c"Binnerdandsch Nieuws
-r
s
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje j
i
KaleederMaad j e
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
TWEEDE KAMER
S
fis
Mr. L. A. Nypels
aanklacht tegen „De Tribune"
Geen rehabilitatie van Rembrandt
GEMENGD NIEUWS
Auto met vee te water
Doodelijk ongeval
De „zaakgelastigde" dr. Riedetz
Vrouw uit het raam gevallen
Een jongen overreden
In bewusteloozen toestand
gevonden
Duitsch stoomschip gezonken
De internationale oplichters
Aanvaring op het IJ
De griep
RECHTSZAKEN
De moordzaak-Lans
De Duitscher ontkent den moord te
hebben gepleegd
De gelukkige zevende
LANDBOUW EN VEETEELT
De invoer van Russisch aardappel
meel
Ingevoerd vleesch
w
Vergadering van Dinsdag.
Voortgezet wordt de behandeling der In-
^phe begrooting
öe heer FEBER (R.K.) acht het nog niet
j^enscht thans reeds de algeheele herzle-
van de Indische Staatsregeling op sta-
81 te zetten.
Voor spr. blijft het waar, dat het terug-
,^ken van het Nederlandsch gezag op kor-
j8*1 termijn zou beteekenen, dat „de zetel
1 het gezag ledig zou komen," dat de
■°s in Indië zou ontstaan. Spr. meent
ook dat ons gezag in Indië nog langen
moet worden gecontinueerd,
wat de huiszoekingen betreft, is spr. van
jJVüeel, dat de regeering niet mag wachten
ingrijpen tot de grens der revolutie is
?eikt. Onder geen beding mag het gezag
1 indruk van slapheid maken.
Sflr. vraagt waarop de raming van een te-
Vt van 80 millioen berust, en wat denkt
minister van de invoering van de ver-
Sehsbelasting en de verhooging van de
cessie-belasting?
8Pr. dringt aan op bezuiniging onder an-
[Ve op de standplaatstoelage en de classl-
'°atie der ambtenaren aan boord van de
'ailbooten
Vegen een leeningspolitiek als den heer
J^mer voor oogen staat, waarschuwt spr.
stig, wijzende op de noodzakelijkheid
op
de bevolking geschikt moet zijn
h.- de werken, waarvoor de heer
farner wil leenen, tot werkelijk productie-
h berken te maken. Opvoering van het eco-
'or
[|hisch peil der bevolking kan meer sta-
'teit in de Indische financiën brengen. Om
te bereiken moeten de inlandsche export-
kj'tures worden aangewakkerd. Kan de re
ling hier niet meer doen?
HDe heer CQLIJN (AH.) is het eens met
„b heer Cramer, dat de koloniale vraag-
'Jkken steeds moeilijker worden. Men kan
i^.bter moeilijke zaken bespreken op een
l'Ze, die de moeilijkheden nog vergroot.
4 ®Pr. gelooft dat de heer Cramer zich daar-
3 schuldig heeft gemaakt. Spr. is van
u^eel,' dat het noodig is, volhardend te
k'lven werken aan de geestelijke en stoffe-
ontwikkeling der bevolking.
^'tUrshervorming en het te weinig rekening
en met ethnologische verschillen. Wij
m in Indië geen religieuze minderhe-
maar wel ethnologische en het is nog
tijd te voorkomen dat een toestand ont-
als in Britsch-Indië
«I e Indische schuld is niet overmatig groot.
Js men gedurende 2 a 3 jaar een niet al te
t^t tekort moet dragen, is er geen reden
för. kan niet nalaten zijn teleurstelling
te spreken over den slakkengang der be-
Sbijzondere ongerustheid. Maar dan moet
ook een voorzichtige financleele poli
volgen. Sprekers gedachten gaan in de
van temporiseering van bepaalde uit-
lven.
Indische regeering doe geen onberaden
H^bpen waarbij de ontwikkelings-mogelijkhe-
b van Indië voorgoed zouden zijn uitge
ven.
vSPr. bepleit bevordering van de Zondags-
Jft door de Regeering in haar eigen onder-
Vingen.
8Pr. komt dan tot den brief van den gou-
?meur-generaal aan den Volksraad over
houding van den regeeringsgemachtigde.
jdie houding zelve gaat spr. niet in. maar
IV wil hij zijn oordeel uitspreken over den
Jef van den gouverneur-generaal. Spr.
>.bt dien ambtelijk incorrect en in hooge
?te ontoelaatbaar.
„öe heer TER LAAN (S.D.A.P.) betoogt,
V bij bezuiniging de ambtenaarssalarissen
Aangetast moeten blijven, zoolang de mi-
Vre uitgaven zoo hoog blijven.
heer JOEKES (V.D.) wijst erop, dat
'930 de ontvangsten der spoor- en tram-
yJ'Sen op Java met 18 pet. zijn terug geloo
fd- Dit beschouwt hij als een goeden graad-
Ver voor den economischen toestand,
v ^Pr. bepleit invoering van een vermogens-
(l a$ting, uitbre'ding van de successiebelas-
progressieve heffing van de vennoot-
l^apsbelasting. Bij een progressie in deze
lening zal men juist de kleine bedrijven
Jhder behoeven te belasten. Dan komt het
C- voor dat het tijd wordt over te gaan tot
h uitvoerrecht op aa-dolie.
o sPr. maakt voorts eenige opmerkingen
'-r de staatkundige verhouding tusschen
J^erland en Indië. De gezagsverhouding
°als die nu is, kan niet eeuwigdurend zijn,
moet ieder inzien.
*®e hetze tegen den regeerings-gemachtig-
8 die in de rechtzaal ir. Soekamo een hand
cs acht spr. kleinzielig en ergerlijk, al had
het beter gevonden als deze regeerings-
hiacht'gde een meer gereserveerde houding
ad aangenomen.
aanzien van de nationalistische actie
U Jni AM «IaOA A A
l6rkt de heer Joekes op, dat men deze actie
jjs rechtmatig moet beschouwen zoolang zij
kbpen de perken blijft.'Uit het P. N. I.-
l 1°ces is wel gebleken, dat geen sprake was
h een complot tegen het wettig gezag.
De vergadering wordt verdaagd.
henoemd tot raadsheer in den Hoogen
Raad
blijkens een Kon. besluit in de „Staats
krant" van gisterenavond, is mr. L. A.
k>els, advocaat en procureur te 's-Gra ven
tje, benoemd tot raadsheer In den Hoogen
%id.
j Mr. L. A. Nypels, wiens vader van 1908
1925 eveneens de functie bekleedde van
t^dsheer in den Hoogen Raad, werd 29
jGember 1888 te Maastricht geboren. Hij
l^bdeerde in de rechten te Leiden, waar hij
1911 op stellingen promoveerde, waarna
lï'J zich in de residentie als advocaat en
»r(
°cureur vestigde en zich in den loop der
*en een drukke praktijk wist te verwerven.
Mr. Nypels nam in de advocatuur een
'°raanstaande plaats in en heeft zich ge
iende zijn verblijf in de residentie tal van
benden verworven.
Mij is een scherpzinnig jurist en toonde
'ch in de latere jaren een bekwaam cas-
k'epielter, waardoor hij in breeden kring
6 aandacht op rich '*estigde.
Mr. Nypels is secretaris van het Centraal
„-hl bureau voor de verkiezing van leden
Tweede Kamer.
Zooals gemeld, heeft de Zeereerw. heer
c 8. Uyttewaal, Pastoor te Apeldoorn, een
^klacht ingediend tejgen „De Tribune" die
kh op de meest ergemiswekkenden en
°ffe wijze heeft belasterd,
dienaangaande meldt „Het Volk" o.m.:
„."Meeds ontvingen wij van een onzer par-
fl"Senooten een ingezonden stuk, waarin hb
onhoudbaarheid der beschuldiging van
4 ..Tribune" tegen den door hem zeer ge
iten' priester betoogt. Wij zijn echter ver
plicht geweest den inzender naar het Com
munistische blad te verwijzen, aangezien
ons blad aan het artikel geen aandacht be
steed had".
Wij hebben indertijd melding gemaakt
van een request, door een der erfgenamen
van Rembrandt Harmensz. van Rijn (1606-
1669) bij de Amsterdamsche Rechtbank in
gediend, met het doel om thans nog op of-
ficieele wijze de rehabilitatie te verkrijgen
van den grooten schilder, die gelijk men
weet in staat van faillissement overleden is.
Het request was juridisch geheel serieus
en volkomen zakelijk gesteld.
Het is misschien daarom eenigszins te
leurstellend te vernemen, dat het, verzoek
eenvoudig op zuiver vormelijke gronden is
afgewezen.
Hiermee is het geval in hoogste instantie
beslist. Hooger beroep of cassatie is ni. bij
een dergelijke afwijzende beschikking niet
mogelijk.
Drie personen gewond, zes koeien
verdronken
Tusschen Vierverlaten en Poffert (Gr.)
bij de constructiewerkplaats van de Gebrs.
Westhoff is gisterenmorgen een met koeien
geladen bij-auto van H. Vogel uit Zevenhui
zen, bestuurd door G. Vogel, op weg naar de
veemarkt te Groningen, door een achteruit
van het terrein komenden vrachtauto der
firma Westhoff in de flank aangereden.
De aanhang-auto sloeg over den kop en
kwam in het Hoendiep terecht. Zes koeien
en een kalf verdronken.
Van de vier inzittende personen werden
drie gewond. Een van hen, de meerijdende
veekoopman, G. de Vries uit Terheul, gem.
Rhoden, is ln het Acad. Ziekenhuis te
Groningen opgenomen. Zijn zoon is even
eens naar Groningen gebracht, doch kon
daarop naar huis terugkeeren. De veekoop
man H. van Dijk uit Leek is in een naburig
huis binnengebracht. Hij had veel water
binnen gekregen.
Gisterenmorgen werd op de Westvest te
Schiedam de 68-jarige arbeider M. v. d. M.
uit de Nlcolaas Beetsstraat aldaar, door een
melkauto, bestuurd door P. K. den B. uit
Schiebroek, aangereden en zoo ernstig aan
het hoofd verwond, dat hij zonder zijn be
wustzijn te hebben herkregen, in het ge
meenteziekenhuis, waarheen hij vervoerd
was, is overleden.
Blijkt thans een internationale oplichter te
zijn
Bü de politie te Den Haag is een telegram
uit Weenen ingekomen, waarin de identi
teit van den Duitschen „zaakgelastigde" dr.
Riedetz uit Parijs is komen vast te staan.
Het blijkt, dat de Haagsche politie inder
daad een goede vangst heeft gedaan, want
het telegram meldt, dat de gearresteerde
een internationale oplichter is, die reeds
eenige veroordeelingen achter den rug heeft.
De man P. Ruxin Makaroff geheeten, is in
1896 in Petersburg geboren. De politie is
thans in afwachting van nadere bijzonder
heden uit Weenen. Intusschen blijft de man
in het Huis van Bewaring opgesloten.
Bij het ruiten wasschen
Maandagavond was mej. M. Jansen,
wonende in de Kloosterstraat te Nijmegen
aan de achterzijde van haar woning bezig
ruiten te wasschen. De vrouw verloor daarbij
het evenwicht en stortte van aanzienlijke
hoogte neer. Het bleek, dat zij beide beenen
had gebroken en bovendien inwendige kneu
zingen had opgelóopen. Dr. Goedkoop ver
leende de eerste hulp, waarna de vrouw
naar het Canisiusziekenhuis werd overge
bracht. Thans is haar toestand naar om
standigheden redelijk wel.
Maandagmiddag is te Heerlerbaan een
zevenjarige jongen door een auto overreden.
Met een hersenschudding en in zorgwekken-
den toestand werd het kind naar het zieken
huis te Heerlen vervoerd.
Jongeman oververmoeid
Gisterenmiddag heeft men in de Laan 1914
te Amersfoort een 21-jarigen jongeman, ge
naamd Italiaander uit Amsterdam in be
wusteloozen toestand aangetroffen. Hij is
door een passeerenden auto naar het poli
tiebureau overgebracht. Een ontboden ge
neesheer kon slechts oververmoeidheid con-
stateeren.
De jongeman, die van Zwolle kwam, had
reeds eenige dagen geloopen om werk te
vinden.
Hij zal door de politie van een spoorbiljet
voorzien worden, opdat hij naar de ouder
lijke woning terug kan keeren.
Ter hoogte van Terschelling
In den nacht van Zaterdag op
Zondag is het Hamburgsche s.s. „Kur-
'and", metende 1349 bruto regis-
tertonnen ->n toebehoorende aan de
reederij Robert Bornhofen te Hamburg, op
15 mijl ten Noord-Westen van het vuurschip
bij Terschelling gezonken. De bemanning,
bestaande uit twaalf koppen, werd door een
Engelschen vischtreiler overgenomen en op
een loodsschip afgezet.
De juiste namen bekend De gearresteer
den blijven ontkennen
De beide te Amsterdam gearresteerde
internationale oplichters hebben thans den
commissaris van het bureau-Singel hun
ware namen medegedeeld. De man, die opgaf
Saaier te heeten, heet in werkelijkheid Filip
Schulitz en is geboren te Weenen op 18
Augustus 1890. Hij heeft vroeger ook onder
den naam Harry Cantor oplichterijen ge
pleegd. Hij is in het bezit gevonden van een
gestolen pas van den Amerikaan Coolidge
te Parijs. Ook is reeds gebleken, dat Schulitz
gevangenisstraf te Nice heeft ondergaan.
De tweede man, die opgaf Braun te
heeten, heet in werkelijkheid Jacques Gluck-
mann, geboren te Boekarest op 9 October
1895.
De beide mannen blijven ontkennen de
chèques van den heer Coolidge gestolen en
zijn handteekening nagemaakt te hebben.
Eén gewonde
Tengevolge van den mist is gisteren
ochtend te Amsterdam dé gemeentelijke
stoompont IV, welke havenarbeiders van
steiger 1 naar den Verbindingsdam ver
voerde bij de Oostelijke Handelskade, in
aanvaring gekomen met de motorboot
„Dijkgeest IV". De motorboot raakte de
klapbrug van de pont, tengevolge waarvan
de ijzers van die klapbrug naar beneden
sloegen. Daardoor werd een havenarbeider,
die op weg was naar de H.A.R., aan het
hoofd getroffen. Nadat hem de eerste hulp
was verleend, is hij naar het O.L.V.-gasthuis
overgebracht, waar een schedelfractuur ge
constateerd werd.
Te Meppel heerscht de griep in erge
mate. Sommige scholen zijn voor bijna de
helft ontvolkt. Geheele gezinnen liggen ziek.
Naar schatting zijn er reeds meer dan 1500
Patiënten. De ziekte is over het algemeen
niet ernstig.
Een psychopaath, die hardop droomde de
moordenaar te zijn
Mevrouw Weyne schetst verdachte als een
voorbeeldige vader voor zijn kinderen. Zijn
vrouw is een erge zenuwpatiënte, 's Zondags
ging hij veel met de kinderen wandelen. Zijn
vrouw was geen goede huisvrouw. Getuige is
overtuigd dat zij te veel geld uitgaf.
Mej. M. R. H. Remery, naaister te Rotter
dam, was op den dag van den moord by
mevr. Weyne en heeft de broek van verdach
te gerepareerd. Zij zag, dat de versleten plek
met een grove steek was dichtgenaaid.
Pres.: „Kreeg u den indruk, dat mijnheer
het zelf had gerepareerd?
Getuige antwoord ontkennend. „De vrouw
van verdachte zal het gedaan hebben, want
die is onhandig."
De politieagent T. W. van Willigen te Rot
terdam heeft tegen verdachte gezegd, dat
Lans vermoord is. Getuige had den indruk,
dat verdachte nog van niets wist.
De man op de Admiraliteitskade.
Mej. G. A. H. Enzlin, kantoorjuffrouw te
Rotterdam, kwam op den avond van den
moord langs de Admiraliteitskade en zag
daar om ongeveer half zeven een man met
het postuur van verdachte en een actetasch
en een pakje bij zich. Het pakje was vierkant
en in bruin papier gewikkeld. De man begaf
zich naar het water en wierp het pakje
eTn. Hij had een gladgeschoren, bolrond ge
zicht en een deukhoed op.
Mr. Kokosky: „Op 2 December* twee dagen
i.
Eerlijke John Butler trok de la open van
een witgedekte pokertafel :n zijn speelhuis
en gooide er zes spellen kaarten in, waarvan
er maar één gemerkt wsa. Toen hij de la
gesloten had met een lange blanke hand
(waaraan de met zorg gekweekte nagel prijkte,
die de merking verricht had), slenterde hij
naar den tweeden man, die in het lage vertrek
was.
Dit individu, blijkens het groene schermpje
voor zijn oogen, de strooien mouwbescher
mers en het schortje de croupier, zat te
spelen met de twee dobbelsteenen en den
haakstok, die eveneens tot zijn waardigheids
teekenen behoorden.
„Avond baas," zei hij. „Heb ik u van
middag niet met dien reiziger van 't Handels
huis bij Benny uit zien komen V'
„Zal wel," gaf Eerlijke John toe. „Ik liet
(im Markey de stad een beetje zien. Aardige
:erel, die Jim."
„Ja, hij heeft 'n pracht van een horloge,"
beaamde de croupier, en hij haalde een tweede
stel dobbelsteenen te voorschijn, waarmee
hij achteloos zessen ging zitten gooien.
,,'t Fijnste klokje, dat ik ooit gezien heb."
„Benny heeft 't bekeken en hij zegt, dat
't vijftienhonderd dollar waard is" berichtte
de eigenaar van het speelhol.
„Jammer dat meneer Markey niet van
dobbelen houdt," zei de croupier, nog steeds
zessen gooiend.
Eerlijke John fronste de wenkbrauwen,
maar niet al te streng. „Jim Markey is een
aardige kerel," zei hij, met zijn begeerige
kleine oogjes naar de pokertafel, „en ik pluk
niet graag aardige kerels. In ieder geval,
hij komt vanavond misschien niet eens."
„Daar is iemand," berichtte de croupier,
en hij liet zijn looddobbelsteenen in zijn zak
glijden, waar ze waarschijnlijk neerkwamen
met de zessen boven, „'t Zoemt."
De klanten van Eerlijken John moesten
een trap opklimmen om hun geld te verliezen,
en zijn zoemer was met een draad verbonden
aan de onderste trede.Als het metaalachtig ge
gons hoorbaar werd, bracht Oude Joe,
de uitkijk, zijn oog voor het kijkgat. Dit deed
hij ook nu, ontsloot vervolgens de versterkte
deur, mompelde „Genavond meneer Markey.
en stak een dollar in zijn zak.
Markey, een forsch en imposant man be
trad het gebied der gemerkte kaarten en
verhaspelde dobbelsteenen.
„Jongens," boemde zijn stem, „ik ben
hier nu een week in de stad, en vanavond
heb ik voor 't eerst een, gevoel, dat ik geluk
zal hebben, en nu kan ik niet spelen. Ze
hadden me vandaag geld moeten sturen,
maar ik heb niets gekregen."
„Da's vervelend, Jim," zei Eerlijke John,
en zijn oogen konden zich maar niet los
rukken van den fijnen gouden ketting
op Markey's uitvoerige vest.
„Als ik mijn cheque op tijd gekregen had,
zou ik vanavond je bank hebben laten
springen," verkondigde Markey.
„Beroerd," mompelde Eerlijke John, nog
turend naar den ketting, die leidde naar een
horloge van vijftienhonderd dollar.
Markey scheen de onuitgesproken vraag
naar zijn tijdwijzer te voelen, want nu zei
hij droomerig „Ik zou haast een pandjes
huis zoeken, en een paar honderd op mijn
horloge leenen."
„Hoeveel wou je hebben?" vroeg Eerlijke
John, en 't lukte hem nogal, zijn stem niet te
gretig te laten klinken.
„Ik moest toch maar Jiever wachten, tot
mijn cheque komt," was 't teleurstellend
antwoord. „Misschien ben ik met zoo ge
lukkig als ik me verbeeldde, 'r Is nooit een
goed teeken, als ik de eerste klant ben hier."
„Zooals je wilt, Jim," zei Eerlijke John
eenvoudig, „maar ik wil je graag vijfhonderd
dollar op je klokje leenen. De jongens komen
om een uur of acht ga een eindje loopen,
en kom dan terug, dan bèn je de eerste met
meer 1"
„Da's geen kwaad idee," zei Markey.
opgelucht. „Hier heb je 't horloge geef
maar op ie vijfhonderd. Ik ga naar 't hotel,
eerst m'n rapport schrijvep, en dan kom ik
om 'n uur of half negen terug."
Met vijf biljetten van honderd dollar in
den zak, waar zijn horloge had gezeten,
stapte de forsche en imposante Jim Markey
om kwart over zeven weg maar hij kwam
niet om half negen terug. Toen 't zoo laat
was zat hij in een trein, die een uur geleden
vertrokken was. Hij wist. dat 't half negen was
door een blik op zijn horloge, het echte, met
de echte robijnen en emeralden.
Jim Markey stak nog een sigaar aan, en
dacht met voldoening aan den slag, dien hij
geslagen had. Want als alle beroepsmisdadi
gers was Jim Markey bijgeloovig. Hij was
het zevende jaar van zijn loopbaan begonnen.
Dat moest een geluksjaar zijn, Zes jaar lang
had hij rondgereisd, vrienden zoekend onder
spelers en andere lui, die zich slim wanen,
en hen opknappend met horloges, die hem
drieëntwintig dollar het gros kostten. En al
die zes jaar was zijn vrouw haar best blijven
doen, om hem van dat beroep af te krijgen.
Nu, terwijl ze met weerzin zijn koffer
pakte voor deze reis, alweer. „We hebben
een aardig huis en je hebt geld op de bank,"
pleitte ze, „waarom blijf je niet thuis, en
zoek je niet wat fatsoenlijrs Onze Jimmy
is vijftien voor hem is 't óók beter, dat je
't niet meer doet. Hij denkt heel wat van zijn
vader. Wou je, dat hij er achter kwam Je
wou hèm toch geen zwendelaar zien worden,
is 't wel
Op die laatste vraag had Jim oprecht met
neen geantwoord. Maar hij wou nu toch nog
niet ophouden 't zevende jaar, 't geluks
jaar Hij deed 't toch zeker voor Jimmy en
voor héér?
Om tien uur zou de trein in Lake-City
stoppen-; dan zou hij haar een telegram
sturen, dat het zevende jaar goed begonnen
was. Maar vóór hij in Lake-City kwam,
gebeurde er iets, dat zijn gedachten een ande
ren kant op dwong. Markey hoorde getwist
in 't andere einde van den wagon.
„Ik houd vol, dat die jongen mijn porte
feuille gestolen heeft," hoorde hij een booze
stem uitroepen.
Toen kwam er een protesteerende jongens
stem
„Heusch meneer, u vergist u. Ik hèb 'm
niet. 't Zal die andere jongen geweest zijn
die in Enterprise uitgestapt is."
Jim Markey was opgestaan en keek naar
het opgewonden groepje, en plotseling kreeg
hij een vreemd gevoel in de maagstreek.
Want die bleeke jongen; die door een boo-
zen man stevig bij den kraag werd gehouden,
leek merkwaardig veel op Jimmy. Markey
zag en wist natuurlijk, dat 't Jimmy niet was.
Jimmy zat thuis thema's of sommen te
maken. En deze jongen was minstens een
iaar ouder, en had iets kruiperigs-bangs
in zijn oogen, wat Jimmy heelemaal niet had.
En toch moest Markey aan Jimmy denken
„Ze mogen gerust m'n zakken navoelen,"
riep de jongen.
Natuurlijk, dacht Markey, die wist, dat
er in Enterprise geen jongen was uitgestapt.
„Hij heeft de portefeuille natuurlijk gerold,
en in een boschje gegooid. Straks staan we
stil. Als hij niet weg weet te komen heeft ie
geen schijn van kans."
Maar de zakkenroller was veel te bang,
om een poging tot ontsnapping te wagen.
(Slot volgt)
na het gebeurde, heeft getuige verklaard,
dat zij niet kon zeggen, dat de man op ver
dachte leek. Eerder het tegendeel."
Als tusschen O. M. en verdediging een
meeningsverschil rijst betreffende de jas,, die
de man aan had, verzoekt de verdediger
voorlezing van het proces-verbaal der des
betreffende getuigenverklaring voor de Rot-
terdamsche Rechtbank. Dé "man wordt daar
in beschreven als gezet van postuur met een
donkergrijze demi-saison aan.
Inspecteur Hermans, leest het signalement
voor, door getuige op 1 December aan hem
opgegeven. Daar wordt gesproken van een
donkergrijze jas met fluweelen kraag. „Maar
in verdachte's jas is óók iets grijzigs", zegt
de inspecteur.
Pres.: „In elk geval kwam de gestalte
overeen met die van verdachte."
A. van der Tol, machinist te Roterdam,
doet mededeelingen over den vijl. Hij heeft
dezen omgebogen om er mee te kunnen
schrappen. Een sleutel van het achterhek
had h{j niet. Desgevraagd door verdachte
verklaart deze getuige nog, dat van een be
nedendeur in het kantoor een maand vóór
den moord het slot defect was. Het is door
hem gerepareerd.
De werkvrouw, mej. Van MeedenKroon,
heeft gezien, dat de vijl in het groote kistje
lag. Vroeger lag hij er niet in. Zij heeft
's ochtends na den moord de mesjes gewas-
schen. Het witte was er niet bij.
Het geld in beslag genomen.
De heer H. A. Scheen, inspecteur van een
assurantiekantoor te Rotterdam had de zaak
van dr. Haas verzekerd tegen inbraak. Op
4 December 1928 is hij er op kantoor geko
men en heeft de schade opgenomen. Hij leest
de specificatie voor. Verdachte heeft tegen
hem gezegd, dat het kleine geld door de
politie in beslag is genomen.
Bij informatie bij de politie vernam ge
tuige dat door haar niets in beslag is geno
men. Wat weg was, was heel gering.
Verdachte: „Inspecteur Hermans heeft het
geld opgenomen, dat aanwezig was en ik heb
de posten opgegeven, die in het kasboek
staan, maar mejuffrouw Lans had bij het
opmaken van het kasboek eenige posten ver
geten."
Op dit punt werd de zitting geschorst tot
twee uur.
Na de pauze ging alle aandacht uit naar
Siebeling. Het getuigenverhoor bracht ver
der niet veel nieuws meer in de zaak. Een
langdurig debat werd gevoerd tusschen den
verdediger en de deskundigen inzake de
speurhonden en ook hier was de verdediger
niet gemakkelijk.
Een zeer interessante getuigenis is die van
de dienstbode van Lansman, die mededeelde
twee mannen uit het achterhek van hét per
ceel, waar de moord is gepleegd te hebben
zien komen. Een droeg een actetasch bij
zich. Er zijn nadien nog proeven genomen
om de juistheid dezer verklaringen van de
ze getuige vast te stellen, waaromtrent Mr.
Hoogenraad, waarnemend griffier bij de
rechtbank te Rotterdam nadere getuigenis
aflegde. Volgens getuige Hermans is het
mogelijk, dat de twee mannen leden zijn
geweest van het personeel van Lans. Nog
even werd gestribbeld over de verklaringen
van den agent van politie W. Moree, die bij
de behandeling van een andere moordzaak
twee vrouwen had verhoord die hem gespro
ken hadden over de moordzaak Lans.
De verdediger wensphte, dat deze getuige
de namen der vrouwen noemde, doch ge
tuige had wegens ambtsgeheim daartegen
bezwaar.
Het Hof kon na in raadkamer te zijn ge
weest zich vereenigen met de houding van
getuige.
Het wordt zeer druk in de rechtszaal. Wij
hoorden nog nimmer zoo'n rumoer bij de
behandeling eener strafzaak.
Mr. Kokosky vraagt acte, dat hij tegen
deze beslissing is en in cassatie zal gaan.
Nog komt or>dagen getuige Vink, een ver
pleegde m het Psychonathengesticht te Lei
den, die mededeelde, dat hij naast een me
de-verpleegde Goossen heeft geslanen, die
hardop droomde en daarbij vertelde: ,.Ik
ben bang. Ik heb Lans vermoord". Toen de
ze getuige hem den volgenden dag mede
deelde, wat hij gehoord had, schrok Goos
sen ten zeerste.
Van deze getuigenis werd weinig notitie
genomen.
Daarna kwam de Duitscher Siebeling, die
zich op de publieke tribune had bevonden,
naar voren.
Hij is reiziger en woont te Amsterdam, en
wordt onder eede gehoord.
„Hebt u Lans vermoord?" vraagt de presi
dent. (Hilariteit in de zaal).
Getuige, die goed Nederlandsch spreekt,
antwoordde: „Neen, ik heb geen moord ge
daan!"
„Kwam u met een schaar of een vijl naar
Den Haag?" vraagt de president.
„Ook niet!"
Getuige ontkent, dat hij aan Oostveen ge
zegd zou hebben, dat hij den moord op Lans
geo'eegd heeft Hij weet er niets van.
Hierop wordt getuige Oostveen, psycho
paath, gedetineerd te Scheveningen, bin
nengeleid. (Beweging in de rechtszaal).
Met veel drukte zegt Oostveen, naar den
Duitscher wijzende:
„Hij is de moordenaar!"
De verklaringen van beide getuigen hou
den niet veel in en berusten op sensatie.
Vervolgens vangt het verhoor aan van de
deskundigen.
Hierna wordt de zitting om 6 uur ge
schorst tot heden 10 uur v.m.
Leestijd
25 Februari. Een Amerikaansch tijd
schrift is onlangs met een verrassende nieu
wigheid voor den dag gekomen. Het publi
ceerde een artikel over toestanden in Roe
menië, waaronder de lezer het nuchtere
onderschrift vond: „leestijd 17 minuten en
42 seconden".
Amerika bracht ons eerst de pakkende
„kopjes", de titels die het ons mogelijk ma
ken een krant te „lezen" zonder hem te
lezen, nu wordt het ons ook mogelijk ge
maakt, te weten hoeveel tijd wij met dat
niet-lezen uitsparen!
Maar dat lijkt mij dan ook het eenige
voordeel van het nieuwe systeem. Want de
leestijd is onder diverse omstandigheden
zeer verschillend! Wilde men volledig zijn,
dan zou men moeten beginnen met onder
een artikel v&n, zeg professor Quasimir, het
volgende te zetten:
L e e st ij d
voor zeer omwikkeld lezer: nihil (begint
er niet aan);
voor middelm. ontwikkeld lezer: 1 minuut
(houdt dan op);
voor niet ontwikkeld lezers: 24 min. 12
sec. (wordt vervolgens gewekt),
in trein: 28 min. 1*. 1/7 sec.
in tram: 25 min. 49 sec.
(beide: met interessant gezelschap tegen
over u: driemaal zoo lang).
in omnibus (normaal hobbelend): 34 min.
12 1/3 sec.
op boot (zonder zeeziekte)31 min. 14
sec.
op boot (met zeeziekte): lezing sterk af
te raden.
in vliegmachine (bij normale luchtziekte)
lezing af te raden.
in groot café met muziek: 42 min. 10'A
sec.
in klein café (met normale praatzucht
van waard of kellner)40 min. 1 sec.
in vacantietijd: lezing af te raden.
MET NORMALE OOGEN:
in huiskamer (zonder radio): 14 min.
12sec.
in huiskamer (met radio): 1 uur 42 min.
in huiskamer (kinderen naar bed): 14
min. 12 sec.
in huiskamer (kinderen nog op): 2 uur
17 min.
in huiskamer (met zwijgende wederhelft):
14 min. 12 sec.
in huiskamer (met wederhelft, die gaarne
doorspreekt als men een hoofdartikel leest):
3 uur 42 1/16 min.
Zoo zou men in het oneindige kunnen
doorgaan. Hoe lang duurt het lezen in een
bankaar, in de keuken (met en zonder ge
zelschap), in een koud huis, in een warm
huis, in een kamer met honden, met poe
zen, met tantes, in een tramhuisje, in een
wachtkamer (met en zonder kiespijn? en-
zoovoort enzoovoort.
In één woord: het systeem is onhoudbaar.
Wenschelijker liVct het mij, uat iedere
Amerikaansche krai fc Fransche en Belgi
sche mogen het voorbeeld volgen onder
ieder artikel zetten of een belanghebbende
voor plaatsing van dat artikel betééld heeft,
en zoo ja, hoeveel. Dan weet de lezer ten
minste of hü het artikel „überhaupt" lezen
moet.
Vragen van den minister
Het Tweede Kamerlid, de heer Zijlstia,
heeft den minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw de volgende vragen
gesteld:
Is het den minister bekend, dat een hoe
veelheid van 8000 balen Russisch aardap
pelmeel bestemd is om naar Groningen te
worden vervoerd?
Indien dit den minister bekend is, of
hem eventueel bij onderzoek de juistheid
hiervan mocht blijken, is hij dan niet van
oordeel dat een soortgelijke invoer, vooral
indien zij groote afmetingen mocht aanne
men, den onlangs door de Tweede Kamer
aangenomen maatregel ins&ke de aardap-
pelmeelindustrie in zijn werking ernstig zal
schaden?
Is de minister voornemens ter zake
maatregelen te nemen en zoo ja welke?
De minister van Financiën maakt be
kend, dat de commissie van deskundigen
voor de samenstelling van de prijscourant
ter berekening van het invoerrecht op
versch of gekoeld vleesch in haar verga
dering van 23 Febr. jj. bedoelde prijscou
rant heeft vastgesteld als vo'gt: rund- en
kalfsvleesch, versch of gekoeld, 100 k.g.
85; paardenvleesch, versch of gekoeld,
100 k.g. 45.
Gedurende Maart a.s. zal mitsdien het
invoerrecht voor de hierboven genoemde
vleeschsoorten bedragen tien procent van
de hiervoor vermelde waarden.
203. Wim was dus weer den man ontkomen.
De deugniet was alweer gered.
Hij had gezien den koopman vallen,
De deugniet grinnikte van pret.
„Maar," zei hij, „ik voel dat lk dorst heb.
Mijn tong aan 0 verhemelte plakt,
Mijn keel is zoo droog als zoolleer,
Naar een koelen dronk ze snakt."
204. Pim, ofschoon verlangend naar 't einde.
Genoot toch van alles wat hij zag,
Van de stad met de nauwe straten,
Die uitgestrekt onder hem lag.
Hij zag de San Marco met de duiven,
Het paleis der dogen met kunstig dak.
De „San Maria del Salute",
Waar boven uit de koepel stak.