f 750.- 250.- f125.- 150.- f40. IS ONS ONDERWIJS DUUR? Tekort aan öeld DINSDAG 14 OCTOBER 1931 VAN „ONKIESCH" GESPROKEN! bureaux nassaulaan 49 nummer bestaat uit drie bladen I i DRIE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17589 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA NET ONGEVAL waarde der schoolgebouwen, -terreinen, - meubelen, enz. voor Lager Onderwijs het t®n. ten) de Een oneerlijke bediende Meer dan een ton verduisterd HET PETlTIOmEMEIST Propaganda voor „Onze Vaan" Tegengevallen Woonwagen door een tram versplinterd Eén doode en een gewonde De Graaf Zeppelin komt boven ons land Roode demonstratie volgens Oosteririiksch recept Maalgebod De aardbeving in Italië Flinke vorderingen bij den weder opbouw van de verwoeste gebieden Onze Romeinsche corresp. schrijft: Voornaamste cM'ieuws J. J. WEBER ZOON J. J. WEBER ZOON Telegrafisch Weerbesichi .Nationalistische Militie' Mr. Sikkel terecht l Telefoon No. 13866 (drie Ulnen) Postrekening 'No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per "wartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 by vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIEN 35 ct. p. pegel VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. I4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct., bü vooruitbeê. Bü contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGES» tusschen den tekst 60 ct. per rtgef. abonné 6 op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden t1 QfiOfl Levenslange gi a ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringenI ÜUUU»" verlies van bei geheele ongeschiktheid tot werken door beide armen, beide beenen of beide oogen hij een ongeval met doodelijken afloop bij verlies van een hand. een voet of een oog bij verlies van een dujm of wijsvinger bij een breuk van been of arm bij verlies van 'n anderen vinger. Wanneer wij ons zetten tot beant- Oording van de vraag, of ons onder- Üs duur is, moeten wij wel goed onder leiden. Wij hebben in 't bijzonder het Lager Merwijs op het oog, en dit Lager On- er\vjjs wordt gedeeltelijk betaald door Rijk, gedeeltelijk door de gemeen- Over 't algemeen kan men zeggen, dat Rijk de salarissen en gedeeltelijk de Shsioenen van het onderwijzend perso- eel. zoowel voor openbaar als bijzonder Jkierwijs, vergoedt, en dat de gemeen - Q opdraaien voor heel de rest: annuï- ®'isbetalingen der destijds „geschatte hooigebouwen, nieuwbouw en verbou- .8 van schoolgebouwen, „exploitatie'' het Lager Onderwijs en betaling V/UUVATV1JO Gij er boventallige leerkrachten. Wij maken dit onderscheid, om de zuiver te stellen en om later te .Witien nagaan, waar het onderwijs te «Uür j. is (bij het Rijk of bij de gemeen- en waar dus indien mogelijk Srootere of kleinere bezuiniging op "Qderwijs tot een feit zal moeten wor den, ^en Nederlandschen belastingbetaler ad de kwestie in zóóverre koud laten, hij, te zamen met al zijn lotgenoo- de totale onderwijskosten moet op- fehgen, om 't even of het Rijk de gel- daartoe van hem afvordert, óf da: geschiedt door de gemeenten, t Is echter een groot verschil, of men °°nt in een gemeente, waar de gemeer.- rAad of (en) de schoolbesturen zuinig w op het onderwijs, óf meenen van hoogen boom te mogen plukken, nu eenmaal de Lager Onderwijswet gelegenheid biedt tot groote royali- zoowel voor nieuwbouw en verbou- Wg van schoolgebouwen, als voor ex citatie. ^h daarom is *t juist van zoo groot jChg, dat er meer uniformiteit komt de toepassing en uitvoering der La- Onderwijswet, -door gemeenten en Coibesturen. ^aar déarover later. *s ons onderwijs en in 't bijzonder 5 Lager onderwijs duur? ë1 een vorig artikel hebben wij reeds j^degedeeld, dat men niet over de be ëdigde statistische gegevens beschikt zich een oordeel te vormen over de jëe. waarop een eventueel-noodige jWiniging zou moeten geschieden. ëe centrale in Den Haag, vanwaar de bezuiniging zal moeten uitgaan, b.v. niet, hoeveel scholen er sinds de Pacificatie ver-bouwd of nieuw-ge- werden weet niet, hoeveel da' ediaal tot op heden gekost heeft niet, hoe het tot op heden staat -6 haar finantieele verhouding tot ie v Weenten ten aanzien van salarissen- voedingen, enz. .Toch kunnen wij ons omtrent de kos- k van ons onderwijs wel eenig denk- ëJh vormen. ë'1 het is een allereerst deskundige Eh". Philip J. Idenburg de chet de onderwijs-afdeeling van het Craal Bureau voor de Statistiek, die In het „Haagsch Maandblad" van Ptenjber daartoe de behulpzame biedt. heeft allereerst zich afgevraagd: at 18 de (lagere) school economisch 6nlÜk waard? Welk kapitaal steekt 5*°? Wat zijn de kosten van haar ^oitatie?" hij schrijft: btëahneer wij voor ons land een antwoord Vy 6ze vragen trachten te vinden, denken «ejj0tls in de positie van den eigenaar van *ti fabriek, die zijn bezit gaat verkoopen ty,e waarde daarvan tracht vast te stellen. taxeeren dus de waarde der school- t)e>Wen en terreinen. Statie wordt ons, wat het algemeen lager onderwijs betreft, gemakkelijk Uggët- Immers de regelingen, welke de ^t,. ,°Oderwijswet 1920 heeft getroffen met st^eVing tot de bijdragen, welke de be neem her bijzondere scholen uit de ge- kC ift i s ^nieten voor de gebouwen en Klë'chting daarvan, stellen ons als on- Ckei gevolg in staat om een taxatie te J1 van de waarde der bijzondere scho- fcéa haar inventarissen. regelingen betreffen a) de ge- "ej. welke op 1 Januari 1921 eigendom aBesturen waren en b) den schoolbouw genoemden datum. SiM^hrijf deze regelingen met een enkel gevetl eh vermeld dan tegelijkertijd de ge- het '.Welke wij daaraan danken. Ni Q eSinsel der flnancieele gelijkstelling jW Benbaar en bijzonder onderwijs bracht ëvretë mede, dat de kosten van de ge- 'Chtij, her bijzondere scholen en hare tn- ëbbae zouden worden gedragen door de jjjet tare kassen. Deze regeling kon echter i vot.eer worden toegepast op de scholen, k 8ehrr de inwerkingtreding der wet reeds aQhWen uilc of in aanbouw waren. Deze ge- «°0t dn Waren vaak met gi-oote opofferingen voorstanders van het bijzonder on- ri(v. 8esticht en niet zelden rustten daar- flSetoL zware lasten. Daarom werd in de <j 1 oe herwijswet 1920 (art. 205) bepaald. hi]z^etneenten jaarlijks aan de besturen ^ÏOMj^here scholen een bepaalde rente- ^^8 zouden betalen, berekend over de getaxeerde waarde van de terreinen, ge bouwen en scboolmeubelen, welke op 1 Jan 1921 eigendom der schoolbesturen waren. Deze vergoeding wordt betaald zoolang en voorzoover de schoolgebouwen voor hun be stemming worden gebruikt. Als gevolg van deze wetsbepaling zijn in 1921 nagenoeg alle schoolgebouwen, welke bij het bijzonder onderwijs in gebruik waren, geschat. Wij weten niet hoeveel het totaal van al die schattingen heeft bedragen. Evenmin weten wij welk gedeelte van de toen getaxeerde schoolgebouwen thans nog bij het bijzonder onderwijs in gebruik is Maar wij kunnen het gezochte bedrag toch vrij nauwkeurig benaderen doordat wij we ten. welke som de gemeenten thans jaarlijks krachtens art. 205 der Lageronderwijswet aan de schoolbesturen uitbetalen en wijl tevens het rente-percentage van de vergoe ding bekend is. Het bedrag der totale ver goeding beloopt thans ongeveer 6 millioen, het rentepercentage kan op 6 pet. worden gesteld. Een eenvoudige berekening leert ons. dat de totale waarde van de gebouwen dor bijzondere scholen, die op 1 Januari 1921 eigendom der besturen waren en thans nog in gebruik zijn, derhalve op 100 millioen is geschat. Wij zijn met deze berekening evenwel nog niet geheel gereed. Op 1 Januari 1921 leef de men in een duren tijd, ook wat de bouw prijzen betreft. Wanneer men de schoolge bouwen toen geschat had naar de waarde op dien datum, zouden de taxaties abnor maal hoog zijn uitgevallen, in elk gevaï hooger dan ten tijde, waarop de scholen waren gebouwd. Daarom werd bepaald, dat als grondslag voor de schatting zou worden genomen, de waarde op 1 Juli 1914 of. in dien de school later was geopend, de waar de op den dag der opening. Sedert 1 Juli 1914 zijn echter al weer lo jaren verloopen. Wij wenschen de waarde dezer gebouwen in 1930 te weten. Daarvoor moeten wij in de eerste plaats rekening houden met een afschrijving op de gebouwen wegens slijtage en veroudering. Wij steller, deze op 2 pet. per jaar, een percentage, lat ook de wet noemt in een bepaling (art. 205, 9e lid). Voorts moeten wij echter in aan merking nemen dat de bouwkosten sedert 1 Juli 1914 zeker met 100 pet. zijn gestegen. Houden wij met beide factoren rekening dan stijgt het gevonden bedrag van ƒ100 millioen tot 136 millioen gulden. Dit geldt dus de oudere gebouwen van het bijzonder onderwijs. Sedert 1 Januari 1921 zijn evenwel op kos ten der gemeenten tal van nieuwe gebouwen gesticht. Statistische gegevens over het totale bedrag, dat gedurende de werking van de Lageronderwijswet 1920 aan de bijzondere scholen voor schoolbouw is uitgekeerd, ont breken, maar er is weer een weg om het vrij nauwkeurig te berekenen. Wanneer het bestuur van een bijzondere school geld ont vangt voor de stichting, uitbreiding, ver bouwing of verandering van inrichting van een school, voor aanschaffing van nieuwe schoolmeubelen of leer- en hulpmiddelen, moet het 15 pet. van de kosten daarvan als waarborgsom in de gemeentekas storten. Over deze waarborgsom betaalt de gemeende een bepaalde rentevergoeding, welke varieert naar het jaar, waarin zij werd gestort. Het totaal, dat de gemeenten jaarlijks als rente vergoeding over gestorte waarborgsommen uitbetalen, bedraagt ongeveer 750.000. Stellen wij nu het rentepercentage dezer vergoeding op gemiddeld 5 pet., dan kunnen wij berekenen, dat het totaal der waarborg sommen 15 millioen bedraagt en derhalve het totale aan de bijzondere scholen uitge keerde kapitaal 100/15 van dit bedrag d. i. 100 millioen gulden. Zoo komen wij tot de verrassende uit komst, dat alle gebouwen alleen nog slechts van het bijzonder lager onderwijs, oude en nieuwe samen, in totaal 236 millioen waard zijn. Voor het openbaar lager onderwijs zijn overeenkomstige becijferingen niet mogelijk. Nu de financieele gelijkstelling 16 jaar heeft gewerkt, mag men echter aannemen, dat ae huisvesting en inrichting van openbaar en bijzonder onderwijs op gelijk peil zijn geko men. De waarde der gebouwen en inventaris sen voor openbare scholen in gebruik, zal per leerling die van de bijzondere scholen niet veel ontloopen. Volgens de laatste, offi- cieuse, gegevens verhoudt zich het aantal leerlingen van het bijzonder- tot dat van het openbaar onderwijs als 3 2. Het gevon den bedrag van 236 millioen correspon deert dus met 3/5 van de totale schooi- ruimte, bij het lager onderwijs in gebruik. Ik bereken derhalve de waarde van alle lagere scholen met de inventarissen op ruim 390 millioen." Het was een lang citaat maar kor ter mochten wij 't niet geven, wilden wij aan de begrijpelijkheid niet te kort doen. En over andere gegevens om te be rekenen, welk kapitaal voor schoolge bouwen en -terreinen in ons Lager Onderwijs gestoken geacht kunnen wor den, beschikken wij nu eenmaal niet. Dank zij het fatale feit, dat de Regee ring verzuimde, een behoorlijke sta tistiek van een en ander te doen samen stellen, hoewel haar zulks heel gemak kelijk geweest zou zijn: zij had de betreffende staten van haar Rijksinspecteurs maar even behoe ven op te vragen! Sedert eenigen tijd is een employé van de Rott. Melkinrichting in het Huis van Bewa ring te Rotterdam opgesloten, verdacht van verduisteringen ten nadeele van de R. M. I. en van de Ver. Zuivelbereiders. welke beide ondernemingen in hetzelfde kantoorgebouw zijn gevestigd. Het verduisterde bedrag moet meer dan l 100.000 bedragen. Heden is door de S. D. A. P. en het N. V. V., evenals op 16 October 1923, den voorzitter van de Tweede Kamer een petitionnement aangeboden. Volgens de berichten in „Het Volk" komen er ruim anderhalf millioen handteekeningen op voor. Om de waarde van het thans aan de Kamer gezonden petitionnement te kunnen nagaan, willen we het eens vergelijken met dat van 1923. Daartoe kunnen we niet beter doen dan er het meest zuivere socialistische oordeel over weer te geven. De heer Hugenholz, als eerste spreker op dien dag bij de aan de orde gestelde Vlootwet, ving zijn rede aan met een uiteenzetting over de tot stand koming van het petitionnement en de waarde daarvan. Begonnen is, zoo zei hij, met een groote demonstratie op 23 September te Amsterdam, waar 80.000 mannen en vrouwen uit alle deelen van het land bijeen gekomen waren om hun protest tegen de vlootwet te doen hooren. Daar op is gevolgd een schier eindelooze reeks van openbare en van besloten vergade ringen, waarin moties zijn aangenomen om de Kamer te verzoeken, deze vloot wet niet te aanvaarden. Daaronder is niet de minst belangrijke de vergadering van den R.K. Kieskring in Den Haag, waar een dergelijke motie met overwel digende meerderheid is aangenomen. En op dat alles is de kroon gezet door het petitionnement, dat zooeven aan u is overhandigd, namens 1.130.000 meerder jarige mannen en vrouwen uit Neder land, van alle politieke en godsdienstige richtingen, waarbij tal van onderteeke- ningen voorzien zijn van de letters R.K. (om aan te duiden, dat zij afkomstig zijn van Roomsch-Katholieken) of van de letters A.R. (om aan te duiden, dat zij afkomstig zijn van anti-revolution- nairen). Ik zal mij niet begeven in spe culatieve beschouwingen omtrent het aantal handteekeningen, dat onder dat petitionnement zou hebben gestaan, in dien niet twee belemmerende factoren aanwezig waren geweest voor een nog grooter aantal. Eenerzij ds heeft men dit geweldig werk moeten verrichten zonder eenige voorafgaande voorbereiding, in een tijd van slechts 2 weken, zoodat men lang niet allen heeft kunnen berei ken. Zonder gevaar van tegenspreken meende de afgevaardigde te mogen con- stateeren, dat achter dit leger van 1.130.000 mannen en vrouwen nog een ander leger zich bevond, dat evenzeer tegen deze vlootwet was, maar om de een of andere reden geen gelegenheid had gehad zich uit te spreken. Wie deze beoordeeling over het peti tionnement van 1923 aandachtig leest, zal toegeven, dat het resultaat van de laatste petitionnements-actie teleurstel lend mag genoemd worden ten spijt van de anderhalf millioen handteekeningen. Er is geen R.K. kieskring waar een mo tie tegen het vlootplan of de suppletoire begrooting is aangenomen. In 1923 mochten slechts teekenen meerderjarige mannen en vfouwen en in 1930 alle jon gens en meisjes van 18 jaar af. Dit heeft zeker een paar honderd duizend hand teekeningen meer opgeleverd. In 1923 was er twee weken voor ge werkt, zonder eenige voorafgaande voorbereiding en in 1930 is er meer dan 4 weken gezwoegd, nadat alles te voren georganiseerd was op een wijze, welke den grootsten tegenstander respect moest afdwingen. In 1923 ging het tegen de vlootwet en thans zijn, dat weet iedereen, een groot aantal handteekeningen verkregen na beslist onjuiste voorlichting en onder vragen of men voor of tegen den oorlog is. Een niet te ontkennen feit is het in alle geval, dat er nu geen handteekenin gen meer te verkrijgen zijn. Het ander half millioen is huis aan huis opge haald. In 1923 beweerde de heer Hugenholz, dat achter het millioen, dat geteekend had, nog een leger stond, dat in die 14 dagen geen gelegenheid had gehad om te teekenen. Volgens zijn inzicht zou het petitionnement van 1923 zeker de mee ning van het dubbele aantal ondertee kenaars hebben weergegeven. Hiervan is thans geen sprake. Achter het ander half millioen staat geen leger m<jer, want praktisch gesproken heeft thans elke man en elke vrouw gelegenheid ge had zich uit te spreken. Van het sociaal-democratisch stand punt, door den heer Hugenholz in 1923 ingenomen, het thans verkregen resul taat bekijkend, zal men moeten toege ven, dat er voor het vreugde-geroep, dat uit de roode pers opklinkt, geen reden bestaat. Vergelijking met 1923 toont aan, dat, ten spijt van het grootere aan tal, er eerder sprake is van teruggang dan vra winst. De allervoornaamste vraag blijft in middels, of aan een dergelijk pe titionnement hetzij het dan in 1923, hetzij het in 1930 gehouden werd wel éénige waarde toegekend mag wor den.... In het pas verschenen zesde nummer van „Onze Vaan", orgaan van de R.K. Volks partij, lezen wij, onder het hoofd „Propa ganda door Orgaan en Huisbezoek", o.m. net volgende: „Van no. 4 hebben wij aan al onze abonne's, in plaats van één, twee exemplaren van ons blad doen toezenden, met de bedoeling, dat het tweede exemplaar zou worden gebruikt voor de propaganda onder familieleden, vrienden en bekenden, collega's en mede arbeiders. Wij verzochten nadrukkelijk, om dit tweede ex. te doen vergezeld gaan van een hartig woordje of een opwekkend briefje, wij koesterden de hoop. op deze manier in korten tijd onze oplaag te kunnen verdub belen. Het resultaat van dit toch zoo gemakkelijk propagandamiddel is ons tegengevallen. Het zij met teleurstelling eerlijk erkend. Er zijn onder onze leden, lezers geweest, die met prijzenswaardigen ijver en met succes zijn werkzaam geweest. Wü kregen abonne's en dus aanrakingspunten voor verdere actie in plaatsen van ons land, waar wü tot nog toe niet waren doorgedrongen. Van de' overgroote meerderheid merkten wij van nuttig effect van onze poging niets." Wij voor ons achten dit een zeer gelukkig verschijnsel. Er blijkt uit, dat de Katholieke arbeiders zich niet laten misleiden, doch hun belangen, terecht, veilig weten bij de R.K. Staatspartij. Gisteravond is de woonwagen van Van Koozen uit. Enschede, nabij de vesting Doesburg door een goederentram aangere den en totaal versplinterd. Een jongetje van vier jaar werd terstond gedood. De drie andere inzittenden kwamen nage noeg met den schrik vrij. De conducteur Hissink uit Terborg be kwam verschillende verwondingen. Omtrent de oorzaak vernemen wü, dat ter plaatse de weg is opgebroken, waardoor de wagen in het mulle zand te dicht bü de 1 tramlijn is vastgereden, met het vermeld, noodlottig gevolg. De Kamer van Koophandel, zorgzaam als steeds, Heeft aan den Minister geschreven Om ons nog een bankbiljet, dat ons ontbreekt, En wel van vijf gulden, te geven, 't Is waar, dat ontbreekt me, maar over de vraag Kük ik toch een tikje verwonderd, Want mü en misschien velen anderen ook, Ontbreken biljetten van honderd! Bescheidenlijk merkt ook de Kamer nog op. Dat onze rijksdaalder te gróót is, Een meening, waartegen ik luid protesteer. Omdat zü van waarheid ontbloot is. Rijksdaalders toch vliegen je zóó uit de hand, Een Wetenschap, die niet slechts mün is. Maar iedere huisvrouw beweert, en terecht. Dat élke rijksdaalder te klein is! De Kamer behandelt te veel theorie En is mü te weinig opbruisend. Want mij, als mün vrouwtje tenminste niet jok;, Ontbreken biljetten van duizend! MARTIN BERDEN. „Het Volk" bevat een kort verhaal van een begrafenis, welke Zaterdagmid dag plaats had op het katholieke kerk hof te Nuth; waarbij het stoffelijk over schot van de echtgenoote van den voor zitter der S. D. A. P.-afdeeling ter plaat se, tevens secretaris van de afdeeling Nuth van den Ned. Mijnwerkersbond. ter aarde besteld werd. Blijkens dit verslag hebben de socia listen deze gelegenheid willen aangrij pen om in katholieke omgeving rood te demonstreeren. In het verslag je lezen wij: „De lükdienst werd gehouden in de R.K. kerk. Onder de kransen en bloemen, die de kist bedekten, was er een van de par- tij-afdeeling. Alhoewel de opschriften zoo sober mo gelijk waren gehouden, bleek uit de hou ding van den pastoor, dat deze kransen hem niet welgevallig waren. In de kerk bleef het echter hierbü. Aan het graf voerde Rappagne, namens den Nederlandsehen Münwerkersbond het woord. Toen hij in zijn rede de woorden gebruikte „namens den Nederlandschen Mijnwerkersbond" werd hem door den aanwezigen kapelaan een „halt" toegeroe pen. Deze zeide verder tegen Rappagne, dat hü die woorden niet op gewüden grond mocht gebruiken en zijn redevoe ring maar op straat moest voortzetten. Alsof een ernstig vergrüp had plaats gevonden, gaf ook de rijksveldwachter van zijn aanwezigheid blijk, door Rappagne te sommeeren, de begraafplaats te verla ten." Het wil ons voorkomen, dat de ker kelijke autoriteiten zich bij deze gele genheid al zéér lankmoedig getoond hebben. Wellicht uit eerbied voor de overle dene, die katholiek afgestorven zijn de intusschen wel weinig eerbiedig en weinig kiesch bejegend werd door deze roode propaganda rondom haar lijk. Kransen en bloemen en opschriften van socialisten-als-zoodanig behooren in een kerk en bij een katholieke be grafenis niet thuis en waar het katholiek gebruik is, dat op den dooden- akker zelfs door den katholiek niet het woord gevoerd wordt, daar kan zeker een roode lijkrede met katholiek-vijan dige en rood-demonstratieve bedoelin gen niet geduld worden. 't Zijn intusschen wél brutale metho-. den, welke de socialisten hier te lande in navolging van wat er onder rooden druk hier en daar in Oostenrijk gebeurt blijkbaar trachten in te voerenroode demonstratie in de kerk en op het kerk hof. In ons land zijn de geestelijken cn de .katholieke leken echter niet zoo geïntimideerd als in Oostenrijk, en hier te lande zullen de katholieken dan ook wel de macht en de kracht blijken te bezitten, dergelijke vertooningen voor goed te verhinderen. Op 18 October Het internationaal Passage- en Reisbureau Laagland, Van Hengel en Co., deelt als agent der H.^l.P.A.G., afd. Luftfalirt, mede, dat toch een -tocht met het luchtschip Graf Zeppelin over Nederland zal worden onder nomen, evenwel zonder tusschenlanding. Het programma luidt als volgt: 18 Oct. Friedrichshafen-Nederland-Mannheim, af vaart 17 October 24 uur te Friedrichshafen, 19 Oct. landing te Mannheim ca. 13 a 14 uur. Mannheim-Friedrichshafen, afvaart ca. 14.30 uur, landing te Friedrichshafen ca. 16 uur. Besprekingen te Den Haag Gistermiddag is in de Laraissezaal te Den Haag onder voorzitterschap van Minister Ruys de Beerenbrouck een vergadering ge houden met organisaties van belanghebben den bij een eventueel maalgebod ten aan zien van binnenlandsche tarwe. 12 organisa ties waren vertegenwoordigd. Door belanghebbenden werden bezwaren geopperd tegen en vragen gesteld met be trekking tot de toepassing van een maalge bod, zulks aan de hand van een door de re geering verstrekte nota. Namens de zes organisaties van bakkers patroons werd aan belanghebbenden voor gesteld alsnog een poging te doen om langs den weg van het particulier initiatief te be werkstelligen hetgeen men zich voorstelt, dat de regeering met een maalgebod wil be reiken. Zooals te züner tijd bericht werd, heeft de Italiaansche regeering dadelijk na de laatste catastrofale aardbeving den. op bouw van het verwoeste gebied krachtig ter hand genomen. Betreffende de resul taten daarvan ontleenen we de volgende gegevens aan een officieel rapport van het Ministerie van Openbare Werken.: Het aantal arbeiders bij de herstellings werken bedroeg gemiddeld 18.500, met schommelingen tusschen de 16 en de 20 duizend. Momenteel zijn het er 17.090, waarvan 13.374 voor rekening van den staat. De muilezeldrüvers, karrevoerders en los sers, welke den aanvoer van materialen verzorgen, vallen niet onder deze cüfers. De gereed gekomen nieuwe huizen bie den plaats voor 760 gezinnen en zün voor het grootste gedeelte reeds bewoond. De bouw van asismische huizen dat zijn huizen, welke een krachtige aardbeving kunnen weerstaan en bij verwoesting geen gevaar opleveren voor de bewoners, vor dert snel. Glas- en waterdicht zün er 119; tot aan het dak voltooid 168, gedeelte lik opgemetseld 206, met voltooide fun deering 125; begonnen is met 45; 26 zullen dezer dagen begonnen worden. Opgemerkt zij, dat al deze huizen zijn berekend voor vier gezinnen. Door den staat worden 1098 beschadigde huizen hersteld, terwijl aan 418 andere nog gewerkt wordt. Particulieren herstel den er 380 en werken nog aan het herstel van 849 andere. Het aantal aanvragen am schadeloos stelling bedraagt 17.554. Tot heden ver leende de genie over 5034 gevallen advies, waarvan het ministerie er 4941 goedkeur de. De totale onkosten dezer goed ge keurde schadeloosstellingen bedraagt ruim 31 millioen, waarvan de staat 12% millioen voor zijn rekening neemt. Men is gereed gekomen met bet span nen van draadbanen, wat den aanvoer van materiaal en een snellen voortgang der werken zeer ten goede zal komen. Tot nu toe moest alles per lastdier de ber gen worden ingedragen. Waar hier en daar dorpen en buurt schappen wegens een al te gevaarlüke ligging zün verplaatst, heeft men nieuwe waterleidingen aangelegd. Men is tevens begonnen met. het maken van wegen om deze dorpen en buurtschappen met de grootere verkeersaderen te verbinden, Door een aanvaring van een der ebdenren is de groote scheepvaart op het kanaal Gent- Terneuzen gestremd. De Schouwburgconunissie te Amsterdam heeft op alle particuliere sehouwburgplanner afwijzend geadviseerd. Zij ging mee met het denkbeeld tot stichting van een tweedei. Stadsschouwburg. Het 40-jarig priesterfeest van Mgr. P. Hopmans. Het drama in de Faber vin Riemsdijk- straat te Den Haag. Groote verduistering te Rotterdam. Vergadering van het Bestuur der R. K Staatspartij. De twee in Scheveningen ontsnapte ge vangenen zijn aangehouden. De Zniderzeevisschers in den Haag bijeen Leiden's burgemeester naar den Haag? Besprekingen met den minister van Bin nenlandsche Zaken over een maalgebod. De opening van den Duitschen Rijksda' Relletjes te Berlijn. Stormachtige tooneelei Het Isère-dal door een wervelstorm geteis terd. Groote schade. De strijd in China heeft 500.000 doode gekost. Barometerstand 9 uur v.m.: 769 vooruit. OPTICIENS FABRIKANTEN LICHT OP. De lantaarns moeten morgei worden opgestoken om 5.35 uur. Hoogste barometerstand 772.0 te Müncher Laagste barometerstand 743.6 te Vestma noeur. Verwachting: Matige tot krachtigen, Zuic oostelüke tot Zuidwestelijken wind, zwai. bewolkt met tüdelijke opklaring, waarschün lijk regen, aanvankelijk zachter. Minister Deckers niets bekend Op de vragen van het Tweede Kamerlid den heer Mendels betreffende de oprichtin: van een „Nationalistische Militie" door he' Verbond van Nationalisten, heeft de Minis ter van Defensie geantwoord, te hebbei kennis genomen van een in de vraag be doeld verslag, voorkomende in „De Nieuw: Vaderlander" van 6 September j.l. en vai de in dat blad genoemde kosten van aan schaffing der uniformen, enz. der „Nationa listische Militie". Overigens is hem omtrent de oprichtin: van genoemde militie, of omtrent haar ai richting door beroeps- en reserve-pgrsonee. der Nederlandsche landmacht niets bekend Wettigheid en geoorloofdheid dezer „Na tionalistische Militie" kan de Minister der halve nog niet beoordeelen en evenmin kaï er sprake zün van zijn instemming met, o toestemming tot het optreden van personee der Nederlandsche landmacht bij de africh ting. Bü het bestegen van den Sibajak verdwaal:. De „Sumatrapost" verneemt uit Brastagi dat mr. Sikkel, de voorzitter van den Land raad te Medan, die met zün gezin te Bras tagi vertoeft en Donderdag j.l. spoorloos verdween, op den Sibajak door zes Batakkers werd aangetroffen. Twee Batakkers hielden de wacht en de overigen keerden naar Tongko terug, waar de controleur van Kabandja werd gewaarschuwd. De contro leur,. een dokter en de militairen begaven zich des avonds om 9 uur naar den Sibajak. waar de heer Sikkel in zwakken toestand werd aangetroffen. Hij vertelde verdwaald te zün geraakt, waarop hü drie dagen heeft rondgezworven. Nader wordt gemeld, dat de heer Sikkel verklaarde Donderdagochtend plotseling lust te hebben gekregen den Sibajak te be- stügen. Hij verdwaalde in -het ravijn en heeft daar gedurende drie dagen pogingen gedaan om den top te bereiken, waarin hü Zondag slaagde. Bij het doorwaden van een bergstroom waren zün kousen en schnenen verloren gegaan. Toen de Batakkers hem ontdekten, hebben zü getracht den heer Sikkel in hun kains naar Tongko te pikol- len. v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1930 | | pagina 1