m r,
tweede blad
HET GOUD EN ZIJN GEVAAR
PIJLTJES
WOENSDAG 7 JANUARI 1931
BLADZIJDE 1
Stervende kolenen stervend goud Bankbiljetten en hun dekking.
De goudproductie faalt De „gouddelegatie" van den Volkenbond De
voorstellen om 'n crisis te vermijden De herstelbetalingen
STADSNIEUWS
De brand in de
Barteljorisstraat
De Officier van Justitie in hooger
beroep
De Noordhollandsche
T uinderscredieten
De r'i'nr Ged. Staten vastgestelde
regelingen
Feestavond R. K. Trampersoneel
Faillissementen
Faillissementen in 1930
Begrafenis R. Luyten
Personalia
Gevonden voorwerpen en dieren
"Hl
cMUZIEK
Haarüemsdie Eachvereeniging
Weer werldoozenrelletjes
hi de st£d
Nieuwe lichte incidenten
Gewetensgeld
Rijwieldiefstal
Meineed door zaakwaarnemer
Lezing derde Karakorum-expeditie
Nederl. Middernachtzending-
Vereenlging
Dammen
Men zal zich herinneren, dat van tijd tot
tijd in de kranten wordt geschreven over
het gevaar, dat de ko'.envoorraden tn de we
reld oprakenEn bij die gelegenheden
wordt ons dan naarstig voorgerekend, hoe
lang de tegenwoordig-geëxploiteerde mij-
hen nog productief zouden kunnen blijven
en niet zonder bezorgdheid heeft men zich
dan afgevraagd, wat er wel gebeuren zal,
wanneer de voorraad eenmaal zal zijn uit
geput. Men zong het lied van „de sterven
de kolen" en men vergat daarbij heelemaal
dat ons een nog veel grooter gevaar be
dreigt, n.l. het „goud-gevaar"Hoe dat
zit?
Als we een winkel binnenstappen om wat
te koopen, dan betalen we dikwijls met een
bankbiljet. Dat bankbiljet beeft natuurlijk
geen waarde in zich. als bedrukt stukje
Papier, het krijgt pas waarde, doordat de
Staat er zijn stempel op heeft gezet. De
Staat, die de bankbiljetten uitgeeft en in
zijn plaats de Nederlandsche Bank, de
staatsbank, garandeert aan elk, die met zoo'n
papiertje betaalt, de waarde, die er in cij
fers op vermeld staat. Zij kunnen zulk een
garantie alleen maar dan geven, als een
deel der waarde van aile bankbilletten, die
in omloop zijn, zich in baar geld in de kel
ders van de Nederlandsche Bank bevindt.
Op elke banknoot kan njen de verzekering
lezen, dat de Staa; of de staatsbank dan,
aan elk, die het biljet wil gewisseld hebben,
zijn volle waarde in goud Zal uitbetalen
Nu houdt de Staat geen rekening met de
mogelijkheid, dat alle bezitters van bankbil
jetten allemaal tegelijk op denzelfden dag
Wel eens zouden kunnen komen vragen, om
bun papierties ingewisseld te krijgen. Daar
om neemt hij maar aan, dat -Ie in omloop
zijnde bankbil ietten voldoende zijn gedekt,
Wanneer een derde of hoogstens veertig pro
cent in goud aanwezig is.
Men weet. dat volgens dit systeem het
geldwezen van de voornaamste landen is op
gebouwd. Overal betaalt men met geld,
Waarvan slechts een gedeelte door goud ge
dekt wordt. En tot voor kort heeft men nog
nimmer een zwaar hoofd gehad in de toe-
Passing van dit systeem. Want al nam ook
jaarlijks het aantal menschen toe en ook de
hoeveelheid In gebruik zijnd geid, gelijken
tred hiermee hield de voorraad goud. Er
Was steeds evenwicht Maar dat is nu in de
laatste jaren anders geworden Wel zijn
er meer menschen op de wereld gekomen
en ook zijn daardoor de economische ver
houdingen sterk uitgebreid, maar niet gelijk
hiermee steeg de goudproductie. Daar nu het
goud ook een handelsartikel is en het dus
eveneens onderworpen is aan de wet van
^raag en aanbod, kan men dezen toestand
°ok met andere woorden formuleeren: de
vraag naar goud is gestegen, het goud ts
auur geworden, een gevolg van deze prijs-
vermeerdering van het goud en dus ook van
het geld is: het daten der prijzen van allerlei
artike'en. met name die der zoogenaamde
..grondstoffen,"
Dezen ontwikkelingsgang heeft de Volken
hond te Genève reeds een jaar of wat gele
den voordien en daarom was in December
Van 1928 een „Goud-delegatie" ingesteld,
waarin deskundigen zitting hadden, welke
moesten bestudeeren: ..De oorzaken van de
"-nomme'ir "en in de koopkracht van 't goud
en hun invloed op het economisch leven der
Volkeren." Ze zijn heel wat keeren in Genève
mj e'kaar geweest en zij hebben heel nauw
keurig onderzoek gedaan naar de mogelijk
heden der goudwinning voor de eerstvolgen
de jaren En ten slotte hebben ze, ten dien
ste van den Volkenbond een lang en uitvoe-
rapport samengesteld, dat zich laat lezen
alseen spannende roman. In dit rapport
staat zonder veel omhaal van woorden de
ernstige waarheid geschreven, dat we staan
_°Or een gevaar van een sterke goudvermin-
°er|ng. hetgeen trouwens, zij het in gerinee
mate. tegenwoordig ock al te merken is en
dat dit een ernstig probleem, zeker wel het
r pndste en urgentste is voor den wereld
handel.
De ramingen van de „Goud-delegatie" be
rustten op officieele en semi-officieele ge
sevens over de goud-produ :tie. Daar valt
uit te concludeeren. dat de goudproductie in
den loop van de volgende tien iaar zal ver
anderen met minstens tien, misschien zelfs
Wel met twintig procent. Nu is er niet alteen
™ud noodig voor aanmunting en tot dek-
van bankbiljetten, maar ook de poud-
meden gebruiken het en een groot gedeelte
"huist raar Azië. met name naar Indië. in
;.f ,.en der NabobsMen neemt, aan, dat
-aarlijks voor ongeveer F,0 90 midio'n dol-
«n goud naar Indië stroomt En dat
dan allemaal verloren voor aanmunting
voor dekking. In toiaal worden over het
^gemeen jaarlijks 'n 120 k 180 mUlioen dol-
e, aan goud gebruikt voor andere doe1-
cif. n dan de zooeven eencemde. Nu heeft
ke ïGoudde!e-Tatie" te Genève voor de bere-
v- van de vraag naar goud, voor zoo-
detui werd gebruikt voor aanmunting en
5twee versrhiPende mogelijkheden
--Kozen. Zoo heeft zij b.v. aangenomen, dat
mt wette'ijk minimum der gedekte bank-
letten 33 oct. der waarde is en dat de we-
^■dhandel jaarlijks met twee procent toe
neemt, zoodat de vraag naar aangemunt
saud eveneens jaarlijks met twee procent
'gt. Dit geval is het allergunstigste, v/ant
dvi 7eronderstelt een zoo gering mogelijke
kinj;, en de k'einste toename van de
naar goud. En toch- in dit geval zal
ceds in 1937 de jaarlijks"he goudoroductie
'et meer voldoen aan de behoefte naar
Boud voor aanmunting en dekking.
Dan ho"dt de delegatie nog rekening met
ue veronderstelling, dat de bankbil tetten
40 Pet. zouden moeten zijn gedekt en
at de ontwikkeling van den wereldhandel
r*/1ks 1,1 et 3 r>ct- v°uruit gaat,.
Deze mogelükheld is natuurlijk heel wat
Ve-S'nsticrer dan eerste en inderdaad le-
in de beciJferingen het resultaat dat nog
jii het af gewonen iaar in 1930 alzoo. een te-
snjj Van millioen dollar in de wereld-
in ""reductie is ontstaan en dat dit tekort
hp/ n°r voortd"rend zal toenemen, zondnt
reeds in 1940 de geweldige som van 240
boen donar zal zün geworden
sigrL k het wel zeker, dat bij de huidige
h'n eror|omische toestanden de wereld-
vnn niet met drie proccnt jaarlijks zal
ruitgaan. m°ar daartegenover kan men
i-^hemen. dat 33 pet. dekking van de in em-
P ziinde banknoten tamelijk laag is weno-
en. Daarom doet men verstandig ook neg
en derde geval te veronderstellen: dat 40
PCf- der bankbiljetten gedekt is en dat de
ntwikkeling van den wereldhandel jaarlijks
•het twee procent stijgt. Aan de hand van
deze
- suppositie kan men alweer een blik
n de toekomst wagen te slaan en conclu-
neeren, dat er reeds in 1934 een beduidende
a ove zal zijn ontstaan tusschen goud-pro-
cUe en de vraag naar goud.
We geven toe: noch het een. noch het
hder geeft een plelzlerig vooruitzicht. De
®uddelegatie" geeft echter het middel aan,
°m de crisis nog wat te verschuiven; ze
j®®ft den raad, om zooveel mogelijk het goud,
als munt in omloop ls. in te trekken,
mdat het „spaarzamer" ls„ om daarvoor in
c' Waats bankbiljetten in omloop te bren
gen, en die slechts voer 40 pet. te dekken.
Ze gaat zelfs nog verder, door aan te raden
de dekking gedeeltelijk te doen geschieden
met vreemde bankbiljetten, zooals dat trou
wens in Duitschland en eenige andere lan
den reeds het geval ls Maar zullen deze mid
delen op den duur wat uithalen? Zal niet
de teruggang der goudprcductie zich sterker
doen gevoelen, wanneer ook deze middelen
zijn uitgewerkt?
Voor Duitschland zit er nog iets anders
aan vast: Duitschland heeft in Den Haag de
verplichting op zich genomen, twee genera
ties lang jaarlijks een bepaalde som te beta
len rn zijn voormalige tegenstanders. En
als de voorspellingen van de „Gouddelegatie"
waarheid bevatten, dan zal de goudprijs meer
en meer gaan stijgen en dat beteekent, dat
men voor de bedragen die Duitschland te be
ta1 en heeft, meer zal kunnen koopen. 'n Fei
telijke verhooging dus van Duitschlands be-
tahngen en om die te kunnen volhouden,
zal het steeds meer moeten produceeren en
verkoopen. Met recht san men dus voor
Duitschland althans spreken van het „ge
vaar van het goud".
De Officier van Justitie bij de Haarlemsche
Rechtbank is in hooger beroep gegaan van
het vonnis van deze rechtbank, waarbij de
36-jarige H. J. Braam, verdacht van
brandstichting in een winkel in de Bartel
jorisstraat, gepleegd in den nacht van 24--25
December 1929, werd vrijgesproken en waarin
de Officier 2% jaar gevangenisstraf had
geëischt.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben
thans de door hen vastgestelde regelingen
omtrent het verleenen van borgstelling voor
tuinderscredieten, op te nemen bij de Boe
renleenbanken, aan de gemeentebesturen ge
zonden.
De provincie zal zich alleen borgstellen
voor geldleeningen, welke door tuinders, die
naar het oordeel van Ged. Staten voor steun
in aanmerking komen, zullen worden geslo
ten ten behoeve van den aankoop van mest
stoffen en andere bedrijfsbenoodigdheden en
voor de betaling van In het bedrijf onont
beerlijke arbeidskrachten. De borgstelling
beperkt zich tot telkens 70 pCt. der voor
schotten en wordt slechts gegeven onder
voorwaarde, dat de overige 30 pCt. door de
gemeente der woonplaats wordt gegaran
deerd.
Op overeenkomstige wijze als zulks in 1923
geschiedde wordt aldus te hulp gekomen aan
de tuinders, die tengevolge van de huidige
crisis in den tuinbouw in moeilijkheden ver-
keeren en van wie verwacht mag worden, dat
zij zich staande zullen kunnen houden, in
dien zij door de medewerking van de over
heid in staat worden gesteld zich de voor
het bedrijf noodige voorschotten te verschaf
fen, welke zij zonder die medewerking niet
kunnen verkrijgen.
De regeling wijkt in zoover af van die van
1923, dat de provincie niet 90 pCt., doch
slechts 70 pCt. der voorschotten garandeert
en dat 30 pCt. door de gemeenten zal wor
den gewaarborgd. In 1923 moest de tuinder
zelf een borg voor 10 pCt. zoeken. Het is
ditmaal noodzakelijk geoordeeld de gemeen
ten in de steunverleening te betrekken, om
dat het nemen van maatregelen tot het be
houd van de middelen van bestaan der inge
zetenen voor alles tot de taak der gemeenten
behoort en het gemeentebelang bij dit be
houd in hooge mate is betrokken. De deel
neming der gemeenten zal ook het voordeel
opleveren, dat de gemeentebesturen, die uit
den aard der zaak met de persoonlijke aan
gelegenheden der tuinders het best bekend
zijn, er toe zullen medewerken de steunrege
ling zooveel mogelijk tot haar recht te doen
komen.
Elke aanvrage zal behandeld moeten wor
den in een gemeenschappelijke vergadering
van burgemeester en wethouders met een
vertegenwoordiger van de plaatselijke boeren
leenbank, die het voorschot zal verleenen en
een vertegenwoordiger van de plaatselijke
veilings- of tuinbouwvereeniging.
De ontworpen regeling gaat er van uit, dat
de boerenleenbanken bereid zullen zijn aan
de uitvoering daarvan door het verleenen
van voorschotten mede te werken. Op frond
van het overleg, door Gedeputeerde Staten
gepleegd met vertegenwoordigers van de
Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te
Utrecht en de Coöperatieve Centrale Bosren-
Het tweede lustrum
Gisterenavond hield het R. K. Tramper
soneel een feestavond in het gebouw ,.St.
Bavo" aan de Smedestraat, waaraan tevens
verbonden was de huldiging van den voor
zitter, den heer L. M. Geers, ter gelegen
heid van zijn tweede lustrum als leider van
de afdeeling.
Omstreeks half acht werd de avond ge
opend met muziek, gegeven door de emi
nente band „The Sealbeams", bestaande
uit één Volendammer meisje en drie Volen-
cammers. Deze bakende Volendammer mu
sici, in hun Volendammer kleederdracht,
hadden zeer veel succes.
Hierna sprak de voorzitter van de feest
commissie, de heer A. de Kruiff, het ope
ningswoord, waarin hij allen welkom heette
en zijn vreugde uitsprak, dat zoovelen
aanwezig waren om den voorzitter der af
deeling, den heer L. M. Geers, te huldi
gen.
Een groot deel van den avond werd dan
verder doorgebracht met muziek, door „The
Sealbeams" en voordracht door de humo
risten, Gebr. Overtoom, die met hun ver
schillende liedjes de aanwezigen wel wisten
te amuseeren. Vooral „De Schares'iep".
viel in den smaak, terwijl ook de fluitsolo
van den heer A. Overtoom b'jval vond.
In den loop van den avond volgde de
officieele huldiging van den heer Geers door
den heer H. J. Kooy. die een levenslied op
de vereeniging en den jubilaris had ge-
dic t.
Ook de heer Th. Mitemark voerde het
woord en roemde vooral de goede kwali
teiten van den voorzitter.
Bij deze huldiging werden aan mevr.
Geers twee prachtige vazen en aan den
jubilaris een mooie pendule ten geschenke
gegeven.
Dan volgden vermakelijk wedstrijden voor
de dames, zoowel als voor de heeren
Nadat ook verder de avond gezellig was
doorgebracht, volgde sluiting door den
voorzitter der feestcommissie, die al1 en, die
hadden b"gecteagen tot het slagen van den
avond, hartelijk dank bracht.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem zijn den 6en Januari 1931 in staat
van faillissement verklaard:
A. J. Willems Riemersma, koopman in ma
nufacturen, wonende te IJmuiden-Oost; Cu
rator Mr. A. van der Flier, wonende te IJ-
muiden.
J. Velthuysen, scheepsbouwwerf 't Kalf te
Zaandam. Curator Mr. F. J. D. Theyse wo
nende te Haarlem.
G. van den Bunt, kastelein, wonende te
Haarlem, Johan van Vlietstraat 76. Curator
Mr. G. W. C. Pliester wonende te Haarlem.
Opgeheven werd het faillissement wegens
geb-ek aan actief van:
W. van Meel, wonende te Haarlem. Cu
rator Mr. A. Bruch wonende te Haarlem.
Vernietigd werd het faillissement op grond
van verzet van:
W. M. A. O. Haccou, wonende te Krian
Java N. O. I. Curator Mr. M. A. van Eek
wonende te Haarlem.
Geëindigd is het faillissement door het
verbindend worden der eenige uitdeelings-
lijst van:
P. J. J. Haazevoet, wonende thans te Zut-
phen, vroeger te WMk aan Zee en Duin. Cu
rator Mr. P. J. D. Theyse wonende te Haar
lem.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem werden in 1930 234 faillissementen
uitgesproken en In 1929 218 faillissementen.
Gistermiddag is op de Algemeene Begraaf
plaats ter aarde besteld het stoffelijk over
schot van wijlen den heer R. Luyten. oud-
leeraar aan de Rijkskweekschool voor Onder
wijzers alhier.
Er was groote belangstelling uit onderwij
zerskringen.
Aanwezig waren o.a. de hoofdinspecteur bij
het L. O. de heer K. Brants, de inspecteur de
heer G. H. Weustink, dr. C. Spoelder, rector
van het gymnasium; H. W. Korenstra, direc
teur der Nutskweekschool. benevens oud
collega's en oud-leerlingen.
Het woord werd gevoerd door de heeren
K. Brants, Th. Lancee, directeur der Kweek
school, Ruinen, leeraar aan de Kweekschool
en door twee oud-leerlingen.
Een broer dankte voor de bewijzen van
deelneming.
De heer A. Kingma, candiöaat in de Ger-
maansche taal en letterkunde, alhier, komt
als nummer één voor op de aanbeveling voor
het Duitsch aan de Handels H.B.S.
te Groningen.
Terug te bekomen bij: Boon, Kouderhom
5Ca rood, armbandhorloge. Klein Arfman,
Joh. de Breukstraat 36, armbandje.
Bleeker, Anthoniestraat 65, bril. v. d. Heijde,
Goudsmitspleintje 2rood, briefje (Bank van
Leening). Vreensgoor, Midden Tuindorps
laan 10, handschoen. Uitenbosch, Pieter
Kiesstraat 50, idem. Bel, Alb. Thijmstraat
36, idem. Having, Haitsma Mulierstraat 49,
hond (Spaniel). Outhof, Korte Poellaan 21,
zwarte hond. List, Esdoornstraat 23, kousen.
Snoek, Rozenprieelstraat 52rood, honden
ketting. Oosterkamp Hagenstraat 11, koffer
leenbank te Eindhoven, mag verwacht wor- roet Inhoud, v. Beaumont, Kruisstraat 45,
den, dat deze medewerking niet zal worden
geweigerd.
In het bijzonder wordt er nog de aandacht
op gevestigd, dat de voorschotten niet mo
gen strekken voor de persoonlijke en huis
houdelijke behoeften van de voorschotne
mers. Ónder betaling van werkkrachten zal
intusschen wel gebracht mogen worden een
redelijke vergoeding als loon voor eigen ar
beid en dien van huisgenooten. Gedeputeerde
Staten achten het in bepaalde gevallen niet
uitgesloten, dat de gemeenten of in op
dracht van deze de plaatselijke veilingsver-
eenigingen zelf de bedrijfsbenoodtedhe-
den leveren, opdat vaststa, dat het geld niet
gebruikt wordt voor andere doeleinden.
kwitantie R.V.S. Ebbing, Dubbele Buurt 13,
wit-zwarte kat. Voogt, Schreveliusstraat 41,
portsmonnaie met inhoud. Scheffer, Potgie
terstraat 25, idem Born, St. Anthoniesteeg
8e, idem. Vroom en Dreesmann. Gr. Hout
straat, idem. Laadstra, Indischestraat 14,
kinderportemonnaie. Joekema, Houtvaartpad
52 rozenkrans. Tanis, Smedestraat 17, rij-
wielbelastingplaatje. Zonneberg, Timorstraat
167, ring. Bureau van Politie, Smedestraat,
schoen. Jansen. Pieter Ktesstraat 49 stem
pel. Jansen, Rijnstraat 79, autoslinger. Ca-
land, Gem. Reiniging, ston v. kraan. De
Boer. Wald. Pyrmontstraat 25, taschje met
Inhoud.
„Ik laat alles aan mijn vrouw na, op voorwaarde, dat ze na mijn
dood weer trouwt."
„Waarom maakt u die conditie?"
„Omdat ik wil hebben, dat er tenminste iemand is, die mijn dood
betreurt."
(Gutierrez)
Concertgebouw-orkest
gent: Pierre Monteux.
Diri-
Evenals in het vorige concertseizoen kwam
onder dirigent Monteux een Berlioz-orkest-
werk tot uitvoering, en wel de omvangrijke
symphonie: „Harold in Italië".
Worden in Berlioz' „Carnaval Roumain"-
ouverture in hoofdzaak heftige tooneelen van
moord, vermomming en ontvoering, van
hartstocht, wraakzucht en jalouzie verklankt,
in de Harold-symphonie zijn ook andere,
meer rustige, stemmingsvolle tafereelen uit
gebeeld. Eigenaardig is het, dat in dit werk
juist deze dselen de waardevolste van het ge-
heele werk zijn.
Het tweede deel: de pelgrimsmarsch. waar
in het gezang en het gebed van voorbijtrek
kende pelgrims, vermengd met het klokken
gelui van een klooster, wordt verklankt, is
een model van 19de eeuwsche „programma
muziek.
In de Symphonie Fantastique heeft Ber
lioz eveneens minder bewogen scènes inge
last, o.a. „Scènes aux champs", doch dit deel
ls te onsamenhangend en te gerekt, om te
kunnen boeien.
Het komt in geen enkel opzicht bo
ven de andere deelen uit, schenkt alleen een
weinig verademing na de voorafgaande, harts
tochtelijk meesleepende wals. Met de pelgrims-
marsch, die later In de finale (een braspartij
door struikroovers) nog eens op geniale wij
ze wordt verwerkt, heeft Eerlioz bewezen,
dat hij ook tot iets anders in staat is, dan
het verklanken van vertwijfeling, haat, wan
hoop, enz., enz.
Houdt de „mélodie aimée" (de idéé fixe)
van de „Fantastique", het verband tusschen
de nogal heterogene onderdeelen, bij de „Ha
rold" vormt het spel van een solo-instrument,
dat telkens als een zonderling figuur in elk
deel opduikt, de schakel tusschen de scènes.
Het spel van dit solo-instrument, waar
voor Berlioz de alt-viool koos, is in schril
le tegenstelling met het hoofdkarakter der
symphonie geschreven.
Evenals in „Carnaval Romain" voelt men
dat de „Harold" zich in het zonnige Zuiden
met zjjn druk, geagiteerd volksleven afspeelt.
„Ik wilde", aldus de componist zelf, „met
de solo-altviool, door haar midden in de dich
terlijke herinnering te stellen, die mijn zwerf
tochten door de Abruzzen in mij hadden na
gelaten, éen soort droefgeestigen droomer
voorstellen, zooals ongeveer Byron's Childe
Harold er een is."
De vertolking der symphonie was meester
lijk. Monteux beheerscht dit genre ten volle.
Niets ontgaat hem. Tot in de kleinste bijzon
derheden geeft hij alles met eenvoudig ge
baar aan. Elke vereischte klankkleurcombi
natie, dynamische schakeering, tempowis
seling, melodische en rhythmische wending
wordt prompt verkregen. En de karakteri
seering van het werk in zijn geheel, alsmede
van elk onderdeel apart kon niet scherper
geschieden.
De gecompliceerde finale werd duidelijk
uitgebeeld. De „scènes prtccdentes," die hier
terugkeeren, waren goed te volgen. Hier
vooral frappeerde de schitterende klank van
het Concertgebouw-orkest.
In het tweede deel werd eveneens een
echt stuk „programma"-muziek uitgevoerd:
„Don Juan" van Richard Strauss, waaraan
Lenau's gelijknamig gedicht ten grondslag
ligt.
Strauss heeft hier in toonkleuren een
scherp karakterbeeld gegeven van Don Ju
an's wilde genotleven. Van den rusteloozen
Don Juan met zijn hevig verlangen naar
verlossing, „Erlösung dürch ein Weib," en de
door de onmogelijkheid zijner wenschen pes
simistische „Lebensverneinung."
Deze Symphonische Dichtung vangt in een
stralend D-dur aan, wordt steeds hooger op
gevoerd, slecht een enkele maal onderbroken
door een rustiger zangthema, om ten slotte
plotseling te eindigen in een duister E-moll
gelijk de slotregel: „Und kalt und dunkei
ward es auf dem Herd."
Het spel was hier nog brillanter dan in
de finale der symphonie. Het klonk buiten
gewoon weelderig. Des te meer viel daardoor
het tragische slot op.
Voor de Earold-symphonie werd Rossini's
Barbier-ouverture uitgevoerd, die in kleinere
orkestbezetting wellicht nog fijner, voorna
mer en gracieuser had geklonken.
Na „Don Juan" deed Monteux ons kennis
maken met een drietal dansen uit de onvol
tooide Opera „Prince Igor" van Eorodine,
een der vooraanstaande, echt-nationale com
ponisten der Russische school uit de 19de
eeuw.
Rhythme, tonaliteit, harmonie en melodie
dezer muziek zijn, vooral voor ons Wester
lingen, verrassend schoon. Na de twee
groote programma-muziekwerken geleek deze
serie dansen als een toegift. In werkelijkheid
was ze o.i. alleen al reeds door haar speci
fiek Russisch karakter, het aantrekkelijkste
nummer van het geheele programma.
De vitaliteit en de begeestering, die uit
de verklanking dezer serie sprak, bewees de
universaliteit van dirigent en orkest.
Na „Don Juan" liet Monteux het orkest,
na „Harold" den verdienstelijken vertolker
der altsoli, den heer Frederic Denayer, in
de hem gebrachte hulde deelen.
O. K.
Dinsdagmiddag hebben te Haarlem weer
eenige lichte relletjes plaats gehad.
In gebouw „Cecilia" aan de Jansstraat had
een honderdtal werkloozen vergaderd, die na
afloop in optocht de Jansstraat uittrokken.
De politie verbood dit, daar geen toestem
ming tot het houden van een optocht was
gegeven. Toen niet aan het bevel der politie
om uiteen te gaan werd voldaan, werden zij
met de blanke sabel uiteengejaagd. Zij sto
ven in verscheidene richtingen uiteen om
zich vervolgens op de Parklaan te vereeni
gen. Toen zfj ook daar aan het bevel der
politie niet wilden voldoen, werden ook hier
eenige charges uitgevoerd, waarbij enkele
demonstranten lichte kwetsuren opliepen.
Langs Kruisweg, Kruisstraat en Barteljoris
straat trokken zij vervolgens naar de Groote
Markt, waar opnieuw een botsing met de
politie ontstond.
Een Inspecteur wilde een werklooze ar-
restecren en werd toen per vergissing door
een agent met de sabel op de hand geslagen,
zoodat hij zich in het St. Elisabeth's Gast
huis moest laten verbinden. De onwillige
werklooze kon toch gearresteerd worden en op
het bureau bleek, dat ook hij slechts lichte
kwetsuren had opgeloopen.
Nadat de werkloozen ook op de Markt ver
strooid waren, had het relletje een einde ge
nomen.
Het bleef verder den geheelen dag rustig.
Bij den inspecteur der directe belastingen
er is f 150 binnengekomen wegens over
i ige jaren te weinig betaalde belastingen.
De zaagvlsch of zwaardvisch: „Ja beste vriend, ik ben tot uitvoerder
der ontwapeningsconferentie benoemd." (H travaso)
Vier. maanden gevangenisstraf
De Rotterdamsche Rechtbank heeft uit
spraak gedaan in de zaak tegen P. v. d. G.,
i jaar, scheepsbouwer te dezer stede, thans
gedetineerd, wegens diefstal van een fiets,
'en nadzele van H. H. w. Witte te Hoog
vliet en hem veroordeeld tot 4 maanden ge
vangenisstraf voorwaardelijk met een proef
tijd van 3 jaar.
De 46-jarige zaakwaarnemer J. van G.,
uit Haarlem en de 24-jarige kantoorbe
diende C. F. W. P., eveneens uit Haarlem,
legden op 7 October 1929 in een civiele
procedure tusschen een schipper en een
scheepshersteller een valsche verklaring
onder eede af.
Op 2 October werd de zaakwaarnemer Van
G., door de Vijfde Kamer der Amsterdam-
sche Rechtbank veroordeeld tot drie jaar
gevangenisstraf, op 30 October werd de kan
toorbediende veroordeeld tot een jaar en zes
maanden gevangenisstraf.
Het O. M. had resp. vijf en één jaar ge-
eischt.
Gisteren diende de zaak in hooger beroep
voor het Hof.
Verd. Van G., de zaakwaarnemer, had als
cliënt een schipper te Zaandam. Deze schip
per, zekere P„ moest aan een scheepsbouwer
een som gelds betalen voor herstellingen
aan zijn schip verricht. Hij kon dit niet en
in het civiel geding dat hierop volgde, ver
klaarden Van G. en verd. C. W. P., dat zij
ec-"- gesprek tusschen den schipper en den
hersteller hadden gehoord, waarbij afge
sproken werd, dat de schipper zijn schuld
zou afdoen uit de opbrengst van het schip.
Deze. onder eede afgelegde verklaring, was
onjuist.
Verd. Van G. verklaarde voor het Hof,
dat hij in beroep was gekomen omdat z. i.
de straf te hoog was en zijn medeverdachte
de Rechtbank te zijnen nadeele had be
ïnvloed. Van G. had den meineed afgelegd
op verzoek van den schipper; zijn toen
malige bediende, de medeverdachte P., was
direct klaar mee te doen aan meineed. Ver
dachte had geen belooning ontvangen, zelfs
zijn onkosten waren hem niet vergoed, het
was mij slechts te doen, aldus verdachte,
om den schipper, een arm en werkzaam man
met een groot gezin, te redden.
Een particulier detective, als getuige ge
hoord, verklaarde, na de behandeling der
civiele, zaak een onderzoek te hebben inge
steld. Hij was toen naar Van G. gegaan,
met een gefingeerd geval, ook toen was
Van G. direct klaar een meineed af te leg
gen. Bij die gelegenheid vertelde verdachte
aan getuige, dat hij kort geleden nog een
meineed had afgelegd in de zaak tusschen
een schipper en een scheepshersteller.
Verdachte ontkende dit verhaal aan ge
tuige te hebben gedaan.
De advocaat-generaal, mr. Van Harlnxma
thoe S'ooten. eischte bevestiging van het
vonnis der Rechtbank en veroordeeling tot
drie jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Klaver, vroeg clemen
tie voor ziin cliënt en aftrek van den tijd
in voorloopige hechtenis doorgebracht.
Het Hof zal 20 Januari uitspraak doen.
Vervolgens stond de kantoorbediende,
C. F. W. P., voor hetzelfde feit in hooger
be-oep terecht.
Verdachte verklaarde, dat hij handelde
onder dwang van verdachte Van G.; de-e
had hem ook betaald, terwijl v. G. zelf
ge'd had ontvangen van den schipper.
Een over verdachte u1tgeb~acht reclas-
seovingsrapport luidde niet zeer gunstig.
On verzoek van den verdediger, mr. Th.
Muiter Mas~5s, werd hieroo de verdere he-
hand^iirg der zaak aa""e'-'oti-'en tot 3 Fe
bruari, om nog een getuige te hooren.
Naar wij vernemen zal de heer Ph. Visser
Maandag 16 Februari In de groots zaal van
het Gsm. Concertgebouw een lezing met
lichtbeelden horden over ds derde Karako-
rum-exoeditie. Dit zal de eenige lezing hier
ter stede zijn.
De afdeeling Haarlem van ds Nederland
sche Middernachtzending-Vereeniging zal,
evenals zij dit in 1925 gedaan hesft, een
bazar organiseeren, waarvan de baten ten
goede komen aan den arbeid dezer vereeni
ging.
Deze bazar zal 3, 4 en 5 Maart in het
gebouw van de Haarlemsche Jongemannsn-
Vereeniging, aan de Lange Margaretha-
straat 13, gehouden worden.
Noè eens: de Volkstelling
Zoudt u zoo goed willen zijn, mij eens
te verklaren wat al die, mijns inzien*
onzinnige, vragen op de volkstelling-
kaarten te maken hebben?
Wat heeft b.v. de volkstelling met
slaapkamers en bergzolders te maken?
Waarvoor dient de volkstelling? Welk
nut heeft zij? Waarom raadpleegt men
niet de registers van den Burgerlijken
Stand, welke men wel raadpleegt voor
het adresseeren der kaarten? En wat
zijn de kosten der volkstelling?
Ondanks de vele artikelen, die de
kranten hebben geschreven om het nut
van de volkstelling in het licht te stel
len, ontvingen wij bovenstaande vragen
en wij zijn overtuigd, dat er velen net
over denken als deze abonné.
Geheel nutteloos is zoo'n volkstelling
echter niet.
Wie b.v, weet, dat bij de telling van
1920 het aantal inwoners van Neder
land 61000 minder was dan het getal,
dat verkregen werd na optelling der
verschillende officieele opgaven, die
door de gemeentebesturen warén inge
zonden, begrijpt, dat er in de Bevol
kingsregisters der gemeente heel wat
fouten worden gemaakt. Niet in die van
de groote steden. In Haarlem is het
register b.v. puik in orde. Staat daar een
huis leeg, dan is er spoedig een contro
leur aanwezig om te informeeren, waar
de vorige bewoners heen zijn gegaan en
daarna op het stadhuis te controleeren
of alles klopt. Ook wordt het register
elk jaar gecontroleerd en zoo gebeurt
het, dat bij het verzenden van de oproe
pingen voor een verkiezing, het stadhuis
slechts een honderd kaarten terug
krijgt als onbestelbaar, waaronder dan
natuurlijk schippers en zwervers zijn.
Een resultaat, waar onze ambtenaren
van het Bevolkingsbureau met recht
trotseh op gaan. Maar zoo is het niet
overal. Vooral in kleinere plaatsen en
dan nog vooral in de grensplaatsjes,
laat de nauwkeurigheid veel te wen
schen over. Daar worden wel de geves-
tigden ingeschreven, maar niet zelden
wordt vergeten om de vertrekkenden
weer af te boeken. Het kan dan voor
komen, dat in tien jaar tijd het ver
loop tusschen twee volkstellingen het
echte aantal bewoners vijfduizend en
meer verschilt met het „officieele" ge
meentelijke cijfer.
Vooral nu met de nieuwe financieele
regeling tusschen Rijk en gemeenten de
ultkeering van het Rijk geschiedt per
inwoner is het van belang, dat het
juiste aantal van elke gemeente bekend
is. In 1920 zou het 61000 uitkeeringen
te veel hebben gedaan.
Er zijn intusschen op de kaarten mis
schien vragen, die overbodig zijn of
vragen, die ook bekend zouden kunnen
worden op andere wijze, b.v. die over de
slaapplaatsen. Maar in alle gemeenten
van ons land wordt geen woningtelling
gehouden en het is toch wel van belang
te weten hoeveel eengezinswoningen
worden bewoond door twee en meer ge
zinnen en hoeveel kleine huizen worden
bewoond door te groote gezinnen. Daar
uit kan de wetgever de noodige gevolg
trekkingen maken.
En de beroepen? Dit jaar wordt de
11e volkstelling gehouden. Dat wil zeg
gen, dat van het jaar 1820 af tellingen
zijn gehouden. En wie nu de statistie
ken over die jaren bestudeert, zal met
belangstelling kennis kunnen nemen
van de beroepen, die in den loop van
die jaren verdwenen en van de nieuwe,
die opkwamen. Voor verdwijnende be
roepen denken wij aan de kuipers, hoef
smeden, postiljons, de menschen, die er
een beroep van maakten de paarden te
leiden, die trekschuiten voortbewogen.
Voor nieuwe beroepen, die opkwamen
aan b.v. rijwielreparateurs, treinconduc
teurs, radioinstallateurs. Een ieder moet
opgeven welk vak hij beoefent en wel
zoo nauwkeurig mogelijk. Daardoor
krijgt men een overzicht van de onder
deelen der nieuwe beroepen. De wetge
ver kan hieruit nagaan of er voorzie
ningen voor het een of ander zullen
moeten worden getroffen. Nut werpt de
volkstelling dus wel af.
Het is waar: de kosten zijn hoog. Aan
de gemeente Haarlem kost de telling
14 cent per getelden persoon. Daarvan
krijgt de gemeente van het Rijk vergoed
1% cent, zoodat dus voor eigen rekening
der gemeente overblijft een bedrag van
6 V, cent. Of deze kosten opwegen tegen
de voordeelen, beoordeelen wij niet.
Vermoedelijk wel, maar zeggen dat de
Volkstelling overbodig is, is in alle ge
val niet juist.
In „De Korenbeurs" werden gisteravond
om de club'.tompioensohappen der „Haarlem
sche Damclub" 19301931 de volgende par
tijen gespeeld:
Selectie-af decling
Aebe de Jong wint van J. van Looij.
Hoofdklasse
J. v. d. Giessan wint van J. P. van Eijk.
Tweede klasse
J. van Steenwijk remise met W. van Pelt;
J. van Steenwijk wint van G. A. Ottolini Jr.;
H. van Lunenburg Jr. wint van W. van
Pelt; F. w. de Fater remise met W. van
Pelt; J. C. van Waard wint van H. Berg
huis.
Derde klasse
W. J. A. Matla wint van A. Smit: H. G.
J. Andriessen wint van Th. Wessclman; H.
C. Stappers remise met J. C. Bom; Th.
Werdler wint van H. W. C. van Rhoon.