I Chocolade visite-kaartjes PIJLTJES HET PROVINCIAAL LANDGOED VOORHEEN EN THANS TWEEDE BLAD ZATERDAG 3 JANUARI 1931 BLADZIJDE 1 Vreemdelingenbezoefc aan Castricum en wat de toekomst ten aanzien daarvan biedt GEMENGD NIEUWS Hevige brand te Amsterdam Het net in de schroef Behouden te IJtnuiden binnengebracht Aanlegsteiger pont veer te Velsen defect MEUBELEN HAARLEM, KONINGINNEWEG 15 TELEFOON 12868 Pont uit den koer*' Ongeval in een Mergelgroeve De inbraken te Zwijndrecht Hr. Ms. „Banckert" Zaandam - Het overlijden van Joseph Cessire Joffre De groote fguur uit den wereldoorlog Bandjirs Vatikaansche munten In circulatie gebracht De Maas wast SCHAKEN Het schaaktoumooi te Hastings KUNST EN KENNIS Dr. Frederik van Eeden Alleen ZIJLSTRAAT 97 FOTOHANDEL ELCK WAT WILS Trekjes No. 686 1 We hadden dezer dagen een onderhoud met den rentmeester van het Provinciaal Land goed over de bebouwing met koloniehuizen, jeugdherbergen, hotels enz. op het provin ciaal landgoed, een en ander naar aanleiding van de jongste bes"uiten van de Ctaten van Noordholland, tot het verleenen van mede werking tot den bouw van een ko'oniehuis, een jeugdherberg, hotelbouw op Johannas- hof, enz. Als resultaat daarvan kunnen we mede- deelen, dat binnenkort nog vóór het a.s. sei zoen de bedoa'de gebouwen voor 90% zeker heid zullen verrijzen. Daardoor zat aan bouw kosten voor ongeveer 300.000 op het land goed worden besteed. Dat echter niet alleen, maar bovendien zullen die inrichtingen het bezoek aan Castricum zeer zeker bevorderen. Wat er op dit gebied Q bereikt is in de laatste jaren dat Castricum als badplaats en recreatieoord bekend is geraakt, blijkt wel overduidelijk uit de volgende gegevens. Eerst in 1928 werd begonnen met de gele genheid te geven voor het kam neer en or dat landgoed, doch in 1927 was al begonnen met schoolfeesten gelegenheid te geven tot het bezoek en wandelen op hare terreinen. In 1927 dan werden afgegeven voor 153 leiders en 1559 schoolkinderen kaarten voor dat be zoek. In 1928 was dit respectievelijk 223 lei ders en 2528 kinderen; in 1929 280 leiders en 3085 kinderen en in 1930 439 'eiders en 4310 kinderen. Daarbij zijn dan in het geheel niet gerekend de schoolfeesten d*e niet or het landgoed kwamen maar wel aan Zee en dat aantal is niet bij benadering te schatten. In 1928 werd het kampeerterrein geopend en ook hier is de toename geweldig. Voorop zij nog medegedeeld dat al'een geregistreerd zijn de aantallen personen waarvoor betaald Is geworden, wat niet het geval is voor kin deren beneden 14 jaar. We krijgen dan de vol gende getal'en: Afgegeven dagkaarten voor bezoek 5 per sonen: 1927 3858; 1928 6039; 1929 6112; 1930 7598. Kampkaarten: 1928 184; 1929 670; 1930 1033 Aantal mankampdagen: 1928 6710; 1929 TO10; 1930 12230. Afgegeven 'aarkaarten bezoek landgoed* 1927 70; 1928 92; 1929 102; 1930 126. terwijl het aantal bijzondere vergunningen bedroeg resp. 1928 en volgende jaren 96, 126 en 187. Als men, zooals reeds aancehaa'd. weet dat t' aantal kinderen, dat op het kamp heeft verblijf gehouden, beneden 14 jaar n;et is medegerekend. d«n komt m»i a"pen oo het kamneer+errein bij een ruwe scha+ting tot on geveer 37000 pm-gonen. die er korteren of laneeron t,''d hehlwi verifeVen. Men kan daaruit zien. dat het aanta' vreemdeling, dat hier in den zomer verbliif- houdt, zeer sterk toeneemt en dat Castricum In de rij harer zuster bad- en o^fnannines- oorden geen slechte plaats inneemt, vooral als men daarbij bedenkt, dat het bezoek aan Castricum eerst in de laatste jaren eenige beteekenis heeft verkregen. Wat nu het kampeerterrein betreft, dit zal voor het a.s. seizoen. a."s de voorteekenen met bedriegen, aanmerkelijk worden verbeterd. Naast een behoorlijke verlichting van het kampeerterrein zal het aantal sanitaire in richtingen belangrijk worden uitgebreid en meer in overeenstemming worden gebracht met de behoefte en andere wenschen die op dit gebied bestaan of zich hebben doen ge voelen Voora/ de verlichting liikt ons zeer juist. Daardoor zullen de kampbewoners ook In de nachtelijke uren, a's weer en wind in de tenten, enz. dreigt onheil te verwekken, veel gemak en voordeel hebben. Omtrent wat het recreatieoord Castricum alleen op 't provinciaaT landgoed biedt hebben we ook enkele gegevens weten te verkrijgen en wel de volgende: In vergelijking met 1920 bedraagt het aan tal metersharde wegen in het landgoed te- genl750 meter thans 7750 meter, "tiiwio'na- den bestonden in 1920 geen en thans een lengte van 6900 meter; wandelpad ook in 1920 niets en thans 3100 meter; kweekerijen in 1920 5000 M2 en thans 30.000 M2; voor bos- schen zijn deze cijfers nog sprekender en wel teger 66 H.A. in 1920 en thans 152 H.A., re servaten bestonden in 1920 in het geheel niet en thans 240 H.A. Uit dit alles blijkt wel dat van de zijde van de provincie a.'les wordt gedaan om het na tuurschoon te bevorderen en aan te moedi gen. Ook op ander gebied wat het beheer en onderhoud van het landgoed betreft is een beduidende verandering ten goede, zouden wij het willen noemen, te constateeren en wel ten aanzien van het personeel dat in dienst van het landgoed is. In 1920 waren er 3 ambtenaren en thans 9, toen, 1920 4 man los personeel en thans 104 en aan sa'arissen werd toen uitgekeerd f 6424 en thans 34176. Wat nu de bebouwing betreft, hieromtrent vernemen we dat naast het bouwen van een hotel op de voormalige boerderij Johannas- hof zeer wel mogelijk is, dat een hotel aan zee ook spoedig zal verrijzen. Dat zal de aan- trekke'ijkheid van Castricum als vakantie oord zeer zeker bevorderen en aanmoedigen. Voorts de bouw van een vacantieoord en de bouw van een koloniehuis voor 50 jongens en 50 meisjes dat het geheele jaar zal geëx ploiteerd worden en waaraan naast een direc trice 18 vrouwelijke vrpleegsters enz. zuilen werkzaam zijn. Ook de hotelgelegenheid aan den Zeeweg op de voormalige boerderij „Het Zeeveld", zal een aantrekkelijkheid blijken te zijn. De ontwerpen van de te stichten gebouwen zul len zeer goed passen in de 'andelijke omge ving en z"ilen dus het natuurschoon niet schaden. Alle wijst erop dat Castricum een goede, laten we maar genrt zeggen, een mooie toe komst tegemoet gaat. Twee pakhuizen in lichterlaaie Gisterenavond omstreeks negen uur werd te Amsterdam brand ontdekt in het dubbele pakhuis van de firma S. Duveen, aan de Wieuwe Keizersgracht 4143. De brandweer ontmoette, toen zij op het eerste alarm aankwam, een dikken rook, die op alle verdiepingen van het dubele 5 étages hooge gebouw naar buiten drong. Hierin vond de brandmeester aanleiding om hot alarm middelbrand te laten geven, vooral ook, omdat de brand op twee plaat sen tegelijk woedde, n.l. op de eerste ver dieping van pand no. 41 en op dé 4e en 5e verdieping van pand no. 43. Het pak'iuis zat volgeladen met electriciteitsmateriaal, zooals lampen verpakt in celluloid en houtwol. Met 4 stralen tastte de brandweer het vuur aan, doch het bleek aldra dat haar kracht te kort schoot. Terwijl de rook steeds dich ter werd, trok het vuur van lieverlede door alle verdiepingen van beide huizen, die van binnen in open verbinding met elkaar staan, heen. Op de eerste verdieping van oand 41 drong de brandweer naar binnen en slaagde ei in door een gat, dat men in het plafond hakte, een straal naar de tweede verdieping te leiden, waar het vuur aanvankelijk week. Ook kon ze de groote openslaande deuren van deze verdieping openen, waardoor het mogelijk werd flink water op deze étage te geven. Intusschen echter woedde het vuur in de andere gedeelten met enorme hevigheid voort, zoodat de brandweer zich genood zaakt zag nog meer materiaal te laten aan rukken. Toen verscheen ook de nieuwe „Jan v. d. Heyden", onder leiding van hoofdbrand meester Förch, die tezamen met hoofdbrand meester Brunet de Rochebrune, de leiding op zich nam. Er werden nu slangen gelegd over twee brandladders, twee slangen werden door het huis ter linkerzijde van de brandende panden geleid en drie slangen werden naar het dak aan den rechterkant geheschen. Toen de „Jan van der Heyden" even later in de goede positie was gebracht, werd het waterkanon op het vuur gericht, dat nu met zijn capaciteit van 10.000 L. per minuut den aanval van de brandstralen kwam ver sterken. Even later arriveerde commandant Gordijn op het terrein van den brand, juist op het oogenblik, dat het vuur met een ge weldigen plof daar het dak naar bulten sloeg. Dit was het eerste vuur, dat van de straat te zien was, want de pakhuisdeuren boden op alle verdiepingen goed weerstand, zoodat het vuur niet naar buiten sloeg. Zelfs de brandende huizen waren grooten- deels onzichtbaar door de enorme rook- massa, die door alle kieren en ramen met kracht naar buiten stuwde. Aan de achter zijde, waar vele toeschouwers het mooiste gezicht hadden, had de brandweer zwaar werk. Hier ligt n.l. het Hortus-plantsoen, vanwaar men op de achterzijde van de hui zen uitzicht had. Deze worden echter van de straat gescheiden door een breeden tuin, die als' proeftuin van den Hortus botanicus dienst doet. Het duurde vrij lang vóór de brandweer erin geslaagd was door dezen tuin een slang te leggen naar een gebouwtje, dat aan de achterzijde daarvan staat. Ten slotte echter slaagde zij hierin, terwijl men tevens twee slangen, die aan de voorzijde door een aangrenzend pand waren gelegd, op het dak van dit gebouwtje kon opstel len', zoodat de brandweer ook aan de achter zijde het vuur met drie stralen insloot. Na aldus ongeveer een uur uit alle macht gewerkt te hebben, leek het of het vuur eenigszins begon te verminderen. In het pakhuis no. 43 namen het vuur en de rook eenigszins af, zoodat de brandweer nu alle kracht ging concentreeren op het aangrenzend pand. Na een kwartier laaiden plotseling de vlammen weer met felle kracht op en het scheen, dat de brand weer op nieuw begon. De beide pakhuizen waren één vuurpoel en enorme rookwolken kronkelden omhoog. Hedennacht te half 1 kwam aan de Visch- hal te IJmuiden de „Walrus Um. 28" van de Marezaten met op sleeptouw den stoom trawler, „Azinuth IJm. 195" van de Maat schappij „Neerlandia" te Zaandam. Laatst genoemd vaartuig had bij het visschen het net in de schroef gekregen en dreef op 136 mijl ten Noorden van IJmuiden hulpeloos rond. waarna het werd opgemerkt door de ..Walrus" en hedennacht behouden werd bin nengebracht. Gisterenmiddag half twee raakte een der aanlcgste gers van de kettingponten te Vel sen defect door het breken van een bout. Daar hierdoor een der greote kettingponten niet meer kon eanleggen. moest deze wor den stilgelegd. Dientengevolge ondervond het verkeer weer groote moeilijkheden, waarin eerst verbetering kwam toen eenige uren later de kleine pont in de vaart werd gebracht. Levering direct aan PARTICULIEREN MODERNE EIKEN EETKAMER, compleet' 170.— HUISKAMER AMEUBLEMENT, compleet f 90.— HUIS-, SALON-, SLAAPKAMERMEUBELEN, BEDDEN, DEKENS, enz., alles met 3 jaar schriftelijke garantie. Prima afwerking. Nederl. Meubel-industrie „NEMI", Modelkamers voor Een hachelijk oogenblik Gistermiddag ontstond in het Noordzee kanaal te Velsen b'jna een botsing tusschen een der kettingponten en de kleine pont. Beide ponten vertrokken ongeveer gelijk tijdig resp. van de Noordzijde en van de Zuidzijde van het kanaal, even nadat het groote tankstoomschip Rotterdam van de Bataafsche Petroleum Mij. was gepasseerd. De kleine pont **'erd door het schroefwater uit haar koers gedreven en voer dienten gevolge rakelings langs de kettingpont. Juist op tijd geraakten de beide vaartuigen ech ter vrij van elkanderi Arbeider door vallend gesteente getroffen Op de mergelgroeve der E.N.C.I.-fabriek te Maastricht heeft Woensdagnamiddag een ernstig ongeval plaats gehad. Toen men bezig was om van den rotswand door middel van schiet-patronen de mergel- massa te doen losspringen, stortte plotseling een aantal mergelblokken en loslatend ge steente naar beneden op de daar werkzaam zijnde arbeiders. De 29-jarige H. H. Brounts uit Maastricht, vac er van twee kinderen, was er wel het ergst aan toe en moest met ernstige verwon dingen en een gebroken been worden opge nomen in het Ziekenhuis Calvariënberg. De ongelukkige werd vervoerd door den G. G. D., evenals de arbeider H., die zeer ernstig ge troffen werd aan het rechteroog en die op genomen werd in de Oogkliniek. De daders gevat In den laatsten t'id is de gemeente Zwiin- drecht in erge mate onveilig gemaakt door een aantal personen, die herhaaldelijk inbra ken pleegden in diverse woningen en kan toorgebouwen, alsmede in enkele schoolge bouwen en in de consistoriekamer van de Gereformeerde Kerk aan den Rotterdamsche weg. In totaal werd een bedrag ontvreemd van circa 300 gulden. De inbraken gingen meestal gepaard met vernieling van deuren, terwijl lessenaars en kasten werden geforceerd. De dieven werkten gezamenlijk of op eigen houtje. De po'itie heeft inf'ssc'icn niet stil geze ten en slaagde er in hen op het spoor te ko men. Toen op Oudejaarsavond voor de tiende maal werd ingebroken, n.l. in de woning van den schilder V., werd onmiddellijk last gege- /en 1o",t - te ar- resteeren. De bende bestond uit een vijftal jongens van ongeveer 20 jaar oud. Na een streng verhoor hebben allen een volledige be kentenis afgelegd. Het reisplan Het reisplan van Hr. Ms. „Banckert" naar West-Indië, ter aflossing van Hr. Ms. „Van Galen" is als volgt samengesteld: Vertrek Willemsoord 12 Jan., aankomst Lissabon 16 Jan., vertrek aldaar 20 Jan-, aankomst Los Palmas Gran Can&ria 22 Jan., vertrek al daar 26 Jan., aankomst Trinidad 2 Febr.. vertrek aldaar 5 Febr., aankomst Curagao 7 Febr. Het ligt in het voornemen om Hr. Ms. „Banckert" na het verblijf in West-Indiè rechtstreeks naar Oost-Indië te zenden. Hcutivooten in de Voorzaan te Zaandam Onder buitenlandsch nieuws berichtten wij reeds het overlijden van maarschalk Joffre. Uit zijn veelbewogen levensgeschiedenis, het volgende: Jo:;ph Joffre werd 12 Januari 1852 te Ri- vesaltes, een klein wijnplaatsje in het Oosten van de Pyreneën, geboren. Hij was een der kinderen van de talrijke familie van een kuiper. Eerst werd hij opgevoed op her, college te Perpignan, vervolgens kwam hij op de polytechnische school, waar Frank rijk de Artillerie- en Pioniersofficieren recruteerde. Als pioniercofficier nam hij deel aan den oorlog van 1870—'71, op het laatst zelfs als luitenant en batallonscomman- dant bij de verdediging van Parijs. Later verbleef hij dikwijls in de koloniën, zoo b.v. in 1885 op Formosa, vervolgens in Tonking en ten slotte in Sudan. Toen aldaar in 1894 bij Timboektoe een Fransche afdeeling door opstandige Tuaregs belegerd werd, moeht hij als aanvoerder van een hulpexpeditie het geluk smaken zijn kameraden te redden. In het jaar 1901 was hij brigade-generaal in Madagascar en later commandant van een artillerie-brigade in Vincennes. Eindelijk in 1908 werd hij divisie-generaal van de zesde divisie te Parijs en voerde van 1908 af het tweede armee-corps te Amiens aan. In Juli 1911 werd hij chef van den generalen staf ep voor den oorlog als opperste leider ge kozen. Toen de oorlog uitbrak, ging hij eerst, zooals het plan was, tot den aanval over. Zijn operaties werden echter door den ge- masseerden uitval van den rechter vleugel der Duitschers doorkruist. Hij zag zich ge noodzaakt na de veldslagen van Augustus het Fransche veldleger terug te laten trek ken tot onder de vestingen van Parijs, waar bij hij echter al gauw weer het plan opvatte tot den aanval. Deze werd al in het begin van September, op inititatief van generaal Gallieni, op den linker vleugel begonnen Deze en de volgende operaties, bekend on der den naam Marneslag, lieten aan Joffre toe weer meer terrein tewinnen, totdat de fronten weer samengroeiden Joffre leidde dan nog de operaties van de jaren 1915 en 1916, waarbij hij tegenover de onder den invloed van generaal Gallieni staande regeering stipt het principe van vrijheid in het oppeinevel huldigde. Nadat dan echter ook de slag aan de Somme, die drie maanden duurde, geen doorslaand suc ces had gebracht, werd in begin December 1916 het opperbevel overgedragen aan gene raal Nivelle. Joffre werd tot technisch advi seur van het „Comité de guerre" benoemd en nam het voorzitterschap van den opper sten Krijgsraad der Geallieerden over. Op 26 December 1916 werd Joffre benoemd tot maarschalk van Frankrijk, als eerste gene raal sinds het bestaan der republiek. Mi litair trad Joffre gedurende den oorlog niet meer op den voorgrond. Daarentegen werd hij in het voorjaar van 1917 naar de Ver- eenigde Staten gezonden, waar hij een mi litaire conventie sloot. Op 14 Juli 1919 verscheen maarschalk Joffre bij de groote parade in Parijs voor de laatste maal aan het hoofd van zfjn troepen. Hij reisde daarna nog, in opdracht van de regeering, naar Spanje, eind 1919 en in 1920 naar Roemenië. Sindsdien leefde hü teruggetrokken in Parijs. Woensdagavond veroorzaakten rumoerige, doch gevaarlooze bandjirs van kali's in het Moentilansche een ware paniek in Moenti- lan, hetwelk half werd ontruimd door de naar Magelang vluchtende bevolking. De oorzaak, is hoofdzakelijk gelegen in een geweldige stoomvorming van de Kali Blongkeng, die met kokend water bandjirde, waardoor de brug over de Kali Blongkeng te Moentilan volkomen in wolken stoom ver dween. Na een onderzoek bleek, dat een en ander geen gevaar opleverde, terwijl ook geenerlei schade werd aangericht. In den loop van den nacht keerden de vluchtelingen terug. De Vatikaansche Stad heeft gisteren de muntwet gepubliceerd, waarbij de tusschen Italië en het Vatikaan gesloten conventie met betrekking tot de geldigheid der mun ten van beide staten van kracht wordt. Tegelijkertijd worden de munten van de volgende waarde in omloop gebracht: gou den munten van 100 lire, zilveren munten van 10 en 5 lire. nikkelen munten van 2 en 1 lire, en van 50 en 20 centesimi; koperen munten van 10 en 5 centesimi. Alle munten dragen het opschrift: „Stato della Citta del Vaticano" en den datum der uitgifte. De gouden munten toonen op de voorzijde het borstbeeld van den Paus met den bisschopsmantel met stola; de nikkelen munten dragen het pauselijk wapen. Aan de keerzijde toonen de gouden munten de beel tenis van den Christus-Koning, de zilveren munten tot en met 10 lire de beeltenis cier op den troon gezeten Moeder Gods; de vijf lire-stukken de figuur van den Heiligen Petrus. De nikkelen munten van twee lire bevatten het beeld van den Goeden Herder met het schaap op den schouder; die van één lire het beeld van O. L. Vrouwe-onbe- vlekt ontvangen. De nikkelen munten van 50 centesimi toonen het beeld van Michael, die van 20 centesimi het borstbeeld van deri Heiligen Petrus; de koperen munten van 10 centesimi eveneens het borstbeeld van den Heiligen Petrus en die van 5 centesimi een olijftak. Uit Maastricht wordt gemeld: De Maas wast sedert Zondag onrustbarend. De peilschaal wees gistermorgen 2.83 M., na 85 c.M was. In de laatste acht uur is de ri vier nog 30 c.M. gestegen. De stand is thans 3.15 M. Uit België wordt langzame was gemeld. De uiterwaarden zijn ondergeloopen. De werken aan de nieuwe brug loopen weer gevaar te worden stopgezet. Euwe slaat Tylor De uitslag van de vijfde ronde van het schaaktoumooi te Hastings, luidt als volgt: Winter slaat Kahn. Mitchell slaat Yates. Euwe slaat Tylor. Colle slaat mej. Menchik. CapablancaSir G. Thomas: remise. In de tweede afdeeling, in de vijfde ronde speelden: Baratz en Jockson remise. Norman slaat Broadbent. Alexander slaat Rtllstab. Flohr laat Noteboom. Koltanowski slaat Illingworth. Flohr leidt met i'A punt. De ruim zeventig-jarige letterkundige dr. Frederik van Eeden moet zijn bed houden Weliswaar geeft zijn toestand nog geen di recte reden tot ongerustheid, doch hij schijnt aan verval van krachten te lijden en lang zaam achteruit te gaan. De dokter heeft elk bezoek verboden. De Volkstelling en werkverruiming Wij ontvingen uit eenige omliggende gemeenten klachten over het feit, dat daar menschen als volkstellers zijn aan gesteld, die een goede betrekking heb ben, terwijl werkloozen, die het werk even goed kunnen doen, werden gepas seerd. Met name heeft het schele oogen verwekt, dat onderwijzers boven werk- looze kantoorbedienden als volkstellers werden uitgekozen. In Haarlem heeft men allereerst aan de werkloozen gedacht en dat is wel de juiste opvatting. Er zijn in onze stad 117 tellers en daarvoor zijn eerst de gehuwde kantoorbedienden in aanmerking gekomen, dan de onge huwde kantoorbedienden, dan de werk loozen die vroeger als bedrijfsleider en dergelijke betrekkingen optraden en pas in de allerlaatste plaats kwamen onder wijzers aan de beurt. Er zijn er van deze twee aangesteld en die waren momen teel ook zonder werk. Terecht is reke ning gehouden met de bijzondere tijds omstandigheden, waarin wij verkeeren. In de naburige gemeenten waar wel onderwijzers zijn aangesteld, voert men als excuus daarvoor aan de omstandig heid, dat er geen werklooze intellec- tueelen in die gemeente waren, maar de vraag is dan nog gewettigd of, bij wat onderling overleg, voor dit speciale ge val niet van intellectueelen uit een an dere gemeente gebruik had kunnen wor den gemaakt. De arbeidsbeurs strekt immers haar terrein over een grooter oppervlakte uit dan de grenzen van Haarlem omvatten. In ons stukje over de „Werkloozen- demonstraties" veronderstelden wij gis teren, dat het raadslid Peper niet ac- coord gaat met de wijze, waarop door sommige elementen wordt opgetreden. Uit een vraaggesprek, dat de redactie van Haarlems Dagblad met den heer Peper had, blijkt evenwel, dat hij er mede instemt. Wij hebben ons dus ver gist en deelen dat volledigheidshalve hier mede. PLAVIC-ROLFILM m. 3 opnamen f 0.35 M. H. BEEKELAAR Aan den heer M. H, Beekelaar is met ingang van 1 Januari op zijn verzoek eervol ontslag verleend als hoofd van de R. K. jongensschool aan de Hobbestraat te Beverwijk. De heer Beekelaar, die ruim 42 jaar bij R. K. Bijzonder Onderwijs is werk zaam geweest, trad 'n 1902 als hoofd van bovengenoemde school in functie. Zijn vele en belangrijke diensten, aan het bijzonder onderwijs bewezen vonden waardeering in de onderscheiding „Pro Ecclesia et Pontifice", hem door Z. H. den Paus verleend. De heer Beekelaar is thans benoemd tot administrateur van de R. K. school te Beverwijk en Wijk aan Duin. Het nieuwe ou de Weer ging er een :aar.... 't Is er nauw'(ijks geweest; 't Was 'n schim, Die maar even kwam loeren Die ons zei „Mensch gedenk, Dat ook ik er weer was Om „het zaakje" Te helpep volvoeren." 't Was 'n stapzonder meer, Van die iacht naar geluk, 'n Seconde der Klok aller tijden....' Geen geleerdheid of macht Kan de greep van den tijd Bij zijn rust'loozen Uren-gang mijden. En iedereen heeft Op zijn eigen manier Deze toegift Van 't .even versleten.... En vee van wat plaats had In 't flitsende jaar Is door ons weer Voor altijd vergeten. We hebben genoten.... We hadden verdriet.... We hebben geklaag 1 Of gebeden We zongen een Bruidslied of Requiem mee We hebben gejuicht En geleden. We hadden de zorgen Voor spijs en voor drank, Voor schoenen, Voor likdoorns en kleeren, De eene was armer Dan 't jaartje er vóór, D'ander kon z'n winst Niet verteren. De een heeft gezwoegd Tot ie haast niet meer kon, Hij deed het geduldig, Of morde De ander had weelde, Maar is toch precies Weer een zelfde Jaar ouder geworden. We hebben weer braa. Voor ons lichaam gezorgd, Want ieder nieuw jaar Is er ééntje..,. We smeten een berg Vol geweten op zij, Of struikelden Over 'a steentje. We hebben weer braaf Onze naasten beklad, Gescholden op daden Van and'ren.... We hebben weer, Juist als het jaartje ervóór, Aan ons zelf Niets kunnen verand'ren. We luisterden 's Zondags Als s'eeds naar de prees. Soms Knauwde er iets Aan ons hartje Maar 't was gauw voorbij En de bak kreeg „de cent". De schaal weer ons Duppie, of kwartje. We kochten van 't voorjaar Gordijnen en zeil, En wat verf Om „Het oude" te dekken.. We tieten ook witten De gangen, plafonds, Twee tanden en 'n Kies-restje trekken. We deden van alles, Om Vadertje Tijd Met wat nieuws En wat moois Te bedrieg n. Maar Vadertje iacht, En zegt stil in z'n baard „Je kunt tegen mij Toch niet liegen." We hebben met Ouwjaar Weer bollen gekauwd, Geluisterd naar 't slaan Van de klokken.... We gaan nu weer vroolijk, Met „moed en beleid" Een zooveelstê Jaartjevergokken Niemand weet wat ie krijgt Van dat zooveelste iaar, Dat weer éven zoo Vluchtig voorbij gaat, Dat geen vorst, Geen minister, Geen kind, millionnair, Geen vrek en geen Weldoener „vrij" laat. We drinken en eten, We gaan weer naar bed, We staan 's morgens op, Gaan ons wasschen We zien in den spiegel. Die soms, stom, maar waar, Ons weer eventjes •Raar komt verrassen. Daar schaduwt 'n rimpel, Die 'r gist'ren niet was, Daar glinster' brutaal 'n Grijs naartje.... We staan even stil En we denken wat na.... En er trilt dan soms Even 'n snaartje. Maar de das roept ons weer En we gaail aan den slag, We werken, of tobben Of zeuren. We krijgen te maken Met Jan, Piet en Klaas, Met zeven en twintig Humeuren. We krijgen van vreugdjes, Van smartjes ons part, We zien soms war op Tegen 't leven, Maar niemand, al heeft ie Het nog zoo beroerd, Zal vrijwillig Z'n leventje geven. We denken, als vroeger. Van ons eigen het best'.... Zijn we Kwaad, 't Is de schuld van 'n ander, We dennen weer vaak, Dat her leven er is Voor ons zelf En niet voor elkander. We vliegen weer op Bij ne> minst' dat ons plaagt, We mopp'ren, ol jamm'ren O. klagen, BemerKen nie* eens. Dat we druk ezig zijr. Elkaar weer zoo klein Te verdragen. We doen weer ons best Voor de spaarpot en maag. Om bpiden gevuld Maar te krijgen.... We geven zoo af en toe Ook es wat weg, Maar houden het meest Voor ons eigen. We zijn egoïst, Al bekennen we t niet, Of willen het Gaarne vergeten.... 'n Gelukje nog maar, Dat de meesten van ons Egoïst-spelen Zonder 't te weten. Het ouwjaar werd nieuw. En het nieuwe is weer oud.... Hoe gewillig ook Doorgaans de geest is...» We beloofden wel veel. Maar de klok was met koud, Of het was weer.... Zooals het geweest is. Ben ik weer pessimist Heb ik heusch ongelijk? Heb ik alles weer Af willen Kammen Nou.... voor mijn part Zegt ieder Uit 't diepst van z'n hart Dat ik wezenlijk Heb zitten zwammen. G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5