f 750.-
250.-
f125.-
150.-
f40.
IS ONS ONDERWIJS DUUR?
Tekort aan öeld
DINSDAG 14 OCTOBER 1931
VAN „ONKIESCH"
GESPROKEN!
bureaux nassaulaan 49
nummer bestaat uit drie bladen
I i
DRIE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17589
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA NET ONGEVAL
waarde der schoolgebouwen, -terreinen, - meubelen, enz.
voor Lager Onderwijs
het
t®n.
ten)
de
Een oneerlijke bediende
Meer dan een ton verduisterd
HET PETlTIOmEMEIST
Propaganda voor
„Onze Vaan"
Tegengevallen
Woonwagen door een tram
versplinterd
Eén doode en een gewonde
De Graaf Zeppelin komt boven ons
land
Roode demonstratie volgens
Oosteririiksch recept
Maalgebod
De aardbeving in Italië
Flinke vorderingen bij den weder
opbouw van de verwoeste gebieden
Onze Romeinsche corresp. schrijft:
Voornaamste cM'ieuws
J. J. WEBER ZOON
J. J. WEBER ZOON
Telegrafisch Weerbesichi
.Nationalistische Militie'
Mr. Sikkel terecht
l
Telefoon No. 13866 (drie Ulnen)
Postrekening 'No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
"wartaal 3.25; per post, per kwartaal
3.58 by vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ADVERTENTIEN 35 ct. p. pegel
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES. I4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct., bü vooruitbeê.
Bü contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGES»
tusschen den tekst 60 ct. per rtgef.
abonné 6 op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden t1 QfiOfl Levenslange gi
a ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringenI ÜUUU»" verlies van bei
geheele ongeschiktheid tot werken door
beide armen, beide beenen of beide oogen
hij een ongeval met
doodelijken afloop
bij verlies van een hand.
een voet of een oog
bij verlies van een
dujm of wijsvinger
bij een breuk van
been of arm
bij verlies van 'n
anderen vinger.
Wanneer wij ons zetten tot beant-
Oording van de vraag, of ons onder-
Üs duur is, moeten wij wel goed onder
leiden.
Wij hebben in 't bijzonder het Lager
Merwijs op het oog, en dit Lager On-
er\vjjs wordt gedeeltelijk betaald door
Rijk, gedeeltelijk door de gemeen-
Over 't algemeen kan men zeggen, dat
Rijk de salarissen en gedeeltelijk de
Shsioenen van het onderwijzend perso-
eel. zoowel voor openbaar als bijzonder
Jkierwijs, vergoedt, en dat de gemeen -
Q opdraaien voor heel de rest: annuï-
®'isbetalingen der destijds „geschatte
hooigebouwen, nieuwbouw en verbou-
.8 van schoolgebouwen, „exploitatie''
het Lager Onderwijs en betaling
V/UUVATV1JO Gij
er boventallige leerkrachten.
Wij maken dit onderscheid, om de
zuiver te stellen en om later te
.Witien nagaan, waar het onderwijs te
«Uür j.
is (bij het Rijk of bij de gemeen-
en waar dus indien mogelijk
Srootere of kleinere bezuiniging op
"Qderwijs tot een feit zal moeten wor
den,
^en Nederlandschen belastingbetaler
ad de kwestie in zóóverre koud laten,
hij, te zamen met al zijn lotgenoo-
de totale onderwijskosten moet op-
fehgen, om 't even of het Rijk de gel-
daartoe van hem afvordert, óf da:
geschiedt door de gemeenten,
t Is echter een groot verschil, of men
°°nt in een gemeente, waar de gemeer.-
rAad of (en) de schoolbesturen zuinig
w op het onderwijs, óf meenen van
hoogen boom te mogen plukken, nu
eenmaal de Lager Onderwijswet
gelegenheid biedt tot groote royali-
zoowel voor nieuwbouw en verbou-
Wg van schoolgebouwen, als voor ex
citatie.
^h daarom is *t juist van zoo groot
jChg, dat er meer uniformiteit komt
de toepassing en uitvoering der La-
Onderwijswet, -door gemeenten en
Coibesturen.
^aar déarover later.
*s ons onderwijs en in 't bijzonder
5 Lager onderwijs duur?
ë1 een vorig artikel hebben wij reeds
j^degedeeld, dat men niet over de be
ëdigde statistische gegevens beschikt
zich een oordeel te vormen over de
jëe. waarop een eventueel-noodige
jWiniging zou moeten geschieden.
ëe centrale in Den Haag, vanwaar
de bezuiniging zal moeten uitgaan,
b.v. niet, hoeveel scholen er sinds
de
Pacificatie ver-bouwd of nieuw-ge-
werden weet niet, hoeveel da'
ediaal tot op heden gekost heeft
niet, hoe het tot op heden staat
-6 haar finantieele verhouding tot ie
v Weenten ten aanzien van salarissen-
voedingen, enz.
.Toch kunnen wij ons omtrent de kos-
k van ons onderwijs wel eenig denk-
ëJh vormen.
ë'1 het is een allereerst deskundige
Eh". Philip J. Idenburg de chet
de onderwijs-afdeeling van het
Craal Bureau voor de Statistiek, die
In het „Haagsch Maandblad" van
Ptenjber daartoe de behulpzame
biedt.
heeft allereerst zich afgevraagd:
at 18 de (lagere) school economisch
6nlÜk waard? Welk kapitaal steekt
5*°? Wat zijn de kosten van haar
^oitatie?"
hij schrijft:
btëahneer wij voor ons land een antwoord
Vy 6ze vragen trachten te vinden, denken
«ejj0tls in de positie van den eigenaar van
*ti fabriek, die zijn bezit gaat verkoopen
ty,e waarde daarvan tracht vast te stellen.
taxeeren dus de waarde der school-
t)e>Wen en terreinen.
Statie wordt ons, wat het algemeen
lager onderwijs betreft, gemakkelijk
Uggët- Immers de regelingen, welke de
^t,. ,°Oderwijswet 1920 heeft getroffen met
st^eVing tot de bijdragen, welke de be
neem her bijzondere scholen uit de ge-
kC ift i s ^nieten voor de gebouwen en
Klë'chting daarvan, stellen ons als on-
Ckei gevolg in staat om een taxatie te
J1 van de waarde der bijzondere scho-
fcéa haar inventarissen.
regelingen betreffen a) de ge-
"ej. welke op 1 Januari 1921 eigendom
aBesturen waren en b) den schoolbouw
genoemden datum.
SiM^hrijf deze regelingen met een enkel
gevetl eh vermeld dan tegelijkertijd de ge-
het '.Welke wij daaraan danken.
Ni Q eSinsel der flnancieele gelijkstelling
jW Benbaar en bijzonder onderwijs bracht
ëvretë mede, dat de kosten van de ge-
'Chtij, her bijzondere scholen en hare tn-
ëbbae zouden worden gedragen door de
jjjet tare kassen. Deze regeling kon echter
i vot.eer worden toegepast op de scholen,
k 8ehrr de inwerkingtreding der wet reeds
aQhWen uilc of in aanbouw waren. Deze ge-
«°0t dn Waren vaak met gi-oote opofferingen
voorstanders van het bijzonder on-
ri(v. 8esticht en niet zelden rustten daar-
flSetoL zware lasten. Daarom werd in de
<j 1 oe herwijswet 1920 (art. 205) bepaald.
hi]z^etneenten jaarlijks aan de besturen
^ÏOMj^here scholen een bepaalde rente-
^^8 zouden betalen, berekend over
de getaxeerde waarde van de terreinen, ge
bouwen en scboolmeubelen, welke op 1 Jan
1921 eigendom der schoolbesturen waren.
Deze vergoeding wordt betaald zoolang en
voorzoover de schoolgebouwen voor hun be
stemming worden gebruikt.
Als gevolg van deze wetsbepaling zijn in
1921 nagenoeg alle schoolgebouwen, welke
bij het bijzonder onderwijs in gebruik waren,
geschat. Wij weten niet hoeveel het totaal
van al die schattingen heeft bedragen.
Evenmin weten wij welk gedeelte van de
toen getaxeerde schoolgebouwen thans nog
bij het bijzonder onderwijs in gebruik is
Maar wij kunnen het gezochte bedrag toch
vrij nauwkeurig benaderen doordat wij we
ten. welke som de gemeenten thans jaarlijks
krachtens art. 205 der Lageronderwijswet
aan de schoolbesturen uitbetalen en wijl
tevens het rente-percentage van de vergoe
ding bekend is. Het bedrag der totale ver
goeding beloopt thans ongeveer 6 millioen,
het rentepercentage kan op 6 pet. worden
gesteld. Een eenvoudige berekening leert ons.
dat de totale waarde van de gebouwen dor
bijzondere scholen, die op 1 Januari 1921
eigendom der besturen waren en thans nog
in gebruik zijn, derhalve op 100 millioen
is geschat.
Wij zijn met deze berekening evenwel nog
niet geheel gereed. Op 1 Januari 1921 leef
de men in een duren tijd, ook wat de bouw
prijzen betreft. Wanneer men de schoolge
bouwen toen geschat had naar de waarde
op dien datum, zouden de taxaties abnor
maal hoog zijn uitgevallen, in elk gevaï
hooger dan ten tijde, waarop de scholen
waren gebouwd. Daarom werd bepaald, dat
als grondslag voor de schatting zou worden
genomen, de waarde op 1 Juli 1914 of. in
dien de school later was geopend, de waar
de op den dag der opening.
Sedert 1 Juli 1914 zijn echter al weer lo
jaren verloopen. Wij wenschen de waarde
dezer gebouwen in 1930 te weten. Daarvoor
moeten wij in de eerste plaats rekening
houden met een afschrijving op de gebouwen
wegens slijtage en veroudering. Wij steller,
deze op 2 pet. per jaar, een percentage, lat
ook de wet noemt in een bepaling (art. 205,
9e lid). Voorts moeten wij echter in aan
merking nemen dat de bouwkosten sedert
1 Juli 1914 zeker met 100 pet. zijn gestegen.
Houden wij met beide factoren rekening dan
stijgt het gevonden bedrag van ƒ100 millioen
tot 136 millioen gulden.
Dit geldt dus de oudere gebouwen van het
bijzonder onderwijs.
Sedert 1 Januari 1921 zijn evenwel op kos
ten der gemeenten tal van nieuwe gebouwen
gesticht. Statistische gegevens over het
totale bedrag, dat gedurende de werking van
de Lageronderwijswet 1920 aan de bijzondere
scholen voor schoolbouw is uitgekeerd, ont
breken, maar er is weer een weg om het
vrij nauwkeurig te berekenen. Wanneer het
bestuur van een bijzondere school geld ont
vangt voor de stichting, uitbreiding, ver
bouwing of verandering van inrichting van
een school, voor aanschaffing van nieuwe
schoolmeubelen of leer- en hulpmiddelen,
moet het 15 pet. van de kosten daarvan als
waarborgsom in de gemeentekas storten.
Over deze waarborgsom betaalt de gemeende
een bepaalde rentevergoeding, welke varieert
naar het jaar, waarin zij werd gestort. Het
totaal, dat de gemeenten jaarlijks als rente
vergoeding over gestorte waarborgsommen
uitbetalen, bedraagt ongeveer 750.000.
Stellen wij nu het rentepercentage dezer
vergoeding op gemiddeld 5 pet., dan kunnen
wij berekenen, dat het totaal der waarborg
sommen 15 millioen bedraagt en derhalve
het totale aan de bijzondere scholen uitge
keerde kapitaal 100/15 van dit bedrag d. i.
100 millioen gulden.
Zoo komen wij tot de verrassende uit
komst, dat alle gebouwen alleen nog slechts
van het bijzonder lager onderwijs, oude en
nieuwe samen, in totaal 236 millioen
waard zijn.
Voor het openbaar lager onderwijs zijn
overeenkomstige becijferingen niet mogelijk.
Nu de financieele gelijkstelling 16 jaar heeft
gewerkt, mag men echter aannemen, dat ae
huisvesting en inrichting van openbaar en
bijzonder onderwijs op gelijk peil zijn geko
men. De waarde der gebouwen en inventaris
sen voor openbare scholen in gebruik, zal
per leerling die van de bijzondere scholen
niet veel ontloopen. Volgens de laatste, offi-
cieuse, gegevens verhoudt zich het aantal
leerlingen van het bijzonder- tot dat van
het openbaar onderwijs als 3 2. Het gevon
den bedrag van 236 millioen correspon
deert dus met 3/5 van de totale schooi-
ruimte, bij het lager onderwijs in gebruik.
Ik bereken derhalve de waarde van alle
lagere scholen met de inventarissen op ruim
390 millioen."
Het was een lang citaat maar kor
ter mochten wij 't niet geven, wilden
wij aan de begrijpelijkheid niet te kort
doen.
En over andere gegevens om te be
rekenen, welk kapitaal voor schoolge
bouwen en -terreinen in ons Lager
Onderwijs gestoken geacht kunnen wor
den, beschikken wij nu eenmaal niet.
Dank zij het fatale feit, dat de Regee
ring verzuimde, een behoorlijke sta
tistiek van een en ander te doen samen
stellen, hoewel haar zulks heel gemak
kelijk geweest zou zijn:
zij had de betreffende staten van
haar Rijksinspecteurs maar even behoe
ven op te vragen!
Sedert eenigen tijd is een employé van de
Rott. Melkinrichting in het Huis van Bewa
ring te Rotterdam opgesloten, verdacht van
verduisteringen ten nadeele van de R. M. I.
en van de Ver. Zuivelbereiders. welke beide
ondernemingen in hetzelfde kantoorgebouw
zijn gevestigd. Het verduisterde bedrag moet
meer dan l 100.000 bedragen.
Heden is door de S. D. A. P. en het
N. V. V., evenals op 16 October 1923, den
voorzitter van de Tweede Kamer een
petitionnement aangeboden. Volgens de
berichten in „Het Volk" komen er ruim
anderhalf millioen handteekeningen op
voor. Om de waarde van het thans aan
de Kamer gezonden petitionnement te
kunnen nagaan, willen we het eens
vergelijken met dat van 1923. Daartoe
kunnen we niet beter doen dan er het
meest zuivere socialistische oordeel over
weer te geven. De heer Hugenholz, als
eerste spreker op dien dag bij de aan
de orde gestelde Vlootwet, ving zijn rede
aan met een uiteenzetting over de tot
stand koming van het petitionnement en
de waarde daarvan.
Begonnen is, zoo zei hij, met een
groote demonstratie op 23 September te
Amsterdam, waar 80.000 mannen en
vrouwen uit alle deelen van het land
bijeen gekomen waren om hun protest
tegen de vlootwet te doen hooren. Daar
op is gevolgd een schier eindelooze reeks
van openbare en van besloten vergade
ringen, waarin moties zijn aangenomen
om de Kamer te verzoeken, deze vloot
wet niet te aanvaarden. Daaronder is
niet de minst belangrijke de vergadering
van den R.K. Kieskring in Den Haag,
waar een dergelijke motie met overwel
digende meerderheid is aangenomen. En
op dat alles is de kroon gezet door het
petitionnement, dat zooeven aan u is
overhandigd, namens 1.130.000 meerder
jarige mannen en vrouwen uit Neder
land, van alle politieke en godsdienstige
richtingen, waarbij tal van onderteeke-
ningen voorzien zijn van de letters R.K.
(om aan te duiden, dat zij afkomstig
zijn van Roomsch-Katholieken) of van
de letters A.R. (om aan te duiden, dat
zij afkomstig zijn van anti-revolution-
nairen). Ik zal mij niet begeven in spe
culatieve beschouwingen omtrent het
aantal handteekeningen, dat onder dat
petitionnement zou hebben gestaan, in
dien niet twee belemmerende factoren
aanwezig waren geweest voor een nog
grooter aantal. Eenerzij ds heeft men dit
geweldig werk moeten verrichten zonder
eenige voorafgaande voorbereiding, in
een tijd van slechts 2 weken, zoodat
men lang niet allen heeft kunnen berei
ken.
Zonder gevaar van tegenspreken
meende de afgevaardigde te mogen con-
stateeren, dat achter dit leger van
1.130.000 mannen en vrouwen nog een
ander leger zich bevond, dat evenzeer
tegen deze vlootwet was, maar om de
een of andere reden geen gelegenheid
had gehad zich uit te spreken.
Wie deze beoordeeling over het peti
tionnement van 1923 aandachtig leest,
zal toegeven, dat het resultaat van de
laatste petitionnements-actie teleurstel
lend mag genoemd worden ten spijt van
de anderhalf millioen handteekeningen.
Er is geen R.K. kieskring waar een mo
tie tegen het vlootplan of de suppletoire
begrooting is aangenomen. In 1923
mochten slechts teekenen meerderjarige
mannen en vfouwen en in 1930 alle jon
gens en meisjes van 18 jaar af. Dit heeft
zeker een paar honderd duizend hand
teekeningen meer opgeleverd.
In 1923 was er twee weken voor ge
werkt, zonder eenige voorafgaande
voorbereiding en in 1930 is er meer dan
4 weken gezwoegd, nadat alles te voren
georganiseerd was op een wijze, welke
den grootsten tegenstander respect
moest afdwingen.
In 1923 ging het tegen de vlootwet en
thans zijn, dat weet iedereen, een groot
aantal handteekeningen verkregen na
beslist onjuiste voorlichting en onder
vragen of men voor of tegen den oorlog
is. Een niet te ontkennen feit is het in
alle geval, dat er nu geen handteekenin
gen meer te verkrijgen zijn. Het ander
half millioen is huis aan huis opge
haald.
In 1923 beweerde de heer Hugenholz,
dat achter het millioen, dat geteekend
had, nog een leger stond, dat in die 14
dagen geen gelegenheid had gehad om
te teekenen. Volgens zijn inzicht zou het
petitionnement van 1923 zeker de mee
ning van het dubbele aantal ondertee
kenaars hebben weergegeven. Hiervan
is thans geen sprake. Achter het ander
half millioen staat geen leger m<jer,
want praktisch gesproken heeft thans
elke man en elke vrouw gelegenheid ge
had zich uit te spreken.
Van het sociaal-democratisch stand
punt, door den heer Hugenholz in 1923
ingenomen, het thans verkregen resul
taat bekijkend, zal men moeten toege
ven, dat er voor het vreugde-geroep,
dat uit de roode pers opklinkt, geen reden
bestaat. Vergelijking met 1923 toont
aan, dat, ten spijt van het grootere aan
tal, er eerder sprake is van teruggang
dan vra winst.
De allervoornaamste vraag blijft in
middels, of aan een dergelijk pe
titionnement hetzij het dan in 1923,
hetzij het in 1930 gehouden werd wel
éénige waarde toegekend mag wor
den....
In het pas verschenen zesde nummer van
„Onze Vaan", orgaan van de R.K. Volks
partij, lezen wij, onder het hoofd „Propa
ganda door Orgaan en Huisbezoek", o.m. net
volgende:
„Van no. 4 hebben wij aan al onze abonne's,
in plaats van één, twee exemplaren van ons
blad doen toezenden, met de bedoeling, dat
het tweede exemplaar zou worden gebruikt
voor de propaganda onder familieleden,
vrienden en bekenden, collega's en mede
arbeiders. Wij verzochten nadrukkelijk, om
dit tweede ex. te doen vergezeld gaan van
een hartig woordje of een opwekkend briefje,
wij koesterden de hoop. op deze manier in
korten tijd onze oplaag te kunnen verdub
belen.
Het resultaat van dit toch zoo gemakkelijk
propagandamiddel is ons tegengevallen.
Het zij met teleurstelling eerlijk erkend.
Er zijn onder onze leden, lezers geweest, die
met prijzenswaardigen ijver en met succes
zijn werkzaam geweest. Wü kregen abonne's
en dus aanrakingspunten voor verdere actie
in plaatsen van ons land, waar wü tot nog
toe niet waren doorgedrongen.
Van de' overgroote meerderheid merkten
wij van nuttig effect van onze poging niets."
Wij voor ons achten dit een zeer gelukkig
verschijnsel. Er blijkt uit, dat de Katholieke
arbeiders zich niet laten misleiden, doch hun
belangen, terecht, veilig weten bij de R.K.
Staatspartij.
Gisteravond is de woonwagen van Van
Koozen uit. Enschede, nabij de vesting
Doesburg door een goederentram aangere
den en totaal versplinterd.
Een jongetje van vier jaar werd terstond
gedood.
De drie andere inzittenden kwamen nage
noeg met den schrik vrij.
De conducteur Hissink uit Terborg be
kwam verschillende verwondingen.
Omtrent de oorzaak vernemen wü, dat ter
plaatse de weg is opgebroken, waardoor
de wagen in het mulle zand te dicht bü de
1 tramlijn is vastgereden, met het vermeld,
noodlottig gevolg.
De Kamer van Koophandel, zorgzaam
als steeds,
Heeft aan den Minister geschreven
Om ons nog een bankbiljet, dat ons
ontbreekt,
En wel van vijf gulden, te geven,
't Is waar, dat ontbreekt me, maar over
de vraag
Kük ik toch een tikje verwonderd,
Want mü en misschien velen anderen ook,
Ontbreken biljetten van honderd!
Bescheidenlijk merkt ook de Kamer
nog op.
Dat onze rijksdaalder te gróót is,
Een meening, waartegen ik luid protesteer.
Omdat zü van waarheid ontbloot is.
Rijksdaalders toch vliegen je zóó uit de
hand,
Een Wetenschap, die niet slechts mün is.
Maar iedere huisvrouw beweert, en
terecht.
Dat élke rijksdaalder te klein is!
De Kamer behandelt te veel theorie
En is mü te weinig opbruisend.
Want mij, als mün vrouwtje tenminste
niet jok;,
Ontbreken biljetten van duizend!
MARTIN BERDEN.
„Het Volk" bevat een kort verhaal
van een begrafenis, welke Zaterdagmid
dag plaats had op het katholieke kerk
hof te Nuth; waarbij het stoffelijk over
schot van de echtgenoote van den voor
zitter der S. D. A. P.-afdeeling ter plaat
se, tevens secretaris van de afdeeling
Nuth van den Ned. Mijnwerkersbond.
ter aarde besteld werd.
Blijkens dit verslag hebben de socia
listen deze gelegenheid willen aangrij
pen om in katholieke omgeving rood te
demonstreeren.
In het verslag je lezen wij:
„De lükdienst werd gehouden in de R.K.
kerk. Onder de kransen en bloemen, die
de kist bedekten, was er een van de par-
tij-afdeeling.
Alhoewel de opschriften zoo sober mo
gelijk waren gehouden, bleek uit de hou
ding van den pastoor, dat deze kransen
hem niet welgevallig waren. In de kerk
bleef het echter hierbü.
Aan het graf voerde Rappagne, namens
den Nederlandsehen Münwerkersbond het
woord. Toen hij in zijn rede de woorden
gebruikte „namens den Nederlandschen
Mijnwerkersbond" werd hem door den
aanwezigen kapelaan een „halt" toegeroe
pen. Deze zeide verder tegen Rappagne,
dat hü die woorden niet op gewüden
grond mocht gebruiken en zijn redevoe
ring maar op straat moest voortzetten.
Alsof een ernstig vergrüp had plaats
gevonden, gaf ook de rijksveldwachter van
zijn aanwezigheid blijk, door Rappagne
te sommeeren, de begraafplaats te verla
ten."
Het wil ons voorkomen, dat de ker
kelijke autoriteiten zich bij deze gele
genheid al zéér lankmoedig getoond
hebben.
Wellicht uit eerbied voor de overle
dene, die katholiek afgestorven zijn
de intusschen wel weinig eerbiedig en
weinig kiesch bejegend werd door deze
roode propaganda rondom haar lijk.
Kransen en bloemen en opschriften
van socialisten-als-zoodanig behooren
in een kerk en bij een katholieke be
grafenis niet thuis en waar het
katholiek gebruik is, dat op den dooden-
akker zelfs door den katholiek niet het
woord gevoerd wordt, daar kan zeker
een roode lijkrede met katholiek-vijan
dige en rood-demonstratieve bedoelin
gen niet geduld worden.
't Zijn intusschen wél brutale metho-.
den, welke de socialisten hier te lande
in navolging van wat er onder rooden
druk hier en daar in Oostenrijk gebeurt
blijkbaar trachten in te voerenroode
demonstratie in de kerk en op het kerk
hof.
In ons land zijn de geestelijken cn
de .katholieke leken echter niet zoo
geïntimideerd als in Oostenrijk, en hier
te lande zullen de katholieken dan ook
wel de macht en de kracht blijken te
bezitten, dergelijke vertooningen voor
goed te verhinderen.
Op 18 October
Het internationaal Passage- en Reisbureau
Laagland, Van Hengel en Co., deelt als
agent der H.^l.P.A.G., afd. Luftfalirt, mede,
dat toch een -tocht met het luchtschip Graf
Zeppelin over Nederland zal worden onder
nomen, evenwel zonder tusschenlanding.
Het programma luidt als volgt: 18 Oct.
Friedrichshafen-Nederland-Mannheim, af
vaart 17 October 24 uur te Friedrichshafen,
19 Oct. landing te Mannheim ca. 13 a 14
uur. Mannheim-Friedrichshafen, afvaart ca.
14.30 uur, landing te Friedrichshafen ca. 16
uur.
Besprekingen te Den Haag
Gistermiddag is in de Laraissezaal te Den
Haag onder voorzitterschap van Minister
Ruys de Beerenbrouck een vergadering ge
houden met organisaties van belanghebben
den bij een eventueel maalgebod ten aan
zien van binnenlandsche tarwe. 12 organisa
ties waren vertegenwoordigd.
Door belanghebbenden werden bezwaren
geopperd tegen en vragen gesteld met be
trekking tot de toepassing van een maalge
bod, zulks aan de hand van een door de re
geering verstrekte nota.
Namens de zes organisaties van bakkers
patroons werd aan belanghebbenden voor
gesteld alsnog een poging te doen om langs
den weg van het particulier initiatief te be
werkstelligen hetgeen men zich voorstelt,
dat de regeering met een maalgebod wil be
reiken.
Zooals te züner tijd bericht werd, heeft
de Italiaansche regeering dadelijk na de
laatste catastrofale aardbeving den. op
bouw van het verwoeste gebied krachtig
ter hand genomen. Betreffende de resul
taten daarvan ontleenen we de volgende
gegevens aan een officieel rapport van het
Ministerie van Openbare Werken.:
Het aantal arbeiders bij de herstellings
werken bedroeg gemiddeld 18.500, met
schommelingen tusschen de 16 en de 20
duizend. Momenteel zijn het er 17.090,
waarvan 13.374 voor rekening van den staat.
De muilezeldrüvers, karrevoerders en los
sers, welke den aanvoer van materialen
verzorgen, vallen niet onder deze cüfers.
De gereed gekomen nieuwe huizen bie
den plaats voor 760 gezinnen en zün voor
het grootste gedeelte reeds bewoond. De
bouw van asismische huizen dat zijn
huizen, welke een krachtige aardbeving
kunnen weerstaan en bij verwoesting geen
gevaar opleveren voor de bewoners, vor
dert snel. Glas- en waterdicht zün er
119; tot aan het dak voltooid 168, gedeelte
lik opgemetseld 206, met voltooide fun
deering 125; begonnen is met 45; 26 zullen
dezer dagen begonnen worden. Opgemerkt
zij, dat al deze huizen zijn berekend voor
vier gezinnen.
Door den staat worden 1098 beschadigde
huizen hersteld, terwijl aan 418 andere
nog gewerkt wordt. Particulieren herstel
den er 380 en werken nog aan het herstel
van 849 andere.
Het aantal aanvragen am schadeloos
stelling bedraagt 17.554. Tot heden ver
leende de genie over 5034 gevallen advies,
waarvan het ministerie er 4941 goedkeur
de. De totale onkosten dezer goed ge
keurde schadeloosstellingen bedraagt ruim
31 millioen, waarvan de staat 12% millioen
voor zijn rekening neemt.
Men is gereed gekomen met bet span
nen van draadbanen, wat den aanvoer
van materiaal en een snellen voortgang
der werken zeer ten goede zal komen.
Tot nu toe moest alles per lastdier de ber
gen worden ingedragen.
Waar hier en daar dorpen en buurt
schappen wegens een al te gevaarlüke
ligging zün verplaatst, heeft men nieuwe
waterleidingen aangelegd. Men is tevens
begonnen met. het maken van wegen om
deze dorpen en buurtschappen met de
grootere verkeersaderen te verbinden,
Door een aanvaring van een der ebdenren
is de groote scheepvaart op het kanaal Gent-
Terneuzen gestremd.
De Schouwburgconunissie te Amsterdam
heeft op alle particuliere sehouwburgplanner
afwijzend geadviseerd. Zij ging mee met het
denkbeeld tot stichting van een tweedei.
Stadsschouwburg.
Het 40-jarig priesterfeest van Mgr. P.
Hopmans.
Het drama in de Faber vin Riemsdijk-
straat te Den Haag.
Groote verduistering te Rotterdam.
Vergadering van het Bestuur der R. K
Staatspartij.
De twee in Scheveningen ontsnapte ge
vangenen zijn aangehouden.
De Zniderzeevisschers in den Haag bijeen
Leiden's burgemeester naar den Haag?
Besprekingen met den minister van Bin
nenlandsche Zaken over een maalgebod.
De opening van den Duitschen Rijksda'
Relletjes te Berlijn. Stormachtige tooneelei
Het Isère-dal door een wervelstorm geteis
terd. Groote schade.
De strijd in China heeft 500.000 doode
gekost.
Barometerstand 9 uur v.m.: 769 vooruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
LICHT OP. De lantaarns moeten morgei
worden opgestoken om 5.35 uur.
Hoogste barometerstand 772.0 te Müncher
Laagste barometerstand 743.6 te Vestma
noeur.
Verwachting: Matige tot krachtigen, Zuic
oostelüke tot Zuidwestelijken wind, zwai.
bewolkt met tüdelijke opklaring, waarschün
lijk regen, aanvankelijk zachter.
Minister Deckers niets bekend
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer Mendels betreffende de oprichtin:
van een „Nationalistische Militie" door he'
Verbond van Nationalisten, heeft de Minis
ter van Defensie geantwoord, te hebbei
kennis genomen van een in de vraag be
doeld verslag, voorkomende in „De Nieuw:
Vaderlander" van 6 September j.l. en vai
de in dat blad genoemde kosten van aan
schaffing der uniformen, enz. der „Nationa
listische Militie".
Overigens is hem omtrent de oprichtin:
van genoemde militie, of omtrent haar ai
richting door beroeps- en reserve-pgrsonee.
der Nederlandsche landmacht niets bekend
Wettigheid en geoorloofdheid dezer „Na
tionalistische Militie" kan de Minister der
halve nog niet beoordeelen en evenmin kaï
er sprake zün van zijn instemming met, o
toestemming tot het optreden van personee
der Nederlandsche landmacht bij de africh
ting.
Bü het bestegen van den Sibajak verdwaal:.
De „Sumatrapost" verneemt uit Brastagi
dat mr. Sikkel, de voorzitter van den Land
raad te Medan, die met zün gezin te Bras
tagi vertoeft en Donderdag j.l. spoorloos
verdween, op den Sibajak door zes Batakkers
werd aangetroffen. Twee Batakkers hielden
de wacht en de overigen keerden naar
Tongko terug, waar de controleur van
Kabandja werd gewaarschuwd. De contro
leur,. een dokter en de militairen begaven
zich des avonds om 9 uur naar den Sibajak.
waar de heer Sikkel in zwakken toestand
werd aangetroffen. Hij vertelde verdwaald
te zün geraakt, waarop hü drie dagen heeft
rondgezworven.
Nader wordt gemeld, dat de heer Sikkel
verklaarde Donderdagochtend plotseling
lust te hebben gekregen den Sibajak te be-
stügen. Hij verdwaalde in -het ravijn en
heeft daar gedurende drie dagen pogingen
gedaan om den top te bereiken, waarin hü
Zondag slaagde. Bij het doorwaden van een
bergstroom waren zün kousen en schnenen
verloren gegaan. Toen de Batakkers hem
ontdekten, hebben zü getracht den heer
Sikkel in hun kains naar Tongko te pikol-
len. v