V 1 Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje BESPREKING DER TARWE-WET BEHANDELING DER BEGROOTING VOOR SURINAME OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN EERSTE KAMER Handelsovereenkomst van Genève TWEEDE KAMER Een systematisch werkplan gevraagd BINNENLANDSGH NIEUWS Hoofdarbeiders Dumping en anti-dumping Uit het siagersbedrijï LUCHTVAART De doodenlijst in Engeland Het ongeluk met het Engelsche watervliegtuig Arme dwazen KERKNIEUWS Pater Bern. H. Ooms S.J. t RECHTSZAKEN Moord op zijn beide kinderen ONDERLIJS Doelmatiger onderwijsorganisatie Mohammedanen in Katholieke scholen KUNST EN KENNIS De tooneelcrisis te Amsterdam Het faillissement van het „Amsterdamsch Tooneel" Vergadering van Woensdag. handelsovereenkomst van Génève. Aan de orde is het wetsontwerp houdende goedkeuring van de handelsovereenkomst van Genève van 24 Maart 1930, met bijbe- hoorend protocol. Prof. VAN EMBDEN (V.D.) meent, dat tegen dit wetsontwerp geen ernstige bezwa ren zullen worden ingebracht. Hulde brengt spr. in het bijzonder aan den heer Colijn, die te Genève zoo krachtig tegen het pro tectionisme is opgetreden. De heer COSTER (Lib."1 sluit zich aan bi) de huldq, gebracht aan den heer Coiyn voor diens optreden te Genève. Door teleurstellingen van de conferenties te Genève zullen wy ons niet ^an den goe den weg moeten laten afbrengen; spreker wil daarbij gedachtig zijn aan het woord van Goen: „Ende desespereert niet." De heer WIBAUT (S.D.A.P.) is niet zoo goed over dit ontwerp te spreken als de heer Coster. Dat er eindelijk een oogenblik is gekomen, zooals bij dit ontwerp dat een rem aanlegt aan de steeds verder gaande opdrijving van z.g. beschermende rechten, was niet meer dan vanzelfsprekend. Europa ging al meer en meer gelijken op een eco nomisch gekkenhuis, wanneer men althans de gekken niet beleedigt door hen als ob ject van vergelijking ten deze te nemen. Ofschoon dit verdrag voor Nederland nog weinig betec>ent, zou het toch een vreem den indruk maken indien men er niet vóór was. Prof. DIEPENHORST (A.R.) deelt in de hulde aan den heer Colijn. Het resultaat van den arbeid te Genève is inderdaad nog na genoeg nihil. Het ontwerp, dat thans aan de orde ls, laat spr. gematigd onverschillig. Fiejr en frank kan de minister intusschen wyzen op den trouw, waarmee Nederland zijn vrijhandel is gestand gebleven. Groote offers heeft Nederland c^aartoe gebracht en in dat raam past ook dit ontwerp. De heer VAN CITTERS (A.R.) maakt en kele opmerkingen over den tekst van het bedrag. Minister BEELAERTS VAN BLOKLAND verdedigt het ontwerp, dat een bescheiden stap in de goede richting is te noemen. De Regeering zal zich hét woord van Coen eigen maken. Spreker sluit zich met groote Instemming by de hulde aan, die vele ieden dezer Kamer hebben gebracht aan den heer Colijn, den voorzitter van de Conferentie, waaruit is gebleken, dat een protest ook in eigen land wel wordt geëerd. Het ontwerp wordt z. h. s. aangenomen. Hierna wordt pauze gehouden. WIJZIGING MOTOR- EN RIJWIEIAVET Na de pauze is aan de orde het wetsont werp tot wyziging van de motor- en rywiel- wet. De heer VAN SASSE VAN YSSÉLT (R.K.) acht het noodzakelyk, dat de strafbepalingen tegen roekeloos rijden met motorrytuigen worden verscherpt. Meer en meer worden de menschen door auto's of motorrijwielen van het leven beroofd. Een van de beste straffen voor de schuldigen acht spr. het ontnemen van het rijbewys. Minister REYMER antwoordt, dat deze zaak zyn volle belangstelling heeft. Spreker is het advies wachtende van de commissie voor de herziening der motor- en rywielwet. Het ontwerp wordt z. h. s. aangenomen. DE TARWE-WET Aan de orde is het wetsontwerp, houdende bepalingen in het belang van de inheemsclie tarweteelt (maal en menggebod). De heer BLOMJOUS (R. K.) acht het ter rein, waarop de Regeering zich hier begeeft, bezaaid met distels en doornen. Dit echter mag geen reden zyn om zich afzydig te hou den, wanneer ingrypen noodig is, geiyk is gebleken. Toch acht hy het ontwerp niet be antwoordend aan alle te stellen voorwaar den. zyn bezwaren gelden niet 't geven van te groote bevoegdheid aan de Regeering, die over goede adviseurs beschikt. Spr. acht het systeem van de Regeering beter dan dat van het amendement-Boon en hy is tevreden over de beoogde samenstelling der commis sie van advies. Spr. vraagt of de invoer van buitenlandsch meel niet dusdanig zal worden belemmerd, dat trustvorming en prijsopdryving ontstaan. Deze wet zal groote ongeiykheid scheppen en de noodlijdende zandstreken niet helpen. Deze maatregel brengt bescherming aar» den tarwebouw en accidenteel aan de meel- industrie. wy moeten ons afdoende verweren tegen de prijzen der Sovjets om de productie te desorganisseren door den invoer van produc ten in slavernij geteeld. Dit tydelijk invoer recht zou in verband met de prijsbeweging periodiek moeten worden herzien en auto matisch moeten vervallen zoodra de wereld marktprijs den productieprys bereikte. Het wetsontwerp brengt peuterige hulp, is in kleinen stijl gehouden. Toch hoopt spr. te kunnen voor stemmen omdat hy huivert voor de gevolgen van verwerping voor de land bouwers. De Regeering make spreker dat vóórstemmen gemakkelijk. De heer GELDERMAN (Lib.) welischt na te gaan of de toestand in den landbouw den hier gevraagden steun eischt. Men dient een vrij scherpe scheiding te maken tusschen de verschillende landbouwstreken. Bepaald on gunstig is de toestand vooral in de zuivere bouwbedrijven. Maar ook menig handels man of fabrikant lijdt thans groote verliezen. Intusschen meent spr. dat we in ons land een groot deel van onze welvaart te danken hebben aan de vlijt van den landbouwer. In principe is spr. dus niet tegen crisis- hulp. De hulp moet echter door de gemeen schap verleend worden. Men moet niet trach ten de kosten af te schuiven op andere be volkingsgroepen. De broodprijzen zyn den laatsten tyd wel degelyk gedaald. Wordt deze maatregel in gevoerd, dan zullen zij weer stijgen. De kos ten van dien steun dienden daarom doo», 's Rijks schatkist te worden gedragen. Het gaat hier om 5 4 6 millioen gulden per jaar. Sprekers tweede bezwaar geldt de bevoor rechte positie der meelfabrikanten. De in voer van buitenlandsch, speciaal Ameri- kaansch meel zal automatisch afnemen eau daardoor de prijsregelende invloed daarvan. De meelindustrie zal daarvan profiteeen, zoo dat de verbruikers ook de extra-winst van die industrie zullen moeten betalen. De heer DOBBELMANN (R.K.) juicht toe, dat de Regeering maatregelen wil nemen om ons volk voor den ondergang te behoeden. Het is verstandig dat zy zich een zoo groot mogeiyke vryheid van handelen heeft voor behouden en zich het amendement-Boon- Oud niet heeft laten opdringen. Spr. brengt hulde aan deze krachtige regeering en dringt aan op wyziging van onze handels politiek. Ook komt spr. op tegen de overdryving, waarmede de meel-lmporteurs het wetsont werp hebben bestreden. De Minister voere de wet uit met gelijktydige invoering van het maal- en menggebod en neme niet de proef met het stelsel-BoonOud. De heer VAN EMBDEN (V.D.) zegt, dat onder deze omstandigheden zyn politieke vrienden en hij over allerlei bezwaren tegen dezen maatregel willen heenstappen, waar de mogeiykheid nog bestaat dat de Minister alsnog het stelsel-BoonOud zal toepassen en de maatregel slechts voor drie jaar wordt getroffen. Een bezwaar is echter dat de tar weteelt door den maatregel zal worden uit gebreid. terwijl dit een tak van productie is, die wellicht in Europa veroordeeld ls. Kan de Regeering zekerheid geven, dat de ba ten niet voor een belangryk deel in handen van de opkoopeis zullen komen? Indien men de wet uitvoert naar het stel sel van het menggebod. zal men nadeel toe brengen: le. aan de bakkers in het alge meen, wien het Nederlandsche eenheldsmeei, „de bloem der natie" zal worden opgedron gen; 2e. speciaal voor de kleine bakkers; 3e. de binnenlandsche grossiers in meel en bloem; 4e. de kleinere molenaars; 5e. de fabrikanten van beschuit, macaroni, enz.; 6e. en bovenal de meel-importeurs met hun per soneel, wien ondergang dreigt. De meelfabrikanten daartegenover zullen een monopolistische positie krygen. Al deze bezwaren vallen weg Indien men overgaat tot het afname-gebod. Men geve dit een jaar lang een fair chance en late het voorafgaan aan het veel ingrijpender menggebod, dat men altyd nog kan invoeren, indien het eerste niet mocht slagen. Spr. bestrijdt ten slotte dc bezwaren, door den Minister tegen hei stelsel-BoonOud aangevoerd. Men stelle het „geleide meel" alleen beschikbaar aan officieele stations. Tusschenverkoop van dit meel van bakker tot bakker kan den bakker niet méér bui tenlandsch meel verschaffen. De contröle by het vervoergebod zal niet zooveel moeiiyker zijn, wanneer men het vereischte stelt van gelei-biljetten. De VOORZITTER verdaagt te half 5 de voortzetting der beraadslagingen tot Heden ochtend 11 uur. Vergadering van Woensdag STEMMINGEN Aan de orde zyn de stemmingen over de moties, die ingediend zyn by de behan deling der beide interpelaties over crisis en werkloosheid. De beer LOERAKKER (R.K.) wenscht na het antwoord van den minister vertrou wen te stellen in de regeering ten aanzien van het overleg met de vakcentralen. Hy trekt zijn motie dienaangaande in. De motie-v. d. Tempel or»i alle werkloo- zenkassen in staat te stellen de uitkeerin- gen met 6 weken te verlengen, wordt ver worpen met 58 tegen 22 stemmen. De motie-v. d. Tempel beoogende uit breiding van de circulaire betreffende de steunregeling aan de gemeenten, met ont neming daaraan van het karakter van be de?,ling, wordt verworpen met 51—29 stem men. De motie-v. d. Tempel tot herziening van de circulaire in dien zin, dat allen ge meenten minstens 50 pet. der gedane uitkee- ringen zal worden vergoed, wordt verwor pen met 52 tegen 28 -temmen. De motie-dr. Vos ten gunste van de Wercver* urming door uitvoering van open- Bare werken, waaronder aanleg vgn weaen. brugeen over groote rivieren en kanalen te bespoedigen, wordt verworpen met 43 tegen 37 stemmen. Suriname Aan de orde is de begrooting van Suri name. De heer LINGBEEK (Herv. Gerefzegt dat er gebrek aan openbare scholen is op Suriname, zoodat zelfs de Britsch-Indiêrs hun kinderen naar katholieke scholen moe ten zenden. De Roomsche missie gaat maar steeds door voor rijksrekening scholen te stichten op plaatsen, waar men geen Roomsch onderwijs verlangt, maar waar eenvoudlng geen onderwijs te verkrijgen is, Zoo is men bezig van Suriname een Room sche kolonie te maken. Dit naam van Pro- testantsch Nederland protesteert spr. daar tegen. De heer IJZERMAN (S. D. A. P.) zegt. dat de financieele geiykstelllng op Suri name meer stryd dan pacificatie gebracht heeft. De uitwerking hiervan is een der oor zaken van de ontevredenheid, voornamelijk onder de Britsch-Indiërs. Te dien aanzien voert de regeering een struisvogelpolitiek. Spr. klaagt verder over de handelwy-e van den Geneeskundigen Dienst te Para maribo. die een vrouw met ernstige brand wonden niet in het hospitaal wilde laten opnemen, omdat het administratief bewiis van den geneesheer niet aanwezig was. Na twee dagen werd zij opgenomen. Den dag daarna overleed zy en de familie vernam eerst na de begrafenis het bericht van haar dood. Mevr. DE VRIES—BRUINS (S.D.A.P.) be grijpt niet, hoe de minister den moed heeft een zóó optimistischen toon aan te slaan in de Memorie van Antwoord. De verschillen de verslagen immers doen zien, dat men hier toch niet kan spreken van een gunstigen toestand, vooral niet op het gebied der volksgezondheid. De heer v. KEMPEN (V.B.) meent, dat Suriname niet met andere kolonies kan wor den vergeleken. De oppervlakte is 160.000 vk. K.M. waarop slechts 150.000 menschen wo nen. Hieruit blykt, dat het land uiterst slecht bevolkt is. Dit is dan ook wel het groote struikelblok om het land snel voor uit te brengen. Spr. vestigt de aandacht op de exploi tatie van het spoorwegbedryf. Aan den eenen kant is de dienst zeer veel ingekrom pen, maar aan den anderen kant heeft men geen evenredige besparing op de exploita tiekosten kunnen verkrijgen. De heer CRAMER (S.D.A.P.) zegt, dat ko lonisatie alleen kan slagen als zy behoorlijk wordt voorbereid. Naast de kolonisatie zal vooral de kleine landbouw moeten worden gesteund. Van gouvernementswege zouden groote landbouwbedryven moeten worden tot stand gebracht. Het is niet uitgesloten, dat Suriname een grooten export van rijst zal kunnen verkrijgen, maar eerst diént de kwaliteit verbeterd te worden. De aanleg van irrigatiewerken kan niet achterwege biyven. De heer KNOTTENBELT (V.B.) zegt dat nog weinig of niets is bereikt met de po gingen om particulier kapitaal naar Suri name te trekken. In 't afgeloopen jaar heeft de gouverneur een gelegenheid verzuimd. Een consortium heeft aangeboden de over neming van den dienst der landsvaartui- gen. Die dienst is nu onvoldoende en levert een belangrijk verlies op. Een reorganisatie zou ook voor Nederland van belang zijn. De heer FEBER (R.K.) zegt dat reeds vele jaren is gevraagd naar een systema tisch plan van opbouw. De minister hecht aan zulk een plan alleen theoretische be- teekenis, omdat zich allerlei omstandigheden kunnen voordoen, die niet te voorzien zijn. Op dezen grond echter kan men ieder syste matisch plan verwerpeA Spr. mfeent, dat men juist met zulk een plan sterker staat tegenover deze onvoorziene omstandigheden dan als men zyn plannen steeds wyzigt. Er zullen, nu proeven worden genomen met den mechanisohen landbouw. Daarvoor zal, is spr. goed ingelicht, 60.000 gulden wor den beschikbaar gesteld- Kan met dit bedrag deze proef effectief zijn en zal er worden gezorgd voor deskundig technisch perso neel? Spr. is niet gerust te dezen aanzien. Wat de houtexploitatie betreft, sluit spr. zich aan by wat daarover betoogd is. Spr. zal nog geen oordeel daarover uitspreken, maar wel dient de vraag gesteld of de over heid zich hier op de juiste wyze met dit bedryf bemoeit. Spr. acht het niet juist, dat de regee ring dit bedryf beschermt door te sugge- reeren in een circulaire, dat andere leve ranciers hun verplichtingen niet of slecht nakomen. De houding der regeering is hier wel eenigszins vreemd. De heer LOVINK (C.H.) verheugt er zich over, dat er credieten zullen worden uitge trokken voor proeven ten aanzien van den mechanischen landbouw. Zoo mogelijk vrage de minister de gelden daarvoor op een sup- pletoire begrooting aan. Wat de Kolonisatie betreft, behoort eerst te worden gezorgd voor een exportabel product alvorens men Hollandsche landbouwers daar heen zendt. De vergadering wordt verdaagd tot he den. Bestuursvergadering Te Utrecht vergaderde het bestuur van oe vakgroep hoofdarbeiders van het R.K. Werk liedenverbond, waarbij zyn aangesloten de R.K. Bonden van Kantoorbedienden, Werk meesters, Technici en Verzekeringspersoneel. Met groote instemming werd kennisge nomen van een besluit van het Doorluchtig Episcopaat, waardoor het pogen van enkelen om te komen tot een R.K. Vakcentra'e van organisaties van hoofdarbeiders, niet ontvan kelijk is verklaard. Er zal getracht worden nog dit seizoen 'n een of enkele groote steden een gezameniyke propaganda-actie in te zetten, welke,, omdat de hoofdarbeiders dikwyis niet op de laatste plaats de dupe worden van crisissen, van groot belang werd geacht. Uitvoerig werd gediscussieerd over het voorontwerp van een wet op de Bedrijfs organisatie. Kon instemming worden betuigd met de strekking van het voorontwerp, betreurd werd, dat de Minister in de Memorie van Toelichting te kennen geeft, dat het admini stratief personeel, althans aanvankelijk, ach tergesteld wordt by de overige arbeiders: voor die aehterste'ling is, naar het oordeel van genoemd bestuur, sociaal, niet de min ste reden, te meer niet, omdat die bonden reeds practisch in het bedrijf sradenwerk (Middenstand) zijn ingeschakeld en ook by uitvoering der Ziektewet een rol spelen. Ter geëigender plaatse zal op de belangen der hoofdarbeiders worden gewezen. Aandacht werd geschonken aan het z.g. concurrentie-beding, waarby voor verschillen de hoofdarbeiders dikwijls zeer bezwarende voorwaarden worden gesteld. Besloten werd in Juni een vergadering te houden voor de besturen van genoemde Vak bonden, waarop door een bevoegd inleider gesproken zal worden over het concurrentie beding, bezien van katholiek sociaal stand punt. Ten slotte werd aandacht geschonken aan het feit, dat verschillende katholieke em- ployé's in dienst van verzekerings-instellin^ gen. zich „neutraal" organiseeren, ondanks de Katholieke bond St. Donatus voor hen de aangewezen organisatie is. De heer Lovink vraagt naar de maatregelen der regeering Het Tweede Kamerlid, de heer Lovink, heeft den Minister van Binnenlandsche Za ken en Landbouw de volgende vragen gesteld: Kan de regeering medeöeelen of de bestu deering van het vraagstuk der dumping en anti-dumping zie b'dz. 6 van de Memorie van Antwoord op de Algemeene beschouwin gen der Staatsbegrooting voor 1931 haar reeds tot een bepaalde uitkomst heeft ge leid? Zoo ja. is de regeering dan oerein mede te deelen of, in verband met het feit dat in verschillende landen bepalingen in voorbe reiding zyn om door z.gn. Einführschelnen als anderszins weder verschillende, producten tot beneden kostprys, op open markten wer pen, de regeering overweegt daartegen maat regelen te nemen? Toepassing' arbeidswet Vertegenwoordigers van de moderne, R. K. en Christ. Werknemersbonden in't slagers- bedrijf hadden een onderhoud met den heer Zaalberg, directeur-generaal van den Arbeid, over de toepassing van de Arbeidswet in het slagersbedryf. Ze betoogden, dat het met de naleving van de Arbeidswet in het algemeen droevig ge steld is, en dat het in het b'rónder wat den vrijen middag betreft, het nemer, var» maat regelen geen uitstel gedoogt. 3e drongen er op aan plaatselijk voor het geheele bedryf een dag te bepalen, waarop de "rye middag aan de gezellen verstrekt moot worden. De heer Zaalberg verklaarde zich bereid in die richting zijn medewerking b- .'erleenen. De gezellenbonden zullen thans, na over leg, gezamenlijk die maatregelen tre'fsn wel ke tot een bevredigende oplossing zullen kun nen leiden. 23 dooden in zeven weken De „Daily Herald" uit zyn bezorgdheid over het groote aantal doodelijke ongelukken bij de Britsche militaire luchtvaart. In 1929 vonden by vliegongelukken 42 mi litairen den dood, in het jaar 1930 is dit aan tal tot 65 gestegen, terwijl in de eerste ze ven weken van dit jaar de doodeniyst reeds 23 namen telt. Het was een heerlijke zomerdag. De tem peratuur, die gedurende eenige dagen druk kend heet was geweest, was door een on weer afgekoeld, en er woei een verfrisschend windje. Alles noodigde tot wandelen uit. In het park waren alle banken bezet en tal van kinderwagentjes, door kinderjuffrouwen voortgeduwd, doorkruisten de lanen. Op een bank, onder een grooten eik. zat een meisje in een boek verdiept. Het was biykbaar een kinderjuffrouw. Een eindje van haar af speelde een keurig gekleed meisje met een poppenwagen en een pop. Het was een tenger, zwak kind met een bleek, smal gezichtje, niet mooi, maar met iets liefs-droomerigs in de groote, bruine oogen. Zij speelde heel zoet met haar pop, zonder veel beweging te maken. Blijkbaar was haar steeds geleerd, stil en rustig te zijn. Gedurig keek ze tersluiks even de juf frouw aan, of deze niet op zou kijken; dan weer ging haar blik den anderen kant uit, waar een ander meisje op een bank met een pop zat te spelen. Een echt gezond bur gerkind was dit, met frissche, roode wan gen en glad gekamd, bruin haar, doodeen voudig, maar zindeiyk gekleed. „Juffrouw," zei het bleeke meisje einde- ïyk heel zacht, „luister u eens even." „Ja, wat is er?" vroeg de juffrouw wre velig, omdat ze in haar boeiende lectuur ge stoord werd. „Mag ik niet wat met dat meisje gaan spelen?" „Welk meisje?" „Dat daar met die pop." „Dat burgerkind? Ik weet niet of mama dit wel goed zou vinden. Nu, ga dan maar," vervolgde zy, in haar gedachten alweer bij haar roman, „maar niet uit deze laan gaan, Emilietje." „Neen juffrouw," en vrooiyk stapte het kind naar het andere meisje toe, dat druk bezig was haar pop aan te kleeden. „Dag meisje," zei ze vrlendeiyk, „mag ik eens met je spelen?" „Jawel, waarom niet?" zei het andere kind, niets verlegen; „kóm hier ook maar zitten met je pop. Hè, wat een mooie, laat ze eens zien." „Vind je ze zoo mooi? Ik heb er nog wel vyf thuis, maar ik heb nooit veel ple zier om er mee te spelen. Ik ben altyd zoo alleen." „Nu, alleen kan je toch ook wel prettig spelen. Ik heb ook geen broertjes of zusjes en toch heb ik altyd pret. Vooral 's Zater dags, dan mag ik hier 's middags heel al leen spelen, dan is er geen school, want zie je, ik ga anders alle dagen naar school. Ik ben al zeven jaar geweest, en om vijf uur komt moeder me halen, als ze van haar werkhuis komt." „En mag je dan hier alleen spelen?" „Ja, heel (flleen. Moet je altijd die juf frouw met dat zure gezicht by je hebben?" „Ja, altyd," zei het rijke kind zuchtend, terwyi ze angstig naar de kinderjuffrouw keek, of deze soms iets van het gesprek verstond. Gelukkig was ze te zeer verdiept in den roman. „En zeg eens, hoe heet je?" „Ik heet Mina." „En ik Emilie." „Hè, wat een mooie naam! En wat heb je een mooie jurk aan. Ben je niet bang, je vuil te maken?" „Wel neen, ik heb er nog wel tien zoo thuis." „Tien!" Mina keek met groote oogen het ryke kind aan, dat tien zulke jurken had. „Nou hoor, ik heb er maar twee. Deze en (m m'n Zondagsche jurk, een blauwe met witte bandjes, die heeft moeder zelf ge maakt. Jouw moeder maakt zeker nooit zelf de kleeren?" „Ik heb geen moeder," zei Emilietje treu rig. „Heb je geen moeder? Is ze dan dood?" „Neen, ik heb nooit een moeder gehad." „Nooit een moeder gehad? Zeg, wat Je dom. Alle kinderen hebben toch een moe der." „Ik heb een mama." „Foei, wat ben je een dom kind! Een mama is toch hetzelfde als een moeder. Weet je dat niet, zoo'n groote meid? Dat ls immers net eender," en Mina lachte har telijk. „Net eender, neen, dat ls niet eender," zei Emilietje, en voor het eerst kwam er leven in de groote, donkere oogen. „Een mama is een dame, die alle avonden naar een partij gaat met een mooie japon aan en die overdag altijd zenuwachtig is en op een canapé ligt; maar een moeder dat is een lieve vrouw, die de kinderen kust en ze sprookjes vertelt en ze 's avonds naar bed brengt en liedjes voor hen zingt. Ik heb het wel in mijn prentenboek gelezen. O, Ik wou zoo graag een moeder hebben," en een traan rolde langzaam over het bleeke gezichtje. Het andere kind keek heel verwonderd op. „Nou, dat begrijp ik niet; lk dacht, dat een mama net eender was als een moeder, maar lk zal eens aan myn moesje vragen, of ze jou eens kussen wil. Is dat goed? Kyk, daar komt ze juist aan," en Mina wees naar een net gekleede burgervrouw, die door het open hek het park Inkwam. „Moeder," riep ze en holde haar tege moet; „moeder, hier ls een ryk meisje, en die heeft geen moeder, niets dan een ma ma, en die heeft altyd mooie japonnen aan, en die kust haar nooit, en ze moet altyc met die nare juffrouw mee gaan. die daar op de bank zit, en wil u ze nu eens kus sen?" Mina hield buiten adem op. De vrouw had verbaasd toegeluisterd; nu bukte ze zich en kuste het ryke kmd op belde wangen, terwyi ze zacht zei: „Arm schaap!" «Dien dag had de arme den ryke een aal moes gegeven. En toen de arme weduwe, die met hard werken den kost voor haar en haar klno moest verdienen, dien avond haar lieveling te bed had gelegd, dacht ze aan het arme, rijke kind, „dat geen moeder had." en zei by zich zelve: „Arme dwazen zyn toch die ryken. Wereldsche vermaken en feesten Ja gen ze na en ze laten hun eigen lief kind versmachten naar liefde, naar een kus." De bestuurder had geen ervaring genoeg Na het onderzoek Inzake het ongeluk met het Engelsche watervliegtuig, waarby negen prsonen het leven verloren, heeft de com missie als haar meening uitgesproken, dat het ongeluk te wijten is geweest aan de mindere ervarenheid van Tucker, die de landing uitvoerde en ook een der slacht offers werd. Tucker zou wel voldoende erva ring hebben gehad voor landvliegtuigen, maar niet voor watervliegtuigen. Na 53 jaar Missie-arbeid in China overleden Bij de familie te Tilburg werd dezer dagen telegrafisch bericht ontvangen uit China, dat te Zikawei (Shanghai) de Zeereerw. Pater Bemardus Hubertus Ooms S.J. ln den ouderdom van 75 jaar is overleden, na ge durende 53 jaren onafgebroken op alzydig gebied ln de missie werkzaam te zyn ge weest en vele belangryke posten te hebben waargenomen. Tot voor kort voor zyn dood is Pater Ooms met zijn gewonen yver de dageiyksche werkzaamheden blijven ver vullen. Pater B. H. Ooms werd geboren te Til burg, op 1 Februari 1856. Hij genoot zyn opleiding aan het College van St. Joseph der Paters Jesuieten te Turnhout, waar hy ln drie jaar zyn humaniora voltooide. In 1876 trad hij in de Sociëteit van Jesus en deed zijn noviciaat te Angers in Frankryk. Reeds in 1878 werd hij naar China gezon den als professor aan het Groot-Seminarie te Zikawei. In 1883 werd hij benoemd tot plaatsvervangend directeur van het Sterre- kundig Observatorium aldaar. 7 September 1887 werd hij priester gewijd en kon hy met het eigenlijke missionee- ringswerk beginnen. Hij kreeg een arbeids veld toegewezen, dat meer inwoners telde dan Nederland en België tezamen. Reeds in 1890 werd hij naar Zikawei teruggsroepen, om een benoeming als directeur van het Sterrekundig Observatorium te aanvaar den. Zyn hart trok echter naar de missie en in 1892 kreeg hij, op herhaald verzoek, de missie van Halmen toegewezen. In deze on gezonde streek hield hij het tot 1898 vol. Toen moest hij zyn werk onderbreken om herstel te zoeken van een zware ziskte, die hy ln de moerassige streek had opge- loopen. Na zijn genezing, begon opnieuw de rustelooze arbeid te Zikawei en Shanghai dien hij tot aan zyn dood heeft voort gezet. Behandeld voor het Haagschc Hof Voor het Haagsche Gerechtshof ls giste ren opnieuw behandeld de zaak tegen den gewezen portier P. S., die door de Rotter- damsche rechtbank op 30 October j.l. tot één jaar gevangenisstraf is veroordeeld met ter beschikkingstelling van de regeering we gens moord op zyn beide kinderen. In hooger beroep werd de behandeling dezer zaak eenige malen uitgesteld. Het Hof beval by interlocutoir arrest dat alsnog lis deskundige zou worden gehoord dr. Van Woerkom uit Rotterdam. Nadat deze deskundige gisteren voor het Gerechtshof verklaard had, dat verdachte gedeeltelyk toerekenbaar geacht moet wor den persisteerde de advocaat-generaal, mr. de Visser, bij zyn eisch tot veroordeeling van verd. tot 5 jaar gevangenisstraf met ter be schikkingstelling van de Regeering. De verdediger, mr. Loeff, vrbeg bevestiging van het vonnis der Rotterdamsche recht bank. Het te verwachten rapport der Mij. voor Handel en Nijverheid Naar het „Hdbd." meent te weten, zal het rapport van de commissie voor doelmatiger onderwysorganisatie, ingesteld door de My. van Handel en Nijverheid, dezer dagen ver schijnen. Het rapport bevat definitieve voorstellen betreffende een reorganisatie van het Nederlandsche schoolwezen, in het bijzonder wat de algemeen vormende lagere school en het algemeen vormend M. O. betreft. Het voorbereidend-, nyverheids- en hoo ger onderwys zyn niet ln de beschouwingen opgenomen. Behalve de resultaten van een uitgebreide enquête ingesteld bij het be drijfsleven, bevat het rapport uitvoerige overzichten omtrent buitenlandsche onder- wysregelingen. Prof. D. Dresden was voorzitter dezer commissie. In Spaansch Marokko bloeit het katho lieke schoolwezen. Er zyn 35 lagere scholen, die door 2094 kinderen. Christenen, Moham medanen en Joden bezocht worden. Boven dien zyn er nog 10 middelbare scholen en 4 ambachtsscholen, waar byna 600 leerlin gen hun opleiding ontvangen. Het is opval lend, welk een groot aantal Mohamme- daansche kinderen ter school gaan by de Paters Franciscanen. In de stad Tanger alleen reeds zyn er van de 883 schoolgaande kinderen 243 Moham medanen. Door vele crediteuren van het „Amster damsch Toonel" ls een rekest aan B en W. van Amsterdam verzonden, waarin zy ver zoeken, het daarheen te leiden, dat óf het restant van het subsidié voor het loopende seizoen (pl.m. f 25.000) ter beschikking worde gesteld van den curator in het faillissement, ten einde een redeiyke uitkeering aan cre diteuren mogelijk te maken; óf, indien dit subsidie aan de Kon. Ver. wordt uitgekeerd, hieraan den eisch te verbinden, dat deze een regeling treffe met de crediteuren van het „Amsterdamsch Tooneel." m 193 De man bleef trappen, voortdurend speuren Naar Wim, den dief van zyn balion. Die, op zijn beurt, het was begrüpeiyk. Trapte zoo hard hy trappen kon. De man zag daarom niet den zandhoop, Geworpen uit een zolderschuit Het was onvoorzichtig, hy moest uitzien, De gevolgen bleven dan ook niet uit. 194 Met zyn vieren gingen zij huiswaarts En ze deden het nu te voet, Ja, als iemand zyn auto kapot is, Men wel netjes loopen moet. „Door 't ongeluk" zei Pim's moeder, „Zie ik nu mijn jongen niet. De gedachte dat hy is aan 't zweven. Doet my waariyk veel verdriet."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10