buiten landsch oJ^ieuws Engeland en het koni ngschap Feuilleton li geheim van jessie quinton Schoenen vragen j meer dan glans alleen! Erdal houdt het leder 1 tevens soepel. BLAD DINSDAG 26 AUGUSTUS 1930 BLADZlj i>jc. I BRIEVEN UIT ENGELAND De beteekenis van de geboorte te Glamis «nen. Het rapport van de Mandaten- commissie en het Britschen Memorandum over de onlusten in Palestina Roemeensch-Bulgaarsch grensincident Turkije en Perzie Grenswijziging onmisbaar Het nieuwe Poolsche kabinet De samenstelling Gouverneursverkiezing in Texas Verijdelde aanslag op Sidky pasja Permanente Hof van Internationale Justitie Gemengde ^Buitenlandsche cBerichten De oostelijke Landbouwconferentie Weer botsingen bij Peshawar Vele dooden en gewonden Ernstig zeilongeluk te Stettin 7 personen verdronken De overbrenging van het lijk van Andree Ernstig ongeval te Luik RADIO-OMROEP De Grieksche school KORT NIEUWS Juffrouw Skippings nam teleurgesteld dten Londen, 22 Augustus 1990 j UP Zichzelf is de geboorte van de tweede te I ter van den tweeden zoon van een bui- j^ïndsch souverein misschien geen ge- i Jftenis waarvoor men ten onzent veel ^"«telling verwachten kan. Toch geeft q feft dat de Hertogin van York gisteren te *mis in Schotland, op het kasteel van haar er> den Graaf van Strathmore. het leven schonken heeft aan een dochter, ons aan- tot het maken van enkele opmer ken. 'eTat 00thans weer bijzonder tot zijn gcllt komt is de volmaakte loyauteit van het "Selsche volk jegens zijn Souverein. Ik hier opzettelijk het woord „konings- vüls' dat wij in ons land in dergelijke ge- 0 e« meestal bezigen. De geschiedenis van C* volk is sinds eeuwen vergroeid met die een koningshuis, dat van Oranje Nassau. J1?* loyauteit gaat inderdaad uit naar dat ,.Uls> en via dat Huis naar de Monarchie i'e wij, in strijd met onze groote Republi Ansche tradities, tot op zekere hoogte Sesteld hebben om ons nationaal lot hech- er te binden aan dat van Oranje. 11 Engeland daarentegen speelt het ko- 'Sshuis als zoodanig ternauwernood een 1 öe Hannoveranen zijn meer dan een eeuw k slechte koningen en nog slechter Engel- k geweest. Koningin Victoria, onder wier „?8e regeering Engeland het toppunt van i1,n macht bereikte, was vereerd, doch niet knd geworden. Edward VII, persoonlijk populair, behoorde tot het huis van akn-Coburg, en wel door zijn vader, prins- kaal Albert, en voor dat Huis voelde jkand iets niet omdat het geen voor- kelijke mannen opgeleverd had, maar r?jdat het vreemd stond tegenover Engeland, burende den oorlog werd dat Huis S%eschaft", en vervangen door dat van j Qdsor, dat nog van te jongen datum is om ,ets voor het Engelsche sentiment te betee- ^aar den Engelschen is daarentegen het j Parchale beginsel heiliger dan eenig Ner Europeesch volk. Een populair vor- 'etlhuis hebben zij sinds eeuwen niet Sehad, maar de monarchie hebben zij steeds Zulk een noodzakelijkheid beschouwd dat J de slechtste vorsten op den koop toe namen ..e Engelsche staatsinrichting, de constitu- keele wetten des lands, zijn zoo door-en- .P°r vergroeid met het koningschap, dat ,et laatste niet zou kunnen worden afge- cbaft, zonder dat heel het Engelsche staats- 8:bouw tezelfder tijd ineenstortte. Boven- is de „Kroon" nog de eenige formeele pïtid tusschen de zelfbesturende deelen van '6t Rjjk. Zoo Engeland een republiek werd, 3 Zou de gemeenschap tusschen het Móe- Mand en de Dominions automatisch ver ken worden. Ongetwijfeld geniet George V een groote kulariteit, niet omdat hij een groot staats- N, een groot leider of in eenig opzicht een kengewone persoonlijkheid is, maar om- j 1 hij de subtiele kunst van modern-koning Zijn, uitnemend verstaat. Wat wil dit Sgen Niets anders dan dat hij het prestige >5q de Kroon weet te handhaven en te ver- kken. Dit is alles wat men van den koning 6P van de leden van het Koninklijk Huis Vkacht. De koning is in Engeland slechts k noodzakelijkheid omdat de Kroon een kdza kelij kheid is. De Kroon is er niet voor koning, maar de koning is er voor de 5foon. 's Konings taak is te werken voor de fkn, gelijk het de taak van den Eerste- i?td der admiraliteit is te werken voor de ^arine. Edward VII was in sommige opzichten k Zoo markante persoonlijkheid (ofschoon 'Strekt niet het staatkundig genie, waarvoor ?°°Wel zijn bewonderaars als vele zijner ptenlandsche tegenstanders hem versleten ?êhben) dat hij een deel van de populariteit, e hij voor de Kroon had moeten verwerven, Zijn eigen persoon concentreerde. Wan- .k hij langer geregeerd had, zou hij hier- k het prestige der Kroon waarschijnlijk Schaad hebben. George V daarentegen ken wij uitsluitend kennen als professio- vorst. Alles wat hij doet is berekend op 1 nut, dat de Kroon ervan trekken kan. Hij he verpersoonlijking van de Kroon. Wij ïjzn weten, dat Edward VII diplomaat was. ker de vraag of zijn diplomatieke werk- ktnheden op zichzelf tot heilzame resul- kn gevoerd hebben, mogen de meeningen "'knloopen dat hij als „ambassadeur" k voorname rol gespeeld heeft in de ge- cbiedenis van zijn land en van Europa zal k®and ontkennen. Koning George regeert k twintig iaren in die twintig jaren Zijn er nog steeds niet achter gekomen of hij ,k een bepaalde richting in de binnen- of Ntenlandsche politiek bepaalde persoon- P'ke sympathieën heeft in die twintig jaren, - aar het F.ngelsch door Jos. P. H. Hamers 33 "Ja. Ik heb nooit iets van hem willen we- k en ik zou hem nooit willen trouwen, kar ik ben bang voor hem. Ik ontmoet hem ïkens op mijn weg en hij ver»algt me. Hij kakt me het leven ondraaglijk en ook hij keert dat hij me lief heeft, dat hij zon- er mij niet leven kan." v "Dat zal hij wel moeten!"' hcimam James J/kchelsea, met verbeten woede. „Je zal ?ilh vrouw worden. Laton we nu naar je taher gaan. Zeg hem maar dat we elkander ."eds het jawoord gegeven nebben en dat we jP z'n toestemming komen vragen. Vt'an- kr hij die niet wil geven, dan zullen we k tot onzen spijt zonder z'n toestemming ®^ten doen." o wierp op hem een .iefdevollen maar keven blik en na eenige ojgenblikken ver- eJen zij samen het nortaai van net kerk- ;6bouw. hoe rijk ook aan gebeurtenissen, heeft zich niets voorgedaan, waarvan men terfecht of ten onrechte beweert dat is het werk van koning George geweest. Al zijn werkkracht is gewijd geworden aan „de Kroon". En zoo hij wat wij niet beoordeelen kunnen een minder „groot man" is dan Edward VII, hij is ongetwijfeld een volmaakter koning. Om een beroemde uitdrukking van zijn vader te gebruiken „le métier de roi" verstaat hij beter dan een zijner voorgangers. Al zijn zoons zijn opgeleid geworden om zich als toekomstig koning en als prinsen geheel te wijden aan die taak, van welker juiste uitvoering de toekomst van het land en van het Rijk afhangt de handhaving en zoo mogelijk de versterking van de positie der Kroon. In dit licht moeten wij ook de voldoening en de vreugde beschouwen, die alom tot uiting komen bij de geboorte van een prinses te Glamis. Dat er sentimenteele redenen tot vreugde zijn, ontkennen wij niet, want de koning geniet een niet geringe persoonlijke populariteit, en deze wordt bijna geëvenaard door de vereering, welke het volk heeft voor de Hertogin van York. Maar van veel grooter belang dan de senti menteele zijn de verstandelijke redenen tot blijdschap. Door de geboorte van een tweede dochter van York wordt de successie-lijn versterkU Hoe weinig waarde men hier ook hecht aan het Vorstenhuis als zoodanig, toch zou het twijfelachtig zijn of, bij ontstentenis van directe opvolgers, een ander Vorstenhuis, ook wanneer het in zijlinie verwant was aan dat van Windsor, hier zou worden aanvaard. Vijftig iaren geleden zou dit nog mogelijk geweest zijn thans is het vrijwel uitgesloten. Gelijk Engelsche prinsen en prinsessen thans, met terzijdestelling van het door de Hannoveranen ingevoerde „Ebenbürtigkeits"- beginsel, huwen met Britten van niet- koninklijken bloede, zoo zou, ingeval het Huis Windsor mocht uitsterven, het volk de kroon liever opdragen aan een uit zijn midden, aan een afstammeling van een der oude Engelsche of Schotsche konings geslachten, aan het hoofd van een hoog adellijk huis, dan een vreemdeling of halven vreemdeling tot de regeering te roepen. Maar ook dit zou gevaren met zich brengen. De Middeleeuwsche geschiedenis van Enge land getuigt dit. Terwijl het prestige der Kroon onder koning George's regeering voortdurend toe genomen is, is de successielijn niet voldoende versterkt geworden. Zij is zelfs relatief ver zwakt. De prins van Wales nadert den middel baren leeftijd, en is nog ongehuwd. Prinses Mary, 's konings eenige dochter, is getrouwd met Viscount Lascelles en heeft twee zoons. De hertog van York, thans de tweede persoon in de opvolgingslinie, had tot vóór gisteren één dochter. De hertog van Gloucester en 's konings jongste zoon, prins George, zijn ongehuwd. Vóór de geboorte van de tweede dochter van den Hertog van York was de rangorde der opvolging dus als volgt 1. De Prins van Wales, 2. de Hertog van York, 3. prinses Elisabeth, dochtei van den hertog van York, 4. de hertog van Gloucester, 5. prins George, 6. prinses Mary, 7. de oudste zoon van prinses Mary, 8. de tweede zoon van prinses Mary. Deze „linie" was uiterst zwak. Alleen prinses Elisabeth en de twee zoons van prin ses Mary behooren tot een jonger geslacht dan dat van den prins van Wales. De oudste der beide Lascelles zou eerst dan kans op den troon krijgen wanneer al de broeders Zijner moeder kinderloos overleden waren, in welk geval prinses Mary troonopvolgster Zou zijn geworden. Praktisch hing dus de hechtheid der opvolgingslinie uitsluitend af van het leven en welzijn van prinses Elisabeth. Zoo dit kind kwam te overlijden, zonder dat de hertogin van York het leven aan meer kinderen schonk, dan zou aan genomen dat de zoons des konings geen van allen zeer vroeg sterven en allen kinderloos blijven de kroon in de toekomst overgaan van den eenen broeder op den anderen, daarna (wanneer zij al haar broeders overleven mocht) op prinses Mary, en ten slotte op haar oud sten zoon. Dit zou, aangezien 's konings kinderen onderling slechts gemiddeld twee iaren in leeftijd verschillen, vermoedelijk een reeks van zeer korte regeeringen tengevolge gehad hebben van koningen, die ook maar heel kort troonopvolger geweest waren, en niets is meer geschikt om het aanzien en het prestige der Kroon te ondermijnen. Thans is de nieuw-geboren prinses no. 4 in de volgorde. Een ieder wenscht prinses ACHTTIENDE HOOFDSTUK Het was een mooie, zonnige dag, toen juf frouw Skippings haar vriendelijke villa ver liet. Het had dien nacht hard gevroren; de voetpaden waren kurkdroog en ofschoon het geweldig koud was, zoo was het toch zoo stil in de natuur, dat de koude bijna nie mand hinderde. De hemel was blauw en de vogels tjilpten in de bladerlooze takken der boomen. Juffrouw Skippings liep vlug en opgewekt voort. Zij was op het oorlogspad; dat betee- kende voor haar dat zij op weg was om de ware of vermeende geheimen van anderen uit te visschen. Dit was haar lust m baar leven, waardoor ze dan ook weinig tijd had om zich met haar eigen zaken te bemoeien Het geluk scheen met haar te rijn, toen zij Tom, den loopjongen van dokter Quinton tegen kwam. De knaap groette haar beleefd en deed z'n best om haar ongemoeid, voorbij te loopen. Maar zij greep hem bij den arm. „Jou moet ik Juist hebben," sprak -e; „je kan wel een beetje met me opwandelen, Tom Saunders. Ik hoop dat ik me daardoor niet te diep verneder, ofschoon iedereen weet dat m'n vader secretaris-generaal van justitie zou geworden zijn, als hij vóór dien tijd niet gestorven was." Tom deed een poging om zich uit haar greep los te rukken. „Ja, juffrouw," zei nij, „maar ik kan niet met u opwandelen. Ik moet medicijnen weg- Elisabeth voorspoed en gezondheid toe. Maar dat niet één, doch twee koninklijke kinderen de voortzetting van het koning schap over een volgend ges'acht verzekeren, is voor heel het volk een geruststelling. NESSUNO. Gistermorgen heeft de Permanente Man- datencommissie van den Volkenbond haar rapport aan den Volkenbondsraad gepubli ceerd. Het rapport bevat o.a. een uitvoerige be schouwing van de onlusten in Palestina in Augustus en September van het vorige jaar, alsmede de geoefende eritiek van de man- daatlanden op de door de Mandatencommis- sie gevoerde politiek. Dit gedeelte bevat o.a. een Britsch memo randum, dat heden tegelijk met het rap port gepubliceerd wordt. Het Britsche memorandum geeft een ana lyse van de in het rapport gemaakte op merkingen over de troebelen in Palestina. Het eerste deel handelt over den aard der onlusten en de houding, door het mandaat- land voor en tijdens het uitbreken er van aangenomen Het tweede deel beschouwt de door het mandaatland getroffen maatregelen om de orde te handhaven, terwijl het derde deel zich bezig houdt met de In de toekomst te volgen politiek. Uit het tweede en derde deel blijkt, dat de door het mandaatland, i.e. Engeland, ge nomen maatregelen om de orde te herstel len, de stilzwijgende instemming hadden van de Mandatencommissie en dat de com missie met bevrediging heeft geconstateerd, dat deze maatregelen voor de toekomst waarborgen, dat de orde niet licht kan worden verstoord Eveneens bevredigend wordt het in het Britsche memorandum geacht, dat de com missie van meening was, dat de beperking van sommige immigratie-bepalingen geen aanleiding behoefde te zijn voor vrees in Joodsche kringen ten aanzien van een ver bod van immigratie van Joden in Palestina en van de vestiging in Palestina van een Joodsch Nationaal Tehuis. De Commissie ontheft de Britsche regee ring van elke beschuldiging, haar plicht te hebben verzaakt met betrekking tot de ver plichting om in Palestina te komen tot zelf- regeering. Dit alles betrof het tweede en derde deel. In het eerste deel van het rapport schijnt echter ernstige eritiek te worden geoefend op het mandaatland ten aanzien van zijn be wind in de afgeloopen vijf jaar. De ernstigste beschuldiging in dit deel is wel de opmerking, dat het mandaatland, i.e. Engeland, in deze periode zijn plicht heeft verzaakt om de ver houding der beide bevolkingsgroepen van Palestina, Arabieren en Joden te regelen, cn deze nalatigheid wordt een der voornaamste oorzaken van de onlusten genoemd. Speciaal wordt de nadruk gelegd op de fout, gemaakt bij het belooven van een program van uit breiding van het onderwijs, agrarische ont wikkeling en uitvoering van publieke werken, waardoor de samenwerking tusschen An.bie ren en Joden moest worden Bevorderd, maar die een groote teleurstelling weiden voor het Arabische dsei der bevoinmg Hef Britsche memorandum markt op, dat deze eritiek al zeer verrassend is. Het Britsche regiem heeft alles gedaan om ook de Arabische belangen te bevorderen, evenals de samenwerking tus schen de beide bevolkingsgroepen. De Com missie schijnt zich geen goed denkbeeld te kunnen vormen van de moenijkheden, die de vervhoudingen in Palestina voor het man daatland met zich brengen, aldus het Brit sche memorandum. Het „Berliner Tageblatt" meldt uit Boe karest, dat er Zondag een Roemeensch-Bul gaarsch grensincident heeft plaats gehad. Van Roemeensche zijde wordt daaromtrent het volgende medegedeeld: Een bewapende Bulgaarsche bende heeft bij Turtukai de Roemeensche grens overschre den, waarbij op den Roemeenschen militairen wachtpost geschoten werd. Een Roemeensch onderofficier werd hier bij gewond. De Roemeensche troep beant woordde het vuur, met het gevolg, dat de leider van de bende gedood en twee andere Bulgaren gewond werden. De bende ruimde daarop het veld. Een Roemeensch-Bulgaar- sche commissie van onderzoek zou zich Maan dag naar de plaats van het incident begeven. De minister van buitenlandsche zaken heeft gisteren de nieuwe nota naar Tehe ran gestuurd. Turkije wijst op de noodzakelijkheid v" militaire samenwerking tegen de Koerdi sche opstandelingen, en betoogt, dat de grenswijziging onmisbaar is. Voorgesteld wordt dan afstand aan Tur kije van een strook bergland in ruil voor een strook Perzisch gebied aan de zuide lijke grens. Ten slotte wordt verklaard, dat de ope raties van de Turksche troepen in het Ararat-gebied maatregelen van wettige verdediging rijn. De minister van buitenlandsche zaken naar Moskou. De Turksche minister van buitenlandsche zaken, Tevfilt Fvouchdi Bey heeft aan een brengen; daar is haast bij." „Dan loop ik met je mee Tom," hernam juffrouw Skippings. „Vertel me nu eens wat van dat kind op de Hall. Wat zegt juffrouw Jessie daar wel van." Zij liep nu naast den knaap en hield nog steeds z'n armen vast. „Ik weet niet of ze iets zegt," luidde het antwoord. „Ik geloof niet, dat het haar veel schelen kan. Wanneer ze naar intrek in de Hall neemt, dan is het kind al lang weg." Juffrouw Skippings trok minachtend haar spitsen neus op en zette een bedenkelijk ge zicht. „Zoo, denk je dat?" vroeg ze; „nu dan ben ik zoo vrij met jou van meening te verschillen, Tom. Die jongen zal daar mis schien altijd blijven. Wellicht heeft hij daar recht op. Dus je hebt niet gehoord, dat juf frouw Jessie daarover sprak?" Tom was er eindelijk in geslaagd zich uit den greep van haar arm los te rukken. „Ik ben juffrouw Jessie's vertrouweling niet," zei h(j norsch. „Ik denk niet dat ze zich in gedachten veel met dat kind bezig houdt, behalve natuurlijk dat ze er zich over verheugt, dat het niet is omgekomen. Maar werkelijk, juffrouw, ik heb groote haast." Kij stapte steviger door, maar juffrouw Skippings bleef hem ter zijde. „Ik kan ook vlug loopen," lachte ze; „op de eerste plaats is het er koud genoeg voor ussischen persvertegenwoordiger een ver- li1 aring afgelegd over de betrekkingen tus schen Turkije en Perzië. De minister verklaarde, dat de bespre kingen tusschen de Turksche en Perzische reguering over een gemeenschappelijk op treden tegen de opstandige stammen der Koerden, nog niet zijn geëindigd. Ook de onderhandelingen over een eventueele grenswijziging zijn nog aan den gang. Turkije acht het van belang, dat de grens tusschen beide landen veranderd wo.dt en te dien einde moeten wederkee- rig concessies worden gedaan. De minister zeide voorts, dat hij bmnen- kor. een bezoek aan Moskou zal brengen en bij die gelegenheid zal hij besprekingen voeren met den Russischen minister van buitenlandsche zaken. In antwoord op een desbetreffende vraag van den Russischen persvertegenwoordiger, verklaarde Tevfik Bey, dat de vriend schappelijke betrekkingen met Rusland zul len blijven gehandhaafd, daar deze op practische overwegingen berusten en in het belang zijn van beide landen. De Poolsche staatspresident heeft Maar schalk Pilsoedski benoemd tot minister president en minister van oorlog, terwijl hij verder op voorstel van maarschalk Pilsoedski de volgende ministers aanstelde: ZALESKI Plaatsvervangend minister-president en minister zonder portefeuille, overste Back; Minister van binnenlandsche zaken, gene raal Skladkowski,; Minister van buitenlandsche zaken, Zaleski; Minister van Justitie, Car; Minister van Godsdienst en Onderwijs, Czerwinski; Minister van landbouw, Janta-Polczynski; Minister van handel en industrie, Kwiat- kowski; Minister voor openbare werken, Mata- kiewicz; Minister van arbeid Prystor; Minister voor landbouwhervorming, Sta- niewicz; Minister voor posterijen en telegrafie, Boerner. De leiding van het ministerie van fian- ciën werd opgedragen aan den vroegeren minister van financiën, Matuszweki. Uit Dallas in den staat Texas wordt ge- meldt, dat bijna alle uitslagen van de gou verneursverkiezing voor dezen staat binnen zijn. Uit de ontvangen cijfers blijkt, dat de millionnair, oliemagnaat en uitgever Ross Sterling de bekende Mrs. Miriam A. Fergu son, bekend als „Ma" Ferguson, verpletterend heeft verslagen. Men heeft thans de uitslagen van 241 van de 253 kiesdistricten. Sterling heeft 449.792 stemmen en Ma Ferguson slechts 358.465 stemmen. De verkiezingscampagne was een der ver- bitterdste, die men ooit in Texas heeft mee gemaakt. Men heeft gisterochtend naar men meent een voorafberaamden aanslag tegen Sidky pasja voorkomen door de arrestatie van een Berber, kort na zijn vertrek met den trein naar Alexandrië. De Berber was gekleed als een dienstman .voorzien van een aange scherpte bijl. Hij werd ontdekt in den cor ridor van den trein, die Sidky pasja vervoer de met bestemming naar Kaïro. Een onder zoek wordt ingesteld. Het Permanente Hof vatt Internationale Justitie heeft in de vacature, ont staan door het aftreden van Charles Evans Hughes, benoemd tot plaatsvervangend lid van de Kamer voor de korte procedure. Sir Cecil Hurst (Groot-Brittannië) en tot lid van de Bijzondere Kamer voor Arbeids geschillen Fromageot (Frankrijk). Verder heeft het Hof aangewezen als ver tegenwoordiger in de 11e zitting van de Assembleé van den Volkenbond, den griffier van het Hof, Hammarscjöld. Het programma Omtrent het program der landbouwcoaré- tie van acht Oost-Europeesche staten, welke de Poolsche regeering tegen Donderdag a.s. te Warschau heeft bijeengeroepen, deelt deze mede, dat zal worden beraadslaagd over het uitschakelen der onderlinge concurrentie ten opzichte van landbouwpproducten. De deelnemers zijn voornemens zich aaneen te sluiten ter gemeenschappelijke verdediging hunner belangen tegen de niet ter conferen tie vertegenwoordigde staten, welker uitvoer grooter is dan hun uitvoer. Met name zou ook de mogelijkheid van gemeenschappelijke an derhandelingen met den Volkenbond worden overwogen. Aan de conferentie nemen behalve Polen deel: Tsjecho-Slowakije, Roemenië, Zuid- Slavië, Hongarije, Bulgarije, Letland en Est land, terwijl Finland door een waarnemer zal worden vertegenwoordigd. Aan de Indische N.W. grens, ten Zuiden van Peshawar kwam het opnieuw tot bot singen tusschen Britsche troepen en opstan delingen, waarbij een Britsche kapitein en acht manschappen werden gedood en 10 man werden gewond. De opstandelingen zouden 32 dooden en 14 gewonden hebben achter gelaten, terwijl 70 hunner werden gevangen genomen. Ook op andere punten is het opnieuw tot botsingen gekomen. Een groep van 400 op standelingen deed een aanval op de grens plaats Kharlachi, waarbij zij evenwel door de daar gelegerde manschappen werden af geslagen. Na aankomst van troepen verster kingen uit Kurrum konden de opstandelingen uiteen worden gedreven. Naar verluidt zijn hun verliezen zeer groot. Door de oproerige stammen werden nieuwe pogingen ondernomen,- vrij sterke troepen machten bijeen te brengen. Het ministerie voor Indië verneemt uit Calcutta, dat door de Afridis een aanval is ondernomen op Britsche ambtenaren in den Khaiber pas. Een auto, waarin twee Engel sche officieren en twee sepoys waren gezeten, werd beschoten, doch de aanvallen konden worden afgeslagen. Er is een nieuwe activi teit merkbaar bij de vijandige stammen aan de N.W. grens. Agitatoren reisden de verschillende stam men af, met het doel deze op te ruien. Naar uit Stettin gemeld wordt, is aldaar een ernstig zeilbootongeluk gebeurd. Zondag middag was aldaar een zeilboot van de zeilvereeniging Morgelow uitgevaren voor een tochtje naar Heckermunde. Aan boord be vonden zich 7 jeugdige leden der vereeniging benevens een vriend, die als gast meeging. Toen zij eenmaal buiten waren, stak een hevige storm op, zoodat zij besloten terug te keeren. Bij een manoeuvre, die zij toen blijkbaar verkeerd hebben uitgevoerd is de boot omgeslagen, zoodat alle opvarenden te water vielen. Alle zeven werden een prooi der golven. Alleen de jonge man, die als gast was meegegaan, slaagde er in op de gekan telde boot te klimmen, waar hij den ge- heelen nacht op doorbracht. Des morgens werd hij door een visscher uit zijn benarde positie gered. Het is nog niet gelukt de ver dronkenen te bergen. Volgens berichten uit Tromsoe gaat een groot aantal schepen het expeditieschip „Brattvaag", dat de stoffelijke overschotten van Andree en zijn makkers aan boord heeft, tegemoet. Wanneer de lijken aan land zullen zijn gebracht, zal een plechtige dienst wor den gehouden in de kerk van Tromsoe. Te Tromsoe verwacht men een druk bezoek van vreemdelingen, aangezien door bladen uit alle mogelijke landen bijzondere ver slaggevers naar Tromsoe zijn gezonden. Reeds zouden alle hotels bezet zijn. Naar verder gemeld wordt, zijn de lijken van Andree en zijn lotgenooten in zout ge legd, ten einde hen in goeden staat te houden. Op het station te Luik heeft een ernstig ongeval plaats gehad. De trein Warschau- Parijs bleef op korten afstand van het sta tion voor een onveilig signaal staan. Een dame en heer uit Polen die dachten, dat de trein reeds op het station stond, stapten uit en werden gegrepen door een passeerenden trein. Beiden werden gedood. WOENSDAG 27 AUGUSTUS HUIZEN, 298 M. Na 6 uur 1071 M. UitsL NCRV-uitz. 8.15—9.30 Morgenconcert. 10.3011.00 Ziekendienst. 11.00 Gramofoon. 11.3012.30 Orgelconcert door M. F. Jur- jaanz. 12.302.00 Solistenconcert. 2.002.45 Solistenconcert (sopraan, viool, piano). 2.45 —3.15 Lezen van Chr. lectuur. 3.154.15 Vervolg solistenconcert. 4.15 Gramofoon. 5.00—6.00 Kinderuurtje. 6.00 Grameioon. 6.30 Koersen. 6.40—7.40 Christ, liedjes met cau serie door J. de Heer. 7.40 Gramofoon. 8.00 Concert door de stafmuziek van het 6e Regim. infant, te Breda. Lezing. 10.20 Pers berichten. 10.30—11.00 Gramofoon. HILVERSUM, 1875 M. Uitsluitend VARA- uitzending. 8.00 Orgelspel door Joh. Jong. 9.00 Gramofoonpl. 10.15 Voordracht door Frits Tingen. 10.30 Ziekenuurtje. 11.30 Gra mofoonpl. 12.00 Politieber. 12.15 Concert. VARA-Septet. 1.45 Gramofoonpl. 2.30 Kin- dermatinée vanuit het Kuihaus te Scheve- ningen. 3.30 „Maak het zelf"-cursus. 4.30 Vraag-halfuurtje voor kinderen. 5.15 Con cert. VARA-Orkest. Intermezzo: Gramo foonpl. 7.00 Litterair half uurtje door A. M. de Jong. 7.45 Politieber. 8.00 Inleiding tot het Kurhausconcert. 8.15 Concert vanuit het Kurhaus te Scheveningen. In de pauze: Declamatie door Mevr. v. d. VeenWilson. Na afloop Persber. en declamatie. 11.00 ca. Gramofoonpl DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgen wijding. 12.20 Gramofoonpl. 1.20 Orkestcon cert. 2.20—2.50 Zang door D. Ord—Bell (sopraan) en O. Davis (tenor). 4.20 Concert. S. Gardner (bariton). J Slater (fluit), Y. T. Benvenisty (piano). 5.05 Orgelspel door R. New. 5.35 Kinderuurtje. 6.?0 Lezing. 6.35 Nieuwsber. 7.0C Zang door StilesAlln en John Thome. 7.20—7.40 Lezing. 7.50 Voor lezing. 8.20 Concert. Symphonie-Orkest. D. Silk (sopraan) H. Cohen (piano). C. Wood- house (viool), G. Walker en F Almgill (fluit). K. Falkner (bariton), G. D. Cun ningham (orgel). 10.00 Nieuwsber. 10.15 Le zing. 10.30 Marktber. 10 40 Concert. Orkest. 11.2012.20 Dansmuziek. PARIJS, „RADIO PARIS", 1725 M. 12.50—2.20 Gramofoonpl. 4 05 Orkestconcert en soli 7.40 Gramofoonpl. 8.20 „De Regi mentsdochter" van Donizetti. Orkest en so listen. LANGENBERG, 473 M. 7.25—7.50 Gra mofoonpl. 7.508.50 Orkestconcert. 10.35 12.15 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. 1.25 2.50 Orkestconcert. 5.506.50 Gramofoon- platen. 8.20 Orkestconcert en spreker. Daarna tot 12.20 Orkestconcert. BRUSSEL 508.5 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Trio-concert. 8.35 Orkestconcert en zang. 9.20 Gramofoonpl. ZEESEN, 1635 M. 6.05—7.20 Lezingen. 7.207.50 Gramofoonpl. 9.2012.20 Berich ten. 12.201.15 Gramofoonpl. 1.152.20 Be richten. 2.203.20 Gramofoonpl. 3.504.20 Lezingen. 4.205.50 Concert. 5.508.20 Le zingen 8.20 Orkestconcert. 9.20 Voorlezing. 10.00 Concert voor 2 piano's. Daarna: Be richten en tot 12.20 Dansmuziek. Kinderen moeten haar bezoeken De bladen melden dat het ministerie van Openbaar Onderwijs, voornemens is, den kin deren van Grieksche nationaliteit te verbie den lager onderwijs te ontvangen op scholen van vreemde taal, ten einde hun godsdien stige en nationale gevoelens en gehechtheid aan hun moedertaal ongerept te bewaren. De ministerraad hechtte zijn goedkeuring aan 'n wetsontwerp, dat bij de Kamer zal wor den ingediend' zoodra deze weer bijeenkomt teneinde het onmiddellijk van kracht te doen worden De maatregel zal vooral de Fransche scholen treffen, die in Grieken land zeer talrijk zijn en waarvan het xnee- rendeel der leerlingen kinderen van Grieken zijn. Nabij Lissabon is een passagierstrien ontspoord. 30 personen werden licht, zes zwaar gewond. en dan, den hemel zij dank, ben ik nog jong en lenig. Dus je weet absoluut niets van hetgeen juffrouw Jessie over het geval denkt? Vertel me dan maar eens het een en ander van die andere wouw. Ze is zelf niet in de apotheek geweest, niet waar?" „Neen. Wanneer dit wel het geval geweest was, dan zou ze zelf haar drankje hebben kunnen meenemen en mij den loop hebben kunnen besparen. Maar ik moet zeggen, ze heeft me goed, zelfs uitstekend behandeld. Het spijt me dan ook vreeselijk. dat ze dood is. Maar ik begrijp waarlijk niet. juffrouw, ik vraag u wel excuus waarom u me zoo wilt uithooren. Wanneer u alles van de zaak wilt weten, dan behoeft u slechts het gerechtelijk onderzoek van vandaag bij te wonen." Juffrouw Skippings kreeg een kleur van kwaadheid, zij keek beleedigd. Tom echter, trok zich daar niet veel van aan. „Natuurlijk zal ik daar bij tegenwoordig zijn," sprak ze ten slotte. „Ik ben van plan die zaak nauwkeurig uit te spinnen. „Uit hooren," Tom is een ordinaire uitdurkking, die ik niet versta. Ik meen te mogen con- stateeren, dat het voor sommige menschen geen voordeel zal opleveren, omdat ze je blijkbaar op het hart gedrukt hebben, niet op geheel natuurlijke en bescheiden vragen te antwoorden. Goeden morgen." „Goeden morgen, juffrouw," antwoordde Tom. terugweg aan. „Ze hebben den jongen een slot op z'n mond gelegd," sprak ze binnensmonds; „ze zullen hem daarvoor wel hebben omgekocht. We zullen eens zien, of dit ook met juf frouw Tetton het geval is." In den „Mijter" was het zeer druk. In het taplokaal en in de koffiekamer waren bijna alle plaatsen bezet. Iedereen sprak over het aanstaand gerechtelijk onderzoek. Juffrouw Skippings trad zonder veel com plimenten de zitkamer van juffrouw Tetton binnen en ging, zondr daartoe uitgenoo- digd te zijn, zitten. „Ik moest bij u komen," zoo begon ze; „ofschoon u begrijpt, hoe moeilijk het voor me was. om daartoe te besluiten. Ik kan me voorstellen, dat het geheele geval u van streek gemaakt heeft. Dat is niet meer dan natuurlijk. Wanneer ik in uw plaats was, dan zou ik er letterlijk ziek van geworden zijn, want u weet er natuurlijk meer van dan iemand anders. En de familie Merriwea- ther wordt in den geheelen omtrek door iedereen geacht." Juffrouw Tetton keek, blijkbaar onaange naam verrast, op. „Maar ik weet niets," zei ze. „Ik weet niet meer dan u en ieder ander. Toen ik hoorde dat de vrouw dood was Mary Jane kwam luid schreiend bij me was er niet veel toe noodig om mij in zwijm te doen vallen. Ik heb nooit een vrouw ge zien die er gezonder uit zag, dan zij en er wordt nu algemeen gezegd, dat zij een na tuurlijken dood gestorven is. Ze zeggen, dat zij de pijnen door vergiftiging met lauda num niet had kunnen doorstaan, zelfs niet als ze het opzettelijk ingenomen had." .Praatjes!" riep juffrouw Skippings, „ik begrijp heel goed wie dat rond strooit.. Hun namen beginnen met een M. en met een Q. Heb je sir Charles gezien toen hij hier kwam?" Juffrouw Tetton zag haar bezoekster strak aan. „Ja," antwoordde zij; „ik zag hem. Maar u moet het mij niet kwalijk nemen, als ik uw vragen niet beantwoord. Om twaalf uur moet ik voor den onderzoekingsrechter ver schijnen en dit is al meer dan mijn arm hoofd verdragen kan. Ik heb nog nooit zoo'n geval bij gewoond en ik hoop dat het voor de eerste en de laatste maal zal zijn, al moet Ik zeggen, dat bet me door de drukte tn 't koffiehuis, geld in den zak brengt." Juffrouw Skippings stonden blijkbaar ver stoord, op. Ze was nu nog even wijs als te voren. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 9