Binnen landsch Nieuws
«ë1. Belgisch Telegraaf-agentschap heeft,
lef bien uit Brussel seint, aan den minis-
vUle Van Nationale Defensie, De Brocque-
A gevraagd wat hij dacht van enkele
'eb in sommige Nederlandsche bla-
Volgens welke de fortificaties, die door
Biftg ïUn ontworpen, slechts een verlen-
«ouden zijn van het verdedigings-
>0* van de Fransche Oostgrens. De
ster aidus het telegram verklaar-
hins' dat bet program der fortificaties,
«ai 'nnenkort in het Belgische parlement
4|JtowT0rden besproken, door de militaire
ten ls voorbereid bulten elke bul-
'a^jbdsche inmenging. België is het eenlge
Ski öat aan den oorlog deelnam, wiens
bgtj laaties daarin geheel werden vernie-
>W De plannen, die thans door de regee-
«aaij zMn aangenomen, zijn er ln hoofd
ig °P gericht om het defensie-systeem,
Vst ^ór de vJJandeUJkheden bestond, te
e"on en het daarbij te modernlseeren.
.^steem werd afdoende geacht, toen
b6f e geplaatst was onder en regiem van
Harjariente en contractueels neutraliteit,
ten bet land zich moet kunnen verdedl-
aUri en een aanval van wie van zijn
V, aaden dan ook. Dit systeem beant-
v°or eveneens aan de verplichtingen, die
ltlf-ern het gevolg zijn van zijn nieuw
en natlonaal statuut, dat zijn grondslag
bacf '5ai,borgen vindt in het Volkenbonds-
v^n 'j?e verdragen van Locarno en het pact
^°hle 'and en Kell°gg' Opgemerkt moet
•bet "u dat de oorlog-begrooting voor 1931
egrip van de voor de fortificaties be-
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje j
0
vLleden-
X
De Handels- en
Landbouwbank
Verdrongen
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN i
wroicn
Crisissteun
erkti|denbeshiit voor fabrieken of
werkplaatsen
jCJtaa.
vejbeid
V
De Belgischs fortificaties
De nieuwe secretaris generaal
Hooge Raad der Nederlanden
Radio-censuur
Locomotieven-order naar
Duitschland
FINANCIËN
Een tekort van ruim 3 millioen
Visscherij MIJ. „Kennemerland"
GEMENGD NIEUWS
Drijfijs in de Zuiderzee
De afgedreven botter
Onder vallend gesteente
De gladde wegen
Een paal tegen bet hoofd
Uit het ijs bevrijd
Drie woningen uitgebrand
Tenen een boom gereden
Aan de gevolgen overleden
De onveiligheid op den weg
De oorzaak van den ijzel
Zuringzout gegeten
Vragen van den heer Boon
Tweede Kamerlid, de heer Bóon, heeft
v>. Minister van Financiën de volgende
jfl gesteld:
V0j, de regeering niet van oordeel, dat de
!r, o SVertegenwoordiging gekend moet worden
ltenen hieuwen vorm van extra Rijkshulpver-
aan de gemeentebesturen verleend,
Vcrlel 6 11811 in staat te stellen crisishulp te
^ii Sn aan werkloozen in bepaalde be-
eetl ®h, en acht de Regeering het Juist, dat
tsW6r8elyke steunverleening aan gemeen-
tftin?,,Uren in het leven wordt geroepen bij
sterieel circulatie?
C °P de Rijksbegrooting gelden voor
tiijj hieuwen vorm van steunverleening
lit „^"«etrokken, voor hoe lang strekt dan
i^edlet?
dit m tlet ln de bedoeling der Regeering, op
Punt te komen met nieuwe voorstellen?
Transportarbeiders onder de
regeling?
trai8 ^besturen van de R. K. Chr. en Cen-
bonden van. transportarbeiders hadden
v6r|.J^hmiddag een spoed-conferentie met
Benwoordigers van den Rijksdienst der
^rbpMVueldsverzekerlng in het dep. van
dit),'P' H. en N„ in zake de verlenging van
'on> 'nssduur voor uitgetrokken werk-
dir.,, de zijde van den Rijksdienst werd
^'°rd dRt n°S nader beslist moet
0tlde^n> Wellte groepen transportarbeiders
<56c, de regeling zouden kunnen vallen.
W£ht werd daarbij aan havenarbeiders,
anl^Vftftrders en arbelders ter bin-
üen6 bosbesturen hebben er op aangedron-
iMjll dat alle werklooze leden-transport-
Wh onder de regeling zullen worden
tjVj bomen, alsmede op het nemen van een
beslissing voor alle werklooze
'Portarbeiders.
Enkele wijzigingen
Koninklijk Besluit
wi. Bri 1931 (Staatsbl. no.
van den 26sten
1931 (Staatsbl. no. 32) tot nadere
brie,8lhg van het Werktijdenbesluit voor fa-
°t werkplaatsen 1923 is het volgende
,,>el I. Artikel 31 van het Werktydenbe-
v°or fabrieken of werkplaatsen 1923
1 1 gewijzigd als volgt:
it M den aanhef van het tweede lid wordt
15 &ats van „eene vrouwelijke arbeider van
Waar of ouder, die geene hulshouding te
Ne-1?60 heeft. en een Jongen van 15 Jaar of
Wji gelezen: „eene vrouw, die geene huis-
Ie jP'hg te verzorgen heeft, of een jongen van
h k of ouder."
."et tweede lid, onder aa, wordt achter
^fabrieken" ingevoegd: „met uitzonde-
van katoenspinnerijen."
to^h het artikel worden drie nieuwe leden
|evoegd, luidende:
VL'fh eene katoenspinnerij mag eene vrou-
arbeider van 16 jaar of ouder, die
buishouding te verzorgen heeft, of een
'h van 16 Jaar of ouder in één van twee
blende ploegen of in één van twee
'ait^h, welker werktijd gedeeltelijk samen-
^tbeid verrichten op de eerste vijf werk-
b der week tusschen 5 en 7 uur des voor-
3ag ass en tusschen 6 en 10 uur des namid-
fltjj ®h op Zaterdag tusschen 5 en 7 uur
Wjbörmiddags en tusschen 1 en 6 uur des
tjjfj ddags, onder voorwaarde, dat haar of
V0 Bfbeid op twee achtereenvolgende dagen
afSewisseld door een rusttüd van ten
twe„ e elf uren achtereen, dat zij of hij in
eehtereenvolgende weken op niet meer
bi 2es dagen vóór 7 uur des voormiddags
Nifrtnlet meer dan vHf dagen na 6 uur des
Hin ®s arbeld verricht en dat tusschen
en #bide van haar of zijn dageHJk-
arbeid niet meer dan tien uren zijn
een
e^ïeb, tenzij deze wordt onderbroken door
Vj6„ onafgebroken rusttijd van ten minste
5 Uren.
de in het tweede lid genoemde fabrie-
lh°f Werkplaatsen mag:
I93, bet tijdvak van April 1931 tot 1 April
i6en Jeugdig persoon, die op 1 April 1931
'eeftijd van 15 Jaar had bereikt.
tijdvak van 1 April 1931 tot 1 April
tij„ ®en meisje, dat op 1 April 1932 den leef-
ihVwn 18 Jaar bad bereikt.
153. bet tijdvak van 1 April 1933 tot 1 April
t(jd een meisje, dat op 1 April 1933 den leef-
^an 17 jaar had bereikt,
verrichten als ln dat lid aangege-
Vju bi eene katoenspinnerij mag in het tyd-
VrtVan 1 AprU 1931 tot 1 AprU 1932 een
8 Persoon, die op 1 April 1931 den leef-
Van 15 jaar had bereikt, arbeid verrich-
als in het vierde lid aangegeven."
M «kei II. Dit besluit treedt in werking
bigani
ig van 1 April 1931.
Een toelichting van minister
De BrocqueviUe
et6j. iftbi
kredieten, minder dan de helft be-
V0ov Van 'b® welke voor het jaar 1921 was
"vrzien.
Installatie mr. dr. K. J. Frederiks
De minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw heeft gisteren den heer dr.
K. J. Frederiks als secretaris-generaal van
zijn departement geïnstalleerd in tegenwoor
digheid van hoofdambtenaren van dit de
partement.
Mr. Frederiks antwoordde op de woorden
van den minister.
Voorts sprak de heer Kakebeeke, namens
de directie van den Landbouw, en de heer
Pieters namens de afde-ling Binnenlandsch
Bestuur, waarvan mr. Frederiks tegens af
scheid nam.
De nieuwe vice-president
Bij Kon. besluit ls gisteren benoemd tot
vice-president van den Hoogen Raad der
Nederlanden in de vacature-mr. Savelberg,
jhr. mr. Rh. Feith.
Gedicht van Adams van Scheltcma
verboden
„Het Volk" meldt dat de commissie van
toezicht op het Algemeen Programma het
voordragen van het gedicht „De verovering
van de Gouden Vloot", gisterenmorgen in
het radio-ziekenuurtje door den heer Jo
Sternheim, verboden heeft.
„Het Volk" meldt, dat bij inschrijving voor
de levering van twaalf locomotieven ten be
hoeve van de Ned. Spoorwegen, Werkspoor
een vrij belangrijk bedrag hooger was het
blad hoorde 15 pCt. dan een Duitsche
combinatie. Veel ls toen gedaan om althans
zes machines hier te houden. Talrijke be
sprekingen zijn de afgeloopen week gehouden
en het is bekend geworden, dat de regeering
heel ver wilde gaan, ook de arbeiders en ver
der eveneens de Ned. Spoorwegen, die iets
wilden doen.
Toch is alles afgesprongen, omdat naar
verluidt, de directie van Werkspoor onder
geen beding wilde, dat de regeering flnan-
cieele medewerking verleende.
Tot zoover het bericht in „Het Volk".
Is het „Hbld." wel ingelicht dan nadert het
bedrag van deze order het millioen zeer
dicht.
Nadat bi) de Haagsche Rechtbank een
aanvrage was ingediend om de Handels- en
Landbouwbank in staat van faillissement te
verklaren, diende deze bank een request in
om surséance van betaling te verkrijgen. De
Rechtbank benoemde daarop een drietal
voorloopige bewindvoerders, die thans naar
aanleiding van een accountantsonderzoek
een rapport bü de rechtbank hebben inge
diend. De conclusie daarvan is, dat zij ad-
viseeren tegen inwilliging van het verzoek
om surséance van betaling.
Door den accountant is een activa ge
taxeerd van 1.710.694.08, terwijl de passiva
bedragen 4.049.026.33. Voorts zal een pro
cedure worden aanhangig gemaakt over de
vraag of de spaarbank van de bank als een
zelfstandig rechtspersoon dan wel als onder
deel var. de Handels- en Landbouwbamt
moet worden beschouwd. In het eerste geval
zullen crediteuren 28 en in het laatste geval
20 pet. aan uitkeerlng kunnen vorderen.
De bewindvoerders achten deze percenta
ges te gering dan dat de N. V. na verloop
van eenigen tijd haar schuldeischers zal kun
nen bevredigen. Voorts gronden zij hun ad
vies mede op hun oordeel, dat de deconfiture
voor een groot deel te wijten is aan wan
beleid en wanbeheer, terwijl de controle op
de bijkantoren ten eenenmale onvoldoende
was, zoodat ook daar handelingen geschied
den, die rondweg als ontoelaatbaar moeten
worden gekwalificeerd.
Daar het verkrijgen van surséance van
betaling veronderstelt de voortzetting van 't
bedrijf, merken de bewindvoerders op, dat
dit ten aanzien van de Handels- en Land
bouwbank ten eenenmale uitgesloten te ach
ten is.
Jaarverslag over 1930
Aan het verslag over het tweede boekjaar
der N\ V. Visscherij Mij. „Kennemerland"
ontleenen wij het volgende:
De Raad van Comisarissen bestaat uit de
heeren: E. H. Schout Velthuys. Ontvanger
der Ned. Herv. Gemeente te Utrecht, Jac. J
Sluis, Directeur N. V. Gebrs. Sluis' Zaadteelt
en Zaadhandel, te Enkhuizen, S. M. Middel
hof!, Burgemeester van Hoogkarspel en J. N.
Kroonenburg, Bouwkundige, St. Pancras.
Directeur is de heer T. H. Meilering.
De Balans en Verlies- en Winstrekening
over het eerste boekjaar werden goedgekeurd
en het dividend op 6% vastgesteld.
Op 10 April 1930 werd een buitengewone
Algemeene Vergadering van Aandeelhouders
gehouden, teneinde door statutenwijziging
uitbreiding van het kapitaal tot 500.000.—
te verkrijgen, terwijl als vijfde commissaris
Mr. D. Sluis te Alkmaar werd benoemd, die
echter slechts korten tijd zijn functie mocht
waarnemen en memoreeren wij het overlij
den van den heer Mr. D. Sluis, die in Juli is
overleden.
Een woord van dank voor hetgeen de heer
Mr. D. Sluis voor de vennootschap heeft ge
daan acht den directeur hier op zijn plaats;
zijn nagedachtenis zal steeds in eere worden
gehouden.
Het afgeloopen boekjaar werd begonnen
met een in de vaart zijnde vloot van zes mo-
torloggers. Respectievelijk op 7 April en 29
Juli werden nog twee schepen van hetzelfde
type in de vaart gebracht.
Gezien het feit, dat de economische toe
stand in ons land en daarbuiten niet best
genoemd mag worden, kan men over de resul-
tate der Vennootschap tevreden zijn.
Volgens het verslag zal het mogelijk zijn
10% dividend uit te keeren.
Het geplaatste aandeelenkapitaal bedraagt
260.000. Door verdere deelname in het ka
pitaal is het mogelijk geweest bovengenoemde
twee schepen aan te koopen.
Ten einde de Maatschappij financieel zoo
krachtig mogelijk te maken en men met wei
nig bankcrediet de zaken kan financieren, is
het gewenscht, dat thans ongeveer 40.000
aan aandeelen wordt geplaatst.
Hoewel het dividend ad 10% een hoogeren
koers zou wettigen, wordt aan aandeelhou
ders nu nog de inschrijving opengesteld op
100%.
De Balans per 1 Januari 1931 sluit op een
bedrag van 632224.04, w.o. saldo winst ad
27331.23.
De Verlies- en Winstrekening wijst een to
taal bedrag van 351924.97 na aftrek van IJs,
Kolen, Olie, onderhoud machines en
Schepen, Zout' Tonnen' Gages, On
kosten, Exploitatie, Factoorloon, Vischafslag-
loon, Werk- en Boetloon, Zeerisico Assuran
tie en Intrest ad 281.258.89 wordt terug
gebracht tot een bruto winst van 70.666.08.
Voorgesteld wordt op Magazijn voorraad en
Schepen, Kantoor en Magazijninventaris af
te schrijven 43.334.85, waarna ter verdeeling
overblijft een bedrag van 27.331.23. Hiervan
moet allereerst worden uitgekeerd voor aan
deelhouders 8000.—; waarna dus een be
drag overblijft van 19.331.23. Dit bedrag
wordt verminderd met 10 voor Reserve
1933.12, waarna overblijft 17.398.11.
Voor aandeelhouders is dus beschikbaar:
a. 8000.b. 60 van het overblijvende
ad 17.398.11, 10.438.87; b. Onverdeeld
saldo vorig jaar 334.56. Totaal 18.773.43.
Z'n hoofd gebogen over de lange staten
telde hij dcor, onafgebroken, 't eene blad
na 't andere, een moeie trek om z'n rimpe
lig gezicht van oud man. Een goede zestiger
was hij, uitgeleefd en afgewerkt op 't druk
ke kantoor, waar hij als jongen al werkzaam
was.
Jaren lang had hij gezwoegd, van 's mor
gens tot 's avonds, was hij opgegaan in 't
eentonige van lederen dag, levend voor zijn
werk. Doch gewaardeerd was het nooit.
't Eenige, waar men hem om roemde, was
z'n mooie schrijfhand. Hij deed het lang
zaam, maar met zekere toewijding, of de
sierlijke, goedgevormde letters hem dierbaar
weren, altijd vergenoegd ln 't blij besef om
het goed te kunnen en dat ze hem daarin ten
minste hebben moesten, 't Gaf hem een
gevoel van trots, dat nooit van hem week.
Thu s, tegen z'n vrouw, baasspelerig. zeur
derig mensch, ouder dan hij nog. kan hij
met zoo'n lichten klank in z'n stille, saoie
stem vertellen, als ze op 't kantoor met iets
gewichtigs hem noodlg hadden gehad om te
schrijven, al wist hij dat ze maar half luis
terde en al nam het z'n blijdschap niet weg,
als ze alleen maar droog en kort antwoordde:
„Zoo."
Langzaam teide hij nu door. Om hem heen
druk geloop van de andere kantoorlui, die
sjouwden met boeken en zochten in de
diepe archiefkasten. Stil zat hij in z'n eigen
hoekje, onverstoord, midden in die lawaaiïg-
heid van de groote, ongezellige kantoorka
mer.
Ze waren allen Jonger dan hij, drukke,
zelfvoldane kerels, flauwe fatten waren er
onder, die er uitzagen om door een ringetje
te halen. Hij, Bertels, begreep niet waar ze
't geld vandaan haaiden; dat moest immers
honger lijden, wou je zoo gekleed gaan.
Een enkele eenvoudige was er, vader van
groot gezin, die jaren deed met hetzelfde
groen geworden kale kantoorjasje, dat hij
iederen morgen, zoo gauw hi) er kwam, aan
trok. Jansen, heet de man, daar kon Bei
tels nog wel eens mee praten.
En dan, een paar maanden pas, was er
een juffrouw, jong speelsch ding nog. Iets
vreemds was het ,dat lachende, lichte meis
je in die kille mufheid, tusschen de donkere
heeren, die ze guitig terug plaagde en vaak
op hun plaats zette.
Alleen voor Bertels, den goeden ouden
sukkel, was ze stil-lief. Daar praatte ze mee,
ernstig en kalm, noemde hem plagend soms
„Heintje", maar van haar kon hij het ve
len. Hij vond 't een aardig kind. Iets zon
nigs was ze voor hem geworden in z'n triest
bestaan, 's Ochtends, als hij al lang voor de
anderen aan den gang was en zij binnen
kwam, was haar eerste groet voor hem en
hij voelde zich prettig vereerd daardoor,
knikte altijd vriendelijk terug. Van af den
eersten dag had zij dit gedaan hij was
toch de oudste en ze vond de anderen
onvriendelijk, onbeleefd met hun kort ge-
brem van „goeien morgen" tegen den ou
den man.
Toen hij hoorde, dat er een juffrouw zou
komen, was 't met grooten schrik in hem
opgekomen: „Als ze maar geen mooie hand
schreef, zoo'n meisje pas van school mis
schien, en tegenwoordig, ze leerden alles
zoo goed
Heele nachten had hij er over getobd,
angstig-tellend de dagen voor haar komst.
En toen ze er was, den eersten ochtend, was
hij met kleine smoesjes telkens op haar ta
fel komen rommelen, z'n oogen bang over
haar schouder heen glurend en een groote
geruststelling was het hem, toen hij haar
onregelmatig kriebelpootje zag.
Met een opgelucht gevoel had hij zich
weer afgezonderd in zlln hoekje, dankbaar,
dat hij niets te duchten had van „de nieu
we."
En dienzelfden eersten dag al had ze 'm
bewonderend geprezen, toen ze, langs zijn
lessenaar komend, z'n mooie krulletters
prijken ?ag boven de liisten voor hem.
„O meneer, wat schrijft u prachtig," had
ze gezegd, ,,'t liikt wel gedrukt I" Verlegen
had hij haar aangekeken, geen antwoord
wetend, met een glunder lachje om z'n
mond.
En 't meisje had, onbewust, den stillen
man Ineens voor zich gewonnen. Later kwam
ze nog dikwiils bij hem staan, z'n werk be
kijkend. altijd met diezelfde bewondering.
,,'k Wou dat ik het zoo kon," zuchtte ze
eens.
HiJ bleef staren op de groote cijfers, zei
niets, maar dacht met een stiekum pret-
glansje in z'n oogen, hoe hij daar Juist zoo
blij om was. Zoo was weer de vroegere rust
in hem gekomen; nu hij geen vrees meer
hoefde te hebben, zag hij met telkens terug
keerenden trots, dat de meer voorname brie
ven aan hem werden gestuurd om te coplee-
ren en zat hij 's morgens, een uur vóór den
tijd al, te pennen in t dan zoo lustige lo
kaal. De anderen lachten wel eens om dien
ijver, noemden het „ultsloverü", maar be
grepen niet de glorie van den ouden man.
't Was tegen twaalven. Om hem heen was
't een haastig gedoe om weg te komen, trok
ken ze hun jassen aan en maakten grapjes,
wie de juffrouw helpen mocht.
HU keek niet op, dat rumoer al gewend
en bleef zitten tot de groote kamer, waar
slordig op de tafels de boeken en brieven
dooreen lagen, geheel verlaten was.
Dan begon hij treuzelig z'n jas aan te
trekken, schuierde met een half kalen bor
stel over z'n grooten dophoed, dien hij diep
in zijn gezicht trok. En langzaam slenterde
hij door de nu stille gang de straat op, langs
de smalle, lange gracht, naar huis.
Daar zat hi) in t middaguur op z'n klein,
laag bovenhuisje, uitkijkend door 't raam
op het grachtje, waar bij tüden schuiten door
kwamen varen, terwijl z'n vrouw nog bezig
was in 't keukentje zat hij zwijgend daar
na aan de gedekte tafel, z'n hoofd gebo
gen, met trage hapjes te eten. En zoodra
hij klaar was met eten, ging hij na 'n kort
dutje clenzelfden weg weer, naar 't kantoor,
waar hij altijd de eerste was.
Dat waren z'n prettigste uurtjes, 's mor
gens en 's middags, als hij alleen zat in ae
stille, groote kamer, waar de anderen nog
niet waren en waar hij dan rustig kon
schrijven. Maar die uurtjes vlogen om.
Om twee uur, klokslag, kwamen ze bin
nenstormen, luidruchtig, gooiend met hun
jassen en druk lawaaiend. Hij keek niet
eens op en mompelde een groet terug.
Toen kwam vroolijk en licht de stem van
het meisje: „Goedenmjjidag." Hij knikte.
„O, meneer Bertels," kwam ze op hem
aanstuiven, „hebt u 't nieuws al gehoord,
raad eens, raad eens wat ik krijgI"
HiJ keek op, zag haar stralend jong ge
zicht en haalde niet-wetend de schouders
op, een vreemde angst in hem, dien hij niet
kon verklaren.
„Een schrijfmachine," zei ze verrukt, „een
prachtige nieuwe Hammond, meneer heeft
het me om twaalf uur gezegd!"
Roerloos, z'n rimpelig gezicht vaal-bleek
van schrik, met groote holle oogen, staarde
hij voor zich uit. Z'n geschokte geest kon
het niet bevatten ineens, hii kon zich er
niet indenken, maar hij voelde 't als een
feilen, harden zweepslag, gloeiend over z'n
heele lichaam.
„Dol hè," vroeg ze, kinderlijk verheugd.
Maar hit verroerde zich niet.
„Hé, Heintje, zeg nou 's wat," zeurde ze.
Hij richtte zich op uit z'n angstig zwijgen,
keek haar aan met vreemd-diepe oogen.
„Prettig," knikte hij.... en z'n lippen
trilden.
„Nu hoeft u meteen niet meer zoo harct
te werken en zoo vroeg te komen altijd,
want al die brieven moeten nou getypt wor
den, zei meneer. Fijn hè, daar bent u nou
ook van af," zei ze argeloos.
Haar woorden staken hem vlijmend scherp.
„Vindt u 't fiin?" herhaalde ze nog eens.
Hii knikte alleen.
„Ach, 'k vind Je vandaag niks lief," zei ze
teleurgesteld, „je zegt niets" en zich om
draaiend begon ze 't te vertellen tegen de
anderen, hoe dol het was, dat ze een ma
chine kreeg.
Hij zat nog in de zelfde houding, star voor
zich uit te staren.
O. hij kon d'r haten, dat kind met haar
blijdschap, hij kon d'r
Wild woelde het en in zijn hoofd dat pijn
deed van den plotselingen schok, verdron
gen, verwarden zich z'n gedachten. Hij kon
niet denken een oogenbllk wist hij niets
meer, niets....
Toen werd 't stilaan meer duidelijk, ake-
lig-wreed duidelijk.... wist hij zich voor te
stellen hoe 't nu voor hem worden zou.
O, hij kon wel weggaan, wat had hU nu
met z'n mooie hand.... ze hadden 'm niet
meer noodig, nu ze met 'n machine....
Hij kreunde zacht.
„Wat zit jij te miauwen, Bertels?" vroeg
er een spotlachend.
H« keek hem aan, een woedende blik. Ze
moesten hem niet tergen.... nou.... hij zou
ze vermoorden
En terwijl de andere plaagde: „Nou, nou,
't is mis met je, hoor," voelde hij de drift
al zakken kwam weer 't machtelooze.
Hij keek naar de lange cijferreeksen voor
hem. Dit zou hij nu voortaan doen alleen
dit en nooit meer.... nooit meer....
Er brak een snik uit z'n keel, droog en
hard. Ze keken hem aan, verwonderd. Me
delijdend vroeg Jansen wat hem scheelde.
,,'k Ben niet goed," zei hij kort.
„Bertels, man, ga dan gauw naar huls."
Hij schudde neen, halsstarrig.
„Kerel, je ziet zoo wit, kom, wees nou
wijs.... toe jongens, geef z'n jas eens."
Stil om dat ongewone Bertels ziek
haalden ze z'n kleeren, sloofden ze zich uit
wat water voor hem te halen.
Hy, willoos nu, liet zwijgend met zich doen.
Ze trokken hem z'n sjofele, kale Jas aan,
drukten den veel-te-wyden hoed op z'n
hoofd, reikten hem z'n parapluie.
„We ruimen je boel wel op, hoor, Krisje,,
maar gauw in je bedl 't Zal een kou zyn."
„Zullen we je een van allen wegbren
gen?" vroeg Jansen, bezorgd.
Hij schudde 't hoofd, ,,'k Kan wel alleen,"
zei hy stug.
By de deur hield de juffrouw hem tegen,
keek hem spy tig aan:
„Zei u daarom niks, daar net, nou begryp
ik het, arme stakkerd, 'k wist ook niet dat
je ziek was...."
Hy keek haar niet eens aan.
„Zal je gauw beter worden, Heintje?" riep
ze hem nog na.
Er kwam geen antwoord terug, maar ze
hoorden even later de zware voordeur met
een harden bons dichtvallen.
Thuis ln de muffe bedstee lag Bertels,
dagen daarna nog wezenloos te staren, een
groote leegte in z'n moe-geschreid hart, nu
het eenlge lichtpunt in z'n donker bestaan
zoo plots was uitgedoofd.
Het uit te keeren dividend bedraagt
18.773.43. Aan houders van Oprichtersaan-
deelen komt: 10% van het overblüvende ad
17398.11, 1739.81. Onverdeeld saldo vorig
jaar 7.43. Totaal 1747.24 en is voor 30
winstbewüzen beschikbaar 30 x 50.is
1500.Blijft over als onverdeeld saldo
voor houders van Winstaandeelen 247,24.
Aan het Statuair Reservefonds:
10 van het overblijvende ad 19331,20,
1933.12.
Uit Lemmer wordt gemeld: Er bevindt
zich reeds veel dryfys in zee. Enkele Leid
ster visschers konden Zaterdag hun netten
niet meer geheel binnenhalen, zoodat deze
als verloren moeten worden beschouwd. De
van Amsterdam binnenkomende booten
kwamen als gevolg van het vele ys reeds
met een paar uur vertraging binnen.
Behouden binnengesleept
Zaterdagavond is de reddingboot „Hilda",
die ter assistentie naar een Vollenhover vis-
schterman was uitgevaren, teruggekeerd. Ter
opgegeven plaats kon men geen Vollen
hover botter of vlet ontdekken. Na eenigen
tyd vruchteloos zoeken werd besloten te Urk
te lnformeeren en daar bleek, dat Urker
motorbotters dezen visschersman behouden
hadden binnengesleept.
De arbeider Nieuwenhuis kreeg gisteren
by het uithalen van een oven ln de steen
fabriek „Scherpenhof" te Terwolde vallend
gesteente van een gewelf op het lichaam. De
man was dadeiyk dood.
Auto omgeslagen
Op den Rüksstraatweg van Nieuwedyk
naar Gorinchem is gisterenmiddag tenge
volge van de gladheid van den weg de auto
van den bode De Graaf uit Nieuwedyk ge
slipt en omgeslagen. Beide inzittenden
bleven ongedeerd: de auto werd zwaar be
schadigd.
Auto te water
Onder de gemeente Sleeuwijk is gisteren
morgen de expediteur A. de Waal uit Aal
burg van den hoogen dyk langs Merwede
te water gereden. De heer De Waal wist
nog tydtg uit den wagen te springen. De
auto werd totaal vernield. Ook hier ls de
oorzaak van het ongeval aan de gladheid
van den weg te wyten.
Arbeider gedood
By de werkzaamheden voor den aanleg van
den nieuwen weg van Zelhem naar Ruurlo,
kreeg een arbeider uit Zelhem by het uit-
wrikken van boomstammen een paal tegen
het hoofd, aan de gevolgen waarvan de man
kort daarop is overleden.
Gisterenmiddag is dè sleepkraan „Tri
viaal" uit Rotterdam, schipper A. J. Storm,
welke in het ys by Marken vast heeft ge
zeten, door twee sleébbooten de Oranje
sluizen binnengebracht. Eveneens is binnen
gesleept de motortjalk „Egberdina" uit
Groningen, schipper H. Alberts, die op weg
naar Amsterdam dwars van Uitdam vast
raakte in het ys.
Zondagavond een. straffe Zuidenwind, die
vry koude, droge lucht aanvoerde uit Zuid-
Dultschland en Frankryk.
De temperatuur bleef licht by het vries
punt, maar door de lage vochtigheid Waren
de verdampende oppervlakten ongeveer 1.5
gr. C. kouder. Intusschen veroorzaakte de
diepe depressie bij IJsland een krachtigen
aanvoer van warme, vochtige lucht vanuit
het Z.W. naar Europa. In heel Groot-Brit-
tannië en Ierland was de temperatuur gis
termorgen reeds boven de 5 gr C. Op het
vastelahd echter stuitte deze warme lucht
stroom op een koudere (zwaardere) lucht-
massa, die zich hier sinds de vorstdagen
bevond. De lichtere, warme lucht schoof
nu over de koude heen. koelde door de op
stijging echter af, condenseerde daardoor
waterdamp tot regen en deze regen viel nu
tusschen 6 u. 20 en 7 u. 30 door de koude
laag heen ter aarde. Hy kwam dus op den
kouden grond terecht en bevroor daar tot
een yslaag: ij zei.
Nu kwam er een factor by, die den yzel
gisterochtend zoo lang in stand hield en dat
was de lage vochtigheid der lucht. Zelfs na
den regen was deze 'niet hooger dan 7? pet.
De sterke verdamping die hierdoor en door
den krachtigen luchtstroom mogelijk werd,
koelde het ijslaagje, dat eenmaal gevormd
was, nog voortdurend tot onder het vries
punt af, hoewel de temperatuur van de lucht
reeds vanaf 8 u. 30 daarboven lag. Deze lage
temperatuur werkte samen met die van den
grond en zoodoende bleef de yzel zoo lang
bestaan.
Dat op 1 Nov. 1927 zooveel meer last werd
ondervonden dan gisteren, kwam in de eer
ste plaats, doordat hef. toen harder en lang
duriger regende en verder, doordat de regen
toen by het passeeren van een diepere kou
de luchtlaag zelf sterk onderkoeld werd,
waardoor hy by aanraking met vaste voor
werpen, zooals de electrische geleiddraden,
plotseling tot ys verstarde.
Gisteren echter was de onderkoeling van
den regen blijkbaar niet zoo groot, terwyi de
geheel door de lucht omgeven draden al
ongeveer zoo warm waren als de lucht, dus"
dicht by het vriespunt. Vandaar dat «iéh
hier geen ys afzette, in tegenstelling met
den grond, waar de koude van de voorgaan
de dagen nog in „zat."
Gisterenmorgen zyri de woningen der
families Jansen, Keuven en van de weduwe
Veugeloers in de Roermondsche Weerd bU
Roermond totaal uitgebrand.
Het vee en de inboedels konden grooten-
deels in veiligheid worden gebracht, terwül
de wintervoorraad vruchten verloren ging.
Verzekering dekt de schade.
Dokter Van Genderen, van Nleuweschans.
met zyn echtgenoote als medepasagier, reed
Zondagavond te Hoogezand per auto met
groote vaart tegen een boom. Zyn beide
beenen werden gebroken. De patiënt ls na
voorloopig verband naar het DiaconesSenhuis
in Groningen vervoerd. De echtgenoote bleef
ongedeerd.
De arbeider Koopman te Culemborg, die te
Inge by het lossen van een motorboot een
gezulde baal op zyn hals kreeg, is aan de
gevolgen in het ziekenhuis te Tiel over
leden.
Aanrander gegrepen
Zondagavond werden op den Mynweg te
Gedeen twee vrouwen aangerand door een
man. De vrouwen verweerden zich dapper en
toen voorbijgangers naderden, ging de onver
laat aan den haal. De politie stelde onmid
dellijk een onderzoek in en arresteerde zeke
ren B. uit Geleen, die in verzekerde bewa
ring is gesteld.
P. schryft in het „Hdbd.":
Het ls al weer ruim drie Jaar geleden, dat
we zooveel last van den IJzel hebben gehad
alsv vandaag. Men herinnert zich waar-
schynlUk wel het geval van 21 November
1927, toen behalve de gladheid ook nog de
afzetting van yzel op het dradennet van de
electrische spoorwegen zooveel stagnatie ver
oorzaakte.
Gisteren was de situatie betrekkelijk een
voudig Tengevolge van het toenemende
luchtdrukverschil over Europa (te Reykjavik
op IJsland stond de barometer gisterochtend
zeer laag, n.l. 715 mm; the Pinsk daaren
tegen hoog, n.l. 777 mm), woei hier sinds
Tweejarig kind aan de gevolgen
overleden.
Te Delft heeft het 2-jarig zoontje van de
familie van D. aan de Schlmmelpennlnck-
straat, toen de moeder zich even verwUderd
had, eenige korrels zuringzout van de keu
kentafel genomen en opgegeten.
Het kind werd naar het gasthuis ver
voerd, waar het enkele uren later ls over
leden.
r
u
177. De koopman vloog gillend door de ruiten.
Kwam op een rieten Wieg terecht,
Het kindje was uit de wieg genomen,
Hy werd er netjes ingelegd.
„Waar ben ik," riep de koopman huilend.
Het kindje huilde mee in 't koor.
De worstelaar keek door de ruiten,
Stak lachend zyn hoofd er door.
178. Weer verder, dacht Pim, moet ik weer verder,
Biyf ik zoo zweven in het rond?
Toen kwam hy aan een stad met veel bruggen,
En waar ook de Eifeltoren stond.
Dat is Parijs, Frankrijks mooie hoofdstad.
Dat is de mooie Notre Dame.
Hoe prachtig staat tusschen de twee torens.
Het mooi gekleurde ronde raam.