f 3000.- f 750.- f250.- f125.- f50.- f40. Frarsken's NATIONALE SPAAR- EMISSIEBANK N.V. JOANNES, DOMINICUS, JOSEPH AENGENENT, Broodfabrieken ONTZETTENDE AUTOBUSRAMP OP EEN SPOOROVERWEG TANDHEELKUNDIGE HULP 8E TANDHEELKUNDIGE KLINIEK Kennemerplein 5 - (Achter het statiec hij de Frans Halsbrifg) ZIEKENFONDSTARIEF Amsterdam G., Keizersgr. 198 4 pCt. Bijkantoor N ASSAULAAN18 HAARLEM bureauxnassaulaan 49 Dit nummer bestaat uit drie bladen ADVERTENT!EN 35 ct. p. regel MAANDAG 16 FEBRUARI 1931 DRIE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17693 AANGIFTE MOET OP STRAFFE VAN VERLIES VAN VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL JUSTITIA-ET-PAX- BISSCHOP VAN HAARLEM Het beste Brood Eduard van Beinum 's Pausen radiorede Baanwachteres vergeet de afsluithoomen te laten zakken - Vier dooden, tien gewonden De chauffeur, de 35-jarige A. Wieferink, Tweede dirigent van het Concert gebouw-orkest KOSTELOOS VOORNAAMSTE cKIEUWS J. J. WEBFR ZOON Groote Houtstraat 166 Haarlem Telegrafisch Weerbericht Een telegram van den Paus aan den K. R. O. Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 by vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 14 regels 69 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct.. bü vooruitbet. Bü contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. All, kgen 0 abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzeker ings voor waarden ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen bij een ongeval met doodelijken afloop bij verlies van een hand. een voet of een oog bij verlies van eer duim of wijsvinger bij een breuk van been ot arm - bij verlie» van anderen vinger. k°OR DE GENADE GODS EN DE GUNST VAN DEN APOSTOLISCHEN STOEL ^AN DE GEESTELIJKHEID EN DE GELOOVIGEN V/vN ONS BISDOM ZALIGHEID IN DEN HEER I ®et kan U niet onbekend zijn, Bem. Ge- af°vigen, dat van het eerste oogenblik D daarop Wij door God geroepen werden Otn als Opperherder Uwer zielen te waken tloDr de geestelijke belangen van U en de q 0r God aan U toevertrouwde kinderen, jjZe voornaamste zorgen zijn uitgegaan .ar Uwe kinderen. Wij hebben niet opge lden er op te wijzen, dat God aan U en Mij eenmaal rekenschap zal vragen van flat °r Hem aan ons geschonken panden, en Afh ilet Van °nZe ZOrg V00r de Uugd zaI hangen, hoe het, wanneer Wij eenmaal deze wereld zullen zijn verscheiden, y de Kerk in Nederland gesteld zal zijn. Van •'aar hebben w'i tegen den aanvang h den heiligen Vastentijd U vermaand, de opvoeding der kinderen niet ais ge lat mag worden beschouwd bij het ver- der lagere school, doch dat juist aan j. vorming der schoolvrije en der rijpere bSd de grootste aandacht moet worden Sr-honken. ook thans kunnen WD wederom niet a 'jgen over uwe kinderen en komen Wij 8 aandacht vragen voor een zaak, die Wij heir mogen noemen de verhevenste en het Aan onderdeel van de taak, die God bet lc£|bholieke ouders heeft opgedragen in tekking tot de opvoeding der kinderen, Dm ZOrg namelijk, dat er vele en heilige esters uit uwe gezinnen zullen voort- bien. q ^tisschien zullen velen Uwer zich verwon- oQretl over deze aansporing, die wij op dit e ®ehbük tot U richten. Is het dan niet God jj Hij alleen, die de roeping geeft tot het tg, Priesterschap? Sprak Christus Zelf niet Ve I5a-ine Apostelen: „Niet gij hebt Mij uit- AaÜ maar heb U uitverkoren en U "gesteld om te gaan en de vruchten voort flu cnSen"? 1) Hangt de priesterroeping t a niet af louter en alleen van Gods wei hagen? fle? m' Geloovigen, bij de beantwoording 1 Zer vraag dienen wij wel te onderscheiden. van 6 genade, die de mensch ontvangt, komt bad ®od> maar de uitdeeling Zijner ge- d( 'Kven maakt God tevens gebruik van is Jflblp en medewerking van menschen. Zoo Ach ool?; met de roeping tot het H. Priester- Ohv Die roePinS is zeker een genade, een Qi®rdiende gave van God; en zonder die Lelijke roeping mag niemand zich voor l„s H. Priesterschap aanmelden. De H. Pau- Ij' Zegt het duidelijk in zijn brief aan de Aa „Niemand matige zich deze eer a,h- tenzij hij geroepen is door God, zoo- Aaron." 2) Iflu 'e. genade der uitverkiezing hangt na- hni Uk louter en aleen af van Gods welbe- sen. Maar die uitverkiezing door God is W, meer dan een gedeelte van het verheven W, dat moet volbracht worden, alvorens Scj,ahd in de werkelijkheid het H. Priester- Uj ab bereikt. Die uitverkiezing bevat niet dan de kiem van het Priesterschap. V,uar.wil die kiem tot ontwikkeling komen. lw ZU werkelijk uitbloeien tot de vrucht, die gj.0' Priesterschap is, dan moet zij met ls zorg worden gekoesterd, en daarbij Hu tl00diK de medewerking van menschen bitv ^60 XIII> sprekende over de goddelijke Jrrkiezing tot het Priesterschap in zijn 8 g aan de Pransche Bisschoppen van September 1869, noemde haar uitdrukkelijk iu bts een kiem, die door den Allerhoogste <Ue Hel van het kind wordt gelegd, maar Ujj hoodzakelijk beschutting en bescher- fcw.6 behoeft door de medewerking van Vo<iScben- 3) Die medewerking geschiedt sch een Sfoob gedeelte gedurende een gan- Ouj.6 reeks van jaren binnen de muren van sc^e Seminariën, totdat ten slotte de Bis- t)6r°b de roeping voltooit en afmaakt. Zon dig ^Ijn besluit om iemand tot de H. Wij- btu|eri boe te laten is geen priesterlijke roe- OUjA v°Hedig Het goddelijk element is wel ®fli ri aar' maar geeft op zich geen recht vAn 110 wUding te eischen. De uitverkiezing tlij., d®n candidaat door den Bisschop is de been van het geheel, zij is een element, eveneens onmisbaar is. tusschen die uitverkiezing door het lq *eli)k gezag in het Bisdom en de uitver- q die als een kiem gelegd wordt door bn de ziel van het kind, wordt een ar- Vt;i vereischt, waartoe Hij de medewerking a8b van velen. Allereerst Wij noemden Vr!eds zijn het de Seminariën, waar g6s do°r God in de zielen der kinderen uit- L b°ide zaad tot ontwikkeling wordt ge- en die dan ook terecht genoemd Hik n kweekplaatsen, omdat daar de godde- kiemen worden opgekweekt. Maar, Vu?' Geloovigen, het staat zonder twijfel bi dat de kiem voor het H. Priesterschap UQdöe zielen van veel meer kinderen door hljA Belegd is dan feitelijk het Seminarie \ya®\en treden. en dat veel meer kiemen tot zouden komen, indien vóór den waarop de toegang tot het Seminarie q6 gelijk is, door anderen die kiemen met W boodige aandacht en toewijding waren y. hermd en beveiligd. En wanneer gij Ons kjjugb, wie die anderen zijn, wier medewer- "au volgens Gods bestel, noodzakelijk is, Antwoorden Wij U: dat 'zün de priesters, die werkzaam zijn in de parochies, dat zijn vervolgens de ouders, en dat zijn ten slotte alle geloovigen. De priesters, die in de parochies werkzaam zijn. Monseigneur Dupanloup schrijft in zijn beroemde werk over het kind: „Vele kinde ren, die priester hadden kunnen worden en heilige priesters, zijn het niet geworden, omdat er niet was een pastoor of een kape laan, die aan die kinderen of aan hun ouders hun roeping toonde en deze tot ont wikkeling bracht." 4) Ernstig klinkt ook het voorschrift van het „Kerkelijk Wetboek", neergelegd in canon 1353: „De priesters, in zonderheid de pastoors, moeten er voor zor gen, dat zij de kinderen, die teekenen van priesterlijke roeping toonen, met alle kracht afhouden van de besmetting der wereld en de kiem der roeping in hen aankweeken." 5) Vervolgens komen de ouders. Aan hen is door God een zeer bijzondere taak opge dragen, een hoogheilige verheven taak. Het zij verre van Ons het gedrag goed te keu ren van ouders, die hun kind tot het H. Priesterschap zouden willen dwingen. Zulk een dwang zou den naam verdienen van een misdaad, zooals ons ook canon 971 van het „Kerkelijk Wetboek" zegt: „Het is een mis daad, iemand te dwingen den geestelijken stand te omhelzen". Maar diezelfde canon noemt het ook een misdaad, wanneer de ouders aan een kind den opgang tot het Priesterschap zouden verbieden. „Het is een misdaad," zoo lezen wij in den genoemden canon, „iemand, die de vereischte geschikt heden bezit, van den geestelijken stand af te houden". Tusschen deze beide uitersten nu ligt een geheel terrein, waarop de ouders positief aan de ontwikkeling van een door God gelegde roepingskiem kunnen en moeten medewerken. Zij kunnen dat doen door woord en door daad. Allereerst door hun woord, door namelijk hun kinderen dikwijls te wijzen op de heerlijk heid en verhevenheid van het H. Pries terschap. En indien zich in de ziel van een hunner kinderen werkelijk een goddelijke kiem be vindt, zal dientengevolge het bestaan dier kiem gemakkelijker tot het bewustzijn van dat kind doordringen en gelegenheid hebben om tot rijpheid te komen. De H. Gaudentius waarschuwt in een zijner preeken de ouders van den eenen kant om nimmer dwang op hun kinderen in deze richting uit te oefenen; maar van den anderen kant verklaart hij het tot een plicht der ouders om den wil hunner kinderen te richten op het betere en al hun best te doen om ze aan God te kunnen aanbieden a's bedienaren van Zijn altaar 6) Maar vooral kunnen zij zulks doen door hun daden, n.l. door hun voorbeeld en hun echt christelijk levensgedrag. Tot het geven van een goed voorbeeld zijn zij reeds verplicht ten opzichte van al hunne kin deren. Maar die plicht zou nog meer tot hen spreken, wanneer zij er steeds aan dachten, dat zij door hun voorbeeld de kiem der priesterlijke roeping, aie God misschien in de ziel van hun kind gelegd heeft, tot volle ontwikkeling kunnen brengen. En dan zou den Wij er op willen wijzen, dat de ouders in betrekking tot dat verheven doel hun kinderen vooral moeten voorgaan in de be oefening van drie deugden, die het bijzondere sieraad van den priester uitmaken. Want al moet de priester uitblinken in alle deugden, zooals God zelf uitdrukkelijk heeft gezegd: „Mijn priesters moeten heilig' zijn, omdat zij aan God zijn toegewijd"7) er zijn drie deugden, die den priester bijzonder moeten kenmerken, n.l. kuischheid, gehoorzaamheid en liefde tot God en tot de menschen. Kuischheid in de allereerste plaats. Bij het ontvangen der wijding van het subdiaconaat doet de candidaat een gelofte van eeuwige zuiverheid, en het staat boven allen twijfel vast, dat het succes van den priesterlijken arbeid voor een zeer groot gedeelte aan den maagdelijken staat, waarin de priester leeft, te danken is. Vervolgens gehoorzaamheid. De Kerk is gelijk aan een in rangorde geschaard leger; en de kracht van een leger is vooral hierin gelegen, dat in stipte gehoorzaamheid de bevelen der overheid worden ten uitvoer gebracht. Trouwens bij de Priesterwijding belooft de wijdeling, al legt hij dan ook geen gelofte af, aan den Bisschop plechtig, dat hij hem en zijnen opvolgers steeds gehoorzamen zal. En ten slotte, de liefde tot God en de naas ten. Evenals aan Petrus vraagt Christus aan den wijdeling: „Bemint gjj mij?"8) En alleen dan als de wijdeling in geweten kan antwoorden, zooals Petrus: „Gij weet, Heer dat ik U lief heb"9), mag hij den moed heb ben om op te gaan. Maar evenzeer onmisbaar is voor den priester een brandende naasten liefde. Immers zegt de H. Paulus niet: „AI spreek Ik de talen der engelen en der men sehen, indien ik de liefde niet heb, ben ik geworden als een klinkend metaal of een rinkelende schel? 10) En zulks geldt voor het werk van iederen priester. Die drie deugden moeten de ouders dus met bijzondere zorg bij hun kinderen aan kweeken, opdat dezen geschikt worden voor het H. Priesterschap, zy moeten allereerst zorgvuldig waken, dat in het huisgezin niets geschiede, wa.t in strijd is met de heilige deugd en alle middelen aanwenden om het schaamtegevoel bij het kind reeds vroeg tijdig te ontwikkelen. Zij moeten vervolgens hun kind van af de prille jeugd gewennen aan tucht en discipline en moaen uit ver keerde toegevendheid een daad van onge hoorzaamheid niet ongestraft laten. Zij moeten tenslotte het kind leeren God te be minnen boven alles en de naasten als zich zei ven. Wat heerlijke taak, bem. Gel., is aan de ouders in betrekking tot de priesterlijke roe ping toevertrouwd. En wanneer zij bij voort during hun aandacht aan die verheven taak willen schenken, kan het niet anders, of de roepingen zullen bevorderd worden en uit on ze christelijke huisgezinnen zullen nog meer priesters dan voorheen, en zonder twijfel heilige priesters, voortkomen. En het zijn vooral de moeders, die in dit opzicht het belangrijkste werk kunnen verrichten. Een gezaghebbend priester heeft eens geschre ven: „Een priester wordt gevormd op de knieën van de moeder." Ik onderschrijf die uitspraak, die zulk een loflied op de moeders inhoudt, ten volle; en ik twijfel er niet aan, of vele priesters zullen met mij van de waar heid van dat woord diep overtuigd zijn. Maar niet alleen de priesters en de ouders moeten medewerken aan de bevor dering der priesterroepingen, doch alle ge loovigen hebben in dit opzicht een taak te vervullen, dus ook de echtgenooten, wier huwelijk niet met kinderen is gezegend, en ook zij die ongehuwd zijn. Paus Benedictus XV heeft zelfs uitdrukkelijk verklaard, dat die medewerking van alle geloovigen een plicht,is. „Alle leden der kerkelijke gemeen schap", schreef hij, „hebben den plicht om te beantwoorden aan de genade van de roe ping tot 't Priesterschap.'Tl) Dat wil dus zeggen, dat alle geloovigen verplicht zijn hun medewerking te verleenen. De reden hiervan is duidelijk. Immers alle geloovigen hebben de hulp van den priester noodig van hun geboorte af to aan hun verschelden uit dit leven. Het is dus het belang van allen, dat er vele en heilige priesters komen. Welnu, op tweevoudige wijze kunnen alle geloovigen medewerken. Allereerst door hun gebed. Bem. Gel. wordt hieraan niet veel te weinig gedacht? En toch, het is niemand minder dan onze Goddelijke Zaligmaker Zelf, die er een voorschrift van gemaakt heeft, dat de geloovigen voor de priester roepingen moeten bidden. „Gü moet den Heer van den oogst bidden", zoo sprak Hy, „dat Hij werklieden zende in Zijnen Wijn- gaard."12) En steunend op dat goddelijk ge bod, zeide dan ook Paus Benedictus XV het volgende: Het is ons verlangen, dat alle Christenen hun gebeden vereenigen in een heiligen kruistocht."13) In de tweede plaats kunt gij helpen door uw geldelijken steun. Wij zijn ten hoogste dankbaar voor de bij dragen, die onze geliefde diocesanen telken jare geven by de collecten in onze kerken voor de Seminaries. Maar hoeveel meer stu denten, waaromtrent wij goede verwachtin gen mogen koesteren, zouden afdoende ge holpen kunnen worden, indien de geloovigen hetzij tijdens hun leven, hetzy bü testamen taire beschikking het stichten van studie beurzen voor onze Seminariën wilden be vorderen. Men behoeft natuurlijk niet een geheele beurs te stichten. Iedere gift is wel kom, daar zij met andere tot een beurs kan worden samengevoegd. Wij bevelen dit lief dewerk bijzonder in Uwe aandacht aan. Gij verricht daarmee een heerlijk werk, omdat gij daardoor het Priesterschap van Jesus Christus Zelf in Zijne Kerk helpt voortzet ten, terwyi de vruchten van dat werk aan U zeiven en vooral later aan Uwe kinderen zullen ten goede komen, want een talrijke en heilige Priesterschap is een zegen aller eerst voor de geloovigen. Beminde geloovigen, moge de Heilige Vas- tentyd voor ons allen zijn een tijd van boete en gebed.' Van boete allereerst. Traenten wij ons niet te beperken tot de geringe verster vingen, die de Kerk van ons eischt, maar leggen w;j ons toe op enkele vrijwillige ver stervingen -tot uitboeting onzer zonden en ook met het doel om van God steeds meer en steeds heiliger priesters te mogen ont vangen. En vervolgens een tijd van veelvul dig gebed. Bidt voor onzen Vader Paus Pius XI, voor H. M. onze geëerbiedigde Koningin en voor de verdere leden van het Koninklijk Huis. Maar bidt ook bijzonder, dat de Heer van den oogst vele en heilige priesters moge zenden in Zijnen wyngaard, en dat in ons allen 't besef moge groeien, dat God van ons allen, wie wij ook zijn, vraagt, dat wij onze medewerking aan de roepingen tot het H. Priesterschap zullen verleenen. En zal dit Ons herderlijk schrijven op Zondag Quinquagesima in alle kerken van Ons Bisdom en in alle kapellen, waarover een Rector is aangesteld op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te Haarlem, den lOden Februari 1931. t J. D. J. AENGENENT. Bisschop van Haarlem. Op last van Z. D. Hoogwaardigheid: J. M. v. d. TUIJN, Secretaris. 1) Joës XV, 16. 2) Hebr. V, 4. 3) Acta Leonis XIII, t. 19, p. 160. 4) Dupanloup: L'enfant, p. 77. 5) Codex Juris Canonici, can. 1353. 6) S. Gaudentius Sermo VIII. 7) Bevitic. XXI, 7. 8) Joës. XXI, 15. 9) Joës. t. a. p. 10) I Cor. XIII, 1. 11) Acta Ap. Sedis. IX, p. 78. 12) Mattheus: IX, 38. 13) Acta Apost. Sèdis. IX 78. w mm Haarlem - Heemstede - Bloemendaal Adv. Heden heruitzending Naar men uit Rome meldt, bevat de „Osservatore" de mededeeling. dat het Vati- caansche radiostation heden (Maandag) om 17 u„ M. E. T„ 's Pausen radiorede zal uit zenden in het Duitsch, Spaansch, Poolsch en Russisch op golflengte 50.26 M. Zaterdagmiddag omstreeks 1 uur is een autobus van den heer G. Kupers te Venray, die een geregelden dienst onderhoudt tus schen Venlo en Venray, op den spoorweg overgang onder Blerick door trein 1730 welke om drie minuten over een uit Venlo vertrokken was gegrepen en bqna twee honderd meter meegesleurd. De autobus werd versplinterd. Van de achttien inzittenden werden drie personen op slag gedood, vyf zwaar en zes licht ge wond. De baanwachteres had vergeten de afsluit- boomen tijdig te laten zakken. Nadere bijzonderheden. Om 1 uur was de autobus van den heer Kupers uit Venlo vertrokken. Vyftien perso nen, die uit de omliggende plaatsen naar Venlo waren gekomen om de Zaterdagsche markt te bezoeken, hadden in de bus plaats genomen. Even vóór den overweg in de spoorlijn VenloRoermond by den wachtpost 66 aan den Horsterweg te Blerick loopt de breede straatweg ongeveer honderd metèr evenwij dig met de spoorbaan. De autobus, bestuurd door den chauffeur Wieferink, reed iets vóór den trein, welke om drie minuten over één uit Venlo was vertrokken, uit. Gelijk met den trein kwam de autobus aan den overweg en omdat de boomen niet gesloten waren, reed de bestuurder door. Toen de bus midden op de raüs was, werd zy door den trein gegrepen en, hoewel de machinist nog uit alle macht remde, kon hij niet ver hinderen, dat de auto ongeveer honderd- vüftlg meters werd meegesleurd. De schok was ontzettend. Angstige kreten klonken langs de spoorbaan en van alle kanten snelden menschen naar de plek des onheils. Uit de nabijgelegen kazerne rukte onmiddellijk een colonne militairen uit om hulp te verleenen. De slachtoffers. Al spoedig bleek, dat drie inzittenden van de autobus op slag waren gedood. Het wa ren de heeren F. Winkens uit Venray, G. Moorees, 17 jaar oud, uit Horst en J. Swin- kels, gehuwd en vader van negen kinderen, uit Venray. Zwaar gëwond werden de heer G. Peeters uit Horst, vien een gedeelte van den sche del was afgeslagen, en die stervende werd opgenomen; diens zoon G. Peeters Jr. en mej. Peeters, de echtgenoote van den eerst genoemde. Voorts de heer L. Kleven uit Horst, wien beide beenen verbrijzeld werden en die aan rug en borst zwaar gewond werd en de heer H. Joosten, wethouder van Grubben- vorst. Minder ernstig werden gewond: de heeren E van Leuken, H. Vollenberg, mej. Swin- kels, echtgenoote van den overleden heer Swinkels, de heer Krausch en mej. W. Krausch—Hulkens en de heer Van Dyk, al len uit Venray. die ongeveer een half jaar in dienst was bij de autobus-onderneming van den heer Ku pers, kwam er met wat vleeschwonden be trekkelijk goed af. Toen de botsing plaats greep had hy de tegenwoordigheid v&a geest om een der lantaarns voor op de loco motief te grijpen en er zich aan vast te klemmen. Op deze wijze werd de man van een wissen dood gered. De hulpverleening. Zooals reeds gemeld, werd de eerste hulp verleend door militairen uit de nabijgelegen kazerne. De dooden werden in militaire zie kenwagens weggevoerd, terwijl particuliere auto's, welke op den weg passeerden, wer den gerequireerd om de gewonden naar Venlo -te vervoeren, waar zij in het St. Jo- sephziekenhuis liefderijke verpleging von den. Inmiddels waren de doctoren Aug. Poulis- sen, G. van Hellemondt, Eug. Dubois en P. Janssen uit Venlo op het terrein van de ramp gearriveerd en met verschillende gees telijken verleenden zy de eerste geneeskun dige hulp. Ook de burgemeester van Venlo, mr. B. M. Berger, en tal van burgerlijke autoriteiten, waren spoedig ter plaatse. De politie hield de honderden, die zich op het vernemen van de droeve tijding naar de plaats van de ramp hadden gespoed, op een behoorleken afstand. Brokstukken van de autobus jverden over een lengte van honderd meter lar.gs de spoorbaan gevonden. De kap van de bus lag aan de andere zijde van den spoorweg. Het onderzoek naar de oorzaak. De marechaussee stelde onmiddellijk een onderzoek in en tegen 3 uur arriveerde het parket uit Roermond, de subst. officier van justitie mr. dr. P. J. W. Rieter en de rechtercommissaris mr. F. A. J. Marres. Vast staat, dat de baanwachteres, mej. Ebben, wier man als ploegbaas en oudste zoon als wegwerker verder op de lijn aan den arbeid waren, te laat uit haar huis kwam om de spoorboomen neer te laten. De vrouw, moeder van een groot gezin, is in hoogst overspannen toestand naar het ziekenhuis te Venray overgebracht. Vierde slachtoffer overleden. De ramp heeft reeds een vierde slachtoffer geëischt, n.l. den heer Peeters uit Horst, die Zondagmorgen is overleden. In den loop van den dag moesten nog 2 slachtoffers van de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden worden voorzien, n.l. de heer Joosten, wet houder te Grubbenvorst en mej. Kraus uit Venray. De onherkenbare overblijfselen der auto bus werden Zaterdagavond opgeladen. De toestand der gewonden Hedenmorgen was de toestand van de heeren Joosten en Peters nog steeds zorg wekkend. De toestand van de overige ge wonden was heden yry goed. Naar wij vernemen is de heer Eduard van Beinum, dirigent der Haarlemsche Or- kestvereeniging, benoemd tot opvolger van Cornelis Dopper den tweeden dirigent van het Concertgebouw-orkest. Begin September zal de heer Van Beinum zijn nieuwe taak aanvaarden en zal de H. O. V. zich moeten voorzien van een nieu wen leider. Hij stelt zich voor als afscheid begin Mei met de H. O. V. een Beethoven-cyclus te geven. Van meet af aan hebben wij deze promotie voorzien. We hebben het ons niet verheeld, dat een leider, die in staat was, om in den loop van enkele maanden het Haarlemsche orkest op te voeren tot een zoodanigen graad van verfijning en artisticiteit, dat het tot de beste kleinere orkesten gerekend mag wor den, en die het aandurfde, om met het handjevol musici waarover hü den staf zwaai de, zulke veeleischende partituren uit te voe ren als hij in den loop der vier jaren met z'n Haarlemsch orkest deed, niet voor altyd aan de H. O. V. als leider zou verbonden blyven. Bü ons zelf hadden we hem reeds een buitenlandsche positie zien aannemen, maar nu hij in Holland blyft, en zeker als tweede leider van 't Concertgebouw-orkest, durven we hem 'n nog grootere toekomst voorspellen. Daar staan z'n artistieke gaven immers, Eduard v. Beinum is niet alleen 'n bezielend leider, maar ook een pianist van beteekenis, al treedt hij in deze kwaliteit slechts zelden op ons borg voor. Z'n leiding is bezie lend, z'n opvattingen steeds gezond en ge tuigen van een klaar inzicht in en 'n mu zikale beheersching van de materie, die den waren dirigent kenmerken. Hoeveel meer nog zal hy hiervan in staat zijn te doen blijken, nu hij de beschikking krijgt over een zoo schitterend gediscipli neerd orkest als het Amsterdamsche, al is het dan maar in tweede instantie. We zijn er dan ook zeker van, dat hy op deze plaats de rechte man is, hoe ongaarne wij hem ook als leider onzer H. O. V. zien heen gaan. 'n Goede plaatsvervanger zal hier niet zoo licht worden gevonden. ED. VAN BEINUM Ed. van Beinum werd 3 September 1900 in Arnhem geboren en speelde VA jaar als altist in het Arnhemsche Orkest, waarna hij naar Amsterdam verhuisde om zqn studie voort te zetten aan het conservatorium. Daar studeerde hij onder leiding van An- drie.ssen, L. Robert en de Pauw. Na het einddiploma behaald te hebben van bet conservatorium, trad Van Beinum op als accompagnateur en pianist; als dirigent was hij verbonden aan de afdeeling der Mq. voor Toonkunst te Schiedam en Zutphen en aan de Zutphensche Orkestvereeniging. Hoewel hij voornameiyk optrad als solist en dirigent, heeft Ed. van Beinum ook gecomponeerd, o.a. liederen die door Di Moorlag uitgevoerd zijn. In Juli 1927 werd hij benoemd tot opvolger van den heer Gerbay, dirigent der H. O. V. heeft besloten vanaf heden haar kli niek open te stellen voor alle gezinnen van Haarlem en omstreken. Het doel is het verstrekken van Tandheelkundige hulp tegen waarvan een ieder die dit wenscht ge bruik kan maken op de daarvoor vast gestelde spreekuren. Deze zün 's mor gens van 910, Maandag- en Donder dagavond van 79, Zaterdagmiddag van 13 uur TARIEVEN Trekken van tanden of kiezen Met verdooving f 1. Kliniek-gebitten I 50.— Hedenmorgen is de bekende pianist Dirk Scliaefer overleden. (blz. 2, 1ste blad) Koelie steekt te Palembang vü'f personen dood en verwondt vier anderen. (blz. 2, 1ste blad) Autobui bij Blerick door een trein gegre pen. Vier personen gedood, tien gewond. (blz. 1, lste Blad) Een toestel van de K. N. I. L. M. met vijf inzittenden zoek, doch weer gevonden. (blz. 1, 2de blad) Ingediend is een wetsontwerp tot het aangaan van leeningen ten laste van het Rijk (f 294 milliocn) tot conversie van nationale schuld. (blz. 4, 2de blad) De Volksraad heeft de voorstellen be treffende de wijziging van de koelie-ordon nanties aangenomen. (blz. 1, 2de blad) Militair vliegongeluk in Engeland. (blz. 4, 2de blad) „De Tribune" uit de Openbare Leeszaal te Hilversum. (blz. 4, 2de blad) Antwoord van Dr. Weizmann aan Mac Donald over de Engelsche politiek in Pa lestina. (blz. 3, 2de blad) Scherpe tegenstand tegen de agrarische voorstellen van minister Schiele. (blz. 3, 2de blad) Het Spaansche Kabinet afgetreden. De verkiezingen opgeschort. (blz. 3, 2de blad) Stahlberg bedreigd door de Lappo's, indien hij president van Finland wordt. (blz. 3, 2de blad) Barometerstand 9 uur v.m.: 756 vooruit OPTICIENS FABRIKANTEN Barometerstand 9 uur v.m.: 748 achteruit. LICHT OP. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 5.43 uur. Hoogste barometerstand 764.4 te La Co- run a Laagste barometerstand 735.8 tc Thors- havn. Verwachting: Matige tot krachtigen, Zuid westelijke tot Noordwest*lijken wind, betrok ken tot zwaar bewolkt, regen, later sneeuw- of hagelbuien en iets kouder. STORMWAARSCHUWIN GSDIEN ST Geseind van De Bilt heden te 8.35 uur aan alle posten van Hoek van Holland tot Nieu- wersluis: Weest op uw hoede! (Direct ingaande) Zitdagen: Maandags, Dinsdags, Woensdags en Vrijdags van 10 u. v.m. tot 2 u. n.m. Donderdags van 6 u. nam. tot 8 u. n.m. en des Zaterdags van 6 u. n.m. tot 9 u. n.m. Het bestuur van den K.R.O. ontving ha» volgend telegram: Aan den voorzitter van den KJt.O. te Amsterdam. Vaderiqk getroffen door uw gelukwen- schen en u dankend voor her-uitzending zijner verheven radio-rede, aan alle katho lieken van Nederland, zendt H. H. als onder pand der hemelsche genade, apostolischen zegen. (get.) Kardinaal PACELLL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 1