buiten landsch oJ^ieuws
Engeland en het koni ngschap
Feuilleton
li geheim van jessie quinton
Schoenen vragen j
meer dan glans alleen!
Erdal houdt het leder 1
tevens soepel.
BLAD
DINSDAG 26 AUGUSTUS 1930
BLADZlj i>jc. I
BRIEVEN UIT ENGELAND
De beteekenis van de geboorte te Glamis
«nen.
Het rapport van de Mandaten-
commissie en het Britschen
Memorandum over de onlusten
in Palestina
Roemeensch-Bulgaarsch
grensincident
Turkije en Perzie
Grenswijziging onmisbaar
Het nieuwe Poolsche
kabinet
De samenstelling
Gouverneursverkiezing in Texas
Verijdelde aanslag op Sidky pasja
Permanente Hof van Internationale
Justitie
Gemengde ^Buitenlandsche
cBerichten
De oostelijke Landbouwconferentie
Weer botsingen bij
Peshawar
Vele dooden en gewonden
Ernstig zeilongeluk
te Stettin
7 personen verdronken
De overbrenging van het lijk van
Andree
Ernstig ongeval te Luik
RADIO-OMROEP
De Grieksche school
KORT NIEUWS
Juffrouw Skippings nam teleurgesteld dten
Londen, 22 Augustus 1990
j UP Zichzelf is de geboorte van de tweede
te I ter van den tweeden zoon van een bui-
j^ïndsch souverein misschien geen ge-
i Jftenis waarvoor men ten onzent veel
^"«telling verwachten kan. Toch geeft
q feft dat de Hertogin van York gisteren te
*mis in Schotland, op het kasteel van haar
er> den Graaf van Strathmore. het leven
schonken heeft aan een dochter, ons aan-
tot het maken van enkele opmer
ken.
'eTat 00thans weer bijzonder tot zijn
gcllt komt is de volmaakte loyauteit van het
"Selsche volk jegens zijn Souverein. Ik
hier opzettelijk het woord „konings-
vüls' dat wij in ons land in dergelijke ge-
0 e« meestal bezigen. De geschiedenis van
C* volk is sinds eeuwen vergroeid met die
een koningshuis, dat van Oranje Nassau.
J1?* loyauteit gaat inderdaad uit naar dat
,.Uls> en via dat Huis naar de Monarchie
i'e wij, in strijd met onze groote Republi
Ansche tradities, tot op zekere hoogte
Sesteld hebben om ons nationaal lot hech-
er te binden aan dat van Oranje.
11 Engeland daarentegen speelt het ko-
'Sshuis als zoodanig ternauwernood een
1 öe Hannoveranen zijn meer dan een eeuw
k slechte koningen en nog slechter Engel-
k geweest. Koningin Victoria, onder wier
„?8e regeering Engeland het toppunt van
i1,n macht bereikte, was vereerd, doch niet
knd geworden. Edward VII, persoonlijk
populair, behoorde tot het huis van
akn-Coburg, en wel door zijn vader, prins-
kaal Albert, en voor dat Huis voelde
jkand iets niet omdat het geen voor-
kelijke mannen opgeleverd had, maar
r?jdat het vreemd stond tegenover Engeland,
burende den oorlog werd dat Huis
S%eschaft", en vervangen door dat van
j Qdsor, dat nog van te jongen datum is om
,ets voor het Engelsche sentiment te betee-
^aar den Engelschen is daarentegen het
j Parchale beginsel heiliger dan eenig
Ner Europeesch volk. Een populair vor-
'etlhuis hebben zij sinds eeuwen niet
Sehad, maar de monarchie hebben zij steeds
Zulk een noodzakelijkheid beschouwd dat
J de slechtste vorsten op den koop toe namen
..e Engelsche staatsinrichting, de constitu-
keele wetten des lands, zijn zoo door-en-
.P°r vergroeid met het koningschap, dat
,et laatste niet zou kunnen worden afge-
cbaft, zonder dat heel het Engelsche staats-
8:bouw tezelfder tijd ineenstortte. Boven-
is de „Kroon" nog de eenige formeele
pïtid tusschen de zelfbesturende deelen van
'6t Rjjk. Zoo Engeland een republiek werd,
3 Zou de gemeenschap tusschen het Móe-
Mand en de Dominions automatisch ver
ken worden.
Ongetwijfeld geniet George V een groote
kulariteit, niet omdat hij een groot staats-
N, een groot leider of in eenig opzicht een
kengewone persoonlijkheid is, maar om-
j 1 hij de subtiele kunst van modern-koning
Zijn, uitnemend verstaat. Wat wil dit
Sgen Niets anders dan dat hij het prestige
>5q de Kroon weet te handhaven en te ver-
kken. Dit is alles wat men van den koning
6P van de leden van het Koninklijk Huis
Vkacht. De koning is in Engeland slechts
k noodzakelijkheid omdat de Kroon een
kdza kelij kheid is. De Kroon is er niet voor
koning, maar de koning is er voor de
5foon. 's Konings taak is te werken voor de
fkn, gelijk het de taak van den Eerste-
i?td der admiraliteit is te werken voor de
^arine.
Edward VII was in sommige opzichten
k Zoo markante persoonlijkheid (ofschoon
'Strekt niet het staatkundig genie, waarvoor
?°°Wel zijn bewonderaars als vele zijner
ptenlandsche tegenstanders hem versleten
?êhben) dat hij een deel van de populariteit,
e hij voor de Kroon had moeten verwerven,
Zijn eigen persoon concentreerde. Wan-
.k hij langer geregeerd had, zou hij hier-
k het prestige der Kroon waarschijnlijk
Schaad hebben. George V daarentegen
ken wij uitsluitend kennen als professio-
vorst. Alles wat hij doet is berekend op
1 nut, dat de Kroon ervan trekken kan. Hij
he verpersoonlijking van de Kroon. Wij
ïjzn weten, dat Edward VII diplomaat was.
ker de vraag of zijn diplomatieke werk-
ktnheden op zichzelf tot heilzame resul-
kn gevoerd hebben, mogen de meeningen
"'knloopen dat hij als „ambassadeur"
k voorname rol gespeeld heeft in de ge-
cbiedenis van zijn land en van Europa zal
k®and ontkennen. Koning George regeert
k twintig iaren in die twintig jaren Zijn
er nog steeds niet achter gekomen of hij
,k een bepaalde richting in de binnen- of
Ntenlandsche politiek bepaalde persoon-
P'ke sympathieën heeft in die twintig jaren,
-
aar het F.ngelsch door Jos. P. H. Hamers
33
"Ja. Ik heb nooit iets van hem willen we-
k en ik zou hem nooit willen trouwen,
kar ik ben bang voor hem. Ik ontmoet hem
ïkens op mijn weg en hij ver»algt me. Hij
kakt me het leven ondraaglijk en ook hij
keert dat hij me lief heeft, dat hij zon-
er mij niet leven kan."
v "Dat zal hij wel moeten!"' hcimam James
J/kchelsea, met verbeten woede. „Je zal
?ilh vrouw worden. Laton we nu naar je
taher gaan. Zeg hem maar dat we elkander
."eds het jawoord gegeven nebben en dat we
jP z'n toestemming komen vragen. Vt'an-
kr hij die niet wil geven, dan zullen we
k tot onzen spijt zonder z'n toestemming
®^ten doen."
o wierp op hem een .iefdevollen maar
keven blik en na eenige ojgenblikken ver-
eJen zij samen het nortaai van net kerk-
;6bouw.
hoe rijk ook aan gebeurtenissen, heeft zich
niets voorgedaan, waarvan men terfecht of
ten onrechte beweert dat is het werk van
koning George geweest.
Al zijn werkkracht is gewijd geworden
aan „de Kroon". En zoo hij wat wij niet
beoordeelen kunnen een minder „groot
man" is dan Edward VII, hij is ongetwijfeld
een volmaakter koning. Om een beroemde
uitdrukking van zijn vader te gebruiken
„le métier de roi" verstaat hij beter dan een
zijner voorgangers.
Al zijn zoons zijn opgeleid geworden om
zich als toekomstig koning en als prinsen
geheel te wijden aan die taak, van welker
juiste uitvoering de toekomst van het land
en van het Rijk afhangt de handhaving
en zoo mogelijk de versterking van de positie
der Kroon.
In dit licht moeten wij ook de voldoening
en de vreugde beschouwen, die alom tot
uiting komen bij de geboorte van een prinses
te Glamis. Dat er sentimenteele redenen tot
vreugde zijn, ontkennen wij niet, want de
koning geniet een niet geringe persoonlijke
populariteit, en deze wordt bijna geëvenaard
door de vereering, welke het volk heeft voor
de Hertogin van York.
Maar van veel grooter belang dan de senti
menteele zijn de verstandelijke redenen tot
blijdschap.
Door de geboorte van een tweede dochter
van York wordt de successie-lijn versterkU
Hoe weinig waarde men hier ook hecht
aan het Vorstenhuis als zoodanig, toch zou
het twijfelachtig zijn of, bij ontstentenis van
directe opvolgers, een ander Vorstenhuis,
ook wanneer het in zijlinie verwant was aan
dat van Windsor, hier zou worden aanvaard.
Vijftig iaren geleden zou dit nog mogelijk
geweest zijn thans is het vrijwel uitgesloten.
Gelijk Engelsche prinsen en prinsessen
thans, met terzijdestelling van het door de
Hannoveranen ingevoerde „Ebenbürtigkeits"-
beginsel, huwen met Britten van niet-
koninklijken bloede, zoo zou, ingeval het
Huis Windsor mocht uitsterven, het volk
de kroon liever opdragen aan een uit zijn
midden, aan een afstammeling van een der
oude Engelsche of Schotsche konings
geslachten, aan het hoofd van een hoog
adellijk huis, dan een vreemdeling of halven
vreemdeling tot de regeering te roepen.
Maar ook dit zou gevaren met zich brengen.
De Middeleeuwsche geschiedenis van Enge
land getuigt dit.
Terwijl het prestige der Kroon onder
koning George's regeering voortdurend toe
genomen is, is de successielijn niet voldoende
versterkt geworden. Zij is zelfs relatief ver
zwakt.
De prins van Wales nadert den middel
baren leeftijd, en is nog ongehuwd.
Prinses Mary, 's konings eenige dochter,
is getrouwd met Viscount Lascelles en heeft
twee zoons.
De hertog van York, thans de tweede
persoon in de opvolgingslinie, had tot vóór
gisteren één dochter.
De hertog van Gloucester en 's konings
jongste zoon, prins George, zijn ongehuwd.
Vóór de geboorte van de tweede dochter
van den Hertog van York was de rangorde
der opvolging dus als volgt
1. De Prins van Wales, 2. de Hertog van
York, 3. prinses Elisabeth, dochtei van den
hertog van York, 4. de hertog van Gloucester,
5. prins George, 6. prinses Mary, 7. de oudste
zoon van prinses Mary, 8. de tweede zoon
van prinses Mary.
Deze „linie" was uiterst zwak. Alleen
prinses Elisabeth en de twee zoons van prin
ses Mary behooren tot een jonger geslacht
dan dat van den prins van Wales. De oudste
der beide Lascelles zou eerst dan kans op
den troon krijgen wanneer al de broeders
Zijner moeder kinderloos overleden waren,
in welk geval prinses Mary troonopvolgster
Zou zijn geworden. Praktisch hing dus de
hechtheid der opvolgingslinie uitsluitend
af van het leven en welzijn van prinses
Elisabeth. Zoo dit kind kwam te overlijden,
zonder dat de hertogin van York het leven
aan meer kinderen schonk, dan zou aan
genomen dat de zoons des konings geen van
allen zeer vroeg sterven en allen kinderloos
blijven de kroon in de toekomst overgaan
van den eenen broeder op den anderen, daarna
(wanneer zij al haar broeders overleven mocht)
op prinses Mary, en ten slotte op haar oud
sten zoon. Dit zou, aangezien 's konings
kinderen onderling slechts gemiddeld twee
iaren in leeftijd verschillen, vermoedelijk een
reeks van zeer korte regeeringen tengevolge
gehad hebben van koningen, die ook maar
heel kort troonopvolger geweest waren, en
niets is meer geschikt om het aanzien en het
prestige der Kroon te ondermijnen.
Thans is de nieuw-geboren prinses no. 4
in de volgorde. Een ieder wenscht prinses
ACHTTIENDE HOOFDSTUK
Het was een mooie, zonnige dag, toen juf
frouw Skippings haar vriendelijke villa ver
liet. Het had dien nacht hard gevroren; de
voetpaden waren kurkdroog en ofschoon het
geweldig koud was, zoo was het toch zoo
stil in de natuur, dat de koude bijna nie
mand hinderde. De hemel was blauw en de
vogels tjilpten in de bladerlooze takken der
boomen.
Juffrouw Skippings liep vlug en opgewekt
voort. Zij was op het oorlogspad; dat betee-
kende voor haar dat zij op weg was om de
ware of vermeende geheimen van anderen
uit te visschen. Dit was haar lust m baar
leven, waardoor ze dan ook weinig tijd had
om zich met haar eigen zaken te bemoeien
Het geluk scheen met haar te rijn, toen
zij Tom, den loopjongen van dokter Quinton
tegen kwam. De knaap groette haar beleefd
en deed z'n best om haar ongemoeid, voorbij
te loopen. Maar zij greep hem bij den arm.
„Jou moet ik Juist hebben," sprak -e; „je
kan wel een beetje met me opwandelen, Tom
Saunders. Ik hoop dat ik me daardoor niet
te diep verneder, ofschoon iedereen weet dat
m'n vader secretaris-generaal van justitie
zou geworden zijn, als hij vóór dien tijd niet
gestorven was."
Tom deed een poging om zich uit haar
greep los te rukken.
„Ja, juffrouw," zei nij, „maar ik kan niet
met u opwandelen. Ik moet medicijnen weg-
Elisabeth voorspoed en gezondheid toe.
Maar dat niet één, doch twee koninklijke
kinderen de voortzetting van het koning
schap over een volgend ges'acht verzekeren,
is voor heel het volk een geruststelling.
NESSUNO.
Gistermorgen heeft de Permanente Man-
datencommissie van den Volkenbond haar
rapport aan den Volkenbondsraad gepubli
ceerd.
Het rapport bevat o.a. een uitvoerige be
schouwing van de onlusten in Palestina in
Augustus en September van het vorige jaar,
alsmede de geoefende eritiek van de man-
daatlanden op de door de Mandatencommis-
sie gevoerde politiek.
Dit gedeelte bevat o.a. een Britsch memo
randum, dat heden tegelijk met het rap
port gepubliceerd wordt.
Het Britsche memorandum geeft een ana
lyse van de in het rapport gemaakte op
merkingen over de troebelen in Palestina.
Het eerste deel handelt over den aard der
onlusten en de houding, door het mandaat-
land voor en tijdens het uitbreken er van
aangenomen
Het tweede deel beschouwt de door het
mandaatland getroffen maatregelen om de
orde te handhaven, terwijl het derde deel
zich bezig houdt met de In de toekomst
te volgen politiek.
Uit het tweede en derde deel blijkt, dat
de door het mandaatland, i.e. Engeland, ge
nomen maatregelen om de orde te herstel
len, de stilzwijgende instemming hadden
van de Mandatencommissie en dat de com
missie met bevrediging heeft geconstateerd,
dat deze maatregelen voor de toekomst
waarborgen, dat de orde niet licht kan
worden verstoord
Eveneens bevredigend wordt het in het
Britsche memorandum geacht, dat de com
missie van meening was, dat de beperking
van sommige immigratie-bepalingen geen
aanleiding behoefde te zijn voor vrees in
Joodsche kringen ten aanzien van een ver
bod van immigratie van Joden in Palestina
en van de vestiging in Palestina van een
Joodsch Nationaal Tehuis.
De Commissie ontheft de Britsche regee
ring van elke beschuldiging, haar plicht te
hebben verzaakt met betrekking tot de ver
plichting om in Palestina te komen tot zelf-
regeering. Dit alles betrof het tweede en
derde deel.
In het eerste deel van het rapport schijnt
echter ernstige eritiek te worden geoefend op
het mandaatland ten aanzien van zijn be
wind in de afgeloopen vijf jaar. De ernstigste
beschuldiging in dit deel is wel de opmerking,
dat het mandaatland, i.e. Engeland, in deze
periode zijn plicht heeft verzaakt om de ver
houding der beide bevolkingsgroepen van
Palestina, Arabieren en Joden te regelen, cn
deze nalatigheid wordt een der voornaamste
oorzaken van de onlusten genoemd. Speciaal
wordt de nadruk gelegd op de fout, gemaakt
bij het belooven van een program van uit
breiding van het onderwijs, agrarische ont
wikkeling en uitvoering van publieke werken,
waardoor de samenwerking tusschen An.bie
ren en Joden moest worden Bevorderd, maar
die een groote teleurstelling weiden voor het
Arabische dsei der bevoinmg Hef Britsche
memorandum markt op, dat deze eritiek al
zeer verrassend is. Het Britsche regiem heeft
alles gedaan om ook de Arabische belangen te
bevorderen, evenals de samenwerking tus
schen de beide bevolkingsgroepen. De Com
missie schijnt zich geen goed denkbeeld te
kunnen vormen van de moenijkheden, die
de vervhoudingen in Palestina voor het man
daatland met zich brengen, aldus het Brit
sche memorandum.
Het „Berliner Tageblatt" meldt uit Boe
karest, dat er Zondag een Roemeensch-Bul
gaarsch grensincident heeft plaats gehad. Van
Roemeensche zijde wordt daaromtrent het
volgende medegedeeld:
Een bewapende Bulgaarsche bende heeft bij
Turtukai de Roemeensche grens overschre
den, waarbij op den Roemeenschen militairen
wachtpost geschoten werd.
Een Roemeensch onderofficier werd hier
bij gewond. De Roemeensche troep beant
woordde het vuur, met het gevolg, dat de
leider van de bende gedood en twee andere
Bulgaren gewond werden. De bende ruimde
daarop het veld. Een Roemeensch-Bulgaar-
sche commissie van onderzoek zou zich Maan
dag naar de plaats van het incident begeven.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft gisteren de nieuwe nota naar Tehe
ran gestuurd.
Turkije wijst op de noodzakelijkheid v"
militaire samenwerking tegen de Koerdi
sche opstandelingen, en betoogt, dat de
grenswijziging onmisbaar is.
Voorgesteld wordt dan afstand aan Tur
kije van een strook bergland in ruil voor
een strook Perzisch gebied aan de zuide
lijke grens.
Ten slotte wordt verklaard, dat de ope
raties van de Turksche troepen in het
Ararat-gebied maatregelen van wettige
verdediging rijn.
De minister van buitenlandsche
zaken naar Moskou.
De Turksche minister van buitenlandsche
zaken, Tevfilt Fvouchdi Bey heeft aan een
brengen; daar is haast bij."
„Dan loop ik met je mee Tom," hernam
juffrouw Skippings. „Vertel me nu eens wat
van dat kind op de Hall. Wat zegt juffrouw
Jessie daar wel van."
Zij liep nu naast den knaap en hield nog
steeds z'n armen vast.
„Ik weet niet of ze iets zegt," luidde het
antwoord. „Ik geloof niet, dat het haar
veel schelen kan. Wanneer ze naar intrek
in de Hall neemt, dan is het kind al lang
weg."
Juffrouw Skippings trok minachtend haar
spitsen neus op en zette een bedenkelijk ge
zicht.
„Zoo, denk je dat?" vroeg ze; „nu dan
ben ik zoo vrij met jou van meening te
verschillen, Tom. Die jongen zal daar mis
schien altijd blijven. Wellicht heeft hij daar
recht op. Dus je hebt niet gehoord, dat juf
frouw Jessie daarover sprak?"
Tom was er eindelijk in geslaagd zich uit
den greep van haar arm los te rukken.
„Ik ben juffrouw Jessie's vertrouweling
niet," zei h(j norsch. „Ik denk niet dat ze
zich in gedachten veel met dat kind bezig
houdt, behalve natuurlijk dat ze er zich
over verheugt, dat het niet is omgekomen.
Maar werkelijk, juffrouw, ik heb groote
haast."
Kij stapte steviger door, maar juffrouw
Skippings bleef hem ter zijde.
„Ik kan ook vlug loopen," lachte ze; „op
de eerste plaats is het er koud genoeg voor
ussischen persvertegenwoordiger een ver-
li1 aring afgelegd over de betrekkingen tus
schen Turkije en Perzië.
De minister verklaarde, dat de bespre
kingen tusschen de Turksche en Perzische
reguering over een gemeenschappelijk op
treden tegen de opstandige stammen der
Koerden, nog niet zijn geëindigd.
Ook de onderhandelingen over een
eventueele grenswijziging zijn nog aan den
gang.
Turkije acht het van belang, dat de
grens tusschen beide landen veranderd
wo.dt en te dien einde moeten wederkee-
rig concessies worden gedaan.
De minister zeide voorts, dat hij bmnen-
kor. een bezoek aan Moskou zal brengen
en bij die gelegenheid zal hij besprekingen
voeren met den Russischen minister van
buitenlandsche zaken.
In antwoord op een desbetreffende vraag
van den Russischen persvertegenwoordiger,
verklaarde Tevfik Bey, dat de vriend
schappelijke betrekkingen met Rusland zul
len blijven gehandhaafd, daar deze op
practische overwegingen berusten en in het
belang zijn van beide landen.
De Poolsche staatspresident heeft Maar
schalk Pilsoedski benoemd tot minister
president en minister van oorlog, terwijl hij
verder op voorstel van maarschalk Pilsoedski
de volgende ministers aanstelde:
ZALESKI
Plaatsvervangend minister-president en
minister zonder portefeuille, overste Back;
Minister van binnenlandsche zaken, gene
raal Skladkowski,;
Minister van buitenlandsche zaken, Zaleski;
Minister van Justitie, Car;
Minister van Godsdienst en Onderwijs,
Czerwinski;
Minister van landbouw, Janta-Polczynski;
Minister van handel en industrie, Kwiat-
kowski;
Minister voor openbare werken, Mata-
kiewicz;
Minister van arbeid Prystor;
Minister voor landbouwhervorming, Sta-
niewicz;
Minister voor posterijen en telegrafie,
Boerner.
De leiding van het ministerie van fian-
ciën werd opgedragen aan den vroegeren
minister van financiën, Matuszweki.
Uit Dallas in den staat Texas wordt ge-
meldt, dat bijna alle uitslagen van de gou
verneursverkiezing voor dezen staat binnen
zijn. Uit de ontvangen cijfers blijkt, dat de
millionnair, oliemagnaat en uitgever Ross
Sterling de bekende Mrs. Miriam A. Fergu
son, bekend als „Ma" Ferguson, verpletterend
heeft verslagen. Men heeft thans de uitslagen
van 241 van de 253 kiesdistricten. Sterling
heeft 449.792 stemmen en Ma Ferguson
slechts 358.465 stemmen.
De verkiezingscampagne was een der ver-
bitterdste, die men ooit in Texas heeft mee
gemaakt.
Men heeft gisterochtend naar men meent
een voorafberaamden aanslag tegen Sidky
pasja voorkomen door de arrestatie van een
Berber, kort na zijn vertrek met den trein
naar Alexandrië. De Berber was gekleed als
een dienstman .voorzien van een aange
scherpte bijl. Hij werd ontdekt in den cor
ridor van den trein, die Sidky pasja vervoer
de met bestemming naar Kaïro. Een onder
zoek wordt ingesteld.
Het Permanente Hof vatt Internationale
Justitie heeft in de vacature, ont
staan door het aftreden van Charles Evans
Hughes, benoemd tot plaatsvervangend lid
van de Kamer voor de korte procedure.
Sir Cecil Hurst (Groot-Brittannië) en tot
lid van de Bijzondere Kamer voor Arbeids
geschillen Fromageot (Frankrijk).
Verder heeft het Hof aangewezen als ver
tegenwoordiger in de 11e zitting van de
Assembleé van den Volkenbond, den griffier
van het Hof, Hammarscjöld.
Het programma
Omtrent het program der landbouwcoaré-
tie van acht Oost-Europeesche staten,
welke de Poolsche regeering tegen Donderdag
a.s. te Warschau heeft bijeengeroepen, deelt
deze mede, dat zal worden beraadslaagd over
het uitschakelen der onderlinge concurrentie
ten opzichte van landbouwpproducten. De
deelnemers zijn voornemens zich aaneen te
sluiten ter gemeenschappelijke verdediging
hunner belangen tegen de niet ter conferen
tie vertegenwoordigde staten, welker uitvoer
grooter is dan hun uitvoer. Met name zou ook
de mogelijkheid van gemeenschappelijke an
derhandelingen met den Volkenbond worden
overwogen.
Aan de conferentie nemen behalve Polen
deel: Tsjecho-Slowakije, Roemenië, Zuid-
Slavië, Hongarije, Bulgarije, Letland en Est
land, terwijl Finland door een waarnemer zal
worden vertegenwoordigd.
Aan de Indische N.W. grens, ten Zuiden
van Peshawar kwam het opnieuw tot bot
singen tusschen Britsche troepen en opstan
delingen, waarbij een Britsche kapitein en
acht manschappen werden gedood en 10 man
werden gewond. De opstandelingen zouden
32 dooden en 14 gewonden hebben achter
gelaten, terwijl 70 hunner werden gevangen
genomen.
Ook op andere punten is het opnieuw tot
botsingen gekomen. Een groep van 400 op
standelingen deed een aanval op de grens
plaats Kharlachi, waarbij zij evenwel door
de daar gelegerde manschappen werden af
geslagen. Na aankomst van troepen verster
kingen uit Kurrum konden de opstandelingen
uiteen worden gedreven.
Naar verluidt zijn hun verliezen zeer groot.
Door de oproerige stammen werden nieuwe
pogingen ondernomen,- vrij sterke troepen
machten bijeen te brengen.
Het ministerie voor Indië verneemt uit
Calcutta, dat door de Afridis een aanval is
ondernomen op Britsche ambtenaren in den
Khaiber pas. Een auto, waarin twee Engel
sche officieren en twee sepoys waren gezeten,
werd beschoten, doch de aanvallen konden
worden afgeslagen. Er is een nieuwe activi
teit merkbaar bij de vijandige stammen aan
de N.W. grens.
Agitatoren reisden de verschillende stam
men af, met het doel deze op te ruien.
Naar uit Stettin gemeld wordt, is aldaar
een ernstig zeilbootongeluk gebeurd. Zondag
middag was aldaar een zeilboot van de
zeilvereeniging Morgelow uitgevaren voor een
tochtje naar Heckermunde. Aan boord be
vonden zich 7 jeugdige leden der vereeniging
benevens een vriend, die als gast meeging.
Toen zij eenmaal buiten waren, stak een
hevige storm op, zoodat zij besloten terug
te keeren. Bij een manoeuvre, die zij toen
blijkbaar verkeerd hebben uitgevoerd is de
boot omgeslagen, zoodat alle opvarenden te
water vielen. Alle zeven werden een prooi
der golven. Alleen de jonge man, die als gast
was meegegaan, slaagde er in op de gekan
telde boot te klimmen, waar hij den ge-
heelen nacht op doorbracht. Des morgens
werd hij door een visscher uit zijn benarde
positie gered. Het is nog niet gelukt de ver
dronkenen te bergen.
Volgens berichten uit Tromsoe gaat een
groot aantal schepen het expeditieschip
„Brattvaag", dat de stoffelijke overschotten
van Andree en zijn makkers aan boord heeft,
tegemoet. Wanneer de lijken aan land zullen
zijn gebracht, zal een plechtige dienst wor
den gehouden in de kerk van Tromsoe.
Te Tromsoe verwacht men een druk bezoek
van vreemdelingen, aangezien door bladen
uit alle mogelijke landen bijzondere ver
slaggevers naar Tromsoe zijn gezonden.
Reeds zouden alle hotels bezet zijn.
Naar verder gemeld wordt, zijn de lijken
van Andree en zijn lotgenooten in zout ge
legd, ten einde hen in goeden staat te
houden.
Op het station te Luik heeft een ernstig
ongeval plaats gehad. De trein Warschau-
Parijs bleef op korten afstand van het sta
tion voor een onveilig signaal staan. Een
dame en heer uit Polen die dachten, dat de
trein reeds op het station stond, stapten uit
en werden gegrepen door een passeerenden
trein. Beiden werden gedood.
WOENSDAG 27 AUGUSTUS
HUIZEN, 298 M. Na 6 uur 1071 M. UitsL
NCRV-uitz. 8.15—9.30 Morgenconcert.
10.3011.00 Ziekendienst. 11.00 Gramofoon.
11.3012.30 Orgelconcert door M. F. Jur-
jaanz. 12.302.00 Solistenconcert. 2.002.45
Solistenconcert (sopraan, viool, piano). 2.45
—3.15 Lezen van Chr. lectuur. 3.154.15
Vervolg solistenconcert. 4.15 Gramofoon.
5.00—6.00 Kinderuurtje. 6.00 Grameioon. 6.30
Koersen. 6.40—7.40 Christ, liedjes met cau
serie door J. de Heer. 7.40 Gramofoon. 8.00
Concert door de stafmuziek van het 6e
Regim. infant, te Breda. Lezing. 10.20 Pers
berichten. 10.30—11.00 Gramofoon.
HILVERSUM, 1875 M. Uitsluitend VARA-
uitzending. 8.00 Orgelspel door Joh. Jong.
9.00 Gramofoonpl. 10.15 Voordracht door
Frits Tingen. 10.30 Ziekenuurtje. 11.30 Gra
mofoonpl. 12.00 Politieber. 12.15 Concert.
VARA-Septet. 1.45 Gramofoonpl. 2.30 Kin-
dermatinée vanuit het Kuihaus te Scheve-
ningen. 3.30 „Maak het zelf"-cursus. 4.30
Vraag-halfuurtje voor kinderen. 5.15 Con
cert. VARA-Orkest. Intermezzo: Gramo
foonpl. 7.00 Litterair half uurtje door A. M.
de Jong. 7.45 Politieber. 8.00 Inleiding tot
het Kurhausconcert. 8.15 Concert vanuit
het Kurhaus te Scheveningen. In de pauze:
Declamatie door Mevr. v. d. VeenWilson.
Na afloop Persber. en declamatie. 11.00 ca.
Gramofoonpl
DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgen
wijding. 12.20 Gramofoonpl. 1.20 Orkestcon
cert. 2.20—2.50 Zang door D. Ord—Bell
(sopraan) en O. Davis (tenor). 4.20 Concert.
S. Gardner (bariton). J Slater (fluit), Y. T.
Benvenisty (piano). 5.05 Orgelspel door R.
New. 5.35 Kinderuurtje. 6.?0 Lezing. 6.35
Nieuwsber. 7.0C Zang door StilesAlln en
John Thome. 7.20—7.40 Lezing. 7.50 Voor
lezing. 8.20 Concert. Symphonie-Orkest. D.
Silk (sopraan) H. Cohen (piano). C. Wood-
house (viool), G. Walker en F Almgill
(fluit). K. Falkner (bariton), G. D. Cun
ningham (orgel). 10.00 Nieuwsber. 10.15 Le
zing. 10.30 Marktber. 10 40 Concert. Orkest.
11.2012.20 Dansmuziek.
PARIJS, „RADIO PARIS", 1725 M.
12.50—2.20 Gramofoonpl. 4 05 Orkestconcert
en soli 7.40 Gramofoonpl. 8.20 „De Regi
mentsdochter" van Donizetti. Orkest en so
listen.
LANGENBERG, 473 M. 7.25—7.50 Gra
mofoonpl. 7.508.50 Orkestconcert. 10.35
12.15 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. 1.25
2.50 Orkestconcert. 5.506.50 Gramofoon-
platen. 8.20 Orkestconcert en spreker. Daarna
tot 12.20 Orkestconcert.
BRUSSEL 508.5 M. 5.20 Dansmuziek.
6.50 Trio-concert. 8.35 Orkestconcert en
zang. 9.20 Gramofoonpl.
ZEESEN, 1635 M. 6.05—7.20 Lezingen.
7.207.50 Gramofoonpl. 9.2012.20 Berich
ten. 12.201.15 Gramofoonpl. 1.152.20 Be
richten. 2.203.20 Gramofoonpl. 3.504.20
Lezingen. 4.205.50 Concert. 5.508.20 Le
zingen 8.20 Orkestconcert. 9.20 Voorlezing.
10.00 Concert voor 2 piano's. Daarna: Be
richten en tot 12.20 Dansmuziek.
Kinderen moeten haar bezoeken
De bladen melden dat het ministerie van
Openbaar Onderwijs, voornemens is, den kin
deren van Grieksche nationaliteit te verbie
den lager onderwijs te ontvangen op scholen
van vreemde taal, ten einde hun godsdien
stige en nationale gevoelens en gehechtheid
aan hun moedertaal ongerept te bewaren. De
ministerraad hechtte zijn goedkeuring aan
'n wetsontwerp, dat bij de Kamer zal wor
den ingediend' zoodra deze weer bijeenkomt
teneinde het onmiddellijk van kracht
te doen worden De maatregel zal vooral de
Fransche scholen treffen, die in Grieken
land zeer talrijk zijn en waarvan het xnee-
rendeel der leerlingen kinderen van Grieken
zijn.
Nabij Lissabon is een passagierstrien
ontspoord. 30 personen werden licht, zes
zwaar gewond.
en dan, den hemel zij dank, ben ik nog
jong en lenig. Dus je weet absoluut niets
van hetgeen juffrouw Jessie over het geval
denkt? Vertel me dan maar eens het een
en ander van die andere wouw. Ze is zelf
niet in de apotheek geweest, niet waar?"
„Neen. Wanneer dit wel het geval geweest
was, dan zou ze zelf haar drankje hebben
kunnen meenemen en mij den loop hebben
kunnen besparen. Maar ik moet zeggen, ze
heeft me goed, zelfs uitstekend behandeld.
Het spijt me dan ook vreeselijk. dat ze dood
is. Maar ik begrijp waarlijk niet. juffrouw,
ik vraag u wel excuus waarom u me
zoo wilt uithooren. Wanneer u alles van de
zaak wilt weten, dan behoeft u slechts het
gerechtelijk onderzoek van vandaag bij te
wonen."
Juffrouw Skippings kreeg een kleur van
kwaadheid, zij keek beleedigd. Tom echter,
trok zich daar niet veel van aan.
„Natuurlijk zal ik daar bij tegenwoordig
zijn," sprak ze ten slotte. „Ik ben van plan
die zaak nauwkeurig uit te spinnen. „Uit
hooren," Tom is een ordinaire uitdurkking,
die ik niet versta. Ik meen te mogen con-
stateeren, dat het voor sommige menschen
geen voordeel zal opleveren, omdat ze je
blijkbaar op het hart gedrukt hebben, niet
op geheel natuurlijke en bescheiden vragen
te antwoorden. Goeden morgen."
„Goeden morgen, juffrouw," antwoordde
Tom.
terugweg aan.
„Ze hebben den jongen een slot op z'n
mond gelegd," sprak ze binnensmonds; „ze
zullen hem daarvoor wel hebben omgekocht.
We zullen eens zien, of dit ook met juf
frouw Tetton het geval is."
In den „Mijter" was het zeer druk. In
het taplokaal en in de koffiekamer waren
bijna alle plaatsen bezet. Iedereen sprak
over het aanstaand gerechtelijk onderzoek.
Juffrouw Skippings trad zonder veel com
plimenten de zitkamer van juffrouw Tetton
binnen en ging, zondr daartoe uitgenoo-
digd te zijn, zitten.
„Ik moest bij u komen," zoo begon ze;
„ofschoon u begrijpt, hoe moeilijk het voor
me was. om daartoe te besluiten. Ik kan
me voorstellen, dat het geheele geval u van
streek gemaakt heeft. Dat is niet meer dan
natuurlijk. Wanneer ik in uw plaats was,
dan zou ik er letterlijk ziek van geworden
zijn, want u weet er natuurlijk meer van
dan iemand anders. En de familie Merriwea-
ther wordt in den geheelen omtrek door
iedereen geacht."
Juffrouw Tetton keek, blijkbaar onaange
naam verrast, op.
„Maar ik weet niets," zei ze.
„Ik weet niet meer dan u en ieder ander.
Toen ik hoorde dat de vrouw dood was
Mary Jane kwam luid schreiend bij me
was er niet veel toe noodig om mij in zwijm
te doen vallen. Ik heb nooit een vrouw ge
zien die er gezonder uit zag, dan zij en er
wordt nu algemeen gezegd, dat zij een na
tuurlijken dood gestorven is. Ze zeggen, dat
zij de pijnen door vergiftiging met lauda
num niet had kunnen doorstaan, zelfs niet
als ze het opzettelijk ingenomen had."
.Praatjes!" riep juffrouw Skippings, „ik
begrijp heel goed wie dat rond strooit.. Hun
namen beginnen met een M. en met een
Q. Heb je sir Charles gezien toen hij hier
kwam?"
Juffrouw Tetton zag haar bezoekster
strak aan.
„Ja," antwoordde zij; „ik zag hem. Maar
u moet het mij niet kwalijk nemen, als ik
uw vragen niet beantwoord. Om twaalf uur
moet ik voor den onderzoekingsrechter ver
schijnen en dit is al meer dan mijn arm
hoofd verdragen kan. Ik heb nog nooit zoo'n
geval bij gewoond en ik hoop dat het voor
de eerste en de laatste maal zal zijn, al
moet Ik zeggen, dat bet me door de drukte
tn 't koffiehuis, geld in den zak brengt."
Juffrouw Skippings stonden blijkbaar ver
stoord, op. Ze was nu nog even wijs als te
voren.
(Wordt vervolgd).