m r, tweede blad HET GOUD EN ZIJN GEVAAR PIJLTJES WOENSDAG 7 JANUARI 1931 BLADZIJDE 1 Stervende kolenen stervend goud Bankbiljetten en hun dekking. De goudproductie faalt De „gouddelegatie" van den Volkenbond De voorstellen om 'n crisis te vermijden De herstelbetalingen STADSNIEUWS De brand in de Barteljorisstraat De Officier van Justitie in hooger beroep De Noordhollandsche T uinderscredieten De r'i'nr Ged. Staten vastgestelde regelingen Feestavond R. K. Trampersoneel Faillissementen Faillissementen in 1930 Begrafenis R. Luyten Personalia Gevonden voorwerpen en dieren "Hl cMUZIEK Haarüemsdie Eachvereeniging Weer werldoozenrelletjes hi de st£d Nieuwe lichte incidenten Gewetensgeld Rijwieldiefstal Meineed door zaakwaarnemer Lezing derde Karakorum-expeditie Nederl. Middernachtzending- Vereenlging Dammen Men zal zich herinneren, dat van tijd tot tijd in de kranten wordt geschreven over het gevaar, dat de ko'.envoorraden tn de we reld oprakenEn bij die gelegenheden wordt ons dan naarstig voorgerekend, hoe lang de tegenwoordig-geëxploiteerde mij- hen nog productief zouden kunnen blijven en niet zonder bezorgdheid heeft men zich dan afgevraagd, wat er wel gebeuren zal, wanneer de voorraad eenmaal zal zijn uit geput. Men zong het lied van „de sterven de kolen" en men vergat daarbij heelemaal dat ons een nog veel grooter gevaar be dreigt, n.l. het „goud-gevaar"Hoe dat zit? Als we een winkel binnenstappen om wat te koopen, dan betalen we dikwijls met een bankbiljet. Dat bankbiljet beeft natuurlijk geen waarde in zich. als bedrukt stukje Papier, het krijgt pas waarde, doordat de Staat er zijn stempel op heeft gezet. De Staat, die de bankbiljetten uitgeeft en in zijn plaats de Nederlandsche Bank, de staatsbank, garandeert aan elk, die met zoo'n papiertje betaalt, de waarde, die er in cij fers op vermeld staat. Zij kunnen zulk een garantie alleen maar dan geven, als een deel der waarde van aile bankbilletten, die in omloop zijn, zich in baar geld in de kel ders van de Nederlandsche Bank bevindt. Op elke banknoot kan njen de verzekering lezen, dat de Staa; of de staatsbank dan, aan elk, die het biljet wil gewisseld hebben, zijn volle waarde in goud Zal uitbetalen Nu houdt de Staat geen rekening met de mogelijkheid, dat alle bezitters van bankbil jetten allemaal tegelijk op denzelfden dag Wel eens zouden kunnen komen vragen, om bun papierties ingewisseld te krijgen. Daar om neemt hij maar aan, dat -Ie in omloop zijnde bankbil ietten voldoende zijn gedekt, Wanneer een derde of hoogstens veertig pro cent in goud aanwezig is. Men weet. dat volgens dit systeem het geldwezen van de voornaamste landen is op gebouwd. Overal betaalt men met geld, Waarvan slechts een gedeelte door goud ge dekt wordt. En tot voor kort heeft men nog nimmer een zwaar hoofd gehad in de toe- Passing van dit systeem. Want al nam ook jaarlijks het aantal menschen toe en ook de hoeveelheid In gebruik zijnd geid, gelijken tred hiermee hield de voorraad goud. Er Was steeds evenwicht Maar dat is nu in de laatste jaren anders geworden Wel zijn er meer menschen op de wereld gekomen en ook zijn daardoor de economische ver houdingen sterk uitgebreid, maar niet gelijk hiermee steeg de goudproductie. Daar nu het goud ook een handelsartikel is en het dus eveneens onderworpen is aan de wet van ^raag en aanbod, kan men dezen toestand °ok met andere woorden formuleeren: de vraag naar goud is gestegen, het goud ts auur geworden, een gevolg van deze prijs- vermeerdering van het goud en dus ook van het geld is: het daten der prijzen van allerlei artike'en. met name die der zoogenaamde ..grondstoffen," Dezen ontwikkelingsgang heeft de Volken hond te Genève reeds een jaar of wat gele den voordien en daarom was in December Van 1928 een „Goud-delegatie" ingesteld, waarin deskundigen zitting hadden, welke moesten bestudeeren: ..De oorzaken van de "-nomme'ir "en in de koopkracht van 't goud en hun invloed op het economisch leven der Volkeren." Ze zijn heel wat keeren in Genève mj e'kaar geweest en zij hebben heel nauw keurig onderzoek gedaan naar de mogelijk heden der goudwinning voor de eerstvolgen de jaren En ten slotte hebben ze, ten dien ste van den Volkenbond een lang en uitvoe- rapport samengesteld, dat zich laat lezen alseen spannende roman. In dit rapport staat zonder veel omhaal van woorden de ernstige waarheid geschreven, dat we staan _°Or een gevaar van een sterke goudvermin- °er|ng. hetgeen trouwens, zij het in gerinee mate. tegenwoordig ock al te merken is en dat dit een ernstig probleem, zeker wel het r pndste en urgentste is voor den wereld handel. De ramingen van de „Goud-delegatie" be rustten op officieele en semi-officieele ge sevens over de goud-produ :tie. Daar valt uit te concludeeren. dat de goudproductie in den loop van de volgende tien iaar zal ver anderen met minstens tien, misschien zelfs Wel met twintig procent. Nu is er niet alteen ™ud noodig voor aanmunting en tot dek- van bankbiljetten, maar ook de poud- meden gebruiken het en een groot gedeelte "huist raar Azië. met name naar Indië. in ;.f ,.en der NabobsMen neemt, aan, dat -aarlijks voor ongeveer F,0 90 midio'n dol- «n goud naar Indië stroomt En dat dan allemaal verloren voor aanmunting voor dekking. In toiaal worden over het ^gemeen jaarlijks 'n 120 k 180 mUlioen dol- e, aan goud gebruikt voor andere doe1- cif. n dan de zooeven eencemde. Nu heeft ke ïGoudde!e-Tatie" te Genève voor de bere- v- van de vraag naar goud, voor zoo- detui werd gebruikt voor aanmunting en 5twee versrhiPende mogelijkheden --Kozen. Zoo heeft zij b.v. aangenomen, dat mt wette'ijk minimum der gedekte bank- letten 33 oct. der waarde is en dat de we- ^■dhandel jaarlijks met twee procent toe neemt, zoodat de vraag naar aangemunt saud eveneens jaarlijks met twee procent 'gt. Dit geval is het allergunstigste, v/ant dvi 7eronderstelt een zoo gering mogelijke kinj;, en de k'einste toename van de naar goud. En toch- in dit geval zal ceds in 1937 de jaarlijks"he goudoroductie 'et meer voldoen aan de behoefte naar Boud voor aanmunting en dekking. Dan ho"dt de delegatie nog rekening met ue veronderstelling, dat de bankbil tetten 40 Pet. zouden moeten zijn gedekt en at de ontwikkeling van den wereldhandel r*/1ks 1,1 et 3 r>ct- v°uruit gaat,. Deze mogelükheld is natuurlijk heel wat Ve-S'nsticrer dan eerste en inderdaad le- in de beciJferingen het resultaat dat nog jii het af gewonen iaar in 1930 alzoo. een te- snjj Van millioen dollar in de wereld- in ""reductie is ontstaan en dat dit tekort hp/ n°r voortd"rend zal toenemen, zondnt reeds in 1940 de geweldige som van 240 boen donar zal zün geworden sigrL k het wel zeker, dat bij de huidige h'n eror|omische toestanden de wereld- vnn niet met drie proccnt jaarlijks zal ruitgaan. m°ar daartegenover kan men i-^hemen. dat 33 pet. dekking van de in em- P ziinde banknoten tamelijk laag is weno- en. Daarom doet men verstandig ook neg en derde geval te veronderstellen: dat 40 PCf- der bankbiljetten gedekt is en dat de ntwikkeling van den wereldhandel jaarlijks •het twee procent stijgt. Aan de hand van deze - suppositie kan men alweer een blik n de toekomst wagen te slaan en conclu- neeren, dat er reeds in 1934 een beduidende a ove zal zijn ontstaan tusschen goud-pro- cUe en de vraag naar goud. We geven toe: noch het een. noch het hder geeft een plelzlerig vooruitzicht. De ®uddelegatie" geeft echter het middel aan, °m de crisis nog wat te verschuiven; ze j®®ft den raad, om zooveel mogelijk het goud, als munt in omloop ls. in te trekken, mdat het „spaarzamer" ls„ om daarvoor in c' Waats bankbiljetten in omloop te bren gen, en die slechts voer 40 pet. te dekken. Ze gaat zelfs nog verder, door aan te raden de dekking gedeeltelijk te doen geschieden met vreemde bankbiljetten, zooals dat trou wens in Duitschland en eenige andere lan den reeds het geval ls Maar zullen deze mid delen op den duur wat uithalen? Zal niet de teruggang der goudprcductie zich sterker doen gevoelen, wanneer ook deze middelen zijn uitgewerkt? Voor Duitschland zit er nog iets anders aan vast: Duitschland heeft in Den Haag de verplichting op zich genomen, twee genera ties lang jaarlijks een bepaalde som te beta len rn zijn voormalige tegenstanders. En als de voorspellingen van de „Gouddelegatie" waarheid bevatten, dan zal de goudprijs meer en meer gaan stijgen en dat beteekent, dat men voor de bedragen die Duitschland te be ta1 en heeft, meer zal kunnen koopen. 'n Fei telijke verhooging dus van Duitschlands be- tahngen en om die te kunnen volhouden, zal het steeds meer moeten produceeren en verkoopen. Met recht san men dus voor Duitschland althans spreken van het „ge vaar van het goud". De Officier van Justitie bij de Haarlemsche Rechtbank is in hooger beroep gegaan van het vonnis van deze rechtbank, waarbij de 36-jarige H. J. Braam, verdacht van brandstichting in een winkel in de Bartel jorisstraat, gepleegd in den nacht van 24--25 December 1929, werd vrijgesproken en waarin de Officier 2% jaar gevangenisstraf had geëischt. Ged. Staten van Noord-Holland hebben thans de door hen vastgestelde regelingen omtrent het verleenen van borgstelling voor tuinderscredieten, op te nemen bij de Boe renleenbanken, aan de gemeentebesturen ge zonden. De provincie zal zich alleen borgstellen voor geldleeningen, welke door tuinders, die naar het oordeel van Ged. Staten voor steun in aanmerking komen, zullen worden geslo ten ten behoeve van den aankoop van mest stoffen en andere bedrijfsbenoodigdheden en voor de betaling van In het bedrijf onont beerlijke arbeidskrachten. De borgstelling beperkt zich tot telkens 70 pCt. der voor schotten en wordt slechts gegeven onder voorwaarde, dat de overige 30 pCt. door de gemeente der woonplaats wordt gegaran deerd. Op overeenkomstige wijze als zulks in 1923 geschiedde wordt aldus te hulp gekomen aan de tuinders, die tengevolge van de huidige crisis in den tuinbouw in moeilijkheden ver- keeren en van wie verwacht mag worden, dat zij zich staande zullen kunnen houden, in dien zij door de medewerking van de over heid in staat worden gesteld zich de voor het bedrijf noodige voorschotten te verschaf fen, welke zij zonder die medewerking niet kunnen verkrijgen. De regeling wijkt in zoover af van die van 1923, dat de provincie niet 90 pCt., doch slechts 70 pCt. der voorschotten garandeert en dat 30 pCt. door de gemeenten zal wor den gewaarborgd. In 1923 moest de tuinder zelf een borg voor 10 pCt. zoeken. Het is ditmaal noodzakelijk geoordeeld de gemeen ten in de steunverleening te betrekken, om dat het nemen van maatregelen tot het be houd van de middelen van bestaan der inge zetenen voor alles tot de taak der gemeenten behoort en het gemeentebelang bij dit be houd in hooge mate is betrokken. De deel neming der gemeenten zal ook het voordeel opleveren, dat de gemeentebesturen, die uit den aard der zaak met de persoonlijke aan gelegenheden der tuinders het best bekend zijn, er toe zullen medewerken de steunrege ling zooveel mogelijk tot haar recht te doen komen. Elke aanvrage zal behandeld moeten wor den in een gemeenschappelijke vergadering van burgemeester en wethouders met een vertegenwoordiger van de plaatselijke boeren leenbank, die het voorschot zal verleenen en een vertegenwoordiger van de plaatselijke veilings- of tuinbouwvereeniging. De ontworpen regeling gaat er van uit, dat de boerenleenbanken bereid zullen zijn aan de uitvoering daarvan door het verleenen van voorschotten mede te werken. Op frond van het overleg, door Gedeputeerde Staten gepleegd met vertegenwoordigers van de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht en de Coöperatieve Centrale Bosren- Het tweede lustrum Gisterenavond hield het R. K. Tramper soneel een feestavond in het gebouw ,.St. Bavo" aan de Smedestraat, waaraan tevens verbonden was de huldiging van den voor zitter, den heer L. M. Geers, ter gelegen heid van zijn tweede lustrum als leider van de afdeeling. Omstreeks half acht werd de avond ge opend met muziek, gegeven door de emi nente band „The Sealbeams", bestaande uit één Volendammer meisje en drie Volen- cammers. Deze bakende Volendammer mu sici, in hun Volendammer kleederdracht, hadden zeer veel succes. Hierna sprak de voorzitter van de feest commissie, de heer A. de Kruiff, het ope ningswoord, waarin hij allen welkom heette en zijn vreugde uitsprak, dat zoovelen aanwezig waren om den voorzitter der af deeling, den heer L. M. Geers, te huldi gen. Een groot deel van den avond werd dan verder doorgebracht met muziek, door „The Sealbeams" en voordracht door de humo risten, Gebr. Overtoom, die met hun ver schillende liedjes de aanwezigen wel wisten te amuseeren. Vooral „De Schares'iep". viel in den smaak, terwijl ook de fluitsolo van den heer A. Overtoom b'jval vond. In den loop van den avond volgde de officieele huldiging van den heer Geers door den heer H. J. Kooy. die een levenslied op de vereeniging en den jubilaris had ge- dic t. Ook de heer Th. Mitemark voerde het woord en roemde vooral de goede kwali teiten van den voorzitter. Bij deze huldiging werden aan mevr. Geers twee prachtige vazen en aan den jubilaris een mooie pendule ten geschenke gegeven. Dan volgden vermakelijk wedstrijden voor de dames, zoowel als voor de heeren Nadat ook verder de avond gezellig was doorgebracht, volgde sluiting door den voorzitter der feestcommissie, die al1 en, die hadden b"gecteagen tot het slagen van den avond, hartelijk dank bracht. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem zijn den 6en Januari 1931 in staat van faillissement verklaard: A. J. Willems Riemersma, koopman in ma nufacturen, wonende te IJmuiden-Oost; Cu rator Mr. A. van der Flier, wonende te IJ- muiden. J. Velthuysen, scheepsbouwwerf 't Kalf te Zaandam. Curator Mr. F. J. D. Theyse wo nende te Haarlem. G. van den Bunt, kastelein, wonende te Haarlem, Johan van Vlietstraat 76. Curator Mr. G. W. C. Pliester wonende te Haarlem. Opgeheven werd het faillissement wegens geb-ek aan actief van: W. van Meel, wonende te Haarlem. Cu rator Mr. A. Bruch wonende te Haarlem. Vernietigd werd het faillissement op grond van verzet van: W. M. A. O. Haccou, wonende te Krian Java N. O. I. Curator Mr. M. A. van Eek wonende te Haarlem. Geëindigd is het faillissement door het verbindend worden der eenige uitdeelings- lijst van: P. J. J. Haazevoet, wonende thans te Zut- phen, vroeger te WMk aan Zee en Duin. Cu rator Mr. P. J. D. Theyse wonende te Haar lem. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem werden in 1930 234 faillissementen uitgesproken en In 1929 218 faillissementen. Gistermiddag is op de Algemeene Begraaf plaats ter aarde besteld het stoffelijk over schot van wijlen den heer R. Luyten. oud- leeraar aan de Rijkskweekschool voor Onder wijzers alhier. Er was groote belangstelling uit onderwij zerskringen. Aanwezig waren o.a. de hoofdinspecteur bij het L. O. de heer K. Brants, de inspecteur de heer G. H. Weustink, dr. C. Spoelder, rector van het gymnasium; H. W. Korenstra, direc teur der Nutskweekschool. benevens oud collega's en oud-leerlingen. Het woord werd gevoerd door de heeren K. Brants, Th. Lancee, directeur der Kweek school, Ruinen, leeraar aan de Kweekschool en door twee oud-leerlingen. Een broer dankte voor de bewijzen van deelneming. De heer A. Kingma, candiöaat in de Ger- maansche taal en letterkunde, alhier, komt als nummer één voor op de aanbeveling voor het Duitsch aan de Handels H.B.S. te Groningen. Terug te bekomen bij: Boon, Kouderhom 5Ca rood, armbandhorloge. Klein Arfman, Joh. de Breukstraat 36, armbandje. Bleeker, Anthoniestraat 65, bril. v. d. Heijde, Goudsmitspleintje 2rood, briefje (Bank van Leening). Vreensgoor, Midden Tuindorps laan 10, handschoen. Uitenbosch, Pieter Kiesstraat 50, idem. Bel, Alb. Thijmstraat 36, idem. Having, Haitsma Mulierstraat 49, hond (Spaniel). Outhof, Korte Poellaan 21, zwarte hond. List, Esdoornstraat 23, kousen. Snoek, Rozenprieelstraat 52rood, honden ketting. Oosterkamp Hagenstraat 11, koffer leenbank te Eindhoven, mag verwacht wor- roet Inhoud, v. Beaumont, Kruisstraat 45, den, dat deze medewerking niet zal worden geweigerd. In het bijzonder wordt er nog de aandacht op gevestigd, dat de voorschotten niet mo gen strekken voor de persoonlijke en huis houdelijke behoeften van de voorschotne mers. Ónder betaling van werkkrachten zal intusschen wel gebracht mogen worden een redelijke vergoeding als loon voor eigen ar beid en dien van huisgenooten. Gedeputeerde Staten achten het in bepaalde gevallen niet uitgesloten, dat de gemeenten of in op dracht van deze de plaatselijke veilingsver- eenigingen zelf de bedrijfsbenoodtedhe- den leveren, opdat vaststa, dat het geld niet gebruikt wordt voor andere doeleinden. kwitantie R.V.S. Ebbing, Dubbele Buurt 13, wit-zwarte kat. Voogt, Schreveliusstraat 41, portsmonnaie met inhoud. Scheffer, Potgie terstraat 25, idem Born, St. Anthoniesteeg 8e, idem. Vroom en Dreesmann. Gr. Hout straat, idem. Laadstra, Indischestraat 14, kinderportemonnaie. Joekema, Houtvaartpad 52 rozenkrans. Tanis, Smedestraat 17, rij- wielbelastingplaatje. Zonneberg, Timorstraat 167, ring. Bureau van Politie, Smedestraat, schoen. Jansen. Pieter Ktesstraat 49 stem pel. Jansen, Rijnstraat 79, autoslinger. Ca- land, Gem. Reiniging, ston v. kraan. De Boer. Wald. Pyrmontstraat 25, taschje met Inhoud. „Ik laat alles aan mijn vrouw na, op voorwaarde, dat ze na mijn dood weer trouwt." „Waarom maakt u die conditie?" „Omdat ik wil hebben, dat er tenminste iemand is, die mijn dood betreurt." (Gutierrez) Concertgebouw-orkest gent: Pierre Monteux. Diri- Evenals in het vorige concertseizoen kwam onder dirigent Monteux een Berlioz-orkest- werk tot uitvoering, en wel de omvangrijke symphonie: „Harold in Italië". Worden in Berlioz' „Carnaval Roumain"- ouverture in hoofdzaak heftige tooneelen van moord, vermomming en ontvoering, van hartstocht, wraakzucht en jalouzie verklankt, in de Harold-symphonie zijn ook andere, meer rustige, stemmingsvolle tafereelen uit gebeeld. Eigenaardig is het, dat in dit werk juist deze dselen de waardevolste van het ge- heele werk zijn. Het tweede deel: de pelgrimsmarsch. waar in het gezang en het gebed van voorbijtrek kende pelgrims, vermengd met het klokken gelui van een klooster, wordt verklankt, is een model van 19de eeuwsche „programma muziek. In de Symphonie Fantastique heeft Ber lioz eveneens minder bewogen scènes inge last, o.a. „Scènes aux champs", doch dit deel ls te onsamenhangend en te gerekt, om te kunnen boeien. Het komt in geen enkel opzicht bo ven de andere deelen uit, schenkt alleen een weinig verademing na de voorafgaande, harts tochtelijk meesleepende wals. Met de pelgrims- marsch, die later In de finale (een braspartij door struikroovers) nog eens op geniale wij ze wordt verwerkt, heeft Eerlioz bewezen, dat hij ook tot iets anders in staat is, dan het verklanken van vertwijfeling, haat, wan hoop, enz., enz. Houdt de „mélodie aimée" (de idéé fixe) van de „Fantastique", het verband tusschen de nogal heterogene onderdeelen, bij de „Ha rold" vormt het spel van een solo-instrument, dat telkens als een zonderling figuur in elk deel opduikt, de schakel tusschen de scènes. Het spel van dit solo-instrument, waar voor Berlioz de alt-viool koos, is in schril le tegenstelling met het hoofdkarakter der symphonie geschreven. Evenals in „Carnaval Romain" voelt men dat de „Harold" zich in het zonnige Zuiden met zjjn druk, geagiteerd volksleven afspeelt. „Ik wilde", aldus de componist zelf, „met de solo-altviool, door haar midden in de dich terlijke herinnering te stellen, die mijn zwerf tochten door de Abruzzen in mij hadden na gelaten, éen soort droefgeestigen droomer voorstellen, zooals ongeveer Byron's Childe Harold er een is." De vertolking der symphonie was meester lijk. Monteux beheerscht dit genre ten volle. Niets ontgaat hem. Tot in de kleinste bijzon derheden geeft hij alles met eenvoudig ge baar aan. Elke vereischte klankkleurcombi natie, dynamische schakeering, tempowis seling, melodische en rhythmische wending wordt prompt verkregen. En de karakteri seering van het werk in zijn geheel, alsmede van elk onderdeel apart kon niet scherper geschieden. De gecompliceerde finale werd duidelijk uitgebeeld. De „scènes prtccdentes," die hier terugkeeren, waren goed te volgen. Hier vooral frappeerde de schitterende klank van het Concertgebouw-orkest. In het tweede deel werd eveneens een echt stuk „programma"-muziek uitgevoerd: „Don Juan" van Richard Strauss, waaraan Lenau's gelijknamig gedicht ten grondslag ligt. Strauss heeft hier in toonkleuren een scherp karakterbeeld gegeven van Don Ju an's wilde genotleven. Van den rusteloozen Don Juan met zijn hevig verlangen naar verlossing, „Erlösung dürch ein Weib," en de door de onmogelijkheid zijner wenschen pes simistische „Lebensverneinung." Deze Symphonische Dichtung vangt in een stralend D-dur aan, wordt steeds hooger op gevoerd, slecht een enkele maal onderbroken door een rustiger zangthema, om ten slotte plotseling te eindigen in een duister E-moll gelijk de slotregel: „Und kalt und dunkei ward es auf dem Herd." Het spel was hier nog brillanter dan in de finale der symphonie. Het klonk buiten gewoon weelderig. Des te meer viel daardoor het tragische slot op. Voor de Earold-symphonie werd Rossini's Barbier-ouverture uitgevoerd, die in kleinere orkestbezetting wellicht nog fijner, voorna mer en gracieuser had geklonken. Na „Don Juan" deed Monteux ons kennis maken met een drietal dansen uit de onvol tooide Opera „Prince Igor" van Eorodine, een der vooraanstaande, echt-nationale com ponisten der Russische school uit de 19de eeuw. Rhythme, tonaliteit, harmonie en melodie dezer muziek zijn, vooral voor ons Wester lingen, verrassend schoon. Na de twee groote programma-muziekwerken geleek deze serie dansen als een toegift. In werkelijkheid was ze o.i. alleen al reeds door haar speci fiek Russisch karakter, het aantrekkelijkste nummer van het geheele programma. De vitaliteit en de begeestering, die uit de verklanking dezer serie sprak, bewees de universaliteit van dirigent en orkest. Na „Don Juan" liet Monteux het orkest, na „Harold" den verdienstelijken vertolker der altsoli, den heer Frederic Denayer, in de hem gebrachte hulde deelen. O. K. Dinsdagmiddag hebben te Haarlem weer eenige lichte relletjes plaats gehad. In gebouw „Cecilia" aan de Jansstraat had een honderdtal werkloozen vergaderd, die na afloop in optocht de Jansstraat uittrokken. De politie verbood dit, daar geen toestem ming tot het houden van een optocht was gegeven. Toen niet aan het bevel der politie om uiteen te gaan werd voldaan, werden zij met de blanke sabel uiteengejaagd. Zij sto ven in verscheidene richtingen uiteen om zich vervolgens op de Parklaan te vereeni gen. Toen zfj ook daar aan het bevel der politie niet wilden voldoen, werden ook hier eenige charges uitgevoerd, waarbij enkele demonstranten lichte kwetsuren opliepen. Langs Kruisweg, Kruisstraat en Barteljoris straat trokken zij vervolgens naar de Groote Markt, waar opnieuw een botsing met de politie ontstond. Een Inspecteur wilde een werklooze ar- restecren en werd toen per vergissing door een agent met de sabel op de hand geslagen, zoodat hij zich in het St. Elisabeth's Gast huis moest laten verbinden. De onwillige werklooze kon toch gearresteerd worden en op het bureau bleek, dat ook hij slechts lichte kwetsuren had opgeloopen. Nadat de werkloozen ook op de Markt ver strooid waren, had het relletje een einde ge nomen. Het bleef verder den geheelen dag rustig. Bij den inspecteur der directe belastingen er is f 150 binnengekomen wegens over i ige jaren te weinig betaalde belastingen. De zaagvlsch of zwaardvisch: „Ja beste vriend, ik ben tot uitvoerder der ontwapeningsconferentie benoemd." (H travaso) Vier. maanden gevangenisstraf De Rotterdamsche Rechtbank heeft uit spraak gedaan in de zaak tegen P. v. d. G., i jaar, scheepsbouwer te dezer stede, thans gedetineerd, wegens diefstal van een fiets, 'en nadzele van H. H. w. Witte te Hoog vliet en hem veroordeeld tot 4 maanden ge vangenisstraf voorwaardelijk met een proef tijd van 3 jaar. De 46-jarige zaakwaarnemer J. van G., uit Haarlem en de 24-jarige kantoorbe diende C. F. W. P., eveneens uit Haarlem, legden op 7 October 1929 in een civiele procedure tusschen een schipper en een scheepshersteller een valsche verklaring onder eede af. Op 2 October werd de zaakwaarnemer Van G., door de Vijfde Kamer der Amsterdam- sche Rechtbank veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, op 30 October werd de kan toorbediende veroordeeld tot een jaar en zes maanden gevangenisstraf. Het O. M. had resp. vijf en één jaar ge- eischt. Gisteren diende de zaak in hooger beroep voor het Hof. Verd. Van G., de zaakwaarnemer, had als cliënt een schipper te Zaandam. Deze schip per, zekere P„ moest aan een scheepsbouwer een som gelds betalen voor herstellingen aan zijn schip verricht. Hij kon dit niet en in het civiel geding dat hierop volgde, ver klaarden Van G. en verd. C. W. P., dat zij ec-"- gesprek tusschen den schipper en den hersteller hadden gehoord, waarbij afge sproken werd, dat de schipper zijn schuld zou afdoen uit de opbrengst van het schip. Deze. onder eede afgelegde verklaring, was onjuist. Verd. Van G. verklaarde voor het Hof, dat hij in beroep was gekomen omdat z. i. de straf te hoog was en zijn medeverdachte de Rechtbank te zijnen nadeele had be ïnvloed. Van G. had den meineed afgelegd op verzoek van den schipper; zijn toen malige bediende, de medeverdachte P., was direct klaar mee te doen aan meineed. Ver dachte had geen belooning ontvangen, zelfs zijn onkosten waren hem niet vergoed, het was mij slechts te doen, aldus verdachte, om den schipper, een arm en werkzaam man met een groot gezin, te redden. Een particulier detective, als getuige ge hoord, verklaarde, na de behandeling der civiele, zaak een onderzoek te hebben inge steld. Hij was toen naar Van G. gegaan, met een gefingeerd geval, ook toen was Van G. direct klaar een meineed af te leg gen. Bij die gelegenheid vertelde verdachte aan getuige, dat hij kort geleden nog een meineed had afgelegd in de zaak tusschen een schipper en een scheepshersteller. Verdachte ontkende dit verhaal aan ge tuige te hebben gedaan. De advocaat-generaal, mr. Van Harlnxma thoe S'ooten. eischte bevestiging van het vonnis der Rechtbank en veroordeeling tot drie jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. Klaver, vroeg clemen tie voor ziin cliënt en aftrek van den tijd in voorloopige hechtenis doorgebracht. Het Hof zal 20 Januari uitspraak doen. Vervolgens stond de kantoorbediende, C. F. W. P., voor hetzelfde feit in hooger be-oep terecht. Verdachte verklaarde, dat hij handelde onder dwang van verdachte Van G.; de-e had hem ook betaald, terwijl v. G. zelf ge'd had ontvangen van den schipper. Een over verdachte u1tgeb~acht reclas- seovingsrapport luidde niet zeer gunstig. On verzoek van den verdediger, mr. Th. Muiter Mas~5s, werd hieroo de verdere he- hand^iirg der zaak aa""e'-'oti-'en tot 3 Fe bruari, om nog een getuige te hooren. Naar wij vernemen zal de heer Ph. Visser Maandag 16 Februari In de groots zaal van het Gsm. Concertgebouw een lezing met lichtbeelden horden over ds derde Karako- rum-exoeditie. Dit zal de eenige lezing hier ter stede zijn. De afdeeling Haarlem van ds Nederland sche Middernachtzending-Vereeniging zal, evenals zij dit in 1925 gedaan hesft, een bazar organiseeren, waarvan de baten ten goede komen aan den arbeid dezer vereeni ging. Deze bazar zal 3, 4 en 5 Maart in het gebouw van de Haarlemsche Jongemannsn- Vereeniging, aan de Lange Margaretha- straat 13, gehouden worden. Noè eens: de Volkstelling Zoudt u zoo goed willen zijn, mij eens te verklaren wat al die, mijns inzien* onzinnige, vragen op de volkstelling- kaarten te maken hebben? Wat heeft b.v. de volkstelling met slaapkamers en bergzolders te maken? Waarvoor dient de volkstelling? Welk nut heeft zij? Waarom raadpleegt men niet de registers van den Burgerlijken Stand, welke men wel raadpleegt voor het adresseeren der kaarten? En wat zijn de kosten der volkstelling? Ondanks de vele artikelen, die de kranten hebben geschreven om het nut van de volkstelling in het licht te stel len, ontvingen wij bovenstaande vragen en wij zijn overtuigd, dat er velen net over denken als deze abonné. Geheel nutteloos is zoo'n volkstelling echter niet. Wie b.v, weet, dat bij de telling van 1920 het aantal inwoners van Neder land 61000 minder was dan het getal, dat verkregen werd na optelling der verschillende officieele opgaven, die door de gemeentebesturen warén inge zonden, begrijpt, dat er in de Bevol kingsregisters der gemeente heel wat fouten worden gemaakt. Niet in die van de groote steden. In Haarlem is het register b.v. puik in orde. Staat daar een huis leeg, dan is er spoedig een contro leur aanwezig om te informeeren, waar de vorige bewoners heen zijn gegaan en daarna op het stadhuis te controleeren of alles klopt. Ook wordt het register elk jaar gecontroleerd en zoo gebeurt het, dat bij het verzenden van de oproe pingen voor een verkiezing, het stadhuis slechts een honderd kaarten terug krijgt als onbestelbaar, waaronder dan natuurlijk schippers en zwervers zijn. Een resultaat, waar onze ambtenaren van het Bevolkingsbureau met recht trotseh op gaan. Maar zoo is het niet overal. Vooral in kleinere plaatsen en dan nog vooral in de grensplaatsjes, laat de nauwkeurigheid veel te wen schen over. Daar worden wel de geves- tigden ingeschreven, maar niet zelden wordt vergeten om de vertrekkenden weer af te boeken. Het kan dan voor komen, dat in tien jaar tijd het ver loop tusschen twee volkstellingen het echte aantal bewoners vijfduizend en meer verschilt met het „officieele" ge meentelijke cijfer. Vooral nu met de nieuwe financieele regeling tusschen Rijk en gemeenten de ultkeering van het Rijk geschiedt per inwoner is het van belang, dat het juiste aantal van elke gemeente bekend is. In 1920 zou het 61000 uitkeeringen te veel hebben gedaan. Er zijn intusschen op de kaarten mis schien vragen, die overbodig zijn of vragen, die ook bekend zouden kunnen worden op andere wijze, b.v. die over de slaapplaatsen. Maar in alle gemeenten van ons land wordt geen woningtelling gehouden en het is toch wel van belang te weten hoeveel eengezinswoningen worden bewoond door twee en meer ge zinnen en hoeveel kleine huizen worden bewoond door te groote gezinnen. Daar uit kan de wetgever de noodige gevolg trekkingen maken. En de beroepen? Dit jaar wordt de 11e volkstelling gehouden. Dat wil zeg gen, dat van het jaar 1820 af tellingen zijn gehouden. En wie nu de statistie ken over die jaren bestudeert, zal met belangstelling kennis kunnen nemen van de beroepen, die in den loop van die jaren verdwenen en van de nieuwe, die opkwamen. Voor verdwijnende be roepen denken wij aan de kuipers, hoef smeden, postiljons, de menschen, die er een beroep van maakten de paarden te leiden, die trekschuiten voortbewogen. Voor nieuwe beroepen, die opkwamen aan b.v. rijwielreparateurs, treinconduc teurs, radioinstallateurs. Een ieder moet opgeven welk vak hij beoefent en wel zoo nauwkeurig mogelijk. Daardoor krijgt men een overzicht van de onder deelen der nieuwe beroepen. De wetge ver kan hieruit nagaan of er voorzie ningen voor het een of ander zullen moeten worden getroffen. Nut werpt de volkstelling dus wel af. Het is waar: de kosten zijn hoog. Aan de gemeente Haarlem kost de telling 14 cent per getelden persoon. Daarvan krijgt de gemeente van het Rijk vergoed 1% cent, zoodat dus voor eigen rekening der gemeente overblijft een bedrag van 6 V, cent. Of deze kosten opwegen tegen de voordeelen, beoordeelen wij niet. Vermoedelijk wel, maar zeggen dat de Volkstelling overbodig is, is in alle ge val niet juist. In „De Korenbeurs" werden gisteravond om de club'.tompioensohappen der „Haarlem sche Damclub" 19301931 de volgende par tijen gespeeld: Selectie-af decling Aebe de Jong wint van J. van Looij. Hoofdklasse J. v. d. Giessan wint van J. P. van Eijk. Tweede klasse J. van Steenwijk remise met W. van Pelt; J. van Steenwijk wint van G. A. Ottolini Jr.; H. van Lunenburg Jr. wint van W. van Pelt; F. w. de Fater remise met W. van Pelt; J. C. van Waard wint van H. Berg huis. Derde klasse W. J. A. Matla wint van A. Smit: H. G. J. Andriessen wint van Th. Wessclman; H. C. Stappers remise met J. C. Bom; Th. Werdler wint van H. W. C. van Rhoon.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5