fclARIA-STICHTING
DE VASTENMANDEMENTEN DER
BISSCHOPPEN
De staking bij de werkverschaffing in
Castricum
e onze Lezers
Langs de Straat
IEDEREN MIDDAG VAN
2-3 UUR POLIKLINIEK
Zilveren pastoraat
Uiteenzetting van wethouder Gerritsz
't Eucharistisch Congres
te Dublin in 1932
De voorbereidingen van deze
grootsche gebeurtenis reeds
in gang
Indien gij over de NIEUWE
HAARLEMSCHE COURANT
tevreden zijt, .zegt het anderen
Indien gij in een of ander opzicht
niet tevreden zijt, zegt het óns.
Ill
BOEK B ESPREKING
„De Wandelaar"
Christ! Frewlentag
Karaktervorming der jengd
Z. D. H. Mgr. J. H. O. Jansen, Aartsbis
schop van Utrecht, spreekt in Zijn Vastsn-
mandement over karaktervorming der kinde
ren door Christelijke opvoeding.
Het kind is van God, den Schepper. Aan
vader en moeder, die met den Schepper mee
werkten, droeg God Zijn gezag over, om
hét kind op te voeden volgens Zijn Geboden.
Door het Doopsel werd het Kind Christen,
d. 1. leerling van Jcsus Christus, den
menschgeworden Zoon van God.
Chris ten-Ouders, Christus is uw leer
meester, uw Model. Hij moet ook de Leer
meester zijn en het Voerbeeld van uwe kin
deren. In de leerschool van Zijne Kerk moet
gy hen volgens Zijn leerplan en met zyne
leermiddelen opvoeden.
Met behulp van Zyne genademiddelen
moeten Zijn geloofsleer, Zijne zedenwetten
en Zijn leven richtsnoer en maatstaf zijn oy
de lichameiyke opvoeding, karaktervorming
en leiding van al de vermogens van verstand
en wil van uw kind.
Wie het christen-kind anders opvoedt,
zondigt tegen den wil van Christus en ver-
grypt zich aan Zijn goddelijke rechten op
het kind.
Van de prilste jeugd af moeten de ouders
hun kind vormen.
Wil de opvoeding geen mislukking worden,
dan bedenke men, dat het werk der opvoe
ding is: de wilskracht ten goede ontwikke
len, het kind leeren: zich zelf dwingen kwaad
te bostryden en goed aan te leeren, omdat
God dat wil, dus het zedelijk kwaad te laten
en te doen het zedelijk goed. Christelijke
opvoeding is karakters vormen volgens
Christus' leer met behulp van de genade,
die door gebed en Sacramenten wordt ver
kregen.
Door de gehoorzaamheid aan het goddelijk
gezag der ouders worden die karakters ge
vormd. Vader en moeder wesst niet hard,
maar nooit zwak, houdt met liefde, maar
tegelijk met gestrengheid, de teugels vast
van het goddeiyk gezag over uwe kinderen.
By de karaktervorming moet gij er op be
dacht biyven, dat een jongen anders moet
worden opgevoed dan een meisje, moet gy
letten op verschil ln jaren, op achterlyken
of sterken lichaamsgroel, op den rijpenden
leeftijd, op verschil van temperament, of n.l.
het kind droefgeestig, mat, loom, zwaar of
wel opgewekt, levendig, vlug, licht en luchtig
lS, of het ongevoelig ofwel overgevoelig is
voor Indrukken. Gy moet in het oog houden
welk zijn hoofdgebrek is: hoogmoed of
zinnelijkheid.
De Katholieke Kerk dringt rusteloos en
niet groeten nadruk aan bU de ouders op
degelijke godsdienstigheid, het vormen van
een kuisch geslacht, tempering van geld- en
genotzucht, op betamelijkheid in kleeding.
ontspanning, lectuur, in één woord op een
leven gedragen door de beginselen en prac-
tlsch doorgevoerd volgens de voorschriften
van den door Gods Zoon geopenbaarden
gcdsdienct. Moeder, leeft gy zóó? Geeft gy
dit voorbeeld, vader?
Wat vooral indruk maakt op uw kind Is
niet het woord, maar het voorbeeld.
Welaan dan, Christen-ouders, draagt als
een ar.dsre Christophorus, als heilige reuzen
ook al wordt uwe gezegende last zwaar
der naar mate uw kind in Jaren toeneemt
uw Christus-kind door den wilden stroom
des levens naar den anderen oever, waar uw
Schepper en Verlosser u opwacht ter bc-
tooning, omdat gij uw kind, uw lieveling,
d?pr Hem aan u toevertrouwd, door uwe
christelijke opvoeding behouden hebt voor
Hem, als Zijn kind, Zyn lieveling en dan
voor eeuwig.
Drang naar volmaakt geluk.
Er leeft in ieder menschenhart een on
weerstaanbare drang naar volmaakt geluk,
constateert Z. D. H MgT. L. J. A. H. Schry-
nen, Bisschop van Roermond, in zyn Vas
tenbrief. En eenieder verlangt aan dien
(hang des harten zooveel mogelijk te vol
doen.
De vraag is nu: waar dat geluk te vinden
en wat most de mensch doen, om het te be
reiken?
Welnu: het volmaakte geluk vindt men
•Heen by God. „Gy hebt ons voor U ge
schapen, o mijn God", zegt de H. Augustl-
nus, en „onrustig is ons hart, totdat het
ruste in U."
Het volmaakt* geluk zal geen mensch op
deze wereld ooit bereiken: dikt geluk ls ons
beloofd in den Hemel, als loon voor onze
goede werken.
Doch ook op deze aarde reeds vraagt 't
menschenhart naar geluk. En wij willen U
belesren, waar dat geluk op de wereld wel
en waar het niet te vinden is.
—En juist hierover willen wy U spreken,
omdat in onze dagen een valsche leer meer
en meer onder U wordt verkondigd en
Jammer genoeg ook meer en meer ingang
Vindt by velen. Die leer, in haar meest
krassen vorm, loochent het bestaan van een
God, Schepper van Hemel en aarde en het
vóórtbestaan van de menschelyke ziel na
den dood. Een eeuwig geluk bestaat volgens
haar niet, en bijgevolg most de mensch er
fnoe.r naar trachten, op deze were'd, met al
de hem ten dienste etaande middelen, zoo
gelukkig mogelijk te worden, 's Menschen
einddoel wordt aldus van den hemel naar da
Karde overgebracht: in den tyd moet de
mensch zijn volle geluk vinden.
Neen, wilt ge een redelijke oplossing vin
den voor het ontstaan en het bestaan der
wereld, dan most men een scheppenden God
aannemen uit Wiens almachtige Hand alles
ls te voorschijn getreden. Andere oplossin
gen, die in den loop der tijden zijn uitge
dacht. werden door 't menscheiyk verstand
als waardeloos afgewezen.
Laten wy inzien dat ons H. Geloof en de
Kerk het ware geluk en de welvaart der
wereld niet tegenwerken, maar integendeel
bevorderen: laten wy ook waar wy kunnen
medewerken, om zooveel in onze macht is,
de misbruiken uit te roeien, opdat aan de
vijanden der Kerk aldus het wapen uit de
hand wordt geslagen dat zy 't liefst en met
't meeste succes hantecren.
De brief eindigt aldus:
Christenen, bemint elkander: en ln dezen
tyd van malaise, weest voor elkander een
steun Bemint ook die armen, die misleid
zyn, en die hun Schepper en hun eeuwig
einddoel vergeten, ondergaan in hun Jacht
naar stoffeiyk geluk.
Uw leyen, uw geloof, uw geluk zy voor
hen een teeken, dat zonder God geen ware
vreugde mojeiyk is: weest voor hen een
levend voorbeeld van diep geloof, van in
nige godsvrucht, van werkdadlge naasten
liefde. Onbewust zyt ge dan wellicht voor
hen een aanleiding, om ook eens dieper na
te denken over 's men:chen bestemming: en
tsrwyi ge zelf zoo gelukkiger worden zult,
«uit ge ook nog medewerken aan het geluk
van talie oren, dia anders het geluk niet vin
den zullen.
En dan zal God U helpen ln uw moeliyk-
hcclen, U troosten in uw ïyden, U gelukkiger
maken op aarde om later voor eeuwig ge
lukkig te zijn in Zijn aanschouwing.
Laten wy, vooral in den komenden Vas-
tentyd, door gebeden, versterving en andere
goede werken den Hemel een heilig geweld
aandoen, opdat godslasterendo leerstellingen
geen ingang mogen vladen maar integen
deel, opdat het Geloof en de Liefde ln de
wereld mogen opbloeien.
Het bewerken der zaligheld
Z. D. H. Mgr. P. Hopmans, Bisschop van
Breda, spoort zyn dlocesanen aan, getrouw
vast te houden aan de christeiyke gebruiken
om een morgen- en avondgebed te verrichten,
cm te bidden vóór en na de maaltyden, om
het Engel des Heeren. driemaal per dag te
bidden, om ln den huiseiyicen kring des
avonds gezameniyk met kinderen en dienst
personeel het rozenhoedje te verrichten, om
te bidden in de bekoringen. Verzuimt gy het
gebed ln de bekoringen, gy zyt verloren, gy
zult bezwyken en zonde bedryven. Beyvert
u om zoo dikwerf mogelijk de H. Mis bij te
wonen. In zeer veel huisgezinnen is het mo
gelijk, dat minstens één familielid naar de
kerk gaat. En hoe gelukkig te pryzen is het
huisgezin, waarvan vader en moeder met
him kinderen dagelijks in de H. Mis en aan
de Tafel des Keeren zijn te vinden!
Wij zijn geschapen door God en voor God.
Alle3 wat wy hebben, komt van God, wy
zijn en bjyven van God geheel afhankeiyk en
zijn bestemd om hiernamaals vöor eeuwig
met God volmaakt gelukkig te zyn. Is het nu
niet passend en plichtmatig, dat wy onzen
Opperheer erkennen en beminnen. Hem ge
trouw dienen en voortdurend met Hem in
innigen omgang verkeeren? Beijvert gy u niet
om gehechtheid, erkenteiykheid en liefde te
betuigen aan degenen, die niet ophouden u
met weldaden te overladen? En zoudt gy
dan niet aanhoudend denken en uw dank
baarheid en liefde toonen aan God, uw
Schepper, uw Zaligmaker, uw grootsten Wel
doener, uw liefderljksten Vader, wiens hulp gij
geen oogenblik kunt missen? Daarom moe
ten wy altijd ln vertrouweiyken omgang biy-
ven met God en door schietgebeden herhaal
delijk verzekeren, dat wy uit liefde voor God
willen leven en werken.
In hachelijke tyden, die we thans door
maken om den slechten economlsehen toe
stand, waarin talrylce huisgezinnen met fi-
nancieelen ondergang worden bedreigd;
thans nu O. L. Heer door zyn machtwerken,
waardoor heele streken en duizenden men
schen zijn getroffen, ons bij herhaling waar
schuwend heeft toegeroepen: Ik ben de Heer,
uw God, Mij zult gij aanbidden en dienen;
nu de Plaatsbekleeder van Christus op aarde,
de Vader der christenheid, in zijn monumen
tale encyclieken over de christelijke opvoe
ding en over het chrlsteiyk huwelijk zyn for-
sche stem heeft gevoegd bij de stem des Hee
ren, om de menschen te waarschuwen tegen
dwalingen en den-mensch-onteerende mis
bruiken, nu zou het redeiyk zijn te denken,
dat allen ln boete en gebed zich zouden
keeren tot den Vader der barmhartigheden
om zyn reohtmatlgen toom te stillen. En
toch hoe velen blijven zorgeloos voortleven,
alsof zij den zegen des hemels kunnen mis
sen, hoevelen blijven hardnekkig doorgaan
met het verzuimen der verplichte H. Mis op
Zon- en feestdagen, met het wegblijven van
de H. H. Sacramenten van Biecht en H.
Crmmunie, met het nalaten van een dage-
lijksch gebed, met het ontheiligen van het
huwelijk, met het verwaarloozen der opvoe
ding van hun kinderen, met hun kinderen
af te houden van katholieke scholen en ka
ter'- 1 i iso" derri ebt
Waakt over al uw zinnen; wacht u wel
uw zinnen ln alles te volgen, want zij zul
len u leiden tot de zonden.
By het Intreden van de dagen van boet
vaardigheid en gebed, vermanen wij u op
heel bizendere wijze om te waken en te bid
den. Gebruikt de dagen van zaligheld n'et
alleen om u zeiven te verloochenen en uw
ongeregelde hartstochten te beteugelen, maar
ook om de vastenwet en de onthoudingswet
.naar de voorschriften der H. Kerk getrouw
te onderhouden. Bovendien zult gij u be-
yveren om ook uit eigen beweging kleine ver
stervingen te beoefenen en geestelijke en
lichamelijke werken van barmhartighe'd te
doen. Zorgt, dat uw kinderen gedurende de
vasten zich minstens buiten de maaltyden
van snoeperijen onthouden.
De christelijke opvoeding der jeugd
De Vastenbrief van Z. D. H. Mgr. A. P.
Diepen, Bisschop van 's-HertogenbOsch. is
gewyd aan de eensgezinde en doelmatige
samenwerking van hulsgezin, kerk, school en
Jeugdomgevlng tot het vormen van het
meest gunstige milieu voor de zoo nood
zakelijke christeiyke opvoeding der jeugd.
De Bisschop sluit zich aan by de ma
gistrale uiteenzetting over dit onderwerp in
de Pauselijke Encycliek van 31 December
1929.
Het eerste, nóodzakeiyk en natuuriyk
onderdeel van het „milieu" der opvceding
is het huisgezin, door den Schepper speciaal
tot dat doel geordend. Vandaar, zegt Z. H..
ls als regel die opvoeding het rykst aan
vruchten en blijvend succes, die ln een wel
geordend christelijk huisgezin, waar tucht
heerscht, genoten wordt en zy is des te wel
dadiger naarmate er hét geede voo.bee'd,
vooral der ouders, maar ook der andere
huifgenooten, bestendiger en helderder
schittert.
Geen wonder, dat Z. H. in dit verband
ons waarschuwt tegen het hedendaagsche
jammerlyk verval der hulseiyke opvoeding
en met evenveel klem als bezorgdheid daar
van deze twee oorzaken aanwyst: het niet
of hoogst gebrekkig voorbereid zyn der
ouders op dit verheven opvoedersambt of
op den fundamenteelen plicht, hun kinderen
godsdienstig, zedelyk, maatschappelijk en
lichamelijk op te voeden en vervolgens het
byna overal bestaande streven de k'nderen
van de prille jeugd af onder allerlei eco
nomische, industrieele, commerciesle of po
litieke voorwendsels, altyd meer van het
gezin te vervreemden.
Het voorgaan in de godsdienstkenn's geeft
wyding aan het ouderlijk gezag, kweekt eer
bied en liefde voor den godsdienst en de
H. Kerk, beschermt de practyk van het
Dokter: „Uw eenlge kwaal ls: lui
heid!"
Patiënt' „Dank u dokter maar
kunt u daar' misschien den weten-
schappelykeri naam voor zeggen ziet
u dan kan ik ook aan myn vrouw
vertellen waar ik aan iyd."
(Bulletin)
christeiyk leven en verzekert de katholieke
school en Gods priester het onmisbaar con
tact voor hunne opvoedende taak.
Zy bezorgt bovendien aan de katholieke
school den haar zoo noodzakelyken tyd tot
grendigen godsdienst-uitleg en verklaring.
Het door Z. H. zco terecht betreurde on
voorbereid ten huweiyk gaan betreft wel het
allereerst en allermeest de vrouweiyke
Jeugd.
Mogen onze katholieke ouders, leerlingen
en studenten voor goed gaan inzien noe
ongerymd het is, het onderwijs in den
godsdienst wel goed te achten voor jeugd'ge
leerlingen, maar niet voor oudere of voor
volwassenen.
Het niet Inzien hiervan heeft zich ook
onder ons op verschrikkeiyke wyze gewro
ken en een onkunde, onwetendheid en ge
ringschatting voor de gedrdlenstkennis
gebracht, die het welzijn van hul-gszin en
maatschappij en zelfs den bloei van weten
schap en kunst maar al te lang belemmer
den.
.Ook buiten hulsgezin, kerk en school is
leiding en waakzaamheid in elk ander
milieu, waarin onze nog niet volwassen en
zelfstandig gevormde jeugd zich begeeft,
dringend noodzakelijk, zoo zegt ons terecht
Z. H., want de gelegenheden voor zedelijke en
godsdienstige schipbreuk zyn in onze tyden,
speciaal door godrlelooze en losbandige lec
tuur, door bioscoop en radio, op angstwek
kende wijze toegenomen.
Hoogen lof en steun verdienen daarom
alle echt katholieke jeugdinstellingen, die
de Jeugd, welke toch in onze maatschappy
hare ziel moet redden, met echt christeiyken
yver weten te sterken tegen de verle'd'ngen
en dwalingen der wereld, opdat zij, ofschoon
medebezitster der wereld, toch verre blijven
van hare afdwalingen.
Zondag was het vyf en twintig jaar ge
leden, dat de Zeeresrw. heer C. J. Thols-
naar werd benoemd tot pastoor der St.
Willibrordusparochie te Wassenaar.
Op uitdrukkelijk verlangen van den jubi
laris is dit jubileum niet gevierd, mede in
verband met het feit, dat 15 Augustus vati
het vorig jaar het gouden priesterfeest
werd herdacht. Slechts door de Broeder
schap van de H. Familie, waarvan de pas
toor 25 jaar directeur ls, heeft hij zich la
ten huldigen. Zij bood hem zyn ln olieverf
geschilderd portret aan.
Over de onlangs by de werkverschaffing
te Castricum plaats gehad hebbende staking,
wordt thans door het gemeentebestuur het
volgende officleele communiqué verstrekt:
Vrydag Februari in den loop van den
middag berichtte de Directeur van den dienst
der Werkloosheidsbestrijding aan den betrok
ken Wethouder, dat er op de werkverschaf
fing te Castricum een werkstaking was uit
gebroken
De directeur kreeg hierop de opdracht zich
onmiddellijk te Castricum op de hoogte te
gaan stellen. Hy kwam daar in den lateren
namiddag aan, zoodat hy in den vooravond
terug was, waarop geconfereerd kon worden
welke conferentie tevens werd by gewoond
door den Opzichter van de Heide Maat
schappy.
Vast kwam te staan, dat in de middagrust
dé heer Oversteegen op het terrein, dat langs
den openbaren weg ligt was gekomen en ln
de keet de tewerkgestelden had toegesproken,
daarby naar voren brengende, dat de Raad
en de arbeiders misleid waren wat het loon
betreft, want dat een loon van f 22.50 gega
randeerd zou zijn.
In de bovenbedoelde conferentie werd de
heela kwestie doorgesproken en alle moeiiyk-
heden welke zich by het verloop der zaak
zouden kunnen voordoen zooveel mogelijk
voorzien. De verwachting werd geuit, dat Za
terdagmorgen alle arbeiders weer naar Cas
tricum zouden vertrekken en daar weer het
werk zouden opnvnen. Afgesproken werd ten
eerste: dat geen stakingsuren zouden worden
betaald; ten tweede: dat geen loon zou wor
den gegarandeerd; en ten derde: dat enkele
arbeiders door alle anderen aan te wyzen,
Maandagmorgen bij den Wethouder, met deze
zaak belast, zouden kunnen worden ontvan
gen.
Zooals bekend ls. zyn Zaterdagmorgen na
eenlge bespreking allen weer aan den arbeid
getogen.
Maandag 9 Februari heeft hierop de wet
houder 3 der arbeiders, welke te Castricum
te werk waren gesteld, ontvangen.
Hierop heeft de Wethouder eerst vastge
steld, dat dit een „wilde" staking was, zoodat
reeds ten gevolge van den aard dezer staking
aan geen enkelen elsch of wensch kon worden
tegemoet gekomen.
Voorts heeft de Wethouder Vastgesteld,
dat de grieven, welke men had, op geen
enkele wijze met den Wethouder of den Di
recteur van den Dienst waren besproken,
roodat ook de staking zelf ongemotiveerd
was.
Van de zyde der arbeiders werd beweerd,
dat besloten zou zyn tot een garantieloon
van f 22.50.
Uit de stukken die de Wethouder Het lezen,
bleek dat hier geen sprake van was. Hierop
vertelden de arbeiders, dat de Directeur van
den Dienst hen op een dergeiyk loon had
aangenomen. Dit werd van de zyde van den
Dienst ten stelligste ontkend.
Een Verzoek om alsnog een garantieloon
te verleenen werd afgewezen.
In een verzoek om de stakingsuren te be
talen, kon de Wethouder niet treden.
Een grief nog was deze: dat het tarief
van een bepaald soort werk niet by den aan
vang van het werk door den Opzichter van
de Heide Maatschappy werd vastgesteld,
doch tijdens de uitvoering van dat werk of na
afloop van het werlc, zoodat de arbeiders k
gevoel haddén, dat de hoogte van het tarief
werd gesteld in verband met hun prestatie.
De Wethouder zegde toe deze aangelegenheid
te zullen bespreken met de Directie van de
Heide Maatschappy.
Hierop werden nog enkele kleine grieven
en wenschen behandeld, zoo b.v, dat er
meerdere W.C.'s over het terrein verspreid
zouden worden opgesteld.
Toegezegd werd, dat er één bij zou komen,
daar voldoende gelegenheid bestaat om van
de bestaande W. C.'s gebruik te maken.
Gevraagd werd om meer beschutting over
het verspreide terrein, tegen regen.
Toegezegd werd dat een enkel schutdakje
zou worden bygeplaatst. daar voldoende ge
legenheid bestaat om by slecht weer in de
keet te gaan schuilen.
Gevraagd werd „koffiegeld" te verschaffen.
Geantwoord werd, dat dit niet zou geschie
den, doch dat er reeds ln het begin van de
week was besloten, dat er koffie zou worden
verstrekt.
Geklaagd werd, dat iemand ziek was ge
worden en dat hy niet vervoerd had kunnen
worden, doch had moeten wachten tot
's middags de autobussen de arbeiders naar
de stad terug brachten.
Er bleek uit de bespreking, dat de man
ongesteld was geworden, dat hem tot twee
maal toe gevraagd was of hy ook terugge
bracht wenschte te worden, doch dat hij het
niet noodlg had geoordeeld en geantwoord had
best te kunnen wachten tot de aütouursen
teruggingen.
Zoo bleek ook deze klacht op misverstand
of verkeerd overgebrachte mededeelingen
uit de tweede hand, te berusten.
De wethouder voegde hier nog aan toe dat,
zooals van zelf spreekt in een ernstiger geval
ónmiddeliyk een auto van het Centraal Ver
voer naar Castricum zou kunnen gaan om
zieken af te halen en dat ook een auto van
Mathot, 'indien noodlg, binnen een uur ln
Castricum zou kunnen zijn.
Voorts herinnerde de Wethouder eraan, dat
hij er reeds in den Raad op gewezen had dat
indien het loon onvoldoende zou zyn voor esn
groot gezin, toeslagen zouden kunnen worden
verstrekt.
De arbeiders meenden, dat het loon be
langrijk onder de f 22.50 bleef. Zij wilden
namelijk niet in rekening brengen den trai
ningstoeslag van f 0.03 in de eerste week en
f 0.06 in de tweede week. ZIJ noemden dit
„een fooi".
Uit de gegevens van de loonlijsten blijkt,
dat in de eerste week door de 50 tewerK ge
stelden de volgende loonen zijn gemaakt:
Week van 23 Januari29 Januari
4
12
2
4
9
10
7
mannen f 31.34
- 30.44
- 27.14
- 23.74
-22.33
- 22.24
- 21.77
- 18.50
(1 man was 1 dag ziek).
Dit is het gemiddelde loon van de ploeg
per week zoodat, daar er 1 man ziek was, dit
bedrag voor de ploeg gemiddeld lager was.
Maar de 6 arbeiders die de geheele week
gewerkt hebbén, hebben elk ontvangen
f 22.34, waarbij dan nog komt de f 0.26 ziek
teverzekeringspremie, zoodat ook dezen heb
ben verdiend f 22.60 dus boven het gemid
deld weekinkomen van f 22.50.
(beiden I dag ontbroken).
Week van 30 Januari—5 Februari
2 mannen
8
- 27.27
■i
4
3
(1 man 1 dag ziek, zoodat overige
7
ben Ontvangen),
4
3
d man i dag ziék)
5
*5
(1 man 2 dagen ziek)
•2
(1 man 1 dag ziek)
•4
4
(4 man elk 1 dag ziek, (f 25.j'
Hier
is 1 man
ziek geweest, zoodat
de
overigen nog aan het loon van f 22.50 zyn ge
komen.
Het spreekt vanzelf, dat als een ploeg van
50 man wordt aangenomen, men geen ze
kerheid heeft, dat alle 50 ook geschikt zyn.
Daar enkelen (5) niet den aanleg of geschikt
held bleken te bezitten voor den gevorderden
arbeid zullen zy door anderen moeten wor
den vervangen.
Een van de voornaamste grieven bleek neg
te z"n, dat de arbeiders niet wisten wie hun
werkgever zou zyn.
De Wethouder nam dit niet al te serieus
op, want h!J wees er de arbeiders op, dat zy
allen zeer goed den weg naar de arbeids
beurs kennen, en wisten dat zy door den Di
recteur z'in ongeroepen en aangenomen, ter-
will uit het feit dat velen der te werk ge-
stolden meer dan eens op het spreekuur van
den wethouder waren gekomen, blykt, dat zij
ook in dit geval gemakkelijk den Weg naar
bet Stadhuis hadden kunnen vinden om te
informeeren naar de fameuze vraag wie hun
werkgever zou zyn.
De wethouder heeft er nog eens op gewe
zen, dat zy zich in de eerste plaats hadden
te wenden tot den opzichter van de Heide-
Maatschappy ter plaatse op het werk en
vervolgens tot den Directeur van de Arbeids
beurs en ten slotte tot hem.
Van de te werk gestelden bleken even 20
georganiseerd en een kleine 30 ongeorgani
seerd te zijn, maar velen van de laatsten
zijn reeds vroeger lid geweest van een vak
organisatie.
Tenslotte resumeerde de wethouder dat uit
alles gebleken was, dat een staking volkomen
overbodig was geweest, dat er niets door
was bereikt geworden, dat ook niet ln een
kalme bespreking had kunnen 'worden te
berde gebracht en hy waarschuwde de ar
beiders ln het belang van de bestrijding der
vyerkloosheid om van de geheele geschiede
nis niet een dacapo te geven.
Dublin, Febr. 1931
Over achttien maanden, in Juni van 't
volgend jaar, zal Dublin getuige mogen
zyn van ean der grootste schouwspelen,
welke de katholieke wereld kent: 't Eucha
ristisch Congres. Zoaa'.s men weet vinden
deze congre-sen plaats om de twee Jaar ln
een of andere belangryko wereldstad. Het
laatste werd gehouden m Carthago, ln Afri
ka, het voorlaatste in Sidney. Beide
hebben een geweldig succes gehad. Maar
om verschillende redenen zal toch 't vol
gend In Dublin Iets heel byzonders worden
Een dezer redenen ls wel, dat Ierland ln
den breedsten zin van 't woord een moe
derland ls, waarvan de kinderen verstrooid
zijn over alle beschaafde en onbeschaafde
landen der wereld. De Ieren hebben het
katho'lek geloof gebracht in ve'.e streken
en het lijdt geen twyfel of zy of bun na-
komsllneen zullen in grooten getale naar
de hóofdstad van hun land komen, nu
deze 't middelpunt wordt van zulk een
groot-sche demonstratie.
Natuurlijk is Dublin niet weinig trotsch
op zulk 'n uitverkiezing. En 't bereidt zich
dan ook nu reeds voor op de ontvangst van
de honderdduizenden katholieken uit de
heele wereld, die aan den reep „1932 in Ier
land" gehoor zulten geven. Dat is geen
teeg gebaar. De vertegenwoordigers in Du
blin hebben nu reeds zooveel ernstige aan
vragen ontvangen voor 't Congres, dat ze
gerust durven zeggen: t vreemdelingen
verkeer zal proporties aannemen, zooals 't
eiland nog nimmer heeft aanschouwd. En
daarom ls 't vraagstuk, hoe aan die velen
onderdak te verleenen, niet zoo eenvoudig,
jaangstwekkend. En toch hebben we
nog achttien maanden den tyd. Er zijn aan
vragen binnen gekomen uit alle fieelen der
wereld: Japan zendt 'n deputatie evena's
Australië, Nieuw-Zee'and, Zuid Afrika, de
Noord- ep Zuld-Amerlkaansehe Staten en
voorts alle Europeesche landen.
't Probleem, waarvoor de organisators
zich gesteld zien, is heel moeiiyk. Maar we
mogen er ook dadelijk byzeggen. dat zy geen
moeite groot achten, om 't op te los
sen. Natuurlijk zouden zij niet willen, dat
ook maar één belangstellende thuis bleef,
uit angst dat hij geen onderkomen zou kun
nen vinden. Wat menscheiykerwilze gespro
ken, mogelijk is, Zal worden gedaan.
Zeker: 't ls 'n moeilijk probleem. Want
men most ln aanmerking nemen, dat de
gelegenheden voor logisch in Dublin: ho-
te'j» en pensions niet zoo heel talryk zyn.
Ze zijn berekend op den toevoer van vreem
delingen, zooals die ieder jaar plaats heeft,
in de week van 't groote concours-hippique
in Augustus. Dan is 't tevens hart'e vacan
tia. Zonder overdrijving kan men zeggen,
dat er bil gelegenheid van 't Congres wel
vijft'en tot twintig keer zooveel aanvragen
zuHen binnenkomen. En aan deze moeilllk-
heid moeten de organisators 't hoofd zien
té bieden. Als alle plaatsen in hotels en
pensions besproken zijn (en we vernemen,
dat' zulks nu reeds het geval ls), dan blijft
er niets anders over, dan 'n beroeo te doen
op alle katholieke huishoudens in Dublin en
omgeving, zelfs ln de dorpen die 80—100
KM. In den omtrek liggen, of zij. behalve
voov hun eigen gasten, ook nog plaats heb
ben voor vreemdelingen'. Dat beroep ls in
vele gemeenten reeds gedaan en op deze
wijze zün ér dan ook weer eenlge duizenden
onder dak gekom«n. De Katholieke scholen
worden voor het Congres gereserveerd en
de slaapzalen ter beschikking gesteld van
de bezoekers: voor de mannelbke de Jon-
genspension-ten, voor de vrouwelijke de
kloosterscholen. En zoo ls aan vele duizen
den 'n onderdak verschaft. Dan worden
natuurlek ook leege gebouwen, zelfs 'n paar
ongebruikte gevangenissen benut, evenals
miH'aire barakken.
De voeding zal ook niets te wenschen
overlaten en ls georganiseerd op oreede
basis. Zoo zullen er provisorische restau
rants ln de openlucht worden ingericht. Ze
staan direct onder leiding van 't Congres
comité: dit zal er voor zorgen, dat de in
richting zoo practlsch en doelmatig mogeiyk
ls en dat de priizen laag zijn.
De moeilijkheden worden echter voor 'n
groot deel verlicht, doordat de meeste con
gressisten zulten zyn georganiseerd ln groe
pen. 2oo wordt b.v. 'n bepaald diocees, laten
we zeggen in Canada, georganiseerd door 'n
eigen plaatselijk com'té. Dit comité zorgt
dat de deelnemers bij de leiders in Dublin
worden opgegeven. Deze weten ook, wanneer
de groep awteeert en dan wordt ieder ge
herbergd. Zol hebben we vernomen dat de
Catholic Truth Society ln Canada 700 plaat
sen heeft beste'd en ook reeds gekregen
heeft. De Franrah-Canadeerahe organisatie
heeft zich verzekerd van 500 plaatsen. En
komt er door een of andere oorzaak veran
dering in deze getallen, dan krijgt Dublin
daar berioht van, dat dan colc weer voor
herziening der eenomen maatregelen zorgt.
Men schat dat er uit Groot-Brittannié
alleen, al 50 000 deelnemers zulten zijn, ge
organiseerd in bisdommen, broederschappen
en andere religieuze vereenigin"en. Dan. om
'n andereïl Europeesehen Staat te noemen:
Tsjecho-Slowakije stuurt 200 afgevaardig
den, Argsrt'nlë 500, Deze laatsten zullen
waarschijnlijk komen op 'n expres voor dit
doel gecharterd schip.
Reisbureaux in de Ver. Staten zullen even
eens schepen charteren en men is van plan
om ze voor anker te laten liggen in de Du-
blin-Baai. zcodat ze meteen kunnen dienen
als hotel voor de passagiers. Dat zou 'n
ideale oplossing zijn: de reizigers zouden
dan geen gebruik hoeven te maken van de
logeer-getegenhsden van Dublin Ze kunnen
aan fcoerd slap°n en eten. Zoo zullen ook
Frankrijk en Holland waarschijnlijk hun
afgevaè-dteden onder dak brengen.
Na dit a'les, zal 't overbodig zijn er op te
wijzen, dat 't verstandiger is, zich by 'n
gezelschap aan te sluiten, dan alleen te
vaan. Want alleen op die wijze is men er
zeker van, dat men op behoorlijke wijze
kan slapen en eten.
Voorts veronderstelt men, dat na 't con
gres vele bezoekers de gelegenheid zullen
waarnemen Om 'n reis door Ierland te ma
ken en de schoonste plekjes van Ierland,
zooals Killemey te gaan zien. Bovendien
zal zeker ook de groote Internationale Ten
toonstelling, die tegeiykertyd in Cork wordt
gehouden, veel belangstelling trekken.
Achter de groene horren.
Al zoo dlkwyis had ik ze zien zitten, die
oude menschjes achter de groene horren
van het Diaconiehuls. En al zoo dikwyls
was ik ónder de bekoring gekomen van dat
kleine, maar zoo veelzeggende wereldje, dat
zorgvuldig verborgen was voor nieuwsgieri
ge oogen van brutale voorb'; gangers. Tot
dat ik op een morgen alle bescheidenheid
en alle beleefdheid liet varen en voor de
horretjes bleef staan, om het tooneeltje, dat
zich daarachter afspeelde te kunnen aan
schouwen.
Ze zaten daar aan kleine tafeltjes, die
oude heertjes en die vrouwtjes-met-het-ka-
pothoedje. Het was koffle-uurtje en de groo
te aardewerken koppen dampten van hst
kostelijke vocht, dat misschien hernieuwde
energie gaf aan de moeizaam tikkende oude-
menschj es-harten.
Voor het eerste raam zat opa een brief
te lezen. Z'n driemaal gesoldeerde nikkelen
brilletje danste van genoegen op zyn per
kamenten neus-met-duizend-gaatjes, zyn
knokige vingers omknelden het beven
de velletje papier, af en toe wreef hy ln
z'n oogendat kon zijn, omdat de damp
van de koffie hem hinderde. En straks als
de brief gelezen zou zyn en nog eens en
nog eens, bleven er prettige uren over om
lang na te denken over alles wat daar ln
stond. Dat deed waavschynlijk nu zijn tafel
genoot, want die trok zenuwachtig aan zyn
steenen pijpje, lachte binnensmonds, keek
recht vooruit op de tafel, peinsde diep.
Waaraan hij dacht kon ik slechts gissen.
Misschien herinnerde hy zich een amusante
geschiedenis uit dolle jeugdjaren, misschien
lachte hy om een onnoozel gebeuren in het
huis, misschien verzon hij een aardige ver
rassing voor een kleinkind, zijn naamgenoot!
Voor het tweede raam zat een klein moe
dertje met een hagelwit mutsje op en een
gouden kettinkje om dan hals, te breien. Ze
zag niets van wat om haar heen gebeurde,
ze telde de steken, ze prevelde althans met
haar weggetrokken lippen waarachter geen
tanden meer konden zyn. Het was niet ge
makkelijk te zien wat zij breide, doch ik
drukte mijn neus tegen de ruit, waardoor
ik myn nieuwsgierigheid verraadde. Moeder
tje keek op en ik zag, dat ze heel oud moeet
zyn. Ik gaf haar door enkele gebaren te
kennen, dat ze wel Iets heel moois moest
breien en tot mijn groot plezier hief ze het
breiwerk op, waardoor ik van een kinder
borstrokje in laatste afwerking kreeg te ge
nieten. Het oudje lachte van blijdschap en
ze stak een heele rede tegen me af, die ik
helaas niet verstaan kon, omdat het glas
te dik en het straatrumoer te levendig was.
Met het hoofd op beide armen lag een
anderéé opa te slapen als een os Het was
geen gewoon gezicht, want zijn schedel was
ln alle onderdeden te bezichtigen, je zou
zweren, dat het geheel vandaag of mo"gen
uit elkaar zou moeten vallen. Naast hem
lag een boek en omdat ik voor dit raam
toch niet zou worden opgemerkt, ging ik
op mijn teenen staan, om te kdken, wat dat
heertje wel zou lezen. U raadt het nooit!
,.De geschiedenis van Robinson c-u"o3". Zou
de tweede of derde jeugd dan toch werke-
iyk bestaan en zou ouderdom slechts een
begrip van Jaren zyn?
Nog even gluurde lk by het laatste raam
naar binnen. Hier waren twee oude heeren
druk met elkaar in gesprek. De grootste
wees voortdurend met zijn trillenden wijs
vinger op een courant, die in volle lengte
over de tafel was uitgespreid en geflankeerd
werd door twee dampende koppen koffie.
Ongetwijfeld, hier zaten twee politici, die den
toestand ln Spanje of de verhooging van
den accijns, of de brutaliteit van de nato-
haal-socialisten in Dultschland bespraken.
Beide heertjes hadden vuurroode hoofden
ert ze waren het lang niet met elkaar eens!
Zoo'n krant kan toch wat teweeg brengen,
zelfs in het rustigste rusthuis.
Mijn ongepaste nieuwsgierigheid liep in
de gaten en de imp-essies waren voldoende
opgedaan. Diep ln gedachten verzonken
slenterde ik de straat uiteigenaardig
zoo'n klein wereldje met nog zooveel af
wisseling en ongedachte poëziev. W.
Zooeven verscheen by deh uitgever A. (3.
Schoonderbeek te Laren, onder redactie van
Rlnke Tolman, de Februari-aflevering van
„De Wandelaar", maandblad, gewijd aan
natuurstudie, natuurbescherming, heemschut,
geologie, folklore, buitenteven en toerisme.
Henk Vink voert ons weer de boalende wil
dernissen van de Blesbosch binnen en met
G. van Beusekom roeien wy op een Februari
dag op onze vogelrijke plassen. In een artikel
over vlinders rept ook G. J. Klokman J.Aztï.
van het talryk voorkomen der gehakke'de
aure'la's in 1930, terwijl dr. J. F. Steenhuis
een beschouwing ten beste geeft over het ge
bruik der nieuwe geologische kaart van Ne
derland. H. F. Wiegman vraagt, vooral ook
ln verband met onze vogels, aandacht voor
allerlei groenblijvende en besdragende hees
ters, Met dr. H. van Capelle reizen wy op
nieuw naar de tuinen van Ollioules ln Zuid-
Frankry'k, terwyi H. Clewits dichter by de
deur blyft, wanneer hy ons inricht over net
werk van 't Staatsboschbeheer in Drenthe.
Prof. dr. A. M. Brouwer vertelt smakelijk
van oudheidkundige opgravingen in Zuid-
Limburg en D. J. Holsteyn deelt het een en
ander mee over het Yokohama-hoen. De
verschyning van het rljk-geïllustrecde na-
tuur-hlstorische verzamelwerk, „Luister van
het land" gaf ten slotte C, A. Schllp een
geestdrlft'g artikel in de pen.
Zeer uitvoerig ls de rubriek „Van en voor
de lezers" (natuurhistorisch alterlel). Tien
tallen illustraties zijn oudergewoonte tus-
schen den afwisselenden tekst gestrooid.
Dit mooie Dultsche boekje bevat een aan
tal verhalen en versjes voor hen, die hun
eerste H, Communie doen. De schrijver, pa
ter Willibrord Menke, neeft een goede keuze
gedaan en 't boekje, welks fraaie uitvoering
valt te loven, zal zeker er toe bijdragen, de
veelvuldige H. Communie te bevorderen.
Het werkje werd uitgegeven door het
„Gesellschaft flir Christilche Kunst" te
München.
„Zoo Thimotheus! Heb je nou je
arme vrouw alweer vergeten? Ja,
ontken maar niet, ik zie toch wél o'at
Je achter de meisjes aan zit; je hebt
niet voor niks je houten been extra
mooi geverfd." (Bulletin)