I
Chocolade
visite-kaartjes
PIJLTJES
HET
PROVINCIAAL LANDGOED
VOORHEEN EN THANS
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 3 JANUARI 1931
BLADZIJDE 1
Vreemdelingenbezoefc aan Castricum en wat
de toekomst ten aanzien daarvan biedt
GEMENGD NIEUWS
Hevige brand te Amsterdam
Het net in de schroef
Behouden te IJtnuiden
binnengebracht
Aanlegsteiger pont veer te Velsen
defect
MEUBELEN
HAARLEM, KONINGINNEWEG 15 TELEFOON 12868
Pont uit den koer*'
Ongeval in een Mergelgroeve
De inbraken te Zwijndrecht
Hr. Ms. „Banckert"
Zaandam
-
Het overlijden van
Joseph Cessire Joffre
De groote fguur uit den
wereldoorlog
Bandjirs
Vatikaansche munten
In circulatie gebracht
De Maas wast
SCHAKEN
Het schaaktoumooi te Hastings
KUNST EN KENNIS
Dr. Frederik van Eeden
Alleen ZIJLSTRAAT 97
FOTOHANDEL
ELCK WAT WILS
Trekjes No. 686
1
We hadden dezer dagen een onderhoud met
den rentmeester van het Provinciaal Land
goed over de bebouwing met koloniehuizen,
jeugdherbergen, hotels enz. op het provin
ciaal landgoed, een en ander naar aanleiding
van de jongste bes"uiten van de Ctaten van
Noordholland, tot het verleenen van mede
werking tot den bouw van een ko'oniehuis,
een jeugdherberg, hotelbouw op Johannas-
hof, enz.
Als resultaat daarvan kunnen we mede-
deelen, dat binnenkort nog vóór het a.s. sei
zoen de bedoa'de gebouwen voor 90% zeker
heid zullen verrijzen. Daardoor zat aan bouw
kosten voor ongeveer 300.000 op het land
goed worden besteed. Dat echter niet alleen,
maar bovendien zullen die inrichtingen het
bezoek aan Castricum zeer zeker bevorderen.
Wat er op dit gebied Q bereikt is in de
laatste jaren dat Castricum als badplaats en
recreatieoord bekend is geraakt, blijkt wel
overduidelijk uit de volgende gegevens.
Eerst in 1928 werd begonnen met de gele
genheid te geven voor het kam neer en or dat
landgoed, doch in 1927 was al begonnen met
schoolfeesten gelegenheid te geven tot het
bezoek en wandelen op hare terreinen. In
1927 dan werden afgegeven voor 153 leiders
en 1559 schoolkinderen kaarten voor dat be
zoek. In 1928 was dit respectievelijk 223 lei
ders en 2528 kinderen; in 1929 280 leiders en
3085 kinderen en in 1930 439 'eiders en 4310
kinderen. Daarbij zijn dan in het geheel niet
gerekend de schoolfeesten d*e niet or het
landgoed kwamen maar wel aan Zee en dat
aantal is niet bij benadering te schatten.
In 1928 werd het kampeerterrein geopend
en ook hier is de toename geweldig. Voorop
zij nog medegedeeld dat al'een geregistreerd
zijn de aantallen personen waarvoor betaald
Is geworden, wat niet het geval is voor kin
deren beneden 14 jaar. We krijgen dan de vol
gende getal'en:
Afgegeven dagkaarten voor bezoek 5 per
sonen:
1927 3858; 1928 6039; 1929 6112; 1930 7598.
Kampkaarten: 1928 184; 1929 670; 1930 1033
Aantal mankampdagen: 1928 6710; 1929
TO10; 1930 12230.
Afgegeven 'aarkaarten bezoek landgoed*
1927 70; 1928 92; 1929 102; 1930 126.
terwijl het aantal bijzondere vergunningen
bedroeg resp. 1928 en volgende jaren 96, 126
en 187.
Als men, zooals reeds aancehaa'd. weet
dat t' aantal kinderen, dat op het kamp heeft
verblijf gehouden, beneden 14 jaar n;et is
medegerekend. d«n komt m»i a"pen oo het
kamneer+errein bij een ruwe scha+ting tot on
geveer 37000 pm-gonen. die er korteren of
laneeron t,''d hehlwi verifeVen.
Men kan daaruit zien. dat het aanta'
vreemdeling, dat hier in den zomer verbliif-
houdt, zeer sterk toeneemt en dat Castricum
In de rij harer zuster bad- en o^fnannines-
oorden geen slechte plaats inneemt, vooral
als men daarbij bedenkt, dat het bezoek aan
Castricum eerst in de laatste jaren eenige
beteekenis heeft verkregen.
Wat nu het kampeerterrein betreft, dit zal
voor het a.s. seizoen. a."s de voorteekenen met
bedriegen, aanmerkelijk worden verbeterd.
Naast een behoorlijke verlichting van het
kampeerterrein zal het aantal sanitaire in
richtingen belangrijk worden uitgebreid en
meer in overeenstemming worden gebracht
met de behoefte en andere wenschen die op
dit gebied bestaan of zich hebben doen ge
voelen Voora/ de verlichting liikt ons zeer
juist. Daardoor zullen de kampbewoners ook
In de nachtelijke uren, a's weer en wind in
de tenten, enz. dreigt onheil te verwekken,
veel gemak en voordeel hebben.
Omtrent wat het recreatieoord Castricum
alleen op 't provinciaaT landgoed biedt hebben
we ook enkele gegevens weten te verkrijgen
en wel de volgende:
In vergelijking met 1920 bedraagt het aan
tal metersharde wegen in het landgoed te-
genl750 meter thans 7750 meter, "tiiwio'na-
den bestonden in 1920 geen en thans een
lengte van 6900 meter; wandelpad ook in 1920
niets en thans 3100 meter; kweekerijen in
1920 5000 M2 en thans 30.000 M2; voor bos-
schen zijn deze cijfers nog sprekender en wel
teger 66 H.A. in 1920 en thans 152 H.A., re
servaten bestonden in 1920 in het geheel niet
en thans 240 H.A.
Uit dit alles blijkt wel dat van de zijde van
de provincie a.'les wordt gedaan om het na
tuurschoon te bevorderen en aan te moedi
gen. Ook op ander gebied wat het beheer en
onderhoud van het landgoed betreft is een
beduidende verandering ten goede, zouden wij
het willen noemen, te constateeren en wel
ten aanzien van het personeel dat in dienst
van het landgoed is. In 1920 waren er 3
ambtenaren en thans 9, toen, 1920 4 man los
personeel en thans 104 en aan sa'arissen werd
toen uitgekeerd f 6424 en thans 34176.
Wat nu de bebouwing betreft, hieromtrent
vernemen we dat naast het bouwen van een
hotel op de voormalige boerderij Johannas-
hof zeer wel mogelijk is, dat een hotel aan
zee ook spoedig zal verrijzen. Dat zal de aan-
trekke'ijkheid van Castricum als vakantie
oord zeer zeker bevorderen en aanmoedigen.
Voorts de bouw van een vacantieoord en de
bouw van een koloniehuis voor 50 jongens en
50 meisjes dat het geheele jaar zal geëx
ploiteerd worden en waaraan naast een direc
trice 18 vrouwelijke vrpleegsters enz. zuilen
werkzaam zijn.
Ook de hotelgelegenheid aan den Zeeweg
op de voormalige boerderij „Het Zeeveld",
zal een aantrekkelijkheid blijken te zijn. De
ontwerpen van de te stichten gebouwen zul
len zeer goed passen in de 'andelijke omge
ving en z"ilen dus het natuurschoon niet
schaden.
Alle wijst erop dat Castricum een goede,
laten we maar genrt zeggen, een mooie toe
komst tegemoet gaat.
Twee pakhuizen in lichterlaaie
Gisterenavond omstreeks negen uur werd
te Amsterdam brand ontdekt in het dubbele
pakhuis van de firma S. Duveen, aan de
Wieuwe Keizersgracht 4143.
De brandweer ontmoette, toen zij op het
eerste alarm aankwam, een dikken rook, die
op alle verdiepingen van het dubele 5
étages hooge gebouw naar buiten drong.
Hierin vond de brandmeester aanleiding
om hot alarm middelbrand te laten geven,
vooral ook, omdat de brand op twee plaat
sen tegelijk woedde, n.l. op de eerste ver
dieping van pand no. 41 en op dé 4e en 5e
verdieping van pand no. 43. Het pak'iuis
zat volgeladen met electriciteitsmateriaal,
zooals lampen verpakt in celluloid en
houtwol.
Met 4 stralen tastte de brandweer het vuur
aan, doch het bleek aldra dat haar kracht
te kort schoot. Terwijl de rook steeds dich
ter werd, trok het vuur van lieverlede door
alle verdiepingen van beide huizen, die van
binnen in open verbinding met elkaar staan,
heen.
Op de eerste verdieping van oand 41
drong de brandweer naar binnen en slaagde
ei in door een gat, dat men in het plafond
hakte, een straal naar de tweede verdieping
te leiden, waar het vuur aanvankelijk week.
Ook kon ze de groote openslaande deuren
van deze verdieping openen, waardoor het
mogelijk werd flink water op deze étage te
geven.
Intusschen echter woedde het vuur in de
andere gedeelten met enorme hevigheid
voort, zoodat de brandweer zich genood
zaakt zag nog meer materiaal te laten aan
rukken.
Toen verscheen ook de nieuwe „Jan v. d.
Heyden", onder leiding van hoofdbrand
meester Förch, die tezamen met hoofdbrand
meester Brunet de Rochebrune, de leiding
op zich nam.
Er werden nu slangen gelegd over twee
brandladders, twee slangen werden door
het huis ter linkerzijde van de brandende
panden geleid en drie slangen werden naar
het dak aan den rechterkant geheschen.
Toen de „Jan van der Heyden" even later
in de goede positie was gebracht, werd het
waterkanon op het vuur gericht, dat nu
met zijn capaciteit van 10.000 L. per minuut
den aanval van de brandstralen kwam ver
sterken. Even later arriveerde commandant
Gordijn op het terrein van den brand, juist
op het oogenblik, dat het vuur met een ge
weldigen plof daar het dak naar bulten
sloeg. Dit was het eerste vuur, dat van de
straat te zien was, want de pakhuisdeuren
boden op alle verdiepingen goed weerstand,
zoodat het vuur niet naar buiten sloeg.
Zelfs de brandende huizen waren grooten-
deels onzichtbaar door de enorme rook-
massa, die door alle kieren en ramen met
kracht naar buiten stuwde. Aan de achter
zijde, waar vele toeschouwers het mooiste
gezicht hadden, had de brandweer zwaar
werk. Hier ligt n.l. het Hortus-plantsoen,
vanwaar men op de achterzijde van de hui
zen uitzicht had. Deze worden echter van
de straat gescheiden door een breeden tuin,
die als' proeftuin van den Hortus botanicus
dienst doet. Het duurde vrij lang vóór de
brandweer erin geslaagd was door dezen
tuin een slang te leggen naar een gebouwtje,
dat aan de achterzijde daarvan staat. Ten
slotte echter slaagde zij hierin, terwijl men
tevens twee slangen, die aan de voorzijde
door een aangrenzend pand waren gelegd,
op het dak van dit gebouwtje kon opstel
len', zoodat de brandweer ook aan de achter
zijde het vuur met drie stralen insloot.
Na aldus ongeveer een uur uit alle macht
gewerkt te hebben, leek het of het vuur
eenigszins begon te verminderen.
In het pakhuis no. 43 namen het vuur en
de rook eenigszins af, zoodat de brandweer
nu alle kracht ging concentreeren op het
aangrenzend pand. Na een kwartier laaiden
plotseling de vlammen weer met felle kracht
op en het scheen, dat de brand weer op
nieuw begon.
De beide pakhuizen waren één vuurpoel
en enorme rookwolken kronkelden omhoog.
Hedennacht te half 1 kwam aan de Visch-
hal te IJmuiden de „Walrus Um. 28" van de
Marezaten met op sleeptouw den stoom
trawler, „Azinuth IJm. 195" van de Maat
schappij „Neerlandia" te Zaandam. Laatst
genoemd vaartuig had bij het visschen het
net in de schroef gekregen en dreef op 136
mijl ten Noorden van IJmuiden hulpeloos
rond. waarna het werd opgemerkt door de
..Walrus" en hedennacht behouden werd bin
nengebracht.
Gisterenmiddag half twee raakte een der
aanlcgste gers van de kettingponten te Vel
sen defect door het breken van een bout.
Daar hierdoor een der greote kettingponten
niet meer kon eanleggen. moest deze wor
den stilgelegd. Dientengevolge ondervond
het verkeer weer groote moeilijkheden,
waarin eerst verbetering kwam toen eenige
uren later de kleine pont in de vaart werd
gebracht.
Levering direct aan PARTICULIEREN
MODERNE EIKEN EETKAMER, compleet' 170.—
HUISKAMER AMEUBLEMENT, compleet f 90.—
HUIS-, SALON-, SLAAPKAMERMEUBELEN, BEDDEN, DEKENS, enz., alles met 3 jaar
schriftelijke garantie. Prima afwerking. Nederl. Meubel-industrie „NEMI", Modelkamers
voor
Een hachelijk oogenblik
Gistermiddag ontstond in het Noordzee
kanaal te Velsen b'jna een botsing tusschen
een der kettingponten en de kleine pont.
Beide ponten vertrokken ongeveer gelijk
tijdig resp. van de Noordzijde en van de
Zuidzijde van het kanaal, even nadat het
groote tankstoomschip Rotterdam van de
Bataafsche Petroleum Mij. was gepasseerd.
De kleine pont **'erd door het schroefwater
uit haar koers gedreven en voer dienten
gevolge rakelings langs de kettingpont. Juist
op tijd geraakten de beide vaartuigen ech
ter vrij van elkanderi
Arbeider door vallend gesteente getroffen
Op de mergelgroeve der E.N.C.I.-fabriek
te Maastricht heeft Woensdagnamiddag een
ernstig ongeval plaats gehad.
Toen men bezig was om van den rotswand
door middel van schiet-patronen de mergel-
massa te doen losspringen, stortte plotseling
een aantal mergelblokken en loslatend ge
steente naar beneden op de daar werkzaam
zijnde arbeiders.
De 29-jarige H. H. Brounts uit Maastricht,
vac er van twee kinderen, was er wel het
ergst aan toe en moest met ernstige verwon
dingen en een gebroken been worden opge
nomen in het Ziekenhuis Calvariënberg. De
ongelukkige werd vervoerd door den G. G. D.,
evenals de arbeider H., die zeer ernstig ge
troffen werd aan het rechteroog en die op
genomen werd in de Oogkliniek.
De daders gevat
In den laatsten t'id is de gemeente Zwiin-
drecht in erge mate onveilig gemaakt door
een aantal personen, die herhaaldelijk inbra
ken pleegden in diverse woningen en kan
toorgebouwen, alsmede in enkele schoolge
bouwen en in de consistoriekamer van de
Gereformeerde Kerk aan den Rotterdamsche
weg. In totaal werd een bedrag ontvreemd
van circa 300 gulden.
De inbraken gingen meestal gepaard met
vernieling van deuren, terwijl lessenaars en
kasten werden geforceerd. De dieven werkten
gezamenlijk of op eigen houtje.
De po'itie heeft inf'ssc'icn niet stil geze
ten en slaagde er in hen op het spoor te ko
men. Toen op Oudejaarsavond voor de tiende
maal werd ingebroken, n.l. in de woning van
den schilder V., werd onmiddellijk last gege-
/en 1o",t - te ar-
resteeren. De bende bestond uit een vijftal
jongens van ongeveer 20 jaar oud. Na een
streng verhoor hebben allen een volledige be
kentenis afgelegd.
Het reisplan
Het reisplan van Hr. Ms. „Banckert" naar
West-Indië, ter aflossing van Hr. Ms. „Van
Galen" is als volgt samengesteld: Vertrek
Willemsoord 12 Jan., aankomst Lissabon 16
Jan., vertrek aldaar 20 Jan-, aankomst Los
Palmas Gran Can&ria 22 Jan., vertrek al
daar 26 Jan., aankomst Trinidad 2 Febr..
vertrek aldaar 5 Febr., aankomst Curagao
7 Febr.
Het ligt in het voornemen om Hr. Ms.
„Banckert" na het verblijf in West-Indiè
rechtstreeks naar Oost-Indië te zenden.
Hcutivooten in de Voorzaan te Zaandam
Onder buitenlandsch nieuws berichtten
wij reeds het overlijden van maarschalk
Joffre.
Uit zijn veelbewogen levensgeschiedenis,
het volgende:
Jo:;ph Joffre werd 12 Januari 1852 te Ri-
vesaltes, een klein wijnplaatsje in het
Oosten van de Pyreneën, geboren. Hij was
een der kinderen van de talrijke familie van
een kuiper. Eerst werd hij opgevoed op her,
college te Perpignan, vervolgens kwam hij
op de polytechnische school, waar Frank
rijk de Artillerie- en Pioniersofficieren
recruteerde. Als pioniercofficier nam hij deel
aan den oorlog van 1870—'71, op het laatst
zelfs als luitenant en batallonscomman-
dant bij de verdediging van Parijs. Later
verbleef hij dikwijls in de koloniën, zoo b.v.
in 1885 op Formosa, vervolgens in Tonking
en ten slotte in Sudan. Toen aldaar in 1894
bij Timboektoe een Fransche afdeeling door
opstandige Tuaregs belegerd werd, moeht
hij als aanvoerder van een hulpexpeditie het
geluk smaken zijn kameraden te redden. In
het jaar 1901 was hij brigade-generaal in
Madagascar en later commandant van een
artillerie-brigade in Vincennes. Eindelijk in
1908 werd hij divisie-generaal van de zesde
divisie te Parijs en voerde van 1908 af het
tweede armee-corps te Amiens aan. In Juli
1911 werd hij chef van den generalen staf
ep voor den oorlog als opperste leider ge
kozen.
Toen de oorlog uitbrak, ging hij eerst,
zooals het plan was, tot den aanval over.
Zijn operaties werden echter door den ge-
masseerden uitval van den rechter vleugel
der Duitschers doorkruist. Hij zag zich ge
noodzaakt na de veldslagen van Augustus
het Fransche veldleger terug te laten trek
ken tot onder de vestingen van Parijs, waar
bij hij echter al gauw weer het plan opvatte
tot den aanval. Deze werd al in het begin
van September, op inititatief van generaal
Gallieni, op den linker vleugel begonnen
Deze en de volgende operaties, bekend on
der den naam Marneslag, lieten aan
Joffre toe weer meer terrein tewinnen,
totdat de fronten weer samengroeiden
Joffre leidde dan nog de operaties van de
jaren 1915 en 1916, waarbij hij tegenover
de onder den invloed van generaal Gallieni
staande regeering stipt het principe van
vrijheid in het oppeinevel huldigde. Nadat
dan echter ook de slag aan de Somme, die
drie maanden duurde, geen doorslaand suc
ces had gebracht, werd in begin December
1916 het opperbevel overgedragen aan gene
raal Nivelle. Joffre werd tot technisch advi
seur van het „Comité de guerre" benoemd
en nam het voorzitterschap van den opper
sten Krijgsraad der Geallieerden over. Op 26
December 1916 werd Joffre benoemd tot
maarschalk van Frankrijk, als eerste gene
raal sinds het bestaan der republiek. Mi
litair trad Joffre gedurende den oorlog niet
meer op den voorgrond. Daarentegen werd
hij in het voorjaar van 1917 naar de Ver-
eenigde Staten gezonden, waar hij een mi
litaire conventie sloot.
Op 14 Juli 1919 verscheen maarschalk
Joffre bij de groote parade in Parijs voor
de laatste maal aan het hoofd van zfjn
troepen. Hij reisde daarna nog, in opdracht
van de regeering, naar Spanje, eind 1919 en
in 1920 naar Roemenië. Sindsdien leefde hü
teruggetrokken in Parijs.
Woensdagavond veroorzaakten rumoerige,
doch gevaarlooze bandjirs van kali's in het
Moentilansche een ware paniek in Moenti-
lan, hetwelk half werd ontruimd door de
naar Magelang vluchtende bevolking. De
oorzaak, is hoofdzakelijk gelegen in een
geweldige stoomvorming van de Kali
Blongkeng, die met kokend water bandjirde,
waardoor de brug over de Kali Blongkeng
te Moentilan volkomen in wolken stoom ver
dween.
Na een onderzoek bleek, dat een en ander
geen gevaar opleverde, terwijl ook geenerlei
schade werd aangericht. In den loop van
den nacht keerden de vluchtelingen terug.
De Vatikaansche Stad heeft gisteren de
muntwet gepubliceerd, waarbij de tusschen
Italië en het Vatikaan gesloten conventie
met betrekking tot de geldigheid der mun
ten van beide staten van kracht wordt.
Tegelijkertijd worden de munten van de
volgende waarde in omloop gebracht: gou
den munten van 100 lire, zilveren munten
van 10 en 5 lire. nikkelen munten van 2 en
1 lire, en van 50 en 20 centesimi; koperen
munten van 10 en 5 centesimi.
Alle munten dragen het opschrift: „Stato
della Citta del Vaticano" en den datum der
uitgifte. De gouden munten toonen op de
voorzijde het borstbeeld van den Paus met
den bisschopsmantel met stola; de nikkelen
munten dragen het pauselijk wapen. Aan de
keerzijde toonen de gouden munten de beel
tenis van den Christus-Koning, de zilveren
munten tot en met 10 lire de beeltenis cier
op den troon gezeten Moeder Gods; de vijf
lire-stukken de figuur van den Heiligen
Petrus. De nikkelen munten van twee lire
bevatten het beeld van den Goeden Herder
met het schaap op den schouder; die van
één lire het beeld van O. L. Vrouwe-onbe-
vlekt ontvangen. De nikkelen munten van
50 centesimi toonen het beeld van Michael,
die van 20 centesimi het borstbeeld van deri
Heiligen Petrus; de koperen munten van 10
centesimi eveneens het borstbeeld van den
Heiligen Petrus en die van 5 centesimi een
olijftak.
Uit Maastricht wordt gemeld:
De Maas wast sedert Zondag onrustbarend.
De peilschaal wees gistermorgen 2.83 M., na
85 c.M was. In de laatste acht uur is de ri
vier nog 30 c.M. gestegen. De stand is thans
3.15 M.
Uit België wordt langzame was gemeld. De
uiterwaarden zijn ondergeloopen. De werken
aan de nieuwe brug loopen weer gevaar te
worden stopgezet.
Euwe slaat Tylor
De uitslag van de vijfde ronde van het
schaaktoumooi te Hastings, luidt als volgt:
Winter slaat Kahn.
Mitchell slaat Yates.
Euwe slaat Tylor.
Colle slaat mej. Menchik.
CapablancaSir G. Thomas: remise.
In de tweede afdeeling, in de vijfde ronde
speelden:
Baratz en Jockson remise.
Norman slaat Broadbent.
Alexander slaat Rtllstab.
Flohr laat Noteboom.
Koltanowski slaat Illingworth.
Flohr leidt met i'A punt.
De ruim zeventig-jarige letterkundige dr.
Frederik van Eeden moet zijn bed houden
Weliswaar geeft zijn toestand nog geen di
recte reden tot ongerustheid, doch hij schijnt
aan verval van krachten te lijden en lang
zaam achteruit te gaan.
De dokter heeft elk bezoek verboden.
De Volkstelling
en werkverruiming
Wij ontvingen uit eenige omliggende
gemeenten klachten over het feit, dat
daar menschen als volkstellers zijn aan
gesteld, die een goede betrekking heb
ben, terwijl werkloozen, die het werk
even goed kunnen doen, werden gepas
seerd. Met name heeft het schele oogen
verwekt, dat onderwijzers boven werk-
looze kantoorbedienden als volkstellers
werden uitgekozen. In Haarlem heeft men
allereerst aan de werkloozen gedacht
en dat is wel de juiste opvatting. Er
zijn in onze stad 117 tellers en daarvoor
zijn eerst de gehuwde kantoorbedienden
in aanmerking gekomen, dan de onge
huwde kantoorbedienden, dan de werk
loozen die vroeger als bedrijfsleider en
dergelijke betrekkingen optraden en pas
in de allerlaatste plaats kwamen onder
wijzers aan de beurt. Er zijn er van deze
twee aangesteld en die waren momen
teel ook zonder werk. Terecht is reke
ning gehouden met de bijzondere tijds
omstandigheden, waarin wij verkeeren.
In de naburige gemeenten waar wel
onderwijzers zijn aangesteld, voert men
als excuus daarvoor aan de omstandig
heid, dat er geen werklooze intellec-
tueelen in die gemeente waren, maar de
vraag is dan nog gewettigd of, bij wat
onderling overleg, voor dit speciale ge
val niet van intellectueelen uit een an
dere gemeente gebruik had kunnen wor
den gemaakt. De arbeidsbeurs strekt
immers haar terrein over een grooter
oppervlakte uit dan de grenzen van
Haarlem omvatten.
In ons stukje over de „Werkloozen-
demonstraties" veronderstelden wij gis
teren, dat het raadslid Peper niet ac-
coord gaat met de wijze, waarop door
sommige elementen wordt opgetreden.
Uit een vraaggesprek, dat de redactie
van Haarlems Dagblad met den heer
Peper had, blijkt evenwel, dat hij er
mede instemt. Wij hebben ons dus ver
gist en deelen dat volledigheidshalve
hier mede.
PLAVIC-ROLFILM m. 3 opnamen
f 0.35
M. H. BEEKELAAR
Aan den heer M. H, Beekelaar is met
ingang van 1 Januari op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als hoofd van de
R. K. jongensschool aan de Hobbestraat
te Beverwijk.
De heer Beekelaar, die ruim 42 jaar
bij R. K. Bijzonder Onderwijs is werk
zaam geweest, trad 'n 1902 als hoofd
van bovengenoemde school in functie.
Zijn vele en belangrijke diensten, aan
het bijzonder onderwijs bewezen vonden
waardeering in de onderscheiding „Pro
Ecclesia et Pontifice", hem door Z. H.
den Paus verleend.
De heer Beekelaar is thans benoemd
tot administrateur van de R. K. school
te Beverwijk en Wijk aan Duin.
Het nieuwe ou de
Weer ging er een :aar....
't Is er nauw'(ijks geweest;
't Was 'n schim,
Die maar even kwam loeren
Die ons zei „Mensch gedenk,
Dat ook ik er weer was
Om „het zaakje"
Te helpep volvoeren."
't Was 'n stapzonder meer,
Van die iacht naar geluk,
'n Seconde der
Klok aller tijden....'
Geen geleerdheid of macht
Kan de greep van den tijd
Bij zijn rust'loozen
Uren-gang mijden.
En iedereen heeft
Op zijn eigen manier
Deze toegift
Van 't .even versleten....
En vee van wat plaats had
In 't flitsende jaar
Is door ons weer
Voor altijd vergeten.
We hebben genoten....
We hadden verdriet....
We hebben geklaag 1
Of gebeden
We zongen een
Bruidslied of Requiem mee
We hebben gejuicht
En geleden.
We hadden de zorgen
Voor spijs en voor drank,
Voor schoenen,
Voor likdoorns en kleeren,
De eene was armer
Dan 't jaartje er vóór,
D'ander kon z'n winst
Niet verteren.
De een heeft gezwoegd
Tot ie haast niet meer kon,
Hij deed het geduldig,
Of morde
De ander had weelde,
Maar is toch precies
Weer een zelfde
Jaar ouder geworden.
We hebben weer braa.
Voor ons lichaam gezorgd,
Want ieder nieuw jaar
Is er ééntje..,.
We smeten een berg
Vol geweten op zij,
Of struikelden
Over 'a steentje.
We hebben weer braaf
Onze naasten beklad,
Gescholden op daden
Van and'ren....
We hebben weer,
Juist als het jaartje ervóór,
Aan ons zelf
Niets kunnen verand'ren.
We luisterden 's Zondags
Als s'eeds naar de prees.
Soms Knauwde er iets
Aan ons hartje
Maar 't was gauw voorbij
En de bak kreeg „de cent".
De schaal weer ons
Duppie, of kwartje.
We kochten van 't voorjaar
Gordijnen en zeil,
En wat verf
Om „Het oude" te dekken..
We tieten ook witten
De gangen, plafonds,
Twee tanden en
'n Kies-restje trekken.
We deden van alles,
Om Vadertje Tijd
Met wat nieuws
En wat moois
Te bedrieg n.
Maar Vadertje iacht,
En zegt stil in z'n baard
„Je kunt tegen mij
Toch niet liegen."
We hebben met Ouwjaar
Weer bollen gekauwd,
Geluisterd naar 't slaan
Van de klokken....
We gaan nu weer vroolijk,
Met „moed en beleid"
Een zooveelstê
Jaartjevergokken
Niemand weet wat ie krijgt
Van dat zooveelste iaar,
Dat weer éven zoo
Vluchtig voorbij gaat,
Dat geen vorst,
Geen minister,
Geen kind, millionnair,
Geen vrek en geen
Weldoener „vrij" laat.
We drinken en eten,
We gaan weer naar bed,
We staan 's morgens op,
Gaan ons wasschen
We zien in den spiegel.
Die soms, stom, maar waar,
Ons weer eventjes
•Raar komt verrassen.
Daar schaduwt 'n rimpel,
Die 'r gist'ren niet was,
Daar glinster' brutaal
'n Grijs naartje....
We staan even stil
En we denken wat na....
En er trilt dan soms
Even 'n snaartje.
Maar de das roept ons weer
En we gaail aan den slag,
We werken, of tobben
Of zeuren.
We krijgen te maken
Met Jan, Piet en Klaas,
Met zeven en twintig
Humeuren.
We krijgen van vreugdjes,
Van smartjes ons part,
We zien soms war op
Tegen 't leven,
Maar niemand, al heeft ie
Het nog zoo beroerd,
Zal vrijwillig
Z'n leventje geven.
We denken, als vroeger.
Van ons eigen het best'....
Zijn we Kwaad,
't Is de schuld van 'n ander,
We dennen weer vaak,
Dat her leven er is
Voor ons zelf
En niet voor elkander.
We vliegen weer op
Bij ne> minst' dat ons plaagt,
We mopp'ren, ol jamm'ren
O. klagen,
BemerKen nie* eens.
Dat we druk ezig zijr.
Elkaar weer zoo klein
Te verdragen.
We doen weer ons best
Voor de spaarpot en maag.
Om bpiden gevuld
Maar te krijgen....
We geven zoo af en toe
Ook es wat weg,
Maar houden het meest
Voor ons eigen.
We zijn egoïst,
Al bekennen we t niet,
Of willen het
Gaarne vergeten....
'n Gelukje nog maar,
Dat de meesten van ons
Egoïst-spelen
Zonder 't te weten.
Het ouwjaar werd nieuw.
En het nieuwe is weer oud....
Hoe gewillig ook
Doorgaans de geest is...»
We beloofden wel veel.
Maar de klok was met koud,
Of het was weer....
Zooals het geweest is.
Ben ik weer pessimist
Heb ik heusch ongelijk?
Heb ik alles weer
Af willen Kammen
Nou.... voor mijn part
Zegt ieder
Uit 't diepst van z'n hart
Dat ik wezenlijk
Heb zitten zwammen. G. N.