DE HUISHOUDING DER JURKJE MET KORTE 7 DE CLIVIA ZELF LAMPEKAPPEN OZ Goedkoope Patronen Zonder hulp' OP VERZOEK Voor meisjes van 5 jaar M- JL. PÏrHjTTFIU Onze kamerplanten EHery Leonard, een Amerikaansch pro fessor en gewaardeerd publicist, heeft in een van zijn geestige essays gesproken van onze „dienstbodenlooze" eeuw, in tegenstelling tot de vorige, toen goede hulp nog te kust en te keur verkrijgbaar was. Voor tachtig gulden per jaar een volslagen dienstbode Hij komt tot de slotsom, die dit essay ook voor ons interessant maakt: „Ook Europa zal over honderd jaar, of eer der, zonder dienstboden zijn." En als de invasie van de Duitschertjes eenmaal is opgehouden, zijn we mis schien over twintig, dertig jaar al een aardig eindje op weg naar dat liefelijk verschiet. t Is niet onaardig, bü onze zusters aan den overkant van den grooten plas eens een kijkje te nemen, om te zien, hoe t voorland is van onze dochters en kleindochters en misschien.... ons eigen, als we nog tijd van leven hebben! Om te zien, of zooiets überhaupt mogelijk is of men zich als beschaafde vrouw daarin zou kunnen schikken, jaar In, jaar uit. En vooral: of er eigenlijk nog iéts terecht komt van de huishouding, zooals die in den goeden ouden tijd werd opgevat. In Amerika is de dienstbodenlooze huishouding reeds een voldongen feit niet eens meer noodtoestand. De Ame- rikaansche vrouw uit den goeden mid denstand is er geheel aan gewend en heeft er zich bij neergelegd, dat ze geen dienstbode krijgt. Zij kan er eenvoudig geen betalen. De vraag is het aanbod dermate over 't hoofd gegroeid en de loonen zijn zóó hoog, dat alleen de zeer gegoeden zich de weelde van een huis houdelijke hulp kunnen veroorloven en er voor het doorsnee-gezin eenvoudig geen denken aan is. Keurige, ontwikkelde vrouwen, die de universiteit hebben af- geloopen, staan na haar huwelijk voor al het ruwe werk. De eenige hulp, die ze heeft, is die van haar kinderen of haar man. Borden-wasschende huisva ders zijn er dan ook geenszins zooiets zeldzaams en lachwekkends als bij ons. Personeel voor dag en nacht komt zelfs bij de gefortuneeróen nog maar spora disch voor. Dag-dienstboden, die zich verhuren, niet per dag of halven dag, maar per uur, zijn verre in de meerder heid. Alles houdt dan ook rekening met het feit, dat vrouwen van beschaving en ontwikkeling hun kostbaren tijd moeten besteden aan dienstboden-bezigheden, die eigenlijk behoorden gedaan te worden door haar, die voor niets anders ge schikt zijn. De uitvindingen om de huis vrouw tijd en arbeid te besparen zijn dan ook legio. Van de electriciteit wordt voor allerlei huishoudelijke apparaten partij getrokken op zóó groote schaal, dat wij ons dit eenvoudig nog niet kun nen voorstellen. Helaas zou dit alles voor ons ook onbereikbaar zyn bij onze hooge stroomtarieven. Electrische waschma- chines, droogmachines, vatenwasschers. Den tyd, die aan huishoudelijke werk zaamheden besteed moet worden, te be perken tot het minimum, en dit mini mum steeds te verkleinen déérop is alles bü onze zusters aan den overkant gericht. Misschien dat de Hollandsche huisvrouw-met-hart-en-ziel haar deze gesteltenis niét benijdt. Misschien, dat ze vindt, dat deze van weinig plichtsgevoel en liefde voor haar werk getuigt. Ik ben het niet met haar eens. Zeker, we moe ten onze dageiyksche plichten met liefde en toewijding vervullen, maar we hoeven die aanhankelijkheid niet zóó ver te dryven, dat we graag meer tyd in t gezelschap van onze bezigheden door brengen dan strikt noodig is. De jaren zyn voorbij, dat huiswerk de voornaam ste en eenige plicht der vrouw was: de plicht, zich te ontwikkelen en „by te biyven, zoodat ze met haar man, haar oudere kinderen en haar gasten draag- ïyke gesprekken kan voeren over de din gen die hen interesseeren, behoort even trouw en even consciëntieus vervuld te worden. Deze tweede plicht mag evenmin door den eersten in de verdrukking komen als omgekeerd. Het wordt hoog tyd, dat 'n heeleboei Hollandsche vrou wen eens leeren inzien, dat huiseiyke be sognes niét haar hoofdtaak vormen, dat ze vlug en zakeiyk en zonder verliefd treuzelen afgedaan behooren te worden om tyd te maken voor bezigheden van hoogere orde. Ze zyn een noodzakelijk kwaad. Dat zegt volstrekt niet, dat we ze daarom zorgeloos en met tegenzin mogen afroffelen. We kunnen ze wel degelyk met lust en yver doen, al hebtpen we nog wel van 'n paar andere dingen verstand dan van stofdoeKen en borstels. Maar apenliefde voor „meubeltjes" en linnen kasten is uit den tyd, heusch mevrouw. Levensmiddelen worden ginds zooveel mogeiyk klaar-voor-gebruik verkocht. Een blik-opener is dan ook het allervoor naamste stuk keukengereedschap. Een groep bussen en busjes een paar gas vlammetjes om 't zaakje te verwarmen en klaar is 't diner. Ongezellig, meent u, by na niets meer zelf klaar te maken? Och, dat is maar 'n kwestie van „wen nen". Onze over-overgrootmoeders zou den 't vreeselyk ongezellig en onhuis- vrouweiyk noemen, dat u niet uw eigen brood bakt, uw eigen varkens slacht en uw eigen kleeren weeft! Maar vindt u, dat 't iets aan uw sfeer van huiseiykheid afdoet, dat er geen hammen van eigen slacht in uw schoorsteen schommelen of dat uw echtgenoot 's avonds by den haard geen pyien zit te snyden? Of dat u zelfs 's avonds 'n kelim-kleed zit te maken in plaats van de huiden aan el kaar te lasschen, die hy van de jacht heeft thuis gebracht? Precies zoo is 't ook met die conserven-kwestie. Meent u in ernst, dat hy de mayonnaise, die u uit 'n potje over de sla schudt, minder „gezellig" zal vinden dan die waarop u zich half lam geklopt hebt met 'n misschien nog twyfelachtig resultaat? Op t oogenblik zyn hier vele blik-artike- len nog wel iets minder smakelijk dan de eigen-bereide. Maar dat duurt heusch zoo lang niet meer! Of we echter ook in dit ééne opzicht, zelfs by groeienden dienstbodennood, 't buitenland zullen navolgen: dat we elke gezellige byeenkomst naar 'n derde plaats verleggen, om onszelf de moeiten van vóórbereiding en na-werkjes te be sparen? Of we ten slotte óók ons home nog alleen zullen gebruiken om er te slapen? Ik geloof niet, dat we dat ooit zul len doen. Ik geloof, dat we 't later eer der zóó zullen inrichten als zoovele, vele vrouwen nu reeds gedwongen zijn te doen: we staan nóg een half uurtje vroe ger op, we gaan nóg een uur later naar bed, om ons mooiste zilver en kristal op onze eigen smetteloos-gedekte tafel te zien glinsteren, om zelf rustig en voor zichtig t fyne porselein te wasschen. Wy mogen dan al 't steviger huiswerk mo- geiyk bekorten en beperken de „fyne puntjes", de karakteristieke huisvrouwe- lyke accentjes, de persoonlyke sfeer, die we uit duizend ragteere draadjes weven, .zullen ons altyd heilig zyn. En we zullen beroemd biyven, wy Hollandsche huis vrouwen, onder onze tydgenooten, zelfs al zyn we geëvolueerd tot wezens, die onze overgrootmoeders dien naam nau- weiyks meer zouden waardig keuren! MACHTELD. -AA. 1 1 v. JA- Lengte vanaf den schouder gemeten 55 cM. Benoodigd: 2 el stof van 70 C.M. breed, 6 kleine knoopjes, 4 druk knoopjes. Ge maakt alleen van het bovenstuk je even een patroontje, waarna ge het op de vaste ïynen uitknipt. Het rokje en het kraagje kunnen meteen op de stof afgeteekend worden. Is de stof aan beide kanten hetzelfde, zooals b.v. mousseline, zephir, enz., dan kunt ge het splitje aanknippen; zoo niet, dan wordt het splitje 1J4 c.M. voorby de iyn midden voor afgeknipt. Wanneer ge de patro nen op de stof legt, kunt ge deze met een naad uitknippen, terwyi ge onder aan het rokje nog 5 c.M. voor een zoom bij re kent. Hebt ge alles geknipt, dan kunt ge de zynaden van het rokje verbin den, waarna ge onderaan een 5 c.M. breeden zoom inmaakt. Dan kunt ge den bovenkant heelemaal inrimpelen met een stevigen draad. Ook staat het aardig, dit inrimpelen met de machine te doen, b.v. 4 5 keer, op plm. c.M. afstand van elkaar. Daarna kunt ge de schouder en ronde zy naadjes van het bovenstuk stikken. De mouwtjes worden op de ge- wenschte lengte naar binnen toe gesla gen en daar met een boorlintje op het jurkje vastgezoomd. Het splitje wordt met uitzondering van de laatste 2 cM. opgestikt. Het midden van het splitje komt precies op 't midden van net stukje, zoodat dit voor sluiting aan weerskanten 1% cM. overslaat. Dan wordt, als de ruimte goed verdeeld is, het ingeregen rokje aan het stuk ge naaid, waarna ge het laatste stukje van het split nog even op het rokje vast- stikt. Van het kraagje stikt ge de zy- kantjes dicht, waarna ge het op het jurkje stikt, tot precies midden voor. De 1% c.M. overslag, welke overbiyft, wordt dan tegen elkaar ingenaaid, waarna ge het kraagje overzoomt. Na het jurkje gestreken te hebben, worden op de sluiting de knoopjes en aan den bin nenkant de drukknoopjes aangezet. DINY. ■"a* al onze modellen, du genummird zijn boven 4000, zijn verkrijgbaar aan ~Hti PatronenkantoorPostbus No. 1. Haarlem. Onberispelijke coupe. Dameskleedtng de maten 88, 96, 104 bovenwijdte, a 0.55. Kinder- kleeding. alleen voor den in de beschrijving genoemden leeftijd a f 0^35. Bij elk patroon handleiding voor het 'nippen en nooit*, beetevens een verkleinde patroon- echetn, Franco toezending, direct na ontvangst mm bestel» ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegeh in gesloten. waarbij vermeldnaam en adresnummer van het model en het bladwaarin het voorkomt er bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam recht onder de armen door, gewoon glad, zander extra toegift. OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Op 'n leeftyd, waarop wy nog y'verig met de pop speelden, gaat de moderne jeugd al naar bals, schouwburgen en concerten, zy zyn eigeniyk miniatuur dametjes spelen doen zy niet meer, of het moest zyn met harten (eveneens miniatuur) of met het kroeskoppige ge- lükspopje, of de langbeenige sierpoppen, die den divan in hun boudoir opluisteren. Dit alles neemt niet weg, dat ze toch eigeniyk nog maar kinderen zyn en dat groote-dames-manieren, evenals groote dames-japonnen ze nóg maar- heel slecht passen. We moeten zoo'n soort tusschenvorm voor ze vinden en hierin zyn we, zooals bovenstaande teekening laat zien, vrij goed geslaagd. Fig. 6147 is van rose crêpe imprimé. Het lyfje is tameiyk aangesloten, ter- wyi het rokje bestaat uit vyf uitge- schulpte volants. Fig. 6149 is gedacht in lichtgele of lichtgroene tafzyde en is versierd met plissée en met kleine gemaakte roosjes in afstekende kleur. Bovendien hangt vanaf den linkerschouder nog een klein smal strikje. Fig. 6150 is een zeer elegant en toch jeugdig model van lichtïoode zyde mous seline met klein wit stipje. Een gedra peerde kraag valt over de schouders en vier klok volants vormen het rokje. A By zonder aardig en vlug staat de licht- blauwe taf zydeh jurk van fig. 6151. De ■hstrooken die in .uitgesproken boogvorm zyn aangezet, krygen hierdoor een ver rassende lyn. De onderjurk is geplis- seerd. Een breede bies om den hals ein digt op zy in een afhangenden strik. CHRISTINE. Kan dat? Een „kliekje" heeft voor de meesten nu eenmaal niet veel aantrekkelyks, en een „smakelyk kliekje" wel, dat lykt een naam, die zich zelf tegenspreekt! Toch berust die naam niet op een ver gissing; een kliekje, hoe onaanzieniyk ook, kén smakelyk op tafel worden gebracht en kan op die manier de huisvrouw eer aandoen. Saai en onaantrekkeiyk zyn gewoonl'jk de restjes, die maar even op een bord of een schaaltje in den oven worden gezet om opnieuw warm te worden; tien tegen één, dat ze dan uitdrogen en aanzetten, om van aanbranden nog niet eens te spreken. Heel anders zouden dezelfde kliekjes voor den dag komen als we begonnen met in een pan een bodempje water aan de kook te maken, daarop dan het overge bleven „hapje" (stamppot b.v.) te leggen, de pan goed dicht te dekken en op een zeer zacht vuur (by een gascomfoor op den spaarbrander) de hitte langzamer hand tot in het binnenste te laten dóór dringen, om dan ten slotte alles met elkaar even door te roeren. Verrassender zal het zyn, als we nu en dan van een kliekje een geheel ander ge recht weten te maken. Aardappelen b.v., die juist nogal dikwyls tot de restjes behooren, zyn we gewend te bakken of met wat melk fyn te maken en te stoven. Ter afwisseling echter kunnen we ze ook wel eens tot een „aardappelsla" bereiden, een gerecht, dat b.v. in Duitsch- land algemeen bekend en geliefd is. En nu we toch over „sla" spreken restjes bruine of witte boonen (mits niet al te pappig gekookt) vormen met wat olie en azyn aangemaakt ook een bizon der smakelyken schotel, waaraan naar verkiezing in den zomer wat komkommer of in den winter wat biet kan worden toegevoegd. Van het één komen we op het andere! Want als we boonen over hebben, zal er waarschynlyk ook wel boonennat beschik baar zyn een kliekje, dat we zeker niet zullen minachten, want we kunnen er een lekkere saus van maken by onze rard- appelen: van het witte boonennat een zure saus; van het bruine boonennat een spek saus. Evenals de recepten van aardappelsla (op twee wyzen) en boonensla geven wy ook die van twee verschillende sausen van boonennat. Aardappelsla Snyd koude aardappelen in plakjes. Reken per persoon 1 eetlepel en y, eet lepel slaolie, roer die door elkaar met wat mosterd, eenige druppels Maggi's Aroma, wat zout en naar verkiezing ook wat peper; meng het sausje door de aard appelen, tegeiyk met wat fijngehakte "ui of gesnipperde prei. Laat de aardappelsla vóór het gebruik liefst een uurtje staan, zoodat de smaak van het sausje goed de aardappelplakjes kan doortrekken. Sla van fyngewreven aardappelen 1 K.G. koude aardappelen 1 ui 3 lepels slaolie 3 lepels azyn 2 d. L. (2 gewone theekopjes) warm water met 1 a 2 Maggi's Bouillonblokjes Wat peper (niet bepaald noodig). Maak de koude aardappelen fijn en ver meng ze met het zeer fyn gehakte uitje, de olie, den azyn, den bouillon en mis schien ook de peper. Stapel het mengsel, dat een samen hangend geheel moet vormen, op een schotel en leg er desverkiezende een -and frissche slablaadjes (of 's winters een rand bietenplakjes) omheen. Sla van witte of bruine boonen Meng de koude, goed uitgelekte boonen door elkaar met een fyngesnipperde ui of prei en met per persoon I eetlepel azyn, lA eetlepel slaolie, theelepel Maggi's Aroma en een beetje mosterd. Roer er desverkiezende 's zomers wat tomaten- of komkommerplakjes door, 's winters een paar gesnipperde augurken of een in plak jes gesneden biet. Zure saus van witte boonennat y. L. witte boonennat 30 Gr. (3 afgestreken eetlepels) tarwe bloem 40 Gr. (2 afgestreken eetlepels) boter of margarine 3 eetlepels azyn. Breng het boonennat aan de kook. Meng intusschen de bloem aan met een klein scheutje water tot een glad papje en ver dun dit met nog wat water tot het gemakkelyk vloeibaar is. Giet de aange mengde bloem onder voortdurend roeren in het kokende boonennat, laat de saus even doorkoken, tot ze voldoende gebon den is en voeg er ten slotte de boter, de Maggi's Aroma en den azyn by. Speksaus van bruine boonennat L. bruine boonennat 1 ui 100 Gr. (1 ons) rookspek 3 afgestreken eetlepels bloem 2 theelepels Maggi's Aroma. Wasch het spek in lauw water af, snyd het in dobbelsteentjes en laat die in een geëmailleerd yzeren potje lichtbruin bak ken. Voeg er den fyngesnipperden ui by en laat dien goudbruin worden; strooi er dpn ook de bloem in en bak die mee tot ze lichtbruin is. "Giet onder voortdurend roeren het boonennat langzamerhand in de pan, laat "de saus nog even zachtjes doorkoken en maak ze af met de Maggi's Aroma. Geen plant, die meer den naam van kamerplant waard is, dan de Clivia, die voor niemand mijner lezeressen 'n onbe kende zal zyn. 't Is een zeer gev '1de, sterke kamerplant, die 't altijd goed doet met haar mooi donkergroen, frisch blad en in den bloeityd met haar mooi oranje gekleurde kelkvormige bloemen. By een goede'verzorging doet zy 't in de huiseiyke omgeving zelfs beter dan in de broeikassen der bloemisteryen. De Clivia heeft niet gaarne de vochtige atmospheer, die andere kamerplanten juist zoo aangenaam vinden. De verzor ging is hoogst eenvoudig. Wil men haar ieder jaar in bloei zien, dan geve men haar op tyd de noodige rust, door maar heel weinig water te geven. Van Novem ber tot Januari mag de plant juist zóó veel water hebben om haar voor uitdrogen te behoeden. Dat is dan de rusttyd, ze heeft maar weinig warmte noodig, doch wel een vorstvrye kamer. Begin Februari begint men met meer water en warmte te geven, t Beste is haar dan te zetten voor een raam op de zuidzyde van het huis. Al heel spoedig vormt zich dan de bloemstengel en dan vraagt de plant meer water en ook wat verdunde koe mest, teneinde de bloemen zich flink te doen ontwikkelen. Gedurende den bloeityd volop water geven en daarna zoo noodig verplanten. De bloeityd begint doorgaans eind Maart, begin April. Het verplanten is niet ieder jaar noodig, zelfs niet als de wortels boven den pot komen uitkyken. Verplanten is slechts dan noodig, wanneer by onderzode biykt, dat de pot geheel vol wortels zit, zoodat deze een vaste massa vormen, of wanneer 'n deel der wortels aan 't rotten is. In het laatste geval neme men een kleineren pot en verwydert met 'n scherp mesje de ingerotte deelen. Na die operatie mag de plant maar heel spaarzaam water hebben, anders gaan de gewonde wortels ontsteken. Een maand sa de verplanting mag men meer water geven en dan ook weer wat verdunde koemest of bloemen- mest. Eind Augustus ophouden met be mesten en steeds minderen met water geven tot de kringloop volbracht is en de rusttyd van de plant weer is aange broken. By zoo'n zorgvuldige behandeling kan men jarenlang pleizier van de Clivia beleven. MARGRIET B. De vierkante kap kunnen we maken van wit transparant papier, speciaal voor lampekappen in den handel. We knippen vier even groote zyden, van boven smaller, van onderen breeder, zooals de teekening aangeeft. De nuan ceering van de kap spuiten we op de volgende manier: Een beetje groene beits wordt op een schoteltje gedaan, een blauw-groene kleur is het mooiste. Nu nemen we een stukje horgaas in de linker en een ouden tandenborstel in de rechter hand, doopen den tandenborstel in de beits, stryken hem wat af aan den kant van het schoteltje, zoodat hy niet al te nat is, vervolgens raspen we met den borstel over het gaas, dat we vlak vast houden, een eindje boven het papier. We drukken by het raspen niet te erg, en bekyken de uitwerking eerst op een stukje papier, alvorens direct op het orgineel te spuiten. Zien we een mooie gelykmatige broes dan kan de kap bewerkt worden. Van de onder-, boven- en zykanten van elk vlak spuiten we naar het midden toe lichter, geheel in 't midden een witte plek open latend. Zoo worden de vier zyden der kap bespoten. Is dit klaar dan perforeeren we op gelyken afstand de deelen der kap met een stansmachinetje, niet te dicht op elkaar of te veel aan den kant, an ders kan het papier uitscheuren. Met groene raffia maken we de kap in elkaar; in onder en bovenkant kan voor stevigte laitoh komen, dit kan met het maken der riaffiasteken er aan gewerkt worden. gemberpot, zoo'n blauwgroene; het stond alleraardigst, heeft u ook een gemberpot dan raad ik u aan het eens te probeeren. Een klein zuiver gaatje moet onder in den pot geboord worden, even boven den bodem, waar het snoer doorheen kan. Een dikke passende kurk komt van boven in de opening en daarop komt de fitting. U kunt een passend houdertje laten maken of koopen in een lampen zaak, om de kap op te laten rusten, doch- ik maakte zelf een houdertje van stevig yzerdraad. Het lampje met de groen be spoten kap staat beeldig in een slaap kamer. Op de reeds besproken manier kunnen alle kappen op onze teekeningen trans parant gemaakt worden. De verschillende motieven kunnen er op geschilderd worden met olieverf, ver dund met terpentijn. Verf in tuben ge bruiken we hiervoor. De beschildering ge- scheidt nadat de kap geo".ed is en vóór het lakken. Wilt u beschilderen met waterverf, dan moet dit gebeuren vóór het olieën; is de verf droog dan wordt by deze manier aan den anderen kant geolied, zoodat we niet over het water verfmotief behoeven te stryken. De ver schillende vormen der kappen zun by de lampjes aangegeven. Langs de zwarte lyn wordt het kleine vierkante kapje uit geknipt en de stippelhjnen worden langs een liniaal scherp gevouwen. De hoekjes tusschen elk deel der kap komen naar binnen toe tegen elkaar geplakt, zoodat de schuine ïynen precies tegen elkaar passen en het kapje dus model krygt. Zit de kap in elkaar dan lakken we haar twee maal dun, met snel drogenden blanken lak. Wilt u de kap maken van papief en haar zelf doorzichtig maken, neem dan dik wit teekenpapier, knip de deelen, bespuit vervolgens 't teekenpapier met de groene beits, zooals besproken. Om de kap nu doorzichtig te maken wordt zy geolied met 2 deelen lynolle op een déél siccatief. Nu laten we de kan ten drogen, daarna zetten we de kap in elkaar en ten slotte lakken. Dit kapje heb ik zelf gemaakt op een Beginnende met no. I, sluiten alle vierkantjes aan den bovenkant op elkaar. 2 wordt op I geplakt, 3 op 2, 4 op 3. Tot slot sluit het begin en eind tegen elkaar en worden naar binnen geplakt, 't Kapje is klaar. De ronde kap wordt uit een halven cirkel gesneden, het puntkapje is een halve cirkel. Zonder te vouwen wordt de middeliyn op de helft gebogen en de twee kanten even over elkaar geplakt. Het eenvoudige blad-motief in groen of bruin voldoet zeer. ANEMOON.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7