Voor de Huiskamer
i Het gestolen Luchtballonnetje
HERZIENING
VAN DE GEMEENTEWET
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
C
EERSTE KAMER
BINNENLANDSCH NIEUWS
Mr. M. H. A. Savelberg t
Steun voor werkloosheid
Dt
:£er bereid mede te werken
vt verlenging van den
uitkeeringsduur
Stenhuis en de S. D. A. P,
Bijeenkomst der R. K. Indischgasten
LUCHTVAART
Doodelijk vlieg-ongeval
De DO X maakt proefvluchten
ONDERWIJS
Rijksuniversiteit te Groningen
Het diner
GEMENGD NIEUWS
Twee Tramstoringen
te Amsterdam
Een avond van pech
Marechaussee te Aalten
De wassende Maas
ü8 Maas blijft wassen
Van het dak gevallen
Gevaarlijke slikkerij
Zieke soldaten
De ?J>nvfiring van de schipbrug bij
Arnhem
Gouddieven aangehouden
Vergadering van Donderdag.
Aan de orde is het wetsontwerp tot herzie
ning van de Gemeentewet.
De heer DE VLUGT (A.R.) betoogt, dat
het gemeentebestuurswezen in ons land in
de laatste halve eeuw steeds voor nieuwe
problemen is geplaatst en dat het voor onze
Gemeentewet pleit, dat binnen haar kader
aanpassing aan nieuwe omstandigheden tel
kens mogelijk bleek. Dit stemt tot eerbied
voor hetgeen Thorbecke in de Gemeentewet
tot stand bracht. Toch meent spr., dat de
tyd rijp is om, met behoud van de mar
kante grondslagen, de structuur der wet aan
een grondige herziening te deen onderwer
pen, daar men toch niet kan doorgaan met
partieele herzieningen.
Het wethouderschap is in de groote ge
meenten een volledige betrekking geworden,
waarvoor de in de wet genoemde bezoldiging
een persiflage is geworden. Met genoegen
ziet spr., dat daarin een wijziging wordt
voorgesteld.
Ook de taak van den burgemeester is in
omvang ten zeerste toegenomen. Splitsing
van die taak en het voorzitterschap van den
gemeenteraad zou spr. intusschen zeer on
logisch voorkomen; deze beide functies bfc-
hooren in één persoon te blijven vereeniga.
De mentaliteit in de gemeenteraden is
thans zoo, dat zij geen enkele bevoegdheia
willen prijsgeven, als de wet dit niet uit
drukkelijk voorschrijft. Daarom had art.179
zóó gewijzigd moeten worden, dat de be
stuursbevoegdheid aan B. en W. wordt op
gedragen.
Een punt van minder belang, waarover
echter verschil van meening bestaat, is het
aftreden der wethouders met den eersten
Dinsdag in September, hetgeen soms zóo
wordt uitgelegd, dat zij op den daaraan
voorafgaanden Maandag aftreden, zoodat er
des Dinsdags geen college van B. en W. is.
Dit punt had geregeld kunnen worden.
Spreker waardeert het, dat niet getornd
is aan de macht, die de burgemeester be
zit als hoofd der politie.
Alles bijeengenomen moet spreker zijn stem
voorbehouden, omdat het ontwerp zich niet
aanpast aan de behoeften der gemeenten in
de gewijzigde omstandigheden van tegen
woordig.
De heer VAN LANSCHOT (R.K.) betwij
felt, of het denkbeeld van den vorigen spre
ker, om het bestuur der gemeente zooveel
mogelijk in handen te brengen van B. en
W., wel voor verwezenlijking vatbaar is.
Spreker eerbiedigt de bezwaren der anti-
revolutionnairen tegen benoembaarheid van
vrouwen tot burgemeester, doch tot een
vruchtbaar debat in dit college leent ook dis
onderwerp zich niet. Spreker wijst op eenige
voordeelen van het ontwerp; om. bespreekt
hij de uitvoering van de besluiten van den
raad.
De gemeenteraden zijn bevreesd voor de
privaatrechtelijke organen. Ten onrechte vol
gens spreker, omdat door publiekrechtelijke
organen nog veel meer in de bevoegdheid
van de raden kan worden ingegrepen. Op dts
punt is het ontwerp vaag. Er is in Limburg
een bond tusschen een aantal gemeenten.
Moet deze regeling privaat- of publiekrech
telijk zijn?
Verder behandelt spreker de verantwoor
delijkheid van den burgemeester. B. en W.
zijn voor huishoudelijke aangelegenheden
verantwoording schuldig aan den Raad, doch
de burgemeester en B. en W. zijn voor da
den van zelfbestuur geen verantwoording
schuldig aan den Raad, en nu betreurt
spreker, dat de verantwoordingsplicht voor
daden van zelfbestuur niet in de wet is
geregeld.
Wat betreft de positie van den burgemees
ter als hoofd der politie vraagt spreker, of
er geen wijziging is gekomen in dien zin,
dat de burgemeester meer dan tot dusver
het recht heeft inlichtingen te weigeren en
moties niet in stemming te brengen.
Hierna wordt gepauzeerd.
De heer KRANENBURG (V.Dj, die na
de pauze het woord voerde, acht de wijzi
ging in materieel opzicht niet zeer belang
rijk. Het belang is niet evenredig met het
aantal der wijzigingen.
Volgens spr. blijft de constitutioneele ver
antwoordelijkheid van den burgemeester als
leider der politie onveranderd.
De benoembaarheid van de vrouw tot bur
gemeester is principieel van gewicht, doch
de practische beteekenis moet men niet
overschatten. De bedoeling is toch slechts
om, wanneer een vrouw toont voortreffe
lijke eigenschappen voor deze functie te
hebben, haar van benoeming niet uit te
sluiten.
De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C.H.)
betoogt, dat het ontwerp een belangrijk on
derwerp regelt: de samenwerking der ge
meenten, doch overigens de beteekenis heeft
van een technische herziening, waarover 't
uiterst moeilijk is algemeene beschouwingen
te houden.
Een van de groote voordeelen van het
ontwerp acht .--pr., dat de samenwerking van
gemeenten daarin is opgenomen, waardoor
annexatie in zeer vele gevallen niet meer
roodig zal zijn. Het verheugt spr., dat po
gingen om de positie van den burgemeester
te verzwakken door hem als hoofd van de
politie verantwoordelijk te stellen aan den
raad, niet zijn geslaagd. Spr. betreurt het,
dat het niet gelukt is, vrijgestelden van het
raadslidmaatschap uit te sluiten; zij toch
behoorden zeker uitgesloten te zijn.
Een bezwaar is de benoembaarheid der
vrouw tot burgemeester en in mindere mate
tot secretaris. Ware de benoembaarheid be
perkt tot de functie van secretaris, dan zou
het bezwaar niet zoo ernstig geweest zijn.
Spr. acht de vrouw van nature minder aan
gewezen voor gezagsfuncties in den Staat.
Tot spr.'s leedwezen kan hij, ondanks het
vele goede, dat het ontwerp bevat, zijn stem
daaraan niet geven.
De heer DE VEER (A.V.) bespreekt even
eens de benoembaarheid der vrouw en sluit
zich voor een groot deel aan bij hetgeen de
heeren De Vlugt en Lohman daarover heb
ben gezegd. Het is niet alleen de rechter
zijde, waar men de tegenstanders van de
benoembaarheid der vrouw vindt.
De belangrijkste bepalingen van het ont
werp acht spr. die betreffende de samen
werking van gemeenten, welke zóó ruime
toepassing mogelijk maken, dat onbe
grensde mogelijkheden ontstaan.
Spr. is geen tegenstander van verplicht
samenwerken, maar is er eveneens van
overtuigd, dat niet elk belang tot verplichte
samenwerking moet kunnen worden uitge
buit.
De heer WIBAUT (S.D.AP.) brengt lof
aan den maker van de wet. Thorbecke was
een bekwaam, op sommige punten een ge
niaal man, maar dat hij de ontwikkeling
van de gemeente heeft voorzien, zooals die
geworden is, was onmogelijk. De gemeente
van heden stelt andere eischen.
De gemeenten zullen voortaan onbeperkt
door de Rijkswetgeving moeten vaststellen,
welke behoeften collectief verzorgd moeten
worden en welke middelen daarvoor gehe
ven moeten worden. De gekozen gemeente
raden zullen zelf moeten beslissen over de
wijze van dekking der uitgaven. Dit is een
eisch der groeiende democratie, die ook
geen leuze op papier is.
Ook zullen de grenzen welke aangeven
dat op terreinen, waar het Rijk reeds werk
zaam is, de gemeente geen taak heeft, voor
de gemeente in de toekomst moeten ver
vallen. Er zijn gebieden, die Rijkswerk moe
ten blijven.
Het goede in het ontwerp ligt o.m. in de
mogelijkheid van verplichte samenwerking
van gemeenten. Dat acht spr. een voordeel
en ook acht hij het goed, dat daarvoor een
nieuw orgaan is geschapen, al heeft hij niet
zoo'n sterke behoefte aan meer organen
dan Rijk, Provincie en Gemeente. Dit is
een positieve verdienste; een negatieve ver
dienste is, dat het ontwerp niet de gelegen
heid biedt in commissies van bijstand per
sonen op te nemen buiten den gemeente
raad.
Zal spr. nu tegen de wet stemmen, omdat
geestelijken lid van den Raad kunnen
worden? Spr. denkt er niet aan. Hij acht
dit een verbetering, zooals hij het ook een
verbetering acht, dat de vrouw niet meer
van benoembaarheid tot burgemeester zal
worden uitgesteld. Spr. betreurt de uit
sluiting van echtgenooten van gemeente
ambtenaren.
De vergadering wordt te 4.40 verdaagd.
Uitvaartdienst
In de kerk van de H.H. Antonius en Lo-
dewijk aan de Princessegracht te Den Haag
had gisterenmorgen half 11 de plechtige uit
vaartdienst plaats voor wijlen mr. M. H. A.
Savelberg, vice-president van den Hoogen
Raad der Nederlanden.
Het priesterkoor en de zij-altaren waren
geheel in rouw gehuld. Om de baar, welke
voor het altaar was opgesteld, waren een
achttal lusters met brandende kaarsen ge
plaatst.
De plechtige Requiemmis werd opgedragen
door Pastoor A. Bulters, O.P.M., met as
sistentie van de parochie-kapelaans.
Onder de talrijke aanwezigen in 't kerk
gebouw bevonden zich de minister van Justi
tie, mr. Donner, de voorzitter van de Twee
de Kamer, mr. J. R. H. ven Schaik, staats
raad mr. dr. D. A. P. N. Kooien, de presi
dent van den Hoogen Raad, mr. A. Fentener
van Vlissingen met de Raadsheeren, de pro
cureur-generaal mr. A. Tak, de advocaten-
generaal, de griffier en de substituut griffier
bij dat college en de oud vice-president mr.
A. Bosch. Voorts luit.-generaal van Munnik-
rede, lid van het Hoog Militair Gerechtshof,
jhr. mr. J. C. L. von Weiier, vice-president
van het Gerechtshof, de oud-gouverneur van
Curacao, de heer Helfrich, mr. Nijpels uit
Maastricht, mr. Janssen, vice-president van
de arr. rechtbank te Maastricht, generaal
Leclercq, mr. J. H. de Mol van Otterlo, ko
lonel Bauduin, inspecteur van het wapen
der Kon. Marechaussée, mr. J. M. J. A. Si
mons, hoofd der le afdeeling van het dep.
van Justitie, mr. W. Francken, de gep. kolo
nel Vogelaar, mr. Schroder, subst. griffier
bij de rechtbank, mr. Tedlng van Berkhout
en vele anderen.
Na den dienst werd de absoute verricht
door pastoor Savelberg, bloedverwant van
den overledene.
Het zangkoor der kerk zong onder leiding
van den directeur Fr. Haring de Requiem
mis van L. Perosi.
Onder klokgelui werd het stoffelijk over
schot in den gereedstaanden auto gezet,
waarmede het naar Heerlen werd vervoerd.
De minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid heeft aan de besturen der werkloo-
zenkassen een circulaire verzonden, waarin
hij zich nu de ernstige crisis in eenige
takken van bedrijf omvangrijke werkloosheid
veroorzaakt bereid verklaart er toe mede
te werken, dat de reglementen van verk-
loozenkassen (waarvan de leden behooren of
gedeeltelijk behooren tot den bedrijfstak,
waarin van crisis-werkloosheid kan worden
gesproken) zoodanig worden gewijzigd, dat
voor alle leden, dan wel voor bepaalde groe
pen van leden n.l. die, welke behooren tot
een bedrijfstak, waarin crisis-werkloosheid
voorkomt, de uitkeeringsduur wordt verlengd.
Het aanbrengen der wijziging zal tengevolge
hebben, dat leden, die volgens den ongewy-
zigden reglementairen termijn geen recht op
uitkeering meer zouden hebben, nog gedu
rende den termijn, waarover de verlenging
zich uitstrekt, in 1931 aanspraak op uitkee
ring zullen kunnen doen gelden. Deze aan
spraak zal bestaan, totdat in 1931 de crisis
toestand voor den bedrijfstak als geëindigd
zal moeten worden beschouwd.
Wegens den omvang der werkloosheid is
de minister voorts bereid om te bevorderen
om, zoo het noodig blijkt., door het toeken
nen van een subsidie van meer dan 100 pet.
het verstrekken van uitkeering over de ver
lenging van den reglementairen termijn mo
gelijk te maken, met dien verstande, dat dit
verhoogde subsidiepercentage zoodanig zal
worden gesteld, dat het bedrag der middelen,
waarover de werkloozenkas kan oeschikken,
op den datum waarop voor haar de tijd, ge
durende welken de verlenging werkt, als ge
ëindigd zal worden beschouwd, niet zal dalen
beneden vijftig procent van het bedrag der
middelen, waarover zij kon beschikken op 't
einde van 1930.
Indien het bestuur eener werkloozenkas tot
verlenging van uitkeeringsduur wenscht over
te gaan, moet het een voorstel tot regle
mentswijziging in dien zin aan den minister
doen toekomen, aangevende in welke mate
het den uitkeeringsduur voor alle reglemen
tair rechthebbende leden of voor bepaalde
groepen daarvan wenscht te verlengen, met
dien verstande, dat de verlenging ten hoog
ste zes weken zal bedragen. Is in het regle
ment de uitkeeringsduur verdeeld over twee
kalenderhalfjaren of over andere perioden,
dan kan de wijziging van het reglement van
zoodanigen aard zijn, dat voor het jaar 1931
het aantal uitkeeringsdagen reeds in het
eerste kalenderhalfjaar (c.q. de eerste uit-
keeringsperiode) met ten noogste 36, dan wel
een deel daarvan wordt vermeerderd. De wij
ziging kan echter niet zoodanig zijn, dat le
den, die in 1931 geen recht op uitkeering
zouden hebben, omdat zij reeds drie of meer
jaren achtereen zijn uitgetrokken, tengevolge
ervan in 1931 recht zouden kunnen krijgen.
Op een desbetreffend verzoek zal alleen dan
gunstig worden beschikt, indien bepaaldelijk
van een crisistoestand kan worden gesproken.
Dezer dagen vergaderde de afdeeling Beek
bergen der S. D. A. P., os. ter bespreking van
het jongste besluit van het partijbestuur in
zake de toelating van den heer Stenhuis tot
die partij.
De afdeeling besloot, alvorens een beslis
sing te nemen, het partijbestuur het volgende
te vragen
a. Aan welke statutaire bepalingen wordt
het recht ontleend, op te treden als gedaan
werd?
b. Waarom voor Stenhuis andere regelen
moeten gelden, dan voor tal van partygenoo-
ten gegolden hebben?
Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat
de eerstvolgende bijeenkomst van R. K. In
dischgasten, Oud-Indischgasten en hen. die
zich binnenkort in Indië denken te vestigen,
zal plaats hebben op Donderdag 5 Februari
a.s. in .Huize Voorhout" aan het Lange
Voorhout No. 19 te Den Haag, des avonds
om 8 uur. zy, die deze büeenkomst wenschen
by te wonen, kunnen zich in verbinding
stellen met het „Katholiek Indisch Bureau",
de Carpenitistraat 153 te Den Haag, telefoon
770567.
Tengevolge van mist dook de piloot van
de Heinckel-vliegtuigfabrieken te Warne-
münde, dr. King, met een watervliegtuig in
volle vaart in het water, waardoor zyn toe
stel vernield werd. De bestuurder liep een
ernstige schedelbreuk op, waaraan hij kor
ten tijd later bezweek.
Met 55 ton belasting weer gestart.
Bu de proefvluchten van de DO X in Lis
sabon, die thans na de reparatie van het
vliegschip worden uitgevoerd, werd eergis
teren een opvallende prestatie verricht, toen
het vliegschip met een totaal gewicht van
55 ton op schitterende wyze gestart is, en
daarmede de verwachtingen, die dr. Domier
koesterde, verre heeft overtroffen.
Dr. H. M. de Bariet tot hoogleeraar benoemd
By Kon. besluit is benoemd tot gewoon
hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde
aan de Ryksuniversiteit te Groningen, om
onderwys te geven in de anatomie en em
bryologie, dr. H. M. de Burlet, prosector met
den persoonlijken titel van lector aan de
Ryksuniversiteit te Utrecht.
Sinds 1 October 1908 is de nieuwe hoog
leeraar prosector aan het Anatomisch Insti
tuut te Utrecht, na aan de academie aldaar
te hebben gestudeerd. Veel vermaardheid
Toen juffrouw Bunting door erfenis in 't
bezit van d'r kolossaal vermogen gekomen
was, had ze gedacht, dat ze daar veel plezier
van zou hebben. Maar ze had er niet op ge
rekend, dat geld ook ten kwade aan strekken;
dat het haar de bedoelingen van iedereen
zou doen wantrouwen en dus haar leven zou
verbitteren.
Terwyi ze daar zoo eenzaam in haar salon
zat, begon ze over haar nichten en neven na
te denken, waarvan ze in de laatste jaren
niets meer had willen weten.
„Ik geloof niet," zoo dacht ze, gepikeerd,
„dat een van die menschen den drempel van
m'n woning zou overschryden, wanneer het
niet was in de hoop, wat te krijgen."
Haar gedachten dwaalden af naar Johanna,
de lievelinge onder haar nichten. Ze herin
nerde zich nu, dat het aan 't eind der maand
vyf jaar geleden zou zyn, dat deze nicht bij
haar gekomen was en haar een klein bedrag
in geld gevraagd had om met Bob te kunnen
trouwen. „Ik heb hem zoo innig lief!" had ze
al snikkend gezegd.
Juffrouw Bunting had natuuriyk gewei
gerd. Sindsdien had juffrouw Bunting haar
nicht niet meer ontmoet.
Juffrouw Bunting keek op de klok. Het ver-
ledene verdween en het tegenwoordige stond
haar weer voor oogen. zy wachtte op den
klop op de deur, welke juffrouw Granger zou
aankondigen, die twintig jaar lang haar huis
houdster geweest was, en die nu haar diens*"
verliet, na voortdurend kwestie over alles en'
nog wat met haar gehad te hebben.
Een maand daarna staakte eensklaps het
oude gerenommeerde bankiershuis Gebrs.
Hartlewell en Co. z'n betalingen. Deze ramp
werd spoedig gevolgd door een schandeiyk
bankroet. Honderden ryke lieden werden
daardoor broodeloos.
Toen de eerste Indruk van dit ontzettend
gebeuren wat verflauwd was, schreef juffrouw
Bunting aan haar oudste nicht Dorothy het
volgende briefje;
„Je hebt zeker wel gelezen, dat 't bankiers
huis Hartlewell failliet is. Je zult begrijpen,
dat dit een vreeseiyke ramp is en hoe ik te
moede was, toen ik dit noodlottige nieuws
vernam. Ik wil nu zoo gauw mogeiyk m'n
huls verkoopen en heb de zaak al In handen
der makelaars gegeven. Omtrent m'n toe
komstplannen heb ik natuuriyk nog geen be
slissing genomen. Misschien ga ik m'n intrek
nemen ergens op 't land. Wees zoo goed, beste
Dorothy, dit schrijven onder de familieleden
te laten circuleeren. Je begrypt, dat het me
zwaar zou vallen, ieder afzonderlek te schre
ven.
De uitwerking van dezen brief was, dat oo
den volgenden Zondag, in den namiddag, de
familie haar kwam bezoeken. Dorothy en
Betty in gezelschap van haar mannen. Tot
juffrouw Bunting's verwondering bracht
Nelly, het nichtje dat nooit ergens aan dacht,
een ruiker van lelietjes der dalen mee.
Eensklaps werd er gescheld: een oogenblik
later vloog de deur open, een jonge vrouw
kwam op haar toegeloopen, omhelsde haar en
kuste haar op de wangen. Het was Johanna,
die ze nooit meer had gedacht te zien.
Haar echtgenoot, een flinke Jonge man,
die een uitstekenden indruk maakte, boog eer
biedig voor de oude dame en drukte haar de
hand. Juffrouw Bunting zag wel, dat het
echtpaar gelukkig was, al hadden ze het
zonder haar geldelijken steun moeten doen.
Eensklaps schoot het haar te binnen dat zy
het doel van hun komst meende te begrypen.
Ze overlaadde haar met betuigingen van
vriendschap, maar dat deden ze allen om niet
onbeleefd te schynen. Het eigeniyke doel
hunner komst zou wel zyn, haar te kennen
geven, dat zy niet op hun hulp moest reke
nen, omdat zy zich nooit om de familie be
kommerd had.
„Ik zou wel graag een kopje thee -rillen."
Met deze woorden onderbrak Johanna den
gedachtenstroom harer tante. Ze zei dit op
een toon, alsof ze minsten driemaal per week
by haar kwam en op den meest vriendschap-
peiyken voet met haar verkeerde.
Juffrouw Bunting schelde. Ze was geheel
in de war. Door de kracht der gewoonte keek
ze op, toen het theeblad binnen gebracht
werd. Ze kreeg een schok van verrassing en
wist niet wat ze zag. Juffrouw Granger droeg
het theeblad.
„Waarom ben j ij hier?" vroeg juffrouw
Bunting.
De aangesprokene kreeg een kleur als bloed
en antwoordde:
„Ik heb zoo 't een en ander gehoord en ben
daarom teruggekomen."
Daarop liet ze kort en zakeiyk volgen: „De
thee wordt koud, dames."
Voor juffrouw Bunting, die niet zoo gauw
wist welk bescheid ze zou geven, op haar ver
haal gekomen was, had haar voormalige
huishoudster zich bedaard verwyderd.
De oude dame gevoelde zich wat meer op
haar gemak, toen Johanna haar van alles
over haar dochtertje vertelde, van wier be
staan zy tot op den dag van heden onkundig
was.
Toen 't theegoed opgeruimd was, schoof
George Henderson, de echtgenoot van Doro
thy, z'n stoel dichter by dien van Juffrouw
Bunting. Hy schraapte z'n keel, keek even
rond en begon:
„We begrijpen volkomen den toestand
waarin u verkeert, beste tante, en het spijt
ons allen meer dan wij u zeggen kunnen, dat
het zoo geloopen is.
Maar alles by elkaar genomen is de toe
stand niet zoo erg als hy op het eerste ge
zicht wel lykt. U hebt ons nog. Er moet hier
in huis nog menig kunstvoorwerp van groote
waarde zijn, dunkt me. U zou het huis met
alles wat er in is, voor een aardlgen prys
kunnen verkoopen. Van de opbrengst van een
en ander zou u een ïyfrente voor u kunnen
koopen. U zou dan uw intrek beurtelings by
een onzer kunnen nemen, als u dat wenschte.
en zoo uw onafhankelijkheid kunnen be
waren."
„Lieve hemel," dacht juffrouw Bunting:
„maar in dat geval zouden ze geen cent van
me erven. Een lijfrente houdt met myn dood
op."
„Komt u dan eerst bij mij?" zoo liet Jo
hanna zich hooren; „u hebt m'n kleine meid
nog niet gezien."
De oude tante wist niet wat ze hoorde en
dacht dat ze droomde.
Toen de bezoekers opstonden om heen te
gaan, keek juffrouw Bunting hen op een ma
nier aan alsof zy hen van te voren nog nooit
gezien had. Toen sprak ze langzaam:
„Ik had graag, dat jullie allen my in de ge
legenheid stelt 'n tegenprestatie te doen, in
antwoord op de vriendelijke wyze my in deze
omstadigheden van dienst te wezen. Ik noo
dig jullie allen uit om bij me te komen di-
neeren."
Op den bepaalden avond, kwart na acht
precies, vervoegde zich de familie aan de wo
ning van de oude dame.
De maaltyd was allerkostbaarst. De beste
wijnen werden geschonken. De tafel schitterde
van zilver en kostbaar kristal.
De gasten keken elkander veelbeteekenend
aan. Al die pracht, die kostbaar aangerichte
tafel, die overvloed van wyn en spijzen, leek
hun onnoodige verkwisting. Zou het ongeluk
haar ook in 't hoofd geslagen zijn? Wel be
schouwd hadden ze de uitnoodiging niet moe
ten aannemen.
Op een gegeven oogenblik sprak tante:
„Ik hoop dat dit voor u allen een der geluk
kigste avonden zal zyn, dien gij ooit beleefd
hebt. Ik meen er iets op gevonden te hebben
om dit waar te maken. Ik erken, dat het geld
me geen geluk heeft aangebracht. En waarom
niet? Omdat ik te veel geld heb. Daarom zal
ik de helft van myn vermogen onder u ver-
deelen. Ik ben reeds met myn rechtsgeleerde
raadgevers overeengekomen, dat ieder van u
morgen een chèque van 20.000 dollars zal ont
vangen. Voor de kleine meid van Johanna
heb ik 5000 dollars uitgetrokken, zy is m'n
eenige achternicht."
Op deze mededeeling volgde een doodsche
stilte. Iedereen stond het huilen nader dan
het lachen. Allen verkeerden in de stellige
meening dat hun oude tante krankzinnig ge
worden was. Ze keek echter glimlachend en
zegevierend rond.
Johanna was de eerste die durfde te spre
ken.
„Maar, tante-lief," sprak ze vriendelük,
„weet u dan niet meer dat het bankierskan
toor Gebrs. Hartlewell en Co. failliet is?
„Dat weet ik nog heel goed," luidde het
kalme antwoord. „Maar mag het geen bestie
ring van de Voorzienigheid genoemd worden,
dat ik nooit een cent op die bank geplaatst
heb?"
verkreeg hy vooral door zyn onderzoekingen
over het gehoororgaan bij de gewervelde die
ren. o.a. in samenwerking met prof. Magnus
verricht.
Een paar jaar na zijn benoeming tot pro
sector promoveerde dr. de Burlet bij prof.
Ruge te Zurich naar aanleiding van een
studie over de lever.
Hoe het precies gekomen is, dat gisteravond
te Amsterdam de wissel van de splitsing der
tramrails op het Stationsplein by 't Vic
toria-hotel averechts heeft gestaan, toen
daar om kwart over acht een motor- en
bywagen van lijn 13 over kwam rüden,
staat nog niet met zekerheid vast al is
het vermoeden gerezen, dat deze wissel te
vroeg is omgegooid. Hoe dit zyde by
wagen van de tram ontspoorde en stond
onwrikbaar. Te zelfder tyd kwam van den
anderen kant óók een lün 13, die hier im
mers, evenals vele andere lijnen een kring
loop maakt.... en het fatale kruispunt
werd helaas een „raakpunt" in den meest
letterlijken zin- de motorwagen van de rij
dende tram kwam in botsing met den ont
spoorden bijwagen van de ander. Het ge
schiedde met zóóveel kracht, dat binnen
hout en splinters glas krakend en kletterend
neervielen. En toen de eerste seconden van
consternatie voorby waren, bleek, dat een
der passagiers zich daardoor bloedend aan
een der handen had verwond.
Van allen kant kwamen de ïynen het
geblokkeerde kruispunt raderen: 1 en 2, 13
en 17 van den N. Z. Voorburgwal, 4, 5, 9,
11, 16. 24, 25 van het Damrak, 8, 18, 21 van
de Prins Hendrikkadeen het was aldra
een opstopping van geweld, waar natuur
lijk ook het auto- en fietsverkeer danig den
weerslag van ondervond.
Meer dan twintig minuten duurde 't, eer
de gelederen van wachtende wagens weer
eenigszins verspreid waren. Allerlei ïynen
moesten hiervoor natuuriyk ongewone tra
jecten volgen, zoodat het de Tramdirectie
wel wat hoofdbrekens gekost zal hebben om
dat alles weer in zyn gewone banen te
brengen. En nog tegen tien uur waren de
gevolgen van deze geduchte storing in de
verschillende stadswyken te bemerken,
doordat soms eenige wagens van één lyn
broederiyk achter elkaar kwamen ryden,
soms daarentegen nog groote lacunes wa
ren tusschen een wagen en zyn opvolger
van 't zelfde nummer.
Storing in de De Clercqstraat
De storing op 't Stationsplein was even
wel niet de eenige pech, waardoor de Am-
sterdamsche tram dezen avond bezocht is.
Omstreeks half 10 slaagde een wagen van
de „Haarlemsche" erin, op de De Clercq
straat een geleidingsdraad, „naar beneden
te halen," zooals dat heet. Geen persoonlijk
letsel of materieele schade Was hier 't ge
volg, maar wel een storing, die, hoewel niet
zóó ingrijpend voor het verkeer op het heele
net, haar voorgangster in duur nog heett
overtroffen. Doch tegen tien uur was ook
hier alles weer in het reine en konden de
ïynen 13, 14 en 17, die een twintig a 25 min.
geduld hadden moeten oefenen, hun weg
weer vervolgen.
Het verkeer van de E.S.M. tusschen Am
sterdam en Haarlem heeft door de storing
in de De Clercqstraat veertig minuten ver
traging ondervonden. De reizigers, die naar
Haarlem moesten zijn in dien tijd per spoor
gegaan; reizigers voor Zandvoort konden
van Haarlem af weer van de electrische
tram gebruik maken.
Te half elf was alles weer normaal.
zullen geen zware oefeningen mogen worden
gehouden, evenmin als avond- en nacht
oefeningen, en ook geen oefeningen, waarbij
de deelnemers langen tijd in vochtig terrein
zich moeten ophouden. Verschillende deta
cheeringen van militairen werden afgelast.
-In verband met de toenemende onveilig
heid zal van 2 Februari af te Aalten een
detachement marechaussee worden ge
plaatst.
De uiterwaarden weer ondergeloopen
Uit Maastricht meldt men:
De Maas is weer wassend. Al eenige dagen
was de stand abnormaal hoog; sedert
Woensdagmorgen is zy 15 c.M. gestegen en
Om 10 uur gisterenmorgen was de stand
2.09. De uiterwaarden staan weer blank,
kelders loopen onder.
In 12 dur 34 c.M.
Sedert gisterenmorgen 8 uur is de Maas
nog 34 c.M. gewassen. De stand om acht
uur gisterenavond was 3.37 M. of 45.28 M.
boven N.A.P.
De laag gelegen landeryen zyn reeds
overstroomd; ook enkele buurtwegen.
Toenemende was in België
Gistermiddag seinde men uit Brussel:
Tengevolge van ononderbroken regen in de
laatste 24 uur biyft de Maas steeds wassen.
Donderdagmorgen was de stand 20 tot 30
cM. hooger dan den vorigen avond, terwyl
nog steeds was verwacht wordt.
Ook de zyrivieren wassen onrustbarend
snel. De stand bü Visé is thans drie meter
boven normaal. In den vorigen nacht is er
20 m.M. regen gevallen.
Vorige week Is een gedetineerde in het
Huis van Bewaring te Breda, die allerlei
voorwerpen had ingeslikt om naar comfor
tabeler oorden vervoerd te worden, aan de
gevolgen overleden.
Thans heeft wederom een zyner collega's
uit het Huis van Bewaring, een zekere van
Z. uit Breda, dit in zwang komende middel
toegepast.
Hü beweerde een ijzeren kram te hebben
ingeslikt, weshalve hy in observatie werd
genomen. Dit had tot gevolg, dat hij naar
'het St. Ignatiusziekenhuis moest worden
vervoerd, waar operatief werd ingegrepen.
Maatregelen ter bestrijding van de griep
In verband met het heerschen van griep
in het garnizoen te Arnhem zijn maatrege
len genomen om uitbreiding van het aantal
gevallen tegen te gaan. Tot nader order voort.
Jongeman gedood
Gisterochtend omstreeks elf uur is te Am
sterdam een twintigjarige metselaar, die
bezig was op het dak van een huis aan de
Eerste Oosterparkstraat by de Vrolikstraat,
op straat gevallen.
In zorgwekkenden toestand is het slaent-
offer naar een der ziekenhuizen gebracht,
waar hy aan de gevolgen van zyn wonden
is overleden.
Omtrent de aanvaring van de schipbrug
bij Arnhem meldde men nog nader:
Er bestaat weinig hoop, dat de brug vóór
Zaterdag weer in gebruik kan worden ge
nomen. De schade loopt in de duizenden
guldens.
Verschillende zware yzeren balken zyn
afgeknapt en verwrongen en moeten door
nieuwe worden vervangen, wat nfiet groote
moeite gepaard zal gaan.
De schipper van De Laak wijt het onge
val aan een verandering van den stroom
voor de stad. De schipper is verzekerd voor
schade, aan anderen toegebracht.
Woensdagmiddag werden door een vrouw
aan een juwelier in de Saroleastraat te
Heerlen eenige gouden voorwerpen, ter
waarde van ongeveer 100.aangeboden,
terwijl haar man buiten stond te wachten.
De juwelier vertrouwde het zaakje niet en
waarschuwde de recherche, die beide echte
lieden naar het politiebureau bracht. Op
den man trof men een dolkmes aan. Voorts
bleek, dat de man van Italiaansche nationa
liteit was en den laatsten tijd in Utrecht
verblijf hield. Men vermoedt hier met goud-
dieven te doen te hebben, die te Aken hun
slag hebben geslagen. Het onderzoek duurt
159. Daar zag de koopman eensklaps Wim weer
En het gesprek werd snel gestaakt.
Hy Hep hard achter Wim, den deugniet,
Die zich snel uit de voeten maakt.
„Ik kryg je toch, leelijken jongen,
Hoe jij je ook keert of wendt.
Ik zal je net zoo lang vervolgen
Tot jy in myn handen bent."
160. Over Duitschland werd Pim gedreven
Over Augsburg, in 't Schwabenland.
Zag boven een bron een groot standbeeld,
Met een staaf met vleugels in de hard.
't Was Mercurius, God van den handel,
Door de Romeinen zeer vereerd.
Dat wist Pim zich nog te herinneren,
Dat had hy ook op school geleerd.
w
0
0