Buitenlandsch oT^ieuws t FEUILLETON BELGIE'S BUITENLANDSCHE POLITIEK DE VIERDE SEPTEMBER DERDE BLAD DONDERDAG 5 MAART 1931 BLADZIJDE 1 Uiteenzetting van minister Hymans - Fransch-Belgisch accoord Het Fransch-Italiaansche accoord Verklaring van Henderson Verklaringen van Curtius De „Malta-kwestie" in het Engelsche Hoogerhuis Sovjet-Rusland en Duitschland Buitenlandsche visschers en de kabeljauwvangst Beschouwingen in het Engelsche Lagerhuis Gemengde (Buitenlandsche Berichten De bedevaart te Diksmuide Lorrie door een sneltrein gegrepen Deensche badplaats door springvloed verwoest KORT NIEUWS FAILLISSEMENTEN RADIO-OMROEP „Er zal wel geen volgende keer meer voor By de behandeling der begrooting van Bui- tenlandsche Zaken heeft minister Hymans een redevoering gehouden, waaraan wij het volgende ontleenen: Hymans gaf allereerst een uiteenzetting Van den politieken status van België sinds het een onafhankelijk koninkrijk werd. met gegarandeerde neutraliteit, waarvan 't even wicht door den oorlog werd verstoord. Het verdrag van Versailles heeft bij arti kel 31 erkend, dat de verdragen, waarbij voor den oorlog het regime van België werd be paald, niet meer aan de nieuwe omstandig heden beantwoordden. Aan den anderen kant werd in de inleiding van het Rijnpact onderteekend te Locarno, vijf jaar later de opheffing van het verdrag der neutralisatie van België vastgesteld. België heeft zich de lessen uit het verleden herinnerd, doch nooit kunnen gelooven. dat het. gezien zijn aard rijkskundige ligging, zijn klein grondgebied en zijn lange grenzen, steun en waarborgen zou kunnen missen. Het noopte in het sta tuut van den Volkenbond algemeene waar borgen te vinden, in geval van niet-uitge- lokte aanvallen, doch de Belgische regeering meende tevens speciale waarborgen van steun en veiligheid te moeten zoeken. Zij had de overtuiging dat de entente met Frankrijk en Engeland de meest solide basis was voor den Europeeschen vrede. Daarom opende de Belgische regeering met deze landen onder handelingen om nieuwe waarborgen te ver krijgen. De onderhandelingen slaagden, wat Frankryk betreft. HYMANS Op 7 September 1920 werd een aceoord tus schen den Franscnen en den Belgischen ge- nera'.en staf gesloten, waaraan beide regee ringen haar goedkeuring hechtten. De Bel gische regeering trachtte ook met Engeland een accoord aan te gaan, doch in den aan vang slaagde zy daarin niet. In 1922 werd evenwel een ontwerp-verdrag opgemaakt, hetwelk het onderwerp uitmaakte van een intergeallieerde conferentie te Cannes, doch onverwachte omstandigheden deden deze on derhandelingenen mislukken. Drie jaren ver liepen vóór de onderteekcning te Locarno van het Rijnpact, waai door ook de waarborg van Engeland en Italië werd verkregen. Gedurende deze drie jaren ontstonden po litieke en eeconomische verwikkelingen, ver oorzaakt door het herstelvraagstuk die leid den tot de aanneming op de conferentie van Londen in 1924 van het Dawes-plan en tot de behandeling op de vergadering van den Volkenbond te Genève van het veiligheids vraagstuk. volgens de klassVk geworden for mule: Arbitrage. Veiligheid, Ontwapening. De ontwerp-overeenkomst te Genève uit gewerkt, kon echter de instemming van ze kere landen, waaronucr Engeland, niet krij gen. Sir Austen Chamberlain zette in den Vol kenbondsraad uiteen, dat het Britsche rijk zich niet kon verbinden voor all® deelen der wereld, waar zich een geschil zou voordoen; hij erkende echter, dat er in Europa bijzon dere toestanden aanwezig waren, die speciale maatregelen vereischen en by wees op de mogelijkheid van afzonderlijke regelingen tusschen zekere staten, ten einde hun veilig heid te verzekeren en den toestand van ge vaarlijke en kwetsbare streken te staoilisee- ren. Het Locamo-part was hiervan het ge- Volg. Het militaire accoord met Frankrijk De minister besprak vervolgens 't Fransch- Belgische militaire accoord van 1920. Spre ker herinnerde er aan, dat op 7 September 1920, maarschalk Foch, generaal Maglinse, chef' van den Belgischen st.af en generaal Buat, chef van den Fraaschen generalen staf, een reeks militaire maatregelen vast-, stelden, ten einde de mogelijkheid van een nieuwen Duitschen aanval op België en Frankrijk te voorkomen. Het komt er op aan, aldus de minister, de voornaamste kenmerken van het accoord van 1920 juist te bepalen, want dit accoord heeft in België en in het buitenland aan leiding gegeven tot uitleggingen, die het dik wijls vervormd en verdraaid hebben. In zekere kringen, zelfs in België, zelfs in bevriende landen, heeft men het voorgesteld alsof het een beperking onzer onafhankelijk heid ten gevolge zou hebben, alsof bet aan het land lasten, uitgaven en een bepaalde politiek zou opleggen. Men heeft het in het buitenland een verbond genoemd, dat van België een satelliet zou maken. Hoe zou men dit kunnen aannemen, wan neer men zich herinnert, uit welke mannen het Belgische kabinet, dat dit accoord goed keurde, was samengesteld? De heer Vander- velde zetelde in die regeering naast den heer Poullet en den heer Jaspar. En alle drie hebben herhaaldelijk woorden gesproken en afdoende getuigenissen afgelegd, die aan de onjuiste, kwaadwillige en soms lasterlijke uitleggingen allen grond ontnamen. Maar la ten wij de zaak van naderbij beschouwen. Het accoord van 1920 bevat slechts militaire maat regelen van verdedigenden aard, vastgesteld door de hoofden van beide legers, in 't voor uitzicht van de mogelijkheid eene: gemeen schappelijke actie, ondernomen door beide staten om een niet uitgelokten aanval van wege Duitschland tegen een hunner af te weren. Het accoord eerbiedigt de autonomie van eiken staat. Elke staat behoudt zijn volledige souve- reiniteit wat betreft de militaire lasten, welke hij aan zijn land zal opleggen. Dien tengevolge heeft België zoowel als Frankrijk het recht om zijn militair regime en ziin verdedigingsstelsel naar eigen goeddunken te regelen. Elke staat zal in laatste instantie en in elk bijzonder geval te oordeelen hebben over de verwezenlijking van de eventualiteit met het oog waarop het accoord gesloten werd. Met andere woorden beide staten zul len elk volgens de omstandigheden te be slissen hebben, of er al dan niet aanleiding tot samenwerking bestaat. Zoodoende be houdt elke staat zijn volkomen vrijheid van beslissen. Het accoord is in wezen een militair ac coord. Het is een defens'ef accoord. Het is een veiligheidsaccoord. Het heeft ten doel, verklaarde de premier Delacroix in den Se naat en in zijn brief aan den Volkenbond, „de waarborgen van vrede en veilisheid voortvloeiend uit het Pact van den Volken bond te versterken." Het is dus onjuist en ongerijmd te mce- nen, dat het als dekmantel voor oorlogs zuchtige en imperialistische combinaties zou dienen, en eveneens om het voor te stellen als een verbond, dat onze politiek aan die van Frankrijk zou onderwerpen. De legende, die men gepoogd heeft ingang te doen vinden, het geloof in het bestaan van geheime politieke bepalingen, kunnen uitgelegd worden door de onvolledige re dactie der in 1920 tusschen beide regeerin gen gewisselde brieven en door den beknop- ten tekst der vermelding aangebracht in de verzameling der door den Volkenbond ge registreerde verdragen. Nóch in deze brieven, nóch tn den tekst, verschenen in het register van den Volken bond, wordt immers melding gemaakt van het geval van een niet-uitgelokten aanval, waarop alleen door het accoord van 1920 wordt gedoeld. Bovendien is het accoord van 1920 geen bondgenootschapsverdrag. De grondwet zegt in artikel 68. dat de koning de verdragen sluit en dat de verdragen, die den Staat be zwaren. eerst van kracht worden, nadat zij de instemming der Kamer verkregen heb ben. Welnu, het accoord werd nóch aan den koning ter onderteekening nóch aan de goedkeuring van het parlement onderwor pen. Rijnpact en militair verdrag. Minister Hymans bespreekt vervolgens de verhouding tusschen het accoord van 1920 en het verdrag van Locarno, dat plechtig werd onderteekend en vervolgens werd goed gekeurd door een Belgische wet. De schik king tusschen beide generale staven heeft nooit eenig ander doel gehad en zal ook nooit een ander doel kunnen hebben dan de voorbereiding en de practische verzekering der technische uitvoeringsvoorwaarden voor het eventueel in weking stellen eener coöpe ratie tusschen België en Frankrijk in geval van een niet-uitgelokten aanval van Duitschland. De verplichting dezer samen werking is thans op de meest nauwkeurige wijze omschreven door de beschikkingen van het garantieverd-ag, gesloten te Locar no op 16 October 1925. Het FranschBelgische militaire verdrag heeft het oog op een enkel geval, n.l. een niet uitgelokten aanval van Duitschland. Het Rijnpact gaat verder. Het breidt den wederzijdschen bitstand uit In geval van schending der artikelen 42 en 43 van het Verdrag van Versailles, betreffende de ge demilitariseerde zóne van den Rijn. Het Rünpact dekt het accoord en breidt het uit. De heer Vandervelde heeft reeds in zijn redevoering van 20 Januari 1926 gezegd, dat het verdrag van Locarno uitdrukkelijk voor ziet in de militaire samenwerking met Frankrijk in beide bovengenoemde gevallen. Niets is dus wettiger dan dat aan beide legerstaven wordt toegestaan met elkaar in aanraking te komen om deze mogelijkheid te bestudeeren. Vervolgens geeft Minister Hymans een overzicht van de verdragen, die de interna tionale positie van België vaststellen en zijn politiek beheerschen. België heeft den vrede nooide, aldus de Minister. Wij hebben alles wat in onze macht was gedaan om de waarborgen tegen den oorlog, alsmede het Volkenbondswerk, te versterken. Het is echter niet de taak van een klein land als België om op het gebied der ontwapening het voorbeeld te geven. Een ontwapend klein land te midden van gewapende groote lan den is een speelgoed en een prooi. Ander zijds laat de internationale toestand niet toe, onbezorgd en onverschillig te zijn. Onze politiek zal echter blijven een politiek van den vrede, waarvan Briand de geestelijke vader is. België, aldus besloot de Minister, zal zich desnoods weten te verdedigen. Het zal ech ter slechts de wapens opnemen om zijn grondgebied en zijn onafhankelijkheid te be schermen. Henderson, de minister van buitenland- sche zaken, heeft heden in het Lagerhuis een verklaring afgelegd betreffende zijn jongste bezoek aan Parys en Rome. Hij zeide, dat hij met 'vreugde er het Lagerhuis mededeeling van deed dat een oplossing die aan de goedkeuring der andere betrok ken mogendheden was onderworpen was gevonden voor de problemen, die de vloot- conferentie van Londen hangende had ge laten. Hi) was niet in staat er de bijzon derheden van mede te deelen, daar dit onhoffelijk zou zijn zoo ang de belangheb bende regeeringen niet ruimschoots tijd hadden gehad om de voorwaarden van het accoord te overwegen. Intusschen sprak Henderson de hoop uit, dat de eerste lord der Admiraliteit in staat zou zijn de volgende week andere bijzon derheden te geven bij het debat over de marinebegrooting. De premier, de eerste lord der Admiraliteit en Henderson zelf wa ren ervan overtuigd, dat op andere wijze dan die van het persoonlijk contact met de leidende ministers der beide belanghebben de mogendheden geen succes te verkrijgen ware geweest, hetgeen het zoo plotseling vertrek naar Parijs en Rome van een Brit sche delegatie op 23 Februari verklaart. De delegatie werd te Parijs en Rome vriend schappelijk ontvangen, en dank zij het le vendig verlangen naar overeenstemming dat in de beide hoofdsteden aan den dag trad, kon de delegatie de ernstige moeilijk heden overwinnen, die zoo langen tijd overeenstemming hadden in den weg ge staan. Welke ook de beperking zyn mag, aan den bouw van nieuwe oorlogsschepen opge- gelegd, het voornaamste kenmerk der on derhandelingen is, wat in politiek opzicht werd bereikt. Het ontworpen accoord ver hindert de hernieuwing van bewapenings- wedijver, en misluking van de onderhan delingen zou de atmosfeer van de aan staande ontwapeningsconferentie hebben vergiftigd. Tenslotte uit Henderson de hoop, dat alle mogendheden te Genève elkaar zouden ontmoeten met betere vooruitzichten op een volledig en definitief succes. In ieder geval was Henderson ervan overtuigd, dat het accoord aanzienlijk zou bijdragen tot het versterken van de gevoelens van vriend schap en samenwerking, niet slechts tus schen dê onmiddellijk-belanghebbende mo gendheden, doch ook tusschen allen die 't vlootverdrag van Londen hadden ondertee kend. Zijn bezoek aan Weenen Gisteren heeft de Duitsche Minister van Buitenlandsche Zaken Dr. Curtius in de Duitsche Ambassade de binnen- en buiten landsche persvertegenwoordigers ontvangen. CURTIUS Curtius verklaarde, dat zijn bezoek aan Weenen geen sensatie is. Duitsche en Oosten- rij ksche Ministers komen meermalen voor ge- dachtenwisselingen bijeen. Duitschland staat thans op economisch gebied in het centrum der belangstelling. Er zijn nieuwe wetten en nieuwe formules gevonden om den tegenwoor- digen moeilijkheden het hoofd te bieden. De Duitsche regeering en haar volk leggen zich op enge samenwerking toe en zijn tot iederen arbeid bereid, die geschikt schijnt den econo- mischen nood te lenigen. Wat den Volkenbond betreft zeide spr., dat deze vaak( niet aan de verwachtingen heeft beantwoord, doch spr. wil aan den an deren kant ook erkennen, dat dit lichaam herhaaldelijk op succesvolle wijze bemidde lend is opgetreden. De werkelijke waarde van den Volkenbond zal eerst blijken, als hij er in slaagt de hem opgedragen groote kwesties tot oplossing te brengen. Hieronder rekent spr. ook de kwes tie der ontwapening en 'n royale regeling van de minderhedenkwestie. Duitschland eischt ontwapening, daar deze het eenige bruikbare middel is om in de toekomst oorlogen te voorkomen en de menschheid vrede te geven. Wij verwachten, aldus spr., van de ontwape ningsconferentie, dat zij aan de militaire be reidheid aller landen het dreigend karakter ontneemt. Tevens moet zij niet alleen het recht der volkeren op veiligheid erkennen, maar tevens verwezenlijken. Spr. protesteert ook van deze plaats tegen wat hij noemt „de schuld aan den oorlog." Aangaande de Minderheidskwestie ver klaarde spr., dat de regeering zich te dien aanzien volkomen in overeenstemming be vindt met het geheele Duitsche volk. Het minderheden-probleem moet op bevredigende wijze worden opgelost. Dit is een eerste eisch van onzen tijd en door de verwezenlijking zal een blijvende verzoening en vriendschappe lijk samengaan der volkeren mogelijk zijn. Wij zuilen, aldus spr., deze politiek niet slechts voor ons zeiven, doch ook voor het algemeen belang in den ruimsten zin des woords voortzetten. Ten slotte herinnerde spr. er aan, dat de Oostenrijksche Minister van Buitenlandsche Zaken de verhouding van Oostenrijk en Duitschland heeft samengevat in de formule: een volk en twee staten. De staat heeft tot taak de belangen van een volk te behartigen. Duitschland en Oostenrijk dienen gemeen schappelijk het Duitsche volk, waarvan de solidariteit van de Duitsche en Oostenrij ksche politiek het resultaat is. In het Hoogerhuis heeft gisteren een de bat plaats gehad over den toestand op Malta, waar, zooals bekend, de grondwet buiten werking is gesteld in verband met de tusschen de Engelsche regeering en de katholieke kerk bestaande spanning. Strickland beklaagde zich over de houding van de geestelijkheid en somde verschillende grieven op. Zoo deelde hij mede, „dat de Sa cramenten onthouden zijn aan dames, die lid waren geworden van een door lady Strickland gestichte niet-politieke club. Te vens werden de Sacramenten geweigerd aan allen, die tot de constitutioneele partij be hoorden." Ook beklaagde hij zich, dat uit Italië gel den naar Malta gezonden zijn, om de an- ti-Engelsche beweging te steunen. Namens de regeering verklaarde lord Passfiled, dat de geestelijken door hun hou ding de taak van den Engelschen gouver neur bemoeilijkt hebben en dat het Vati- caan geen medewerking heeft verleend aan de pogingen der regeering, om normdie toe standen te herstellen. De regeering zal den gouverneur steunen. Een regeeringscommissie is naar Malta ge zonden, om een onderzoek in te stellen en voorstellen te doen, op welke wijze de con stitutioneele toestanden weer hersteld kun nen worden. Chintsjoek op de Leipziger Messe De Russische ambassadeur te Berlijn, de heer Chintsjoek, heeft aan een dejeuner, dat een aantal diplomaten, die de Leipziger Mes- se bezochten, werd aangeboden, een rede ge houden, waarin hij o.a. zeide: De industrie der Sovjet-Unie is sinds onaf zienbare tijden met die van Duitschland ver bonden. De industrialisatie in ons land wordt voor het grootste gedeelte met Duitsche machines, Duitsche uitrustingen, alsmede met mede werking van Duitsche technische hulpkrach ten uitgevoerd. Duizenden Duitsche inge nieurs, technici en geschoolde arbeiders zijn reeds met groot succes in de Sovjet-Unie werkzaam. Het tegenwoordige bezoek van leiders der Duitsche industrie aan Moskou is een belang rijke factor, welke de pogingen der beide landen aanschouwelijk maakt om ook in de toekomst hun onderlinge economische be trekkingen aanzienlijk uit te breiden. In dit jaar der internationale economische crisis heeft de Leipziger Messe, die alle jaren de resultaten der Duitsche industrie op alle gebieden demonstreert, een speciale beteeke- nis. Mijn land volgt met de grootste opmerk zaamheid haar vorderingen en koestert de beste wenschen voor haar verdere ontwikke ling. In het Lagerhuis werd den minister voor Schotland gevraagd naar het resultaat van zijn verder onderzoek naar de vernieling van kabeljauwnetten door buitenlandsche trawlers in de Moray Firth. Inzonderheid werd hem gevraagd naar het bedrag van de schade, welke door de visschers geleden is en de trawlers, die elk voor zich verant woordelijk zijn voor deze schade. Tot dusverre werden 23 klachten inzake schade, door de plaatselijke visschers toe geschreven aan buitenlandsche trawlers, ontvangen en het totaal verlies wordt ge raamd op ongeveer 789 Pond Sterling. De rapporten, door den commandant van Zr. Ms. „Spey" en de plaatselijke autoriteiten der visscherij-inspectie samengesteld, zyn na onderzoek dier "kwesties door 's Minis ters departement doorgezonden aan den Board of Trade, die thans overweegt welk bewijs er bestaat voor het aanhangig ma ken van klachten bij buitenlandsche recht banken tegen de particuliere trawlers. Op spr.'s verzoek heeft het Departement van Buitenlandsche Zaken verleden week een dringend telegram gezonden aan Zr. Ms. vertegenwoordiger te Den Haag, ten einde zekerheid te verkrijgen, dat het ver zoek, gedaan aan de Nederlandsche traw lers om maatregelen te nemen ter voorko ming van schade aan de vischnetten, ter .harte genomen wordt. Spr. gaf het Lagerhuis de verzekering, dat door de regeering al het mogelijke zal worden gedaan om in ieder geval ernstig te protesteeren. Het primes tegen de vliegers weer uitgesteld. Voor de derde maal is gisteren te Veurne de zaak voor geweest der militaire vliegers, die den vorigen zomer de Vlaamsche bede vaart te Diksmuide door het neerwerpen van anti-Vlaamsche geschriften verstoor den. Twee der drie vliegers waren aanwe zig. De rechtbank nam allereerst een beslis sing ten opzichte van de bevoegdheid van het bestuur der bedevaartorganisatie om zich civiele partij te stellen. Ofschoon de rechtbank erkende dat de organisatie re gelmatig is gesticht en geen winstgevend doel nastreeft, meende zij dat de organisa tie zich in deze zaak geen civiele partij kan stellen, daar het verband tusschen het den viiegers ten laste gelegde en het geldelijk verlies, dat de organisatoren der bedevaart zouden hebben geleden, niet is bewezen. De eisch der organisatie tot 125.000 francs schadevergoeding werd dan ook niet ont vankelijk verklaard. Daar eveneens twee advocaten der be klaagden niet waren verschenen, werd op verzoek van een der verdedigers de behan deling der zaak wederom verdaagd. Tot 17 Maart. Twee dooden In het kanton Wallis heeft tusschen de stations Brieg en St. Maurice op het Sim- plon-traject een ernstig spoorwegongeluk plaats gehad. Een lorrie, waarop zich vier Zwitsersche spoorwegber mbten bevonden, kwam nabij St. Maurice in botsing met den sneltrein uit Milaan, die met een snelheid van 75 K.M. naderde. Twee beambten konden nog tijdig van de lorre afspringen, doch de beide anderen werden door den trein gegre pen en medegesleurd. Hun verminkte lijken zijn later teruggevonden. De badplaats Juelsminde aan het Kattegat is door een krachtigen springvloed volkomen geïsoleerd. In de plaats zelf zijn vreeselijke verwoestingen aangericht. Schepen, welke in de haven werden losgeslagen liggen in de straten van de stad. Gedeelten van zomer verblijven werden ver het land ingespoeld. De bewoners moesten zich in veiligheid brengen op de hoogste verdiepingen van hun huizen, soms zelfs op de daken, vanwaar zjj later met booten werden afgehaald. Het alternatieve kiesstelsel is in het Engelsche parlement met 277 tegen 251 stemmen aangenomen. Het Turksche kabinet is afgetreden. Ismet Pascha zal als formateur optreden. De Schepenenrechtbank te Berlijn heeft de beklaagden in het in- dustrieele spionnage-proces vrijgesproken In Lapland daalde de thermome ter tot 48 graden onder nul, de grootste koude van dit jaar. De onderstaatssecretaris!van het ministerie van Britsch-Indië Earl Rus sell, is te Marseille overleden. Op de Koloniale Tentoonstelling te Parijs staken 600 timmerlieden en meubel makers. 3 Maart opgegeven door v. d. Graaf en Co. N. V. (Afd. Handelsinformaties) Uitgesproken: 2 Maart. A. H. W. Balk, meubelmaker, Hilversum, Conradstraat 16. R.c. Mr. B. de Gaay Fortman. Cur. Mr. C. Royaards, Hil versum, Groest 73. 52. Toen hij zich er van vergewist had, dat het huis verlaten was. ging hij de zitkamer van den Viscount binnen, zette zich in een stoel en wachtte Een koude wind deed het raam rammelen, da' zich aan zijn rechterhand bevond. Dai de „Viscount" zou lerugkeeren, daar Was hij zeker van da' wist hij uit het rap por' van Mitchell. Eveneens wisi hij uit diezelfde bron dat „Lord Medway", Zooals de moordenaar zich gedurende de afwezigheid van zijn neei Frans geliefde te noemen op di' oogenblik naar een bal was ten huize van mevrouw Haversham en wel niet heel vroeg 'huis te verwachten was. Welnu wachten, da' kon hij. Hij legde zijn revolver op z'n knie en sloot de oogen. Mocht hij bij geval in slaap vallen de thuiskomst van den „Viscount Zou nem wei wekken. Hij deed aldus, maar kort daarop kreeg hij een gevoel, als werd hi) bij z'n schouders gegrepen en dooreen geschud. Hij rilde van den 'ocht, die van het raam kwam. Toch- gek da' raam was 'och goed dicht geweest, toen hij in slaap viel 1 Plotse ling werd hij gewaar, dat hij zich niet alleen in de kamer bevond en dat het licht aange knipt was. Hij wreef z'n oogen uit en keek rond om dan z'n starren blik te laten rusten op het koddige gelaat van Viscount Medway, die nog geen drie meter van hem afstond. „Ha, zoo, m'n waarde vriend," zei de jongeman terwijl zijn rechterhand mei zijn monocle speelde, „'n leuke verrassing, niet Wel Bryce. ouwe jongen 1 Wat verschaft me het genoegen Bryce vond, dat deze geniale spottoon nog lastiger te „verwerken" was dan de hooge toon, dien de „Viscount" bij de eerste gele genheid had aangeslagen. „Kan het zijn." vervolgde de ander, „dat ons kereltje nog steeds krijgertje aan't spelen is. Och. die arme neef van mij Wat heeft die /ieve ongen gedaan Wien heeft ie 't laatst vermoord Hé heb je ook een re volver Met spottende verbaz-ng keek hij naar de revolver van Bryce. Bryce die z'n zelfbeheersehing eenigermate herwon, lachte zoetsappig. Hij bewonderde de stalen zenuwen van den moordenaar en wilde trachten hem na te doen. Klaarblijke lijk was Gerald binnengekomen, terwij hij sliep en in plaats van zich uit de voeten te maken, bleef hij z'n spelletje nog door spelen. Of wist Gerald niet, dat z'n comedie ifgeloopen was Viscount Medway liep de kamer door hanteerde met zeer veel handigheid hevel en wijnkaraf en vulde twee glazen zonder voet. „Proost," noodigde hij kalm. Hij gaf Bryce een glas, nam er zelf ook een, ledigde het in een teug en zette het terug. Bryce dronk eveneens, maar bleef er bij staan. „En vertel me nu de reden eens van ie hoogst aangenaam, zij het dan ongenoodigd bezoek, m'n beste," mompelde de „Vis count". Is het wéér Gerald? Arme afge dwaalde jeugd, zeg het me maar, al is het nog zoo erg." „D'r valt niet veel te vertellen," zei Bryce quasi onverschillig. „Gerald heeft zich enkel uitgegeven voor zijn neef, Viscount Medway, welken laatster, ik het genoegen had vannacht in Sussex te ontmoeten 1" Er vertrok geen spier op het gelaat van den ander. „Dus is m'n vriend," zuchtte hij medelij dend, „het slachtoffer geworden van zijn goedgeloovigheid Bryce knikte terwijl hij oplettend naar den man tegenover zich keek, die daar non chalant in z'n stoel lag. „Maar komaan, ouwe jongen." noodigde Gerald. „Wees eens flink en vertel me eens ronduit. Wanneer ontdekte ie, dat ik die goddelooze Gerald ben Ik dacht, dat ik gemakkelijk voor mijn neef kon doorgaan. Vertel me eens waar ik op stuk geloopen ben, voor 'n volgenden keer." je zijn," merkte Bryce vroolijk op, en tegelijk schoot hem het gebeurde van den afgeloopen nacht te binnen. „Zelfs het grootste geluk heeft 'n einde." besloot hij minzaam. „O, mijnheer Bryce," fluisterde Gerald met geveinsden eerbied, „dat ben je toch, is 't niet Maar hoe kwam je er toe dien armen Wally op te drijven naar dat kalme en afge legen Sussex „Ik dacht, dat hij de moordenaar was, totdat ik mijn vergissing inzag, m'n beste Viscount," antwoordde Bryce met 'n lieve buiging, „of heeft u liever, dat ik u mr. Wace noem Gerald glimlachte en ging rechtop in Z'n stoel zitten. „Neen, Bryce, beste jongen," zei hij op koelen toon. „Om je eigen bestwil moet ik je tegenspreken. Als je beweert, dat ie Wally achtervolgde in de meening, dat hij de moor denaar was dan moet ik dat beslist en nadrukkelijk logenstraffen. Vergeef me m'n ruwe zeggingswijze, maar ik gevoel me ge drongen u te zeggen, dat uw eerste gedachte toen u vriend Wally de plaat zag poetsen, een minne, onwaardige gedachte was. Je dacht aan rooi en aan geld 1 Je zag hem zeker wegtrekken met den buit, niet Nu, wees maar eens eerlijk mr. Bryce," glimlachte hij innemend, „of heeft u misschien liever." en hier zweeg hij even, „dat ik Mr. Press- land tegen u zeg Op dat woord viel er een onheilspellende stilte in de kamer. Bryce, die lijkbleek geworden was, keek kwaadwillig in het srakke gelaat van den man tegenover hem, en de revolver in zijn hand draaide rond tot ze gericht bleef op Gerald's hart. „Zelfs een klein beetje weten," sprak Bryce op nadrukkelijken toon, „sluit een groot gevaar in zich. Ik ben Mr. Pressland. Ik beken het eerlijk. En daarin schuilt het gevaar." „Meen je dat „Maar er is iets," antwoordde Pressland op koelen toon, „dat mij zegt, dat ie dat geheim wel voor je zult houden." „Je wordt interessan'," geeuwde Gerald. „Los me die kruiswoordpuzzle eens op, m'n waarde." „De dooden spreken niet 1" was het ant woord. En Pressland's lippen krulden zich tot een leelijken grijnslach. De dooden spreken niet Het feit, dat zijn tweevoudige rol bekend was, deed hem nu begrijpen, dat zijn inspecteursbaantje hem toch niet voor alle verdenking kon vrijwaren zooals hij eerst gedacht had. Tot nu toe waren de zaakjes goed geloopen. In zijn positie als politie-inspecteur was het hem geluk' omgestoord z'n gang te gaan, wijl hij wist in welke richting de politioneele onderzoe kingen gingen. De ontmaskering van den moordenaar zou hem nog grooter facili teiten bezorgen, zooals promotie en een grooter vertrouwen, wat hem den weg nog meer zou vergemakkelijken. Nu, dat maakte VRIJDAG, 6 MAART 1931 HUIZEN, 298 M. Algemeen Programma Nederlandsche Omroep 8.008.15 Schrift lezing 8.159.30 Gramofoonplaten 10.3011.00 Ziekendienst 11.0012.30 Gramofoonplaten 12.30—2.00 Concert. H. Hermann (viool), Th. v. d. Haar (viool), H. van der Horst Jr. (cello) en mevrouw R. A. van der Horst—Bleekrode (piano) 2.003.15 Gramofoonplaten 3.154.45 Concert. Mevr. A. de Vink—Verschoor (so praan), mej. S. W. te Braake (viool), W. Brederode (viool), mevr. H. Meyervan def Woude (cello) en en H. Schouw man (piano) 5.005.30 Cursus Handen arbeid voor de ouderen 5.306.30 Orgel concert door J. A. de Zwaan 6.307.00 Radio-dokter 7.00—7.30 Engelsche les 7.308.00 A. J. Herwig: „Welke eenjarige bloemplanten zaaien we in Maart?" 8.00— 10.45 Concert Chr. Radio-orkest onder lei ding van G. Stam. J. G. Kohier: „Vulkaan rampen in N. O.-Indië" 10.00 Vaz Dias 10.45—11.30 Gramofoonplaten. HILVERSUM, 1875 Meter 9.00 Gramo foonplaten 11.30 Gramofoonplaten 12.30 2.30 Concert Omroeporkest onder leiding van Nico Treep 2.30—3.00 Schooluitzen- ding 3.00—4.00 Concert AVRO-kwintet onder leiding van F. Lupgens 4.00 Orgel spel Joh. Jong 5.15 Concert. VARA- orkest onder leiding van H. de Groot. J. Stroomenbergh (zang) en Joh. Jong (piano) 7.30 Politieberichten 7.453.C0 Gramo foonplaten 8.30 Concert. A. Knorre (viool) en F. KnorreDornay (piano) 9.3C Vervolg concert 10.05 Vaz Dias 10.15 Declamatie door Albert van Dalsum 10.45 Gramofoonplaten 11.0012.00 Gramofoonplaten. DAVENTRY, 1554,4 M. 10.35 Morgen wijding 11.05 Lezing 12.20 Concert. F. Hayes (alt), M. Stewart (tenor) 12.50 Orgelconcert door L. H. Warner, G. Garside (mezzo-sopraan) 1.50 Gramofoonplaten 2.45 Uitzending voor scholen 4.50 Orkest concert 5.35 Kinderuurtje 6.20 Lezing 6.35 Berichten 6.55 Lezing 7.00 Piano spel door Elsa Karen 7.20 Lezing 7.45 Lezing 8.05 Piano-recital door Franz Os- bom 8.40 „Faust" van Gounod. Tweede bedrijf 9.25 Berichten 9.40 Berichten 9.45 Lezing 10.00 Concert. Militair Or kest, Marie Rabeneck (zang met guitaar- begeleiding), L. Gowings (tenor) 11.20— 12.20 Dansmuziek. BRUSSEL, 508,5 —338,2 M. 508,5 M.: 5.20 Concert door Radio-Kwintet 6.05 Concert 7.20 Gramofoonplaten 7.50 Gramofoonplaten 8.20 Concert 338,2 M.: 5.20 Orgelconcert 6.05 Gramofoonpla ten 6.20 Concert 7.20 Gramofoonpla ten 7.50 Gramofoonplaten 8.20 Con cert. Orkest, zang en toespraak. PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 Gramofoonplaten 12.50 Gramofoon platen 1.25 Gramofoonplaten 4.05 Gramofoonplaten 6.50 Gramofoonplaten 9.05 Orkestconcert 10.20 Concert Sym- phonie Schumann. LANGENBERG, 473 M. 6.20 Gramo foonplaten 9.35 Gramofoonplaten 11.30 Gramofoonplaten 12.25 Orkestconcert 4.20 Solistenconcert 7.05 Orkestconcert 8.20 „Ruhm", comedie naar Milnes van Relnh Weer. Regie: Ulmann. Hierna tot 10.35 Concert en Dansmuziek 10.3511.20 Deutscher Tanz onder leiding van Wolf. KALUNDBORG, 1153 M. 11.20 Strijk- concert 2.50 Orkestconcert 7.20—9.20 Concert door orkest Thorkild No val (opera zanger) en Dodja Feldin (cello-virtuoos> Duitsche en Italiaansche muziek 9.35 11.35 Dansmuziek. ZEESEN, 1635 M. 5.40—11.20 Voor drachten 1120—12.15 Gramofoonplaten 2.153.50 Lezingen 3.404.50 Con cert 4.50—720 Lezingen 720 Herden king var Vater Bodèlschwlngh. Vocaal- en Blaasconcert 8.20 „Rhum", comedie ln 3 acten van R. Weer. Regie: Ulmann 9.35 Berichten en daarna tot 11.50 Vocaal en instrumentaal concert 2 Maart. Jacob Meyer, winkelier in elec- trische artikelen, Amsterdam, Overtoom 4 3hs., zaak te Amsterdam, Overtoom 473 en 478 en Dapperplein 16. R.c. Mr. B. de Caay Fortman. Cur. Mr. de Vlugt, Amsterdam, Weteringschans 93. 2 Maart. Commanditaire Vennootschap Goudeket en Co., broodbakkerij 't Haentje, Amsterdam, Valkenburgerstraat 186. R.c. Mr. B. de Gaay Fortman. Cur. Mej. Mr. C. Ten- deloo, Amsterda n, Heerengracht 453. 2 Maart. B. Goudeket, bakker, eenig behee- rend vennoot Commanditaire Vennootschap Goudeket en Co., Amsterdam. Noorder Am- stellaan 51 I. R.c. Mr. B. de Gaay Fortman, Cur. Mej. Mr. C. Tendeloo, Amsterdam, Hee rengracht 453. 2 Maart C. B. Schouten, smid, Nieuwer-Am- stel, Amsteldijk (Z.) 152. R.c. Mr. B. de Gaay Fortman. Cur. Mr. van 't Hoff Stolk, Amsterdam, Heemstedestraat 18. 2 Maart. J. J. Maes, winkelier in kunst- nijverheidsartikelen, Amsterdam, Sloterka- de 4hs. R.c. Mr. B. de Caay Fortman. Cur. Mr. P. van 't Hoff Stolk, Amsterdam, Heem stedestraat 18. 2 Maart L. Behar, koopman, Amsterdam, le Const. Huygensstraat 90 I, zaak drijvende aan de Weteringschans I. R.c. Mr. B. de Gaay Fortman, cur. Mr. Seret, Amsterdam, Keizersgracht 761. 2 Maart. Joh. E. Moven, timmerman en aannemer, Amsterdam, Cornells Springer straat 9. R.c. Mr. B. de Gaay Fortmaa Cur. Mr. H. J. Scheltema, Amsterdam, Vondelstr. 45. 2 Maart F. Verbeek, motorsleepboot Fol- kert, liggende aan het Prinseneiland, tegen over perceel 99, Amsterdam. R.c. Mr. B. de Gaay Fortman. Cur. Mr. H. Scheltema, Am sterdam, Vondelstraat 45. 2 Maart. J. G. Gransbergen, verwarmings monteur, Amsterdam, Schipbeekstraat 9 III; vroeger Glanerbrug (Gem. Lonneker). R.c. Mr. B. de Gaay Fortman. Cur. Mr. H. J, Scheltema, Amsterdam, Vondelstraat 45. weinig verschil uit. Den moordenaar moest hij aan het gerecht overleveren dan maar als lijk. 't Was jammer, maar onvermijdelijk, Gerald zwaaide losjes met z'n linkerhand terwijl zijn rechterhand in z'n jaszak rustte. „Mag ik je even merken," vroeg hij op luchtigen toon, „dat dir uitpuilen geen fout is van den kleermaker Op die woorden richtte Pressland den loop van zijn wapen nog nauwkeuriger op z'n tegenstander. ,,'k Zou 't niet wagen." raadde Gerald op kouden toon. „Wees sterk. En weerstz die poging tot zelfmoord." Z'n toon klonk plotse ling ontstellend hard. „Jou arme dwaas Heb je wel eens gehoord wat agen' Marvin overkomen is Gooi dat speelgoed weg, grapjas, alvorens ik ie de gelegenheid ont neem, om 't te betreuren. Ik zou ie precies zes blauwe boonen tusschen ie ribben kunnen lagen, vóór je den tijd had gehad om den trekker te spannen," grijnslachte hij. „Bal ik had er haast m'n humeur om verloren. Neem me niet kwalijk, mr. Pressland.'* En zóó zaten ze elkaar aan te staren. Ze waren aan elkaar gewaagd I „Ga zitten ouwe ongen," noodigd Gerald, anders is 't hier nier zoo gezellige." Pressland deed of hij niets gehoord had. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 9