V
1
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
BESPREKING DER TARWE-WET
BEHANDELING DER BEGROOTING
VOOR SURINAME
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
EERSTE KAMER
Handelsovereenkomst van Genève
TWEEDE KAMER
Een systematisch werkplan gevraagd
BINNENLANDSGH NIEUWS
Hoofdarbeiders
Dumping en anti-dumping
Uit het siagersbedrijï
LUCHTVAART
De doodenlijst in Engeland
Het ongeluk met het Engelsche
watervliegtuig
Arme dwazen
KERKNIEUWS
Pater Bern. H. Ooms S.J. t
RECHTSZAKEN
Moord op zijn beide kinderen
ONDERLIJS
Doelmatiger onderwijsorganisatie
Mohammedanen in Katholieke
scholen
KUNST EN KENNIS
De tooneelcrisis
te Amsterdam
Het faillissement van het
„Amsterdamsch Tooneel"
Vergadering van Woensdag.
handelsovereenkomst van Génève.
Aan de orde is het wetsontwerp houdende
goedkeuring van de handelsovereenkomst
van Genève van 24 Maart 1930, met bijbe-
hoorend protocol.
Prof. VAN EMBDEN (V.D.) meent, dat
tegen dit wetsontwerp geen ernstige bezwa
ren zullen worden ingebracht. Hulde brengt
spr. in het bijzonder aan den heer Colijn,
die te Genève zoo krachtig tegen het pro
tectionisme is opgetreden.
De heer COSTER (Lib."1 sluit zich aan
bi) de huldq, gebracht aan den heer Coiyn
voor diens optreden te Genève.
Door teleurstellingen van de conferenties
te Genève zullen wy ons niet ^an den goe
den weg moeten laten afbrengen; spreker
wil daarbij gedachtig zijn aan het woord
van Goen: „Ende desespereert niet."
De heer WIBAUT (S.D.A.P.) is niet zoo
goed over dit ontwerp te spreken als de
heer Coster. Dat er eindelijk een oogenblik
is gekomen, zooals bij dit ontwerp dat een
rem aanlegt aan de steeds verder gaande
opdrijving van z.g. beschermende rechten,
was niet meer dan vanzelfsprekend. Europa
ging al meer en meer gelijken op een eco
nomisch gekkenhuis, wanneer men althans
de gekken niet beleedigt door hen als ob
ject van vergelijking ten deze te nemen.
Ofschoon dit verdrag voor Nederland nog
weinig betec>ent, zou het toch een vreem
den indruk maken indien men er niet vóór
was.
Prof. DIEPENHORST (A.R.) deelt in de
hulde aan den heer Colijn. Het resultaat van
den arbeid te Genève is inderdaad nog na
genoeg nihil. Het ontwerp, dat thans aan
de orde ls, laat spr. gematigd onverschillig.
Fiejr en frank kan de minister intusschen
wyzen op den trouw, waarmee Nederland
zijn vrijhandel is gestand gebleven. Groote
offers heeft Nederland c^aartoe gebracht en
in dat raam past ook dit ontwerp.
De heer VAN CITTERS (A.R.) maakt en
kele opmerkingen over den tekst van het
bedrag.
Minister BEELAERTS VAN BLOKLAND
verdedigt het ontwerp, dat een bescheiden
stap in de goede richting is te noemen.
De Regeering zal zich hét woord van Coen
eigen maken. Spreker sluit zich met groote
Instemming by de hulde aan, die vele ieden
dezer Kamer hebben gebracht aan den heer
Colijn, den voorzitter van de Conferentie,
waaruit is gebleken, dat een protest ook in
eigen land wel wordt geëerd.
Het ontwerp wordt z. h. s. aangenomen.
Hierna wordt pauze gehouden.
WIJZIGING MOTOR- EN RIJWIEIAVET
Na de pauze is aan de orde het wetsont
werp tot wyziging van de motor- en rywiel-
wet.
De heer VAN SASSE VAN YSSÉLT (R.K.)
acht het noodzakelyk, dat de strafbepalingen
tegen roekeloos rijden met motorrytuigen
worden verscherpt. Meer en meer worden de
menschen door auto's of motorrijwielen van
het leven beroofd. Een van de beste straffen
voor de schuldigen acht spr. het ontnemen
van het rijbewys.
Minister REYMER antwoordt, dat deze
zaak zyn volle belangstelling heeft. Spreker
is het advies wachtende van de commissie
voor de herziening der motor- en rywielwet.
Het ontwerp wordt z. h. s. aangenomen.
DE TARWE-WET
Aan de orde is het wetsontwerp, houdende
bepalingen in het belang van de inheemsclie
tarweteelt (maal en menggebod).
De heer BLOMJOUS (R. K.) acht het ter
rein, waarop de Regeering zich hier begeeft,
bezaaid met distels en doornen. Dit echter
mag geen reden zyn om zich afzydig te hou
den, wanneer ingrypen noodig is, geiyk is
gebleken. Toch acht hy het ontwerp niet be
antwoordend aan alle te stellen voorwaar
den. zyn bezwaren gelden niet 't geven van
te groote bevoegdheid aan de Regeering, die
over goede adviseurs beschikt. Spr. acht het
systeem van de Regeering beter dan dat van
het amendement-Boon en hy is tevreden
over de beoogde samenstelling der commis
sie van advies.
Spr. vraagt of de invoer van buitenlandsch
meel niet dusdanig zal worden belemmerd,
dat trustvorming en prijsopdryving ontstaan.
Deze wet zal groote ongeiykheid scheppen
en de noodlijdende zandstreken niet helpen.
Deze maatregel brengt bescherming aar»
den tarwebouw en accidenteel aan de meel-
industrie.
wy moeten ons afdoende verweren tegen
de prijzen der Sovjets om de productie te
desorganisseren door den invoer van produc
ten in slavernij geteeld. Dit tydelijk invoer
recht zou in verband met de prijsbeweging
periodiek moeten worden herzien en auto
matisch moeten vervallen zoodra de wereld
marktprijs den productieprys bereikte.
Het wetsontwerp brengt peuterige hulp, is
in kleinen stijl gehouden. Toch hoopt spr. te
kunnen voor stemmen omdat hy huivert voor
de gevolgen van verwerping voor de land
bouwers. De Regeering make spreker dat
vóórstemmen gemakkelijk.
De heer GELDERMAN (Lib.) welischt na
te gaan of de toestand in den landbouw den
hier gevraagden steun eischt. Men dient een
vrij scherpe scheiding te maken tusschen de
verschillende landbouwstreken. Bepaald on
gunstig is de toestand vooral in de zuivere
bouwbedrijven. Maar ook menig handels
man of fabrikant lijdt thans groote verliezen.
Intusschen meent spr. dat we in ons land een
groot deel van onze welvaart te danken
hebben aan de vlijt van den landbouwer.
In principe is spr. dus niet tegen crisis-
hulp. De hulp moet echter door de gemeen
schap verleend worden. Men moet niet trach
ten de kosten af te schuiven op andere be
volkingsgroepen.
De broodprijzen zyn den laatsten tyd wel
degelyk gedaald. Wordt deze maatregel in
gevoerd, dan zullen zij weer stijgen. De kos
ten van dien steun dienden daarom doo»,
's Rijks schatkist te worden gedragen. Het
gaat hier om 5 4 6 millioen gulden per jaar.
Sprekers tweede bezwaar geldt de bevoor
rechte positie der meelfabrikanten. De in
voer van buitenlandsch, speciaal Ameri-
kaansch meel zal automatisch afnemen eau
daardoor de prijsregelende invloed daarvan.
De meelindustrie zal daarvan profiteeen, zoo
dat de verbruikers ook de extra-winst van
die industrie zullen moeten betalen.
De heer DOBBELMANN (R.K.) juicht toe,
dat de Regeering maatregelen wil nemen om
ons volk voor den ondergang te behoeden.
Het is verstandig dat zy zich een zoo groot
mogeiyke vryheid van handelen heeft voor
behouden en zich het amendement-Boon-
Oud niet heeft laten opdringen. Spr. brengt
hulde aan deze krachtige regeering en
dringt aan op wyziging van onze handels
politiek.
Ook komt spr. op tegen de overdryving,
waarmede de meel-lmporteurs het wetsont
werp hebben bestreden. De Minister voere de
wet uit met gelijktydige invoering van het
maal- en menggebod en neme niet de proef
met het stelsel-BoonOud.
De heer VAN EMBDEN (V.D.) zegt, dat
onder deze omstandigheden zyn politieke
vrienden en hij over allerlei bezwaren tegen
dezen maatregel willen heenstappen, waar
de mogeiykheid nog bestaat dat de Minister
alsnog het stelsel-BoonOud zal toepassen
en de maatregel slechts voor drie jaar wordt
getroffen. Een bezwaar is echter dat de tar
weteelt door den maatregel zal worden uit
gebreid. terwijl dit een tak van productie is,
die wellicht in Europa veroordeeld ls. Kan
de Regeering zekerheid geven, dat de ba
ten niet voor een belangryk deel in handen
van de opkoopeis zullen komen?
Indien men de wet uitvoert naar het stel
sel van het menggebod. zal men nadeel toe
brengen: le. aan de bakkers in het alge
meen, wien het Nederlandsche eenheldsmeei,
„de bloem der natie" zal worden opgedron
gen; 2e. speciaal voor de kleine bakkers; 3e.
de binnenlandsche grossiers in meel en
bloem; 4e. de kleinere molenaars; 5e. de
fabrikanten van beschuit, macaroni, enz.; 6e.
en bovenal de meel-importeurs met hun per
soneel, wien ondergang dreigt.
De meelfabrikanten daartegenover zullen
een monopolistische positie krygen.
Al deze bezwaren vallen weg Indien men
overgaat tot het afname-gebod. Men geve
dit een jaar lang een fair chance en late
het voorafgaan aan het veel ingrijpender
menggebod, dat men altyd nog kan invoeren,
indien het eerste niet mocht slagen.
Spr. bestrijdt ten slotte dc bezwaren, door
den Minister tegen hei stelsel-BoonOud
aangevoerd. Men stelle het „geleide meel"
alleen beschikbaar aan officieele stations.
Tusschenverkoop van dit meel van bakker
tot bakker kan den bakker niet méér bui
tenlandsch meel verschaffen. De contröle by
het vervoergebod zal niet zooveel moeiiyker
zijn, wanneer men het vereischte stelt van
gelei-biljetten.
De VOORZITTER verdaagt te half 5 de
voortzetting der beraadslagingen tot Heden
ochtend 11 uur.
Vergadering van Woensdag
STEMMINGEN
Aan de orde zyn de stemmingen over
de moties, die ingediend zyn by de behan
deling der beide interpelaties over crisis en
werkloosheid.
De beer LOERAKKER (R.K.) wenscht
na het antwoord van den minister vertrou
wen te stellen in de regeering ten aanzien
van het overleg met de vakcentralen. Hy
trekt zijn motie dienaangaande in.
De motie-v. d. Tempel or»i alle werkloo-
zenkassen in staat te stellen de uitkeerin-
gen met 6 weken te verlengen, wordt ver
worpen met 58 tegen 22 stemmen.
De motie-v. d. Tempel beoogende uit
breiding van de circulaire betreffende de
steunregeling aan de gemeenten, met ont
neming daaraan van het karakter van be
de?,ling, wordt verworpen met 51—29 stem
men.
De motie-v. d. Tempel tot herziening van
de circulaire in dien zin, dat allen ge
meenten minstens 50 pet. der gedane uitkee-
ringen zal worden vergoed, wordt verwor
pen met 52 tegen 28 -temmen.
De motie-dr. Vos ten gunste van de
Wercver* urming door uitvoering van open-
Bare werken, waaronder aanleg vgn weaen.
brugeen over groote rivieren en kanalen
te bespoedigen, wordt verworpen met 43
tegen 37 stemmen.
Suriname
Aan de orde is de begrooting van Suri
name.
De heer LINGBEEK (Herv. Gerefzegt
dat er gebrek aan openbare scholen is op
Suriname, zoodat zelfs de Britsch-Indiêrs
hun kinderen naar katholieke scholen moe
ten zenden. De Roomsche missie gaat maar
steeds door voor rijksrekening scholen te
stichten op plaatsen, waar men geen
Roomsch onderwijs verlangt, maar waar
eenvoudlng geen onderwijs te verkrijgen is,
Zoo is men bezig van Suriname een Room
sche kolonie te maken. Dit naam van Pro-
testantsch Nederland protesteert spr. daar
tegen.
De heer IJZERMAN (S. D. A. P.) zegt.
dat de financieele geiykstelllng op Suri
name meer stryd dan pacificatie gebracht
heeft. De uitwerking hiervan is een der oor
zaken van de ontevredenheid, voornamelijk
onder de Britsch-Indiërs. Te dien aanzien
voert de regeering een struisvogelpolitiek.
Spr. klaagt verder over de handelwy-e
van den Geneeskundigen Dienst te Para
maribo. die een vrouw met ernstige brand
wonden niet in het hospitaal wilde laten
opnemen, omdat het administratief bewiis
van den geneesheer niet aanwezig was. Na
twee dagen werd zij opgenomen. Den dag
daarna overleed zy en de familie vernam
eerst na de begrafenis het bericht van
haar dood.
Mevr. DE VRIES—BRUINS (S.D.A.P.) be
grijpt niet, hoe de minister den moed heeft
een zóó optimistischen toon aan te slaan in
de Memorie van Antwoord. De verschillen
de verslagen immers doen zien, dat men hier
toch niet kan spreken van een gunstigen
toestand, vooral niet op het gebied der
volksgezondheid.
De heer v. KEMPEN (V.B.) meent, dat
Suriname niet met andere kolonies kan wor
den vergeleken. De oppervlakte is 160.000 vk.
K.M. waarop slechts 150.000 menschen wo
nen. Hieruit blykt, dat het land uiterst
slecht bevolkt is. Dit is dan ook wel het
groote struikelblok om het land snel voor
uit te brengen.
Spr. vestigt de aandacht op de exploi
tatie van het spoorwegbedryf. Aan den
eenen kant is de dienst zeer veel ingekrom
pen, maar aan den anderen kant heeft men
geen evenredige besparing op de exploita
tiekosten kunnen verkrijgen.
De heer CRAMER (S.D.A.P.) zegt, dat ko
lonisatie alleen kan slagen als zy behoorlijk
wordt voorbereid. Naast de kolonisatie zal
vooral de kleine landbouw moeten worden
gesteund. Van gouvernementswege zouden
groote landbouwbedryven moeten worden tot
stand gebracht. Het is niet uitgesloten, dat
Suriname een grooten export van rijst zal
kunnen verkrijgen, maar eerst diént de
kwaliteit verbeterd te worden. De aanleg
van irrigatiewerken kan niet achterwege
biyven.
De heer KNOTTENBELT (V.B.) zegt dat
nog weinig of niets is bereikt met de po
gingen om particulier kapitaal naar Suri
name te trekken. In 't afgeloopen jaar heeft
de gouverneur een gelegenheid verzuimd.
Een consortium heeft aangeboden de over
neming van den dienst der landsvaartui-
gen. Die dienst is nu onvoldoende en levert
een belangrijk verlies op. Een reorganisatie
zou ook voor Nederland van belang zijn.
De heer FEBER (R.K.) zegt dat reeds
vele jaren is gevraagd naar een systema
tisch plan van opbouw. De minister hecht
aan zulk een plan alleen theoretische be-
teekenis, omdat zich allerlei omstandigheden
kunnen voordoen, die niet te voorzien zijn.
Op dezen grond echter kan men ieder syste
matisch plan verwerpeA Spr. mfeent, dat
men juist met zulk een plan sterker staat
tegenover deze onvoorziene omstandigheden
dan als men zyn plannen steeds wyzigt. Er
zullen, nu proeven worden genomen met den
mechanisohen landbouw. Daarvoor zal, is
spr. goed ingelicht, 60.000 gulden wor
den beschikbaar gesteld- Kan met dit bedrag
deze proef effectief zijn en zal er worden
gezorgd voor deskundig technisch perso
neel? Spr. is niet gerust te dezen aanzien.
Wat de houtexploitatie betreft, sluit spr.
zich aan by wat daarover betoogd is. Spr.
zal nog geen oordeel daarover uitspreken,
maar wel dient de vraag gesteld of de over
heid zich hier op de juiste wyze met dit
bedryf bemoeit.
Spr. acht het niet juist, dat de regee
ring dit bedryf beschermt door te sugge-
reeren in een circulaire, dat andere leve
ranciers hun verplichtingen niet of slecht
nakomen. De houding der regeering is hier
wel eenigszins vreemd.
De heer LOVINK (C.H.) verheugt er zich
over, dat er credieten zullen worden uitge
trokken voor proeven ten aanzien van den
mechanischen landbouw. Zoo mogelijk vrage
de minister de gelden daarvoor op een sup-
pletoire begrooting aan. Wat de Kolonisatie
betreft, behoort eerst te worden gezorgd
voor een exportabel product alvorens men
Hollandsche landbouwers daar heen zendt.
De vergadering wordt verdaagd tot he
den.
Bestuursvergadering
Te Utrecht vergaderde het bestuur van oe
vakgroep hoofdarbeiders van het R.K. Werk
liedenverbond, waarbij zyn aangesloten de
R.K. Bonden van Kantoorbedienden, Werk
meesters, Technici en Verzekeringspersoneel.
Met groote instemming werd kennisge
nomen van een besluit van het Doorluchtig
Episcopaat, waardoor het pogen van enkelen
om te komen tot een R.K. Vakcentra'e van
organisaties van hoofdarbeiders, niet ontvan
kelijk is verklaard.
Er zal getracht worden nog dit seizoen 'n
een of enkele groote steden een gezameniyke
propaganda-actie in te zetten, welke,, omdat
de hoofdarbeiders dikwyis niet op de laatste
plaats de dupe worden van crisissen, van
groot belang werd geacht.
Uitvoerig werd gediscussieerd over het
voorontwerp van een wet op de Bedrijfs
organisatie.
Kon instemming worden betuigd met de
strekking van het voorontwerp, betreurd
werd, dat de Minister in de Memorie van
Toelichting te kennen geeft, dat het admini
stratief personeel, althans aanvankelijk, ach
tergesteld wordt by de overige arbeiders:
voor die aehterste'ling is, naar het oordeel
van genoemd bestuur, sociaal, niet de min
ste reden, te meer niet, omdat die bonden
reeds practisch in het bedrijf sradenwerk
(Middenstand) zijn ingeschakeld en ook by
uitvoering der Ziektewet een rol spelen. Ter
geëigender plaatse zal op de belangen der
hoofdarbeiders worden gewezen.
Aandacht werd geschonken aan het z.g.
concurrentie-beding, waarby voor verschillen
de hoofdarbeiders dikwijls zeer bezwarende
voorwaarden worden gesteld.
Besloten werd in Juni een vergadering te
houden voor de besturen van genoemde Vak
bonden, waarop door een bevoegd inleider
gesproken zal worden over het concurrentie
beding, bezien van katholiek sociaal stand
punt.
Ten slotte werd aandacht geschonken aan
het feit, dat verschillende katholieke em-
ployé's in dienst van verzekerings-instellin^
gen. zich „neutraal" organiseeren, ondanks
de Katholieke bond St. Donatus voor hen de
aangewezen organisatie is.
De heer Lovink vraagt naar de maatregelen
der regeering
Het Tweede Kamerlid, de heer Lovink,
heeft den Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw de volgende vragen gesteld:
Kan de regeering medeöeelen of de bestu
deering van het vraagstuk der dumping en
anti-dumping zie b'dz. 6 van de Memorie
van Antwoord op de Algemeene beschouwin
gen der Staatsbegrooting voor 1931 haar
reeds tot een bepaalde uitkomst heeft ge
leid?
Zoo ja. is de regeering dan oerein mede te
deelen of, in verband met het feit dat in
verschillende landen bepalingen in voorbe
reiding zyn om door z.gn. Einführschelnen
als anderszins weder verschillende, producten
tot beneden kostprys, op open markten wer
pen, de regeering overweegt daartegen maat
regelen te nemen?
Toepassing' arbeidswet
Vertegenwoordigers van de moderne, R. K.
en Christ. Werknemersbonden in't slagers-
bedrijf hadden een onderhoud met den heer
Zaalberg, directeur-generaal van den Arbeid,
over de toepassing van de Arbeidswet in het
slagersbedryf.
Ze betoogden, dat het met de naleving van
de Arbeidswet in het algemeen droevig ge
steld is, en dat het in het b'rónder wat den
vrijen middag betreft, het nemer, var» maat
regelen geen uitstel gedoogt. 3e drongen er
op aan plaatselijk voor het geheele bedryf
een dag te bepalen, waarop de "rye middag
aan de gezellen verstrekt moot worden.
De heer Zaalberg verklaarde zich bereid in
die richting zijn medewerking b- .'erleenen.
De gezellenbonden zullen thans, na over
leg, gezamenlijk die maatregelen tre'fsn wel
ke tot een bevredigende oplossing zullen kun
nen leiden.
23 dooden in zeven weken
De „Daily Herald" uit zyn bezorgdheid
over het groote aantal doodelijke ongelukken
bij de Britsche militaire luchtvaart.
In 1929 vonden by vliegongelukken 42 mi
litairen den dood, in het jaar 1930 is dit aan
tal tot 65 gestegen, terwijl in de eerste ze
ven weken van dit jaar de doodeniyst reeds
23 namen telt.
Het was een heerlijke zomerdag. De tem
peratuur, die gedurende eenige dagen druk
kend heet was geweest, was door een on
weer afgekoeld, en er woei een verfrisschend
windje.
Alles noodigde tot wandelen uit. In het
park waren alle banken bezet en tal van
kinderwagentjes, door kinderjuffrouwen
voortgeduwd, doorkruisten de lanen.
Op een bank, onder een grooten eik. zat
een meisje in een boek verdiept. Het was
biykbaar een kinderjuffrouw. Een eindje
van haar af speelde een keurig gekleed
meisje met een poppenwagen en een pop.
Het was een tenger, zwak kind met een
bleek, smal gezichtje, niet mooi, maar met
iets liefs-droomerigs in de groote, bruine
oogen. Zij speelde heel zoet met haar pop,
zonder veel beweging te maken. Blijkbaar
was haar steeds geleerd, stil en rustig te
zijn. Gedurig keek ze tersluiks even de juf
frouw aan, of deze niet op zou kijken; dan
weer ging haar blik den anderen kant uit,
waar een ander meisje op een bank met
een pop zat te spelen. Een echt gezond bur
gerkind was dit, met frissche, roode wan
gen en glad gekamd, bruin haar, doodeen
voudig, maar zindeiyk gekleed.
„Juffrouw," zei het bleeke meisje einde-
ïyk heel zacht, „luister u eens even."
„Ja, wat is er?" vroeg de juffrouw wre
velig, omdat ze in haar boeiende lectuur ge
stoord werd.
„Mag ik niet wat met dat meisje gaan
spelen?"
„Welk meisje?"
„Dat daar met die pop."
„Dat burgerkind? Ik weet niet of mama
dit wel goed zou vinden. Nu, ga dan maar,"
vervolgde zy, in haar gedachten alweer bij
haar roman, „maar niet uit deze laan gaan,
Emilietje."
„Neen juffrouw," en vrooiyk stapte het
kind naar het andere meisje toe, dat druk
bezig was haar pop aan te kleeden.
„Dag meisje," zei ze vrlendeiyk, „mag ik
eens met je spelen?"
„Jawel, waarom niet?" zei het andere
kind, niets verlegen; „kóm hier ook maar
zitten met je pop. Hè, wat een mooie, laat
ze eens zien."
„Vind je ze zoo mooi? Ik heb er nog
wel vyf thuis, maar ik heb nooit veel ple
zier om er mee te spelen. Ik ben altyd zoo
alleen."
„Nu, alleen kan je toch ook wel prettig
spelen. Ik heb ook geen broertjes of zusjes
en toch heb ik altyd pret. Vooral 's Zater
dags, dan mag ik hier 's middags heel al
leen spelen, dan is er geen school, want
zie je, ik ga anders alle dagen naar school.
Ik ben al zeven jaar geweest, en om vijf
uur komt moeder me halen, als ze van haar
werkhuis komt."
„En mag je dan hier alleen spelen?"
„Ja, heel (flleen. Moet je altijd die juf
frouw met dat zure gezicht by je hebben?"
„Ja, altyd," zei het rijke kind zuchtend,
terwyi ze angstig naar de kinderjuffrouw
keek, of deze soms iets van het gesprek
verstond. Gelukkig was ze te zeer verdiept
in den roman.
„En zeg eens, hoe heet je?"
„Ik heet Mina."
„En ik Emilie."
„Hè, wat een mooie naam! En wat heb
je een mooie jurk aan. Ben je niet bang,
je vuil te maken?"
„Wel neen, ik heb er nog wel tien zoo
thuis."
„Tien!" Mina keek met groote oogen het
ryke kind aan, dat tien zulke jurken
had.
„Nou hoor, ik heb er maar twee. Deze en
(m m'n Zondagsche jurk, een blauwe met
witte bandjes, die heeft moeder zelf ge
maakt. Jouw moeder maakt zeker nooit
zelf de kleeren?"
„Ik heb geen moeder," zei Emilietje treu
rig.
„Heb je geen moeder? Is ze dan dood?"
„Neen, ik heb nooit een moeder gehad."
„Nooit een moeder gehad? Zeg, wat Je
dom. Alle kinderen hebben toch een moe
der."
„Ik heb een mama."
„Foei, wat ben je een dom kind! Een
mama is toch hetzelfde als een moeder.
Weet je dat niet, zoo'n groote meid? Dat
ls immers net eender," en Mina lachte har
telijk.
„Net eender, neen, dat ls niet eender,"
zei Emilietje, en voor het eerst kwam er
leven in de groote, donkere oogen. „Een
mama is een dame, die alle avonden naar
een partij gaat met een mooie japon aan
en die overdag altijd zenuwachtig is en op
een canapé ligt; maar een moeder dat is
een lieve vrouw, die de kinderen kust en
ze sprookjes vertelt en ze 's avonds naar
bed brengt en liedjes voor hen zingt. Ik
heb het wel in mijn prentenboek gelezen.
O, Ik wou zoo graag een moeder hebben,"
en een traan rolde langzaam over het
bleeke gezichtje.
Het andere kind keek heel verwonderd op.
„Nou, dat begrijp ik niet; lk dacht, dat
een mama net eender was als een moeder,
maar lk zal eens aan myn moesje vragen,
of ze jou eens kussen wil. Is dat goed? Kyk,
daar komt ze juist aan," en Mina wees
naar een net gekleede burgervrouw, die door
het open hek het park Inkwam.
„Moeder," riep ze en holde haar tege
moet; „moeder, hier ls een ryk meisje, en
die heeft geen moeder, niets dan een ma
ma, en die heeft altyd mooie japonnen aan,
en die kust haar nooit, en ze moet altyc
met die nare juffrouw mee gaan. die daar
op de bank zit, en wil u ze nu eens kus
sen?"
Mina hield buiten adem op.
De vrouw had verbaasd toegeluisterd; nu
bukte ze zich en kuste het ryke kmd op
belde wangen, terwyi ze zacht zei: „Arm
schaap!"
«Dien dag had de arme den ryke een aal
moes gegeven.
En toen de arme weduwe, die met hard
werken den kost voor haar en haar klno
moest verdienen, dien avond haar lieveling
te bed had gelegd, dacht ze aan het arme,
rijke kind, „dat geen moeder had." en zei
by zich zelve: „Arme dwazen zyn toch die
ryken. Wereldsche vermaken en feesten Ja
gen ze na en ze laten hun eigen lief kind
versmachten naar liefde, naar een kus."
De bestuurder had geen ervaring genoeg
Na het onderzoek Inzake het ongeluk met
het Engelsche watervliegtuig, waarby negen
prsonen het leven verloren, heeft de com
missie als haar meening uitgesproken, dat
het ongeluk te wijten is geweest aan de
mindere ervarenheid van Tucker, die de
landing uitvoerde en ook een der slacht
offers werd. Tucker zou wel voldoende erva
ring hebben gehad voor landvliegtuigen,
maar niet voor watervliegtuigen.
Na 53 jaar Missie-arbeid in China overleden
Bij de familie te Tilburg werd dezer dagen
telegrafisch bericht ontvangen uit China,
dat te Zikawei (Shanghai) de Zeereerw.
Pater Bemardus Hubertus Ooms S.J. ln den
ouderdom van 75 jaar is overleden, na ge
durende 53 jaren onafgebroken op alzydig
gebied ln de missie werkzaam te zyn ge
weest en vele belangryke posten te hebben
waargenomen. Tot voor kort voor zyn dood
is Pater Ooms met zijn gewonen yver de
dageiyksche werkzaamheden blijven ver
vullen.
Pater B. H. Ooms werd geboren te Til
burg, op 1 Februari 1856. Hij genoot zyn
opleiding aan het College van St. Joseph
der Paters Jesuieten te Turnhout, waar hy
ln drie jaar zyn humaniora voltooide. In
1876 trad hij in de Sociëteit van Jesus en
deed zijn noviciaat te Angers in Frankryk.
Reeds in 1878 werd hij naar China gezon
den als professor aan het Groot-Seminarie
te Zikawei. In 1883 werd hij benoemd tot
plaatsvervangend directeur van het Sterre-
kundig Observatorium aldaar.
7 September 1887 werd hij priester gewijd
en kon hy met het eigenlijke missionee-
ringswerk beginnen. Hij kreeg een arbeids
veld toegewezen, dat meer inwoners telde
dan Nederland en België tezamen. Reeds in
1890 werd hij naar Zikawei teruggsroepen,
om een benoeming als directeur van het
Sterrekundig Observatorium te aanvaar
den.
Zyn hart trok echter naar de missie en
in 1892 kreeg hij, op herhaald verzoek, de
missie van Halmen toegewezen. In deze on
gezonde streek hield hij het tot 1898 vol.
Toen moest hij zyn werk onderbreken om
herstel te zoeken van een zware ziskte,
die hy ln de moerassige streek had opge-
loopen. Na zijn genezing, begon opnieuw de
rustelooze arbeid te Zikawei en Shanghai
dien hij tot aan zyn dood heeft voort
gezet.
Behandeld voor het Haagschc Hof
Voor het Haagsche Gerechtshof ls giste
ren opnieuw behandeld de zaak tegen den
gewezen portier P. S., die door de Rotter-
damsche rechtbank op 30 October j.l. tot
één jaar gevangenisstraf is veroordeeld met
ter beschikkingstelling van de regeering we
gens moord op zyn beide kinderen.
In hooger beroep werd de behandeling
dezer zaak eenige malen uitgesteld. Het Hof
beval by interlocutoir arrest dat alsnog lis
deskundige zou worden gehoord dr. Van
Woerkom uit Rotterdam.
Nadat deze deskundige gisteren voor het
Gerechtshof verklaard had, dat verdachte
gedeeltelyk toerekenbaar geacht moet wor
den persisteerde de advocaat-generaal, mr.
de Visser, bij zyn eisch tot veroordeeling van
verd. tot 5 jaar gevangenisstraf met ter be
schikkingstelling van de Regeering.
De verdediger, mr. Loeff, vrbeg bevestiging
van het vonnis der Rotterdamsche recht
bank.
Het te verwachten rapport der Mij. voor
Handel en Nijverheid
Naar het „Hdbd." meent te weten, zal het
rapport van de commissie voor doelmatiger
onderwysorganisatie, ingesteld door de My.
van Handel en Nijverheid, dezer dagen ver
schijnen.
Het rapport bevat definitieve voorstellen
betreffende een reorganisatie van het
Nederlandsche schoolwezen, in het bijzonder
wat de algemeen vormende lagere school en
het algemeen vormend M. O. betreft.
Het voorbereidend-, nyverheids- en hoo
ger onderwys zyn niet ln de beschouwingen
opgenomen. Behalve de resultaten van een
uitgebreide enquête ingesteld bij het be
drijfsleven, bevat het rapport uitvoerige
overzichten omtrent buitenlandsche onder-
wysregelingen.
Prof. D. Dresden was voorzitter dezer
commissie.
In Spaansch Marokko bloeit het katho
lieke schoolwezen. Er zyn 35 lagere scholen,
die door 2094 kinderen. Christenen, Moham
medanen en Joden bezocht worden. Boven
dien zyn er nog 10 middelbare scholen en
4 ambachtsscholen, waar byna 600 leerlin
gen hun opleiding ontvangen. Het is opval
lend, welk een groot aantal Mohamme-
daansche kinderen ter school gaan by de
Paters Franciscanen.
In de stad Tanger alleen reeds zyn er van
de 883 schoolgaande kinderen 243 Moham
medanen.
Door vele crediteuren van het „Amster
damsch Toonel" ls een rekest aan B en W.
van Amsterdam verzonden, waarin zy ver
zoeken, het daarheen te leiden, dat óf het
restant van het subsidié voor het loopende
seizoen (pl.m. f 25.000) ter beschikking worde
gesteld van den curator in het faillissement,
ten einde een redeiyke uitkeering aan cre
diteuren mogelijk te maken; óf, indien dit
subsidie aan de Kon. Ver. wordt uitgekeerd,
hieraan den eisch te verbinden, dat deze
een regeling treffe met de crediteuren van
het „Amsterdamsch Tooneel."
m
193 De man bleef trappen, voortdurend speuren
Naar Wim, den dief van zyn balion.
Die, op zijn beurt, het was begrüpeiyk.
Trapte zoo hard hy trappen kon.
De man zag daarom niet den zandhoop,
Geworpen uit een zolderschuit
Het was onvoorzichtig, hy moest uitzien,
De gevolgen bleven dan ook niet uit.
194 Met zyn vieren gingen zij huiswaarts
En ze deden het nu te voet,
Ja, als iemand zyn auto kapot is,
Men wel netjes loopen moet.
„Door 't ongeluk" zei Pim's moeder,
„Zie ik nu mijn jongen niet.
De gedachte dat hy is aan 't zweven.
Doet my waariyk veel verdriet."