Buitenlandsch oT^ieuws
t
FEUILLETON
BELGIE'S BUITENLANDSCHE
POLITIEK
DE VIERDE SEPTEMBER
DERDE BLAD
DONDERDAG 5 MAART 1931
BLADZIJDE 1
Uiteenzetting van minister Hymans - Fransch-Belgisch accoord
Het Fransch-Italiaansche
accoord
Verklaring van Henderson
Verklaringen van Curtius
De „Malta-kwestie" in het
Engelsche Hoogerhuis
Sovjet-Rusland en Duitschland
Buitenlandsche visschers
en de kabeljauwvangst
Beschouwingen in het Engelsche
Lagerhuis
Gemengde (Buitenlandsche
Berichten
De bedevaart te Diksmuide
Lorrie door een sneltrein gegrepen
Deensche badplaats door
springvloed verwoest
KORT NIEUWS
FAILLISSEMENTEN
RADIO-OMROEP
„Er zal wel geen volgende keer meer voor
By de behandeling der begrooting van Bui-
tenlandsche Zaken heeft minister Hymans
een redevoering gehouden, waaraan wij het
volgende ontleenen:
Hymans gaf allereerst een uiteenzetting
Van den politieken status van België sinds
het een onafhankelijk koninkrijk werd. met
gegarandeerde neutraliteit, waarvan 't even
wicht door den oorlog werd verstoord.
Het verdrag van Versailles heeft bij arti
kel 31 erkend, dat de verdragen, waarbij voor
den oorlog het regime van België werd be
paald, niet meer aan de nieuwe omstandig
heden beantwoordden. Aan den anderen
kant werd in de inleiding van het Rijnpact
onderteekend te Locarno, vijf jaar later de
opheffing van het verdrag der neutralisatie
van België vastgesteld. België heeft zich de
lessen uit het verleden herinnerd, doch nooit
kunnen gelooven. dat het. gezien zijn aard
rijkskundige ligging, zijn klein grondgebied
en zijn lange grenzen, steun en waarborgen
zou kunnen missen. Het noopte in het sta
tuut van den Volkenbond algemeene waar
borgen te vinden, in geval van niet-uitge-
lokte aanvallen, doch de Belgische regeering
meende tevens speciale waarborgen van steun
en veiligheid te moeten zoeken. Zij had de
overtuiging dat de entente met Frankrijk
en Engeland de meest solide basis was voor
den Europeeschen vrede. Daarom opende de
Belgische regeering met deze landen onder
handelingen om nieuwe waarborgen te ver
krijgen. De onderhandelingen slaagden, wat
Frankryk betreft.
HYMANS
Op 7 September 1920 werd een aceoord tus
schen den Franscnen en den Belgischen ge-
nera'.en staf gesloten, waaraan beide regee
ringen haar goedkeuring hechtten. De Bel
gische regeering trachtte ook met Engeland
een accoord aan te gaan, doch in den aan
vang slaagde zy daarin niet. In 1922 werd
evenwel een ontwerp-verdrag opgemaakt,
hetwelk het onderwerp uitmaakte van een
intergeallieerde conferentie te Cannes, doch
onverwachte omstandigheden deden deze on
derhandelingenen mislukken. Drie jaren ver
liepen vóór de onderteekcning te Locarno
van het Rijnpact, waai door ook de waarborg
van Engeland en Italië werd verkregen.
Gedurende deze drie jaren ontstonden po
litieke en eeconomische verwikkelingen, ver
oorzaakt door het herstelvraagstuk die leid
den tot de aanneming op de conferentie van
Londen in 1924 van het Dawes-plan en tot
de behandeling op de vergadering van den
Volkenbond te Genève van het veiligheids
vraagstuk. volgens de klassVk geworden for
mule: Arbitrage. Veiligheid, Ontwapening.
De ontwerp-overeenkomst te Genève uit
gewerkt, kon echter de instemming van ze
kere landen, waaronucr Engeland, niet krij
gen.
Sir Austen Chamberlain zette in den Vol
kenbondsraad uiteen, dat het Britsche rijk
zich niet kon verbinden voor all® deelen der
wereld, waar zich een geschil zou voordoen;
hij erkende echter, dat er in Europa bijzon
dere toestanden aanwezig waren, die speciale
maatregelen vereischen en by wees op de
mogelijkheid van afzonderlijke regelingen
tusschen zekere staten, ten einde hun veilig
heid te verzekeren en den toestand van ge
vaarlijke en kwetsbare streken te staoilisee-
ren. Het Locamo-part was hiervan het ge-
Volg.
Het militaire accoord met Frankrijk
De minister besprak vervolgens 't Fransch-
Belgische militaire accoord van 1920. Spre
ker herinnerde er aan, dat op 7 September
1920, maarschalk Foch, generaal Maglinse,
chef' van den Belgischen st.af en generaal
Buat, chef van den Fraaschen generalen
staf, een reeks militaire maatregelen vast-,
stelden, ten einde de mogelijkheid van een
nieuwen Duitschen aanval op België en
Frankrijk te voorkomen.
Het komt er op aan, aldus de minister,
de voornaamste kenmerken van het accoord
van 1920 juist te bepalen, want dit accoord
heeft in België en in het buitenland aan
leiding gegeven tot uitleggingen, die het dik
wijls vervormd en verdraaid hebben.
In zekere kringen, zelfs in België, zelfs in
bevriende landen, heeft men het voorgesteld
alsof het een beperking onzer onafhankelijk
heid ten gevolge zou hebben, alsof bet aan
het land lasten, uitgaven en een bepaalde
politiek zou opleggen. Men heeft het in het
buitenland een verbond genoemd, dat van
België een satelliet zou maken.
Hoe zou men dit kunnen aannemen, wan
neer men zich herinnert, uit welke mannen
het Belgische kabinet, dat dit accoord goed
keurde, was samengesteld? De heer Vander-
velde zetelde in die regeering naast den heer
Poullet en den heer Jaspar. En alle drie
hebben herhaaldelijk woorden gesproken en
afdoende getuigenissen afgelegd, die aan de
onjuiste, kwaadwillige en soms lasterlijke
uitleggingen allen grond ontnamen. Maar la
ten wij de zaak van naderbij beschouwen. Het
accoord van 1920 bevat slechts militaire maat
regelen van verdedigenden aard, vastgesteld
door de hoofden van beide legers, in 't voor
uitzicht van de mogelijkheid eene: gemeen
schappelijke actie, ondernomen door beide
staten om een niet uitgelokten aanval van
wege Duitschland tegen een hunner af te
weren. Het accoord eerbiedigt de autonomie
van eiken staat.
Elke staat behoudt zijn volledige souve-
reiniteit wat betreft de militaire lasten,
welke hij aan zijn land zal opleggen. Dien
tengevolge heeft België zoowel als Frankrijk
het recht om zijn militair regime en ziin
verdedigingsstelsel naar eigen goeddunken
te regelen.
Elke staat zal in laatste instantie en in
elk bijzonder geval te oordeelen hebben
over de verwezenlijking van de eventualiteit
met het oog waarop het accoord gesloten
werd. Met andere woorden beide staten zul
len elk volgens de omstandigheden te be
slissen hebben, of er al dan niet aanleiding
tot samenwerking bestaat. Zoodoende be
houdt elke staat zijn volkomen vrijheid van
beslissen.
Het accoord is in wezen een militair ac
coord. Het is een defens'ef accoord. Het is
een veiligheidsaccoord. Het heeft ten doel,
verklaarde de premier Delacroix in den Se
naat en in zijn brief aan den Volkenbond,
„de waarborgen van vrede en veilisheid
voortvloeiend uit het Pact van den Volken
bond te versterken."
Het is dus onjuist en ongerijmd te mce-
nen, dat het als dekmantel voor oorlogs
zuchtige en imperialistische combinaties zou
dienen, en eveneens om het voor te stellen
als een verbond, dat onze politiek aan die
van Frankrijk zou onderwerpen.
De legende, die men gepoogd heeft ingang
te doen vinden, het geloof in het bestaan
van geheime politieke bepalingen, kunnen
uitgelegd worden door de onvolledige re
dactie der in 1920 tusschen beide regeerin
gen gewisselde brieven en door den beknop-
ten tekst der vermelding aangebracht in de
verzameling der door den Volkenbond ge
registreerde verdragen.
Nóch in deze brieven, nóch tn den tekst,
verschenen in het register van den Volken
bond, wordt immers melding gemaakt van
het geval van een niet-uitgelokten aanval,
waarop alleen door het accoord van 1920
wordt gedoeld.
Bovendien is het accoord van 1920 geen
bondgenootschapsverdrag. De grondwet zegt
in artikel 68. dat de koning de verdragen
sluit en dat de verdragen, die den Staat be
zwaren. eerst van kracht worden, nadat zij
de instemming der Kamer verkregen heb
ben.
Welnu, het accoord werd nóch aan den
koning ter onderteekening nóch aan de
goedkeuring van het parlement onderwor
pen.
Rijnpact en militair verdrag.
Minister Hymans bespreekt vervolgens de
verhouding tusschen het accoord van 1920
en het verdrag van Locarno, dat plechtig
werd onderteekend en vervolgens werd goed
gekeurd door een Belgische wet. De schik
king tusschen beide generale staven heeft
nooit eenig ander doel gehad en zal ook
nooit een ander doel kunnen hebben dan de
voorbereiding en de practische verzekering
der technische uitvoeringsvoorwaarden voor
het eventueel in weking stellen eener coöpe
ratie tusschen België en Frankrijk in geval
van een niet-uitgelokten aanval van
Duitschland. De verplichting dezer samen
werking is thans op de meest nauwkeurige
wijze omschreven door de beschikkingen
van het garantieverd-ag, gesloten te Locar
no op 16 October 1925.
Het FranschBelgische militaire verdrag
heeft het oog op een enkel geval, n.l. een
niet uitgelokten aanval van Duitschland.
Het Rijnpact gaat verder. Het breidt den
wederzijdschen bitstand uit In geval van
schending der artikelen 42 en 43 van het
Verdrag van Versailles, betreffende de ge
demilitariseerde zóne van den Rijn. Het
Rünpact dekt het accoord en breidt het uit.
De heer Vandervelde heeft reeds in zijn
redevoering van 20 Januari 1926 gezegd, dat
het verdrag van Locarno uitdrukkelijk voor
ziet in de militaire samenwerking met
Frankrijk in beide bovengenoemde gevallen.
Niets is dus wettiger dan dat aan beide
legerstaven wordt toegestaan met elkaar in
aanraking te komen om deze mogelijkheid
te bestudeeren.
Vervolgens geeft Minister Hymans een
overzicht van de verdragen, die de interna
tionale positie van België vaststellen en zijn
politiek beheerschen. België heeft den vrede
nooide, aldus de Minister. Wij hebben alles
wat in onze macht was gedaan om de
waarborgen tegen den oorlog, alsmede het
Volkenbondswerk, te versterken. Het is
echter niet de taak van een klein land als
België om op het gebied der ontwapening
het voorbeeld te geven. Een ontwapend klein
land te midden van gewapende groote lan
den is een speelgoed en een prooi. Ander
zijds laat de internationale toestand niet
toe, onbezorgd en onverschillig te zijn. Onze
politiek zal echter blijven een politiek van
den vrede, waarvan Briand de geestelijke
vader is.
België, aldus besloot de Minister, zal zich
desnoods weten te verdedigen. Het zal ech
ter slechts de wapens opnemen om zijn
grondgebied en zijn onafhankelijkheid te be
schermen.
Henderson, de minister van buitenland-
sche zaken, heeft heden in het Lagerhuis
een verklaring afgelegd betreffende zijn
jongste bezoek aan Parys en Rome. Hij
zeide, dat hij met 'vreugde er het Lagerhuis
mededeeling van deed dat een oplossing
die aan de goedkeuring der andere betrok
ken mogendheden was onderworpen was
gevonden voor de problemen, die de vloot-
conferentie van Londen hangende had ge
laten. Hi) was niet in staat er de bijzon
derheden van mede te deelen, daar dit
onhoffelijk zou zijn zoo ang de belangheb
bende regeeringen niet ruimschoots tijd
hadden gehad om de voorwaarden van het
accoord te overwegen.
Intusschen sprak Henderson de hoop uit,
dat de eerste lord der Admiraliteit in staat
zou zijn de volgende week andere bijzon
derheden te geven bij het debat over de
marinebegrooting. De premier, de eerste
lord der Admiraliteit en Henderson zelf wa
ren ervan overtuigd, dat op andere wijze
dan die van het persoonlijk contact met de
leidende ministers der beide belanghebben
de mogendheden geen succes te verkrijgen
ware geweest, hetgeen het zoo plotseling
vertrek naar Parijs en Rome van een Brit
sche delegatie op 23 Februari verklaart. De
delegatie werd te Parijs en Rome vriend
schappelijk ontvangen, en dank zij het le
vendig verlangen naar overeenstemming
dat in de beide hoofdsteden aan den dag
trad, kon de delegatie de ernstige moeilijk
heden overwinnen, die zoo langen tijd
overeenstemming hadden in den weg ge
staan.
Welke ook de beperking zyn mag, aan
den bouw van nieuwe oorlogsschepen opge-
gelegd, het voornaamste kenmerk der on
derhandelingen is, wat in politiek opzicht
werd bereikt. Het ontworpen accoord ver
hindert de hernieuwing van bewapenings-
wedijver, en misluking van de onderhan
delingen zou de atmosfeer van de aan
staande ontwapeningsconferentie hebben
vergiftigd.
Tenslotte uit Henderson de hoop, dat alle
mogendheden te Genève elkaar zouden
ontmoeten met betere vooruitzichten op
een volledig en definitief succes. In ieder
geval was Henderson ervan overtuigd, dat
het accoord aanzienlijk zou bijdragen tot
het versterken van de gevoelens van vriend
schap en samenwerking, niet slechts tus
schen dê onmiddellijk-belanghebbende mo
gendheden, doch ook tusschen allen die 't
vlootverdrag van Londen hadden ondertee
kend.
Zijn bezoek aan Weenen
Gisteren heeft de Duitsche Minister van
Buitenlandsche Zaken Dr. Curtius in de
Duitsche Ambassade de binnen- en buiten
landsche persvertegenwoordigers ontvangen.
CURTIUS
Curtius verklaarde, dat zijn bezoek aan
Weenen geen sensatie is. Duitsche en Oosten-
rij ksche Ministers komen meermalen voor ge-
dachtenwisselingen bijeen. Duitschland staat
thans op economisch gebied in het centrum
der belangstelling. Er zijn nieuwe wetten en
nieuwe formules gevonden om den tegenwoor-
digen moeilijkheden het hoofd te bieden. De
Duitsche regeering en haar volk leggen zich
op enge samenwerking toe en zijn tot iederen
arbeid bereid, die geschikt schijnt den econo-
mischen nood te lenigen.
Wat den Volkenbond betreft zeide spr., dat
deze vaak( niet aan de verwachtingen
heeft beantwoord, doch spr. wil aan den an
deren kant ook erkennen, dat dit lichaam
herhaaldelijk op succesvolle wijze bemidde
lend is opgetreden.
De werkelijke waarde van den Volkenbond
zal eerst blijken, als hij er in slaagt de hem
opgedragen groote kwesties tot oplossing te
brengen. Hieronder rekent spr. ook de kwes
tie der ontwapening en 'n royale regeling van
de minderhedenkwestie. Duitschland eischt
ontwapening, daar deze het eenige bruikbare
middel is om in de toekomst oorlogen te
voorkomen en de menschheid vrede te geven.
Wij verwachten, aldus spr., van de ontwape
ningsconferentie, dat zij aan de militaire be
reidheid aller landen het dreigend karakter
ontneemt. Tevens moet zij niet alleen het
recht der volkeren op veiligheid erkennen,
maar tevens verwezenlijken. Spr. protesteert
ook van deze plaats tegen wat hij noemt „de
schuld aan den oorlog."
Aangaande de Minderheidskwestie ver
klaarde spr., dat de regeering zich te dien
aanzien volkomen in overeenstemming be
vindt met het geheele Duitsche volk. Het
minderheden-probleem moet op bevredigende
wijze worden opgelost. Dit is een eerste eisch
van onzen tijd en door de verwezenlijking zal
een blijvende verzoening en vriendschappe
lijk samengaan der volkeren mogelijk zijn.
Wij zuilen, aldus spr., deze politiek niet
slechts voor ons zeiven, doch ook voor het
algemeen belang in den ruimsten zin des
woords voortzetten.
Ten slotte herinnerde spr. er aan, dat de
Oostenrijksche Minister van Buitenlandsche
Zaken de verhouding van Oostenrijk en
Duitschland heeft samengevat in de formule:
een volk en twee staten. De staat heeft tot
taak de belangen van een volk te behartigen.
Duitschland en Oostenrijk dienen gemeen
schappelijk het Duitsche volk, waarvan de
solidariteit van de Duitsche en Oostenrij ksche
politiek het resultaat is.
In het Hoogerhuis heeft gisteren een de
bat plaats gehad over den toestand op
Malta, waar, zooals bekend, de grondwet
buiten werking is gesteld in verband met
de tusschen de Engelsche regeering en de
katholieke kerk bestaande spanning.
Strickland beklaagde zich over de houding
van de geestelijkheid en somde verschillende
grieven op. Zoo deelde hij mede, „dat de Sa
cramenten onthouden zijn aan dames, die
lid waren geworden van een door lady
Strickland gestichte niet-politieke club. Te
vens werden de Sacramenten geweigerd aan
allen, die tot de constitutioneele partij be
hoorden."
Ook beklaagde hij zich, dat uit Italië gel
den naar Malta gezonden zijn, om de an-
ti-Engelsche beweging te steunen.
Namens de regeering verklaarde lord
Passfiled, dat de geestelijken door hun hou
ding de taak van den Engelschen gouver
neur bemoeilijkt hebben en dat het Vati-
caan geen medewerking heeft verleend aan
de pogingen der regeering, om normdie toe
standen te herstellen.
De regeering zal den gouverneur steunen.
Een regeeringscommissie is naar Malta ge
zonden, om een onderzoek in te stellen en
voorstellen te doen, op welke wijze de con
stitutioneele toestanden weer hersteld kun
nen worden.
Chintsjoek op de Leipziger Messe
De Russische ambassadeur te Berlijn, de
heer Chintsjoek, heeft aan een dejeuner, dat
een aantal diplomaten, die de Leipziger Mes-
se bezochten, werd aangeboden, een rede ge
houden, waarin hij o.a. zeide:
De industrie der Sovjet-Unie is sinds onaf
zienbare tijden met die van Duitschland ver
bonden.
De industrialisatie in ons land wordt voor
het grootste gedeelte met Duitsche machines,
Duitsche uitrustingen, alsmede met mede
werking van Duitsche technische hulpkrach
ten uitgevoerd. Duizenden Duitsche inge
nieurs, technici en geschoolde arbeiders zijn
reeds met groot succes in de Sovjet-Unie
werkzaam.
Het tegenwoordige bezoek van leiders der
Duitsche industrie aan Moskou is een belang
rijke factor, welke de pogingen der beide
landen aanschouwelijk maakt om ook in de
toekomst hun onderlinge economische be
trekkingen aanzienlijk uit te breiden.
In dit jaar der internationale economische
crisis heeft de Leipziger Messe, die alle jaren
de resultaten der Duitsche industrie op alle
gebieden demonstreert, een speciale beteeke-
nis. Mijn land volgt met de grootste opmerk
zaamheid haar vorderingen en koestert de
beste wenschen voor haar verdere ontwikke
ling.
In het Lagerhuis werd den minister voor
Schotland gevraagd naar het resultaat van
zijn verder onderzoek naar de vernieling
van kabeljauwnetten door buitenlandsche
trawlers in de Moray Firth. Inzonderheid
werd hem gevraagd naar het bedrag van
de schade, welke door de visschers geleden
is en de trawlers, die elk voor zich verant
woordelijk zijn voor deze schade.
Tot dusverre werden 23 klachten inzake
schade, door de plaatselijke visschers toe
geschreven aan buitenlandsche trawlers,
ontvangen en het totaal verlies wordt ge
raamd op ongeveer 789 Pond Sterling. De
rapporten, door den commandant van Zr.
Ms. „Spey" en de plaatselijke autoriteiten
der visscherij-inspectie samengesteld, zyn
na onderzoek dier "kwesties door 's Minis
ters departement doorgezonden aan den
Board of Trade, die thans overweegt welk
bewijs er bestaat voor het aanhangig ma
ken van klachten bij buitenlandsche recht
banken tegen de particuliere trawlers.
Op spr.'s verzoek heeft het Departement
van Buitenlandsche Zaken verleden week
een dringend telegram gezonden aan Zr.
Ms. vertegenwoordiger te Den Haag, ten
einde zekerheid te verkrijgen, dat het ver
zoek, gedaan aan de Nederlandsche traw
lers om maatregelen te nemen ter voorko
ming van schade aan de vischnetten, ter
.harte genomen wordt.
Spr. gaf het Lagerhuis de verzekering,
dat door de regeering al het mogelijke zal
worden gedaan om in ieder geval ernstig
te protesteeren.
Het primes tegen de vliegers weer
uitgesteld.
Voor de derde maal is gisteren te Veurne
de zaak voor geweest der militaire vliegers,
die den vorigen zomer de Vlaamsche bede
vaart te Diksmuide door het neerwerpen
van anti-Vlaamsche geschriften verstoor
den. Twee der drie vliegers waren aanwe
zig.
De rechtbank nam allereerst een beslis
sing ten opzichte van de bevoegdheid van
het bestuur der bedevaartorganisatie om
zich civiele partij te stellen. Ofschoon de
rechtbank erkende dat de organisatie re
gelmatig is gesticht en geen winstgevend
doel nastreeft, meende zij dat de organisa
tie zich in deze zaak geen civiele partij kan
stellen, daar het verband tusschen het den
viiegers ten laste gelegde en het geldelijk
verlies, dat de organisatoren der bedevaart
zouden hebben geleden, niet is bewezen. De
eisch der organisatie tot 125.000 francs
schadevergoeding werd dan ook niet ont
vankelijk verklaard.
Daar eveneens twee advocaten der be
klaagden niet waren verschenen, werd op
verzoek van een der verdedigers de behan
deling der zaak wederom verdaagd. Tot 17
Maart.
Twee dooden
In het kanton Wallis heeft tusschen de
stations Brieg en St. Maurice op het Sim-
plon-traject een ernstig spoorwegongeluk
plaats gehad. Een lorrie, waarop zich vier
Zwitsersche spoorwegber mbten bevonden,
kwam nabij St. Maurice in botsing met den
sneltrein uit Milaan, die met een snelheid
van 75 K.M. naderde. Twee beambten konden
nog tijdig van de lorre afspringen, doch de
beide anderen werden door den trein gegre
pen en medegesleurd. Hun verminkte lijken
zijn later teruggevonden.
De badplaats Juelsminde aan het Kattegat
is door een krachtigen springvloed volkomen
geïsoleerd. In de plaats zelf zijn vreeselijke
verwoestingen aangericht. Schepen, welke in
de haven werden losgeslagen liggen in de
straten van de stad. Gedeelten van zomer
verblijven werden ver het land ingespoeld.
De bewoners moesten zich in veiligheid
brengen op de hoogste verdiepingen van hun
huizen, soms zelfs op de daken, vanwaar zjj
later met booten werden afgehaald.
Het alternatieve kiesstelsel is in
het Engelsche parlement met 277 tegen 251
stemmen aangenomen.
Het Turksche kabinet is afgetreden.
Ismet Pascha zal als formateur optreden.
De Schepenenrechtbank te
Berlijn heeft de beklaagden in het in-
dustrieele spionnage-proces vrijgesproken
In Lapland daalde de thermome
ter tot 48 graden onder nul, de grootste
koude van dit jaar.
De onderstaatssecretaris!van
het ministerie van Britsch-Indië Earl Rus
sell, is te Marseille overleden.
Op de Koloniale Tentoonstelling te
Parijs staken 600 timmerlieden en meubel
makers.
3 Maart opgegeven door v. d. Graaf en Co.
N. V. (Afd. Handelsinformaties)
Uitgesproken:
2 Maart. A. H. W. Balk, meubelmaker,
Hilversum, Conradstraat 16. R.c. Mr. B. de
Gaay Fortman. Cur. Mr. C. Royaards, Hil
versum, Groest 73.
52.
Toen hij zich er van vergewist had, dat
het huis verlaten was. ging hij de zitkamer
van den Viscount binnen, zette zich in een
stoel en wachtte
Een koude wind deed het raam rammelen,
da' zich aan zijn rechterhand bevond.
Dai de „Viscount" zou lerugkeeren, daar
Was hij zeker van da' wist hij uit het rap
por' van Mitchell. Eveneens wisi hij uit
diezelfde bron dat „Lord Medway",
Zooals de moordenaar zich gedurende de
afwezigheid van zijn neei Frans geliefde te
noemen op di' oogenblik naar een bal was
ten huize van mevrouw Haversham en wel
niet heel vroeg 'huis te verwachten was.
Welnu wachten, da' kon hij.
Hij legde zijn revolver op z'n knie en
sloot de oogen. Mocht hij bij geval in slaap
vallen de thuiskomst van den „Viscount
Zou nem wei wekken.
Hij deed aldus, maar kort daarop kreeg
hij een gevoel, als werd hi) bij z'n schouders
gegrepen en dooreen geschud.
Hij rilde van den 'ocht, die van het raam
kwam. Toch- gek da' raam was 'och goed
dicht geweest, toen hij in slaap viel 1 Plotse
ling werd hij gewaar, dat hij zich niet alleen
in de kamer bevond en dat het licht aange
knipt was.
Hij wreef z'n oogen uit en keek rond om
dan z'n starren blik te laten rusten op het
koddige gelaat van Viscount Medway, die
nog geen drie meter van hem afstond.
„Ha, zoo, m'n waarde vriend," zei de
jongeman terwijl zijn rechterhand mei zijn
monocle speelde, „'n leuke verrassing, niet
Wel Bryce. ouwe jongen 1 Wat verschaft me
het genoegen
Bryce vond, dat deze geniale spottoon nog
lastiger te „verwerken" was dan de hooge
toon, dien de „Viscount" bij de eerste gele
genheid had aangeslagen.
„Kan het zijn." vervolgde de ander, „dat
ons kereltje nog steeds krijgertje aan't spelen
is. Och. die arme neef van mij Wat heeft
die /ieve ongen gedaan Wien heeft ie 't
laatst vermoord Hé heb je ook een re
volver
Met spottende verbaz-ng keek hij naar
de revolver van Bryce.
Bryce die z'n zelfbeheersehing eenigermate
herwon, lachte zoetsappig. Hij bewonderde
de stalen zenuwen van den moordenaar en
wilde trachten hem na te doen. Klaarblijke
lijk was Gerald binnengekomen, terwij
hij sliep en in plaats van zich uit de voeten
te maken, bleef hij z'n spelletje nog door
spelen. Of wist Gerald niet, dat z'n comedie
ifgeloopen was
Viscount Medway liep de kamer door
hanteerde met zeer veel handigheid hevel
en wijnkaraf en vulde twee glazen zonder
voet.
„Proost," noodigde hij kalm.
Hij gaf Bryce een glas, nam er zelf ook
een, ledigde het in een teug en zette het
terug.
Bryce dronk eveneens, maar bleef er bij
staan.
„En vertel me nu de reden eens van ie
hoogst aangenaam, zij het dan ongenoodigd
bezoek, m'n beste," mompelde de „Vis
count". Is het wéér Gerald? Arme afge
dwaalde jeugd, zeg het me maar, al is het
nog zoo erg."
„D'r valt niet veel te vertellen," zei Bryce
quasi onverschillig. „Gerald heeft zich enkel
uitgegeven voor zijn neef, Viscount Medway,
welken laatster, ik het genoegen had vannacht
in Sussex te ontmoeten 1"
Er vertrok geen spier op het gelaat van den
ander.
„Dus is m'n vriend," zuchtte hij medelij
dend, „het slachtoffer geworden van zijn
goedgeloovigheid
Bryce knikte terwijl hij oplettend naar
den man tegenover zich keek, die daar non
chalant in z'n stoel lag.
„Maar komaan, ouwe jongen." noodigde
Gerald. „Wees eens flink en vertel me eens
ronduit. Wanneer ontdekte ie, dat ik die
goddelooze Gerald ben Ik dacht, dat ik
gemakkelijk voor mijn neef kon doorgaan.
Vertel me eens waar ik op stuk geloopen ben,
voor 'n volgenden keer."
je zijn," merkte Bryce vroolijk op, en tegelijk
schoot hem het gebeurde van den afgeloopen
nacht te binnen.
„Zelfs het grootste geluk heeft 'n einde."
besloot hij minzaam.
„O, mijnheer Bryce," fluisterde Gerald met
geveinsden eerbied, „dat ben je toch, is 't
niet Maar hoe kwam je er toe dien armen
Wally op te drijven naar dat kalme en afge
legen Sussex
„Ik dacht, dat hij de moordenaar was,
totdat ik mijn vergissing inzag, m'n beste
Viscount," antwoordde Bryce met 'n lieve
buiging, „of heeft u liever, dat ik u mr. Wace
noem
Gerald glimlachte en ging rechtop in
Z'n stoel zitten.
„Neen, Bryce, beste jongen," zei hij op
koelen toon. „Om je eigen bestwil moet ik
je tegenspreken. Als je beweert, dat ie Wally
achtervolgde in de meening, dat hij de moor
denaar was dan moet ik dat beslist en
nadrukkelijk logenstraffen. Vergeef me m'n
ruwe zeggingswijze, maar ik gevoel me ge
drongen u te zeggen, dat uw eerste gedachte
toen u vriend Wally de plaat zag poetsen, een
minne, onwaardige gedachte was. Je dacht
aan rooi en aan geld 1 Je zag hem zeker
wegtrekken met den buit, niet Nu, wees
maar eens eerlijk mr. Bryce," glimlachte
hij innemend, „of heeft u misschien liever."
en hier zweeg hij even, „dat ik Mr. Press-
land tegen u zeg
Op dat woord viel er een onheilspellende
stilte in de kamer.
Bryce, die lijkbleek geworden was, keek
kwaadwillig in het srakke gelaat van den man
tegenover hem, en de revolver in zijn hand
draaide rond tot ze gericht bleef op Gerald's
hart.
„Zelfs een klein beetje weten," sprak
Bryce op nadrukkelijken toon, „sluit een
groot gevaar in zich. Ik ben Mr. Pressland.
Ik beken het eerlijk. En daarin schuilt het
gevaar."
„Meen je dat
„Maar er is iets," antwoordde Pressland
op koelen toon, „dat mij zegt, dat ie dat
geheim wel voor je zult houden."
„Je wordt interessan'," geeuwde Gerald.
„Los me die kruiswoordpuzzle eens op, m'n
waarde."
„De dooden spreken niet 1" was het ant
woord.
En Pressland's lippen krulden zich tot een
leelijken grijnslach.
De dooden spreken niet Het feit, dat zijn
tweevoudige rol bekend was, deed hem nu
begrijpen, dat zijn inspecteursbaantje hem
toch niet voor alle verdenking kon vrijwaren
zooals hij eerst gedacht had. Tot nu toe waren
de zaakjes goed geloopen. In zijn positie
als politie-inspecteur was het hem geluk'
omgestoord z'n gang te gaan, wijl hij wist
in welke richting de politioneele onderzoe
kingen gingen. De ontmaskering van den
moordenaar zou hem nog grooter facili
teiten bezorgen, zooals promotie en een
grooter vertrouwen, wat hem den weg nog
meer zou vergemakkelijken. Nu, dat maakte
VRIJDAG, 6 MAART 1931
HUIZEN, 298 M. Algemeen Programma
Nederlandsche Omroep 8.008.15 Schrift
lezing 8.159.30 Gramofoonplaten
10.3011.00 Ziekendienst 11.0012.30
Gramofoonplaten 12.30—2.00 Concert. H.
Hermann (viool), Th. v. d. Haar (viool),
H. van der Horst Jr. (cello) en mevrouw
R. A. van der Horst—Bleekrode (piano)
2.003.15 Gramofoonplaten 3.154.45
Concert. Mevr. A. de Vink—Verschoor (so
praan), mej. S. W. te Braake (viool), W.
Brederode (viool), mevr. H. Meyervan def
Woude (cello) en en H. Schouw
man (piano) 5.005.30 Cursus Handen
arbeid voor de ouderen 5.306.30 Orgel
concert door J. A. de Zwaan 6.307.00
Radio-dokter 7.00—7.30 Engelsche les
7.308.00 A. J. Herwig: „Welke eenjarige
bloemplanten zaaien we in Maart?" 8.00—
10.45 Concert Chr. Radio-orkest onder lei
ding van G. Stam. J. G. Kohier: „Vulkaan
rampen in N. O.-Indië" 10.00 Vaz Dias
10.45—11.30 Gramofoonplaten.
HILVERSUM, 1875 Meter 9.00 Gramo
foonplaten 11.30 Gramofoonplaten 12.30
2.30 Concert Omroeporkest onder leiding
van Nico Treep 2.30—3.00 Schooluitzen-
ding 3.00—4.00 Concert AVRO-kwintet
onder leiding van F. Lupgens 4.00 Orgel
spel Joh. Jong 5.15 Concert. VARA-
orkest onder leiding van H. de Groot. J.
Stroomenbergh (zang) en Joh. Jong (piano)
7.30 Politieberichten 7.453.C0 Gramo
foonplaten 8.30 Concert. A. Knorre
(viool) en F. KnorreDornay (piano)
9.3C Vervolg concert 10.05 Vaz Dias
10.15 Declamatie door Albert van Dalsum
10.45 Gramofoonplaten 11.0012.00
Gramofoonplaten.
DAVENTRY, 1554,4 M. 10.35 Morgen
wijding 11.05 Lezing 12.20 Concert. F.
Hayes (alt), M. Stewart (tenor) 12.50
Orgelconcert door L. H. Warner, G. Garside
(mezzo-sopraan) 1.50 Gramofoonplaten
2.45 Uitzending voor scholen 4.50 Orkest
concert 5.35 Kinderuurtje 6.20 Lezing
6.35 Berichten 6.55 Lezing 7.00 Piano
spel door Elsa Karen 7.20 Lezing 7.45
Lezing 8.05 Piano-recital door Franz Os-
bom 8.40 „Faust" van Gounod. Tweede
bedrijf 9.25 Berichten 9.40 Berichten
9.45 Lezing 10.00 Concert. Militair Or
kest, Marie Rabeneck (zang met guitaar-
begeleiding), L. Gowings (tenor) 11.20—
12.20 Dansmuziek.
BRUSSEL, 508,5 —338,2 M. 508,5 M.:
5.20 Concert door Radio-Kwintet 6.05
Concert 7.20 Gramofoonplaten 7.50
Gramofoonplaten 8.20 Concert 338,2
M.: 5.20 Orgelconcert 6.05 Gramofoonpla
ten 6.20 Concert 7.20 Gramofoonpla
ten 7.50 Gramofoonplaten 8.20 Con
cert. Orkest, zang en toespraak.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M.
8.05 Gramofoonplaten 12.50 Gramofoon
platen 1.25 Gramofoonplaten 4.05
Gramofoonplaten 6.50 Gramofoonplaten
9.05 Orkestconcert 10.20 Concert Sym-
phonie Schumann.
LANGENBERG, 473 M. 6.20 Gramo
foonplaten 9.35 Gramofoonplaten 11.30
Gramofoonplaten 12.25 Orkestconcert
4.20 Solistenconcert 7.05 Orkestconcert
8.20 „Ruhm", comedie naar Milnes van
Relnh Weer. Regie: Ulmann. Hierna tot
10.35 Concert en Dansmuziek 10.3511.20
Deutscher Tanz onder leiding van Wolf.
KALUNDBORG, 1153 M. 11.20 Strijk-
concert 2.50 Orkestconcert 7.20—9.20
Concert door orkest Thorkild No val (opera
zanger) en Dodja Feldin (cello-virtuoos>
Duitsche en Italiaansche muziek 9.35
11.35 Dansmuziek.
ZEESEN, 1635 M. 5.40—11.20 Voor
drachten 1120—12.15 Gramofoonplaten
2.153.50 Lezingen 3.404.50 Con
cert 4.50—720 Lezingen 720 Herden
king var Vater Bodèlschwlngh. Vocaal- en
Blaasconcert 8.20 „Rhum", comedie ln 3
acten van R. Weer. Regie: Ulmann 9.35
Berichten en daarna tot 11.50 Vocaal en
instrumentaal concert
2 Maart. Jacob Meyer, winkelier in elec-
trische artikelen, Amsterdam, Overtoom 4
3hs., zaak te Amsterdam, Overtoom 473 en
478 en Dapperplein 16. R.c. Mr. B. de Caay
Fortman. Cur. Mr. de Vlugt, Amsterdam,
Weteringschans 93.
2 Maart. Commanditaire Vennootschap
Goudeket en Co., broodbakkerij 't Haentje,
Amsterdam, Valkenburgerstraat 186. R.c. Mr.
B. de Gaay Fortman. Cur. Mej. Mr. C. Ten-
deloo, Amsterda n, Heerengracht 453.
2 Maart. B. Goudeket, bakker, eenig behee-
rend vennoot Commanditaire Vennootschap
Goudeket en Co., Amsterdam. Noorder Am-
stellaan 51 I. R.c. Mr. B. de Gaay Fortman,
Cur. Mej. Mr. C. Tendeloo, Amsterdam, Hee
rengracht 453.
2 Maart C. B. Schouten, smid, Nieuwer-Am-
stel, Amsteldijk (Z.) 152. R.c. Mr. B. de
Gaay Fortman. Cur. Mr. van 't Hoff Stolk,
Amsterdam, Heemstedestraat 18.
2 Maart. J. J. Maes, winkelier in kunst-
nijverheidsartikelen, Amsterdam, Sloterka-
de 4hs. R.c. Mr. B. de Caay Fortman. Cur.
Mr. P. van 't Hoff Stolk, Amsterdam, Heem
stedestraat 18.
2 Maart L. Behar, koopman, Amsterdam,
le Const. Huygensstraat 90 I, zaak drijvende
aan de Weteringschans I. R.c. Mr. B. de
Gaay Fortman, cur. Mr. Seret, Amsterdam,
Keizersgracht 761.
2 Maart. Joh. E. Moven, timmerman en
aannemer, Amsterdam, Cornells Springer
straat 9. R.c. Mr. B. de Gaay Fortmaa Cur.
Mr. H. J. Scheltema, Amsterdam, Vondelstr.
45.
2 Maart F. Verbeek, motorsleepboot Fol-
kert, liggende aan het Prinseneiland, tegen
over perceel 99, Amsterdam. R.c. Mr. B. de
Gaay Fortman. Cur. Mr. H. Scheltema, Am
sterdam, Vondelstraat 45.
2 Maart. J. G. Gransbergen, verwarmings
monteur, Amsterdam, Schipbeekstraat 9 III;
vroeger Glanerbrug (Gem. Lonneker). R.c.
Mr. B. de Gaay Fortman. Cur. Mr. H. J,
Scheltema, Amsterdam, Vondelstraat 45.
weinig verschil uit. Den moordenaar moest
hij aan het gerecht overleveren dan maar
als lijk. 't Was jammer, maar onvermijdelijk,
Gerald zwaaide losjes met z'n linkerhand
terwijl zijn rechterhand in z'n jaszak rustte.
„Mag ik je even merken," vroeg hij op
luchtigen toon, „dat dir uitpuilen geen fout
is van den kleermaker
Op die woorden richtte Pressland den loop
van zijn wapen nog nauwkeuriger op z'n
tegenstander.
,,'k Zou 't niet wagen." raadde Gerald op
kouden toon. „Wees sterk. En weerstz die
poging tot zelfmoord." Z'n toon klonk plotse
ling ontstellend hard. „Jou arme dwaas
Heb je wel eens gehoord wat agen' Marvin
overkomen is Gooi dat speelgoed weg,
grapjas, alvorens ik ie de gelegenheid ont
neem, om 't te betreuren. Ik zou ie precies
zes blauwe boonen tusschen ie ribben kunnen
lagen, vóór je den tijd had gehad om den
trekker te spannen," grijnslachte hij. „Bal
ik had er haast m'n humeur om verloren.
Neem me niet kwalijk, mr. Pressland.'*
En zóó zaten ze elkaar aan te staren. Ze
waren aan elkaar gewaagd I
„Ga zitten ouwe ongen," noodigd Gerald,
anders is 't hier nier zoo gezellige."
Pressland deed of hij niets gehoord had.
(Wordt vervolgd).