f 3000.- 1750.- 1250.- f125.- f50.- f40.- DE HEL IN RUSLAND dit nummer bestaat uit drie bladen DINSDAG 26 AUGUSTUS 1930 De opstand in Peru Ernstig mijnongeluk in Opper-Silezie Pauselijke onderscheiding De Velserbrug Voornaamste qWieuws Groote oplichting te Breslau Prov. Staten van Noord-Holland DRIE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17547 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEEEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL CREMATIE EN MILITAIRE EER Zuiderzee-banket Militair bewind ingesteld 15 miinwerkers ingesloten Eckener naar de Noordpool? De heer A. B. A. van Ketel geridderd Donderdag weer in bedrijf? Ernstig ongeval in de Spuistraat te Amsterdam De bramenoogst in het water gevallen J. J. WEBER ZOON Groote Houtstraat 166 Haarlem Telegrafisch Weerbericht Talrijke slachtoffers Koninginnedag te Batavia Aanneming benoeming BUREAUX NASSAULAAN 49 Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 et.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES, 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct. bö vooruitbet Bi) contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELÏNGEN tusschen den tekst 60' ct per regel. Alle abonné'8 op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen bij een ongeval met doodelijken afloop jij verlies van een hand. een voet of een oog bij verlies van een duim of wijsvingei bij een breuk van been of arm bij verlies van Si anderen vinger Onder dezen titel verscheen onlangs bij de N.V. Bredée te Rotterdam een werk van F. A. Mackenzie, hetwelk een zeer goed, objectief beeld geeft van de geschiedenis der godsdienstvervolging onder het Bolsjewisme. De auteur bracht verscheidene jaren in Sowj et-Rusland door, en toetst meri zijn verklaringen aan uitlatingen in de pers, zoowel in de Bolsjewistische ais in die der emigranten; aan de jongere Sowjetistische literatuur; aan hetgeen Russische intellectueelen ais hun bezonken oordeel uitspreken, dan vindt men in dit boek een waarborg voor groote betrouwbaarheio. te midden van de massa tegenstrijdige gegevens over dit land. Want het „pro bleem Sowj et-Rusland" heeft heel wat pennen in beweging gezet, vooral in de laatste jaren nu men tot de overtuiging gekomen is, dat hetgeen in Rusland ge schiedde en geschiedt, in elk land hetzij in grootere of kleinere kringen zijn neerslag geeft. De tijd is voorbij, dat men zich van Rusland kon afmaken met eenige phra- sen over boevenpak en moordgespuis In het Oosten van Europa, in de repu blieken, die tot de U. R. R. S. behooren. tracht men een nieuwe wereldorde te scheppen; in het Kreml heerschen dic tatoren met krachtige hand, die weten wat zij willen. Onverschilligheid baat ons niet; wij moeten stelling nemen en wij moeten dit welbewust doen. Wij kun nen het Marxisme niet erkennen ais de absolute basis in onze sociale en eco nomische samenleving. Wij kunnen geen staat van zaken erkennen, welke God uitsluit uit het leven der volkeren, meer nog, welke een volkomen negatie van God vooropstelt en alle Godsgeloof en allen godsdienstzin met wortel en tak tracht uit te roeien. Al te lang werd er gezwegen over dit schandelijk bedrijf der Russische machthebbers, doch toen in 1929 de vervolging van den Godsdienst steeds driester werd, openbaarde zich in alle beschaafde landen in en buiten Europa een heftige verontwaardiging, die zich niet langer liet verkroppen, doch zich uiten moest in een geweldig protest. Vooral de Katholieken, onder aanvoering van den Paus, doch ook Protestanten en Joden en allen die een waarachtig gods geloof in zich omdragen, spraken mat één stem van afkeuring en afgrijzen. En die stem is doorgedrongen tot Moskou. Al kan men thans in Rusland bezwaar lijk spreken van een althans in de praktijk vrijheid van godsdienst, de excessen tegen den godsdienst en zijn bedienaren zijn tenminste gestaakt Hopen wij, dat het voor goed is en niet voor een „reculer pour mieux sauter" aan welke taktiek de dertienjarige Sowjet-periode zoo rijk is. De geconcentreerde aanval op allen godsdienst. Het is voor ons ook daarom zoo nut tig de oogen op Sowjet-Rusland geves tigd te houden, omdat de regeering ar principieel atheïstisch is. Het atheïsme is de absolute, eenzijdige levensbeschou wing van den bolsjewistischen staat, vormt het richtsnoer voor vele daden van bestuur en staatsbeleid, v. Macken zie zegt dan ook in den aanvang van het tweede hoofdstuk: „Ik beschuldig de communistische regeering van Rusland van overlegde, systematische en voort durende vervolging van den Godsdienst, een vervolging, die afschuwelijker, ge- strenger en op grooter schaal wordt uit gevoerd dan sedert eeuwen door de Wereld gezien is. In de Donkere Eeuwen hebben regeeringen eenige godsdiensten vervolgd. Deze regeering vervolgt allen godsdienst. Deze vervolgingscampagne is met veel zorg opgezet, wordt door het geheele land met kracht ten uit voer gebracht en heeft ten doel alle godsgeloof en allen godsdienstzin, des noods met geweld, met wortel en tak bit te roeien. De groote aanval wordt ook hier weer gericht op de ontvankelijke ziel van het hind, want wie het kind heeft, heeft ook de toekomst. Elk kind moet dan ook zijn onderwijs genieten op de staatsscholen, waar geregeld alle godsdienst wordt be spot en beschimpt en in het belachelijke getrokken. Particulier onderwijs is ver boden en aan godsdienstige menschen is het recht ontzegd, hun kinderen be neden de dertien jaar godsdienst-onder richt te geven. Dit verbod wordt met zulk een gestrengheid gehandhaafd, dat vele priesters bang zijn de gezinnen te bezoeken, opdat zij niet beschuldigd zul len worden van propaganda onder de kinderen. Zoo staat het jonge, oner varen kind geheel alleen, onvoldoende beschermd en gewapend in den strijd, die tegen zijn kinderziel wordt gevoerd. Blijft het kind ondanks alles godsdien stig, door Gods genade, door medewer king van ouders en opvoeders, dan wordt het leven hem van alle kanten bitter en zwaar gemaakt. Het kind mag niet mee doen in de eenige officieele communis tische jeugdclubs, waar gezorgd wordt voor sport en spel; hem wordt de toe gang ontzegd tot de inrichtingen van hooger onderwijs (vooral de universi teiten) om toch vooral te voorkomen dat een niet-communistische „intelli gentzia" zal worden gevormd. Hierdoor wordt het tweeledig doel bereikt, dat de afgestudeerden „richtige" atheïstischs communisten zijn en dat uit deze intel lectueelen het kader gevormd wordt der communistische partij, der regeerende staatspartij. De tweede aanval geldt de bedienaren van eiken godsdienst: Katholieken Orthodoxen, Protestanten, Joden, Mu zelmannen. De regeering heeft hun bet burgerschap ontnomen en zij zijn aan handen en voeten gebonden. Een kerk of godsdienstige groep mag geen centraal fonds hebben, om vrijwil lige bijdragen te verzamelen of om een hoofdelijken omslag te maken. De leden mogen geen vereeniging onder welken vorm ook oprichten, geen kring of clubje mag worden gevormd, al zou het maar zijn onder den onschuldigen vorm van een avond-naaicursus. Geen bibliotheek of leeszaal mag worden onderhouden, zelfs geen sanatorium voor zieken, zelfs geen tehuis voor ouden van dagen, geen medische hulp mag worden verschaft, niets letterlijk niets, indien het uit zou gaan van, of georganiseerd zou worden door eenige godsdienstige groep. De regeering houdt er een speciaal departement op na om hierop controle uit te oefenen en dit heeft veroorzaakt (en veroorzaakt vaak nóg) arrestatie, gevangenhouding, verbanning, dood van duizenden en duizenden goed-geloovigen en bedienaren van den godsdienst. Zeker, de Sowjet-regeering ontkent niet deze feiten doch verklaart, dat ze niet geschiedden om wille van den gods dienst, doch omdat de slachtoffers zich schuldig maakten aan contra-revolutio naire daden. Deze rechtzetting is echter wel van de meest satanische soort. Im mers, vele wetten, decreten en besluiten ten opzichte van den godsdienst zijn van dien aard, dat de geloovige wel tot zich zelf zeggen moet: „Ik moet God meer gehoorzamen dan de menschen". Over treding dier wetten is echter een daad van „contra-revolutie". Op die manier kunnen de bolsjèwiki rustig verklaren, dat er geen sprake is van godsdienstvervolging, alleen maar van een vervolging van „contra-revolu tionairen"! Om de ziel van het kind. „De oudere mannen en vrouwen kun nen mij niet schelen. We kunnen niet hopen hen te bekeeren, want zij zitten in hun gewoonten vastgeroest. De komende generatie is de onze. De ouden zullen uitsterven en hun bijgeloof zal met hen verdwijnen." Aldus een vooraanstaand communist. „Maakt u meester van de kinderen en de godsdienst zal binnen enkele jaren in dit land zijn natuurlijken dood ster ven." Zoo luidt de oorlogskreet der communisten. De onderwijzers zijn verplicht anti godsdienstig onderricht te geven en het is een geluk te noemen, dat het Sowj et- decreet van 28 Oct. 1928 betreffende den leerplicht op zóóveel moeilijkheden stuit, dat nog niet alle Russische kinde ren door deze pest worden aangetast De ouders zelf staan hier machteloos tegenover. Verzetten zij zich, dan loopen zij de kans, dat de kinderen aan de ouderlijke macht worden onttrokken er. aan proletarische pleegouders worden gegeven of aan openbare staatsinstel lingen worden toevertrouwd. Het eenig- ste, dat de vrome ouders doen kunner; is: zelf thuis hun kinderen in den gods dienst onderwijzen en hun de geboden van God en Kerk vóór houden. De geestelijkheid kan en mag niets doen. In de betreffende circulaire van 3 Januari 1922 staat duidelijk aangegeven, dat: „het geven van Godsdienstonderwijs aan schoolplichtige kinderen in ker ken, in andere godsdienst-gebouwen of in particuliere huizen is verboden. Theologisch onderricht voor per sonen boven de achttien jaar, die in staat zijn godsdienst-questies ver standig te bespreken, kan goedge keurd worden in bijzondere inrich tingen, die met toestemming van de Sowjet-autoriteiten geopend worden. Het geven van onderricht aan groe pen of het onderhouden van op zich zelf staande betrekkingen met jonge menschen onder den leeftijd van achttien jaar, onverschillig waar dit plaats heeft, zal met al de gestreng heid der revolutionaire wet vervolgd worden." Hoe ongelijk moet in onze oogen de strijd zijn om de kinderziel. Aan den eenen kant een beperkte invloed der ouders, aan den anderen kant de staat met al zijn hulpmiddelen. Hoe wreed moet de ziel van zulk een kind ver scheurd worden, dat thuis leeft in een godsdienstig milieu en door zijn ouders wordt opgevoed in liefde tot God, tot den evenmensch, en buitenshuis, in de school, moet leeren, dat er geen God bestaat, dat dit een verzinsel is van priesters om domme menschen te lijmen, dat de wetenschap heeft afgerekend met God. Wil het kind meedoen aan het actieve schoolleven, aan vacantie-uit- stapjes, aan sport en spel, dan kan het dit slechts bereiken door zich aan te sluiten bij de communistische jeugd bonden (Pioniers en Komsomoltzi), waar ze zóó doordrenkt worden van de com munistische leer, dat de ouders elk innig verband met hen verliezen. Hartver scheurend is het lot dier ouders, die op die wijze hun kinderen wellicht voor le eeuwigheid verloren zien gaan, hun kin deren die zoo geheel anders denken en voelen dan zij zelf, hun kinderen die in een materialistische en immoreele sfeer worden vergiftigd en ln hun ouders nog slechts exemplaren zien van een bijgc- loovig, achterlijk, bekrompen geslacht. Gelukkig is er één lichtpunt, n.l. dat thans blijkt dat een deel van de jeugd op rijperen leeftijd zich weer afwendt van het starre communistische dogma en in een den mensch eigen geluks- streving behoefte gevoelt aan den steun van bovennatuurlijke waarheden. Een juist woord Onlangs kwam in een ingezonden stuk in het „Handelsblad" de klacht tot uiting, dat minister Deckers geweigerd had, aan een ridder Militaire Willems orde, die uit hoofde van zijn ridder schap aanspraak kon maken op een be grafenis met militaire eer, deze militaire eer te verleenen. Het feit, dat de overleden ridder niet begraven, maar gecremeerd werd, was den minister hiertoe aanleiding. Het geval verwekte eenige sensatie. De Katholieke en Christelijke pers nam den minister natuurlijk in bescher ming, en wel op dezen grond, dat een minister moeilijk door militair eerbewijs goedkeuring kon hechten aan een begra fenis, die naar de letter van de wet geen begrafenis is. Van andere zijde meende men den minister echter wel een verwijt te mogen maken in verband met diens weigering, en mevrouw Van Itallie-van Embden stelde den minister vragen. Thans spreekt het „Handelsblad", waarin de kwestie aan de orde gesteld werd, zichzelf over het geval uit, en he 5 doet ons genoegen dat de redactie hier in toont een juisten kijk op de zaak te hebben. De redactie schrijft: „Hier wordt de oude vraag over de ge oorloofdheid van verassching en de ter aardebestelling van de asch, weer opge rakeld. Men weet dat art. 1, eerste lid, van de Begrafeniswet bepaalt: „Elk over leden persoon en doodgeboren kind wordt in eene gesloten kist begraven op eene begraafplaats, overeenkomstig deze wet aangelegd of volgens de overgangs-bepa- lingen dezer wet toegelaten". De strekking van dit artikel is dus dat elk lijk moet worden begraven. „Aan dit voorschrift", schrijft dr. G. G. Pekel haring in de toelichting in de uitgave der Nederlandsche staatswetten van Schuurman Jordens, „wordt niet vol daan wanneer na verbranding van het lijk, de overgebleven asch en de uitge gloeide beenderen worden begraven. Even wel heeft de wetgever verzuimd de per sonen aan te wijzen die met de zorg voor het begraven worden belast, zoodat we gens niet-naleving van 't voorschrift van art. 1, eerste lid, der Begrafeniswet, nie mand strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld. Bij de vaststelling van de Begrafeniswet heeft de wetgever zich ge steld op het standpunt, dat lijkverbran ding niet geoorloofd zou zijn. Die bedoe ling heeft echter in de wet geen uitdruk king gevonden, aangezien daarin een uit drukkelijk verbod van verbranden niet wordt aangetroffen." En een zoodanig verbod met strafrechtelijk gevolg kan ook niet langs deductieven weg worden ge construeerd. De minister die zich in de eerste plaats aan de wet wil houden, vindt daarin dus wel is waar niet in alle opzichten hou vast, maar kan zich tenslotte op de letter van art. 1, eerste lid, beroepen, wanneer dit bovendien nog strookt met zijn per soonlijke gevoelens, en een verbod con- strueeren, zelfs al kan hij daaraan geen strafrechtelijke consequenties verbinder. Wij betreuren dat door dezen staat van zaken geen gevolg' kon worden gegeven aan den laatsten wensch van een ridder M. W. O., een wensch die in zekeren zin op zichzelf een goed recht was. Maar van eerbied voor de wet kunnen wij een lid der regeering moeilijk een verwijt maken." O. i. behoeft het „Handelsblad" het ook niet te betreuren, dat in dit geval geen gevolg gegeven kon worden aan den laatsten wensch van een ridder M. W. O. (de overledene had de weige ring van de militaire eer aan zichzelf te wijten), maar overigens achten wij de uiteenzetting van het „Handels blad" zóó juist, dat wy' er gaarne de aandacht op gevestigd hebben. Twee Volendammer schoonen op de Zuiderzee-visscherij-tentoonstelling van Enkhnizen profiteeren nu nog van de vangst op de Zuiderzee Volgens de jongste berichten uit Lima, hebben officieren uit het Peruaansche leger, voor het meerendeel jonge mannen, een militair bewind ingesteld. Zij verzochten president Leguia af te treden. President gevlucht. Leguia, de president van Peru, heeft zijn ontslag aangeboden. President Leguia is na zijn aftreden aan boord van een kruiser naar Panama gevlucht. Een militair kabinet Een militair kabinet heeft de regeering m handen genomen. Het wordt gepresideerd door generaal Sarmiento, die tot dusver minister van oorlog was. De zeer schaars binnenkomende berichten uit Lima over den opstand in Peru, welke ei kaar gedeeltelijk tegenspreken, komen in zoo verre met elkaar overeen, dat de opstandelin gen over de' geheele linie successen hebben behaald. In de meeste steden zijn de regee- ringstroepen overgeloopen naar de zijde der opstandelingen. Te Cuzes zijn de regeeringtroepen door de bevolking ontwapend. Generaal Sarmienio heeft het presidium van een voorloopigen raad op zich genomen. Aan de beurs van New York hebben de gebeurtenissen in Peru groote ongerustheid teweeg gebracht. Peruaansche leeningen zijn soms met 4(4% gedaald. Volgens de laatste berichten uit Peru werd in de hoofdstad Lima de woning van den gevluchten president Leguia geplunderd. Ook de woningen van andere vooraan staande personen moesten het ontgelden. De nieuwe regeering grijpt energiek in en heeft verschillende personen, die aan de plunderingen hebben deelgenomen, laten terecht stellen. Volgens berichten uit Santiago de Chili bevindt de afgetreden president van Peru Leguia zich nog steeds met zijn familie aan boord van den kruiser Almirante Grau. De berichten dat de kruiser in de richting van Panama is vertrokken, worden betwijfeld. Naar verluidt heeft Sanches Cerro, de lei der van de beweging der opstandelingen, de uitnoodiging der Junta om naar Lima te komen afgeslagen. Cerro verklaarde dat hij de Junta als een schepping van president Leguia beschouwde, waarmee hij, die de regeering van Peru wil hervormen, niets te doen jvil hebben. Volgens een telegram uit Mexico wenscht het blad „El Universal" het volk van Peru geluk met het verdwijnen van president Le guia, die naar het blad schrijft, een toege wijd dienaar is geweest van het Witte Huis. Uit Guayaquil (Ecuador) wordt gemeld, dat aldaar in extra bladen het nieuws van den opstand in Peru wordt bekend gemaakt, en dat dit door de bevolking met groote blijdschap wordt ontvangen en op feestelijke wijze wordt gevierd. Naar uit betrouwbare bron vernomen wordt men den uit Peru verbannen gener sales telegrafisch teruggeroe pen. Maandagmiddag had in de Hildebrand van de Hildebrandmijn te Wirek (Antoniënhütte) een ernstig mijnongeluk plaats. Door een aardstorting werd een pijler gebroken, ten gevolge waarvan 15 mijnwerkers werden in gesloten. Negen konden na vele uren inge spannen reddingswerkzaamheden, zwaar ge wond, worden geborgen. Men zal de anderen eerst na ongeveer twee dagen kunnen be reiken. Men heeft dan ook slechts weinig hoop, dat zij nog levend geborgen zullen kunnen worden. Dit Is het tweede ernstige mijnongeluk, dat zich in de laatste vijf maanden in de Hildebrandmijn heeft afgespeeld. Bij die gelegenheid kwamen eveneens verscheidene mijnwerkers om het leven. Naar uit Berlijn wordt gemeld, zijn de onderhandelingen tusschen de Aero-arctische Vereeniging en de Zeppelin Maatschappij over een Zeppelin-tocht onder leiding van dr. Eckener naar de Noorajx>ol hervat. Zooals men weet, waren deze besprekin gen verleden jaar zonder resultaat gebleven, voornamelijk omdat de verzekeringsmaat schappijen het risico te groot vonden. Het heeft Z. H. den Paus behaagd, te be noemen tot Riddem in de Orde van den H. Gregorius den Grooten, den heer A. B. van Ketel, Regent der St. .Lambertus Stich ting „Huize Duinrust", Overveen, wonende alhier. Naar wij vernemen zal heden getracht worden om de Velserbrug met handkracht dicht te draaien. Wanneer alles goed gaat zal de brug waarschijnlijk Donderdag weer in bedrijf worden gesteld. Naar wij nader vernemen, is hedenochtend dVelserbrug met handkracht in beweging gebracht, om vervolgens electrisch in be drijf gesteld worden. Deze proefneming verliep regelmatig. In verband met verschillende reparaties, welke nog aangebracht worden, is de defi nitieve in bedrijf stelling bepaald op a. s. Donderdag. De autobusdienst. De Nederlandsche Bond van Autobus- dienstondernemers te Amsterdam heeft tele grafisch bij Gedep. Staten van Noord-Hol land en bij het Rijkstoezlcht op de spoor wegen te 's Gravenhage aangedrongen op maatregelen tegen den autobusdienst, inge steld door de Nederlandsche Spoorwegen op het traject VelsenBeverwijk, ingevolge de aanvaring van de Velserbrug. De Bond wijst er op, dat voor dezen geregelden autobus dienst geen vergunning werd verleend en dat de Wet Openbare Vervoermiddelen geen ontheffingsmogelijkheid kent in geval van nood. Daarom behoort volgens de Bond deze autobusdienst direct te worden stopgezet en het vervoer tusschen Velsen en Beverwijk te geschieden door den particulieren onderne mer, welke op dit traject in het bezit is van een vergunning. Vanmorgen tegen 6 uur heeft in de Spui straat te Amsterdam een ernstige aanrijding plaats gehad. De ongeveer 55-jarige diamantbewerker H. de Vries, wonende aan de Lijnbaans gracht, kwam uit de Torensteeg en wilde de Spuistraat oversteken naar de Molsteeg. In de Spuistraat naderde uit de richting van het Centraal Station een taxi. Volgens den chauffeur wilde de man eerst oversteken, aarzelde echter, toen de auto naderde en probeerde ten slotte toch, vóór den auto te passeeren. Hoe dit zij, de man werd gegrepen en als het ware door den auto geschept. De botsing was zoo hevig, dat de radiator van den wagen gedeeltelijk werd ingedrukt en een der koplampen werd beschadigd. De man was er ernstig aan toe, bekwam ernstige kwetsuren aan het gezicht en een rechterbeenbreuk, terwijl ook het onderlijf zwaar inwendig werd gekneusd. Hij werd naar het Binnengasthuis ver voerd. De chauffeur verklaarde, met een 40 K.M. snelheid te hebben gereden, dus 10 K.M. boven het toegestane maximum. In het asphalt bleef echter een remspoor achter van circa 35 M., wat er op zou wijzen, dat de snelheid minstens 60 K.M. per uur moet zijn geweest. De wagen bleef onder voorloopige politie bewaking in de Spuistraat achter, terwijl den chauffeur een verhoor werd afgenomen aan het bureau in de Warmoesstraat. De natte Augustusmaand. Men meldt ons uit Beverwijk: In de Heemskerkerduinen is de pluk van duinbramen die andere jaren nog wel eens van beteekenis kan zijn, in letterlijken en in figuurlijken zin in 't water gevallen. Door de vele regens zijn de bramen totaal verregend. Het Is hieraan toe te schrijven, dat zij aan de veilingen dit jaar sporadisch voor komen. Bramen gedijen het beste bij eene warme en eene tamelijke droge Augustusmaand en deze hebben wij helaas dit jaar niet gehad. De ontvangst van den oceaanvlieger von Gronau te Halifax. De revolutie in Peru. De president naar Panama gevlucht. Militair kabinet gevormd. De samenstelling van het nieuwe Poolsche Kabinet. De Velserbrug Donderdag weer in gebruik? De Zuiderzee vis scherij-Ten toons telling te Enkhuizen. Verijdelde aanslag op Sidky Pasha. De feestelijkheden te Nijmegen bij het 700- jarig bestaan. Ned. R. K. Tooneelbond. Jaarvergade ring te Tilburg. Tusschen Zaandam en Koog Zaandijk zul len de Ned. Spoorwegen een halte „Koog- Bloemwijck" maken. Barometerstand 9 uur v.m. 772 vooruit. OPTICIENS FABRIKANTEN Licht op De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om: 8.29 uur. Hoogste barometerstand 772.5 m. M. te Weenen. Laagste barometerstand 754.8 m. M. te Haparanda. Verwachting: Zwakke tot matigen Zuid-Oostelijke tot Zuid-Westelijken wind. Half tot zwaar bewolkt. Waarschijnlijk droog weer. Aanvankelijk warm. Gedurende de jongste weken hebben, naar de „Deutsche Allgemeine Ztg." uit Breslau verneemt, twee gezusters, Weigmann beiden gescheiden vrouwen, aie den indruk wisten te wekken, dat zij weldra een erfenis ten bedrage van 20 millioen mark in han den zouden krijgen, een reeks zakenlieden te Breslau opgelicht voor een totaal bedrag van meer dan millioen mark, dat zy gedeel telijk bij wijze van leening verkregen. Zij beweerden de eenige erfgenamen te zijn van een scheepskapitein, Baensch ge naamd, die in 1839 te Paramaribo zou zijn overleden. Hij zou de grootmoeder der zusters tot zijn eenige erfgename hebben benoemd, maar deze in 1876 gestorven vrouw zou in dertijd door het optreden der belasting ambtenaren verhinderd zijn geweest, de na latenschap in bezit te nemen. De zusters wilden nu probeeren, het bedrag van 20 millioen van den fiscus los te krijgen. Met behulp van papieren en beëedigde verklaringen, die zij behendig wisten te verkrijgen, waarbij zij door een notaris uit Glatz, dr. Stiller, werden geholpen, wisten zij allen twijfel bij de bedrogen zakenlie den weg te nemen. Dezen stelden zich dan tevreden met „aandeelen in de toekomstige erfenis", die door de twee zusters en haar helpers in groote hoeveelheden werden uitgegeven. De twee zusters en de notaris zyn reeds gearresteerd, men verwacht, dat nog vele andere personen in hechtenis zullen worden genomen. Te Batavia zijn omvangrijke voorberei dingen gaande voor een grootsche viering van den 50sten verjaardag van H. M. de Koningin. Er zullen optochten worden ge organiseerd, terwijl voor„s een schitterende illuminatie wordt voorbereid. De groote optocht zal bestaan uit een afdeeling politie, het bestuur, een eere escorte van de cavalerie, herauten, een praalwagen van het Algemeen Nederland sche Verbond, een bloemen-corso, een groep padvinders, een allegorische en symbolische groep, verschillende sportvereenigmgen, school-groepen, een folkloregroep, fietsers, versierde auto's en verschillende andere auto's met in de achterhoede wederom een cavalerie-escorte en een afdeeiing politie. Naar wij vernemen, heeft ds. Klinkenberg J.A.zn., pred. bij de Herst Evang. Luth. Ge meenschap te Amsterdam, die, na het bedan ken van Ds. A. G. H. van Hoogenhuyse, in de vac.-Ter Haar benoemd verklaard was tot lid der Prov. Staten' van Noord-Holland, zijn benoeming aangenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 1