Buitenlandseh <zK*ieuws FEUILLETON Vreemdelingen en vreemdelingen - De hoffelijke Franschman - De „métèque" DE VIERDE SEPTEMBER tgRDE BLAD BRIEVEN UIT FRANKRIJK WOENSDAG 21 JANUARI 1931 BLADZIJDE 1 Frankrijk bewapent zich kapot Veelzeggend artikel van Maginot Een rapport over het drankverbod in Amerika Storm op de Zwarte Zee De zaak luit. Joris Tairijke arrestaties te Moskou Russen over Rusland Oproep tot het Amerikaansche voik Pensioen voor mevr. Foch De toestand in Britsch-hidië Gemengde cBuiten landsche cBerichten Het proces twen den goudmaker Tausend Achtervolging van smokkelaars in de lucht RADIO-OMROEP ONZE OOST Van den Volkenbond De voorbereidende ontwapenings commissie De Spaansche Griep In het geboorteland Moedige redding door een onderwijzer Overstroomingen bij Pajakoembo Na de doorbraken van den Wampo-dijk De Duitsche eisch betreffende gelijkstel ling met de vreemde mogendheden en ge lijke behandeling werd gisteren wederom door de Duitsche vertegenwoordigers tot uiting gebracht. De verklaringen van Grandi (Italië) aldus wordt in de kringen der Duitsche de legatie verklaard, worden aldaar begroet. Hy heeft nJ. ondubbelzinnig geconstateerd, dat in geen geval de eisch van veiligheid voorwaarde mag worden voor een algemeene ontwapening en ook niet de tenuitvoerleg ging daarvan mag verhinderen. Voorts wordt beteekenis toegekend aan het feit. dat Briand voor het eerst is afgeweken van zyn veiligheidsprincipe. Men is geneigd zijn verklaringen aldus uit te leggen, dat de wederom door Duitschland gestelde deside rata niet harmonieeren met de opvattingen van Frankrijk omtrent zijn veiligheid. In de avondzitting van de Europeesche Commissie heeft Dr. Surtius voorgesteld in de a.s. Mei-bijeenkomst of reeds eerder de vrije stad Danzig uit te noodigen tot deel neming aan de onderhandelingen van de Commissie. Hij verklaarde daarbij, dat een desbetreffend voorstel reeds aan den Secre taris-Generaal van den Volkenbond is over handigd. Hij behield zich nog het recht voor zich in dezen met de Poolsche regeering in verbinding te stellen. Het voorstel van den Duitschen Rijksmi nister van Buitenlandsche Zaken, dat volgens het reglement bij de behandeling van de uit- noodiging van Sovjet-Rusland en Turkije ter sprake zal komen, lokte een levendige dis cussie uit. Briand verklaarde, dat het hier een zeer büzondere kwestie betreft, die eerst nog grondig moet worden onderzocht en Zaleski een en ander reeds met hem heeft besproken. Curtius antwoordde, dat het hier geenszins een .juridische, doch louter een politieke kwestie gold. De discussie werd gesloten met de mede- deeling van Briand, dat deze zaak eerst nog moet worden onderzocht. De Europeesche Commissie van den Vol kenbond heeft op voorstel van Briand een redact'e-commissie ingesteld, die behalve Briand, ook Curtius, Henderson, Grandi, Zaleski, Simon. Mowinkel, Buroff en Titu- lescu zal omvatten. Deze commissie zal alle in de Commissie behandelde economische en politieke vraagstukken onderzoeken en Briand ontwikkelde in zijn rede zijn stand punt met betrekking tot de verdere werk zaamheden van de Europeesche Commissie. Hij wees er op, dat de agrarische kwesties ge- ruimen tijd zullen vergen, terwijl inzake de andere kwesties onverwijlde beslissingen noodzakelijk zy'n. Spr. onderstreepte den noodtoestand van het economisch leven, die het noodzakelijk maakt, dat de regeeringen onmiddellijk hulp verleenen. Spr. plaatste hierbij de economische kwesties op den voor grond en verklaarde, dat hy bij de samen stelling van het memorandum geenszins de bedoeling heeft gehad de polit'eke vraag stukken een primaire beteekenis toe te ken nen. Curtius stelde daarop voor, dat de com missie alle belangrijke kwesties verder zou behandelen om in Mei a.s. practische voor- steTen te doen. De redactiecommissie komt hedenmorgen bijeen om de Opper-Silezische kwesties te bespreken. Lausanne zetel der ontwapeningsconferentie? In Volkenbondskringen neemt men thans als vaststaande aan, dat de ontwapenings conferentie te Lausanne zal bijeenkomen. De gedelegeerden zouden dan gedeeltelijk te Montreux kunnen worden ondergebracht. Deze oplossing zou bovendien het voordeel hebben, dat de conferentie en de commissie zittingen te Genève gelijktydig kunnen wor den gehouden. Maginot, minister van oorlog in de kabi netten van Foincaré en Tardieu en lange jaren de voorvechter eener kraentige bewa peningspolitiek in Frankrijk, heeft in een in terview met de „Paris-Midi" te kermen ge- MAGINOT geven, dat de bewapeningslasten, waaronder Frankryk gebukt gaat, allengs te zwaar be ginnen te worden. Wel betoogde hij, dat Frankrijk zijn nationale verdediging niet verwaarloozen mag en alles moet doen om zijn grenzen tegen een bedreigen van buiten te beschermen, doch hij voegde er aan toe, dat de veiligheid van een land thans niet meer alleen met militaire maatregelen kan worden gewaarborgd, daar met het oog op de kostbare bewapeningen en de gestadige vorderingen der militaire techniek geen land op den duur meer in staat is de financieele lasten te dragen. Frankrijk is althans het kritieke oogenblik genaderd, waarop de uit gaven zijner bewapening zijn financieele ca paciteit dreigen te overschrijden. Daarbij komt. dat in de komende jaren, tengevolge van de daling van het geboortecijfer gedu rende de oorlogsjaren, het effectief der lich tingen van 240.000 op 140.000 man zal dalen, een vermindering, welke slechts door een verlenging van den dienstplicht en een ver hooging van het contingent beroepssoldaten zou kunnen worden gecompenseerd. Onder deze omstandigheden staat de Fran- sche politiek dus geen andere keuze open dan de aanvulling van zijn eigen maatrege len ter beveiliging zijner grenzen te zoeken op het gebied der internationale oplossingen. samengesteld, merkte de President op, dat onder „materiaal"' toch „goud" moest worden verstaan, zeide Tausend: „Ik spreek opzet telijk niet van „goud". Voor mij was het „materiaal." Bekl. is toen begonnen met het construee- ren van kleine installaties om de goudfabri- eage als „thuiswerk" mogelijk te maken. Ieder werkloos gezin in Freiburg zou een dergelyk apparaat ontvangen en in staat ge steld worden, zich door goudfabricage thuis een schitterend bestaan te verschaffen. De verwezeniyking van zijn plannen werd door zyn arrestatie verhinderd. Gevraagd, waarom hy geen goud bewaarde, antwoordde hy geen schade te willen lijden. Zon- en schaduwzijden Het zoo juist gepubliceerde rapport van de sub-commissie inzake het prohibitie- vraagstuk geeft een getiouw beeid van den door alle partijen met animo gevoerden strijd vóór of tegen het drankverbod. De uiterlijke unanimiteit van het hoofdrapport, waarin zelfs een verhooging van de voor de uitvoering van 't drankverbod beschikbaar gestelde credieten wordt gevraagd, wordt echter door de in het addendum vervatte individueele opmerkingen der commissie leden weersproken. Van de elf leden der eommisie vragen er twee volkomen herroeping van het drank verbod, één lid stelt voor de in Zweden geldende bepalingen over te nemen, drie leden bepleiten wijziging van de prohibitie- wet en de overigen vragen plaatselijke keuze. De laatsten wenschen slechts ver andering, voor het geval, dat de prohibitie- wet, ondanks verbetering van de voor schriften voor de uitvoering, na bepaa'den tijd het tegendeel van een succes mocht worden. De Commissie is het er over eens, dat er sedert de invoering van de prohib'tie een ontstellende minachting voer de wet en corruptie geconstateerd kan worden. Als een der goede zijden van het drankverbod be schouwt de commissie de algemeene ver- hooglng van den levensstandaard. Ten slotte vraagt de commissie u'tbreiding van het personeel, dat de naleving van het drankverbod controleert. Cassatie De verdedigers van luitenant Joris ver klaarden, dat zu tegen het vonnis, waarbij hun cliënt in hooger beroep tot tien jaar- gevangenisstraf en militaire degradatie werd veroordeeld, cassatie zullen aanteeke- nen. Naar uit Moskou wordt gemeld is aldaar in den laatsten tyd een crisis ontstaan in de yerzorging van de stad en de omgeving. De G.P.O.E. heeft ontdekt, dat een groep personen, die betrekkingen onderhie.den met de Moskousche vakvereenigingsbonden een groot opgezette actie voerden voor opdrijving der groentepryzen. In verband hiermede wer den talrijke personen gearresteerd en naar Siberië verbannen. In den loop van deze week ondergingen 220 personen dit lot. De bladen in New-Vork bevatten een op roep geteekend door 200 bekende Russen in Europa, waarin aan het volk der Vereenigde Staten wordt gevraagd, dat het de vriend zal blijven van het Russische volk maar niet van de „tegenwoordige tirannen." In den oproep wordt voorts gezegd, dat het Russische volk van honger sterft en dat van Rusland koopen het aanmoedigen is van het bezigen van dwangarbeid door gevangenen. Een Nederlandsch en veie andere schepen vergaan. Op de Zwarte Zee woedt een hevige storm. Drie stoomschepen, een Grieksch, een Nederlandsch, en een Turkseh, alsmede on geveer dertig kleinere vaartuigen zijn gezon ken, terwijl ettelijke andere schepen in nood verkeeren. I,evenslang 100.000 francs De pransche Kamer nam een wetsontwerp aan, waarbij aan de weduwe van maarschalk Foch boven haar gewone pensioen levenslang een extra pensioen van 100.000 francs wordt toegekend. By de voortgezette behandeling van de strafzaak tegen den goudmaker Tausend, heeft beklaagde mededeelingen gedaan om trent zijn laboratoria. Hfj had zich naar Bre men moeten begeven, aangezien de aldaar door Ludendorff geanimeerde geldschieters geld wilden zien. De middelen waren echter niet toereikend genoeg geweest om iets tot stand te brengen. Daarom ging hy naar Frankfurt a. M. en Freiburg. Aldaar werd hem door een heer medegedeeld, dat er een dagbladartikel zou verschijnen onder den titel „Ludendorff de Goudmaker." Tegen een schadeloosstelling van eenige duizenden Mark kon dit echter verhinderd worden. Bekl heeft echter dezen heer de deur gewezen. In Juli 1926 verscheen daarop dit artikel in de „Münchener Post"; korten tijd 'ater deed Ludendorff mededeelin:; van zijn uittreden. De financieele toestand werd steeds slechter en onderhandelingen om het procédé te ver- koopen aan een kapitaalkrachtige onderne ming, mislukten. Op de uitlating van Tausend, dat hij het eerste kilo materiaal reeds jaren geleden nad Samenzwering ontdekt Tijdens de behandeling van een proces te gen niet minder dan 25 personen te Bombay, werd een groot complot ontdekt. Uit in be slaggenomen documenten bleek, dat er moordaanslagen op hooggeplaatste politie officieren beraamd waren. Door aankoop van schatkistbiljetten en gelijktijdig boycot van spaarbanken en re- geeringsleeningen, wilde men het gouverne ment financieel uitputten. In de Vereenigde Staten zou een propa ganda-actie worden begonnen om bij de Amerikanen stemming te maken tegen de Engelsche heerschappij in Indië. Boven Hollywood is Zondag een gevecht in de lucht geleverd, dat filmregisseurs in verrukking zou hebben gebracht. Alleen was het in dit geval „maar werkelijkheid"., In de luchthaven Vail was een eendekker aangekomen, die drie onbekenden had aan gebracht. Het drietal rende naar oen ge- reedstaanden auto en verdween. Nauwelijks waren ze weg of het vliegtuig steeg weer op schrijft het Hbld. - Ambtenaren van het departement ran handel, die smokkelarij vermoedden, gelast ten een tweedekker het andere vliegtuig te vervolgen. Plotseling werd er uit den een dekker met een machinegeweer op den ver volger geschoten, doch geen der schoten trot doel. De eendekker verdween in een mist bank; de tweedekker kruiste nog eenigen tyd rond en gaf de jacht toen maar op. Het is bekend dat een vloot vliegtuigen drank en verdoovende middelen smokkelt over de Mexicaansche grens, terwijl andere vliegtuigen voor veel geld vreemdelingen in de V. S. binnensmokkelen. DONDERDAG 22 JANUARI 1931 HUIZEN, 298 M. 8.09—9.15 KRO; 10.00 —11.00 NCRV; 11.30—2.00 KRO. Daarna NCRV. 8.00—9.15 Gramofoonpl. 10.00— 10.30 Zang Dameskoor NCRV. 10.3011.00 Ziekendienst. 11 30—12.00 Godsd. Causerie Pastoor Perquin. 12.011.30 Concert KRO- Trio. 1.30—2.00 Gramofoonpl. 2.00—2.15 Gra mofoonpl. 2.153.15 Handwerkcursus. 3.15— 3.45 Vrouwen-halfuurtje. 4.005.00 Zie- kenuurtje. 5.00—6.30 Concert .Mevr. Zee manCramer (sopraan) H. de Lange (bas), Chr. Hengeveld Jr (viool), G. Hengeveld (piano). 6.306.45 Gramofoonpl. 6.457.00 Knipcursus. 7.00—7.30 Accordeonconcert. G. E. den Boer. 7.30 8.00 Gramofoonpl. 8.00— 10.30 Propaganda-Avond voor Chr. Jeugd- vereenigingen. Gouda Sprekers; Ds. H. van Dijken en Ds. J. P. C. ten Brink. Meisjes koor „Hosanna" o. 1 v. J van Beek. Chr. Muziekvereeniging ..De Bazuin o. 1. v J. P. Oskam. G. de Raadt (orgel). 10.30—10.40 Vaz Dias. 10.4011.30 Gramofoonpl. HILVERSUM. 1875 M. Uitsl. AVRO- Uitzending. 8.009 50 Gramofoonpl. 10.00 —10.15 Morgenwijding. 10,'0—12.00 Concert AVRO-kwintet o. 1. v. Fr. Lupgens. 12.30— 2.00 Concert. Orkest Arena-r.neater. Rotter dam o. 1. v. Max de Groot. 2 002.30 Vrou wenhalfuurtje. 3.004 00 Naaicursus. 4.00— 5.00 Ziekenuurtje. 5.006 00 Concert. Kovacs Lajos en zijn orkest. 6.006.30 Sportpraatje II. Hollander. 6.30—7.00 Radio-Vo!ks-Uni- versiteit. 7.007.30 Engelsche les. Fred Fry. 8.008.15 Gramofoonpl. 3 159.15 Aanslui ting Concertgebouw. 9.15—9.45 Orgelspel door Pierre Palla. 9.4510 00 Concert. Om roeporkest o. 1. v. Nico Treep. 10.00 Vaz Dias. 10.15—11.00 Omroeporkest. 11.00—12.00 Gra mofoonpl. DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgen wijding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door R. Poort. 1.202.20 Concert. F. Hatfield (so praan). W. Brownlow (banton). Trio. 2.25 Uitz. voor scholen 3.204.95 Kerkdienst. 4.25 Lezing. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinder uurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Berichten. 7.00 Zang door S. York Bowen en S Austin. 7.20 Le zing. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. Militair Or kest. L. Migane (alt). Losowsky (viool). 9.20 Berichten 9.40 Lezing. 9.55 Koorconcert. 10.3 0 „Mackintosh." Hoorspel. 11.0512.20 Dansmuziek. 12.20—12.25 Televisie. LANGENBERG. 473 M. 6,20—7.20 Gra- mofoonplaten. 9.3510.05 Gramofoonpla- ten. 11.30 Gramofoonplaten. 12.25 I.50 Concert. Orkest en piam. 4.505.35 Orkestconcert. 7.057.50 Gramofoonpl. 7.50 ..Die Strafsache gegen Pannicke". Hoor spel van Audssor. Daarna berichten en tot II.20 Dansmuziek. BRUSSEL, 508.5 M. - 5.20 Gramofoon platen. 6.20 Gramofonplaten. 8.35 Orgelcon cert. 8 50 Trioconcert. 9 05 vervolg Orgelcon cert. 9.25 vervolg Trio-concert. 9.50 Dans muziek. KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—1.20 Or kestconcert, 2.204.20 Orkestconcert en pia no. 7.307.40 Orkestconcert. 7.409 40 „Ot hello" van William Shakespeare, 9.5510.20 Vioolduetten. 10.2011 50 Dansmuziek. PARIJS „RADIO PARIS", 1725 M. 8.05 Gramofoonplaten 12.50 Gramofoonplaten, 4.05 Gramofoonplaten, 6.50 Gramofoonplaten 8.20 Gramofoonplaten, 8.35 Tooneeluitzending „l'Aiglon" van Edmond Rostand. ZEESEN, 1635 M. 5.40—11.20 Voordrach ten, 11.2012.15 Gramofoonplaten. 12.15— 1.20 Berichten, 1.202.20 Gramofoonplaten, 2.203.50 Lezingen, 3.504.50 Orkestconcert, 4.507.20 Voordrachten, 7.20 „Das Wasser" Alfons Pacquet. Muziek Rob. Müller—Hart- mann. 8.10 Causerie en daarna Symphonie Concert, 9.35 berichten en daarna tot 11.50 Dansmuziek. „Vreemdelingen en vreemdelingen zyn Wee", beantwoordde de Parysche inspecteur van politie mijn vraag, hoe de vreemdeling °"er het algemeen by de politie aangeschre- V{M stond. „Voor ons, politieambtenaren", ging hy Voort, „zijner zelfs drie hoofdgroepen van .-''temdelingen te Parijs. Ten eerste de vreem ^e'ihg „de passage", dat zyn zy, die eenige y^ken voor hun pleizier hier zijn. Ze veroor- Mken ons dikwyls veel last door hun luid ruchtigheid, hun te groote liefde voor de Mansche wijnen en likeuren en door de on achtzaamheid waarmede ze met hun dikke Portefeuilles omspringen. Maar we zien veel ten ze door de vingers, omdat ze het noodige *eld in de diverse laatjes brengen. De tweede groep bestaat uit de vreemde- 'Mgen „domicilie" te Parijs (de te Parijs wo- terde vreemdelingen). Deze worden slechts M zeer enkele gevallen als vreemdelingen beschouwd, in hoofdzaak zyn ze hier even teij en onafhankelyk als de geboren Parij- tenaars. Ten slotte hebben we nog de derde groep, "at zijn de zoogenaamde ongewenschte Vreemdelingen. Hiermede bedoel ik nog niet tens de politieke of gewone misdadigers zouden eventueel een vierde, echter vrij Onbelangrijke, groep kunnen vormen. Met teze laatste groep, die der echte, der erkende Misdadigers, heeft de politie niet zoo heel teel last. Maar de vreemdelingen waaruit ~e derde groep bestaat, we noemen ze „mé- teques", dat zyn de ergsten." Hier mengde zich een andere politie-offi- ®ier in het gesprek: „De spreektaal," zei hy, „is dikwyls te arm o® dit is hoofdzakelijk de reden dat men "ier gewoonlyk met een zekere minachting ^Preekt over „les gens qui ne sont pas de o.hez nous". Niets is echter onjuister, onbil- "Jker en tevens gevaarlijker dan deze nel- |Mg. Ze kon er wel eens toe leiden, dat frankrijk de milliosnen vrienden, die het overal in de wereld telt en die nooit te talryk bunnen zijn, ging verliezen. Volgens een oude en eerbiedwaardige tra ditie, zijn wij gastvrij en hoffelyk jegens hen, Me ons de eer bewyzen ons te bezoeken. Deze traditie moeten wy handhaven. Tegen woordig schrijft trouwens reeds het eigenbe- tehg ons voor in dit opzicht onze reputatie •oog te houden zy het onze bezoeker voor eenige dagen of de gast, die zich bij ons ge vestigd heeft, welkom is de vreemdeling, die. zcoals wy. een vaderland heeft. Maar ae anderen, zij, die geen vaderland hebben.... ®n dit onderscheidt den métèque van den Vreemdeling. Niet dat hy officieel zonder Vaderland is. De internationale politie zou dan al heel gemakkelijk met hem kunnen afrekenen! Integendeel, hy heeft altyd eenige geboortelanden in voorraad! Evenals trouwens paspoorten en andere papleren, ooms zijn zijn papieren van valsche stem- Pels voorzien, soms ook van echte. Deze pa- Pieren worden dien modernen nomaden Verstrekt door „welwillende consulaatsbe- aP'.bten gemeente-secretarissen en zie bijvoorbeeld Marseille door gemeente raadsleden! Het zou me zelfs niet verwonde ren vandaag of morgen in de een of andere krant een advertentie te zien, waarin pas- Poorten en andere papieren van alle moge- ÜJke landen te koop worden aangeboden, met de laatste officieele prysopgave. Het is wer- keiyk een handel, die op weg is normaal te worden!" „En staat de politie tegenover dit alles Keheel machteloos?" vroeg ik verbaasd. „We doen het mogelijke, maar de métèques kijn als ongedierte: bijna niet uit te roeien. Men vindt ze overal, maar vooral daar, waar te kans hebben hun slag te slaan; speelza len en danshuizen. De gevangenis schrikt ze niet af; ze be- teliouwen deze als de risico van hun bedrijf. Dat wil echter niet zeggen, dat de gerouti neerde métèque zyn straf zonder meer ac cepteert! Hij is in de wetten en in de kunst om deze te ontduiken even bedreven als de beste ad vocaat. Verder verzuimen ze niets om het de teehtbank zoo moeilyk mogeiyk te maken; Mschen byvoorbeeld een tolk, zelfs al spre ken ze het Fransch als een geboren Fransch- Man. U kunt er zeker van zyn, dat U den Man, dien u in Parijs bijvoorbeeld als Pool gekend hebt, in San-Francisco terugvindt als Huigaar of als Rus in Shanghai. De métèque herinnert zich soms zijn nationaliteit van öen vorigen dag, maar hij weet nooit welk tend morgen zijn vaderland zyn zal! En ze Mjn zoo talrijk dat de plaats van één ver jaagde onmiddellijk door twee anderen inge- Pomen wordt. Doch dit kwaad heeft de po litie van welhaast alle wereldsteden te be strijden. Er is echter nog een ander kwaad, dat veel erger is en dat in ieder geval Voor Europa slechts in Parys woekert. Dat is het naturalisatie-gevaar. Er is geen 'and ter wereld, waar men zoo gemakkelyk genaturaliseerd wordt als in Frankrijk. Da gelijks worden talrijke vreemdelingen (en Métèques) via een eenvoudige formaliteit tot Franschen gemaakt en dit in verband Met het lage geboortecyfer Is een ze kerder middel om Frankryk te „défranciser" dan een annexatie! Aanvankelyk werd de Mooie titel van Fransch burger slechts ver- leend aan landbouw- en industriearbeiders, die zich hier gevestigd hadden, menschen Van onschatbare waarde voor het land, maar tegenwoordig wordt, bijna onverschillig wie, tot Franschman erkend; terwijl zy, die in geen enkel land geduld worden,, zich door middel van wat financieel geknoei. Frank rijk altijd nog wel tot vaderland kunnen maken!" Tot zoover mijn onderhoud met be.de poli- tie-officieren. In een volgenden brief zal ik trachten nadere bijzonderheden mede te deelen betreffende het voor Frankrijk zoo belangrijke vreemdelingenvraagstuk. H. d. J. In aansluiting op onze berichten van gis teren over de openingszitting van de voor bereidende ontwapeningscommissie het vol gende Henderson hield vervolgens een rede. Hy spcorce de wereld aan tot daden over te gaan, de Bondsleden hebben de verplichting om tot bewapeninêsvermindering over te gaan en niet slechts tot beperking. Overi gens nam Henderson de gelegenheid te baat om nog eens te la'en uitkomen, dat Enge land geen nieuwe allianties wenscht, 'naar de alliantie, die in het Bondspact ligt op gesloten, voldoende acht. Afgezien dan na tuurlijk nog van de waarborgen van Locar no. Dit was duidelijk voor de Franschen be doeld. Streng was Hendersons frase, da' En geland alleen vrienden kan zyn met hen, die op dezen weg naar ontwapening willen meegaan. Voor het overige stippen wy nog een vriendelyke frase aan over de medewerking van Rusland aan het ontwapeningswerk. Hierop verklaarde Curtius het rapport- Quinones te aanvaarden, omdat dit uitslui tend geeft een historisch overzicht van het werk der commissie-Loudon, zonder dat daarby de goedkeuring voor het rapport der commissie wordt uitgesproken. Hy herinnerde aan de houding van Graaf Bernstorff in de voorbereidingscommissie en verklaarde, dat Duitschland er op moet blijven aandringen, dat de ontwapenings conferentie aan alle volkeren zou brengen gelykheid en gelyke veiligheid. Als dit niet gebeurt zou de volkenbond zijn bestaansrecht verliezen. Mocht daarentegen de ontwapeningscon ferentie haar taak naar behooren vervul len, dan zal Duitschland dit volkomen er kennen, want geen voik kan meer dan het Duitsche volk verlangen een werkelijke ont wapening. Grandi was merkwaardig gematigd. Hy verklaarde niet in byzonderheden het Ita- liaansche standpunt te zullen uiteenzetten cn slechts er aan te herinneren, dat naar de Italiaansche opvatting de veiligheid niet mag zyn een onontbeerlijke voorwaarde voor een begin van ontwapening. Hy drong aan op een spoedige bijeenroe ping der ontwapeningsconferentie, want de volkeren, die door de economische crisis zwaar gedrukt worden, zouden niet kunnen begrypen, dat men onnoodig lang nog voort gaat met het uitgeven van millioenen voor de bewapening. Briand was het volkomen eens met Hen derson, dat de conferentie slagen moet. Hij erkende de verplichtingen van artikel acht van het volkenbondsverdrag. Briand verklaarde met vertrouwen naar de ontwapeningsconferentie te zullen gaan en het er over eens te zyn, dat deze moet brengen een vermindering en niet slechts een stabiliseering van de bewapening. Al zal het doel van Duitschland een vol komen gelykheid, nog niet kunnen worden bereikt, hy hoopte, dat de Duitschers toch zouden inzien, dat deze eerste ontwape ningsconferentie slechts een eerste van een lange reeks zal zijn. Een vermindering van bewapening op deze eerste conferentie zal slechts de veiligheid verhoogen en nieuwe stappen in de richting van ontwapening gemakkelijker maken. Ook de gedelegeerden van Polen, Japan en Ierland aanvaardden het rapport van Qui- nones de Leon en spraken de hoop uit op succes der conferentie. Het rapport van Quinones de Leon werd hierna zonder stemming aangenomen. De groote verklaring van Dr. Curtius, af gelegd in de ochtendzitting van den Raad van den Volkenbond, heeft niet nagelaten indruk te maken. De deconfiture van de tot dusverre door den Volkenbond op het gebied van de vermindering der bewapening ver richte werkzaamheden en de ondubbelzin nige eisch van Duitschland inzake essen- tieele wijziging van de bestaande grondsla gen voor de toekomstige ontwapeningsover eenkomst, werden tot dusverre nimmer zoo scherp belicht. De verklaring van Curtius wordt algemeen beschouwd als het program der Duitsche regeering voor de a.s. Ontwa peningsconferentie en uitgelegd in dien zin, dat de Duitsche Rijksregeering ieder com promis in de ontwapeningskwestie zal ver werpen. „Zou het onbescheiden zijn te vragen met welke dame vroeg Bryce. „Ja zekerIn dat korte antwoord lag een met te miskennen wrevel. Bryce trok zijn wenkbrauwen op, doch bleef zwijgen. „Mag ik u vragen, waar u zich bevond tusschen twaalf uur en half vier ging hij voort. „Ook op die vraag ben ik zoo vrij niet te antwoorden," sprak Leslie, terwijl zijn gelaat zijn opkomenden toorn verried. „Laat ik u de vraag anders stellen," onder brak Bryce hem zoetsappig. „Hoe laat nam u afscheid van die dame Leslie Wace rees overeind, terwijl verontwaardiging op z'n gelaat te lezen stond. „Dat noem ik toch al te verregaand," protesteerde hij woedend. „Ik ben niet van plan om me over zuiver particuliere aangele genheden te laten uithooren 1" Bryce negeerde zijn uitbarsting. „Wilt u ons tenminste vertellen, of u zich omstreeks dien tijd in de nabijheid van Chatterton's huis bevond vroeg hij. „Neen, daar was ik niet," zei Leslie. „Dank u, dat is alles,beëindigde Bryce. „O, als ik vragen mag, hoe denkt men erover wilde Leslie weten. Guest kwam tusschenbeiden, terwijl hij een bevredigend gebaar met z'n hand maakte. „We wenschen enkel zekerheid te hebben dat u om dien tijd niet in de buurt was," zei hij op zachten toon. „U heeft het nieuws ze- j ker al vernomen Mooi zoo. Wij wenschen J natuurlijk op de hoogte te zijn met de bewe gingen van eenieder, die zij het ook slechts zijdelings in verband staat met dat betreurens waardig voorval." „Lieve hemel 1 U verdenkt mij er toch niet van. dat ik iets heb uit te staan met den moord op Chatterton. is 't wel?' wierp Leslie verbluft tegen, terwij) angst en ont steltenis op z'n gelaat te lezen stonden. „We vermoeden niets," mompelde Bryce. „We zoeken bijzonderheden omtrent den moord, maar uw antwoorden zouden 'n ver moeden rechtvaardigen." „Nu, als dat alles is, dan ga ik," zei Leslie nu een toontje lager. „Aangezien ik geen inspecteur van politie ben, heb ik mijn werk Die opmerking deed Guest lachen, doch ze ergerde Bryce. „Brutale dwaas," snoof deze. „In ieder geval, we hebben vat op hem. Dat is duide lijk." „Dat ezelsjong bracht zijn tijd dus door met naar haar oogen te kijken en haar goeien dag te zeggen Een nacht op het bureau zou hem goed doen, dien leelijken nietsnut 1" Boos ironste hij zijn voorhoofd. „H'm," stemde Guest in. „Heer, hoe dwaas zijn deze schepselen Tusschen twee haakjes. dat is uit Shakespeare." Bryce keek wantrouwig op naar z'n col lega. onzeker of dii citaat als op hem van 'oepassing werd bedoeld, of op Leslie Wace. „Er is nog veel van den afgeloopen nacht. dat opgehelderd dient te worden," bromde de man met den gehavenden neus, ter wij. Dat de Spaansche griep wel degelijk iets met het land heeft uit te staan moge blijken uit het bericht, dat 30.000 personen in Ma drid door griep zijn aangetast De doktoren kunnen het werk niet af. De griep-epidemie breidt zich steeds verder uit. In de Noord westelijke vlootbasis Ferrol is het geheele verplegende personeel door de ziekte aan getast, zoodat de bemanning der aldaar ge stat ionneerde schepen verplegingsdiensten moet waarnemen. Het arsenaal en de Mili taire School zijn tijdelijk tot ziekenhuizen ingericht. De ziekte is voor het meefendeel niet van gevaarlijken aard. De „Deutsche Ztg" verneemt uit Frankfort a.d. M. het volgend verhaal over de redding van 'n zestal knapen door den onderwyzer Schuman te Idstein (Taunus). De knapen hadden zich op het ys van een vijver gewaagd, dat echter, te zwak, plotse ling brak; het zestal stortte in net water. De onderwyzer. die toevallig in de buurt was. snelde onmiddellijk te hulp. Daar het ijs onder zijn gewicht brak. baande hy zich een weg door het water naar de plaats waar de jongens zich bevonden. Met buitengewone krachtsinspanning kon de moedige redder vijf der jongens op het droge brengen. De zesde nad zich aan een ysschol vastgeklampt en was weggedreven. Èen poging om den knaap te redden scheen hopeloos. Trots alle waarschuwingen sprong de on derwijzer opnieuw in het ijskoude water en slaagde ei tegen alle verwachting ln, den jongen te bereiken en aan land te brengen. Toen begaven den onderwyzer zyn krach ten en zonk hij bewusteloos neer. hij dat orgaan stevig vasthield en zijn betoog nogal verward inleidde. „Vreemd dat Myra 'i zelfde zou verklaren „Vrees en vermoeidheid," antwoordde Guest. „Bovendien, zy is een meisje, weet u." Nadenkend legde Bryce zijn vinger tegen het puntie van zijn neus. „Ja, maar zij zat tegenover Venning," antwoordde hij prompt. „Chatterton en ik eveneens," was het 'egenwoord. „Daar hebben we het al over gehad." Bryce werd geprikkeld omdat de ander zoo kort aangebonden was. „En," vervolgde Guest, „jij bent de chaperon van de dame, ik niet." Op welk gezegde inspecteur Bryce, bij de gedachte aan zijn laatste mislukking om bij de dame in kwestie betrouwbare infor maties in te winnen, zich niet verplicht achrte re antwoorden. Niettemin, toen hij de kamer weer in oogenschouw nam, waar het drama zich had afgespeeld, dienzelfden avond van de mis lukking om een draad te vinden die de gebeurtenissen van den laatsten nacly ver klaarbaar maakte, kon Bryce een verdenking van Myra maar niet van zich afzetten. Op haar plaats gezeten, liet hij de misdaad weer aan zijn herinnering voorbitgaan en zocht tevens te ontdekken waar een kogel, door haar afgescho'en terecht moest komen. Toen hij dat punt bepaald had. ging hij de kamer door en bestudeerde zorgvuldig Spoorwegverkeer gestremd Groote bandjirs inundeerden talrijke desa's in het Pajakoembosche. De padi-aan- plant werd vernield. De schade is nog niet vastgesteld. De postweg naar Medan, tus schen Fort de Koek en Loeboek-si-kapiang, is door een; aardverschuiving gestremd. Het spoorwegverkeer in de Padangsche Boven landen is op vele plaatsen gestremd. De aangerichte schade De treinverbinding tusschen Medan en Belawan is weer hersteld. De schade, toege bracht ana den Wampo-dijk, wordt ge taxeerd op 150.000. De schade aan de we gen is zeer groot, terwijl honderden wonin gen, welke langs de rivier achter den dyk waren gelegen, door het water werden mee gesleurd. De grond, welke gereed was voor het plan ten van tabak, werd overstroomd, zoodat deze grond opnieuw moet worden getjankold. De doorbraken van de dijken van de Wampo zyn het ergste nabij Tjintaradja, waar het water zich met een donderend ge weld in de richting van de ondernemingen op de in bewerking zijnde tabaksgronden stort. Het peil van het water van de Wampo zakt nc steeds niet. de lambrizeering boven den stoel, waarin Venning gezeten had. In een oogwenk had hij het gat ontdekt, waaimt Weston, de reus in burger, den kogei verwijderd had. Toen hij den misten hoek opnam, zooals de kogel m het hout gedrongen was, kwam Bryce tor het besluit, dat het schot van Guest tnoesi geweest zijn, maar daarom stond het nog niet vast, dat Myra een van de beide schoten gelost had, n.l. dat Venning gedood en Guest verwond had. Her eenige ten haren gunste en van zeer groot beiang was het ieit, dar zij zich niet had kunnen bewegen, zonder dat de oude Chatterton het gezien oi gehoord moest hebben en het zou allerminst aan te nemen zijn, dat de oude haar uit een zekere mis plaatste ridderlijkheid voor den arm van het gerecht wilde beschermen. Neen, die uitleg hield geen steek. Want heusch, Chatterton behoorde met tot diegenen, die aanspraak kunnen maken op den titel van „ridderlijk" vooral me' in di> geval, waarin hy zoodoende een schuldige zou beschermen, die later in staat zou zijn wraak op hemzelf uit te oefe nen. Met weerzin liet Bryce varen, wat hij zich eerst als een veelbelovende theorie had voorgesteld. (Wordt vervolgd). 14. „Hallo," brombeerde Bryce, „hallo, is Mijnheer Wace daar Wilt u even kijken Hij keek boos en wachtte met ongeduld, terwijl de dienstbode aan het andere eind van den draad naar alle waarschijnlijkheid haar belofte aan het vervullen was, mijnheer Wace te zoeken. „Niet aanwezig Wilt u alstublieft zoo goed zijn hem bij zijn thuiskomst te zeggen, dat inspecteur Bryce hem even wilde spre ken Guest die zijn verrassing liet blijken over deze ingewikkelde woorden, keek Bryce vreemd aan. ..Wil je bij Leslie gaan visschen vroeg hij. „Ja." kwam het bondig. ..Je wou zeker weten, wat hij uitvoerde," Vervolgde Guest, doch als antwoord volgde ten nietszeggend gemompel. ..Je gaat '<e gang maar. Misschien kan ik °®k nog wat aas voor je aan den hengel slaan veronderstelde Guest. Doch een onvriendelijk gebrom was het loon voor zijn vriendschappelijke poging hem vau dienst te zijn. Omstreeks een uur of tien werd er aan de deur geklopt, en als antwoord op het korte „binnen" van Guest, bracht een be diende Leslie Wace binnen. „Mijnheer Wace, mijnheer." „Goeden morgen, Leslie," groette Guest. Leslie knikte en ging zitten. „Ik wilde u eenige vragen stellen over den afgeloopen nacht," bulderde nu opeens Bryce, die rood werd, toen hij zag hoe Leslie's blikken zich op zijn gezwollen neus richtten. „Gaat uw gang," antwoordde Leslie. „In den slag geweest Guest eveneens. Wat mankeert uw arm, inspecteur „Zijn arm of mijn neus gaan ie niets aan," viel Bryce vinnig uit, „de kwestie is, waar ben je gisterenavond heengegaan, toen ze ic opbelden?" Wace keek ietwat onrustig naar den inspecteur. „Ik-e-ik had een afspraak," zei hij zacht. „Wat voor een „Privé 1" Leslie's stem klonk wat bitter. „Natuurlijk. Ik bedoel met wien zei Bryce knorrig. „Moet ik daarop antwoorden vroeg Leslie, die 'teen weinig beschaamd leek. „U zoudt mij ten zeerste verplichten." „Welnu, met een dame," vertelde Leslie beschroomd en met het gezicht van een doodgraver.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 9