f 3000.-
1750.-
1250.-
f125.-
f50.-
f40.-
DE HEL IN RUSLAND
dit nummer bestaat uit drie bladen
DINSDAG 26 AUGUSTUS 1930
De opstand in Peru
Ernstig mijnongeluk in
Opper-Silezie
Pauselijke onderscheiding
De Velserbrug
Voornaamste qWieuws
Groote oplichting
te Breslau
Prov. Staten
van Noord-Holland
DRIE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17547
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEEEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
CREMATIE EN MILITAIRE EER
Zuiderzee-banket
Militair bewind ingesteld
15 miinwerkers ingesloten
Eckener naar de Noordpool?
De heer A. B. A. van Ketel
geridderd
Donderdag weer in bedrijf?
Ernstig ongeval in de Spuistraat
te Amsterdam
De bramenoogst in het water
gevallen
J. J. WEBER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlem
Telegrafisch Weerbericht
Talrijke slachtoffers
Koninginnedag te Batavia
Aanneming benoeming
BUREAUX NASSAULAAN 49
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 et.; per
kwartaal 3.25; per post, per kwartaal
3.58 bij vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct. bö vooruitbet
Bi) contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELÏNGEN
tusschen den tekst 60' ct per regel.
Alle abonné'8 op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen:
Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen
bij een ongeval met
doodelijken afloop
jij verlies van een hand.
een voet of een oog
bij verlies van een
duim of wijsvingei
bij een breuk van
been of arm
bij verlies van Si
anderen vinger
Onder dezen titel verscheen onlangs
bij de N.V. Bredée te Rotterdam een
werk van F. A. Mackenzie, hetwelk een
zeer goed, objectief beeld geeft van de
geschiedenis der godsdienstvervolging
onder het Bolsjewisme.
De auteur bracht verscheidene jaren
in Sowj et-Rusland door, en toetst meri
zijn verklaringen aan uitlatingen in de
pers, zoowel in de Bolsjewistische ais
in die der emigranten; aan de
jongere Sowjetistische literatuur; aan
hetgeen Russische intellectueelen ais
hun bezonken oordeel uitspreken,
dan vindt men in dit boek een
waarborg voor groote betrouwbaarheio.
te midden van de massa tegenstrijdige
gegevens over dit land. Want het „pro
bleem Sowj et-Rusland" heeft heel wat
pennen in beweging gezet, vooral in de
laatste jaren nu men tot de overtuiging
gekomen is, dat hetgeen in Rusland ge
schiedde en geschiedt, in elk land
hetzij in grootere of kleinere kringen
zijn neerslag geeft.
De tijd is voorbij, dat men zich van
Rusland kon afmaken met eenige phra-
sen over boevenpak en moordgespuis
In het Oosten van Europa, in de repu
blieken, die tot de U. R. R. S. behooren.
tracht men een nieuwe wereldorde te
scheppen; in het Kreml heerschen dic
tatoren met krachtige hand, die weten
wat zij willen. Onverschilligheid baat
ons niet; wij moeten stelling nemen en
wij moeten dit welbewust doen. Wij kun
nen het Marxisme niet erkennen ais
de absolute basis in onze sociale en eco
nomische samenleving. Wij kunnen geen
staat van zaken erkennen, welke God
uitsluit uit het leven der volkeren, meer
nog, welke een volkomen negatie van
God vooropstelt en alle Godsgeloof en
allen godsdienstzin met wortel en tak
tracht uit te roeien.
Al te lang werd er gezwegen over dit
schandelijk bedrijf der Russische
machthebbers, doch toen in 1929 de
vervolging van den Godsdienst steeds
driester werd, openbaarde zich in alle
beschaafde landen in en buiten Europa
een heftige verontwaardiging, die zich
niet langer liet verkroppen, doch zich
uiten moest in een geweldig protest.
Vooral de Katholieken, onder aanvoering
van den Paus, doch ook Protestanten en
Joden en allen die een waarachtig gods
geloof in zich omdragen, spraken mat
één stem van afkeuring en afgrijzen. En
die stem is doorgedrongen tot Moskou.
Al kan men thans in Rusland bezwaar
lijk spreken van een althans in de
praktijk vrijheid van godsdienst, de
excessen tegen den godsdienst en zijn
bedienaren zijn tenminste gestaakt
Hopen wij, dat het voor goed is en niet
voor een „reculer pour mieux sauter"
aan welke taktiek de dertienjarige
Sowjet-periode zoo rijk is.
De geconcentreerde aanval
op allen godsdienst.
Het is voor ons ook daarom zoo nut
tig de oogen op Sowjet-Rusland geves
tigd te houden, omdat de regeering ar
principieel atheïstisch is. Het atheïsme
is de absolute, eenzijdige levensbeschou
wing van den bolsjewistischen staat,
vormt het richtsnoer voor vele daden
van bestuur en staatsbeleid, v. Macken
zie zegt dan ook in den aanvang van
het tweede hoofdstuk: „Ik beschuldig de
communistische regeering van Rusland
van overlegde, systematische en voort
durende vervolging van den Godsdienst,
een vervolging, die afschuwelijker, ge-
strenger en op grooter schaal wordt uit
gevoerd dan sedert eeuwen door de
Wereld gezien is. In de Donkere Eeuwen
hebben regeeringen eenige godsdiensten
vervolgd. Deze regeering vervolgt allen
godsdienst. Deze vervolgingscampagne
is met veel zorg opgezet, wordt door
het geheele land met kracht ten uit
voer gebracht en heeft ten doel alle
godsgeloof en allen godsdienstzin, des
noods met geweld, met wortel en tak
bit te roeien.
De groote aanval wordt ook hier weer
gericht op de ontvankelijke ziel van het
hind, want wie het kind heeft, heeft ook
de toekomst. Elk kind moet dan ook zijn
onderwijs genieten op de staatsscholen,
waar geregeld alle godsdienst wordt be
spot en beschimpt en in het belachelijke
getrokken. Particulier onderwijs is ver
boden en aan godsdienstige menschen
is het recht ontzegd, hun kinderen be
neden de dertien jaar godsdienst-onder
richt te geven. Dit verbod wordt met
zulk een gestrengheid gehandhaafd, dat
vele priesters bang zijn de gezinnen te
bezoeken, opdat zij niet beschuldigd zul
len worden van propaganda onder de
kinderen. Zoo staat het jonge, oner
varen kind geheel alleen, onvoldoende
beschermd en gewapend in den strijd,
die tegen zijn kinderziel wordt gevoerd.
Blijft het kind ondanks alles godsdien
stig, door Gods genade, door medewer
king van ouders en opvoeders, dan wordt
het leven hem van alle kanten bitter en
zwaar gemaakt. Het kind mag niet mee
doen in de eenige officieele communis
tische jeugdclubs, waar gezorgd wordt
voor sport en spel; hem wordt de toe
gang ontzegd tot de inrichtingen van
hooger onderwijs (vooral de universi
teiten) om toch vooral te voorkomen
dat een niet-communistische „intelli
gentzia" zal worden gevormd. Hierdoor
wordt het tweeledig doel bereikt, dat de
afgestudeerden „richtige" atheïstischs
communisten zijn en dat uit deze intel
lectueelen het kader gevormd wordt der
communistische partij, der regeerende
staatspartij.
De tweede aanval geldt de bedienaren
van eiken godsdienst: Katholieken
Orthodoxen, Protestanten, Joden, Mu
zelmannen. De regeering heeft hun bet
burgerschap ontnomen en zij zijn aan
handen en voeten gebonden.
Een kerk of godsdienstige groep mag
geen centraal fonds hebben, om vrijwil
lige bijdragen te verzamelen of om een
hoofdelijken omslag te maken. De leden
mogen geen vereeniging onder welken
vorm ook oprichten, geen kring of clubje
mag worden gevormd, al zou het maar
zijn onder den onschuldigen vorm van
een avond-naaicursus. Geen bibliotheek
of leeszaal mag worden onderhouden,
zelfs geen sanatorium voor zieken, zelfs
geen tehuis voor ouden van dagen, geen
medische hulp mag worden verschaft,
niets letterlijk niets, indien het uit zou
gaan van, of georganiseerd zou worden
door eenige godsdienstige groep.
De regeering houdt er een speciaal
departement op na om hierop controle
uit te oefenen en dit heeft veroorzaakt
(en veroorzaakt vaak nóg) arrestatie,
gevangenhouding, verbanning, dood van
duizenden en duizenden goed-geloovigen
en bedienaren van den godsdienst.
Zeker, de Sowjet-regeering ontkent
niet deze feiten doch verklaart, dat ze
niet geschiedden om wille van den gods
dienst, doch omdat de slachtoffers zich
schuldig maakten aan contra-revolutio
naire daden. Deze rechtzetting is echter
wel van de meest satanische soort. Im
mers, vele wetten, decreten en besluiten
ten opzichte van den godsdienst zijn van
dien aard, dat de geloovige wel tot zich
zelf zeggen moet: „Ik moet God meer
gehoorzamen dan de menschen". Over
treding dier wetten is echter een daad
van „contra-revolutie".
Op die manier kunnen de bolsjèwiki
rustig verklaren, dat er geen sprake is
van godsdienstvervolging, alleen maar
van een vervolging van „contra-revolu
tionairen"!
Om de ziel van het kind.
„De oudere mannen en vrouwen kun
nen mij niet schelen. We kunnen niet
hopen hen te bekeeren, want zij zitten
in hun gewoonten vastgeroest. De
komende generatie is de onze. De ouden
zullen uitsterven en hun bijgeloof zal
met hen verdwijnen." Aldus een
vooraanstaand communist.
„Maakt u meester van de kinderen en
de godsdienst zal binnen enkele jaren
in dit land zijn natuurlijken dood ster
ven." Zoo luidt de oorlogskreet der
communisten.
De onderwijzers zijn verplicht anti
godsdienstig onderricht te geven en het
is een geluk te noemen, dat het Sowj et-
decreet van 28 Oct. 1928 betreffende den
leerplicht op zóóveel moeilijkheden
stuit, dat nog niet alle Russische kinde
ren door deze pest worden aangetast
De ouders zelf staan hier machteloos
tegenover. Verzetten zij zich, dan loopen
zij de kans, dat de kinderen aan de
ouderlijke macht worden onttrokken er.
aan proletarische pleegouders worden
gegeven of aan openbare staatsinstel
lingen worden toevertrouwd. Het eenig-
ste, dat de vrome ouders doen kunner;
is: zelf thuis hun kinderen in den gods
dienst onderwijzen en hun de geboden
van God en Kerk vóór houden. De
geestelijkheid kan en mag niets doen. In
de betreffende circulaire van 3 Januari
1922 staat duidelijk aangegeven, dat:
„het geven van Godsdienstonderwijs
aan schoolplichtige kinderen in ker
ken, in andere godsdienst-gebouwen
of in particuliere huizen is verboden.
Theologisch onderricht voor per
sonen boven de achttien jaar, die in
staat zijn godsdienst-questies ver
standig te bespreken, kan goedge
keurd worden in bijzondere inrich
tingen, die met toestemming van de
Sowjet-autoriteiten geopend worden.
Het geven van onderricht aan groe
pen of het onderhouden van op zich
zelf staande betrekkingen met jonge
menschen onder den leeftijd van
achttien jaar, onverschillig waar dit
plaats heeft, zal met al de gestreng
heid der revolutionaire wet vervolgd
worden."
Hoe ongelijk moet in onze oogen de
strijd zijn om de kinderziel. Aan den
eenen kant een beperkte invloed der
ouders, aan den anderen kant de staat
met al zijn hulpmiddelen. Hoe wreed
moet de ziel van zulk een kind ver
scheurd worden, dat thuis leeft in een
godsdienstig milieu en door zijn ouders
wordt opgevoed in liefde tot God, tot
den evenmensch, en buitenshuis, in de
school, moet leeren, dat er geen God
bestaat, dat dit een verzinsel is van
priesters om domme menschen te lijmen,
dat de wetenschap heeft afgerekend
met God. Wil het kind meedoen aan het
actieve schoolleven, aan vacantie-uit-
stapjes, aan sport en spel, dan kan het
dit slechts bereiken door zich aan te
sluiten bij de communistische jeugd
bonden (Pioniers en Komsomoltzi), waar
ze zóó doordrenkt worden van de com
munistische leer, dat de ouders elk innig
verband met hen verliezen. Hartver
scheurend is het lot dier ouders, die op
die wijze hun kinderen wellicht voor le
eeuwigheid verloren zien gaan, hun kin
deren die zoo geheel anders denken en
voelen dan zij zelf, hun kinderen die in
een materialistische en immoreele sfeer
worden vergiftigd en ln hun ouders nog
slechts exemplaren zien van een bijgc-
loovig, achterlijk, bekrompen geslacht.
Gelukkig is er één lichtpunt, n.l. dat
thans blijkt dat een deel van de jeugd
op rijperen leeftijd zich weer afwendt
van het starre communistische dogma
en in een den mensch eigen geluks-
streving behoefte gevoelt aan den steun
van bovennatuurlijke waarheden.
Een juist woord
Onlangs kwam in een ingezonden stuk
in het „Handelsblad" de klacht tot
uiting, dat minister Deckers geweigerd
had, aan een ridder Militaire Willems
orde, die uit hoofde van zijn ridder
schap aanspraak kon maken op een be
grafenis met militaire eer, deze militaire
eer te verleenen.
Het feit, dat de overleden ridder niet
begraven, maar gecremeerd werd, was
den minister hiertoe aanleiding.
Het geval verwekte eenige sensatie.
De Katholieke en Christelijke pers
nam den minister natuurlijk in bescher
ming, en wel op dezen grond, dat een
minister moeilijk door militair eerbewijs
goedkeuring kon hechten aan een begra
fenis, die naar de letter van de wet geen
begrafenis is.
Van andere zijde meende men den
minister echter wel een verwijt te mogen
maken in verband met diens weigering,
en mevrouw Van Itallie-van Embden
stelde den minister vragen.
Thans spreekt het „Handelsblad",
waarin de kwestie aan de orde gesteld
werd, zichzelf over het geval uit, en he 5
doet ons genoegen dat de redactie hier
in toont een juisten kijk op de zaak
te hebben.
De redactie schrijft:
„Hier wordt de oude vraag over de ge
oorloofdheid van verassching en de ter
aardebestelling van de asch, weer opge
rakeld. Men weet dat art. 1, eerste lid,
van de Begrafeniswet bepaalt: „Elk over
leden persoon en doodgeboren kind wordt
in eene gesloten kist begraven op eene
begraafplaats, overeenkomstig deze wet
aangelegd of volgens de overgangs-bepa-
lingen dezer wet toegelaten".
De strekking van dit artikel is dus dat
elk lijk moet worden begraven. „Aan
dit voorschrift", schrijft dr. G. G. Pekel
haring in de toelichting in de uitgave
der Nederlandsche staatswetten van
Schuurman Jordens, „wordt niet vol
daan wanneer na verbranding van het
lijk, de overgebleven asch en de uitge
gloeide beenderen worden begraven. Even
wel heeft de wetgever verzuimd de per
sonen aan te wijzen die met de zorg voor
het begraven worden belast, zoodat we
gens niet-naleving van 't voorschrift van
art. 1, eerste lid, der Begrafeniswet, nie
mand strafrechtelijk aansprakelijk kan
worden gesteld. Bij de vaststelling van de
Begrafeniswet heeft de wetgever zich ge
steld op het standpunt, dat lijkverbran
ding niet geoorloofd zou zijn. Die bedoe
ling heeft echter in de wet geen uitdruk
king gevonden, aangezien daarin een uit
drukkelijk verbod van verbranden niet
wordt aangetroffen." En een zoodanig
verbod met strafrechtelijk gevolg kan ook
niet langs deductieven weg worden ge
construeerd.
De minister die zich in de eerste plaats
aan de wet wil houden, vindt daarin dus
wel is waar niet in alle opzichten hou
vast, maar kan zich tenslotte op de letter
van art. 1, eerste lid, beroepen, wanneer
dit bovendien nog strookt met zijn per
soonlijke gevoelens, en een verbod con-
strueeren, zelfs al kan hij daaraan geen
strafrechtelijke consequenties verbinder.
Wij betreuren dat door dezen staat van
zaken geen gevolg' kon worden gegeven
aan den laatsten wensch van een ridder
M. W. O., een wensch die in zekeren zin
op zichzelf een goed recht was.
Maar van eerbied voor de wet kunnen
wij een lid der regeering moeilijk een
verwijt maken."
O. i. behoeft het „Handelsblad" het
ook niet te betreuren, dat in dit geval
geen gevolg gegeven kon worden aan
den laatsten wensch van een ridder
M. W. O. (de overledene had de weige
ring van de militaire eer aan zichzelf
te wijten), maar overigens achten
wij de uiteenzetting van het „Handels
blad" zóó juist, dat wy' er gaarne de
aandacht op gevestigd hebben.
Twee Volendammer schoonen op de Zuiderzee-visscherij-tentoonstelling van Enkhnizen
profiteeren nu nog van de vangst op de Zuiderzee
Volgens de jongste berichten uit Lima,
hebben officieren uit het Peruaansche leger,
voor het meerendeel jonge mannen, een
militair bewind ingesteld. Zij verzochten
president Leguia af te treden.
President gevlucht.
Leguia, de president van Peru, heeft zijn
ontslag aangeboden.
President Leguia is na zijn aftreden aan
boord van een kruiser naar Panama gevlucht.
Een militair kabinet
Een militair kabinet heeft de regeering m
handen genomen. Het wordt gepresideerd
door generaal Sarmiento, die tot dusver
minister van oorlog was.
De zeer schaars binnenkomende berichten
uit Lima over den opstand in Peru, welke ei
kaar gedeeltelijk tegenspreken, komen in zoo
verre met elkaar overeen, dat de opstandelin
gen over de' geheele linie successen hebben
behaald. In de meeste steden zijn de regee-
ringstroepen overgeloopen naar de zijde der
opstandelingen.
Te Cuzes zijn de regeeringtroepen door de
bevolking ontwapend. Generaal Sarmienio
heeft het presidium van een voorloopigen
raad op zich genomen.
Aan de beurs van New York hebben de
gebeurtenissen in Peru groote ongerustheid
teweeg gebracht. Peruaansche leeningen zijn
soms met 4(4% gedaald.
Volgens de laatste berichten uit Peru
werd in de hoofdstad Lima de woning van
den gevluchten president Leguia geplunderd.
Ook de woningen van andere vooraan
staande personen moesten het ontgelden.
De nieuwe regeering grijpt energiek in en
heeft verschillende personen, die aan de
plunderingen hebben deelgenomen, laten
terecht stellen.
Volgens berichten uit Santiago de Chili
bevindt de afgetreden president van Peru
Leguia zich nog steeds met zijn familie aan
boord van den kruiser Almirante Grau.
De berichten dat de kruiser in de richting
van Panama is vertrokken, worden betwijfeld.
Naar verluidt heeft Sanches Cerro, de lei
der van de beweging der opstandelingen, de
uitnoodiging der Junta om naar Lima te
komen afgeslagen.
Cerro verklaarde dat hij de Junta als een
schepping van president Leguia beschouwde,
waarmee hij, die de regeering van Peru wil
hervormen, niets te doen jvil hebben.
Volgens een telegram uit Mexico wenscht
het blad „El Universal" het volk van Peru
geluk met het verdwijnen van president Le
guia, die naar het blad schrijft, een toege
wijd dienaar is geweest van het Witte Huis.
Uit Guayaquil (Ecuador) wordt gemeld,
dat aldaar in extra bladen het nieuws van
den opstand in Peru wordt bekend gemaakt,
en dat dit door de bevolking met groote
blijdschap wordt ontvangen en op feestelijke
wijze wordt gevierd.
Naar uit betrouwbare bron vernomen
wordt men den uit Peru verbannen
gener sales telegrafisch teruggeroe
pen.
Maandagmiddag had in de Hildebrand van
de Hildebrandmijn te Wirek (Antoniënhütte)
een ernstig mijnongeluk plaats. Door een
aardstorting werd een pijler gebroken, ten
gevolge waarvan 15 mijnwerkers werden in
gesloten. Negen konden na vele uren inge
spannen reddingswerkzaamheden, zwaar ge
wond, worden geborgen. Men zal de anderen
eerst na ongeveer twee dagen kunnen be
reiken. Men heeft dan ook slechts weinig
hoop, dat zij nog levend geborgen zullen
kunnen worden.
Dit Is het tweede ernstige mijnongeluk,
dat zich in de laatste vijf maanden in de
Hildebrandmijn heeft afgespeeld. Bij die
gelegenheid kwamen eveneens verscheidene
mijnwerkers om het leven.
Naar uit Berlijn wordt gemeld, zijn de
onderhandelingen tusschen de Aero-arctische
Vereeniging en de Zeppelin Maatschappij
over een Zeppelin-tocht onder leiding van
dr. Eckener naar de Noorajx>ol hervat.
Zooals men weet, waren deze besprekin
gen verleden jaar zonder resultaat gebleven,
voornamelijk omdat de verzekeringsmaat
schappijen het risico te groot vonden.
Het heeft Z. H. den Paus behaagd, te be
noemen tot Riddem in de Orde van den
H. Gregorius den Grooten, den heer A. B.
van Ketel, Regent der St. .Lambertus Stich
ting „Huize Duinrust", Overveen, wonende
alhier.
Naar wij vernemen zal heden getracht
worden om de Velserbrug met handkracht
dicht te draaien. Wanneer alles goed gaat
zal de brug waarschijnlijk Donderdag weer
in bedrijf worden gesteld.
Naar wij nader vernemen, is hedenochtend
dVelserbrug met handkracht in beweging
gebracht, om vervolgens electrisch in be
drijf gesteld worden.
Deze proefneming verliep regelmatig.
In verband met verschillende reparaties,
welke nog aangebracht worden, is de defi
nitieve in bedrijf stelling bepaald op a. s.
Donderdag.
De autobusdienst.
De Nederlandsche Bond van Autobus-
dienstondernemers te Amsterdam heeft tele
grafisch bij Gedep. Staten van Noord-Hol
land en bij het Rijkstoezlcht op de spoor
wegen te 's Gravenhage aangedrongen op
maatregelen tegen den autobusdienst, inge
steld door de Nederlandsche Spoorwegen op
het traject VelsenBeverwijk, ingevolge de
aanvaring van de Velserbrug. De Bond wijst
er op, dat voor dezen geregelden autobus
dienst geen vergunning werd verleend en dat
de Wet Openbare Vervoermiddelen geen
ontheffingsmogelijkheid kent in geval van
nood.
Daarom behoort volgens de Bond deze
autobusdienst direct te worden stopgezet en
het vervoer tusschen Velsen en Beverwijk te
geschieden door den particulieren onderne
mer, welke op dit traject in het bezit is van
een vergunning.
Vanmorgen tegen 6 uur heeft in de Spui
straat te Amsterdam een ernstige aanrijding
plaats gehad.
De ongeveer 55-jarige diamantbewerker
H. de Vries, wonende aan de Lijnbaans
gracht, kwam uit de Torensteeg en wilde
de Spuistraat oversteken naar de Molsteeg.
In de Spuistraat naderde uit de richting
van het Centraal Station een taxi.
Volgens den chauffeur wilde de man eerst
oversteken, aarzelde echter, toen de auto
naderde en probeerde ten slotte toch, vóór
den auto te passeeren.
Hoe dit zij, de man werd gegrepen en als
het ware door den auto geschept.
De botsing was zoo hevig, dat de radiator
van den wagen gedeeltelijk werd ingedrukt
en een der koplampen werd beschadigd.
De man was er ernstig aan toe, bekwam
ernstige kwetsuren aan het gezicht en een
rechterbeenbreuk, terwijl ook het onderlijf
zwaar inwendig werd gekneusd.
Hij werd naar het Binnengasthuis ver
voerd.
De chauffeur verklaarde, met een 40 K.M.
snelheid te hebben gereden, dus 10 K.M.
boven het toegestane maximum.
In het asphalt bleef echter een remspoor
achter van circa 35 M., wat er op zou
wijzen, dat de snelheid minstens 60 K.M.
per uur moet zijn geweest.
De wagen bleef onder voorloopige politie
bewaking in de Spuistraat achter, terwijl
den chauffeur een verhoor werd afgenomen
aan het bureau in de Warmoesstraat.
De natte Augustusmaand.
Men meldt ons uit Beverwijk:
In de Heemskerkerduinen is de pluk van
duinbramen die andere jaren nog wel eens
van beteekenis kan zijn, in letterlijken en in
figuurlijken zin in 't water gevallen.
Door de vele regens zijn de bramen totaal
verregend.
Het Is hieraan toe te schrijven, dat zij
aan de veilingen dit jaar sporadisch voor
komen.
Bramen gedijen het beste bij eene warme
en eene tamelijke droge Augustusmaand en
deze hebben wij helaas dit jaar niet gehad.
De ontvangst van den oceaanvlieger von
Gronau te Halifax.
De revolutie in Peru. De president naar
Panama gevlucht. Militair kabinet gevormd.
De samenstelling van het nieuwe Poolsche
Kabinet.
De Velserbrug Donderdag weer in gebruik?
De Zuiderzee vis scherij-Ten toons telling te
Enkhuizen.
Verijdelde aanslag op Sidky Pasha.
De feestelijkheden te Nijmegen bij het 700-
jarig bestaan.
Ned. R. K. Tooneelbond. Jaarvergade
ring te Tilburg.
Tusschen Zaandam en Koog Zaandijk zul
len de Ned. Spoorwegen een halte „Koog-
Bloemwijck" maken.
Barometerstand 9 uur v.m. 772 vooruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
Licht op De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om: 8.29 uur.
Hoogste barometerstand 772.5 m. M. te
Weenen.
Laagste barometerstand 754.8 m. M. te
Haparanda.
Verwachting:
Zwakke tot matigen Zuid-Oostelijke tot
Zuid-Westelijken wind.
Half tot zwaar bewolkt.
Waarschijnlijk droog weer. Aanvankelijk
warm.
Gedurende de jongste weken hebben,
naar de „Deutsche Allgemeine Ztg." uit
Breslau verneemt, twee gezusters, Weigmann
beiden gescheiden vrouwen, aie den indruk
wisten te wekken, dat zij weldra een erfenis
ten bedrage van 20 millioen mark in han
den zouden krijgen, een reeks zakenlieden
te Breslau opgelicht voor een totaal bedrag
van meer dan millioen mark, dat zy gedeel
telijk bij wijze van leening verkregen.
Zij beweerden de eenige erfgenamen te
zijn van een scheepskapitein, Baensch ge
naamd, die in 1839 te Paramaribo zou zijn
overleden.
Hij zou de grootmoeder der zusters tot
zijn eenige erfgename hebben benoemd,
maar deze in 1876 gestorven vrouw zou in
dertijd door het optreden der belasting
ambtenaren verhinderd zijn geweest, de na
latenschap in bezit te nemen. De zusters
wilden nu probeeren, het bedrag van 20
millioen van den fiscus los te krijgen.
Met behulp van papieren en beëedigde
verklaringen, die zij behendig wisten te
verkrijgen, waarbij zij door een notaris uit
Glatz, dr. Stiller, werden geholpen, wisten
zij allen twijfel bij de bedrogen zakenlie
den weg te nemen.
Dezen stelden zich dan tevreden met
„aandeelen in de toekomstige erfenis", die
door de twee zusters en haar helpers in
groote hoeveelheden werden uitgegeven.
De twee zusters en de notaris zyn reeds
gearresteerd, men verwacht, dat nog vele
andere personen in hechtenis zullen worden
genomen.
Te Batavia zijn omvangrijke voorberei
dingen gaande voor een grootsche viering
van den 50sten verjaardag van H. M. de
Koningin. Er zullen optochten worden ge
organiseerd, terwijl voor„s een schitterende
illuminatie wordt voorbereid.
De groote optocht zal bestaan uit een
afdeeling politie, het bestuur, een eere
escorte van de cavalerie, herauten, een
praalwagen van het Algemeen Nederland
sche Verbond, een bloemen-corso, een groep
padvinders, een allegorische en symbolische
groep, verschillende sportvereenigmgen,
school-groepen, een folkloregroep, fietsers,
versierde auto's en verschillende andere
auto's met in de achterhoede wederom een
cavalerie-escorte en een afdeeiing politie.
Naar wij vernemen, heeft ds. Klinkenberg
J.A.zn., pred. bij de Herst Evang. Luth. Ge
meenschap te Amsterdam, die, na het bedan
ken van Ds. A. G. H. van Hoogenhuyse, in de
vac.-Ter Haar benoemd verklaard was tot
lid der Prov. Staten' van Noord-Holland, zijn
benoeming aangenomen.