Ziaiderzeevissclierij'
T entoonstellinM
tweede blad
PIJLTJES
DINSDAG 26 AUGUSTUS 1930
BLADZIJDE 1
De Amsterdamsche straatweg
Het Kinderfeest te Oud-Schoten
UIT DE STAD
VAN HET VATICAAN
Jubileum-geschenken aan Z. H. Pius
XI uit Ecuador en Frankrijk
Aflaten voor het godsdienst
onderwijs
KUNST EN KENNIS
De Karakorum-Expeditie
De Visscherij-tentoonstelling te Enkhuizen
Officieele opening door Min. Reymer - Opvoering openluchtspel
De Visscherij-tentoonstelling te Enkhuizen
De Visscherij-tentoonstelling te Enkhuizen
Excellentie, Dames en Heeren,
f^oo is dan eindelijk de dag aangebroken,
aarop deze Zuiderzeevisscherijtentoonstel-
zal worden geopend! Een dag, zoolang
door het ijverig bestuur, omdat het
dat thans de kroon op zijn werk zal
°rden gezet een werk, dat bijkans twee
pen van ingespannenarbeid voor het be-
!®U" heeft beteekend!
°at het mij, als burgemeester en tevens
re-voorzitter vergund is een enkel woord
j.€r te spreken, kan ik niet anders als van
jjfte toejuichen, daar ik de Z. V. T., ais
't ware, van dag tot dag heb zien grooeien
t? haar daarbij steeds een warm hart heb
Jpgedragen. De Z. V. T., oorspronkelijk
velen sceptisch aangezien, als een te
Jhvangrijk werk voor een kleine plaats als
hkhuizen, wist zich geleidelijk aan van den
kflh van talloozen in den lande te verze-
r|ren, zoodat we ons thans trotsch gevoelen
f°° iets grootsch binnen onze veste te
j^hnen vertoonen. De tweeledige doelstel-
,uig: „het verdwijnende en het komende"
t6 denionstrecren, werd begrepen en Enk-
hizen
was, als 't ware, de aangewezen
?.aats om dit idee te verwerkelijken. Welke
n aan de Zuiderzee kon immers in den
<Jeh tijd in belangrijkheid evenaren met
f onze? Sprak niet reeds Gerard Brandt
-a® de vermaarde en aloude koop- en zee-
Enkhuisen? En aan den anderen kant
- e'ke stad heeft het zich niet laten welge-
'en, dat een Fransch schrijver haar be
ulde met den smalenden naam van „ville
°rte" aan de Zuiderzee en heeft zich op
merkt tot een welvarende en bloeiende
zooals wij de stad thans kunnen noe-
^n?
Ook was Hindeloopen vertegenwoordigd
rijvereenigingen en vele vooraanstaande
visschers beschouwen thans op een heel
kleine uitzondering na de Z. V. T. als de
hunne. En wat is de gedachte, die hieraan
ten grondslag ligt? Deze, dat men, om te
kunnen oordeelen, wat er gaat verdwijnen
en wat nooft meer terug zal komen, eerst
moet weten wat men heeft. En dan wijs ik
op die stoere visschersbevolking, die van dag
tot dag, niet lettende op weer of wind,
haar brood zocht en vond op zee. Beseffen
wij allen in Nederland, dat een ras zal ver
dwijnen waarvan men later nog maar spo
radisch de eigenschappen zal terugvinden,
die toch eenmaal Enkhuizens en Hollands
glorie uitmaakten, toen de Staten van Hol
land weleer de Haringvangst in hunne plak
katen de hoofdnering, de welvaart en de
voornaamste mijn dezer landen noemden?
Ja ik weet wel, dat wij hier in Enkhuizen
allerminst bij de pakken neerzitten, ook
weet ik wel, dat het transformeercn van
met zün bekende meubelfabricage
ik hun hiervoor gaarne een eere-saluut
breng. Dat het geheel in architectonisch
verband werd gebracht en zooals wij straks
zullen zien tot stand kwam, danken wij den
heer Melis, di eats directeur v. h. Hypsos-
tentoonstellingsbureau te Amsterdam gedu
rende de laatste maanden voor de Z. V. T.
steeds een zeer zakelijke en aangename
medewerker was, en ook den heer Louwers,
die met de andere leden der bouwcommissie
hieraan vanaf het begin tot het einde toe
met de meeste energie heeft gewerkt. Dat
er sprake is van een reuzenwerk, zult u
straks met eigen oogen kunnen aanschou
wen en -zult u ook ontwaren, dat in alle
gebouwen en poorten het afscheid aan onze
dierbare Zuiderzee wordt gesymboliseerd.
Maar dat dit afscheid niet treurig zal zijn,
dat zullen u de diverse bloembedden en de
bloemenmaquette der droogmaking doen zien
en ook hiermede wordt gesymboliseerd, wat
w« van de toekomst verwachten en.wat wij
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den Nederl. R. K. Volksbond afdecling
Schoten en omstreken, werd gis teren een kinderfeest gehouden
eigenlijk heden al als 'n kostbaar iets in ons
omdragen.
Voor deze groote belangelooze medewer
king zijn wij den meest ondubbelzinnigen
dank verschuldigd aan de diverse zaadfir
ma's hier ter stede, die al zoo dikwijls blijk
gaven, dat zij een warm hart voor de plaats
hadden.
En zoo zou ik neg wel een heelen tijd
kunnen doc-rgaan met al diegenen die onder
de Z. V. T. hun schouders zetten te me-
moreeren. Ik denk aan dr. v. Balen Blan
ken, die ons morgen een folkloristisch spel
zal laten zien, waaruit zal blijken, dat het
stamgevoel in West-Friesland nog lang niet
is gedoofd en dat deze stam onder zijn be
kwame leiding tot groote dingen in staat is
ik zou kunnen spreken van de prachtige
instelling van het scheepv.k. museum ik
zou niet mogen vergeten de mannen der
Vlootrevuecommissie, der loterij-, huisves-
tings- en verkeerscommissie om ten slotte
ook niet te vergeten hen, die de leiding
hadden om hier voor attracties en verma
kelijkheden te zorgen. Dat al hun werk
thans tot in de uiterste hoeken van ons
land en zelfs over de grenzen bekend is
daarvoor danken wij van harte de heeren
van de Pers en onze commissie voor pers
en reclame.
En thans zal ik eindigen, want een ieder
hier in de zaal zal wel hunkeren naar het
oogenblik der opening, maar ik wil dit niet
doen zonder het uitspreken der beste wen-
schen voor deze tentoonstelling, die zonder
twijfel door al de energie die hare bewerkers
aan den dag legden, ons opnieuw heeft
aangetoond, dat eendracht macht maakt
en dat wij hier in Enkhuizen tot groots din
gen nog in staat zijn.
Hierna is het Z.E. de Minister van Water
staat, de heer Reijmer, die het podium be
klimt. Hij zegt ongeveer het volgende:
Reeds sedert 1918 spreekt men over de
droogmaking der Zuiderzee en wordt het
meesterwerk van Minister Lelij bekroond.
De laatste jaren wordt gewerkt in versneld
tempo. Met hulp der ervaring wordt gewerkt
aan een ideaal der toekomst. Weemoed ver
vult ons echter bij het aanschouwen van het
geen verloren gaat. Men voelt de behoefte,
zich af te vragen, wat gebeurt er en waar
gaan we heen? Het is een uitstekende ge
dachte van de kloeke burgers van Enkhuizen
het verleden hier nog eens te laten zien,
doch ook de toekomst. Gaarne heeft de Re
geering hiertoe bijgedragen om dit te doen
slagen. Met weemoed zullen we terugzien
naar de Zee, schilderachtige dorpen zullen
verdwijnen, deze tentoonstelling wil dit alles
nog eens laten zien. Laten we ook een blik
op 't heden vestigen. Wat thans wordt ge
wrocht dwingt de bewondering af zoowel in
binnen- als buitenland. Veel gaat verdwij
nen, doch we hopen iets beters, iets schoo
ners hiervoor in de plaats te stellen. De
volgende geslachten zullen ons dankbaar ge
denken. Spreker hoopt voor de kloeke Zui-
derzeevisschers die in hun bedrijf geen brood
meer kunnen vinden, dat deze zullen ver
trouwen. Ook deze tentoonstelling is hiervoor
leerrijk.
Hiermede verklaarde de Minister de ten
toonstelling voor geopend.
Het hooge gezelschap ging hierna onder
leiding van het bestuur der Z.V.T. en het
Gemeentebestuur over tot bezichtiging dei-
tentoonstelling. Een beschrijving der ten
toonstelling mochten wij reeds eerder in ons
blad opnemen.
De opvoering van het Openluchtspel
Na de officieele opening van de Zuiderzee-
Visscherü-Ten toonstelling, welke gisteren
heeft plaats gehad, is er een heele reeks
feestelijkheden in aantocht, die aan de zeer
belangwekkende expositie den noodigen luis
ter zullen bijzetten.
Voor vandaag stond de opvoering van een
groot Openluchtspel op het programma, ge
heel onder leiding van den bekenden West-
friesohen folklorist en voorzitter der Ver.
„Oud Westfriesland" Dr. G. C. van Balen
Blanken, uit Bovenkarspel.
Nadat in de ochtenduren op het Z. V. T.-
terrein door de Beiersche Kapel van Heme
(Westfalen) muziek ten gehoore was ge
bracht. had in de middaguren het eigen
lijke openluchtspel plaats.
Het motief is ontleend aan het bezoek
van Willem HE, Prins van Oranje, Koning
van Engeland en Stadhouder van Holland,
Zeeland en West-Friesland, den 14den Juni
1663 aan Enkhuizen gebracht. Dat voor deze
stad zoo merkwaardige feit historiegetrouw
weer te geven, was uiteraard ondoenlijk.
Daarom werd het bezoek slechts als motief
genomen en het historisch gegeven zooda
nig met folklore en fantasie aangevuld, dat
een bezienswaardig geheel en tegelijkertijd
een feeëriek effect verkregen werden. En
daarin is men zeker geslaagd!
Te omstreeks één uur 's middags stelde
de stoet zich op op het Stationsplein. Een
kwartier later had! aldaar de aankomst van
H. M. de Koningin plaats, aangekondigd
door twee herauten, voorafgegaan door de
Burgemeesters Mr. Joan van Gent en Mey-
nert Mossel en begeleid door vier pages, twee
gaande links en twee rechts van de Ko
ningin. Don komt Z. M. de Koning aan
met zijn gevolg. Bij het in het zicht komen
van het koninklijk jacht worden saluut
schoten gelost, die van boord af beantwoord
worden. Onderwijl speelt de stadsbeiaardier,
de heer R. G. Crevecoeur op het carillon.
De Koning wordt verwelkomd door den Bur
gemeester Mr. Wallich Proost en Gerbrand
Blaeuhulck en den secretaris Albert Haak.
Vervolgens vindt de begroeting van H. M.
de Koningin door Z. M. den Koning plaats.
Ter. eere van het vorstelijk bezoek houdt
Enkhuizen dan een optocht, die aan het
Koninklijk oog voorbijtrekt en waarin alles
wat goed, schoon en edel is in West-Fries
land in werkelijkheid of zinnebeeldig wordt
weergegeven. Zoo zien wij zinnebeeldige
voorstellingen, ontleend aan het platteland,
West-Friesch Lilliput, Padvinders, wagens
van Bedrijven en Vereenigingen. Rederij
kerskamers, die litteraire tafereeltjes vertol
ken, e.d.
Na den rondgang door de stad, waarbij
ook muziekcorpsen meetrekken, bereikt de
stoet het Z. V. T.-terrein, waar de Neder-
landsche en Engelsche volksliederen ten ge
hoore worden gebracht. De Burgemeesteren
begeven zich dan. vergezeld van Vice-Admi-
raal Thomas Vlug en andere autoriteiten
naar de koningsloge en stellen daar aan
Zijne Majesteit den tegenwoordigen Burge
meester, de wethouders, den gemeente-se
cretaris en den Voorzitter der Z. V. T.
voor
En dan begint de Boerenbruiloft in op
tima forma, waarbij het op de gebruikelijke
manier zeer vroolijk toegaat en allerlei vroo-
lijke liederen gezongen worden.
De volgende gebeurtenis is de voorstelling
der „Ouwe Getrouwen", d.z. personen, die
minstens 25 jaar in één betrekking zijn ge
weest en aan wie de Koning een oorkonde
overhandigt.
De Koning-Stadhouder, getroffen door al
het schoons, dat hij en zijn Gemalin hier
hebben medegemaakt, geeft dan op de ook
in dien tijd gebruikelijke wijze uiting aan
zijn voldoening, door decoraties uit te dee-
lenMaar het zijn wel fantastische
lintjes, die hij weggeeft. Behalve de Orde
van den Kousenband, verleent hij ook nog
die van Holland en die van de Klimmende
Leeuw, hetgeen met Ridderslag, herauten-
muziek en oud-vaderlandschen zang gepaard
gaat.
Tenslotte volgde nog een uitvoerinv door
de meisjes en jongens van de Enkhuizer
Gymnastiekvereenigingen. Na allerlei af-
scheidsplichtplegingen verlieten Hunne Ma
jesteiten de terreinen, terwijl de muziek het
„Wien Neerlandsch Bloed" en „God Save
the King" speelde.
Onder de geschenken ter gelegenheid van
's Pausen Gouden Priester-Jubileum welke
nog steeds blijven aanstroomen, valt een
huldebetuiging te vermelden van de „Liga
del Decor y Modestia de la Mujer del Ecua
dor," een vereeniging, welke bedoelt de
deugden der christelijke vrouw in Ecuador te
bevorderen en te verdedigen. De huldebetui
ging is gesteld op perkament, rijkelijk ver
sierd met de nationale kleuren en met
miniaturen van het H. Hart van de zalige
Anna Maria van Jezus, Arucena di Quito. De
leden beloven den H. Vader in'haar hulde
betuiging plechtig zich vooral wat de kleeding
betreft aan Zijn normen en waarschuwingen
te zullen houden, en smeeken de Heiligver
klaring af van de zalige Anna Maria van
Jezus.
Eveneens uit Ecuador bereikte den Paus
een album der „Dochters van Maria" met een
z.g. „geestelijken schat". Deze vereeniging
bood aan: 78.812 H. Communies; 197.541
geestelijke communies; 108.351 H. Missen;
169.670 rozenhoedjes; 109.368 bezoeken aan
het Allerheiligste; 108.715 bezoeken aan Ma
ria; 767.436 goede werken.
Van de Zusters der Voorzienigheid en dei-
Onbevlekte Ontvangenis die in Ecuador tal
rijke huizen hebben, kwam een kostbare albe
waaraan alle leden der genoemde congrega
ties in Ecuador hebben meegewerkt. Het
hoofdmotief der versiering is het pauselijk
wapen met de spreuk van Paus Pius' Ponti
ficaat „Fax Christi in Regno Christi." Het
wapen is omgeven door bloemmotieven.
Ten slotte schonk de Overste der Zusters
van Liefde van Nevers (Frankrijk) een eigen
handig geschreven brief van pater Lacor-
daire. Het schrijven draagt den datum Bor
deaux, 27 December 1841, en is gericht aan
Mr. Lacroisade. advocaat van het Konink-
De Rijksstraatweg tusschen Amster
dam en Haarlem is ongetwijfeld een der
drukste, zooal niet de allerdrukste, bui
tenweg van ons land, omdat hij een der
hoofdverbindingen vormt tusschen de
hoofdstad en een zoo dicht bevolkte en.
welvarende streek als onze duinstrook,
waartoe steden als Den Haag, Delft,
Leiden, Haarlem en ook Rotterdam mo
gen worden gerekend.
Het was wel niet te verwonderen dat
al zeer spoedig een verbetering van den
indertijd berucht smallen en gevaarlij
ken weg werd gedacht. Dat v/as, meenen
wij, in den tijd, dat er nog geen geves
tigde meening bestond over wat de beste
wegbedekking is.
De straatweg Amsterdam—Haarlem
werd toen uitgekozen voor het nemen
van proeven op dit gebied en zoo vindt
met er een staalkaart van wegbedekking-
Dat gebeurde vooral tusschen Halfweg
en Amsterdam en het gevolg daarvan is,
dat die weg een der slechtste is ge
worden van het heele land. Het moest
eigenlijk de beste zijn. Behalve het
asfalt zijn er vrijwel alle andere soorten
van bestrating in decadentie.
Het ergste is, dat men aan Waterstaat
niet denkt aan vernieuwing, omdat het
wegdek nog lang niet versleten is, wat
intusschen niet wegneemt, dat het vol
oneffenheden zit.
Lang zoo blijven kan de toestand niet
en waar reparatie veel geld zal kosten
en veel ongerief zal veroorzaken, is een
besluit om nu maar meteen te asfal-
teeren het eenvoudigste en het goed
koopste.
lijk Hof. Ofschoon de brief niet anders is
dan een vriendelijke correspondentie, is hij
toch van belang, omdat, als in al zijn schrift
stukken, ook hierin de beroemde Domini
caan zijn grooten geest en warmen gods
dienstzin duidelijk demonstreert.
Een apostolischen brief van den Paus
Het laatste nummer der „Acta Apostolic®
Sedis" bevat den reeds eerder aangekondig-
den, Apostolischen Brief van Z. H. Pius XI,
over de aflaten, welke kunnen worden ver
diend, zoowei door hen, die onder
richt geven als voor hen, die onderricht ne
men in de godsdienstleer. De Paus herinnert
allereerst aan de geestelijke gunsten, welke
fn dit opzicht werden verleend door Paulus V
en Clemens XII; na deze vervallen verklaard
te hebben, kent Hij aan alle geloovige chris
tenen, die gedurende ongeveer een half uur
en niet minder dan twintig minuten, twee
malen maandelijks, godsdienstonderricht ge
ven of nemen, een volle aflaat toe, mits zij
na gebiecht en gecommuniceerd te hebben,
een kerk of bedehuis bezoeken en daar bid
den, volgens de intenties van den Paus. Deze
aflaat kan twee malen maandelijks verdiend
worden. Een aflaat van honderd dagen wordt
verleend aan de geloovigen, telkens wanneer
ze gedurende genoemden tijd onderricht go-
ven of nemen in de godsdienstleer.
De heer Ph. Visser schrijft aan het Hbld.:
Wij hebben een tijd van de grootste moei
lijkheden en tegenslag achter ons, een tijd
van onafgebroken sneeuwval, koude en stor
men, zooals ik nooit heb meegemaakt. De
grootste ontberingen zijn daardoor ons deel
geworden en voedselgebrek noopte ons in
China terug te trekken. Ten slotte zijn wij
toch bij ons doel aangeland waar wij het ge-
heele programma hebben afgewerkt, begun
stigd door prachtig „'eer. bit mooie weer
werd echter oorzaak van ongekend hoogen
waterstand, zcodat de doortocht werd afge
sneden en wij tachtig K.M. terug moesten
om een uitweg te vinden. Wij bereikten be
houden Panamik aan den grooten handels
karavaanweg, waar wij vernamen, dat de
boot, die dienst doet om de karavanen over
den breeden Shyock te brengen, door het
hooge water was meegevoerd en verloren ge
gaan. Hoe lang wij hier gevangen zullen zit
ten is niet te zeggen. Wij zullen nog een
uiterste poging wagen om met luchtzakken
over te steken, als wij die kunnen krijgen ol
vervaardigen.
Het ergste is, dat onze plaatsen op de
booten besproken zijn, terwijl de lezingen in
ïndië en Japan reeds zijn vastgesteld.
De moeilijkheden verlaten ons ditmaal niet
spoedig. Maar het succes van de exploratie is
volkomen. Dr. Wyss heeft prachtig geologisch
werk verricht.
Wij zijn met een vlot van opgeblazen die-
renvellen behouden den Shyock overgekomen
en in Leh aangekomen.
Hindeloopen cn Vol endam vereenigd
is immers reeds bij den aanvang het stem
pel van groote belangrijkheid op de Z. V. T.
gedrukt, welke belangrijkheid nog vermeer
derde door de groote bereidwilligheid, waar
mede u, Excellentie, Minister van Water
staat, bereid werd gevonden de openings
plechtigheid te verrichten. Dit alles culmi
neerde in het aanstaand bezoek der gansche
Koninklijke familie! Vooral dit laatste
feit, dat onze geëerbiedigde Koningin de
Z. V. T. van genoegzaam belang heeft ge
oordeeld om haar te bezoeken, nam opeens
allen twijfel bij velen weg, deed het
bestuur met verdubbelde energie verder
gaan en plaatste de tentoonstelling direct
in het midden der nationale belangstelling.
Hiervoor kunnen wij Hare Majesteit niet
genoeg dank zeggen.
Den belangrijksten steun, in verschillende
vormen ondervonden uit de visscherskringen
rond de geheele Zuiderzee, gedenk ik hierbij
ook volgaarne. Indien wij er niet in geslaagd
waren de Zuiderzeevisschers te overtuigen,
dat ook de Z. V. T. voor hen van groot nut
is, welaan dan geloof ik niet, dat wij hier
heden van een geslaagde tentoonstelling
hadden kunnen spreken. De tallooze plaat
selijke commissiën, de besturen der vissche-
Gisteren was het voor Enkhuizen de groote
der opening van de Zuiderzeevisscherij-
toonstelling.
Aan de uitnoodiging van het hoofd-
®°mité tot bijwoning van deze opening had-
te velen gevolg gegeven. Onder de aan-
®ezigen waren vooreerst Z. E. Minister
%ffier, de Commissaris der Koningin van
N°Wd-Holland Jhr. Mr. Dr. A. Róell, voorts
heer Ch. L. van de Bilt, lid der Tweede
taaier, Ir. Ringers, de heer J. A. R. Bosma,
0uÖ-Burgemeester van Enkhuizen, J. J. C.
Dat wij bij onze plannen den krachtigen
steun der regeering mochten ondervinden
reeds van den aanvang af, verlichtte niet
onaanzienlijk de taak, dat niet minder dan
drie ministers en dan Z. Exc. Colijn zich
onverwijld bereid verklaarden zitting te
nemen in het eere-comité en dat ook de
Commissarissen der Koningin van de provin
ciën rond de Zuiderzee dit goede voorbeeld
volgden voor deze hooge eer onze stad
betoond, breng ik dezen Excellentiën gaarne
onzen bij zonderen grooten dank. Hierdoor
Stand van de Reedersvereeniging van de Nederlandsche Haringvisscherö
beroepen tot de mogelijkheden behoort,
waarvan ock in ons land uitstekende voor
beelden te noemen zijn laat ik slechts wij
zen op de Aalsmeerder tuinders met wereld-
reputatie, die vroeger ter visch- en wal-
vischvangst gingen, maar een ieder zal het
mij toegeven, dat dit voor de belanghebben
den van het huidige geslacht lang geen ge
makkelijke taak is. En juist dit beoogt de
Z. V. T., dat op het psychologische moment,
dat een afsluitdijk geleidelijk aan de keel
toeknijpt van een der wereldzeeën uit de I7e
eeuw, en terwijl de laatste droppel zoojuist
uit de Wieringermeer wordt gepompt, wij
hier moeten toonen, datgene, wat de ge
wijzigde omstandigheden van ons zullen
eischen en waardoor wij hier uitgerust wor
den om den nieuwen toestand manmoedig
onder de oogen te zien. Zoo bezien, zal de
Z. V. T. voor zeer velen van meer dan ge
woon belang geweest zijn.
De daadwerkelijke steun voor dit op
bouwend werk ondervonden van den dienst
der Zuiderzeewerken, de Nederlandsche
Heidemaatschappij, het rijksinstituut voor
visscherijonderzoek, het visscherijproeflsta-
tion, de generale commissie, i-eedersvereeni-
gingen en de gemeentebesturen is voor ons
van niet te onderschatten waarde geweest
en de inzendingen dezer corporaties zullen
voor menigeen uitermate leerrijk zijn.
Grooten dank breng ik aan al die diensten
en aan derzelvers leiders en ik hoop dat het
ruim te verwachten bezoek voor hen een
kleine compensatie mag vormen voor de ve
le moeiten die zij zich hebben getroost.
Ook dankbaar gedenken wij de talloozen,
die ons door de liquide middelen aan de
verwezenlijking van het plan hielpen. Voor
al het rijkssubsidie, maar niet minder het
belangrijke subsidie der provincie onzer in
woning, gevolgd door tallooze particulieren
en gemeentebesturen, vormden de hoekpij-
lers waarop wij dit trctsche gebouw ver
mochten op te trekken. Maar dengenen,
die denken mochten, dat dit de eenige
inkomsten onzer begrooting vormden kan ik
wel zeggen, dat zij niet tusschen de regels
door kunnen lezen. Want daar staat ge
schreven tusschen bijna elk cijfertje, het
groote persoonlijke offer gebracht door de
vele commissieleden in den vorm van veel
vrijen tijd, want de Z. V. T. beteekenöe
voor hen de beginletters van: „zonder vrijen
tijd". Het is hier niet de plaats om elk één
voor één te gedenken, dat brengt gevaar
mee door volgorde en onvolledigheid wel
licht, maar allen zullen het wel niet mij
eens zijn, dat ik deze heele groep van wer
kers omvat, wanneer ik hier den naam
noem van onzen voorzitter Stapel.
Mijnheer Stapel, voor u moet dit wel een
zeer blijde dag zijn. Temidden van uw
drukke werkzaamheden, als directeur van
twee werven, wethouder en veel vereeni-
glngswerk, hebt gij u direct bereid ver
klaard hierin de leiding te nemen, met
onzerzijds de vaste overtuiging, dat wanneer
u het aanvaardde, het ook moest slagen.
En ik weet zeker de tolk te zijn van alle
commissieleden, als ik u hier op dit moment
hun hartelijken dank breng voor het reu
zenwerk. En ik durf zelfs wel verder te
gaan, als ik hier ook spreek namens de
gansche burgerij; want nooit tevoren aan
schouwde de stad zoc'n tentoonstelling bin
nen hare wallen en ik vermoed, dat het ook
weer lang zal duren eer er weer zoo een
verschijnt. Moge uwe ingespannen arbeid
thans belooning ondervinden door het groote
aantal aanwezige autoriteiten en belangstel
lenden en straks door talrijke bezoekers,
die via de loketten zullen zorg dragen voor
een sluitende rekening. Als dit het geval
zal zijn, dan zult u tenminste voor het
laatst geen arbiter behoeven te zijn, zooals
u zoo dikwijls in onze voorvergaderingen
moest optreden.
Grooten dank zijn wij ook verschuldigd
aan de talrijke inzenders; zoowel van bin
nen als buiten de stad. De eersten zullen
ons op ruime schaal toonen waartoe Enk
huizen in staat is en de laatsten zullen
ons laten zien al wat we noodig hebben
om steeds maar vooruit te gaan. Dat al deze
firmanten in deze moeilijke tijden het
hebben aangedurfd om nogmaals te expo-
seexen, pleit voor hun zakendurf, waarvoor
Djjk oud-Minister van Oorlog, C. D.
daas, Scliout-bij-Nacht, Inspecteur-Gene-
van het Loodswezen, D. Kooiman, lid
Ged. Staten van Noord-Holland. Verder
Burgemeesters Schrijnder van Groote-
?r°ek, Zijp, van Venhuizen, Middelhoff van
5°ogkarspel, Kooiman van Medemblik e.a.,
•ervolgens een groot aantal belangstellenden.
Als minister Réijmer in gezelschap van
dageiyksch bestuur der gemeente
heer Ringers en den heer Blok van
rafelen, het restaurant binnenkomt speelt
ïft Stedelijk Muziekkorps het Wilhelmus,
^aarna luisterde het gezelschap enkele
®°genblikken naar een drietal zangnummers
aU de zangvereeniging Inter Nos onder di
ctie van den heer A. Groen.
„Dan neemt het woord de heer C. Stapel,
v^houder, voorzitter van de Z.V.T. Hij zegt
igeveer het volgende:
Het is ons een groote eer, dat Z. E. de Mi
eter van Waterstaat zich bereid heeft ver
aard deze tentoonstelling te openen. Met
J^ugde hebben we kennis genomen van het
^zoek van H. M. de Koningin.
De oorsprong der gedachte tot het houden
®ezer Z.V.T. is uitgegaan van de Vereeniging
Vreemdelingenverkeer, den Enkhuizer
Jhddenstandsbond en de Visschersvereeni-
""dg „Ons Belang."
...Deze zagen het belang in van een derge-
lJke expositie. Is de drooglegging der Zuider-
;®e een Landsbelang? Naar sprekers meening
e'! Als we de uitgestrekte polders zien die
"U® drooggelegd en nog kunnen worden
tooggeiegd, dan kan het niet anders of wij
Jyteten dank brengen aan den Minister en
Volksvertegenwoordiging. De toevoeging
aU deze twaalfde provincie aan Nederland
een groot feit blijven in de vaderland
je geschiedenis. Bij dit groote feit zullen
jter slachtoffers vallen aan vele visschers
A anderen zullen de bestaansmogelijkheden
°rden ontnomen, deze slachtoffers beveelt
jjp^ker aan in de belangstelling van den
jhster. Bezien we de omzetcijfers aan de
„^schillende Tuinbouwveilingen en hierbij
Uitkomsten van de visscherij, dan kan 't
anders of de drooglegging moet ten
^°tte een groot voordeel blijken. Wat zal het
^fden voor Enkhuizen? Spreker weet het
l doch is niet bang voor Enkhuizens toe-
JjUst. Zien we reeds de groote zaadfirma's,
I® visscherij ging toch achteruit en de
ojste dertig jaren is de industrie geweldig
jSenomen en heeft zulk een grooten bloei
bracht, dat Enkhuizen, waar vroeger de
J^Êste belasting moest worden betaald,
kahs een der laagste kan heffen. Hij brengt
j slotte dank aan het comité, dank aan
heer Melisz voor de uitstekende aanklee-
?g der tentoonstelling.
^Het woord is hierna aan den heer Zim-
erman, burgemeester van Enkhuizen. Spre-
t Zegt het volgende: