DE VELSERBRUG
WEER GEOPEND
m
ONDERAARDSCH PARIJS
mmwm
SMpiS
DE ZUIDERZEE-
VISSCHERIJ-TEN TOON ST ELLING
TE ENKHUIZEN
PIJLTJES
TWEEDE BLAl
DONDERDAG 21 AUGUSTUS 1930
BLADZIJDE 1
Het beeldhouwwerk aan de
Groote Houtbrug
BRIEVEN UIT FRANKRIJK
De stremming van het scheepvaartverkeer opgeheven
Het treinverkeer blijft voorloopig gestremd
Het toezicht op het Noordzeekanaal onvoldoende
De heer J. Syïfert havenmeester te
IJmuiden?
STADSNIEUWS
Een onderhoud met den meester
Groeiend Oud-Schoten
Ringriiderij te Santpoort
Zij nadert haar voltooing
De Velserbrug
Voor vreemdelingen die voor het eerst in
Parijs komen, heeft de ondergrondsche
spoorweg een groote aantrekkelijkheid.
Vooral natuurlijk voor hen, die in hun
eigen land dit practisch vervoermiddel niet
kennen, zooals b.v. met ons Hollanders het
geval is. Eenige mijner kennissen vertel
den me zelfs, dat ze het metrorijden pret
tig vonden terwijl de vrouw van een mijner
vrienden bepaald een zwak had voor de
,,Nord-Sud" (een maatschappij, die vroeger
onafhankelijk was en thans met de metro
vereenigd is). Nu zijn de wagens der Nord-
Sud inderdaad veel ruimer en veel zinde-
lijker dan die der metro, maar dat men
voor zijn genoegen een half uurtje onder
den grond gaat doorbrengen dat heb ik
toch altijd een zonderlinge liefhebberij ge
vonden. Vooral 's zomers is het in de Pa-
rijsche metropolitain onaangenaam en ge
durende de uren der „affluence", dat zijn
de uren, dat de kantoren en ateliers aan-
en uitgaan, is het in de metro voor hen, die
er niet aan gewend zijn, vrijwel onmogelijk
reizen. Het is dan benauwd in de onder
grondsche stations en in de overvolle wa
gens is het dan muf en ongezond warm.
Toen dan ook een mijner kennissen, die
stadredacteur aan een Parijsch blad is, me
voorstelde hem op een wandeling onder den
grond te vergezellen, voelde ik er aanvan
kelijk niet veel voor om zijn uitnoodiging
te accepteeren maar toen hij mij er op
wees, dat in een „Verkenningstocht onder
de boulevards", ongetwijfeld interessante
copy zou zitten werd de journalist in me
wakker en een uur later was ik bezig met
ware doodsverachting een lange en naar
het me toescheen niet zeer sterke lad
der af te dalen. Hoe lang ik daalde en hoe
veel treden er waren, weet ik niet, maar
uit het feit, dat ik vijf maal meende dat
ik er was, maak ik op dat ik op mijn tocht
„naar het middelpunt der aarde" vijf eta
ges gepasseerd heb, Ten slotte voelde ik
grond en bleek ik aangeland op den voch-
tigen bodem van een geweldige grot waar
de eeuwige nacht eenigszins verlicht werd
door eenige honderden lichtpuntjes aan
twee lange koorden. Mijn vriend vertelde
me, dat dit de gang was der lijnen acht en
negen, welke met het oog op de aan
staande koloniale tentoonstelling ver
lengd worden. Deze lijnen loopen geruimen
tijd parallel, d. w. z. de negen loopt onder
de acht. Het is een eigenaardige gewaar
wording, zoo gemoedelijk met z'n tweeën,
onder Parijs te wandelen. Vooral eigenaar
dig voor iemand, die de stad goed kent en
die, uit den loop der metrogangen, kan op
maken, waar hij zich ongeveer bevindt. Wij
waren onder de groote boulevards en tot
aan de Place de la République was het
hoewel de lucht wat bedompt en de grond
wat modderig was een rustige en werke
lijk niet onaangename wandeling. Maar
daarna was het voor goed met onze rust
gedaan: we waren namelijk aan een station
in wording gearriveerd en de werklieden
waren juist bezig de enorme massa aarde
en zand, die dat, wat eens de uitgang zal
zijn, maskeerde, weg te werken en het
zand stortte met donderend geweld van
de bovenste etages naar beneden: droge
stortvloeden, spookachtig verlicht door de
hier maar schaarseh aangebrachte e'.ectri-
sche lampjes.
Niet minder dan 320.000 kubieke meter
zand en aarde moet op die manier wegge-
graven worden, vertelde een der opzichters
ons, terwijl 100.000 ton steen en ander ma
teriaal aangevoerd wordt. Lange treinen
kleine karretjes kipkarretjes, meen ik
rijden daartoe dag en nacht naar en van
de schepen in het kanaal Saint Martin.
Wij vervolgden onzen weg onder den einde-
loozen tunnel, langs schilders, die het gewelf
met het als diamant schitterende céramique
beschilderden.
De karretjes rolden, luid bellend, langs
ons heen; half-naakte mannen, zwart en
bezweet als Egyptische slaven, groeven en
timmerden, onder de luidkeels geschreeuw
de bevelen der opzichters. We kwamen nu
aan een gedeelte, waarvan de grond nog
niet bewerkt was en baggerend door de
vette aarde en de modderige plassen, zet
ten we onzen tocht moeizaam voort. Op
passen was de boodschap: hier moest een
smalle loopplank voorzichtig gepasseerd
worden, daar moesten we de hoofden bui
gen om een onzachte aanraking met een
neerhangenden balk te vermijden. De trei
nen kipkarretjes hoorden we in de verte
aankomen, maar de duisternis verhinderde
ons ze te zien, voordat ze vlak voor ons
als uit den nacht opdoemden.
Dan kondigde het gejaagde hijgen van
een batterij pompen en het kabbelen als
van een beekje ons de nabijheid van het
station Strasbourg. Men had ons aan het
vorige station verteld, dat daar veel water
uit den grond gekomen was, waardoor het
werk natuurlijk ten zeerste vertraagd werd.
Dit station zal dan ook wel het laatste
gereed komen, maar daarentegen nadert
het station Saint-Martin, waar we kwamen
via een zijweg onder een lijn, waarop het
verkeer in vollen gang was, zijn voltooiing.
XI wil eerlijk bekennen, dat ik me op dat
zijweggetje niet bijzonder op mijn gemak
voelde: de rails der lijn boven ons waren
wat opgehoogd, zoodat we met gebogen hoofd
er juist onder door konden. En de wielen
der in sneltreinvaart rijdende matro's maak
ten \an zoo vlak bij, 'n verbazennd unheim
isch aandoend geweld. Gelukkig behoefden
we niet langs denzelfden weg terug om
weer aan de oppervlakte te komen. Een
afvoerbuis, die later overgaat in een soort
gang, stijgt tot aan het kanaal Saint-
Martin, waar de schepen liggen, die het
uitgegraven zand weg- en de bouw-materia-
len a. nvoeren.
De lange treinen (sommige bestonden
uit twintig tot dertig kerretjees) volgen en
kruisen elkaar hier onophoudelijk. Ge
heel aan het einde van de gang staat een
groote hijschmachine, die de ledige kar
retje-, vult en de volle, met een snelle be
weging, waardoor de bak achterover gewipt
wordt, ledigt. Via groote trechters, komt
dan alles wat overtollig is, in de schepen
terecht.
En dat is precies alles, wat de buitenwe
reld bespeurt van dezen maandenlangen,
geweldigen arbeid onder den grond.
H. d. J.
Gistemamiddag, omstreeks 6 uur, is men
er in geslaagd de Velserbrug te openen en
het scheepvaartverkeer doorgang te ver-
leenen.
Den geheelen dag werd voortgewerkt met
hydraulische vijzels. Tegen vier uur in den
namiddag werd met een kracht van onge
veer 1400 ton het gewicht van de brug
gewerkt, doch er was in het gevaarte
geen beweging te krijgen.
Daarop werd besloten de hulp in te roe
pen van een grooten drijvenden bok van
150 ton van de Amsterdamsche Droog
dok Maatschappij. Tot nu toe had men van
dit hulpmiddel liever geen gebz-uik gemaakt,
omdat men bevreesd was, dat de brug van
de rollen zou loopen en in het water terecht
komen.
Het spreekt vanzelf, dat dit een gevaar
lijke onderneming zou zijn, doch het groote
belang, gelegen in de opheffing van de strem
ming van het scheepvaartverkeer, zal ten
slotte den doorslag hebben gegeven.
Amsterdam kon en mocht niet langer
verstoken blijven van den toegang naar zee
en dies werd dit kracht-instrument naar
Velsen ontboden.
Zooals begrijpelijk is, zou de bok niet be
stemd zijn om te heffen. Het was te doen
om den grooten winch, waarover de bok
beschikt en waarmede dan ook getrokken
zou worden.
De bok werd daartoe aan den oostelij
ken rust-pijler vastgelegd, waarna aan het
noordelijke (het beschadigde) brugeinde
een strop bevestigd werd.
De leider van het werk, de heer P. Fe-
ninga, uit Amsterdam, begaf zich op de
brug, gewapend met een fluitje, om het
sein tot het inwerkingstellen van den
winch te geven.
Langzaam, met korte tusschenpoozen,
draaide de winch.
Er kwam beweging in het geraamte en
spoedig kon men constateeren, dat de
doorvaart-opening langzamerhand vrij werd.
Ingenieurs hadden zich bij de rollen op den
midden-pijler opgesteld om te controleeren,
of daar alles goed ging.
Het opendraaien werd door vele autoritei
ten van de Ned. Spoorwegen en van den
Rijkswaterstaat bijgewoond De heeren Dr.
Joosting en Maas Geesteranus, hoofd-inge-
nieurs van de Ned. Spoorwegen, alsmede
de ingenieur van de sectie Alkmaar van den
Rijkswaterstaat, waren den geheelen dag
aanwezig, zoomede waren er de hoofd-inge-
nieur-directeur te Haarlem, ir. W. G. C. Ge-
linck en de hoofd-ingenieur in het arrondis
sement van- het Noordzeekanaal, ir. H. Re-
deker.
Omstreeks zes uur was de doorvaart in
zooverre wederom vrij, dat de „Koningin
Wilhelmina", van de „Alkmaar Packet" kon
passeeren.
Intusschen bleek het andere eind van de
brug vast te loopen in de ijzeren loopbrug,
welke aan de zuidzijde van den Kanaal
oever naar den westelijken pijler voert.
Een bewijs dus, hoever de brug van haar
Plaats is gebracht.
Men was genoodzaakt een gedeelte van
deze loopbrug af te branden, waarna de
brug geheel opengetrokken kon worden.
Onmiddellijk werd hierna begonnen met
het doorlaten van de wachtende schepen. De
uitgaande schepen liet men het eerste pas
seeren.
Te Amsterdam lagen zestien schepen,
waaronder de „Gelria" en voor de brug een
twaalftal schepen voor de vaart naar Am
sterdam.
De schepen', die te IJmuiden binnenkwa
men en de haven van Amsterdam nog niet
konden bereiken, waren de Engelsche „Ni
gerian" en de tankboot „Asperity", de Duit-
sche „Westfalia", „Pinnau", „Meicur" en
„Ella Halm", de Nederlandsche „Erato",
„Aurora" en „Orion."
Voorts arriveerde de Zweedsche „Irma" met
hout voor Zaandam.
In scheepvaartkringen te Amsterdam en
te IJmuiden wordt de oorzaak van deze aan
varing, die zulke ernstige gevolgen voor de
Amsterdamscre scheepvaart had kunnen heb
ben, wanneer de brug nog geruimen tijd had
blijven vastzitten, mede toegeschreven aan het
absoluut onvoldoende toezicht op de scheep
vaart in het Noordzeekanaal. Ook wordt
nog steeds gewacht op de benoeming van
een nieuwen Rijkshavenmeester te IJmuiden.
waardoor het toezicht aldaar ook onvol
doende is.
Door deze aanvaring is weer gebleken, de
noodzakelijkheid van op beide bruggen van 't
kanaal gestationneerd nautisch onderlegd
personeel, mannen, die verstand van zaken
hebben en overleg. Zij moeten meer weten
van het meeren van schepen, van zuigingen
en de afstanden tusschen schepen. Er hangt
te veel van dit personeel af, zoo ook van de
loodsen. Het blijkt nu weer, welke ernstige
gevolgen een aanvaring, verkeerde manoeu
vre of het niet opvolgen van seinen kan heb
ben.
In de tweede plaats is wederom duidelijk
gebleken, dat er voortdurend toezicht in dit
kanaal moet zijn, niet van ingenieurs,
maar van een nauticus, die weet wat hij wil
en durft optreden tegen ongewenschte toe
standen.
Constant toezicht zal niet elk ongeval kun
nen vermijden, want dan zou een snelle boot
aan één stuk door heen-en-weer moeten va
ren, maar van een goed toezicht, waarop
door de deskundigen reeds vroeger is aange
drongen, gaat een preventieve werking uit.
Toevallig, zoo zeide de heer v. d. Boom, in
specteur van de scheepvaart, aan de „Tel.",
zag ik vanmorgen nog, dat een koJen-aak,
door een sleepboot losgelaten, in het kanaal
dreef. Nogmaals, sluizen, bruggen en het ka
naal zijn voor het geheele scheepvaartver
keer der hoofdstad en haar havens van te
groot belang.
Wat of er nu verder met de brug zal
gebeuren, is nog niet bekend.
De brug blijft voorloopig zoo liggen, zoo
dat het treinverkeer vooreerst nog ge
stremd blijft
De schade zal nog nader moeten worden
vastgesteld. Het ss. „Amazondat de aan
varing veroorzaakte, is minder ernstig be
schadigd. Aan bakboordsboeg zijn eenige pla
ten ingedrukt.
De directie van de Nederlandsche Spoor
wegen heeft intusschen in afwachting van de
regeling der schade het Grieksche sa. „Ama
zon" doen aanhouden, zoodat dit niet mag
vertrekken. Woensdagavond lag het nog in
het Noordzeekanaal voor de brug.
Den geheelen namiddag en ook des
avonds was de publieke belangstelling bij
de brug zeer groot.
Van de aanvaring vernemen wij van an
dere zijde nog het volgende;
Dinsdagavond tegen zeven uur lagen aan
de Westzijde van de spoorwegbrug te Vel
sen het s.s. „Erato" van de Koninklijke Ne
derlandsche Stoomboot Maatschappij te
Amsterdam en aan den anderen kant als
eerste van een aantal uitgaande schepen het
Grieksche s.s. „Amazon".
Nadat te 6.55 de trein naar Velsen gepas
seerd was, zou de brug van 7.01 tot 7.08
voor de scheepvaart worden opengesteld.
Als teeken dat de brug zou worden ge
draaid, gaf de brugwachter het voorge
schreven sein: het op- en neerhalen van de
bal. De „Erato" was het eerst voor de brug
gearriveerd en had derhalve voor het pas
seeren den voorrang. De brugwachter
heesch in verband hiermede den kegel met
de punt naar boven, het voorgeschreven sein
voor het passeeren van schepen uit Weste
lijke richting. Daar evenwel de „Amazon"
veel dichter bij de brug lag dan de „Erato"
en eerstgenoemd schip vlugger kon passee
ren, haalde de brugwachter den kegel weer
neer en heesch hem daarna met de punt
naar beneden, hetgeen beteekende dat de
„Amazon" den voorrang kreeg.
Het voorschrift luidt, dat de schepen
eerst mogen passeeren wanneer op de brug
de manden bal is geheschen. Dit teeken
heeft de loods, die het Grieksche s.s. „Ama
zon" naar buiten zou brengen, evenwel niet
afgewacht. Toen op de brug het sein was
gegeven, dat de „Amazon" het eerst mocht
passeeren, is aan boord van dit schip on
middellijk „vooruit" gegeven, hetgeen ten
gevolge van een defect aan de brug daarna
tot de aanvaring heeft geleid.
Toen toch de brug, die electrisch bediend
wordt, ongeveer 45 graden gedraaid was
zij draait naar het Oosten bleef zij tot
groote verwondering van den brugwachter
plotseling steken. In het bedieningshuisje
sloegen de veiligheidslampen door en de
brug bleef staan. Tot dusver is dit nog
nimmer voorgekomen. Toen men op de
„Amazon" bemerkte, dat de brug niet ge
heel werd geopend, heeft men nog getracht
een aanvaring te voorkomen. Onmiddellijk
werd „achteruit" gegeven, terwijl men ook
nog het anker liet vallen. Het schip had
echter reeds te veel vaart en een aanva
ring kon niet meer worden vermeden.
Met groote kracht voer de „Amazon" te
gen de spoorbrug en drukte deze niet alleen
weer zoo goed als dicht, doch schoof haar
ook ongeveer 2 d.M. naar links, waardoor de
geheele brug ontzet werd en de toegang tot
de Amsterdamsche haven gesloten werd.
De gevolgen voor de reederij
van de „Amazon".
Naar reeds kort is medegedeeld, hebben
de Nederlandsche Spoorwegen de reederij
van het Grieksche Stoomschip „Amazon"
aansprakelijk gesteld voor de aan de Vel
serbrug toegebrachte schade. In dit verband
vernemen wij, dat de Nederlandsche Spoor
wegen een cautie hebben geëischt van één
ton, hetgeen er op wijzen zou, dat de ra
ming van de schade om en nabij dit bedrag
valt. Wij vernemen voorts, dat deze cau
tie is toegezegd, zoodat de „Amazon" na
ontvangst van de borg door de Nederland
sche Spoorwegen zal worden vrijgegeven.
Hiermede bestaat echter geen zekerheid,
dat het schip zijn reis zal kunnen vervol
gen, aangezien het waarschijnlijk is, dat
van den kant van reederijen, welke door het
ophouden hunner schepen schade hebben
geleden, actie zal worden ontketend. Voor
al de stagnatie der weekbooten, welker la
ding direct voor de markt is bestemd, brengt
aanzienlijke schade met zich mede.
Naar wij vernemen zal in de vacature van
havenmeester voor het Noordzeekanaal te
IJmuiden, ontstaan door het vertrek van den
heer Brutel de la Rivière naar Amsterdam,
met groote waarschijnlijkheid worden voor
zien door de benoeming van den heer J. Syf-
fert, gezagvoerder van de Stoomvaart Maat
schappij „Nederland".
Verschijningen in steen
Het mag prijzenswaardig worden genoemd
van Haarlem's gemeentebestuur, dat het bij
den bouw der nieuwe Grcote Houtbrug niet
alleen de utiliteit, doch ook de schoonheid
heeft willen doen gelden. Daarom mag de
opdracht aan den bekenden Haarlemschen
beeldhouwer, den heer H. A. van de Eijnde,
om, ter weerszijden, aan den ingang der
brug beeldhouwwerken te plaatsen, bijzonder
worden toegejuicht.
De fraaie stad Haarlem, met haar zoo
kunstrijke historie, heeft een waardige en
aantrekkelijke traditie op te houden, het
geen dan ook naar best vermegen blijkt te
worden gedaan, al zijn er enkele, wel wat
onbegrijpelijke uitzonderingen. Noemen wij
er b.v. één van; het „hotel de ville", aan
de Groote Markt. Al is dit oude gebouw nu
niet „aanzienlijk" te noemen, het is toch veel
te mooi en karakteristiek om het onvol
doende te onderhouden. Op de eerste plaats
zou een flinke reiniging direct aan de beurt
kunnen zijn. Hoe zou het gebouw, dat door
vele vreemdelingen geregeld wordt be
schouwd, alleen van die elementaire behan
deling opknappen!
Maar laten we bij het onderwerp blijven:
de versiering van de nieuwe Groote Hout
brug.
Bij den ingang van de eenvoudige, doch
smaakvol geconstrueerde brug zallen dus
twee beelden geplaatst worden. Links zal
oprijzen de beeltenis van Lieven de Key,
Stadsarchitect of, toen gezegd stadssteen
houwer in de zeventiende eeuw; rechts het
beeld van Haarlem's grootste genie: Frans
Hals, de levenslustige meester van het palet,
die na eeuwen een gansche wereld door zijn
charmante, machtige kunst boeit en in be
wondering doet staan.
Deze beelden zijn ontworpen door den
beeldhouwer van de Eynde, wien we dezer
dagen een bezoek brachten. We troffen den
meester aan, druk arbeidend in zijn ruime,
lichte en moderne atelier, aan de Willem
v. d. Veldekade, terwijl de parelen van het
„zweet des aanschijns" hem op het voor
hoofd blonken.
„Hebt u vijf minuten voor den verslaggever
van de Nieuwe Haarlemsche Courant", vroe
gen wij den zwoegenden kunstenaar. En met
een typisch handstrijken over zijn hoofd,
waaronder hij wellicht even kort beraadde,
stond hij ons het onderhoud welwillend en
glimlachend toe.
Wij traden in de ruime werkplaats, waar
het geurde naar het materiaal en waarbin
nen een kuisch en zuiver, we zouden haast
schrijven, streng licht viel. In deze ruimte
zijn zeker heel wat moeilijke opgaven, in
noesten arbeid, met het nauwkeurig en
krachtig hanteeren van beitel en hamer,
overwonnen. Hier boetseerden gevoelige
handen, onder het regeeren van een schep
penden geest, wezentrekken en vormen uit
klompen van klei, hier werden zorgvuldig
vele witte gipsafdrukken genomen.
We praatten met den kunstenaar-hand
werksman over verschillende zaken: óver
Oud-Schoten ondergaat een algeheele transformatie van plattelandsgemeente tot
groote stad. Hierboven een deel van den Rijksstraatweg, dat men, in vergelijking
met eenige jaren geleden, niet meer terugkent. Links: de achtergevel van complex
nieuwe katholieke scholen, dat er verrezen is.
Cuypers en Berlage, van wie eertgenoemde
vooral de groote bewondering had, óók om
dat Cuypers zoo prachtig gelegenheid gaf,
in zijn bouwwerken, om de toegepaste
schilder- en beeldhouwkunsten tot haar
recht te doen komen.
We spraken over het mechaniseeren van
den arbeid, waardoor het eervolle, aange
name handwerk zoo in 't gedrang moest
komen. „Maar van mijn arbeid," aldus de
heer van de Eynde, „blijft de machine voor
loopig af."
Achter ons stond een kolossaal, helaas toe
gedekt werkstuk, waarbij men ladder en
stellage moest bezigen: een beeldhouwwerk
voor Indië. Verschillende reliefs konden we
bewonderen, evenals zooveel' merkwaardigs
meer. In 't midden der werkplaats bevond
zich Frans Hals in de klei!
Het beeld was ongeveer gereed om in
gips te worden gegoten, waarna dan de uit
voering in graniet-steen kan geschieden.
Die uitvoering der beelden is in vaardige
handen van den bekwamen beeldhouwer-
uitvoerder, den heer C. J. Holtus, te Haar
lem, wien wij vóór den tijd al een bezoek
brachten in zijn werkkeet bij de brug, waar
hij groote vorderingen maakte met dé beel
tenis van Lieven de Key. In die keet stond
het gipsmodel opgesteld, waarnaar de heer
Holtus zijn beeld in Beiersch graniet, op
een respect afdwingende wijze, hieuw. Met
stippels en punten worden alle diepten op
het gipsbeeld aangegeven en met een pun-
teerinstrument de verhoudingen precies op
en overgenomen.
Als wij ons nu zoo de gipsbeelden en het
granieten beeld, dat bijna gereed was, in
herinnering brengen, komt het ons voor, dat
de meester ze vooral heeft gedacht als toe
gepaste kunststukken, die zich moesten aan
sluiten bij de strenge lijnen van de brug.
De beelden zijn niet rond, maar uitgehou
wen in de granieten zuilen. „Verschijningen
in steen", zooals de beeldhouwer ze terecht
betitelde.
Ze komen niet recht voor de brug te
staan, doch eenigszins naar binnen gekeerd,
zóódat ze in de lijn der toeloopende straat
zijn. D zuilen worden nog rondom door
reliëf-versieringen omgeven. Bij Lieven wor
den deze gevormd door rij-dansende kinde
ren en enkele bouw-attributen van de Key;
bij Hals zijn de reliëfs nog niet bekend.
De beelden zelf houden toepasselijk ma
teriaal in hunne handen. Lieven heeft
hamer en beitel; Hals palet en schilders
kwast.
Zooals dus reeds gezegd zijn het geen op
zich zelf staande beelden, doch zijn ze
„toegepast".
Vandaar dat de beeldhouwer ze in strenge
lijnen uitvoerde: de lichamen zijn haast vlak
te noemen, in de gezichten is meer leven
en teekening, ofschoon ook aeze eenigermate
gestyleerd zijn.
De moderne toegepaste beeldhouwkunst is
nooit zooaeer impressionistisch en uiterst
gevoelig. Veel wordt echter door de nieuwe
re kunstenaars goedgemaakt, door een bij
zondere of markante expressie, door gro
teske symboliek, door bijzondere'psychologie.
De beeldhouwer der Haarlemsche brug-
beelden heeft dit niet zoozeer toegepast,
maar is meer in decoratieven stijl van de
brug gebleven en als zoodanig zijn de beel
den zeker te waardeeren.
Trouwens, men kan by „figuren" of an
dere onderwerpen beter zinnebeeldig zijn dan
bq prsonen. Toch heeft van de Eynde een
oplossing wc-ten te vinden in zijn aange
brachte reliëfs, waaruit vooral de levens
blijheid uit den tijd van de Key en Hals zal
blijken.
Met een kennelijke bedoeling heeft dus
de beeldhouwer, vooral de lichamen zijner
beelden in zeer strakken vorm gehouden,
zonder gevoelige of opvallende „plans" ('t
welk in ht granieten materiaal ook niet
makkelijk zou gaan).
Als toegepaste, decoratieve kunst zullen
ze echter telkens met genoegen worden aan
schouwd door de vele voorbijgangers, vooral
wanneer de lichtwerking der zon het hare
bijdraagt en zullen ze ongetwijfeld het
Haarlemsch stadsbeeld verlevendigen en
verfraaien
We hebben nogwat nagekeuveld met den
vriendelijken meester in zijn atelier, nog wat
prenten bezien van bouw- en beeldhouw
kunst, om dan met een „tot weerziens" af
scheid van hem te nemen.
Ongetwijfeld zal Haarlem hem en zijn
uitvoerder bij de officieele opening van de
brug de verdiende eer brengen voor het kra
nige en aantrekkelijke, het blijde en moder
ne beeldhouwwerk.
K. de H.
Een schitterende dag
Onder begunstiging van het mooie zomer
weer had gisteren te Santpoort de jaarlijksche
ringrijderij plaats.
Er waren een en veertig deelnemers dus
enkele meer dan het vorig jaar. We waren
weer getuigen van een feilen kamp, daar vry
zeker de wisselbeker dit jaar definitief zou
gewonnen worden; de heeren A. Wigehert en
Meyer toch waren alreeds enkele malen be
kerhouder en verkregen dus bij winst den
beker definitief. Laatstgenoemde werd de ge
lukkige en zoo ging de beker naar Velsen-
Noord.
Ruim zes uur was de strijd ten einde en
toog men naar hotel „De Weyman" waar de
prijsuitreiking plaats had.
Allereerst bracht de voorzitter B. Witteman
een dankwoord aan zijn medebestuurders,
aan het fanfarecorps „Wilhelmina", aan de
politie en aan hen die financieel steunden,
waardoor de prachtige prijzen aangekocht
konden worden. In het bijzonder werd dank
gebracht aan den Weled. Gestr. heer Jansen,
beschermheer der vereeniging.
Daarna reikte hij op de hem eigen wqze,
met een hartelijk speechje de prijzen uit.
De prqswinnaars maakten daarna een
eere-tochtje door het dorp, waarbij de fan
fare eenige pittige marschen liet hooren. Een
mooi vuurwerk besloot dezen welgeslaagden
dag, die zeer veel publiek trok en waarby door
neringdoenden en handelaars goede zaken
gemaakt zijn. Hieronder volgt de uitslag:
Dames: le prqs, theekast en wisselprijs,
mej. H. Rutte; 2e pr., cassette, mej. A. Uiten-
daal; 3e prijs, parapluiebak, mej. J. Schip
per; 4e prijs, koperen bloempot, mej. Rutte;
5e prijs, koperen kan, mej. Meijer; 6e prqs,
bonbonschaal, mej. Wigchert.
Extra-prijs, hoogst aantal ringen le rit,
gouden zweepje, mej. van Tunen.
Heeren; le prijs, rooktafel en wisselprijs,
de heer Meijer; 2e prijs, portemonnaie, por
tefeuille en sigarenkoker, de heer Witteman;
3e prijs, gangspiegel, de heer Meijer Jr.; 4e
prqs, sigarendoos, de heer v. d. Berg; 5e prijs,
bitterstel, de heer Heeremans; 6e prqs, kistje
sigaren, de heer A. Uitendaal,
Extra-prijs, hoogst aantal fingen le rit,
Delftsche pul, de heer Meijer Jr.
Het succes der familie Meijer is dus groot.
Voor den middag had een wedstrijd plaats
in ringsteken per rijwiel, waarvoor groote
animo bestond.
De uitslag hiervan luidt:
Dames: le prijs, taschje, mej. Wigchert; 2e
prijs, pulletje, mej. v. Futten; 3e prijs, koek-
schaal, mej. Kleijn.
Heeren: le prqs, scheerstel, Dirk Geus; 2e
prqs, inktstel, G. v. Dillewqn; 3e prys, porte
feuille, H. Hazeberg.
De massale, machtige dijk, welke de
grenslijn zal vormen van Nederland's 12de
provincie, zal niet alleen de Zuiderzee af
sluiten, maar ook net sluitstuk vormen van
de aloude historie van een stoer geslacht,
dat weldra verspreid en verstoord zal wor
den, medegevoerd in den jachtenden stroom
van het moderne leven
Het was deze gedachte, die het plan deed
rqpen een Zuiderzeevisscherij-Tentoonstel
ling te doen houden, waar alle schatten
van folklore en geschiedenis zouden worden
bijeengebracht waar landgenoot en vreem
deling zoudenkunnen kennismaken met de
nog bestaande zeden en gebruiken der vis-
schersbevolking en waar in het kort het
verleden als een imponeerende film zou
worden afgerold
Het bestuur van deze belangwekkende ten
toonstelling, die Maandag a.s. officieel zal
worden geopend, heeft de journalisten ont
vangen om hun een overzicht te geven van
de expositie, die thans haar voltooiing na
dert. Reeds direct na aankomst in het
vriendelqke Zuiderzeestadje bemerkt men,
dat er groote gebeurtenissen op til zijn.
Hoe meer men het tentoonstellingsterrein
nadert, hoe meer feest-voorbereidingen men
te aanschouwen krqgt, zooals versieringen,
illuminatieleidingen en anderzins, waar
aan de laatste hand wordt gelegd. Het expo
sitieterrein zelf is, zooals men weet, het
fraaie groote park, dat aan de eene zqde
door het hek en aan den anderen kant
door het typische ku tmuurtje is afgebakend.
Daar, temidden van de groene boomen, lig
gen de paviljoens. Alle voorbereidingen zqn
hier thans nog in vollen gang en er wordt
met schier koortsachtigen qver gewerkt om
de zaak op tijd gereed te krijgen. In de pa
viljoens wordt door de tentoonstelllng-
„etaleurs" den geheelen dag door gehamerd,
gepast, gemeten, gezaagd, gedrapeerd en wai;
er verder aan de „mise en scène" van een
tentoonstelling vastzit. Buiten, over een
oppervlakte van 50 bij 50 M. ligt de open
luchtattractie van de expositie; een gewel
dige uit kleurige bloemen samengestelde
landkaart van Nederland, waarop het ge
heele Zuiderzeegebied, met inbegrip van
proefpolder en afsluitdijk, duidelijk te aan
schouwen is.
Voorwaar, een knap staaltje van geografi
sche tuinarchitectuur, daar aan den rand
van onze schoone Zuiderzee!
Alles, wat aan het verleden herinnert,
alles wat verband houdt met de geschiede
nis van de oude Zuiderzee, hare omwoners
en de eilanders, zal men op de tentoon
stelling kunnen bewonderen. Een visschers-
dorp met een Urker, Marker, Hindelooper,
Volendammer en Spakenburger huisje en
de bewoners, origineele typen van de eilan
den en de Zuiderzeevisschersplaatsen, zul
len er te zien zijn. Men kan er ongedwon
gen kennis nemen van de rustieke inte
rieurs, rijk aan folkloristisch materiaal. Het
meest belangwekkende van Holland's folklo
ristische rqkdom zal hier bqeen zqn, een
rykdom, welke als een kostbaar erfstuk van
gedacht op geslacht in eere werd gehouden.
Wat hiervan zal overblijven als de afsluit-
dyk is gelegden de ploegschaar zal snyden
door het land, waar eens het sleepnet zqn
werk verrichtte?
Nog éénmaal zal op de Tentoonstelling dit
alles te aanschouwen zijn.
De Directie van de Zuiderzeewerken toont
De brugwachter, die dienst deed op
het oogenblik, dat de „Amazon" het ge
vaarte uit zijn voegen lichtte, vertelde
van meening te zijn, dat op het kritieke
moment plotseling de electrische stroom
weigerde, waardoor de brug dus niet
verder open kon. De hoofdbrugwachter,
die bij deze verklaring tegenwoordig
was, stelde vast, dat dit onmogelijk
moest worden geacht, want ook hij was,
zij het op den wal, getuige van de aan
varing. Hij spoedde zich daarop naar
het seinhuis, maar bevond, dat daar de
electrische geleiding in orde was.
Waarom, zoo concludeerde hij, zou de
stroom één moment hebben geweigerd9
Naar zijn meening zat de schuld bij den
„Griek", die te hard gevaren had (die
vreemde knapen, varen bijna altijd te
hard door het kanaal) en ook niet ge
let had op de seinen, die van de brug
werden gegeven.
Op het oogenblik, dat de hoofdbrug
wachter deze gedenkwaardige woorden
sprak, was hij voor de Nederlandsche
Spoorwegen minstens twee ton gouds
waard. Want het hangt toch maar van
de schuld af, wie de veroorzaakte scha
de zal moeten betalen.
Mankeerde er wat aan de brug of
heeft de wachter verzuimd de voorge
schreven signalen te geven, dan moet
Sijmen, de belastingbetaler, pardon,
dan moeten de Nederlandsche Spoor
wegen de schade vergoeden. Anders
komt de reederij van ds „Amazon" er
voor op. Op de verklaring van den
hoofdbrugwachter hebben de Neder
landsche Spoorwegen alvast maar be
slag laten leggen op het Grieksche
stoomschip en zullen het vrijlaten te
gen borgstelling van honderdduizend
gulden.
Daarmede heeft de Griek echter zijn
heele schuld niet afgedaan. Al de stoom
schepen die oponthoud hebben gehad
en waarschijnlijk op contract varen,
d. w. z. voor eiken dag, dien zij te laat
op hun bestemming arriveeren, boete
moeten betalen, spreken de schuldige
voor vergoeding aan. En dat is nu be
perkt tot een dag, maar had millioenen
kunnen worden als de scheepvaart b.v.
weken gestremd zou zijn geweest.
Barbertje mag dus nog van geluk
spreken.
Er zal wel een commissie worden be
noemd, die er een paar weekjes voor
nemen zal om de schuldvraag op te
lossen, waarna de advocaten kunnen
beginnen om voor ieder zijn aandeel
in de schadevergoeding te veroveren.
Over een paar jaar zullen wij allicht
nog door een of ander proces aan deze
kwestie worden herinnerd.
A propos, wat grijpt ons moderne te
ven toch in elkaar! Daar springen
eenige wieltjes van een brug in Velsen
uit de rails en de gevolgen worden ge
voeld in Zuid-Amerika, in Canada, in
Australië, waar men in angst zit over
de vraag, of de opgehouden schepen
wel op tijd hun bestemming zullen be
reiken.
het groote droogmakingsplan en de werk
zaamheden in foto's, kaarten en modellen,
terwijl ook reeds producten uit den proef
polder geëxposeerd worden.
Bij onzen rondgang in het historisch pa
die bezig was zqn kunstschatten te groe-
viljoen troffen wq den heer J. de Veen aan,
peeren. Deze heer, die uit een Enkhuiser
visschersfamilie stamt en zoowel practisch
als theoretisch tot in de perfectie met de
vischyangst bekend is, is als ambtenaar
werkzaam bij het Rqksinstituut voor Bio
logisch Visscherq Onderzoek. Behalve een
verdienstelqk ambtenaar is hij tevens een
kundig artist, die een groot aanal doeken
heeft geschilderd, waarin de verschillende
systemen van visscherq verbeeld worden.
Tevens heeft hij een stel schilderijen ver
vaardigd, waarin hij de beroepen uitbeeldt,
welke de Zuiderzee-visschers zullen gaan
uitoefenen als hun de vischvangst niet
langer meer mogelijk zal zijn.
Het Tentoon tellingsbestuur vereenigde
na afloop van den rondgang de dagblad-
schrqvers aan een gemeenschappelijken
maaltijd in het fleurige, tusschen het groe
ne geboomte gelegen restaurant.
Aan dezen disch werden de plannen van
het bestuur nader uiteen gezet, bq monde
van den voorzitter, den heer C. Stapel. De
opening van de tentoonstelling zal
Maandag as. plaats hebben. Den dag daar
na, Dinsdag 26 Augustus, wordt een groot
Openluchtspel opgevoerd, dat als folkloris
tische gebeurtenis van groot belang zal zijn
voor Nederland in het algemeen en West-
Friesland in het bqzonder. Het programma
is als volgt vastgesteld:
Woensdag 27 Augustus: Oudhollandschs
harddraverij; Donderdag 23 Augustus: Con
cours Hippique, Handicapdraverq cm den
grooten prqs van West-Friesland; Vrijdag
29 Augustus: Urkerdag; Zaterdag 30 Aug.:
Spakenburgerdag en Zangdemonstratie:;
Maandag 1 September: Zanghuide Oranje-
vereeniging; Dinsdag 2 September: bloe
mencorso; Woensdag 3 September: Marken
dag; Donderdag 4 September: Zeilwed
strijden; Vrijdag 5 September: Bezoek van
H. M. de Koningin aan Enkhuizen en de
Vlootrevue; Zaterdag 6 September: Zwem
wedstrijden, Groot Vuurwerk.
Dr. van Balen Blanicen. de bekende West-
friesche folklorist, gaf een uitvoerige uiteen
zetting van de plannen van het onder zijn
leiding uit te voeren openluchtspel, dat in
derdaad een grootsche gebeurtenis belooft
te worden en zal toonen wat schoon en
ede! is in West-Friesland. Het spel behan
delt een bezoek van den Koning-Stadhouder
Willem III en zqn gemalin aan Enkhuizen,
dat natuurlijk met veel pracht en praal ge
schiedt. Het wordt in grootschen styi uitge
voerd. De Koning arriveert, voorafgegaan
door een eere-wacht en verwelkomd dcor de
vroedschap en burgemeesteren van Enk
huizen. Behalve zyne Majesteit en gevolg
komen in den optocht voor de zinnebeeldige
groepen Ceres, Flora en Pomona, benevens
prachtige pronkwagens, voorstellende de
grootbedrijven van Enkhuizen. Voorts werdt
een spel gegeven, waarin serenades, boeren
dansen, rhytmische dansen, boerenbruiloft,
ridderslag en voorstelling van Oude Getrou
wen elkander opvolgen en prachtig aange-
kleede folkloristische tafereelen voor oogen
brengen.