LEEKEPREEKEN f 1750.- f 250.- f125. f50.- f40. HEfJK FIBBE C. C. KR0UWELS De gevaren van onze slappe paedagogiek WONINGBUREAU ZATERDAG 11 OCTOBER 1930 Handelscre dieten tegen zakelijke en persoonlijke zekerheid De nieuwe Oceaanvlucht De postvluchten naar Ned.-Indie NASSAUSTRMT14 - TEL. 13781 I derdag geen audiëntie verleeneo. Na de ramp van het luchtschip R. 101 Voornaamste cACieuws Vechtende bruiloftsgasten Electrische Kachels MEDEDEELING AAN ONZE ABONNÉ'S vraag- en aanbod-advertentie 30 Ct. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD DRIE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17587 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL Deze overtuiging nu ie van onschat- Gelukt Makelaar en Taxateur Een verklaring der houding van Turkije Audiëntie De chapelle ardente in de Westminster Hall Een tiental gewonden J. J. WEBER ZOON Wij vragen Uw aandacht voor onze annonce in dit blad Radio Bureau Pillard Co. Van het dak gevallen Piet van Kempen rijdt in drie Zesdaagschen Nederlandsche Darabond BUREAUX NASSAULAAN 49 Telefoon No. 13866 (drie Ufnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 11 regels 60 ct p. plaatsing; elke regel meer 15 ct.. bü vooruitbet Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoor waarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 8 uUIIvb* Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen bij een ongeval met. doodelijken afloop bij verlies van een hand. 2en voet of een oog bij verlies van een duim ot wijsvinger bij een breuk van been ot arm bij verlies van 'n anderen vinger. 360 ALS 'T GOD BELIEFT! Lord Thomson kwam even na 6 uur op Cardington aan en verklaarde: „Wij vertrekken met het grootste ver trouwen en hopen Karatsji in 4 a 5 da gen te bereiken en Simla een dag later. Wij blijven twee dagen te Simla. Ik heb den eersten minister beloofd, dat wij Maandag 20 October wegr terug zullen zijn." Eenige uren later stortte het geweldige luchtgevaarte met zijn neus op den Franschen bodem; er had een hevige ontploffing plaats en na enkele minuten lag daar onder een donkeren nachthe mel een bedroevende ruïne van vijftig verbrande, verkoolde en verminkte men- schen; een ruïne van het omhulsel van het grootste luchtschip, dat de wereld ooit had aanschouwd; een ruïne ook van jarenlangen arbeid, inspanning, vernuft, geldelijke opofferingen, van den trots van een fiere natie. Enkele dagen daarna stond er in de Bedford Record, het blad, verschijnend in de geboorteplaats van het veronge lukte luchtschip, de volgende aanklacht: „Toen de R. 101 van haar onbevre- digenden proeftocht terugkeerde, stond één ding vast; n.L dat de neus gezakt was. Toen 't schip Zaterdag vertrok, was iedereen getroffen door de moeilijke stij ging en de hoogte waarop het koerste. Naar het schijnt heeft het ook niet aan waarschuwingen aangaande het weer ontbroken. Velen wisten, dat het schip niet behoorlijk beproefd was, en dat ten minste één motor niet in orde was. Ook wist men dat het te zwaar ge laden was. Tot voor kort ging men altijd uit van de gedachte, dat de R. 101 een experiment was, en dat er dus niets overhaast moest worden. Op het critieke moment, toen de voornaamste proef geschieden moest, heeft men dit echter uit het oog verlo ven. Heeft de belofte van lord Thomson aan Mac Donald om den 20sten terug te zijn, met de overhaasting in verband gestaan? De R. 101 is onnoodig aan gebrek aan voorzorg, zoo al niet aan improvisatie, opgeofferd." Ziedaar de ramp, die de wereld een week geleden heeft opgeschrikt, nog eenmaal in enkele trekken belicht. Men begon deze vlucht met een zekerheid, alsof het een wandeling was op een land weg. De moed, waarmee deze slecht voorbereide tocht werd aanvaard, wekt een sterken indruk van overmoed; en het droevig en smadelijk einde van het trotsche luchtgevaarte spreekt van de tragiek, die reeds zoo menige onvoor zichtige daad vergezelde. Heel deze droeve gebeurtenis en de geestesgesteld heid, waarvan zij mogelijk het gevolg is, vormt een sprekend pendant van de schildering die wij in onze vorige be schouwing gaven. De kleinmoedigheid, die wij toen als een onze levensvreugde verduisterenden factor uitbeeldden, is de tegenhanger van de vermetelheid, van den overmoed, dien wij vandaag wil len aanwijzen als een anderen onder graver van het levensgeluk. Hierbij is het niet noodig te onder zoeken of wij misschien niet praten over een ondeugd van een gestorven ge slacht: overmoed is een erkende kwaal van den modernen mensch. Alles in onze samenleving streeft naar verbetering en vervolmaking van het .stoffelijke. Iedere wetenschap wordt dienstbaar gemaakt aan de productie, aan de winstmakerij. De professoren der hoogescholen zijn de adviseurs der fabrikanten. Al wat hun geest in moei zaam denken en experimenteeren ont dekt, wordt omgezet in technische ver beteringen, in meer volmaakte ver keersmiddelen te water, te land of in de lucht; in meer comfortabele woning inrichting, in luxe, in mechanische werktuigen ter vergemakkelijking der huishouding; in verwarmingsapparaten, in landbemesting en plantengroei; in verduurzaamde levensmiddelen, in ver pakte geneesmiddelen. Zelfs de ziel kunde krijgt haar aandeel in het pro ductieproces. De kracht, de vaardigheid, het uithoudingsvermogen van den ar beider worden wetenschappelijk geme ten en geregistreerd om uit menschelij- ken arbeid het meest nuttige effect te halen. De moderne mensch voelt zich den volkomen beheerscher van de stof en hem lacht een toekomst tegen, waarin het schriftuurwoord: „in het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten" te schande zal worden gemaakt; waarin geen armoede, geen ziekte, geen zorgen meer zullen bestaan, waarin de aarde een paradijs zal zijn. De mensch, volkomen meester over alle redelooze Wezens en over alle doode materialen; de arbeid gemechaniseerd, zoodat alle dienstverrichting geschiedt door het drukken op een knop of het overhalen van een handel, ziedaar- het ideaal, dat tegenlacht. En hoe meer de macht over de levenlooze stof toeneemt, hoe meer de zelfbewustheid van den mensch groeit naar een gevoel van volkomen onafhankelijkheid van iedere macht op aarde, zoowel als buiten de aarde. Dat machtsbewustzijn moet noodzakelijk voeren tot overmoed. En in het moderne leven zijn dan ook verschijnselen te over die wijzen op een grenzeniooze zelfoverschatting van de menschelijke macht en een huiveringwekkend afslij ten van het verantwoordelijkheidsgevoel. De dagbladen zijn de dagelijksche ver tolkers van reeksen ongelukken, waar van het grootste deel aan roekeloosheid moet worden toegeschreven. De mensch, die eenerzijds tot het belachelijke toe op zijn gezondheid gesteld is; die hemel en aarde beweegt, dat zijn kostbaar leven zal worden beschermd door vei ligheidsmaatregelen in fabrieken en werkplaatsen, door ingrijpen der ge zondheidscommissies, door het bouwen van goede woningen, door overheidscon trole op den verkoop en 't bereiden van levensmiddelen enz., diezelfde mensch, die ieder uur van den dag over hygiëne en gezondheid praat, raast als een dui vel langs den weg, met zijn motorvoer tuig één voortdurend gevaar voor eigen en anderer leven; sloopt zijn lichaam en zijn zenuwen door overmatige sport, door dansen, door drinken, door de dwaaste waaghalzerij en recordjacht. Een dergelijke tegenstrijdige geestes gesteldheid is alleen te verklaren uit overmoed. Overmoed is het ook, die alle grenzen van een beproefde moraal doet uitwisschen en oude zedelijkheidsban den doet verbreken. Het kind moet zijn geestelijken groei overslaan en in zijn weten volwassen zijri, voordat het tot lichamelijke rijpheid gekomen is. Schaamtegevoel, »oor de natuur inge prent en door tientallen eeuwen heen aangewezen als een beschutting tegen dierlijke uitspattingen, wordt in onze verlichte eeuw als achterlijkheid en be nepenheid op zij gezet: de mensch moet zich durven toonen zooals hij gescha pen is. Overmoed en het daaruit voort vloeiende gebrek aan verantwoordelijk heidsgevoel ondergraven ook het econo mische leven. De georganiseerde arbeid wordt niet ingesteld op het bewijzen van diensten aan de gemeenschap tegen redelijke vergoeding, maar is een middel geworden in de handen van geldmagna ten voor wilde speculatie. Reusachtige fabrieken worden gebouwd, industrieën gesticht, handelsondernemingen opge richt met het enkele doel om fabelach tige winsten te maken in zoo kort mo- gelyken tijd. Of de wereld duurzame behoefte heeft aan het geproduceerde artikel; of de productie in het belang der volkshuishouding niet geleidelijker moest geschieden, zijn geen overwegin gen die meetellen. Slechts deze bereke ning geeft den doorslag; zal de reclame in staat zijn den kooplust eenigen tijd te prikkelen? Zal het belegde kapitaal in enkele jaren eenige malen worden terug verdiend? Dat is voldoende om de grofste speculatie te wagen en duizen den arbeiders tijdelijk tegen hooge loo- nen te lokken om ze na enkele jaren voor een gesloten fabriekspoort weer broodeloos heen te zenden. Dat is de overmoed en het gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel van den op zichzelf vertrouwenden mensch. Van daar de chaos in onze samenleving. Als vanzelf komt ons hierbij het woord van den apostel Jacobus op de lippen: Gij, wie zijt gij, dat gij rechtspreekt over uwen naaste? Zie, nu zegt gij: „van daag of morgen zullen wij naar deze stad gaan, een jaar zullen we daar blij ven, handel drijven en winst maken"; gij, die niet weet of er een morgen zijn zal! Want wat is uw leven? Een nevel is het, die een korte poos zichtbaar is en dan weer verdwijnt. Neen, ge moest zeg gen; „Als de Heer wil en wij leven, wil len wij dit of dat doen." Nu echter praalt gij in uw overmoed. Al dergelijke pralerij is goddeloos! Als 't God belieft, was de spreuk die den christenen in oude tijden als op de lippen bestorven lag. Deo volente, als God het wil, was het altijd weer terugkeerende begin van alle staatsstukken; koningen en ministers waren gewoon op den grondslag daar van hun plannen te ontvouwen; als God het wil, stond boven de akten van notarissen; stond gebeiteld in den eer sten steen waarmee een nieuw bouw werk begonnen werd. Zeg niet, dat der gelijke woorden, die een vaste formule worden, door den sleur alle beteekenis missen. Dit toch sprak daaruit zeker, dat in de algemeene volksovertuiging nog diep het besef leefde, dat de mensch uit zichzelf niets vermag en dat aan Gods zegen alles gelegen Is. 'AARIME bAimk bare waarde voor ons levensgeluk. Wie bij zijn ondernemingen alleen op eigen kracht en inzicht bouwt, zal tot spijt, vertwijfeling, tot woede en wanhoop vervallen, wanneer zijn pogen mislukt. Hoeveel zelfmoordenaars, hoeveel krankzinnigen moeten hun lot niet aan het falen van een met groote energie opgezette, maar ten slotte toch mislukte zaak, wijten? Wie echter steeds zich bewust is van eigen zwakheid en bij alles vertrouwt op Gods hulp, die zal bij onvermijdbare tegenslagen de troos tende gedachte hebben; God wilde het anders en zoo zal het goed zijn! Zijn smart zal zijn van korten duur en niet vergald worden door bitterheid en mok kende opstandigheid tegen het lot, dat hem trof. Als 't God belieft....! Des avonds steeg boven de Engelsche zuidkust het machtigste wonder van vliegkunst om hoog, dat ooit door menschenhanden werd gemaakt. „Over twee weken ben ik terug," zei de luchtvaartminister. Na enkele uren was hij met zijn gezelschap bedolven onder de puinen van het ont zaglijke luchtgevaarte. „Zie toe, gij, die nu zegt: heden of morgen zal ik naar deze stad gaan; gij, die niet weet, of er een morgen zijn zal." Heeft dit vergaan van de R. 101 niets te zeggen tot den overmoedigen, moder nen mensch? HOMO SAPIENS. Rake woorden van Dr. W. J. A. de Leeuw In het „Haagsch Maandblad" treffen wij van de hand van Dr. W. J. A. de Leeuw een artikel aan. dat gewijd is aan „de gevaren van onze slappe paedagogiek." Dr. De Leeuw zegt hierin zulke rake en behartigenswaardige dingen, dat wij niet aan de verleiding kunnen weerstaan, er eenige passages aan te ontleenen: Wij hebben ons er langzamerhand aan gewend, dat absolute blagen bij, en over ouderen een toon aanslaan, dien men vroe ger eenvoudig ondenkbaar zou geacht heb ben. Men legt zich daar over het algemeen bij neer met de verzuchting, dat het tegen woordig nu eenmaal zoo is. Onze jongste generatie geeft echter in het geheel niet den indruk van zoo'n model ras menschen te zijn. In weerwil van het feit, dat er ook op dit speciale terrein ont zaglijk veel wordt gediscussieerd en men volumineuze deelen heeft volgeschreven, waar misschien met pagina's had kunnen worden volstaan. Zou het geen tijd worden dat wij elkan der eens, al is het" slechts tien jaren, voor gaan houden dat men jonge menschen rechtvaardig, doch met straffe hand behoort te leiden? Wat deze jongere generatie van vroegere onderscheidt is, dat zij over het algemeen genomen respectloos is. Dat zij sterk de neiging in zich heeft niet meer opstandig te zijn, maar voor de oudere generatie een voudig de schouders op te trekken, terwijl men vroeger bij alle heftige opstandigheid toch innerlijk zeer goed wist, dat de oude ren nu eenmaal aan de andere zijde van den muur stonden. Wat is in onzen tijd het ongewone en nieuwe in de verhouding van oudere tot jon gere generatie? De Oceaanvlucht der Canadeesche avia- teurs Boyd en Conner is geslaagd. De beide piloten zijn met hun toestel „Columbia" op het eiland Tresco (Scilly eilanden) geland. Nader wordt gemeld: Het vliegtuig Columbia" is geheel intact. Heden zullen de beide Canadeesche piloten den tocht naar Londen voortzetten. De „Co lumbia" is ongeveer 240 K.M. zuidelijk afge dreven en kwam aldus boven Tresco waar het wegens gebrek aan brandstof een noodlan ding moest maken. In dit opzicht heeft de twintigste eeuw iets nieuws uitgedacht! Iets waarvan het ori- gineele karakter niet ontkend kan woraen. Terwijl alle tijdperken, alle rassen en alle volkeren het opgroeiende individu voorge schreven hebben te zwijgen tot het als lid der samenleving werd aangenomen, ls onze moderne tijd er in geslaagd de halfvolwas- senen aan het woord te laten komen. Wel niet officieel, maar dan toch officieus, zoo dat 't jeugdige-aanstaande-lid-der-maat schappij zijn inzichten ten beste geeft, waar en wanneer zulks hem goed dunkt. Er zijn tegenwoordig talloozen, die deze onuitgeba lanceerde meeningsuitingen op welwillende wijze aanhooren, en slechts weinigen onder de ouderen zien den jongeling verstomd aan en vragen hem waar hij de zelfverzekerd heid vandaan haalt om zoo critisch de oude ren in jaren tegemoet te treden. Sommigen zullen het jongmenseh tactvol, met een tikje humor, antwoorden, en de welwillend terechtgewezene zal zich dan te rugtrekken omdat de oudere hem ditmaal te slim af is geweest, maar in elk meenlngs- verschil met ouderen zal hij toch een soort intellectueel duel gaan zien. En zoo heeft men dus een paedagogische fout gemaakt, want in het jonge individu is het onderbe wuste sentiment gelegd, dat men met de maatschappij kan discussieeren en, als men maar vernuftig genoeg is. het winnen ook! Men heeft zich na den grooten oorlog zoo gaarne wijs gemaakt, dat het leven anders zou worden Men heeft zich in breede krin gen in slaap gewiegd met een illusie, die voorloopig althans niet bereikbaar is. Wat de oorlog vernielde zal niet herbouwd wor den door theoretische idealen, maar door een generatie, die de realiteit vlak in de oogen durft te zien. Een sterke, levenskrach tige generatie wordt alleen gevormd, wan neer wij het opgroeiende geslacht leiden met billijkheid en rechtvaardigheid, maar voor alles met vaste hand! Vrije, zelfstandige menschen wil de moder ne paedagogiek kweeken. Die zelfstandigheid behoeven wij waarlijk niet aan te wakkeren, zfj is al rijkelijk groot. Heeft de geschiedenis bewezen, dat men de beste leiders kweekt uit hen, die nooit ge leerd hebben onder leiding te staan? Groeien de werkelijke heerschers op uit hen, die zich nooit aan de heerschappij van anderen heb ben onderworpen? En wat zou de samenle ving moeten doen met deze generatie van leiders? Ze zullen toch immers voor min stens vijf en negentig procent in den tred molen moeten meeloopen later! Dit klinkt misschien hard, maar 't is toch de nuchtere werkelijkheid! En daarom moeten wij in de eerste plaats de maatschappij beschermen tegen een groot quantum weerbarstige individuen, die met tijdig geleerd hebben zich aan te passen en daarnaast den enkeling beschermen tegen zichzelf, opdat hij zich niet later verbitterd zal gevoelen, doordat de maatschappij hem een allesbehalve leidende functie verschaft! Het opgroeiehde geslacht heeft een ty pisch tekort aan respect voor het oudere waarvan ten slotte de oorzaak bij het oudere zélf ligt. Allen toch. die onder een of ander gezag staan, verwachten in hun diepste in nerlijk, dat zij regeerders boven zich zul len hebben en geen tactvolle onderhande laars. Dat het oudere geslacht twijfelt aan eigen volkomenheid ten opzichte van net jongere, is een bewijs van philosophische gezindheid, maar tevens van mindere ge schiktheid tot leiden en beheerschen. In dit verband mag ook de bedenkelijke invloed genoemd worden, die van de alge meene en openbare behandeling van paeda gogische vraagstukken uitgaat. De jeugd wéét, dat zij het onderwerp van gesprek uitmaakt, zij wéét dat de publieke opinie de school controleert en critiseert. Acht men dit juist? Weet men dan niet dat de puber teitsjaren op zich zelf al meebrengen dat de jeugd zeer critisch tegenover de school staat? En dat men dit waarlijk langs dien weg niet nog eens behoeft té gaan aanwak keren? De moderne beginselen van tact, toege vendheid, welwillendheid, overreding, heb ben zonder twijfel waarde, indien men ze exceptioneel toepast. Laat men toch eens gaan inzien, dat wij ionge menschen op de plaats moeten terug zetten, waar zij behooren, laten wij den af stand wederom vergrooten en alleen een enkele maal hen tegemoet treden. Laten wij toezien, dat de na ons komen den rijp zullen zijn om onze taak van ons over te nemen, en laten wij bereid zijn te erkennen, dat onze riinerp jeugd een be langrijk tekort aanwijst! Wij, de op dit mo ment leidende generatie, hebben als aller eerste taak bii de nü opgroeienden het auto riteitsgeloof te herstellen. En wel onverwijld. Want een voortwoekeren van dit tekort kan uitloopen op ondermijning van staat en maatschappij. Wij Nederlanders in het bijzonder, die een wereldrijk te besturen hebben, waarmee wij dermate zijn samengegroeid, dat ons vows- bestaan er grootendeels verankerd ligt, wij die door een plotselinge catastrophe in net Oosten eenvoudig politiek geruïneerd zouaen zijn en tot de beteekenis van een staat als Denemarken zouden afzakken, wij moeten vóór alles een ras van daadkrachtige man nen en vrouwen hebben. Dat zuHen wij krijgen, niet door vooropgezette en bewuste kweeking van ideaal-menschen, maar door onze jonge menschen op te voeden met rechtvaardige doch straffe hand. Naar wij vernemen blijkt uit nader dooi de regeering ingewonnen inlichtingen, dat de reden van het uitblijven van vergunning van de Turksche Regeering ten behoeve van de Indië-vluchten moet worden toegeschre ven aan het volgende: - De beslissing omtrent luchtvaartaangele genheden, zoowel burgerlijke als militaire, berust in Turkije geheel in handen van den Chef van den Generalen Staf. 'In verband met bestaande plannen tot inrichting van een nationale organisatie voor de luchtrou- ten, worden vooralsnog alle verzoeken voor geregeld transito-verkeer geweigerd, omdat de kwestie ten aanzien van de buitenland- sche verbindingen nog niet is ontwikkeld. Wanneer hierin verandering zal komen is niet te voorspellen. De Nederlandsche ver tegenwoordiger in Turkije blijft diligent om in dezen voor de ontwikkeling voor de ver binding Neder lan dNeder landzch -Indië zeer ongewenschten toestand verandering te brengen en tot een behoorlijke regeling te geraken. Intusschen worden stappen ge daan om de eerstvolgende vluchten nog over Griekenland en Egypte te leiden. Zooals uit een vorige msdedeeling aan de pers blijkt, werd deze houding van de Turksche Regee- ring geenszins verwacht, te minder dat het hier een verbinding geldt tusschen twee gebiedsdeelen van het Rijk der Nederlan den, welke verbinding geenszins behoeft te geraken aan de belangen van Turkije. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal volgende week Maandag, Dinsdag en Don- Een eindeloos défilé langs de baren De rouwdienst in St. Paul's Cathedral Aan de 48 in de Westminster Hall opge baarde lijkkisten, bevattende het stoffelijk overschot van hen, die bij de ramp van het luchtschip R. 101 om het leven zijn geko men, trok gisteren van den vroegen ochtend tot den laten avond een geweldige menschen-, menigte voorbij. De kisten zijn met een sciiat van fraaie bloemen bedekt. Aan den ingang van de hall zijn twee vlaggen, de Union Jack en-de, vlag van de Royal Airforce, aan gebracht. De officieele rouwplechtigheid had te 13 uur gistermiddag plaats in tegenwoor digheid van verscheidene duizenden perso nen. Alle autoriteiten waren door delegaties vertegenwoordigd. De dienst in St. Pauls Cathedral werd door den Prins van Wales en den Hertog van York, als vertegenwoordigers van den Ko ning, en alle leden der regeering bijgewoond. Ook de Minister-Presidenten der Dominions, de Ministers van Luchtvaart van Italië en Frankrijk en vertegenwoordigers van tal van mogendheden, waren verschenen. Een comité is opgericht om den bouw van een pier te Zandvoort te bevorderen. Hevige vechtpartij op een bruiloft te Tub- bergen. Boyd's vlucht over den Oceaan geslaagd. Vergadering van het Kon. Ned. Landbouw- Comité. Een wetsontwerp tot invoering van een maalgebod is spoedig te verwachten. De Rijkswaterstaat zal zelf een kweekerij gaan stichten. Reden van het uitblijven van vergunning van Turkije voor de Indiëvluchten. Hoog water in verschillende streken van ons land. De revolutie in Brazilië Verdere uit breiding- een proclamatie van den presi dent. Hindenburg te Aken. Donderdagavond heeft te Albergen, on der de gemeente Tubbergen een hevige vechtpartij plaats gehad op de Bruiloft van den landbouwer K. aldaar. Drie gebroeders G. hebben een zekeren van der A. met mes steken zoo ernstig toegetakeld dat hij alvo rens medische hulp kon worden verleend reeds etn zwaar bloedverlies geleden had. Hij verkeerde in zeer ernstigen toestand. De bruidegom is door de bruiloftsgasten een gat in het hoofd geslagen. Ook een tiental bruiloftsgasten werden min of meer ernstig verwond. In den laten avond heeft de burge meester van Tubbergen met een drietal po litieagenten zich naar de ruziemakende feestgangers begeven en onmiddellijk een onderzoek ingesteld. Twee van de Gebr. G. zijn gearresteerd. Veertig getuigen werden gehoord. Barometerstand 9 uur v.m.: 7.64, stilstand. OPTICIENS FABRIKANTEN Groote Houtstraat 166 Haarlem LICHT OP: De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 5.42 en overmorgen om 5.39 uur. vanaf f 9.50 Koninginneweg 6 - Tel. 14024 Gistermorgen is de leidekker H., die bezig was het dak van de Oude Hervormde Kerk te Noordwijkerhout te voorzien van nieuwe leien, naar beneden gestort. In zeer zorg- wekkenden toestand werd hij per ziekenauto naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden vervoerd. De man was afkomstig uit Den Haag. De „vliegende Hollander", zoo wordt Piet van Kempen in het buitenland genoemd, heeft reeds drie contracten geteekend voor zün deelneming aan Zesdaagsche Wielerwed strijden. Kij rijdt ditmaal niet met den Duitscher Buschenhagen. Te Keulen is zijn koppelgenoot zijn broer Jan van Kempen, te Dortmund is zijn partner Gobel en te Frankfort rijdt het met Schön. Mr. Simon de Jong gaat heen als voorzitter. Van welingelichte zijde vernemen wij, dat de 1ste voorzitter van den Nederlandschen Dambond, Mr. Simon de Jong. op de eerst volgende jaarvergadering van den bond (Mei 1931) zijn functie ter beschikking zal stellen. De reden van z'n bedanken is gelegen in 't feit dat zijn zeer drukke praktijk hem niet voldoende tijd overlaat de zaken van den Nederl. Dambond naar behooren te be hartigen. De Nederl. Dambond zal in Mr. de Jong een zeer bekwaam leider verliezen, wiens plaats moeilijk te vervangen zal 41n. Van verschillende onzer abonné's ontvingen wij het verzoek om (evenals wij dit reeds enkele malen hebben gedaan) ook thans in het najaar de abonné's in de gelegenheid te stellen in onze courant een vraag- en aanbodadvertentie te plaat sen tegen verlaagd tarief, omdat men door de wisse ling van seizoen allicht iets te annonceeren heeft. Wij zijn niet ongenegen om den abonné's nog eens een keer de gelegenheid te bie den voor een uiterst lagen prijs een vraag- en aanbod annonce te plaatsen en deelen hierbij dan ook mede, dat wij de gelegen heid hebben opengesteld om gedurende de maand October een te plaatsen van hoogstens 4 regels tegen betaling van slechts elke regel meer 7 lA cent. Deze aanbieding geldt al leen voor de vaste abon né's en wij verwijzen daar voor naar den bon, welken wij heden op één der adver tentie-pagina's hebben af gedrukt. Bij gebruikmaking van deze speciale gelegenheid is het noodzakelijk, dat de bon bij de advertentie wordt ge voegd en eveneens het ver schuldigde bedrag. Wij vestigen er echter spe ciaal de aandacht op, dat deze aanbieding eindigt op 31 October 1930. DE DIRECTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 1