c"Binnerdandsch Nieuws -r s Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje j i KaleederMaad j e OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN TWEEDE KAMER S fis Mr. L. A. Nypels aanklacht tegen „De Tribune" Geen rehabilitatie van Rembrandt GEMENGD NIEUWS Auto met vee te water Doodelijk ongeval De „zaakgelastigde" dr. Riedetz Vrouw uit het raam gevallen Een jongen overreden In bewusteloozen toestand gevonden Duitsch stoomschip gezonken De internationale oplichters Aanvaring op het IJ De griep RECHTSZAKEN De moordzaak-Lans De Duitscher ontkent den moord te hebben gepleegd De gelukkige zevende LANDBOUW EN VEETEELT De invoer van Russisch aardappel meel Ingevoerd vleesch w Vergadering van Dinsdag. Voortgezet wordt de behandeling der In- ^phe begrooting öe heer FEBER (R.K.) acht het nog niet j^enscht thans reeds de algeheele herzle- van de Indische Staatsregeling op sta- 81 te zetten. Voor spr. blijft het waar, dat het terug- ,^ken van het Nederlandsch gezag op kor- j8*1 termijn zou beteekenen, dat „de zetel 1 het gezag ledig zou komen," dat de ■°s in Indië zou ontstaan. Spr. meent ook dat ons gezag in Indië nog langen moet worden gecontinueerd, wat de huiszoekingen betreft, is spr. van jJVüeel, dat de regeering niet mag wachten ingrijpen tot de grens der revolutie is ?eikt. Onder geen beding mag het gezag 1 indruk van slapheid maken. Sflr. vraagt waarop de raming van een te- Vt van 80 millioen berust, en wat denkt minister van de invoering van de ver- Sehsbelasting en de verhooging van de cessie-belasting? 8Pr. dringt aan op bezuiniging onder an- [Ve op de standplaatstoelage en de classl- '°atie der ambtenaren aan boord van de 'ailbooten Vegen een leeningspolitiek als den heer J^mer voor oogen staat, waarschuwt spr. stig, wijzende op de noodzakelijkheid op de bevolking geschikt moet zijn h.- de werken, waarvoor de heer farner wil leenen, tot werkelijk productie- h berken te maken. Opvoering van het eco- 'or [|hisch peil der bevolking kan meer sta- 'teit in de Indische financiën brengen. Om te bereiken moeten de inlandsche export- kj'tures worden aangewakkerd. Kan de re ling hier niet meer doen? HDe heer CQLIJN (AH.) is het eens met „b heer Cramer, dat de koloniale vraag- 'Jkken steeds moeilijker worden. Men kan i^.bter moeilijke zaken bespreken op een l'Ze, die de moeilijkheden nog vergroot. 4 ®Pr. gelooft dat de heer Cramer zich daar- 3 schuldig heeft gemaakt. Spr. is van u^eel,' dat het noodig is, volhardend te k'lven werken aan de geestelijke en stoffe- ontwikkeling der bevolking. ^'tUrshervorming en het te weinig rekening en met ethnologische verschillen. Wij m in Indië geen religieuze minderhe- maar wel ethnologische en het is nog tijd te voorkomen dat een toestand ont- als in Britsch-Indië «I e Indische schuld is niet overmatig groot. Js men gedurende 2 a 3 jaar een niet al te t^t tekort moet dragen, is er geen reden för. kan niet nalaten zijn teleurstelling te spreken over den slakkengang der be- Sbijzondere ongerustheid. Maar dan moet ook een voorzichtige financleele poli volgen. Sprekers gedachten gaan in de van temporiseering van bepaalde uit- lven. Indische regeering doe geen onberaden H^bpen waarbij de ontwikkelings-mogelijkhe- b van Indië voorgoed zouden zijn uitge ven. vSPr. bepleit bevordering van de Zondags- Jft door de Regeering in haar eigen onder- Vingen. 8Pr. komt dan tot den brief van den gou- ?meur-generaal aan den Volksraad over houding van den regeeringsgemachtigde. jdie houding zelve gaat spr. niet in. maar IV wil hij zijn oordeel uitspreken over den Jef van den gouverneur-generaal. Spr. >.bt dien ambtelijk incorrect en in hooge ?te ontoelaatbaar. „öe heer TER LAAN (S.D.A.P.) betoogt, V bij bezuiniging de ambtenaarssalarissen Aangetast moeten blijven, zoolang de mi- Vre uitgaven zoo hoog blijven. heer JOEKES (V.D.) wijst erop, dat '930 de ontvangsten der spoor- en tram- yJ'Sen op Java met 18 pet. zijn terug geloo fd- Dit beschouwt hij als een goeden graad- Ver voor den economischen toestand, v ^Pr. bepleit invoering van een vermogens- (l a$ting, uitbre'ding van de successiebelas- progressieve heffing van de vennoot- l^apsbelasting. Bij een progressie in deze lening zal men juist de kleine bedrijven Jhder behoeven te belasten. Dan komt het C- voor dat het tijd wordt over te gaan tot h uitvoerrecht op aa-dolie. o sPr. maakt voorts eenige opmerkingen '-r de staatkundige verhouding tusschen J^erland en Indië. De gezagsverhouding °als die nu is, kan niet eeuwigdurend zijn, moet ieder inzien. *®e hetze tegen den regeerings-gemachtig- 8 die in de rechtzaal ir. Soekamo een hand cs acht spr. kleinzielig en ergerlijk, al had het beter gevonden als deze regeerings- hiacht'gde een meer gereserveerde houding ad aangenomen. aanzien van de nationalistische actie U Jni AM «IaOA A A l6rkt de heer Joekes op, dat men deze actie jjs rechtmatig moet beschouwen zoolang zij kbpen de perken blijft.'Uit het P. N. I.- l 1°ces is wel gebleken, dat geen sprake was h een complot tegen het wettig gezag. De vergadering wordt verdaagd. henoemd tot raadsheer in den Hoogen Raad blijkens een Kon. besluit in de „Staats krant" van gisterenavond, is mr. L. A. k>els, advocaat en procureur te 's-Gra ven tje, benoemd tot raadsheer In den Hoogen %id. j Mr. L. A. Nypels, wiens vader van 1908 1925 eveneens de functie bekleedde van t^dsheer in den Hoogen Raad, werd 29 jGember 1888 te Maastricht geboren. Hij l^bdeerde in de rechten te Leiden, waar hij 1911 op stellingen promoveerde, waarna lï'J zich in de residentie als advocaat en »r( °cureur vestigde en zich in den loop der *en een drukke praktijk wist te verwerven. Mr. Nypels nam in de advocatuur een '°raanstaande plaats in en heeft zich ge iende zijn verblijf in de residentie tal van benden verworven. Mij is een scherpzinnig jurist en toonde 'ch in de latere jaren een bekwaam cas- k'epielter, waardoor hij in breeden kring 6 aandacht op rich '*estigde. Mr. Nypels is secretaris van het Centraal „-hl bureau voor de verkiezing van leden Tweede Kamer. Zooals gemeld, heeft de Zeereerw. heer c 8. Uyttewaal, Pastoor te Apeldoorn, een ^klacht ingediend tejgen „De Tribune" die kh op de meest ergemiswekkenden en °ffe wijze heeft belasterd, dienaangaande meldt „Het Volk" o.m.: „."Meeds ontvingen wij van een onzer par- fl"Senooten een ingezonden stuk, waarin hb onhoudbaarheid der beschuldiging van 4 ..Tribune" tegen den door hem zeer ge iten' priester betoogt. Wij zijn echter ver plicht geweest den inzender naar het Com munistische blad te verwijzen, aangezien ons blad aan het artikel geen aandacht be steed had". Wij hebben indertijd melding gemaakt van een request, door een der erfgenamen van Rembrandt Harmensz. van Rijn (1606- 1669) bij de Amsterdamsche Rechtbank in gediend, met het doel om thans nog op of- ficieele wijze de rehabilitatie te verkrijgen van den grooten schilder, die gelijk men weet in staat van faillissement overleden is. Het request was juridisch geheel serieus en volkomen zakelijk gesteld. Het is misschien daarom eenigszins te leurstellend te vernemen, dat het, verzoek eenvoudig op zuiver vormelijke gronden is afgewezen. Hiermee is het geval in hoogste instantie beslist. Hooger beroep of cassatie is ni. bij een dergelijke afwijzende beschikking niet mogelijk. Drie personen gewond, zes koeien verdronken Tusschen Vierverlaten en Poffert (Gr.) bij de constructiewerkplaats van de Gebrs. Westhoff is gisterenmorgen een met koeien geladen bij-auto van H. Vogel uit Zevenhui zen, bestuurd door G. Vogel, op weg naar de veemarkt te Groningen, door een achteruit van het terrein komenden vrachtauto der firma Westhoff in de flank aangereden. De aanhang-auto sloeg over den kop en kwam in het Hoendiep terecht. Zes koeien en een kalf verdronken. Van de vier inzittende personen werden drie gewond. Een van hen, de meerijdende veekoopman, G. de Vries uit Terheul, gem. Rhoden, is ln het Acad. Ziekenhuis te Groningen opgenomen. Zijn zoon is even eens naar Groningen gebracht, doch kon daarop naar huis terugkeeren. De veekoop man H. van Dijk uit Leek is in een naburig huis binnengebracht. Hij had veel water binnen gekregen. Gisterenmorgen werd op de Westvest te Schiedam de 68-jarige arbeider M. v. d. M. uit de Nlcolaas Beetsstraat aldaar, door een melkauto, bestuurd door P. K. den B. uit Schiebroek, aangereden en zoo ernstig aan het hoofd verwond, dat hij zonder zijn be wustzijn te hebben herkregen, in het ge meenteziekenhuis, waarheen hij vervoerd was, is overleden. Blijkt thans een internationale oplichter te zijn Bü de politie te Den Haag is een telegram uit Weenen ingekomen, waarin de identi teit van den Duitschen „zaakgelastigde" dr. Riedetz uit Parijs is komen vast te staan. Het blijkt, dat de Haagsche politie inder daad een goede vangst heeft gedaan, want het telegram meldt, dat de gearresteerde een internationale oplichter is, die reeds eenige veroordeelingen achter den rug heeft. De man P. Ruxin Makaroff geheeten, is in 1896 in Petersburg geboren. De politie is thans in afwachting van nadere bijzonder heden uit Weenen. Intusschen blijft de man in het Huis van Bewaring opgesloten. Bij het ruiten wasschen Maandagavond was mej. M. Jansen, wonende in de Kloosterstraat te Nijmegen aan de achterzijde van haar woning bezig ruiten te wasschen. De vrouw verloor daarbij het evenwicht en stortte van aanzienlijke hoogte neer. Het bleek, dat zij beide beenen had gebroken en bovendien inwendige kneu zingen had opgelóopen. Dr. Goedkoop ver leende de eerste hulp, waarna de vrouw naar het Canisiusziekenhuis werd overge bracht. Thans is haar toestand naar om standigheden redelijk wel. Maandagmiddag is te Heerlerbaan een zevenjarige jongen door een auto overreden. Met een hersenschudding en in zorgwekken- den toestand werd het kind naar het zieken huis te Heerlen vervoerd. Jongeman oververmoeid Gisterenmiddag heeft men in de Laan 1914 te Amersfoort een 21-jarigen jongeman, ge naamd Italiaander uit Amsterdam in be wusteloozen toestand aangetroffen. Hij is door een passeerenden auto naar het poli tiebureau overgebracht. Een ontboden ge neesheer kon slechts oververmoeidheid con- stateeren. De jongeman, die van Zwolle kwam, had reeds eenige dagen geloopen om werk te vinden. Hij zal door de politie van een spoorbiljet voorzien worden, opdat hij naar de ouder lijke woning terug kan keeren. Ter hoogte van Terschelling In den nacht van Zaterdag op Zondag is het Hamburgsche s.s. „Kur- 'and", metende 1349 bruto regis- tertonnen ->n toebehoorende aan de reederij Robert Bornhofen te Hamburg, op 15 mijl ten Noord-Westen van het vuurschip bij Terschelling gezonken. De bemanning, bestaande uit twaalf koppen, werd door een Engelschen vischtreiler overgenomen en op een loodsschip afgezet. De juiste namen bekend De gearresteer den blijven ontkennen De beide te Amsterdam gearresteerde internationale oplichters hebben thans den commissaris van het bureau-Singel hun ware namen medegedeeld. De man, die opgaf Saaier te heeten, heet in werkelijkheid Filip Schulitz en is geboren te Weenen op 18 Augustus 1890. Hij heeft vroeger ook onder den naam Harry Cantor oplichterijen ge pleegd. Hij is in het bezit gevonden van een gestolen pas van den Amerikaan Coolidge te Parijs. Ook is reeds gebleken, dat Schulitz gevangenisstraf te Nice heeft ondergaan. De tweede man, die opgaf Braun te heeten, heet in werkelijkheid Jacques Gluck- mann, geboren te Boekarest op 9 October 1895. De beide mannen blijven ontkennen de chèques van den heer Coolidge gestolen en zijn handteekening nagemaakt te hebben. Eén gewonde Tengevolge van den mist is gisteren ochtend te Amsterdam dé gemeentelijke stoompont IV, welke havenarbeiders van steiger 1 naar den Verbindingsdam ver voerde bij de Oostelijke Handelskade, in aanvaring gekomen met de motorboot „Dijkgeest IV". De motorboot raakte de klapbrug van de pont, tengevolge waarvan de ijzers van die klapbrug naar beneden sloegen. Daardoor werd een havenarbeider, die op weg was naar de H.A.R., aan het hoofd getroffen. Nadat hem de eerste hulp was verleend, is hij naar het O.L.V.-gasthuis overgebracht, waar een schedelfractuur ge constateerd werd. Te Meppel heerscht de griep in erge mate. Sommige scholen zijn voor bijna de helft ontvolkt. Geheele gezinnen liggen ziek. Naar schatting zijn er reeds meer dan 1500 Patiënten. De ziekte is over het algemeen niet ernstig. Een psychopaath, die hardop droomde de moordenaar te zijn Mevrouw Weyne schetst verdachte als een voorbeeldige vader voor zijn kinderen. Zijn vrouw is een erge zenuwpatiënte, 's Zondags ging hij veel met de kinderen wandelen. Zijn vrouw was geen goede huisvrouw. Getuige is overtuigd dat zij te veel geld uitgaf. Mej. M. R. H. Remery, naaister te Rotter dam, was op den dag van den moord by mevr. Weyne en heeft de broek van verdach te gerepareerd. Zij zag, dat de versleten plek met een grove steek was dichtgenaaid. Pres.: „Kreeg u den indruk, dat mijnheer het zelf had gerepareerd? Getuige antwoord ontkennend. „De vrouw van verdachte zal het gedaan hebben, want die is onhandig." De politieagent T. W. van Willigen te Rot terdam heeft tegen verdachte gezegd, dat Lans vermoord is. Getuige had den indruk, dat verdachte nog van niets wist. De man op de Admiraliteitskade. Mej. G. A. H. Enzlin, kantoorjuffrouw te Rotterdam, kwam op den avond van den moord langs de Admiraliteitskade en zag daar om ongeveer half zeven een man met het postuur van verdachte en een actetasch en een pakje bij zich. Het pakje was vierkant en in bruin papier gewikkeld. De man begaf zich naar het water en wierp het pakje eTn. Hij had een gladgeschoren, bolrond ge zicht en een deukhoed op. Mr. Kokosky: „Op 2 December* twee dagen i. Eerlijke John Butler trok de la open van een witgedekte pokertafel :n zijn speelhuis en gooide er zes spellen kaarten in, waarvan er maar één gemerkt wsa. Toen hij de la gesloten had met een lange blanke hand (waaraan de met zorg gekweekte nagel prijkte, die de merking verricht had), slenterde hij naar den tweeden man, die in het lage vertrek was. Dit individu, blijkens het groene schermpje voor zijn oogen, de strooien mouwbescher mers en het schortje de croupier, zat te spelen met de twee dobbelsteenen en den haakstok, die eveneens tot zijn waardigheids teekenen behoorden. „Avond baas," zei hij. „Heb ik u van middag niet met dien reiziger van 't Handels huis bij Benny uit zien komen V' „Zal wel," gaf Eerlijke John toe. „Ik liet (im Markey de stad een beetje zien. Aardige :erel, die Jim." „Ja, hij heeft 'n pracht van een horloge," beaamde de croupier, en hij haalde een tweede stel dobbelsteenen te voorschijn, waarmee hij achteloos zessen ging zitten gooien. ,,'t Fijnste klokje, dat ik ooit gezien heb." „Benny heeft 't bekeken en hij zegt, dat 't vijftienhonderd dollar waard is" berichtte de eigenaar van het speelhol. „Jammer dat meneer Markey niet van dobbelen houdt," zei de croupier, nog steeds zessen gooiend. Eerlijke John fronste de wenkbrauwen, maar niet al te streng. „Jim Markey is een aardige kerel," zei hij, met zijn begeerige kleine oogjes naar de pokertafel, „en ik pluk niet graag aardige kerels. In ieder geval, hij komt vanavond misschien niet eens." „Daar is iemand," berichtte de croupier, en hij liet zijn looddobbelsteenen in zijn zak glijden, waar ze waarschijnlijk neerkwamen met de zessen boven, „'t Zoemt." De klanten van Eerlijken John moesten een trap opklimmen om hun geld te verliezen, en zijn zoemer was met een draad verbonden aan de onderste trede.Als het metaalachtig ge gons hoorbaar werd, bracht Oude Joe, de uitkijk, zijn oog voor het kijkgat. Dit deed hij ook nu, ontsloot vervolgens de versterkte deur, mompelde „Genavond meneer Markey. en stak een dollar in zijn zak. Markey, een forsch en imposant man be trad het gebied der gemerkte kaarten en verhaspelde dobbelsteenen. „Jongens," boemde zijn stem, „ik ben hier nu een week in de stad, en vanavond heb ik voor 't eerst een, gevoel, dat ik geluk zal hebben, en nu kan ik niet spelen. Ze hadden me vandaag geld moeten sturen, maar ik heb niets gekregen." „Da's vervelend, Jim," zei Eerlijke John, en zijn oogen konden zich maar niet los rukken van den fijnen gouden ketting op Markey's uitvoerige vest. „Als ik mijn cheque op tijd gekregen had, zou ik vanavond je bank hebben laten springen," verkondigde Markey. „Beroerd," mompelde Eerlijke John, nog turend naar den ketting, die leidde naar een horloge van vijftienhonderd dollar. Markey scheen de onuitgesproken vraag naar zijn tijdwijzer te voelen, want nu zei hij droomerig „Ik zou haast een pandjes huis zoeken, en een paar honderd op mijn horloge leenen." „Hoeveel wou je hebben?" vroeg Eerlijke John, en 't lukte hem nogal, zijn stem niet te gretig te laten klinken. „Ik moest toch maar Jiever wachten, tot mijn cheque komt," was 't teleurstellend antwoord. „Misschien ben ik met zoo ge lukkig als ik me verbeeldde, 'r Is nooit een goed teeken, als ik de eerste klant ben hier." „Zooals je wilt, Jim," zei Eerlijke John eenvoudig, „maar ik wil je graag vijfhonderd dollar op je klokje leenen. De jongens komen om een uur of acht ga een eindje loopen, en kom dan terug, dan bèn je de eerste met meer 1" „Da's geen kwaad idee," zei Markey. opgelucht. „Hier heb je 't horloge geef maar op ie vijfhonderd. Ik ga naar 't hotel, eerst m'n rapport schrijvep, en dan kom ik om 'n uur of half negen terug." Met vijf biljetten van honderd dollar in den zak, waar zijn horloge had gezeten, stapte de forsche en imposante Jim Markey om kwart over zeven weg maar hij kwam niet om half negen terug. Toen 't zoo laat was zat hij in een trein, die een uur geleden vertrokken was. Hij wist. dat 't half negen was door een blik op zijn horloge, het echte, met de echte robijnen en emeralden. Jim Markey stak nog een sigaar aan, en dacht met voldoening aan den slag, dien hij geslagen had. Want als alle beroepsmisdadi gers was Jim Markey bijgeloovig. Hij was het zevende jaar van zijn loopbaan begonnen. Dat moest een geluksjaar zijn, Zes jaar lang had hij rondgereisd, vrienden zoekend onder spelers en andere lui, die zich slim wanen, en hen opknappend met horloges, die hem drieëntwintig dollar het gros kostten. En al die zes jaar was zijn vrouw haar best blijven doen, om hem van dat beroep af te krijgen. Nu, terwijl ze met weerzin zijn koffer pakte voor deze reis, alweer. „We hebben een aardig huis en je hebt geld op de bank," pleitte ze, „waarom blijf je niet thuis, en zoek je niet wat fatsoenlijrs Onze Jimmy is vijftien voor hem is 't óók beter, dat je 't niet meer doet. Hij denkt heel wat van zijn vader. Wou je, dat hij er achter kwam Je wou hèm toch geen zwendelaar zien worden, is 't wel Op die laatste vraag had Jim oprecht met neen geantwoord. Maar hij wou nu toch nog niet ophouden 't zevende jaar, 't geluks jaar Hij deed 't toch zeker voor Jimmy en voor héér? Om tien uur zou de trein in Lake-City stoppen-; dan zou hij haar een telegram sturen, dat het zevende jaar goed begonnen was. Maar vóór hij in Lake-City kwam, gebeurde er iets, dat zijn gedachten een ande ren kant op dwong. Markey hoorde getwist in 't andere einde van den wagon. „Ik houd vol, dat die jongen mijn porte feuille gestolen heeft," hoorde hij een booze stem uitroepen. Toen kwam er een protesteerende jongens stem „Heusch meneer, u vergist u. Ik hèb 'm niet. 't Zal die andere jongen geweest zijn die in Enterprise uitgestapt is." Jim Markey was opgestaan en keek naar het opgewonden groepje, en plotseling kreeg hij een vreemd gevoel in de maagstreek. Want die bleeke jongen; die door een boo- zen man stevig bij den kraag werd gehouden, leek merkwaardig veel op Jimmy. Markey zag en wist natuurlijk, dat 't Jimmy niet was. Jimmy zat thuis thema's of sommen te maken. En deze jongen was minstens een iaar ouder, en had iets kruiperigs-bangs in zijn oogen, wat Jimmy heelemaal niet had. En toch moest Markey aan Jimmy denken „Ze mogen gerust m'n zakken navoelen," riep de jongen. Natuurlijk, dacht Markey, die wist, dat er in Enterprise geen jongen was uitgestapt. „Hij heeft de portefeuille natuurlijk gerold, en in een boschje gegooid. Straks staan we stil. Als hij niet weg weet te komen heeft ie geen schijn van kans." Maar de zakkenroller was veel te bang, om een poging tot ontsnapping te wagen. (Slot volgt) na het gebeurde, heeft getuige verklaard, dat zij niet kon zeggen, dat de man op ver dachte leek. Eerder het tegendeel." Als tusschen O. M. en verdediging een meeningsverschil rijst betreffende de jas,, die de man aan had, verzoekt de verdediger voorlezing van het proces-verbaal der des betreffende getuigenverklaring voor de Rot- terdamsche Rechtbank. Dé "man wordt daar in beschreven als gezet van postuur met een donkergrijze demi-saison aan. Inspecteur Hermans, leest het signalement voor, door getuige op 1 December aan hem opgegeven. Daar wordt gesproken van een donkergrijze jas met fluweelen kraag. „Maar in verdachte's jas is óók iets grijzigs", zegt de inspecteur. Pres.: „In elk geval kwam de gestalte overeen met die van verdachte." A. van der Tol, machinist te Roterdam, doet mededeelingen over den vijl. Hij heeft dezen omgebogen om er mee te kunnen schrappen. Een sleutel van het achterhek had h{j niet. Desgevraagd door verdachte verklaart deze getuige nog, dat van een be nedendeur in het kantoor een maand vóór den moord het slot defect was. Het is door hem gerepareerd. De werkvrouw, mej. Van MeedenKroon, heeft gezien, dat de vijl in het groote kistje lag. Vroeger lag hij er niet in. Zij heeft 's ochtends na den moord de mesjes gewas- schen. Het witte was er niet bij. Het geld in beslag genomen. De heer H. A. Scheen, inspecteur van een assurantiekantoor te Rotterdam had de zaak van dr. Haas verzekerd tegen inbraak. Op 4 December 1928 is hij er op kantoor geko men en heeft de schade opgenomen. Hij leest de specificatie voor. Verdachte heeft tegen hem gezegd, dat het kleine geld door de politie in beslag is genomen. Bij informatie bij de politie vernam ge tuige dat door haar niets in beslag is geno men. Wat weg was, was heel gering. Verdachte: „Inspecteur Hermans heeft het geld opgenomen, dat aanwezig was en ik heb de posten opgegeven, die in het kasboek staan, maar mejuffrouw Lans had bij het opmaken van het kasboek eenige posten ver geten." Op dit punt werd de zitting geschorst tot twee uur. Na de pauze ging alle aandacht uit naar Siebeling. Het getuigenverhoor bracht ver der niet veel nieuws meer in de zaak. Een langdurig debat werd gevoerd tusschen den verdediger en de deskundigen inzake de speurhonden en ook hier was de verdediger niet gemakkelijk. Een zeer interessante getuigenis is die van de dienstbode van Lansman, die mededeelde twee mannen uit het achterhek van hét per ceel, waar de moord is gepleegd te hebben zien komen. Een droeg een actetasch bij zich. Er zijn nadien nog proeven genomen om de juistheid dezer verklaringen van de ze getuige vast te stellen, waaromtrent Mr. Hoogenraad, waarnemend griffier bij de rechtbank te Rotterdam nadere getuigenis aflegde. Volgens getuige Hermans is het mogelijk, dat de twee mannen leden zijn geweest van het personeel van Lans. Nog even werd gestribbeld over de verklaringen van den agent van politie W. Moree, die bij de behandeling van een andere moordzaak twee vrouwen had verhoord die hem gespro ken hadden over de moordzaak Lans. De verdediger wensphte, dat deze getuige de namen der vrouwen noemde, doch ge tuige had wegens ambtsgeheim daartegen bezwaar. Het Hof kon na in raadkamer te zijn ge weest zich vereenigen met de houding van getuige. Het wordt zeer druk in de rechtszaal. Wij hoorden nog nimmer zoo'n rumoer bij de behandeling eener strafzaak. Mr. Kokosky vraagt acte, dat hij tegen deze beslissing is en in cassatie zal gaan. Nog komt or>dagen getuige Vink, een ver pleegde m het Psychonathengesticht te Lei den, die mededeelde, dat hij naast een me de-verpleegde Goossen heeft geslanen, die hardop droomde en daarbij vertelde: ,.Ik ben bang. Ik heb Lans vermoord". Toen de ze getuige hem den volgenden dag mede deelde, wat hij gehoord had, schrok Goos sen ten zeerste. Van deze getuigenis werd weinig notitie genomen. Daarna kwam de Duitscher Siebeling, die zich op de publieke tribune had bevonden, naar voren. Hij is reiziger en woont te Amsterdam, en wordt onder eede gehoord. „Hebt u Lans vermoord?" vraagt de presi dent. (Hilariteit in de zaal). Getuige, die goed Nederlandsch spreekt, antwoordde: „Neen, ik heb geen moord ge daan!" „Kwam u met een schaar of een vijl naar Den Haag?" vraagt de president. „Ook niet!" Getuige ontkent, dat hij aan Oostveen ge zegd zou hebben, dat hij den moord op Lans geo'eegd heeft Hij weet er niets van. Hierop wordt getuige Oostveen, psycho paath, gedetineerd te Scheveningen, bin nengeleid. (Beweging in de rechtszaal). Met veel drukte zegt Oostveen, naar den Duitscher wijzende: „Hij is de moordenaar!" De verklaringen van beide getuigen hou den niet veel in en berusten op sensatie. Vervolgens vangt het verhoor aan van de deskundigen. Hierna wordt de zitting om 6 uur ge schorst tot heden 10 uur v.m. Leestijd 25 Februari. Een Amerikaansch tijd schrift is onlangs met een verrassende nieu wigheid voor den dag gekomen. Het publi ceerde een artikel over toestanden in Roe menië, waaronder de lezer het nuchtere onderschrift vond: „leestijd 17 minuten en 42 seconden". Amerika bracht ons eerst de pakkende „kopjes", de titels die het ons mogelijk ma ken een krant te „lezen" zonder hem te lezen, nu wordt het ons ook mogelijk ge maakt, te weten hoeveel tijd wij met dat niet-lezen uitsparen! Maar dat lijkt mij dan ook het eenige voordeel van het nieuwe systeem. Want de leestijd is onder diverse omstandigheden zeer verschillend! Wilde men volledig zijn, dan zou men moeten beginnen met onder een artikel v&n, zeg professor Quasimir, het volgende te zetten: L e e st ij d voor zeer omwikkeld lezer: nihil (begint er niet aan); voor middelm. ontwikkeld lezer: 1 minuut (houdt dan op); voor niet ontwikkeld lezers: 24 min. 12 sec. (wordt vervolgens gewekt), in trein: 28 min. 1*. 1/7 sec. in tram: 25 min. 49 sec. (beide: met interessant gezelschap tegen over u: driemaal zoo lang). in omnibus (normaal hobbelend): 34 min. 12 1/3 sec. op boot (zonder zeeziekte)31 min. 14 sec. op boot (met zeeziekte): lezing sterk af te raden. in vliegmachine (bij normale luchtziekte) lezing af te raden. in groot café met muziek: 42 min. 10'A sec. in klein café (met normale praatzucht van waard of kellner)40 min. 1 sec. in vacantietijd: lezing af te raden. MET NORMALE OOGEN: in huiskamer (zonder radio): 14 min. 12sec. in huiskamer (met radio): 1 uur 42 min. in huiskamer (kinderen naar bed): 14 min. 12 sec. in huiskamer (kinderen nog op): 2 uur 17 min. in huiskamer (met zwijgende wederhelft): 14 min. 12 sec. in huiskamer (met wederhelft, die gaarne doorspreekt als men een hoofdartikel leest): 3 uur 42 1/16 min. Zoo zou men in het oneindige kunnen doorgaan. Hoe lang duurt het lezen in een bankaar, in de keuken (met en zonder ge zelschap), in een koud huis, in een warm huis, in een kamer met honden, met poe zen, met tantes, in een tramhuisje, in een wachtkamer (met en zonder kiespijn? en- zoovoort enzoovoort. In één woord: het systeem is onhoudbaar. Wenschelijker liVct het mij, uat iedere Amerikaansche krai fc Fransche en Belgi sche mogen het voorbeeld volgen onder ieder artikel zetten of een belanghebbende voor plaatsing van dat artikel betééld heeft, en zoo ja, hoeveel. Dan weet de lezer ten minste of hü het artikel „überhaupt" lezen moet. Vragen van den minister Het Tweede Kamerlid, de heer Zijlstia, heeft den minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat een hoe veelheid van 8000 balen Russisch aardap pelmeel bestemd is om naar Groningen te worden vervoerd? Indien dit den minister bekend is, of hem eventueel bij onderzoek de juistheid hiervan mocht blijken, is hij dan niet van oordeel dat een soortgelijke invoer, vooral indien zij groote afmetingen mocht aanne men, den onlangs door de Tweede Kamer aangenomen maatregel ins&ke de aardap- pelmeelindustrie in zijn werking ernstig zal schaden? Is de minister voornemens ter zake maatregelen te nemen en zoo ja welke? De minister van Financiën maakt be kend, dat de commissie van deskundigen voor de samenstelling van de prijscourant ter berekening van het invoerrecht op versch of gekoeld vleesch in haar verga dering van 23 Febr. jj. bedoelde prijscou rant heeft vastgesteld als vo'gt: rund- en kalfsvleesch, versch of gekoeld, 100 k.g. 85; paardenvleesch, versch of gekoeld, 100 k.g. 45. Gedurende Maart a.s. zal mitsdien het invoerrecht voor de hierboven genoemde vleeschsoorten bedragen tien procent van de hiervoor vermelde waarden. 203. Wim was dus weer den man ontkomen. De deugniet was alweer gered. Hij had gezien den koopman vallen, De deugniet grinnikte van pret. „Maar," zei hij, „ik voel dat lk dorst heb. Mijn tong aan 0 verhemelte plakt, Mijn keel is zoo droog als zoolleer, Naar een koelen dronk ze snakt." 204. Pim, ofschoon verlangend naar 't einde. Genoot toch van alles wat hij zag, Van de stad met de nauwe straten, Die uitgestrekt onder hem lag. Hij zag de San Marco met de duiven, Het paleis der dogen met kunstig dak. De „San Maria del Salute", Waar boven uit de koepel stak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7