Binnen landsch Nieuws «ë1. Belgisch Telegraaf-agentschap heeft, lef bien uit Brussel seint, aan den minis- vUle Van Nationale Defensie, De Brocque- A gevraagd wat hij dacht van enkele 'eb in sommige Nederlandsche bla- Volgens welke de fortificaties, die door Biftg ïUn ontworpen, slechts een verlen- «ouden zijn van het verdedigings- >0* van de Fransche Oostgrens. De ster aidus het telegram verklaar- hins' dat bet program der fortificaties, «ai 'nnenkort in het Belgische parlement 4|JtowT0rden besproken, door de militaire ten ls voorbereid bulten elke bul- 'a^jbdsche inmenging. België is het eenlge Ski öat aan den oorlog deelnam, wiens bgtj laaties daarin geheel werden vernie- >W De plannen, die thans door de regee- «aaij zMn aangenomen, zijn er ln hoofd ig °P gericht om het defensie-systeem, Vst ^ór de vJJandeUJkheden bestond, te e"on en het daarbij te modernlseeren. .^steem werd afdoende geacht, toen b6f e geplaatst was onder en regiem van Harjariente en contractueels neutraliteit, ten bet land zich moet kunnen verdedl- aUri en een aanval van wie van zijn V, aaden dan ook. Dit systeem beant- v°or eveneens aan de verplichtingen, die ltlf-ern het gevolg zijn van zijn nieuw en natlonaal statuut, dat zijn grondslag bacf '5ai,borgen vindt in het Volkenbonds- v^n 'j?e verdragen van Locarno en het pact ^°hle 'and en Kell°gg' Opgemerkt moet •bet "u dat de oorlog-begrooting voor 1931 egrip van de voor de fortificaties be- Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje j 0 vLleden- X De Handels- en Landbouwbank Verdrongen OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN i wroicn Crisissteun erkti|denbeshiit voor fabrieken of werkplaatsen jCJtaa. vejbeid V De Belgischs fortificaties De nieuwe secretaris generaal Hooge Raad der Nederlanden Radio-censuur Locomotieven-order naar Duitschland FINANCIËN Een tekort van ruim 3 millioen Visscherij MIJ. „Kennemerland" GEMENGD NIEUWS Drijfijs in de Zuiderzee De afgedreven botter Onder vallend gesteente De gladde wegen Een paal tegen bet hoofd Uit het ijs bevrijd Drie woningen uitgebrand Tenen een boom gereden Aan de gevolgen overleden De onveiligheid op den weg De oorzaak van den ijzel Zuringzout gegeten Vragen van den heer Boon Tweede Kamerlid, de heer Bóon, heeft v>. Minister van Financiën de volgende jfl gesteld: V0j, de regeering niet van oordeel, dat de !r, o SVertegenwoordiging gekend moet worden ltenen hieuwen vorm van extra Rijkshulpver- aan de gemeentebesturen verleend, Vcrlel 6 11811 in staat te stellen crisishulp te ^ii Sn aan werkloozen in bepaalde be- eetl ®h, en acht de Regeering het Juist, dat tsW6r8elyke steunverleening aan gemeen- tftin?,,Uren in het leven wordt geroepen bij sterieel circulatie? C °P de Rijksbegrooting gelden voor tiijj hieuwen vorm van steunverleening lit „^"«etrokken, voor hoe lang strekt dan i^edlet? dit m tlet ln de bedoeling der Regeering, op Punt te komen met nieuwe voorstellen? Transportarbeiders onder de regeling? trai8 ^besturen van de R. K. Chr. en Cen- bonden van. transportarbeiders hadden v6r|.J^hmiddag een spoed-conferentie met Benwoordigers van den Rijksdienst der ^rbpMVueldsverzekerlng in het dep. van dit),'P' H. en N„ in zake de verlenging van 'on> 'nssduur voor uitgetrokken werk- dir.,, de zijde van den Rijksdienst werd ^'°rd dRt n°S nader beslist moet 0tlde^n> Wellte groepen transportarbeiders <56c, de regeling zouden kunnen vallen. W£ht werd daarbij aan havenarbeiders, anl^Vftftrders en arbelders ter bin- üen6 bosbesturen hebben er op aangedron- iMjll dat alle werklooze leden-transport- Wh onder de regeling zullen worden tjVj bomen, alsmede op het nemen van een beslissing voor alle werklooze 'Portarbeiders. Enkele wijzigingen Koninklijk Besluit wi. Bri 1931 (Staatsbl. no. van den 26sten 1931 (Staatsbl. no. 32) tot nadere brie,8lhg van het Werktijdenbesluit voor fa- °t werkplaatsen 1923 is het volgende ,,>el I. Artikel 31 van het Werktydenbe- v°or fabrieken of werkplaatsen 1923 1 1 gewijzigd als volgt: it M den aanhef van het tweede lid wordt 15 &ats van „eene vrouwelijke arbeider van Waar of ouder, die geene hulshouding te Ne-1?60 heeft. en een Jongen van 15 Jaar of Wji gelezen: „eene vrouw, die geene huis- Ie jP'hg te verzorgen heeft, of een jongen van h k of ouder." ."et tweede lid, onder aa, wordt achter ^fabrieken" ingevoegd: „met uitzonde- van katoenspinnerijen." to^h het artikel worden drie nieuwe leden |evoegd, luidende: VL'fh eene katoenspinnerij mag eene vrou- arbeider van 16 jaar of ouder, die buishouding te verzorgen heeft, of een 'h van 16 Jaar of ouder in één van twee blende ploegen of in één van twee 'ait^h, welker werktijd gedeeltelijk samen- ^tbeid verrichten op de eerste vijf werk- b der week tusschen 5 en 7 uur des voor- 3ag ass en tusschen 6 en 10 uur des namid- fltjj ®h op Zaterdag tusschen 5 en 7 uur Wjbörmiddags en tusschen 1 en 6 uur des tjjfj ddags, onder voorwaarde, dat haar of V0 Bfbeid op twee achtereenvolgende dagen afSewisseld door een rusttüd van ten twe„ e elf uren achtereen, dat zij of hij in eehtereenvolgende weken op niet meer bi 2es dagen vóór 7 uur des voormiddags Nifrtnlet meer dan vHf dagen na 6 uur des Hin ®s arbeld verricht en dat tusschen en #bide van haar of zijn dageHJk- arbeid niet meer dan tien uren zijn een e^ïeb, tenzij deze wordt onderbroken door Vj6„ onafgebroken rusttijd van ten minste 5 Uren. de in het tweede lid genoemde fabrie- lh°f Werkplaatsen mag: I93, bet tijdvak van April 1931 tot 1 April i6en Jeugdig persoon, die op 1 April 1931 'eeftijd van 15 Jaar had bereikt. tijdvak van 1 April 1931 tot 1 April tij„ ®en meisje, dat op 1 April 1932 den leef- ihVwn 18 Jaar bad bereikt. 153. bet tijdvak van 1 April 1933 tot 1 April t(jd een meisje, dat op 1 April 1933 den leef- ^an 17 jaar had bereikt, verrichten als ln dat lid aangege- Vju bi eene katoenspinnerij mag in het tyd- VrtVan 1 AprU 1931 tot 1 AprU 1932 een 8 Persoon, die op 1 April 1931 den leef- Van 15 jaar had bereikt, arbeid verrich- als in het vierde lid aangegeven." M «kei II. Dit besluit treedt in werking bigani ig van 1 April 1931. Een toelichting van minister De BrocqueviUe et6j. iftbi kredieten, minder dan de helft be- V0ov Van 'b® welke voor het jaar 1921 was "vrzien. Installatie mr. dr. K. J. Frederiks De minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft gisteren den heer dr. K. J. Frederiks als secretaris-generaal van zijn departement geïnstalleerd in tegenwoor digheid van hoofdambtenaren van dit de partement. Mr. Frederiks antwoordde op de woorden van den minister. Voorts sprak de heer Kakebeeke, namens de directie van den Landbouw, en de heer Pieters namens de afde-ling Binnenlandsch Bestuur, waarvan mr. Frederiks tegens af scheid nam. De nieuwe vice-president Bij Kon. besluit ls gisteren benoemd tot vice-president van den Hoogen Raad der Nederlanden in de vacature-mr. Savelberg, jhr. mr. Rh. Feith. Gedicht van Adams van Scheltcma verboden „Het Volk" meldt dat de commissie van toezicht op het Algemeen Programma het voordragen van het gedicht „De verovering van de Gouden Vloot", gisterenmorgen in het radio-ziekenuurtje door den heer Jo Sternheim, verboden heeft. „Het Volk" meldt, dat bij inschrijving voor de levering van twaalf locomotieven ten be hoeve van de Ned. Spoorwegen, Werkspoor een vrij belangrijk bedrag hooger was het blad hoorde 15 pCt. dan een Duitsche combinatie. Veel ls toen gedaan om althans zes machines hier te houden. Talrijke be sprekingen zijn de afgeloopen week gehouden en het is bekend geworden, dat de regeering heel ver wilde gaan, ook de arbeiders en ver der eveneens de Ned. Spoorwegen, die iets wilden doen. Toch is alles afgesprongen, omdat naar verluidt, de directie van Werkspoor onder geen beding wilde, dat de regeering flnan- cieele medewerking verleende. Tot zoover het bericht in „Het Volk". Is het „Hbld." wel ingelicht dan nadert het bedrag van deze order het millioen zeer dicht. Nadat bi) de Haagsche Rechtbank een aanvrage was ingediend om de Handels- en Landbouwbank in staat van faillissement te verklaren, diende deze bank een request in om surséance van betaling te verkrijgen. De Rechtbank benoemde daarop een drietal voorloopige bewindvoerders, die thans naar aanleiding van een accountantsonderzoek een rapport bü de rechtbank hebben inge diend. De conclusie daarvan is, dat zij ad- viseeren tegen inwilliging van het verzoek om surséance van betaling. Door den accountant is een activa ge taxeerd van 1.710.694.08, terwijl de passiva bedragen 4.049.026.33. Voorts zal een pro cedure worden aanhangig gemaakt over de vraag of de spaarbank van de bank als een zelfstandig rechtspersoon dan wel als onder deel var. de Handels- en Landbouwbamt moet worden beschouwd. In het eerste geval zullen crediteuren 28 en in het laatste geval 20 pet. aan uitkeerlng kunnen vorderen. De bewindvoerders achten deze percenta ges te gering dan dat de N. V. na verloop van eenigen tijd haar schuldeischers zal kun nen bevredigen. Voorts gronden zij hun ad vies mede op hun oordeel, dat de deconfiture voor een groot deel te wijten is aan wan beleid en wanbeheer, terwijl de controle op de bijkantoren ten eenenmale onvoldoende was, zoodat ook daar handelingen geschied den, die rondweg als ontoelaatbaar moeten worden gekwalificeerd. Daar het verkrijgen van surséance van betaling veronderstelt de voortzetting van 't bedrijf, merken de bewindvoerders op, dat dit ten aanzien van de Handels- en Land bouwbank ten eenenmale uitgesloten te ach ten is. Jaarverslag over 1930 Aan het verslag over het tweede boekjaar der N\ V. Visscherij Mij. „Kennemerland" ontleenen wij het volgende: De Raad van Comisarissen bestaat uit de heeren: E. H. Schout Velthuys. Ontvanger der Ned. Herv. Gemeente te Utrecht, Jac. J Sluis, Directeur N. V. Gebrs. Sluis' Zaadteelt en Zaadhandel, te Enkhuizen, S. M. Middel hof!, Burgemeester van Hoogkarspel en J. N. Kroonenburg, Bouwkundige, St. Pancras. Directeur is de heer T. H. Meilering. De Balans en Verlies- en Winstrekening over het eerste boekjaar werden goedgekeurd en het dividend op 6% vastgesteld. Op 10 April 1930 werd een buitengewone Algemeene Vergadering van Aandeelhouders gehouden, teneinde door statutenwijziging uitbreiding van het kapitaal tot 500.000.— te verkrijgen, terwijl als vijfde commissaris Mr. D. Sluis te Alkmaar werd benoemd, die echter slechts korten tijd zijn functie mocht waarnemen en memoreeren wij het overlij den van den heer Mr. D. Sluis, die in Juli is overleden. Een woord van dank voor hetgeen de heer Mr. D. Sluis voor de vennootschap heeft ge daan acht den directeur hier op zijn plaats; zijn nagedachtenis zal steeds in eere worden gehouden. Het afgeloopen boekjaar werd begonnen met een in de vaart zijnde vloot van zes mo- torloggers. Respectievelijk op 7 April en 29 Juli werden nog twee schepen van hetzelfde type in de vaart gebracht. Gezien het feit, dat de economische toe stand in ons land en daarbuiten niet best genoemd mag worden, kan men over de resul- tate der Vennootschap tevreden zijn. Volgens het verslag zal het mogelijk zijn 10% dividend uit te keeren. Het geplaatste aandeelenkapitaal bedraagt 260.000. Door verdere deelname in het ka pitaal is het mogelijk geweest bovengenoemde twee schepen aan te koopen. Ten einde de Maatschappij financieel zoo krachtig mogelijk te maken en men met wei nig bankcrediet de zaken kan financieren, is het gewenscht, dat thans ongeveer 40.000 aan aandeelen wordt geplaatst. Hoewel het dividend ad 10% een hoogeren koers zou wettigen, wordt aan aandeelhou ders nu nog de inschrijving opengesteld op 100%. De Balans per 1 Januari 1931 sluit op een bedrag van 632224.04, w.o. saldo winst ad 27331.23. De Verlies- en Winstrekening wijst een to taal bedrag van 351924.97 na aftrek van IJs, Kolen, Olie, onderhoud machines en Schepen, Zout' Tonnen' Gages, On kosten, Exploitatie, Factoorloon, Vischafslag- loon, Werk- en Boetloon, Zeerisico Assuran tie en Intrest ad 281.258.89 wordt terug gebracht tot een bruto winst van 70.666.08. Voorgesteld wordt op Magazijn voorraad en Schepen, Kantoor en Magazijninventaris af te schrijven 43.334.85, waarna ter verdeeling overblijft een bedrag van 27.331.23. Hiervan moet allereerst worden uitgekeerd voor aan deelhouders 8000.—; waarna dus een be drag overblijft van 19.331.23. Dit bedrag wordt verminderd met 10 voor Reserve 1933.12, waarna overblijft 17.398.11. Voor aandeelhouders is dus beschikbaar: a. 8000.b. 60 van het overblijvende ad 17.398.11, 10.438.87; b. Onverdeeld saldo vorig jaar 334.56. Totaal 18.773.43. Z'n hoofd gebogen over de lange staten telde hij dcor, onafgebroken, 't eene blad na 't andere, een moeie trek om z'n rimpe lig gezicht van oud man. Een goede zestiger was hij, uitgeleefd en afgewerkt op 't druk ke kantoor, waar hij als jongen al werkzaam was. Jaren lang had hij gezwoegd, van 's mor gens tot 's avonds, was hij opgegaan in 't eentonige van lederen dag, levend voor zijn werk. Doch gewaardeerd was het nooit. 't Eenige, waar men hem om roemde, was z'n mooie schrijfhand. Hij deed het lang zaam, maar met zekere toewijding, of de sierlijke, goedgevormde letters hem dierbaar weren, altijd vergenoegd ln 't blij besef om het goed te kunnen en dat ze hem daarin ten minste hebben moesten, 't Gaf hem een gevoel van trots, dat nooit van hem week. Thu s, tegen z'n vrouw, baasspelerig. zeur derig mensch, ouder dan hij nog. kan hij met zoo'n lichten klank in z'n stille, saoie stem vertellen, als ze op 't kantoor met iets gewichtigs hem noodlg hadden gehad om te schrijven, al wist hij dat ze maar half luis terde en al nam het z'n blijdschap niet weg, als ze alleen maar droog en kort antwoordde: „Zoo." Langzaam teide hij nu door. Om hem heen druk geloop van de andere kantoorlui, die sjouwden met boeken en zochten in de diepe archiefkasten. Stil zat hij in z'n eigen hoekje, onverstoord, midden in die lawaaiïg- heid van de groote, ongezellige kantoorka mer. Ze waren allen Jonger dan hij, drukke, zelfvoldane kerels, flauwe fatten waren er onder, die er uitzagen om door een ringetje te halen. Hij, Bertels, begreep niet waar ze 't geld vandaan haaiden; dat moest immers honger lijden, wou je zoo gekleed gaan. Een enkele eenvoudige was er, vader van groot gezin, die jaren deed met hetzelfde groen geworden kale kantoorjasje, dat hij iederen morgen, zoo gauw hi) er kwam, aan trok. Jansen, heet de man, daar kon Bei tels nog wel eens mee praten. En dan, een paar maanden pas, was er een juffrouw, jong speelsch ding nog. Iets vreemds was het ,dat lachende, lichte meis je in die kille mufheid, tusschen de donkere heeren, die ze guitig terug plaagde en vaak op hun plaats zette. Alleen voor Bertels, den goeden ouden sukkel, was ze stil-lief. Daar praatte ze mee, ernstig en kalm, noemde hem plagend soms „Heintje", maar van haar kon hij het ve len. Hij vond 't een aardig kind. Iets zon nigs was ze voor hem geworden in z'n triest bestaan, 's Ochtends, als hij al lang voor de anderen aan den gang was en zij binnen kwam, was haar eerste groet voor hem en hij voelde zich prettig vereerd daardoor, knikte altijd vriendelijk terug. Van af den eersten dag had zij dit gedaan hij was toch de oudste en ze vond de anderen onvriendelijk, onbeleefd met hun kort ge- brem van „goeien morgen" tegen den ou den man. Toen hij hoorde, dat er een juffrouw zou komen, was 't met grooten schrik in hem opgekomen: „Als ze maar geen mooie hand schreef, zoo'n meisje pas van school mis schien, en tegenwoordig, ze leerden alles zoo goed Heele nachten had hij er over getobd, angstig-tellend de dagen voor haar komst. En toen ze er was, den eersten ochtend, was hij met kleine smoesjes telkens op haar ta fel komen rommelen, z'n oogen bang over haar schouder heen glurend en een groote geruststelling was het hem, toen hij haar onregelmatig kriebelpootje zag. Met een opgelucht gevoel had hij zich weer afgezonderd in zlln hoekje, dankbaar, dat hij niets te duchten had van „de nieu we." En dienzelfden eersten dag al had ze 'm bewonderend geprezen, toen ze, langs zijn lessenaar komend, z'n mooie krulletters prijken ?ag boven de liisten voor hem. „O meneer, wat schrijft u prachtig," had ze gezegd, ,,'t liikt wel gedrukt I" Verlegen had hij haar aangekeken, geen antwoord wetend, met een glunder lachje om z'n mond. En 't meisje had, onbewust, den stillen man Ineens voor zich gewonnen. Later kwam ze nog dikwiils bij hem staan, z'n werk be kijkend. altijd met diezelfde bewondering. ,,'k Wou dat ik het zoo kon," zuchtte ze eens. HiJ bleef staren op de groote cijfers, zei niets, maar dacht met een stiekum pret- glansje in z'n oogen, hoe hij daar Juist zoo blij om was. Zoo was weer de vroegere rust in hem gekomen; nu hij geen vrees meer hoefde te hebben, zag hij met telkens terug keerenden trots, dat de meer voorname brie ven aan hem werden gestuurd om te coplee- ren en zat hij 's morgens, een uur vóór den tijd al, te pennen in t dan zoo lustige lo kaal. De anderen lachten wel eens om dien ijver, noemden het „ultsloverü", maar be grepen niet de glorie van den ouden man. 't Was tegen twaalven. Om hem heen was 't een haastig gedoe om weg te komen, trok ken ze hun jassen aan en maakten grapjes, wie de juffrouw helpen mocht. HU keek niet op, dat rumoer al gewend en bleef zitten tot de groote kamer, waar slordig op de tafels de boeken en brieven dooreen lagen, geheel verlaten was. Dan begon hij treuzelig z'n jas aan te trekken, schuierde met een half kalen bor stel over z'n grooten dophoed, dien hij diep in zijn gezicht trok. En langzaam slenterde hij door de nu stille gang de straat op, langs de smalle, lange gracht, naar huis. Daar zat hi) in t middaguur op z'n klein, laag bovenhuisje, uitkijkend door 't raam op het grachtje, waar bij tüden schuiten door kwamen varen, terwijl z'n vrouw nog bezig was in 't keukentje zat hij zwijgend daar na aan de gedekte tafel, z'n hoofd gebo gen, met trage hapjes te eten. En zoodra hij klaar was met eten, ging hij na 'n kort dutje clenzelfden weg weer, naar 't kantoor, waar hij altijd de eerste was. Dat waren z'n prettigste uurtjes, 's mor gens en 's middags, als hij alleen zat in ae stille, groote kamer, waar de anderen nog niet waren en waar hij dan rustig kon schrijven. Maar die uurtjes vlogen om. Om twee uur, klokslag, kwamen ze bin nenstormen, luidruchtig, gooiend met hun jassen en druk lawaaiend. Hij keek niet eens op en mompelde een groet terug. Toen kwam vroolijk en licht de stem van het meisje: „Goedenmjjidag." Hij knikte. „O, meneer Bertels," kwam ze op hem aanstuiven, „hebt u 't nieuws al gehoord, raad eens, raad eens wat ik krijgI" HiJ keek op, zag haar stralend jong ge zicht en haalde niet-wetend de schouders op, een vreemde angst in hem, dien hij niet kon verklaren. „Een schrijfmachine," zei ze verrukt, „een prachtige nieuwe Hammond, meneer heeft het me om twaalf uur gezegd!" Roerloos, z'n rimpelig gezicht vaal-bleek van schrik, met groote holle oogen, staarde hij voor zich uit. Z'n geschokte geest kon het niet bevatten ineens, hii kon zich er niet indenken, maar hij voelde 't als een feilen, harden zweepslag, gloeiend over z'n heele lichaam. „Dol hè," vroeg ze, kinderlijk verheugd. Maar hit verroerde zich niet. „Hé, Heintje, zeg nou 's wat," zeurde ze. Hij richtte zich op uit z'n angstig zwijgen, keek haar aan met vreemd-diepe oogen. „Prettig," knikte hij.... en z'n lippen trilden. „Nu hoeft u meteen niet meer zoo harct te werken en zoo vroeg te komen altijd, want al die brieven moeten nou getypt wor den, zei meneer. Fijn hè, daar bent u nou ook van af," zei ze argeloos. Haar woorden staken hem vlijmend scherp. „Vindt u 't fiin?" herhaalde ze nog eens. Hii knikte alleen. „Ach, 'k vind Je vandaag niks lief," zei ze teleurgesteld, „je zegt niets" en zich om draaiend begon ze 't te vertellen tegen de anderen, hoe dol het was, dat ze een ma chine kreeg. Hij zat nog in de zelfde houding, star voor zich uit te staren. O. hij kon d'r haten, dat kind met haar blijdschap, hij kon d'r Wild woelde het en in zijn hoofd dat pijn deed van den plotselingen schok, verdron gen, verwarden zich z'n gedachten. Hij kon niet denken een oogenbllk wist hij niets meer, niets.... Toen werd 't stilaan meer duidelijk, ake- lig-wreed duidelijk.... wist hij zich voor te stellen hoe 't nu voor hem worden zou. O, hij kon wel weggaan, wat had hU nu met z'n mooie hand.... ze hadden 'm niet meer noodig, nu ze met 'n machine.... Hij kreunde zacht. „Wat zit jij te miauwen, Bertels?" vroeg er een spotlachend. H« keek hem aan, een woedende blik. Ze moesten hem niet tergen.... nou.... hij zou ze vermoorden En terwijl de andere plaagde: „Nou, nou, 't is mis met je, hoor," voelde hij de drift al zakken kwam weer 't machtelooze. Hij keek naar de lange cijferreeksen voor hem. Dit zou hij nu voortaan doen alleen dit en nooit meer.... nooit meer.... Er brak een snik uit z'n keel, droog en hard. Ze keken hem aan, verwonderd. Me delijdend vroeg Jansen wat hem scheelde. ,,'k Ben niet goed," zei hij kort. „Bertels, man, ga dan gauw naar huls." Hij schudde neen, halsstarrig. „Kerel, je ziet zoo wit, kom, wees nou wijs.... toe jongens, geef z'n jas eens." Stil om dat ongewone Bertels ziek haalden ze z'n kleeren, sloofden ze zich uit wat water voor hem te halen. Hy, willoos nu, liet zwijgend met zich doen. Ze trokken hem z'n sjofele, kale Jas aan, drukten den veel-te-wyden hoed op z'n hoofd, reikten hem z'n parapluie. „We ruimen je boel wel op, hoor, Krisje,, maar gauw in je bedl 't Zal een kou zyn." „Zullen we je een van allen wegbren gen?" vroeg Jansen, bezorgd. Hij schudde 't hoofd, ,,'k Kan wel alleen," zei hy stug. By de deur hield de juffrouw hem tegen, keek hem spy tig aan: „Zei u daarom niks, daar net, nou begryp ik het, arme stakkerd, 'k wist ook niet dat je ziek was...." Hy keek haar niet eens aan. „Zal je gauw beter worden, Heintje?" riep ze hem nog na. Er kwam geen antwoord terug, maar ze hoorden even later de zware voordeur met een harden bons dichtvallen. Thuis ln de muffe bedstee lag Bertels, dagen daarna nog wezenloos te staren, een groote leegte in z'n moe-geschreid hart, nu het eenlge lichtpunt in z'n donker bestaan zoo plots was uitgedoofd. Het uit te keeren dividend bedraagt 18.773.43. Aan houders van Oprichtersaan- deelen komt: 10% van het overblüvende ad 17398.11, 1739.81. Onverdeeld saldo vorig jaar 7.43. Totaal 1747.24 en is voor 30 winstbewüzen beschikbaar 30 x 50.is 1500.Blijft over als onverdeeld saldo voor houders van Winstaandeelen 247,24. Aan het Statuair Reservefonds: 10 van het overblijvende ad 19331,20, 1933.12. Uit Lemmer wordt gemeld: Er bevindt zich reeds veel dryfys in zee. Enkele Leid ster visschers konden Zaterdag hun netten niet meer geheel binnenhalen, zoodat deze als verloren moeten worden beschouwd. De van Amsterdam binnenkomende booten kwamen als gevolg van het vele ys reeds met een paar uur vertraging binnen. Behouden binnengesleept Zaterdagavond is de reddingboot „Hilda", die ter assistentie naar een Vollenhover vis- schterman was uitgevaren, teruggekeerd. Ter opgegeven plaats kon men geen Vollen hover botter of vlet ontdekken. Na eenigen tyd vruchteloos zoeken werd besloten te Urk te lnformeeren en daar bleek, dat Urker motorbotters dezen visschersman behouden hadden binnengesleept. De arbeider Nieuwenhuis kreeg gisteren by het uithalen van een oven ln de steen fabriek „Scherpenhof" te Terwolde vallend gesteente van een gewelf op het lichaam. De man was dadeiyk dood. Auto omgeslagen Op den Rüksstraatweg van Nieuwedyk naar Gorinchem is gisterenmiddag tenge volge van de gladheid van den weg de auto van den bode De Graaf uit Nieuwedyk ge slipt en omgeslagen. Beide inzittenden bleven ongedeerd: de auto werd zwaar be schadigd. Auto te water Onder de gemeente Sleeuwijk is gisteren morgen de expediteur A. de Waal uit Aal burg van den hoogen dyk langs Merwede te water gereden. De heer De Waal wist nog tydtg uit den wagen te springen. De auto werd totaal vernield. Ook hier ls de oorzaak van het ongeval aan de gladheid van den weg te wyten. Arbeider gedood By de werkzaamheden voor den aanleg van den nieuwen weg van Zelhem naar Ruurlo, kreeg een arbeider uit Zelhem by het uit- wrikken van boomstammen een paal tegen het hoofd, aan de gevolgen waarvan de man kort daarop is overleden. Gisterenmiddag is dè sleepkraan „Tri viaal" uit Rotterdam, schipper A. J. Storm, welke in het ys by Marken vast heeft ge zeten, door twee sleébbooten de Oranje sluizen binnengebracht. Eveneens is binnen gesleept de motortjalk „Egberdina" uit Groningen, schipper H. Alberts, die op weg naar Amsterdam dwars van Uitdam vast raakte in het ys. Zondagavond een. straffe Zuidenwind, die vry koude, droge lucht aanvoerde uit Zuid- Dultschland en Frankryk. De temperatuur bleef licht by het vries punt, maar door de lage vochtigheid Waren de verdampende oppervlakten ongeveer 1.5 gr. C. kouder. Intusschen veroorzaakte de diepe depressie bij IJsland een krachtigen aanvoer van warme, vochtige lucht vanuit het Z.W. naar Europa. In heel Groot-Brit- tannië en Ierland was de temperatuur gis termorgen reeds boven de 5 gr C. Op het vastelahd echter stuitte deze warme lucht stroom op een koudere (zwaardere) lucht- massa, die zich hier sinds de vorstdagen bevond. De lichtere, warme lucht schoof nu over de koude heen. koelde door de op stijging echter af, condenseerde daardoor waterdamp tot regen en deze regen viel nu tusschen 6 u. 20 en 7 u. 30 door de koude laag heen ter aarde. Hy kwam dus op den kouden grond terecht en bevroor daar tot een yslaag: ij zei. Nu kwam er een factor by, die den yzel gisterochtend zoo lang in stand hield en dat was de lage vochtigheid der lucht. Zelfs na den regen was deze 'niet hooger dan 7? pet. De sterke verdamping die hierdoor en door den krachtigen luchtstroom mogelijk werd, koelde het ijslaagje, dat eenmaal gevormd was, nog voortdurend tot onder het vries punt af, hoewel de temperatuur van de lucht reeds vanaf 8 u. 30 daarboven lag. Deze lage temperatuur werkte samen met die van den grond en zoodoende bleef de yzel zoo lang bestaan. Dat op 1 Nov. 1927 zooveel meer last werd ondervonden dan gisteren, kwam in de eer ste plaats, doordat hef. toen harder en lang duriger regende en verder, doordat de regen toen by het passeeren van een diepere kou de luchtlaag zelf sterk onderkoeld werd, waardoor hy by aanraking met vaste voor werpen, zooals de electrische geleiddraden, plotseling tot ys verstarde. Gisteren echter was de onderkoeling van den regen blijkbaar niet zoo groot, terwyi de geheel door de lucht omgeven draden al ongeveer zoo warm waren als de lucht, dus" dicht by het vriespunt. Vandaar dat «iéh hier geen ys afzette, in tegenstelling met den grond, waar de koude van de voorgaan de dagen nog in „zat." Gisterenmorgen zyri de woningen der families Jansen, Keuven en van de weduwe Veugeloers in de Roermondsche Weerd bU Roermond totaal uitgebrand. Het vee en de inboedels konden grooten- deels in veiligheid worden gebracht, terwül de wintervoorraad vruchten verloren ging. Verzekering dekt de schade. Dokter Van Genderen, van Nleuweschans. met zyn echtgenoote als medepasagier, reed Zondagavond te Hoogezand per auto met groote vaart tegen een boom. Zyn beide beenen werden gebroken. De patiënt ls na voorloopig verband naar het DiaconesSenhuis in Groningen vervoerd. De echtgenoote bleef ongedeerd. De arbeider Koopman te Culemborg, die te Inge by het lossen van een motorboot een gezulde baal op zyn hals kreeg, is aan de gevolgen in het ziekenhuis te Tiel over leden. Aanrander gegrepen Zondagavond werden op den Mynweg te Gedeen twee vrouwen aangerand door een man. De vrouwen verweerden zich dapper en toen voorbijgangers naderden, ging de onver laat aan den haal. De politie stelde onmid dellijk een onderzoek in en arresteerde zeke ren B. uit Geleen, die in verzekerde bewa ring is gesteld. P. schryft in het „Hdbd.": Het ls al weer ruim drie Jaar geleden, dat we zooveel last van den IJzel hebben gehad alsv vandaag. Men herinnert zich waar- schynlUk wel het geval van 21 November 1927, toen behalve de gladheid ook nog de afzetting van yzel op het dradennet van de electrische spoorwegen zooveel stagnatie ver oorzaakte. Gisteren was de situatie betrekkelijk een voudig Tengevolge van het toenemende luchtdrukverschil over Europa (te Reykjavik op IJsland stond de barometer gisterochtend zeer laag, n.l. 715 mm; the Pinsk daaren tegen hoog, n.l. 777 mm), woei hier sinds Tweejarig kind aan de gevolgen overleden. Te Delft heeft het 2-jarig zoontje van de familie van D. aan de Schlmmelpennlnck- straat, toen de moeder zich even verwUderd had, eenige korrels zuringzout van de keu kentafel genomen en opgegeten. Het kind werd naar het gasthuis ver voerd, waar het enkele uren later ls over leden. r u 177. De koopman vloog gillend door de ruiten. Kwam op een rieten Wieg terecht, Het kindje was uit de wieg genomen, Hy werd er netjes ingelegd. „Waar ben ik," riep de koopman huilend. Het kindje huilde mee in 't koor. De worstelaar keek door de ruiten, Stak lachend zyn hoofd er door. 178. Weer verder, dacht Pim, moet ik weer verder, Biyf ik zoo zweven in het rond? Toen kwam hy aan een stad met veel bruggen, En waar ook de Eifeltoren stond. Dat is Parijs, Frankrijks mooie hoofdstad. Dat is de mooie Notre Dame. Hoe prachtig staat tusschen de twee torens. Het mooi gekleurde ronde raam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7