DE HUISHOUDING DER
JURKJE MET KORTE
7
DE CLIVIA
ZELF LAMPEKAPPEN
OZ
Goedkoope Patronen
Zonder hulp'
OP VERZOEK
Voor meisjes van 5 jaar
M-
JL.
PÏrHjTTFIU
Onze kamerplanten
EHery Leonard, een Amerikaansch pro
fessor en gewaardeerd publicist, heeft in
een van zijn geestige essays gesproken
van onze „dienstbodenlooze" eeuw, in
tegenstelling tot de vorige, toen goede
hulp nog te kust en te keur verkrijgbaar
was. Voor tachtig gulden per jaar een
volslagen dienstbode
Hij komt tot de slotsom, die dit essay
ook voor ons interessant maakt: „Ook
Europa zal over honderd jaar, of eer
der, zonder dienstboden zijn."
En als de invasie van de Duitschertjes
eenmaal is opgehouden, zijn we mis
schien over twintig, dertig jaar al een
aardig eindje op weg naar dat liefelijk
verschiet.
t Is niet onaardig, bü onze zusters
aan den overkant van den grooten plas
eens een kijkje te nemen, om te zien,
hoe t voorland is van onze dochters en
kleindochters en misschien.... ons eigen,
als we nog tijd van leven hebben! Om
te zien, of zooiets überhaupt mogelijk is
of men zich als beschaafde vrouw
daarin zou kunnen schikken, jaar In,
jaar uit. En vooral: of er eigenlijk nog
iéts terecht komt van de huishouding,
zooals die in den goeden ouden tijd werd
opgevat.
In Amerika is de dienstbodenlooze
huishouding reeds een voldongen feit
niet eens meer noodtoestand. De Ame-
rikaansche vrouw uit den goeden mid
denstand is er geheel aan gewend en
heeft er zich bij neergelegd, dat ze geen
dienstbode krijgt. Zij kan er eenvoudig
geen betalen. De vraag is het aanbod
dermate over 't hoofd gegroeid en de
loonen zijn zóó hoog, dat alleen de zeer
gegoeden zich de weelde van een huis
houdelijke hulp kunnen veroorloven en
er voor het doorsnee-gezin eenvoudig
geen denken aan is. Keurige, ontwikkelde
vrouwen, die de universiteit hebben af-
geloopen, staan na haar huwelijk voor
al het ruwe werk. De eenige hulp, die
ze heeft, is die van haar kinderen of
haar man. Borden-wasschende huisva
ders zijn er dan ook geenszins zooiets
zeldzaams en lachwekkends als bij ons.
Personeel voor dag en nacht komt zelfs
bij de gefortuneeróen nog maar spora
disch voor. Dag-dienstboden, die zich
verhuren, niet per dag of halven dag,
maar per uur, zijn verre in de meerder
heid.
Alles houdt dan ook rekening met het
feit, dat vrouwen van beschaving en
ontwikkeling hun kostbaren tijd moeten
besteden aan dienstboden-bezigheden,
die eigenlijk behoorden gedaan te worden
door haar, die voor niets anders ge
schikt zijn. De uitvindingen om de huis
vrouw tijd en arbeid te besparen zijn
dan ook legio. Van de electriciteit wordt
voor allerlei huishoudelijke apparaten
partij getrokken op zóó groote schaal,
dat wij ons dit eenvoudig nog niet kun
nen voorstellen. Helaas zou dit alles voor
ons ook onbereikbaar zyn bij onze hooge
stroomtarieven. Electrische waschma-
chines, droogmachines, vatenwasschers.
Den tyd, die aan huishoudelijke werk
zaamheden besteed moet worden, te be
perken tot het minimum, en dit mini
mum steeds te verkleinen déérop is
alles bü onze zusters aan den overkant
gericht. Misschien dat de Hollandsche
huisvrouw-met-hart-en-ziel haar deze
gesteltenis niét benijdt. Misschien, dat ze
vindt, dat deze van weinig plichtsgevoel
en liefde voor haar werk getuigt. Ik ben
het niet met haar eens. Zeker, we moe
ten onze dageiyksche plichten met liefde
en toewijding vervullen, maar we hoeven
die aanhankelijkheid niet zóó ver te
dryven, dat we graag meer tyd in t
gezelschap van onze bezigheden door
brengen dan strikt noodig is. De jaren
zyn voorbij, dat huiswerk de voornaam
ste en eenige plicht der vrouw was: de
plicht, zich te ontwikkelen en „by te
biyven, zoodat ze met haar man, haar
oudere kinderen en haar gasten draag-
ïyke gesprekken kan voeren over de din
gen die hen interesseeren, behoort even
trouw en even consciëntieus vervuld te
worden. Deze tweede plicht mag evenmin
door den eersten in de verdrukking
komen als omgekeerd. Het wordt hoog
tyd, dat 'n heeleboei Hollandsche vrou
wen eens leeren inzien, dat huiseiyke be
sognes niét haar hoofdtaak vormen, dat
ze vlug en zakeiyk en zonder verliefd
treuzelen afgedaan behooren te worden
om tyd te maken voor bezigheden van
hoogere orde. Ze zyn een noodzakelijk
kwaad. Dat zegt volstrekt niet, dat we ze
daarom zorgeloos en met tegenzin mogen
afroffelen. We kunnen ze wel degelyk
met lust en yver doen, al hebtpen we nog
wel van 'n paar andere dingen verstand
dan van stofdoeKen en borstels. Maar
apenliefde voor „meubeltjes" en linnen
kasten is uit den tyd, heusch mevrouw.
Levensmiddelen worden ginds zooveel
mogeiyk klaar-voor-gebruik verkocht.
Een blik-opener is dan ook het allervoor
naamste stuk keukengereedschap. Een
groep bussen en busjes een paar gas
vlammetjes om 't zaakje te verwarmen
en klaar is 't diner. Ongezellig, meent u,
by na niets meer zelf klaar te maken?
Och, dat is maar 'n kwestie van „wen
nen". Onze over-overgrootmoeders zou
den 't vreeselyk ongezellig en onhuis-
vrouweiyk noemen, dat u niet uw eigen
brood bakt, uw eigen varkens slacht en
uw eigen kleeren weeft! Maar vindt u,
dat 't iets aan uw sfeer van huiseiykheid
afdoet, dat er geen hammen van eigen
slacht in uw schoorsteen schommelen of
dat uw echtgenoot 's avonds by den
haard geen pyien zit te snyden? Of dat
u zelfs 's avonds 'n kelim-kleed zit te
maken in plaats van de huiden aan el
kaar te lasschen, die hy van de jacht
heeft thuis gebracht? Precies zoo is 't
ook met die conserven-kwestie. Meent u
in ernst, dat hy de mayonnaise, die u
uit 'n potje over de sla schudt, minder
„gezellig" zal vinden dan die waarop u
zich half lam geklopt hebt met 'n
misschien nog twyfelachtig resultaat?
Op t oogenblik zyn hier vele blik-artike-
len nog wel iets minder smakelijk dan
de eigen-bereide. Maar dat duurt heusch
zoo lang niet meer!
Of we echter ook in dit ééne opzicht,
zelfs by groeienden dienstbodennood, 't
buitenland zullen navolgen: dat we elke
gezellige byeenkomst naar 'n derde
plaats verleggen, om onszelf de moeiten
van vóórbereiding en na-werkjes te be
sparen? Of we ten slotte óók ons home
nog alleen zullen gebruiken om er te
slapen?
Ik geloof niet, dat we dat ooit zul
len doen. Ik geloof, dat we 't later eer
der zóó zullen inrichten als zoovele, vele
vrouwen nu reeds gedwongen zijn te
doen: we staan nóg een half uurtje vroe
ger op, we gaan nóg een uur later naar
bed, om ons mooiste zilver en kristal op
onze eigen smetteloos-gedekte tafel te
zien glinsteren, om zelf rustig en voor
zichtig t fyne porselein te wasschen. Wy
mogen dan al 't steviger huiswerk mo-
geiyk bekorten en beperken de „fyne
puntjes", de karakteristieke huisvrouwe-
lyke accentjes, de persoonlyke sfeer, die
we uit duizend ragteere draadjes weven,
.zullen ons altyd heilig zyn. En we zullen
beroemd biyven, wy Hollandsche huis
vrouwen, onder onze tydgenooten, zelfs
al zyn we geëvolueerd tot wezens, die
onze overgrootmoeders dien naam nau-
weiyks meer zouden waardig keuren!
MACHTELD.
-AA.
1
1
v.
JA-
Lengte vanaf den schouder gemeten
55 cM. Benoodigd: 2 el stof van 70 C.M.
breed, 6 kleine knoopjes, 4 druk
knoopjes.
Ge maakt alleen van het bovenstuk je
even een patroontje, waarna ge het op
de vaste ïynen uitknipt. Het rokje en
het kraagje kunnen meteen op de stof
afgeteekend worden. Is de stof aan beide
kanten hetzelfde, zooals b.v. mousseline,
zephir, enz., dan kunt ge het splitje
aanknippen; zoo niet, dan wordt het
splitje 1J4 c.M. voorby de iyn midden
voor afgeknipt. Wanneer ge de patro
nen op de stof legt, kunt ge deze met een
naad uitknippen, terwyi ge onder aan het
rokje nog 5 c.M. voor een zoom bij re
kent. Hebt ge alles geknipt, dan kunt
ge de zynaden van het rokje verbin
den, waarna ge onderaan een 5 c.M.
breeden zoom inmaakt. Dan kunt ge den
bovenkant heelemaal inrimpelen met een
stevigen draad. Ook staat het aardig, dit
inrimpelen met de machine te doen, b.v.
4 5 keer, op plm. c.M. afstand van
elkaar. Daarna kunt ge de schouder
en ronde zy naadjes van het bovenstuk
stikken. De mouwtjes worden op de ge-
wenschte lengte naar binnen toe gesla
gen en daar met een boorlintje op het
jurkje vastgezoomd. Het splitje wordt
met uitzondering van de laatste 2 cM.
opgestikt. Het midden van het splitje
komt precies op 't midden van net
stukje, zoodat dit voor sluiting aan
weerskanten 1% cM. overslaat. Dan
wordt, als de ruimte goed verdeeld is,
het ingeregen rokje aan het stuk ge
naaid, waarna ge het laatste stukje van
het split nog even op het rokje vast-
stikt. Van het kraagje stikt ge de zy-
kantjes dicht, waarna ge het op het
jurkje stikt, tot precies midden voor. De
1% c.M. overslag, welke overbiyft,
wordt dan tegen elkaar ingenaaid,
waarna ge het kraagje overzoomt. Na het
jurkje gestreken te hebben, worden op
de sluiting de knoopjes en aan den bin
nenkant de drukknoopjes aangezet.
DINY.
■"a* al onze modellen, du genummird zijn boven 4000,
zijn verkrijgbaar aan ~Hti PatronenkantoorPostbus
No. 1. Haarlem. Onberispelijke coupe. Dameskleedtng
de maten 88, 96, 104 bovenwijdte, a 0.55. Kinder-
kleeding. alleen voor den in de beschrijving genoemden
leeftijd a f 0^35. Bij elk patroon handleiding voor het
'nippen en nooit*, beetevens een verkleinde patroon-
echetn,
Franco toezending, direct na ontvangst mm bestel»
ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegeh in
gesloten. waarbij vermeldnaam en adresnummer
van het model en het bladwaarin het voorkomt er
bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam
recht onder de armen door, gewoon glad, zander extra
toegift.
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
Op 'n leeftyd, waarop wy nog y'verig
met de pop speelden, gaat de moderne
jeugd al naar bals, schouwburgen en
concerten, zy zyn eigeniyk miniatuur
dametjes spelen doen zy niet meer,
of het moest zyn met harten (eveneens
miniatuur) of met het kroeskoppige ge-
lükspopje, of de langbeenige sierpoppen,
die den divan in hun boudoir opluisteren.
Dit alles neemt niet weg, dat ze toch
eigeniyk nog maar kinderen zyn en dat
groote-dames-manieren, evenals groote
dames-japonnen ze nóg maar- heel
slecht passen. We moeten zoo'n soort
tusschenvorm voor ze vinden en hierin
zyn we, zooals bovenstaande teekening
laat zien, vrij goed geslaagd.
Fig. 6147 is van rose crêpe imprimé.
Het lyfje is tameiyk aangesloten, ter-
wyi het rokje bestaat uit vyf uitge-
schulpte volants.
Fig. 6149 is gedacht in lichtgele of
lichtgroene tafzyde en is versierd met
plissée en met kleine gemaakte roosjes
in afstekende kleur. Bovendien hangt
vanaf den linkerschouder nog een klein
smal strikje.
Fig. 6150 is een zeer elegant en toch
jeugdig model van lichtïoode zyde mous
seline met klein wit stipje. Een gedra
peerde kraag valt over de schouders en
vier klok volants vormen het rokje.
A By zonder aardig en vlug staat de licht-
blauwe taf zydeh jurk van fig. 6151. De
■hstrooken die in .uitgesproken boogvorm
zyn aangezet, krygen hierdoor een ver
rassende lyn. De onderjurk is geplis-
seerd. Een breede bies om den hals ein
digt op zy in een afhangenden strik.
CHRISTINE.
Kan dat?
Een „kliekje" heeft voor de meesten nu
eenmaal niet veel aantrekkelyks, en een
„smakelyk kliekje" wel, dat lykt een
naam, die zich zelf tegenspreekt!
Toch berust die naam niet op een ver
gissing; een kliekje, hoe onaanzieniyk ook,
kén smakelyk op tafel worden gebracht
en kan op die manier de huisvrouw eer
aandoen.
Saai en onaantrekkeiyk zyn gewoonl'jk
de restjes, die maar even op een bord of
een schaaltje in den oven worden gezet
om opnieuw warm te worden; tien tegen
één, dat ze dan uitdrogen en aanzetten,
om van aanbranden nog niet eens te
spreken.
Heel anders zouden dezelfde kliekjes
voor den dag komen als we begonnen met
in een pan een bodempje water aan de
kook te maken, daarop dan het overge
bleven „hapje" (stamppot b.v.) te leggen,
de pan goed dicht te dekken en op een
zeer zacht vuur (by een gascomfoor op
den spaarbrander) de hitte langzamer
hand tot in het binnenste te laten dóór
dringen, om dan ten slotte alles met
elkaar even door te roeren.
Verrassender zal het zyn, als we nu en
dan van een kliekje een geheel ander ge
recht weten te maken.
Aardappelen b.v., die juist nogal dikwyls
tot de restjes behooren, zyn we gewend te
bakken of met wat melk fyn te maken en
te stoven. Ter afwisseling echter kunnen
we ze ook wel eens tot een „aardappelsla"
bereiden, een gerecht, dat b.v. in Duitsch-
land algemeen bekend en geliefd is.
En nu we toch over „sla" spreken
restjes bruine of witte boonen (mits niet
al te pappig gekookt) vormen met wat
olie en azyn aangemaakt ook een bizon
der smakelyken schotel, waaraan naar
verkiezing in den zomer wat komkommer
of in den winter wat biet kan worden
toegevoegd.
Van het één komen we op het andere!
Want als we boonen over hebben, zal er
waarschynlyk ook wel boonennat beschik
baar zyn een kliekje, dat we zeker niet
zullen minachten, want we kunnen er een
lekkere saus van maken by onze rard-
appelen: van het witte boonennat een zure
saus; van het bruine boonennat een spek
saus.
Evenals de recepten van aardappelsla
(op twee wyzen) en boonensla geven wy
ook die van twee verschillende sausen van
boonennat.
Aardappelsla
Snyd koude aardappelen in plakjes.
Reken per persoon 1 eetlepel en y, eet
lepel slaolie, roer die door elkaar met wat
mosterd, eenige druppels Maggi's Aroma,
wat zout en naar verkiezing ook wat
peper; meng het sausje door de aard
appelen, tegeiyk met wat fijngehakte "ui
of gesnipperde prei. Laat de aardappelsla
vóór het gebruik liefst een uurtje staan,
zoodat de smaak van het sausje goed de
aardappelplakjes kan doortrekken.
Sla van fyngewreven aardappelen
1 K.G. koude aardappelen
1 ui
3 lepels slaolie
3 lepels azyn
2 d. L. (2 gewone theekopjes) warm
water met 1 a 2 Maggi's Bouillonblokjes
Wat peper (niet bepaald noodig).
Maak de koude aardappelen fijn en ver
meng ze met het zeer fyn gehakte uitje,
de olie, den azyn, den bouillon en mis
schien ook de peper.
Stapel het mengsel, dat een samen
hangend geheel moet vormen, op een
schotel en leg er desverkiezende een -and
frissche slablaadjes (of 's winters een rand
bietenplakjes) omheen.
Sla van witte of bruine boonen
Meng de koude, goed uitgelekte boonen
door elkaar met een fyngesnipperde ui of
prei en met per persoon I eetlepel azyn,
lA eetlepel slaolie, theelepel Maggi's
Aroma en een beetje mosterd. Roer er
desverkiezende 's zomers wat tomaten- of
komkommerplakjes door, 's winters een
paar gesnipperde augurken of een in plak
jes gesneden biet.
Zure saus van witte boonennat
y. L. witte boonennat
30 Gr. (3 afgestreken eetlepels) tarwe
bloem
40 Gr. (2 afgestreken eetlepels) boter
of margarine
3 eetlepels azyn.
Breng het boonennat aan de kook. Meng
intusschen de bloem aan met een klein
scheutje water tot een glad papje en ver
dun dit met nog wat water tot het
gemakkelyk vloeibaar is. Giet de aange
mengde bloem onder voortdurend roeren
in het kokende boonennat, laat de saus
even doorkoken, tot ze voldoende gebon
den is en voeg er ten slotte de boter, de
Maggi's Aroma en den azyn by.
Speksaus van bruine boonennat
L. bruine boonennat
1 ui
100 Gr. (1 ons) rookspek
3 afgestreken eetlepels bloem
2 theelepels Maggi's Aroma.
Wasch het spek in lauw water af, snyd
het in dobbelsteentjes en laat die in een
geëmailleerd yzeren potje lichtbruin bak
ken. Voeg er den fyngesnipperden ui by
en laat dien goudbruin worden; strooi er
dpn ook de bloem in en bak die mee tot
ze lichtbruin is.
"Giet onder voortdurend roeren het
boonennat langzamerhand in de pan, laat
"de saus nog even zachtjes doorkoken en
maak ze af met de Maggi's Aroma.
Geen plant, die meer den naam van
kamerplant waard is, dan de Clivia, die
voor niemand mijner lezeressen 'n onbe
kende zal zyn. 't Is een zeer gev '1de,
sterke kamerplant, die 't altijd goed doet
met haar mooi donkergroen, frisch blad
en in den bloeityd met haar mooi oranje
gekleurde kelkvormige bloemen.
By een goede'verzorging doet zy 't in
de huiseiyke omgeving zelfs beter dan in
de broeikassen der bloemisteryen.
De Clivia heeft niet gaarne de vochtige
atmospheer, die andere kamerplanten
juist zoo aangenaam vinden. De verzor
ging is hoogst eenvoudig. Wil men haar
ieder jaar in bloei zien, dan geve men
haar op tyd de noodige rust, door maar
heel weinig water te geven. Van Novem
ber tot Januari mag de plant juist zóó
veel water hebben om haar voor uitdrogen
te behoeden. Dat is dan de rusttyd, ze
heeft maar weinig warmte noodig, doch
wel een vorstvrye kamer. Begin Februari
begint men met meer water en warmte
te geven, t Beste is haar dan te zetten
voor een raam op de zuidzyde van het
huis. Al heel spoedig vormt zich dan de
bloemstengel en dan vraagt de plant
meer water en ook wat verdunde koe
mest, teneinde de bloemen zich flink te
doen ontwikkelen.
Gedurende den bloeityd volop water
geven en daarna zoo noodig verplanten.
De bloeityd begint doorgaans eind Maart,
begin April. Het verplanten is niet ieder
jaar noodig, zelfs niet als de wortels boven
den pot komen uitkyken. Verplanten is
slechts dan noodig, wanneer by onderzode
biykt, dat de pot geheel vol wortels zit,
zoodat deze een vaste massa vormen, of
wanneer 'n deel der wortels aan 't rotten
is. In het laatste geval neme men een
kleineren pot en verwydert met 'n scherp
mesje de ingerotte deelen. Na die operatie
mag de plant maar heel spaarzaam water
hebben, anders gaan de gewonde wortels
ontsteken. Een maand sa de verplanting
mag men meer water geven en dan ook
weer wat verdunde koemest of bloemen-
mest. Eind Augustus ophouden met be
mesten en steeds minderen met water
geven tot de kringloop volbracht is en
de rusttyd van de plant weer is aange
broken. By zoo'n zorgvuldige behandeling
kan men jarenlang pleizier van de Clivia
beleven.
MARGRIET B.
De vierkante kap kunnen we maken
van wit transparant papier, speciaal voor
lampekappen in den handel.
We knippen vier even groote zyden,
van boven smaller, van onderen breeder,
zooals de teekening aangeeft. De nuan
ceering van de kap spuiten we op de
volgende manier: Een beetje groene beits
wordt op een schoteltje gedaan, een
blauw-groene kleur is het mooiste. Nu
nemen we een stukje horgaas in de
linker en een ouden tandenborstel in de
rechter hand, doopen den tandenborstel
in de beits, stryken hem wat af aan den
kant van het schoteltje, zoodat hy niet al
te nat is, vervolgens raspen we met den
borstel over het gaas, dat we vlak vast
houden, een eindje boven het papier. We
drukken by het raspen niet te erg, en
bekyken de uitwerking eerst op een
stukje papier, alvorens direct op het
orgineel te spuiten.
Zien we een mooie gelykmatige broes
dan kan de kap bewerkt worden. Van de
onder-, boven- en zykanten van elk vlak
spuiten we naar het midden toe lichter,
geheel in 't midden een witte plek open
latend. Zoo worden de vier zyden der kap
bespoten. Is dit klaar dan perforeeren we
op gelyken afstand de deelen der kap
met een stansmachinetje, niet te dicht
op elkaar of te veel aan den kant, an
ders kan het papier uitscheuren.
Met groene raffia maken we de kap in
elkaar; in onder en bovenkant kan voor
stevigte laitoh komen, dit kan met het
maken der riaffiasteken er aan gewerkt
worden.
gemberpot, zoo'n blauwgroene; het stond
alleraardigst, heeft u ook een gemberpot
dan raad ik u aan het eens te probeeren.
Een klein zuiver gaatje moet onder in
den pot geboord worden, even boven den
bodem, waar het snoer doorheen kan.
Een dikke passende kurk komt van
boven in de opening en daarop komt de
fitting. U kunt een passend houdertje
laten maken of koopen in een lampen
zaak, om de kap op te laten rusten, doch-
ik maakte zelf een houdertje van stevig
yzerdraad. Het lampje met de groen be
spoten kap staat beeldig in een slaap
kamer.
Op de reeds besproken manier kunnen
alle kappen op onze teekeningen trans
parant gemaakt worden.
De verschillende motieven kunnen er
op geschilderd worden met olieverf, ver
dund met terpentijn. Verf in tuben ge
bruiken we hiervoor. De beschildering ge-
scheidt nadat de kap geo".ed is en vóór
het lakken. Wilt u beschilderen met
waterverf, dan moet dit gebeuren vóór
het olieën; is de verf droog dan wordt
by deze manier aan den anderen kant
geolied, zoodat we niet over het water
verfmotief behoeven te stryken. De ver
schillende vormen der kappen zun by de
lampjes aangegeven. Langs de zwarte lyn
wordt het kleine vierkante kapje uit
geknipt en de stippelhjnen worden langs
een liniaal scherp gevouwen. De hoekjes
tusschen elk deel der kap komen naar
binnen toe tegen elkaar geplakt, zoodat
de schuine ïynen precies tegen elkaar
passen en het kapje dus model krygt.
Zit de kap in elkaar dan lakken we
haar twee maal dun, met snel drogenden
blanken lak. Wilt u de kap maken van
papief en haar zelf doorzichtig maken,
neem dan dik wit teekenpapier, knip de
deelen, bespuit vervolgens 't teekenpapier
met de groene beits, zooals besproken.
Om de kap nu doorzichtig te maken
wordt zy geolied met 2 deelen lynolle op
een déél siccatief. Nu laten we de kan
ten drogen, daarna zetten we de kap in
elkaar en ten slotte lakken.
Dit kapje heb ik zelf gemaakt op een
Beginnende met no. I, sluiten alle
vierkantjes aan den bovenkant op elkaar.
2 wordt op I geplakt, 3 op 2, 4 op 3. Tot
slot sluit het begin en eind tegen elkaar
en worden naar binnen geplakt, 't Kapje
is klaar. De ronde kap wordt uit een
halven cirkel gesneden, het puntkapje is
een halve cirkel. Zonder te vouwen wordt
de middeliyn op de helft gebogen en de
twee kanten even over elkaar geplakt.
Het eenvoudige blad-motief in groen of
bruin voldoet zeer.
ANEMOON.