramique beschilderden. De karretjes rolden, luid bellend, langs ons heen; half-naakte mannen, zwart en bezweet als Egyptische slaven, groeven en timmerden, onder de luidkeels geschreeuw de bevelen der opzichters. We kwamen nu aan een gedeelte, waarvan de grond nog niet bewerkt was en baggerend door de vette aarde en de modderige plassen, zet ten we onzen tocht moeizaam voort. Op passen was de boodschap: hier moest een smalle loopplank voorzichtig gepasseerd worden, daar moesten we de hoofden bui gen om een onzachte aanraking met een neerhangenden balk te vermijden. De trei nen kipkarretjes hoorden we in de verte aankomen, maar de duisternis verhinderde ons ze te zien, voordat ze vlak voor ons als uit den nacht opdoemden. Dan kondigde het gejaagde hijgen van een batterij pompen en het kabbelen als van een beekje ons de nabijheid van het station Strasbourg. Men had ons aan het vorige station verteld, dat daar veel water uit den grond gekomen was, waardoor het werk natuurlijk ten zeerste vertraagd werd. Dit station zal dan ook wel het laatste gereed komen, maar daarentegen nadert het station Saint-Martin, waar we kwamen via een zijweg onder een lijn, waarop het verkeer in vollen gang was, zijn voltooiing. XI wil eerlijk bekennen, dat ik me op dat zijweggetje niet bijzonder op mijn gemak voelde: de rails der lijn boven ons waren wat opgehoogd, zoodat we met gebogen hoofd er juist onder door konden. En de wielen der in sneltreinvaart rijdende matro's maak ten \an zoo vlak bij, 'n verbazennd unheim isch aandoend geweld. Gelukkig behoefden we niet langs denzelfden weg terug om weer aan de oppervlakte te komen. Een afvoerbuis, die later overgaat in een soort gang, stijgt tot aan het kanaal Saint- Martin, waar de schepen liggen, die het uitgegraven zand weg- en de bouw-materia- len a. nvoeren. De lange treinen (sommige bestonden uit twintig tot dertig kerretjees) volgen en kruisen elkaar hier onophoudelijk. Ge heel aan het einde van de gang staat een groote hijschmachine, die de ledige kar retje-, vult en de volle, met een snelle be weging, waardoor de bak achterover gewipt wordt, ledigt. Via groote trechters, komt dan alles wat overtollig is, in de schepen terecht. En dat is precies alles, wat de buitenwe reld bespeurt van dezen maandenlangen, geweldigen arbeid onder den grond. H. d. J. Gistemamiddag, omstreeks 6 uur, is men er in geslaagd de Velserbrug te openen en het scheepvaartverkeer doorgang te ver- leenen. Den geheelen dag werd voortgewerkt met hydraulische vijzels. Tegen vier uur in den namiddag werd met een kracht van onge veer 1400 ton het gewicht van de brug gewerkt, doch er was in het gevaarte geen beweging te krijgen. Daarop werd besloten de hulp in te roe pen van een grooten drijvenden bok van 150 ton van de Amsterdamsche Droog dok Maatschappij. Tot nu toe had men van dit hulpmiddel liever geen gebz-uik gemaakt, omdat men bevreesd was, dat de brug van de rollen zou loopen en in het water terecht komen. Het spreekt vanzelf, dat dit een gevaar lijke onderneming zou zijn, doch het groote belang, gelegen in de opheffing van de strem ming van het scheepvaartverkeer, zal ten slotte den doorslag hebben gegeven. Amsterdam kon en mocht niet langer verstoken blijven van den toegang naar zee en dies werd dit kracht-instrument naar Velsen ontboden. Zooals begrijpelijk is, zou de bok niet be stemd zijn om te heffen. Het was te doen om den grooten winch, waarover de bok beschikt en waarmede dan ook getrokken zou worden. De bok werd daartoe aan den oostelij ken rust-pijler vastgelegd, waarna aan het noordelijke (het beschadigde) brugeinde een strop bevestigd werd. De leider van het werk, de heer P. Fe- ninga, uit Amsterdam, begaf zich op de brug, gewapend met een fluitje, om het sein tot het inwerkingstellen van den winch te geven. Langzaam, met korte tusschenpoozen, draaide de winch. Er kwam beweging in het geraamte en spoedig kon men constateeren, dat de doorvaart-opening langzamerhand vrij werd. Ingenieurs hadden zich bij de rollen op den midden-pijler opgesteld om te controleeren, of daar alles goed ging. Het opendraaien werd door vele autoritei ten van de Ned. Spoorwegen en van den Rijkswaterstaat bijgewoond De heeren Dr. Joosting en Maas Geesteranus, hoofd-inge- nieurs van de Ned. Spoorwegen, alsmede de ingenieur van de sectie Alkmaar van den Rijkswaterstaat, waren den geheelen dag aanwezig, zoomede waren er de hoofd-inge- nieur-directeur te Haarlem, ir. W. G. C. Ge- linck en de hoofd-ingenieur in het arrondis sement van- het Noordzeekanaal, ir. H. Re- deker. Omstreeks zes uur was de doorvaart in zooverre wederom vrij, dat de „Koningin Wilhelmina", van de „Alkmaar Packet" kon passeeren. Intusschen bleek het andere eind van de brug vast te loopen in de ijzeren loopbrug, welke aan de zuidzijde van den Kanaal oever naar den westelijken pijler voert. Een bewijs dus, hoever de brug van haar Plaats is gebracht. Men was genoodzaakt een gedeelte van deze loopbrug af te branden, waarna de brug geheel opengetrokken kon worden. Onmiddellijk werd hierna begonnen met het doorlaten van de wachtende schepen. De uitgaande schepen liet men het eerste pas seeren. Te Amsterdam lagen zestien schepen, waaronder de „Gelria" en voor de brug een twaalftal schepen voor de vaart naar Am sterdam. De schepen', die te IJmuiden binnenkwa men en de haven van Amsterdam nog niet konden bereiken, waren de Engelsche „Ni gerian" en de tankboot „Asperity", de Duit- sche „Westfalia", „Pinnau", „Meicur" en „Ella Halm", de Nederlandsche „Erato", „Aurora" en „Orion." Voorts arriveerde de Zweedsche „Irma" met hout voor Zaandam. In scheepvaartkringen te Amsterdam en te IJmuiden wordt de oorzaak van deze aan varing, die zulke ernstige gevolgen voor de Amsterdamscre scheepvaart had kunnen heb ben, wanneer de brug nog geruimen tijd had blijven vastzitten, mede toegeschreven aan het absoluut onvoldoende toezicht op de scheep vaart in het Noordzeekanaal. Ook wordt nog steeds gewacht op de benoeming van een nieuwen Rijkshavenmeester te IJmuiden. waardoor het toezicht aldaar ook onvol doende is. Door deze aanvaring is weer gebleken, de noodzakelijkheid van op beide bruggen van 't kanaal gestationneerd nautisch onderlegd personeel, mannen, die verstand van zaken hebben en overleg. Zij moeten meer weten van het meeren van schepen, van zuigingen en de afstanden tusschen schepen. Er hangt te veel van dit personeel af, zoo ook van de loodsen. Het blijkt nu weer, welke ernstige gevolgen een aanvaring, verkeerde manoeu vre of het niet opvolgen van seinen kan heb ben. In de tweede plaats is wederom duidelijk gebleken, dat er voortdurend toezicht in dit kanaal moet zijn, niet van ingenieurs, maar van een nauticus, die weet wat hij wil en durft optreden tegen ongewenschte toe standen. Constant toezicht zal niet elk ongeval kun nen vermijden, want dan zou een snelle boot aan één stuk door heen-en-weer moeten va ren, maar van een goed toezicht, waarop door de deskundigen reeds vroeger is aange drongen, gaat een preventieve werking uit. Toevallig, zoo zeide de heer v. d. Boom, in specteur van de scheepvaart, aan de „Tel.", zag ik vanmorgen nog, dat een koJen-aak, door een sleepboot losgelaten, in het kanaal dreef. Nogmaals, sluizen, bruggen en het ka naal zijn voor het geheele scheepvaartver keer der hoofdstad en haar havens van te groot belang. Wat of er nu verder met de brug zal gebeuren, is nog niet bekend. De brug blijft voorloopig zoo liggen, zoo dat het treinverkeer vooreerst nog ge stremd blijft De schade zal nog nader moeten worden vastgesteld. Het ss. „Amazondat de aan varing veroorzaakte, is minder ernstig be schadigd. Aan bakboordsboeg zijn eenige pla ten ingedrukt. De directie van de Nederlandsche Spoor wegen heeft intusschen in afwachting van de regeling der schade het Grieksche sa. „Ama zon" doen aanhouden, zoodat dit niet mag vertrekken. Woensdagavond lag het nog in het Noordzeekanaal voor de brug. Den geheelen namiddag en ook des avonds was de publieke belangstelling bij de brug zeer groot. Van de aanvaring vernemen wij van an dere zijde nog het volgende; Dinsdagavond tegen zeven uur lagen aan de Westzijde van de spoorwegbrug te Vel sen het s.s. „Erato" van de Koninklijke Ne derlandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam en aan den anderen kant als eerste van een aantal uitgaande schepen het Grieksche s.s. „Amazon". Nadat te 6.55 de trein naar Velsen gepas seerd was, zou de brug van 7.01 tot 7.08 voor de scheepvaart worden opengesteld. Als teeken dat de brug zou worden ge draaid, gaf de brugwachter het voorge schreven sein: het op- en neerhalen van de bal. De „Erato" was het eerst voor de brug gearriveerd en had derhalve voor het pas seeren den voorrang. De brugwachter heesch in verband hiermede den kegel met de punt naar boven, het voorgeschreven sein voor het passeeren van schepen uit Weste lijke richting. Daar evenwel de „Amazon" veel dichter bij de brug lag dan de „Erato" en eerstgenoemd schip vlugger kon passee ren, haalde de brugwachter den kegel weer neer en heesch hem daarna met de punt naar beneden, hetgeen beteekende dat de „Amazon" den voorrang kreeg. Het voorschrift luidt, dat de schepen eerst mogen passeeren wanneer op de brug de manden bal is geheschen. Dit teeken heeft de loods, die het Grieksche s.s. „Ama zon" naar buiten zou brengen, evenwel niet afgewacht. Toen op de brug het sein was gegeven, dat de „Amazon" het eerst mocht passeeren, is aan boord van dit schip on middellijk „vooruit" gegeven, hetgeen ten gevolge van een defect aan de brug daarna tot de aanvaring heeft geleid. Toen toch de brug, die electrisch bediend wordt, ongeveer 45 graden gedraaid was zij draait naar het Oosten bleef zij tot groote verwondering van den brugwachter plotseling steken. In het bedieningshuisje sloegen de veiligheidslampen door en de brug bleef staan. Tot dusver is dit nog nimmer voorgekomen. Toen men op de „Amazon" bemerkte, dat de brug niet ge heel werd geopend, heeft men nog getracht een aanvaring te voorkomen. Onmiddellijk werd „achteruit" gegeven, terwijl men ook nog het anker liet vallen. Het schip had echter reeds te veel vaart en een aanva ring kon niet meer worden vermeden. Met groote kracht voer de „Amazon" te gen de spoorbrug en drukte deze niet alleen weer zoo goed als dicht, doch schoof haar ook ongeveer 2 d.M. naar links, waardoor de geheele brug ontzet werd en de toegang tot de Amsterdamsche haven gesloten werd. De gevolgen voor de reederij van de „Amazon". Naar reeds kort is medegedeeld, hebben de Nederlandsche Spoorwegen de reederij van het Grieksche Stoomschip „Amazon" aansprakelijk gesteld voor de aan de Vel serbrug toegebrachte schade. In dit verband vernemen wij, dat de Nederlandsche Spoor wegen een cautie hebben geëischt van één ton, hetgeen er op wijzen zou, dat de ra ming van de schade om en nabij dit bedrag valt. Wij vernemen voorts, dat deze cau tie is toegezegd, zoodat de „Amazon" na ontvangst van de borg door de Nederland sche Spoorwegen zal worden vrijgegeven. Hiermede bestaat echter geen zekerheid, dat het schip zijn reis zal kunnen vervol gen, aangezien het waarschijnlijk is, dat van den kant van reederijen, welke door het ophouden hunner schepen schade hebben geleden, actie zal worden ontketend. Voor al de stagnatie der weekbooten, welker la ding direct voor de markt is bestemd, brengt aanzienlijke schade met zich mede. Naar wij vernemen zal in de vacature van havenmeester voor het Noordzeekanaal te IJmuiden, ontstaan door het vertrek van den heer Brutel de la Rivière naar Amsterdam, met groote waarschijnlijkheid worden voor zien door de benoeming van den heer J. Syf- fert, gezagvoerder van de Stoomvaart Maat schappij „Nederland". Verschijningen in steen Het mag prijzenswaardig worden genoemd van Haarlem's gemeentebestuur, dat het bij den bouw der nieuwe Grcote Houtbrug niet alleen de utiliteit, doch ook de schoonheid heeft willen doen gelden. Daarom mag de opdracht aan den bekenden Haarlemschen beeldhouwer, den heer H. A. van de Eijnde, om, ter weerszijden, aan den ingang der brug beeldhouwwerken te plaatsen, bijzonder worden toegejuicht. De fraaie stad Haarlem, met haar zoo kunstrijke historie, heeft een waardige en aantrekkelijke traditie op te houden, het geen dan ook naar best vermegen blijkt te worden gedaan, al zijn er enkele, wel wat onbegrijpelijke uitzonderingen. Noemen wij er b.v. één van; het „hotel de ville", aan de Groote Markt. Al is dit oude gebouw nu niet „aanzienlijk" te noemen, het is toch veel te mooi en karakteristiek om het onvol doende te onderhouden. Op de eerste plaats zou een flinke reiniging direct aan de beurt kunnen zijn. Hoe zou het gebouw, dat door vele vreemdelingen geregeld wordt be schouwd, alleen van die elementaire behan deling opknappen! Maar laten we bij het onderwerp blijven: de versiering van de nieuwe Groote Hout brug. Bij den ingang van de eenvoudige, doch smaakvol geconstrueerde brug zallen dus twee beelden geplaatst worden. Links zal oprijzen de beeltenis van Lieven de Key, Stadsarchitect of, toen gezegd stadssteen houwer in de zeventiende eeuw; rechts het beeld van Haarlem's grootste genie: Frans Hals, de levenslustige meester van het palet, die na eeuwen een gansche wereld door zijn charmante, machtige kunst boeit en in be wondering doet staan. Deze beelden zijn ontworpen door den beeldhouwer van de Eynde, wien we dezer dagen een bezoek brachten. We troffen den meester aan, druk arbeidend in zijn ruime, lichte en moderne atelier, aan de Willem v. d. Veldekade, terwijl de parelen van het „zweet des aanschijns" hem op het voor hoofd blonken. „Hebt u vijf minuten voor den verslaggever van de Nieuwe Haarlemsche Courant", vroe gen wij den zwoegenden kunstenaar. En met een typisch handstrijken over zijn hoofd, waaronder hij wellicht even kort beraadde, stond hij ons het onderhoud welwillend en glimlachend toe. Wij traden in de ruime werkplaats, waar het geurde naar het materiaal en waarbin nen een kuisch en zuiver, we zouden haast schrijven, streng licht viel. In deze ruimte zijn zeker heel wat moeilijke opgaven, in noesten arbeid, met het nauwkeurig en krachtig hanteeren van beitel en hamer, overwonnen. Hier boetseerden gevoelige handen, onder het regeeren van een schep penden geest, wezentrekken en vormen uit klompen van klei, hier werden zorgvuldig vele witte gipsafdrukken genomen. We praatten met den kunstenaar-hand werksman over verschillende zaken: óver Oud-Schoten ondergaat een algeheele transformatie van plattelandsgemeente tot groote stad. Hierboven een deel van den Rijksstraatweg, dat men, in vergelijking met eenige jaren geleden, niet meer terugkent. Links: de achtergevel van complex nieuwe katholieke scholen, dat er verrezen is. Cuypers en Berlage, van wie eertgenoemde vooral de groote bewondering had, óók om dat Cuypers zoo prachtig gelegenheid gaf, in zijn bouwwerken, om de toegepaste schilder- en beeldhouwkunsten tot haar recht te doen komen. We spraken over het mechaniseeren van den arbeid, waardoor het eervolle, aange name handwerk zoo in 't gedrang moest komen. „Maar van mijn arbeid," aldus de heer van de Eynde, „blijft de machine voor loopig af." Achter ons stond een kolossaal, helaas toe gedekt werkstuk, waarbij men ladder en stellage moest bezigen: een beeldhouwwerk voor Indië. Verschillende reliefs konden we bewonderen, evenals zooveel' merkwaardigs meer. In 't midden der werkplaats bevond zich Frans Hals in de klei! Het beeld was ongeveer gereed om in gips te worden gegoten, waarna dan de uit voering in graniet-steen kan geschieden. Die uitvoering der beelden is in vaardige handen van den bekwamen beeldhouwer- uitvoerder, den heer C. J. Holtus, te Haar lem, wien wij vóór den tijd al een bezoek brachten in zijn werkkeet bij de brug, waar hij groote vorderingen maakte met dé beel tenis van Lieven de Key. In die keet stond het gipsmodel opgesteld, waarnaar de heer Holtus zijn beeld in Beiersch graniet, op een respect afdwingende wijze, hieuw. Met stippels en punten worden alle diepten op het gipsbeeld aangegeven en met een pun- teerinstrument de verhoudingen precies op en overgenomen. Als wij ons nu zoo de gipsbeelden en het granieten beeld, dat bijna gereed was, in herinnering brengen, komt het ons voor, dat de meester ze vooral heeft gedacht als toe gepaste kunststukken, die zich moesten aan sluiten bij de strenge lijnen van de brug. De beelden zijn niet rond, maar uitgehou wen in de granieten zuilen. „Verschijningen in steen", zooals de beeldhouwer ze terecht betitelde. Ze komen niet recht voor de brug te staan, doch eenigszins naar binnen gekeerd, zóódat ze in de lijn der toeloopende straat zijn. D zuilen worden nog rondom door reliëf-versieringen omgeven. Bij Lieven wor den deze gevormd door rij-dansende kinde ren en enkele bouw-attributen van de Key; bij Hals zijn de reliëfs nog niet bekend. De beelden zelf houden toepasselijk ma teriaal in hunne handen. Lieven heeft hamer en beitel; Hals palet en schilders kwast. Zooals dus reeds gezegd zijn het geen op zich zelf staande beelden, doch zijn ze „toegepast". Vandaar dat de beeldhouwer ze in strenge lijnen uitvoerde: de lichamen zijn haast vlak te noemen, in de gezichten is meer leven en teekening, ofschoon ook aeze eenigermate gestyleerd zijn. De moderne toegepaste beeldhouwkunst is nooit zooaeer impressionistisch en uiterst gevoelig. Veel wordt echter door de nieuwe re kunstenaars goedgemaakt, door een bij zondere of markante expressie, door gro teske symboliek, door bijzondere'psychologie. De beeldhouwer der Haarlemsche brug- beelden heeft dit niet zoozeer toegepast, maar is meer in decoratieven stijl van de brug gebleven en als zoodanig zijn de beel den zeker te waardeeren. Trouwens, men kan by „figuren" of an dere onderwerpen beter zinnebeeldig zijn dan bq prsonen. Toch heeft van de Eynde een oplossing wc-ten te vinden in zijn aange brachte reliëfs, waaruit vooral de levens blijheid uit den tijd van de Key en Hals zal blijken. Met een kennelijke bedoeling heeft dus de beeldhouwer, vooral de lichamen zijner beelden in zeer strakken vorm gehouden, zonder gevoelige of opvallende „plans" ('t welk in ht granieten materiaal ook niet makkelijk zou gaan). Als toegepaste, decoratieve kunst zullen ze echter telkens met genoegen worden aan schouwd door de vele voorbijgangers, vooral wanneer de lichtwerking der zon het hare bijdraagt en zullen ze ongetwijfeld het Haarlemsch stadsbeeld verlevendigen en verfraaien We hebben nogwat nagekeuveld met den vriendelijken meester in zijn atelier, nog wat prenten bezien van bouw- en beeldhouw kunst, om dan met een „tot weerziens" af scheid van hem te nemen. Ongetwijfeld zal Haarlem hem en zijn uitvoerder bij de officieele opening van de brug de verdiende eer brengen voor het kra nige en aantrekkelijke, het blijde en moder ne beeldhouwwerk. K. de H. Een schitterende dag Onder begunstiging van het mooie zomer weer had gisteren te Santpoort de jaarlijksche ringrijderij plaats. Er waren een en veertig deelnemers dus enkele meer dan het vorig jaar. We waren weer getuigen van een feilen kamp, daar vry zeker de wisselbeker dit jaar definitief zou gewonnen worden; de heeren A. Wigehert en Meyer toch waren alreeds enkele malen be kerhouder en verkregen dus bij winst den beker definitief. Laatstgenoemde werd de ge lukkige en zoo ging de beker naar Velsen- Noord. Ruim zes uur was de strijd ten einde en toog men naar hotel „De Weyman" waar de prijsuitreiking plaats had. Allereerst bracht de voorzitter B. Witteman een dankwoord aan zijn medebestuurders, aan het fanfarecorps „Wilhelmina", aan de politie en aan hen die financieel steunden, waardoor de prachtige prijzen aangekocht konden worden. In het bijzonder werd dank gebracht aan den Weled. Gestr. heer Jansen, beschermheer der vereeniging. Daarna reikte hij op de hem eigen wqze, met een hartelijk speechje de prijzen uit. De prqswinnaars maakten daarna een eere-tochtje door het dorp, waarbij de fan fare eenige pittige marschen liet hooren. Een mooi vuurwerk besloot dezen welgeslaagden dag, die zeer veel publiek trok en waarby door neringdoenden en handelaars goede zaken gemaakt zijn. Hieronder volgt de uitslag: Dames: le prqs, theekast en wisselprijs, mej. H. Rutte; 2e pr., cassette, mej. A. Uiten- daal; 3e prijs, parapluiebak, mej. J. Schip per; 4e prijs, koperen bloempot, mej. Rutte; 5e prijs, koperen kan, mej. Meijer; 6e prqs, bonbonschaal, mej. Wigchert. Extra-prijs, hoogst aantal ringen le rit, gouden zweepje, mej. van Tunen. Heeren; le prijs, rooktafel en wisselprijs, de heer Meijer; 2e prijs, portemonnaie, por tefeuille en sigarenkoker, de heer Witteman; 3e prijs, gangspiegel, de heer Meijer Jr.; 4e prqs, sigarendoos, de heer v. d. Berg; 5e prijs, bitterstel, de heer Heeremans; 6e prqs, kistje sigaren, de heer A. Uitendaal, Extra-prijs, hoogst aantal fingen le rit, Delftsche pul, de heer Meijer Jr. Het succes der familie Meijer is dus groot. Voor den middag had een wedstrijd plaats in ringsteken per rijwiel, waarvoor groote animo bestond. De uitslag hiervan luidt: Dames: le prijs, taschje, mej. Wigchert; 2e prijs, pulletje, mej. v. Futten; 3e prijs, koek- schaal, mej. Kleijn. Heeren: le prqs, scheerstel, Dirk Geus; 2e prqs, inktstel, G. v. Dillewqn; 3e prys, porte feuille, H. Hazeberg. De massale, machtige dijk, welke de grenslijn zal vormen van Nederland's 12de provincie, zal niet alleen de Zuiderzee af sluiten, maar ook net sluitstuk vormen van de aloude historie van een stoer geslacht, dat weldra verspreid en verstoord zal wor den, medegevoerd in den jachtenden stroom van het moderne leven Het was deze gedachte, die het plan deed rqpen een Zuiderzeevisscherij-Tentoonstel ling te doen houden, waar alle schatten van folklore en geschiedenis zouden worden bijeengebracht waar landgenoot en vreem deling zoudenkunnen kennismaken met de nog bestaande zeden en gebruiken der vis- schersbevolking en waar in het kort het verleden als een imponeerende film zou worden afgerold Het bestuur van deze belangwekkende ten toonstelling, die Maandag a.s. officieel zal worden geopend, heeft de journalisten ont vangen om hun een overzicht te geven van de expositie, die thans haar voltooiing na dert. Reeds direct na aankomst in het vriendelqke Zuiderzeestadje bemerkt men, dat er groote gebeurtenissen op til zijn. Hoe meer men het tentoonstellingsterrein nadert, hoe meer feest-voorbereidingen men te aanschouwen krqgt, zooals versieringen, illuminatieleidingen en anderzins, waar aan de laatste hand wordt gelegd. Het expo sitieterrein zelf is, zooals men weet, het fraaie groote park, dat aan de eene zqde door het hek en aan den anderen kant door het typische ku tmuurtje is afgebakend. Daar, temidden van de groene boomen, lig gen de paviljoens. Alle voorbereidingen zqn hier thans nog in vollen gang en er wordt met schier koortsachtigen qver gewerkt om de zaak op tijd gereed te krijgen. In de pa viljoens wordt door de tentoonstelllng- „etaleurs" den geheelen dag door gehamerd, gepast, gemeten, gezaagd, gedrapeerd en wai; er verder aan de „mise en scène" van een tentoonstelling vastzit. Buiten, over een oppervlakte van 50 bij 50 M. ligt de open luchtattractie van de expositie; een gewel dige uit kleurige bloemen samengestelde landkaart van Nederland, waarop het ge heele Zuiderzeegebied, met inbegrip van proefpolder en afsluitdijk, duidelijk te aan schouwen is. Voorwaar, een knap staaltje van geografi sche tuinarchitectuur, daar aan den rand van onze schoone Zuiderzee! Alles, wat aan het verleden herinnert, alles wat verband houdt met de geschiede nis van de oude Zuiderzee, hare omwoners en de eilanders, zal men op de tentoon stelling kunnen bewonderen. Een visschers- dorp met een Urker, Marker, Hindelooper, Volendammer en Spakenburger huisje en de bewoners, origineele typen van de eilan den en de Zuiderzeevisschersplaatsen, zul len er te zien zijn. Men kan er ongedwon gen kennis nemen van de rustieke inte rieurs, rijk aan folkloristisch materiaal. Het meest belangwekkende van Holland's folklo ristische rqkdom zal hier bqeen zqn, een rykdom, welke als een kostbaar erfstuk van gedacht op geslacht in eere werd gehouden. Wat hiervan zal overblijven als de afsluit- dyk is gelegden de ploegschaar zal snyden door het land, waar eens het sleepnet zqn werk verrichtte? Nog éénmaal zal op de Tentoonstelling dit alles te aanschouwen zijn. De Directie van de Zuiderzeewerken toont De brugwachter, die dienst deed op het oogenblik, dat de „Amazon" het ge vaarte uit zijn voegen lichtte, vertelde van meening te zijn, dat op het kritieke moment plotseling de electrische stroom weigerde, waardoor de brug dus niet verder open kon. De hoofdbrugwachter, die bij deze verklaring tegenwoordig was, stelde vast, dat dit onmogelijk moest worden geacht, want ook hij was, zij het op den wal, getuige van de aan varing. Hij spoedde zich daarop naar het seinhuis, maar bevond, dat daar de electrische geleiding in orde was. Waarom, zoo concludeerde hij, zou de stroom één moment hebben geweigerd9 Naar zijn meening zat de schuld bij den „Griek", die te hard gevaren had (die vreemde knapen, varen bijna altijd te hard door het kanaal) en ook niet ge let had op de seinen, die van de brug werden gegeven. Op het oogenblik, dat de hoofdbrug wachter deze gedenkwaardige woorden sprak, was hij voor de Nederlandsche Spoorwegen minstens twee ton gouds waard. Want het hangt toch maar van de schuld af, wie de veroorzaakte scha de zal moeten betalen. Mankeerde er wat aan de brug of heeft de wachter verzuimd de voorge schreven signalen te geven, dan moet Sijmen, de belastingbetaler, pardon, dan moeten de Nederlandsche Spoor wegen de schade vergoeden. Anders komt de reederij van ds „Amazon" er voor op. Op de verklaring van den hoofdbrugwachter hebben de Neder landsche Spoorwegen alvast maar be slag laten leggen op het Grieksche stoomschip en zullen het vrijlaten te gen borgstelling van honderdduizend gulden. Daarmede heeft de Griek echter zijn heele schuld niet afgedaan. Al de stoom schepen die oponthoud hebben gehad en waarschijnlijk op contract varen, d. w. z. voor eiken dag, dien zij te laat op hun bestemming arriveeren, boete moeten betalen, spreken de schuldige voor vergoeding aan. En dat is nu be perkt tot een dag, maar had millioenen kunnen worden als de scheepvaart b.v. weken gestremd zou zijn geweest. Barbertje mag dus nog van geluk spreken. Er zal wel een commissie worden be noemd, die er een paar weekjes voor nemen zal om de schuldvraag op te lossen, waarna de advocaten kunnen beginnen om voor ieder zijn aandeel in de schadevergoeding te veroveren. Over een paar jaar zullen wij allicht nog door een of ander proces aan deze kwestie worden herinnerd. A propos, wat grijpt ons moderne te ven toch in elkaar! Daar springen eenige wieltjes van een brug in Velsen uit de rails en de gevolgen worden ge voeld in Zuid-Amerika, in Canada, in Australië, waar men in angst zit over de vraag, of de opgehouden schepen wel op tijd hun bestemming zullen be reiken. het groote droogmakingsplan en de werk zaamheden in foto's, kaarten en modellen, terwijl ook reeds producten uit den proef polder geëxposeerd worden. Bij onzen rondgang in het historisch pa die bezig was zqn kunstschatten te groe- viljoen troffen wq den heer J. de Veen aan, peeren. Deze heer, die uit een Enkhuiser visschersfamilie stamt en zoowel practisch als theoretisch tot in de perfectie met de vischyangst bekend is, is als ambtenaar werkzaam bij het Rqksinstituut voor Bio logisch Visscherq Onderzoek. Behalve een verdienstelqk ambtenaar is hij tevens een kundig artist, die een groot aanal doeken heeft geschilderd, waarin de verschillende systemen van visscherq verbeeld worden. Tevens heeft hij een stel schilderijen ver vaardigd, waarin hij de beroepen uitbeeldt, welke de Zuiderzee-visschers zullen gaan uitoefenen als hun de vischvangst niet langer meer mogelijk zal zijn. Het Tentoon tellingsbestuur vereenigde na afloop van den rondgang de dagblad- schrqvers aan een gemeenschappelijken maaltijd in het fleurige, tusschen het groe ne geboomte gelegen restaurant. Aan dezen disch werden de plannen van het bestuur nader uiteen gezet, bq monde van den voorzitter, den heer C. Stapel. De opening van de tentoonstelling zal Maandag as. plaats hebben. Den dag daar na, Dinsdag 26 Augustus, wordt een groot Openluchtspel opgevoerd, dat als folkloris tische gebeurtenis van groot belang zal zijn voor Nederland in het algemeen en West- Friesland in het bqzonder. Het programma is als volgt vastgesteld: Woensdag 27 Augustus: Oudhollandschs harddraverij; Donderdag 23 Augustus: Con cours Hippique, Handicapdraverq cm den grooten prqs van West-Friesland; Vrijdag 29 Augustus: Urkerdag; Zaterdag 30 Aug.: Spakenburgerdag en Zangdemonstratie:; Maandag 1 September: Zanghuide Oranje- vereeniging; Dinsdag 2 September: bloe mencorso; Woensdag 3 September: Marken dag; Donderdag 4 September: Zeilwed strijden; Vrijdag 5 September: Bezoek van H. M. de Koningin aan Enkhuizen en de Vlootrevue; Zaterdag 6 September: Zwem wedstrijden, Groot Vuurwerk. Dr. van Balen Blanicen. de bekende West- friesche folklorist, gaf een uitvoerige uiteen zetting van de plannen van het onder zijn leiding uit te voeren openluchtspel, dat in derdaad een grootsche gebeurtenis belooft te worden en zal toonen wat schoon en ede! is in West-Friesland. Het spel behan delt een bezoek van den Koning-Stadhouder Willem III en zqn gemalin aan Enkhuizen, dat natuurlijk met veel pracht en praal ge schiedt. Het wordt in grootschen styi uitge voerd. De Koning arriveert, voorafgegaan door een eere-wacht en verwelkomd dcor de vroedschap en burgemeesteren van Enk huizen. Behalve zyne Majesteit en gevolg komen in den optocht voor de zinnebeeldige groepen Ceres, Flora en Pomona, benevens prachtige pronkwagens, voorstellende de grootbedrijven van Enkhuizen. Voorts werdt een spel gegeven, waarin serenades, boeren dansen, rhytmische dansen, boerenbruiloft, ridderslag en voorstelling van Oude Getrou wen elkander opvolgen en prachtig aange- kleede folkloristische tafereelen voor oogen brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 5