Voor de Huiskamer i Het gestolen Luchtballonnetje HERZIENING VAN DE GEMEENTEWET OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN C EERSTE KAMER BINNENLANDSCH NIEUWS Mr. M. H. A. Savelberg t Steun voor werkloosheid Dt :£er bereid mede te werken vt verlenging van den uitkeeringsduur Stenhuis en de S. D. A. P, Bijeenkomst der R. K. Indischgasten LUCHTVAART Doodelijk vlieg-ongeval De DO X maakt proefvluchten ONDERWIJS Rijksuniversiteit te Groningen Het diner GEMENGD NIEUWS Twee Tramstoringen te Amsterdam Een avond van pech Marechaussee te Aalten De wassende Maas ü8 Maas blijft wassen Van het dak gevallen Gevaarlijke slikkerij Zieke soldaten De ?J>nvfiring van de schipbrug bij Arnhem Gouddieven aangehouden Vergadering van Donderdag. Aan de orde is het wetsontwerp tot herzie ning van de Gemeentewet. De heer DE VLUGT (A.R.) betoogt, dat het gemeentebestuurswezen in ons land in de laatste halve eeuw steeds voor nieuwe problemen is geplaatst en dat het voor onze Gemeentewet pleit, dat binnen haar kader aanpassing aan nieuwe omstandigheden tel kens mogelijk bleek. Dit stemt tot eerbied voor hetgeen Thorbecke in de Gemeentewet tot stand bracht. Toch meent spr., dat de tyd rijp is om, met behoud van de mar kante grondslagen, de structuur der wet aan een grondige herziening te deen onderwer pen, daar men toch niet kan doorgaan met partieele herzieningen. Het wethouderschap is in de groote ge meenten een volledige betrekking geworden, waarvoor de in de wet genoemde bezoldiging een persiflage is geworden. Met genoegen ziet spr., dat daarin een wijziging wordt voorgesteld. Ook de taak van den burgemeester is in omvang ten zeerste toegenomen. Splitsing van die taak en het voorzitterschap van den gemeenteraad zou spr. intusschen zeer on logisch voorkomen; deze beide functies bfc- hooren in één persoon te blijven vereeniga. De mentaliteit in de gemeenteraden is thans zoo, dat zij geen enkele bevoegdheia willen prijsgeven, als de wet dit niet uit drukkelijk voorschrijft. Daarom had art.179 zóó gewijzigd moeten worden, dat de be stuursbevoegdheid aan B. en W. wordt op gedragen. Een punt van minder belang, waarover echter verschil van meening bestaat, is het aftreden der wethouders met den eersten Dinsdag in September, hetgeen soms zóo wordt uitgelegd, dat zij op den daaraan voorafgaanden Maandag aftreden, zoodat er des Dinsdags geen college van B. en W. is. Dit punt had geregeld kunnen worden. Spreker waardeert het, dat niet getornd is aan de macht, die de burgemeester be zit als hoofd der politie. Alles bijeengenomen moet spreker zijn stem voorbehouden, omdat het ontwerp zich niet aanpast aan de behoeften der gemeenten in de gewijzigde omstandigheden van tegen woordig. De heer VAN LANSCHOT (R.K.) betwij felt, of het denkbeeld van den vorigen spre ker, om het bestuur der gemeente zooveel mogelijk in handen te brengen van B. en W., wel voor verwezenlijking vatbaar is. Spreker eerbiedigt de bezwaren der anti- revolutionnairen tegen benoembaarheid van vrouwen tot burgemeester, doch tot een vruchtbaar debat in dit college leent ook dis onderwerp zich niet. Spreker wijst op eenige voordeelen van het ontwerp; om. bespreekt hij de uitvoering van de besluiten van den raad. De gemeenteraden zijn bevreesd voor de privaatrechtelijke organen. Ten onrechte vol gens spreker, omdat door publiekrechtelijke organen nog veel meer in de bevoegdheid van de raden kan worden ingegrepen. Op dts punt is het ontwerp vaag. Er is in Limburg een bond tusschen een aantal gemeenten. Moet deze regeling privaat- of publiekrech telijk zijn? Verder behandelt spreker de verantwoor delijkheid van den burgemeester. B. en W. zijn voor huishoudelijke aangelegenheden verantwoording schuldig aan den Raad, doch de burgemeester en B. en W. zijn voor da den van zelfbestuur geen verantwoording schuldig aan den Raad, en nu betreurt spreker, dat de verantwoordingsplicht voor daden van zelfbestuur niet in de wet is geregeld. Wat betreft de positie van den burgemees ter als hoofd der politie vraagt spreker, of er geen wijziging is gekomen in dien zin, dat de burgemeester meer dan tot dusver het recht heeft inlichtingen te weigeren en moties niet in stemming te brengen. Hierna wordt gepauzeerd. De heer KRANENBURG (V.Dj, die na de pauze het woord voerde, acht de wijzi ging in materieel opzicht niet zeer belang rijk. Het belang is niet evenredig met het aantal der wijzigingen. Volgens spr. blijft de constitutioneele ver antwoordelijkheid van den burgemeester als leider der politie onveranderd. De benoembaarheid van de vrouw tot bur gemeester is principieel van gewicht, doch de practische beteekenis moet men niet overschatten. De bedoeling is toch slechts om, wanneer een vrouw toont voortreffe lijke eigenschappen voor deze functie te hebben, haar van benoeming niet uit te sluiten. De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C.H.) betoogt, dat het ontwerp een belangrijk on derwerp regelt: de samenwerking der ge meenten, doch overigens de beteekenis heeft van een technische herziening, waarover 't uiterst moeilijk is algemeene beschouwingen te houden. Een van de groote voordeelen van het ontwerp acht .--pr., dat de samenwerking van gemeenten daarin is opgenomen, waardoor annexatie in zeer vele gevallen niet meer roodig zal zijn. Het verheugt spr., dat po gingen om de positie van den burgemeester te verzwakken door hem als hoofd van de politie verantwoordelijk te stellen aan den raad, niet zijn geslaagd. Spr. betreurt het, dat het niet gelukt is, vrijgestelden van het raadslidmaatschap uit te sluiten; zij toch behoorden zeker uitgesloten te zijn. Een bezwaar is de benoembaarheid der vrouw tot burgemeester en in mindere mate tot secretaris. Ware de benoembaarheid be perkt tot de functie van secretaris, dan zou het bezwaar niet zoo ernstig geweest zijn. Spr. acht de vrouw van nature minder aan gewezen voor gezagsfuncties in den Staat. Tot spr.'s leedwezen kan hij, ondanks het vele goede, dat het ontwerp bevat, zijn stem daaraan niet geven. De heer DE VEER (A.V.) bespreekt even eens de benoembaarheid der vrouw en sluit zich voor een groot deel aan bij hetgeen de heeren De Vlugt en Lohman daarover heb ben gezegd. Het is niet alleen de rechter zijde, waar men de tegenstanders van de benoembaarheid der vrouw vindt. De belangrijkste bepalingen van het ont werp acht spr. die betreffende de samen werking van gemeenten, welke zóó ruime toepassing mogelijk maken, dat onbe grensde mogelijkheden ontstaan. Spr. is geen tegenstander van verplicht samenwerken, maar is er eveneens van overtuigd, dat niet elk belang tot verplichte samenwerking moet kunnen worden uitge buit. De heer WIBAUT (S.D.AP.) brengt lof aan den maker van de wet. Thorbecke was een bekwaam, op sommige punten een ge niaal man, maar dat hij de ontwikkeling van de gemeente heeft voorzien, zooals die geworden is, was onmogelijk. De gemeente van heden stelt andere eischen. De gemeenten zullen voortaan onbeperkt door de Rijkswetgeving moeten vaststellen, welke behoeften collectief verzorgd moeten worden en welke middelen daarvoor gehe ven moeten worden. De gekozen gemeente raden zullen zelf moeten beslissen over de wijze van dekking der uitgaven. Dit is een eisch der groeiende democratie, die ook geen leuze op papier is. Ook zullen de grenzen welke aangeven dat op terreinen, waar het Rijk reeds werk zaam is, de gemeente geen taak heeft, voor de gemeente in de toekomst moeten ver vallen. Er zijn gebieden, die Rijkswerk moe ten blijven. Het goede in het ontwerp ligt o.m. in de mogelijkheid van verplichte samenwerking van gemeenten. Dat acht spr. een voordeel en ook acht hij het goed, dat daarvoor een nieuw orgaan is geschapen, al heeft hij niet zoo'n sterke behoefte aan meer organen dan Rijk, Provincie en Gemeente. Dit is een positieve verdienste; een negatieve ver dienste is, dat het ontwerp niet de gelegen heid biedt in commissies van bijstand per sonen op te nemen buiten den gemeente raad. Zal spr. nu tegen de wet stemmen, omdat geestelijken lid van den Raad kunnen worden? Spr. denkt er niet aan. Hij acht dit een verbetering, zooals hij het ook een verbetering acht, dat de vrouw niet meer van benoembaarheid tot burgemeester zal worden uitgesteld. Spr. betreurt de uit sluiting van echtgenooten van gemeente ambtenaren. De vergadering wordt te 4.40 verdaagd. Uitvaartdienst In de kerk van de H.H. Antonius en Lo- dewijk aan de Princessegracht te Den Haag had gisterenmorgen half 11 de plechtige uit vaartdienst plaats voor wijlen mr. M. H. A. Savelberg, vice-president van den Hoogen Raad der Nederlanden. Het priesterkoor en de zij-altaren waren geheel in rouw gehuld. Om de baar, welke voor het altaar was opgesteld, waren een achttal lusters met brandende kaarsen ge plaatst. De plechtige Requiemmis werd opgedragen door Pastoor A. Bulters, O.P.M., met as sistentie van de parochie-kapelaans. Onder de talrijke aanwezigen in 't kerk gebouw bevonden zich de minister van Justi tie, mr. Donner, de voorzitter van de Twee de Kamer, mr. J. R. H. ven Schaik, staats raad mr. dr. D. A. P. N. Kooien, de presi dent van den Hoogen Raad, mr. A. Fentener van Vlissingen met de Raadsheeren, de pro cureur-generaal mr. A. Tak, de advocaten- generaal, de griffier en de substituut griffier bij dat college en de oud vice-president mr. A. Bosch. Voorts luit.-generaal van Munnik- rede, lid van het Hoog Militair Gerechtshof, jhr. mr. J. C. L. von Weiier, vice-president van het Gerechtshof, de oud-gouverneur van Curacao, de heer Helfrich, mr. Nijpels uit Maastricht, mr. Janssen, vice-president van de arr. rechtbank te Maastricht, generaal Leclercq, mr. J. H. de Mol van Otterlo, ko lonel Bauduin, inspecteur van het wapen der Kon. Marechaussée, mr. J. M. J. A. Si mons, hoofd der le afdeeling van het dep. van Justitie, mr. W. Francken, de gep. kolo nel Vogelaar, mr. Schroder, subst. griffier bij de rechtbank, mr. Tedlng van Berkhout en vele anderen. Na den dienst werd de absoute verricht door pastoor Savelberg, bloedverwant van den overledene. Het zangkoor der kerk zong onder leiding van den directeur Fr. Haring de Requiem mis van L. Perosi. Onder klokgelui werd het stoffelijk over schot in den gereedstaanden auto gezet, waarmede het naar Heerlen werd vervoerd. De minister van Arbeid, Handel en Nij verheid heeft aan de besturen der werkloo- zenkassen een circulaire verzonden, waarin hij zich nu de ernstige crisis in eenige takken van bedrijf omvangrijke werkloosheid veroorzaakt bereid verklaart er toe mede te werken, dat de reglementen van verk- loozenkassen (waarvan de leden behooren of gedeeltelijk behooren tot den bedrijfstak, waarin van crisis-werkloosheid kan worden gesproken) zoodanig worden gewijzigd, dat voor alle leden, dan wel voor bepaalde groe pen van leden n.l. die, welke behooren tot een bedrijfstak, waarin crisis-werkloosheid voorkomt, de uitkeeringsduur wordt verlengd. Het aanbrengen der wijziging zal tengevolge hebben, dat leden, die volgens den ongewy- zigden reglementairen termijn geen recht op uitkeering meer zouden hebben, nog gedu rende den termijn, waarover de verlenging zich uitstrekt, in 1931 aanspraak op uitkee ring zullen kunnen doen gelden. Deze aan spraak zal bestaan, totdat in 1931 de crisis toestand voor den bedrijfstak als geëindigd zal moeten worden beschouwd. Wegens den omvang der werkloosheid is de minister voorts bereid om te bevorderen om, zoo het noodig blijkt., door het toeken nen van een subsidie van meer dan 100 pet. het verstrekken van uitkeering over de ver lenging van den reglementairen termijn mo gelijk te maken, met dien verstande, dat dit verhoogde subsidiepercentage zoodanig zal worden gesteld, dat het bedrag der middelen, waarover de werkloozenkas kan oeschikken, op den datum waarop voor haar de tijd, ge durende welken de verlenging werkt, als ge ëindigd zal worden beschouwd, niet zal dalen beneden vijftig procent van het bedrag der middelen, waarover zij kon beschikken op 't einde van 1930. Indien het bestuur eener werkloozenkas tot verlenging van uitkeeringsduur wenscht over te gaan, moet het een voorstel tot regle mentswijziging in dien zin aan den minister doen toekomen, aangevende in welke mate het den uitkeeringsduur voor alle reglemen tair rechthebbende leden of voor bepaalde groepen daarvan wenscht te verlengen, met dien verstande, dat de verlenging ten hoog ste zes weken zal bedragen. Is in het regle ment de uitkeeringsduur verdeeld over twee kalenderhalfjaren of over andere perioden, dan kan de wijziging van het reglement van zoodanigen aard zijn, dat voor het jaar 1931 het aantal uitkeeringsdagen reeds in het eerste kalenderhalfjaar (c.q. de eerste uit- keeringsperiode) met ten noogste 36, dan wel een deel daarvan wordt vermeerderd. De wij ziging kan echter niet zoodanig zijn, dat le den, die in 1931 geen recht op uitkeering zouden hebben, omdat zij reeds drie of meer jaren achtereen zijn uitgetrokken, tengevolge ervan in 1931 recht zouden kunnen krijgen. Op een desbetreffend verzoek zal alleen dan gunstig worden beschikt, indien bepaaldelijk van een crisistoestand kan worden gesproken. Dezer dagen vergaderde de afdeeling Beek bergen der S. D. A. P., os. ter bespreking van het jongste besluit van het partijbestuur in zake de toelating van den heer Stenhuis tot die partij. De afdeeling besloot, alvorens een beslis sing te nemen, het partijbestuur het volgende te vragen a. Aan welke statutaire bepalingen wordt het recht ontleend, op te treden als gedaan werd? b. Waarom voor Stenhuis andere regelen moeten gelden, dan voor tal van partygenoo- ten gegolden hebben? Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat de eerstvolgende bijeenkomst van R. K. In dischgasten, Oud-Indischgasten en hen. die zich binnenkort in Indië denken te vestigen, zal plaats hebben op Donderdag 5 Februari a.s. in .Huize Voorhout" aan het Lange Voorhout No. 19 te Den Haag, des avonds om 8 uur. zy, die deze büeenkomst wenschen by te wonen, kunnen zich in verbinding stellen met het „Katholiek Indisch Bureau", de Carpenitistraat 153 te Den Haag, telefoon 770567. Tengevolge van mist dook de piloot van de Heinckel-vliegtuigfabrieken te Warne- münde, dr. King, met een watervliegtuig in volle vaart in het water, waardoor zyn toe stel vernield werd. De bestuurder liep een ernstige schedelbreuk op, waaraan hij kor ten tijd later bezweek. Met 55 ton belasting weer gestart. Bu de proefvluchten van de DO X in Lis sabon, die thans na de reparatie van het vliegschip worden uitgevoerd, werd eergis teren een opvallende prestatie verricht, toen het vliegschip met een totaal gewicht van 55 ton op schitterende wyze gestart is, en daarmede de verwachtingen, die dr. Domier koesterde, verre heeft overtroffen. Dr. H. M. de Bariet tot hoogleeraar benoemd By Kon. besluit is benoemd tot gewoon hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde aan de Ryksuniversiteit te Groningen, om onderwys te geven in de anatomie en em bryologie, dr. H. M. de Burlet, prosector met den persoonlijken titel van lector aan de Ryksuniversiteit te Utrecht. Sinds 1 October 1908 is de nieuwe hoog leeraar prosector aan het Anatomisch Insti tuut te Utrecht, na aan de academie aldaar te hebben gestudeerd. Veel vermaardheid Toen juffrouw Bunting door erfenis in 't bezit van d'r kolossaal vermogen gekomen was, had ze gedacht, dat ze daar veel plezier van zou hebben. Maar ze had er niet op ge rekend, dat geld ook ten kwade aan strekken; dat het haar de bedoelingen van iedereen zou doen wantrouwen en dus haar leven zou verbitteren. Terwyi ze daar zoo eenzaam in haar salon zat, begon ze over haar nichten en neven na te denken, waarvan ze in de laatste jaren niets meer had willen weten. „Ik geloof niet," zoo dacht ze, gepikeerd, „dat een van die menschen den drempel van m'n woning zou overschryden, wanneer het niet was in de hoop, wat te krijgen." Haar gedachten dwaalden af naar Johanna, de lievelinge onder haar nichten. Ze herin nerde zich nu, dat het aan 't eind der maand vyf jaar geleden zou zyn, dat deze nicht bij haar gekomen was en haar een klein bedrag in geld gevraagd had om met Bob te kunnen trouwen. „Ik heb hem zoo innig lief!" had ze al snikkend gezegd. Juffrouw Bunting had natuuriyk gewei gerd. Sindsdien had juffrouw Bunting haar nicht niet meer ontmoet. Juffrouw Bunting keek op de klok. Het ver- ledene verdween en het tegenwoordige stond haar weer voor oogen. zy wachtte op den klop op de deur, welke juffrouw Granger zou aankondigen, die twintig jaar lang haar huis houdster geweest was, en die nu haar diens*" verliet, na voortdurend kwestie over alles en' nog wat met haar gehad te hebben. Een maand daarna staakte eensklaps het oude gerenommeerde bankiershuis Gebrs. Hartlewell en Co. z'n betalingen. Deze ramp werd spoedig gevolgd door een schandeiyk bankroet. Honderden ryke lieden werden daardoor broodeloos. Toen de eerste Indruk van dit ontzettend gebeuren wat verflauwd was, schreef juffrouw Bunting aan haar oudste nicht Dorothy het volgende briefje; „Je hebt zeker wel gelezen, dat 't bankiers huis Hartlewell failliet is. Je zult begrijpen, dat dit een vreeseiyke ramp is en hoe ik te moede was, toen ik dit noodlottige nieuws vernam. Ik wil nu zoo gauw mogeiyk m'n huls verkoopen en heb de zaak al In handen der makelaars gegeven. Omtrent m'n toe komstplannen heb ik natuuriyk nog geen be slissing genomen. Misschien ga ik m'n intrek nemen ergens op 't land. Wees zoo goed, beste Dorothy, dit schrijven onder de familieleden te laten circuleeren. Je begrypt, dat het me zwaar zou vallen, ieder afzonderlek te schre ven. De uitwerking van dezen brief was, dat oo den volgenden Zondag, in den namiddag, de familie haar kwam bezoeken. Dorothy en Betty in gezelschap van haar mannen. Tot juffrouw Bunting's verwondering bracht Nelly, het nichtje dat nooit ergens aan dacht, een ruiker van lelietjes der dalen mee. Eensklaps werd er gescheld: een oogenblik later vloog de deur open, een jonge vrouw kwam op haar toegeloopen, omhelsde haar en kuste haar op de wangen. Het was Johanna, die ze nooit meer had gedacht te zien. Haar echtgenoot, een flinke Jonge man, die een uitstekenden indruk maakte, boog eer biedig voor de oude dame en drukte haar de hand. Juffrouw Bunting zag wel, dat het echtpaar gelukkig was, al hadden ze het zonder haar geldelijken steun moeten doen. Eensklaps schoot het haar te binnen dat zy het doel van hun komst meende te begrypen. Ze overlaadde haar met betuigingen van vriendschap, maar dat deden ze allen om niet onbeleefd te schynen. Het eigeniyke doel hunner komst zou wel zyn, haar te kennen geven, dat zy niet op hun hulp moest reke nen, omdat zy zich nooit om de familie be kommerd had. „Ik zou wel graag een kopje thee -rillen." Met deze woorden onderbrak Johanna den gedachtenstroom harer tante. Ze zei dit op een toon, alsof ze minsten driemaal per week by haar kwam en op den meest vriendschap- peiyken voet met haar verkeerde. Juffrouw Bunting schelde. Ze was geheel in de war. Door de kracht der gewoonte keek ze op, toen het theeblad binnen gebracht werd. Ze kreeg een schok van verrassing en wist niet wat ze zag. Juffrouw Granger droeg het theeblad. „Waarom ben j ij hier?" vroeg juffrouw Bunting. De aangesprokene kreeg een kleur als bloed en antwoordde: „Ik heb zoo 't een en ander gehoord en ben daarom teruggekomen." Daarop liet ze kort en zakeiyk volgen: „De thee wordt koud, dames." Voor juffrouw Bunting, die niet zoo gauw wist welk bescheid ze zou geven, op haar ver haal gekomen was, had haar voormalige huishoudster zich bedaard verwyderd. De oude dame gevoelde zich wat meer op haar gemak, toen Johanna haar van alles over haar dochtertje vertelde, van wier be staan zy tot op den dag van heden onkundig was. Toen 't theegoed opgeruimd was, schoof George Henderson, de echtgenoot van Doro thy, z'n stoel dichter by dien van Juffrouw Bunting. Hy schraapte z'n keel, keek even rond en begon: „We begrijpen volkomen den toestand waarin u verkeert, beste tante, en het spijt ons allen meer dan wij u zeggen kunnen, dat het zoo geloopen is. Maar alles by elkaar genomen is de toe stand niet zoo erg als hy op het eerste ge zicht wel lykt. U hebt ons nog. Er moet hier in huis nog menig kunstvoorwerp van groote waarde zijn, dunkt me. U zou het huis met alles wat er in is, voor een aardlgen prys kunnen verkoopen. Van de opbrengst van een en ander zou u een ïyfrente voor u kunnen koopen. U zou dan uw intrek beurtelings by een onzer kunnen nemen, als u dat wenschte. en zoo uw onafhankelijkheid kunnen be waren." „Lieve hemel," dacht juffrouw Bunting: „maar in dat geval zouden ze geen cent van me erven. Een lijfrente houdt met myn dood op." „Komt u dan eerst bij mij?" zoo liet Jo hanna zich hooren; „u hebt m'n kleine meid nog niet gezien." De oude tante wist niet wat ze hoorde en dacht dat ze droomde. Toen de bezoekers opstonden om heen te gaan, keek juffrouw Bunting hen op een ma nier aan alsof zy hen van te voren nog nooit gezien had. Toen sprak ze langzaam: „Ik had graag, dat jullie allen my in de ge legenheid stelt 'n tegenprestatie te doen, in antwoord op de vriendelijke wyze my in deze omstadigheden van dienst te wezen. Ik noo dig jullie allen uit om bij me te komen di- neeren." Op den bepaalden avond, kwart na acht precies, vervoegde zich de familie aan de wo ning van de oude dame. De maaltyd was allerkostbaarst. De beste wijnen werden geschonken. De tafel schitterde van zilver en kostbaar kristal. De gasten keken elkander veelbeteekenend aan. Al die pracht, die kostbaar aangerichte tafel, die overvloed van wyn en spijzen, leek hun onnoodige verkwisting. Zou het ongeluk haar ook in 't hoofd geslagen zijn? Wel be schouwd hadden ze de uitnoodiging niet moe ten aannemen. Op een gegeven oogenblik sprak tante: „Ik hoop dat dit voor u allen een der geluk kigste avonden zal zyn, dien gij ooit beleefd hebt. Ik meen er iets op gevonden te hebben om dit waar te maken. Ik erken, dat het geld me geen geluk heeft aangebracht. En waarom niet? Omdat ik te veel geld heb. Daarom zal ik de helft van myn vermogen onder u ver- deelen. Ik ben reeds met myn rechtsgeleerde raadgevers overeengekomen, dat ieder van u morgen een chèque van 20.000 dollars zal ont vangen. Voor de kleine meid van Johanna heb ik 5000 dollars uitgetrokken, zy is m'n eenige achternicht." Op deze mededeeling volgde een doodsche stilte. Iedereen stond het huilen nader dan het lachen. Allen verkeerden in de stellige meening dat hun oude tante krankzinnig ge worden was. Ze keek echter glimlachend en zegevierend rond. Johanna was de eerste die durfde te spre ken. „Maar, tante-lief," sprak ze vriendelük, „weet u dan niet meer dat het bankierskan toor Gebrs. Hartlewell en Co. failliet is? „Dat weet ik nog heel goed," luidde het kalme antwoord. „Maar mag het geen bestie ring van de Voorzienigheid genoemd worden, dat ik nooit een cent op die bank geplaatst heb?" verkreeg hy vooral door zyn onderzoekingen over het gehoororgaan bij de gewervelde die ren. o.a. in samenwerking met prof. Magnus verricht. Een paar jaar na zijn benoeming tot pro sector promoveerde dr. de Burlet bij prof. Ruge te Zurich naar aanleiding van een studie over de lever. Hoe het precies gekomen is, dat gisteravond te Amsterdam de wissel van de splitsing der tramrails op het Stationsplein by 't Vic toria-hotel averechts heeft gestaan, toen daar om kwart over acht een motor- en bywagen van lijn 13 over kwam rüden, staat nog niet met zekerheid vast al is het vermoeden gerezen, dat deze wissel te vroeg is omgegooid. Hoe dit zyde by wagen van de tram ontspoorde en stond onwrikbaar. Te zelfder tyd kwam van den anderen kant óók een lün 13, die hier im mers, evenals vele andere lijnen een kring loop maakt.... en het fatale kruispunt werd helaas een „raakpunt" in den meest letterlijken zin- de motorwagen van de rij dende tram kwam in botsing met den ont spoorden bijwagen van de ander. Het ge schiedde met zóóveel kracht, dat binnen hout en splinters glas krakend en kletterend neervielen. En toen de eerste seconden van consternatie voorby waren, bleek, dat een der passagiers zich daardoor bloedend aan een der handen had verwond. Van allen kant kwamen de ïynen het geblokkeerde kruispunt raderen: 1 en 2, 13 en 17 van den N. Z. Voorburgwal, 4, 5, 9, 11, 16. 24, 25 van het Damrak, 8, 18, 21 van de Prins Hendrikkadeen het was aldra een opstopping van geweld, waar natuur lijk ook het auto- en fietsverkeer danig den weerslag van ondervond. Meer dan twintig minuten duurde 't, eer de gelederen van wachtende wagens weer eenigszins verspreid waren. Allerlei ïynen moesten hiervoor natuuriyk ongewone tra jecten volgen, zoodat het de Tramdirectie wel wat hoofdbrekens gekost zal hebben om dat alles weer in zyn gewone banen te brengen. En nog tegen tien uur waren de gevolgen van deze geduchte storing in de verschillende stadswyken te bemerken, doordat soms eenige wagens van één lyn broederiyk achter elkaar kwamen ryden, soms daarentegen nog groote lacunes wa ren tusschen een wagen en zyn opvolger van 't zelfde nummer. Storing in de De Clercqstraat De storing op 't Stationsplein was even wel niet de eenige pech, waardoor de Am- sterdamsche tram dezen avond bezocht is. Omstreeks half 10 slaagde een wagen van de „Haarlemsche" erin, op de De Clercq straat een geleidingsdraad, „naar beneden te halen," zooals dat heet. Geen persoonlijk letsel of materieele schade Was hier 't ge volg, maar wel een storing, die, hoewel niet zóó ingrijpend voor het verkeer op het heele net, haar voorgangster in duur nog heett overtroffen. Doch tegen tien uur was ook hier alles weer in het reine en konden de ïynen 13, 14 en 17, die een twintig a 25 min. geduld hadden moeten oefenen, hun weg weer vervolgen. Het verkeer van de E.S.M. tusschen Am sterdam en Haarlem heeft door de storing in de De Clercqstraat veertig minuten ver traging ondervonden. De reizigers, die naar Haarlem moesten zijn in dien tijd per spoor gegaan; reizigers voor Zandvoort konden van Haarlem af weer van de electrische tram gebruik maken. Te half elf was alles weer normaal. zullen geen zware oefeningen mogen worden gehouden, evenmin als avond- en nacht oefeningen, en ook geen oefeningen, waarbij de deelnemers langen tijd in vochtig terrein zich moeten ophouden. Verschillende deta cheeringen van militairen werden afgelast. -In verband met de toenemende onveilig heid zal van 2 Februari af te Aalten een detachement marechaussee worden ge plaatst. De uiterwaarden weer ondergeloopen Uit Maastricht meldt men: De Maas is weer wassend. Al eenige dagen was de stand abnormaal hoog; sedert Woensdagmorgen is zy 15 c.M. gestegen en Om 10 uur gisterenmorgen was de stand 2.09. De uiterwaarden staan weer blank, kelders loopen onder. In 12 dur 34 c.M. Sedert gisterenmorgen 8 uur is de Maas nog 34 c.M. gewassen. De stand om acht uur gisterenavond was 3.37 M. of 45.28 M. boven N.A.P. De laag gelegen landeryen zyn reeds overstroomd; ook enkele buurtwegen. Toenemende was in België Gistermiddag seinde men uit Brussel: Tengevolge van ononderbroken regen in de laatste 24 uur biyft de Maas steeds wassen. Donderdagmorgen was de stand 20 tot 30 cM. hooger dan den vorigen avond, terwyl nog steeds was verwacht wordt. Ook de zyrivieren wassen onrustbarend snel. De stand bü Visé is thans drie meter boven normaal. In den vorigen nacht is er 20 m.M. regen gevallen. Vorige week Is een gedetineerde in het Huis van Bewaring te Breda, die allerlei voorwerpen had ingeslikt om naar comfor tabeler oorden vervoerd te worden, aan de gevolgen overleden. Thans heeft wederom een zyner collega's uit het Huis van Bewaring, een zekere van Z. uit Breda, dit in zwang komende middel toegepast. Hü beweerde een ijzeren kram te hebben ingeslikt, weshalve hy in observatie werd genomen. Dit had tot gevolg, dat hij naar 'het St. Ignatiusziekenhuis moest worden vervoerd, waar operatief werd ingegrepen. Maatregelen ter bestrijding van de griep In verband met het heerschen van griep in het garnizoen te Arnhem zijn maatrege len genomen om uitbreiding van het aantal gevallen tegen te gaan. Tot nader order voort. Jongeman gedood Gisterochtend omstreeks elf uur is te Am sterdam een twintigjarige metselaar, die bezig was op het dak van een huis aan de Eerste Oosterparkstraat by de Vrolikstraat, op straat gevallen. In zorgwekkenden toestand is het slaent- offer naar een der ziekenhuizen gebracht, waar hy aan de gevolgen van zyn wonden is overleden. Omtrent de aanvaring van de schipbrug bij Arnhem meldde men nog nader: Er bestaat weinig hoop, dat de brug vóór Zaterdag weer in gebruik kan worden ge nomen. De schade loopt in de duizenden guldens. Verschillende zware yzeren balken zyn afgeknapt en verwrongen en moeten door nieuwe worden vervangen, wat nfiet groote moeite gepaard zal gaan. De schipper van De Laak wijt het onge val aan een verandering van den stroom voor de stad. De schipper is verzekerd voor schade, aan anderen toegebracht. Woensdagmiddag werden door een vrouw aan een juwelier in de Saroleastraat te Heerlen eenige gouden voorwerpen, ter waarde van ongeveer 100.aangeboden, terwijl haar man buiten stond te wachten. De juwelier vertrouwde het zaakje niet en waarschuwde de recherche, die beide echte lieden naar het politiebureau bracht. Op den man trof men een dolkmes aan. Voorts bleek, dat de man van Italiaansche nationa liteit was en den laatsten tijd in Utrecht verblijf hield. Men vermoedt hier met goud- dieven te doen te hebben, die te Aken hun slag hebben geslagen. Het onderzoek duurt 159. Daar zag de koopman eensklaps Wim weer En het gesprek werd snel gestaakt. Hy Hep hard achter Wim, den deugniet, Die zich snel uit de voeten maakt. „Ik kryg je toch, leelijken jongen, Hoe jij je ook keert of wendt. Ik zal je net zoo lang vervolgen Tot jy in myn handen bent." 160. Over Duitschland werd Pim gedreven Over Augsburg, in 't Schwabenland. Zag boven een bron een groot standbeeld, Met een staaf met vleugels in de hard. 't Was Mercurius, God van den handel, Door de Romeinen zeer vereerd. Dat wist Pim zich nog te herinneren, Dat had hy ook op school geleerd. w 0 0

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10