^Bin nen landsch
m
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
•^aa,'SCWin^/
KalenderMaad j e
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
U
(l;
EERSTE KAMER
Wybert-tabletten zijn
alleen echt in de hygiê-
l nisch verpakte en ge
sloten blauwe doozen
i 25, 45 en 65 ets.
TWEEDE KAMER
Binnenlandsche zaken en landbouw
J. J. Bruna overleden
Een boodschap voor
m'n vrouw
Het Kenmerk van Nederlandsche
Schoenen
Steun aan de bietenteelt
Subsidie voor tarweverbouwers
Visum-weigering aan Russisch
schrijver
Vergadering van Woensdag
Voortgezet wordt de behandeling van
hoofdstuk X fArbeid, Handel en Nijverheid)
der Rijksbegrooting 1931.
De heer SERRARENS (R. K.) zegt, dat
voor de T. B. C.-bestrijding een te geringe
som wordt beschikbaar gesteld. Spr. geeft
den Minister in overweging het geheele sub-
sidieerings-systecm onder de#oogen te zien.
Spr. hoopt, dat de regeering iets sal doen,
om tot volwaardige ratificatie van de con
ventie van Washington te geraken.
De heer WIBAUT (S. D.) bespreekt in de
eerste plaats het vraagstuk van de kartel
wetgeving. Ingrijpen van overheidswege is
onvermijdelijk. Een noodverordening als
Duitschland heeft zou spr. voor ons land
niet nocdig achten, doch wel zou hij willen
aanbevelen dat van onze regeering te Ge
neve een krachtigen aandrang uitgaat tot
voorbereiding van een internationale con
ferentie.
In de tweede plaats bespreekt spr. den
steun aan woningbouw voor valide arbeiders.
Het staat nu zoo, dat, als men krotbewoner
is geweest en men komt in een goede wo
ning, van regeeringswege en door de ge
meente een bijdrage in de huur wordt gege
ven. Maar als men een valide arbeider is die
wel vier a vijf gulden huur kan betalen,
maar geen 6.50 of 7, dan is het de vraag
of ook dan niet een bijdrage in de huur
noodig is. Want een goede arbeiderswoning
is een algemeen belang. Spr. betoogt, dat het
beginsel waarop de regeering zich beroept
uit de Woningwet niet is af te leiden.
De heer VAN EMBDEN (V. D.) bespreekt
de z.i. veel te lichte straffen op overtredin
gen van de Arbelds- en Veiligheidswetten en
dringt er op aan dat de Minister spoedig
overgaat tot wijziging der wetten. Spr. doelt
in het'bijzonder op kinderarbeid, te lang»n
arbeidsduur en het veroorzaken van onge
vallen.
De heer GELDERMAN (V. B.) betoogt,
dat het standpunt van den Minister tegen
over uitbreiding der sociale voorzieningen
volkomen redelijk is.
Men zal dikwijls moeten kiezen tusschen
een iets lager loon, waardoor de koopkracht
niet behoeft te verminderen en een toene
ming der werkloosheid. Spr. begrijpt dan
ook niet dat thans wordt aangedrongen op
verkorting van den arbeidstijd.
Spr. dringt aan op vereenvoudiging van de
eociale verzekering.
Een punt, dat elk jaar van grooter belang
•wordt, is de fondsvorming bij de sociale ver
zekering, speciaal wat betreft het invalidi-
teitsfonds. Spr. dringt aan op onderzoek
naar de wijziging van de fondsvorming.
De heer SLINGENBERG (V. D.) be
spreekt eenige volkshuisvestingscirculaires.
In de eerste plaats de circulaire betreffende
de mogelijkheid van het in eigendom verkrij
gen van woningen door arbeiders. Spr. had
gaarne gezien, dat de Minister wat meer
stimüleerend had gewerkt.
Ook de circulaire inzake den bouw van
woningen voor groote gezinnen Juicht spr.
toe. De uitvoering, die aan de circulaire ge
geven wordt, is echter aan bedenking onder
hevig; zij is aldus, dat de regeering, wanneer
de gemeente met een plan voor woningbouw
komt, eischt, dat zij tevens een gelijk aantal
krotten opruimt. De bouw van woningen
voor groote gezinnen wordt daardoor ten
onrechte vastgekoppeld aan krotopruimiug.
De heer HENDRIX (R.-K.) zou den Mi
nister in overweging willen geven, den tand-
technlci, die niet slaagden voor het hun on
der zeer moeilijke omstandigheden afgeno
men examen (de candidaten hadden den
leeftijd van 45 tot 60 jaar, sommigen zelfs
waren over de 60) nog eenige tegemoetko
ming te verleenen om de voortzetting alsnog
mogelijk te maken, b.v. door een aanvul
lingscursus voor hen in te stellen.
De heer HERMANS (S. D.) kant zich
tegen den aandrang om de aflevering van
versch brood in den vroegen ochtend moge
lijk te maken.
De heer DE VEER (A. R.) dringt aan op
spoed bij de verbetering van het handelsre
gister.
De MINISTER VAN ARBEID. HANDEL
en NIJVERHEID, de heer VERSCHUUR, is
het geheel eens met den heer Hermans, dat
het slechts een relatief belangrijke kwestie
is, of men versch brood krijgt aan de ont
bijt- dan wel aan de lunchtafel. Spr. kan
zich evenwel indenken dat het vraagstuk
van het versche kadetje zeer belangrijk
wordt geacht. Er klinkt in het betoog voor
het versche kadetje iets door van den natio-
nalen vrijheidszin.
Wat het handelsregister betreft, merkt
spr. op, dat hij niet alles tegelijk kan doen
en dat de wet niet bovenaan staat in de be
langstelling van den Minister.
Een zeer pijnlijke zaak is die der tand-
technici.
Spr. is thans bezig, drieërlei maatregelen
te onderzoeken: de afronding der bevoegd
heid van hen, die geslaagd zijn, is de eerste
maatregel; de toelating tot de academische
examens van geslaagden de tweede, en de
toelating tot de academische studie zon
der voorstudie op H. B. S. of Gymnasia van
afgewezenen de derde. Hierover wordt over
leg gepleegd met den Minister van Onder
wijs.
De wenschen van den heer Wibaut' inzake
den volkswoningbouw berusten op beginse
len, welke spr. niet geheel kan deelen.
Op het gebied van de sociale verzekering
kan vereenvoudiging worden bereikt; men
moet echter niet al te veel hooi op zijn vork
nemen.
Het ontwerp der fondsvorming zal elk
jaar meer de aandacht gaan dwingen. Het
vraagstuk is in studie bij de regeering.
Ons land zou meer dan menig ander land
reden hebben om over te gaan tot ratificatie
van de conventie van Washington, doch de
Regeering wil eerst de arbeidswetgeving
meer in overeenstemming brengen met de
conventie, alvorens tot ratificatie worde
overgegaan.
In de ons omgevende cultuurlanden
heerscht vrijwel de negen-urige arbeidsdag,
terwijl hier met kracht aan den acht-urige
wordt vastgehouden.
De economische toestand laat zich met
den dag ernstiger aanzien. Wij zullen
moeten afwachten of de moeilijkheden, die
veroorzaakt worden door de concurrentie
van den bruinen en den zwarten broeder,
niet permanent zullen blijken te zijn.
De heer OUDEGEEST (S. D.) betoogt, dat
de voorbeelden van langeren arbeidsduur in
andere landen weinig zeggen. Het gaat niet
om den arbeidsduur, maar om de productivi
teit.
De vergadering wordt te 4.50 verdaagd tot
heden elf uur.
Weiger namaak I
Vergadering van Woensdag
NIJVERHEIDSONDERWIJS
Voortgezet wordt de behandeling der wy-
ziging en aanvulling van de Nyverheidson-
derwijswet.
De MINISTER zet uiteen, dat drie rede
nen hebben geleid tot indiening van dit ont
werp. Ten eerste de niet geheel of niet
bevoegde personen by het Nijverheids
onderwijs werkzaam te kunnen laten; ten
tweede aan het personeel een beroepsinstan
tie toe te kennen en voorts om de werking
van het stopartikel op te heffen.
Het is niet mogeiyk subsidieering van
nijverheidsscholen afhankelyk te stellen van
z.g. objectieve normen. Ook kan iedere be
lemmering niet worden opgeheven. Het stop
artikel heeft immers gedurende 7 jaren den
stroom afgedamd. Nam men het nu plotse
ling weg, zonder er iets voor in de plaats
te stellen, dan zou het aantal aanvragen al
te groot worden.
Spr. is van meening, dat het karakter van
den Onderwijsraad geenszins wordt aange
tast door aan dit college de adviseering op
te dragen over de aanvragen.
De heer SURING verdedigt een amende
ment om bij inzending van een voordracht
voor directeur van een bijzondere Nijver
heidsschool den minister alleen de bevoegd
heid te geven de voordracht af te keuren
als de voorgedragenen aan de eischen van
benoembaarheid niet voldoen.
De MINISTER neemt het over.
Mej. GROENEWEG (S. D. A. P.) verdedigt
een amendement-Gerhard om te schrappen
de bepaling, dat voor vrouwelijk personeel
onder 45 jaar, die ontslagen zijn wegens hu-
weiyk, geen beroep open staat.
De heer OUD (VU.) stelt de vraag of niet
alle personeel van de nijverheidsscholen kan
worden ondergebracht onder de ambtenaren
wet. Zoo niet, dan heeft het personeel van
overheidsscholen een dubbele beroepsinstan
tie.
De heer SURING (R.K.) acht de door den
minister voorgestelde ontslagregeling niet
nocdig voor de principieele voorstanders van
ontslag bij huwelijk. De vrijheid voor de
niet-principieele voorstanders om bij huweiyk
een leerares te ontslaan biyft ook bestaan
zonder de door den minister voorgestelde
aanvulling. Het is niet noodig deze menschen
het beroep te onthouden. Spr. gevoelt voor
hetgeen de heer Oud heeft voorgesteld.
De heer HEEMSKERK (A.R.) geeft ln
overweging in het artikel In te lasschen:
personeel, dat „op grond van reglementaire
bepalingen" ontslagen wordt wegens huwe
iyk.
De heer VAN WIJNBERGEN (R.K.) be
strijdt den heer Oud. Spr. acht het logisch
dat de commissies van beroep, die ook de la
ger onderwijswet kent, ook hier werken. De
oplossing van den heer Heemskerk aanvaardt
spreker.
De minister acht het niet mogeiyk de
leerkrachten in bijzondere nijverheidsscholen
onder de ambtenaren-wet te brengen. Onder
deze wet vallen alleen personen „in open
baren dienst." Spr. zou dit ook in stryd ach
ten met het aparte karakter van het bijzon
der onderwijs.
De heer HEEMSKERK (A.R.) dient een
amendement in om beroep uit te sluiten voor
vrouwelijke leerkrachten onder 45 Jaar, die
wegens huwelijk zijn ontslagen „op grond van
wetteiyke of reglementaire bepalingen."
Het amendement wordt z. h. st. goedge
keurd.
De heer GERHARD (S.D.A.P.) verdedigt
twee amendementen, le. om de voorgestelde
subsidieregeling ook te doen gelden voor de
bestaande scholen; 2e. om den minister van
financiën uit te schakelen by de aanvragen
om nieuwe scholen.
De heer SURING (R.K.) licht een amen
dement toe om adviezen van den Onder-
wysraad aan de betrokkenen mede te deelen.
De heer LOVINK (C.H.) verdedigt een
amendement om den Onderwijsraad uit te
schakelen en beroep open te stellen van een
afwyzend beslui), van den gemeenteraad.
De heer VAN RAPPARD (V.B.) verdedigt
een amendement om den Onderwijsraad uit
te schakelen bij oprichting van ambulante
landbouwhuishoudcursussen.
De heer KETELAAR (V.D.) zal gaarne
vóór het amendement-Van Rappard stem
men, maar het amendement-Lovink gaat
hem te ver. Het lijkt spr. niet wen.schelijk,
dat voor iedere school de toestand van
's lands financiën doorslaggevend Is.
De vergadering wordt verdaagd tot heden.
De Memorie van Antwoord
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag over Hoofdstuk V
(departement van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw) der Ryksbegrooting voor 1931.
Zooals bekend, zyn van de zyde van den
minister op de reeds meermalen naar voren
gebrachte gronden geen voorstellen te ver
wachten, welke kunnen leiden tot afschaf
fing van den zomertyd.
De minister is gaarne bereid in afwach
ting van de totstandkoming eener natuurbe
schermingswet de mogelijkheid van het ver
leenen van financieelen steun in de kosten
van aankoop en in standhouding van het
Gooi3che Natuurreservaat nader te overwe
gen. De vraag of hij niet, gezien den nieu
wen toestand door de stichting van het re
servaat in het leven geroepen vereeniglng
van de Gooische gemeenten noodig acht, be
antwoordt de minister ontkennend.
De minister weerlegt In den breede de cri-
tiek, In het V. V. geleverd over het op
treden van verschillende burgemeesters en
deelt de opvatting der leden, die van oor
deel zyn, dat de houding van den burge
meester van Nymegen by gelegenheid van
de feestelijke herdenking van het 700-jarig
bestaan dier gemeente door dezen zelf in 'n
interview verklaard, te bjdeiyk Is geweest.
Ongeregeldheden te Maastricht
De minister verwyst naar zijn antwoord
op de beschouwingen in net V. V. van de
Tweede Kamer op Hoofdstuk V van deze be-
grooting en de daarby overgelegde nota van
den heer Vliegen, alsmede naar de door
den minister van Justitie en hemzelf by de
behandeling van deze aangelegenheid ook
wat betreft de beschouwingen van mej. mr.
Katz gehouden redevoeringen. Als toen heeft
de regeering niet willen treden in den aard
en de strekking van de staking zelve. De
minister zal zich ook op deze plaats aan
dit standpunt houden. Uiteraard is het niet
mogelyk hier een beeld te geven van het
verloop en de resultaten van het strafrech-
teriyk onderzoek, dat o.a. tegen den betrok
ken politieambtenaar in verband met de
noodlottige schoten is ingesteld Naar zyn
ambtgenoot van Justitie den minister heeft
meegedeeld is na eer. uitvoerig en nauw
gezet onderzoek de betrokken garnizoens
commandant ten slotte aan de hand van
het ter zake aan hem door den auditeur mi
litair uitgebracht advies tot de conclusie ge
komen, dat het wettig en overtuigend be-
wys tegen den ambtenaar in kwestie niet
was te verkrygen, zoodat hy geen termen
heeft gevonden hem naar den krijgsraad te
verwyzen.
Inzake voorkoming van het levend ver
branden van vee bij brand in boerderyen is
eerlang een rapport van de Koninklijke Ne-
derlandsche Brandweervereniging tegemoet
te zien.
Landbouw.
De wederaanstelling van een directeur van
den landbouw, waarop door eenige leden
werd aangedrongen, blijft naar net gevoelen
van den minister stuiten op verschillende
bezwaren. Op den grondslag van de thans
bestaande organisatie kan, vooi zooveel noo
dig, de leiding meer gecentraliseerd worden.
Ket is bekend, dat de minister verschillende
plannen, welke daartoe strekken, in ernstige
overweging heeft; naar hy hoopt zal deze
overweging spoedig tot een positief resultaat
kunnen leiden
Ook de minister is overtuigd van de wen-
schelijkheid dat proeven worden genomen
met het kweeken en onderzoeken van tarwe-
rassen op hunne bakwaarde. Reeds zyn door
de regelingscommissie voor de interprovin
ciale proefvelden proeven opgenomen.
Heeft de huidige crisis, voor zoover de ge
gevens dienaangaande tot heden zyn inge
komen, in het afgeloopen Jaar geen grooten
nadeeligen invloed op de betalingen van an
nuïteiten en pachtsommen gehad, gevreesd
wordt, dat dit in 1931 in veel sterker mate
het geval zal zyn.
De minister is daarom voornemens met
zyn ambtgenoot van Financiën in overleg te
treden omtrent de mogelijkheid tot verlaging
van den rentevoet te geraken.
Het ligt in het voornemen, dat een der
rykstuinbouwconsulenten zich in den loop
van dit jaar naar Amerika zal begeven met
het doei zich van het sorteeren en verpak
ken van fruit aldaar op de hoogte te stel
len.
In den ouderdom van 54 jaar Is gisteren
te Den Haag na een operatie te hebben on
dergaan in het Roode Kruis Ziekenhuis
overleden de heer J. J. Bruna> laatstelijk
parlementair redacteur van het „Algemeen
Handelsblad
De heer Bruna, die op 17 Augustus 1876 te
Wychen werd geboren, kwam uit een bekend
theologisch geslachti dat zeer gezien was in
Twentsche kringen. Na te hebben gestudeerd
aan de Ryksuniversiteit te Utrecht, heeft de
heer Bruna als doctorandus in de klassieke
letteren nog eenigen tyd een leeraarsfunctie
bekleed, waarna hij in 1904 in de journalis
tiek ging. Hij begon zyn loopbaan aan da
Prov. Overysselsche en Zwolsehe Courant.
Na hier eenigen tijd werkzaam te zijn ge
weest, werd hij benoemd tot Barlijnsch cor
respondent van het Handelsblad. Vervolgens
werd de thans ontslapene secretaris van de
redactie der Nieuwe Courant te Den Haag,
onder hoofdredacteurschap van den heer
Mr. Plemp van Duiveland. Tydens de ziekte
Ik heb er me al tyd over verwonderd en er
mee gespot, dat een vrouw zooveel tyd kan
zoek maken om een kleinigheid te koopen.
Ik beschouwde dat als een teeken van vrou-
welyke besluiteloosheid en praatzucht. De
volgende ware geschiedenis bracht me tot
andere gedachten.
Toen ik me, eenigen tyd geleden, van mün
In de voorstad gelegen woning naar mijn
kantoor wilde begeven, vroeg me myn vrouw,
die juist ziek was of ik een boodschap voor
haar wilde doen. Ze gaf me een stukje rood
katoen en verzocht me twee en een half el
van die stof te koopen.
„Met genoegen," zei ik, stak het monster
by me en ijlde naar m'n werk.
In de middagpauze ging ik een grooten
winkel binnen en liet m'n stukje katoen zien
aan een eleganten heer, die me met 'n vrien
delijk lachje tegemoet kwam.
„Hier, asjeblief," zei hy; „juffrouw, myn
heer wenscht rood katoen."
„Lichtrood of donkerrood?" vroeg de win
keljuffrouw.
Ik toonde haar het monster, dat myn
vrouw me meegegeven had. Ze bekeek het,
nam een rol katoen en spreidde die op de
toonbank uit.
„Maar dat Is niet dezelfde kleur," zei ik.
„Niet precies, maar de kleur is veel mooier
dan van uw stukje."
„Wel mogelyk," hernam ik, „maar ik moet
juist dezelfde kleur hebben. Er moet iets
mee versteld worden."
De juffrouw nam een andere rol. „Dit is de
Juiste kleur."
„Ja, maar het is gestreept."
„Strepen zyn nu het modernste in katoen
voor Japonnen verzekerde de juffrouw.
„Maar het moet niet voor een japon dié
nen; ik geloof voor meubelstof.
Het moet hierby passen."
„Die kleur zult u moeilijk vinden, behalve
als u keizerlinnen neemt."
„Wat Is dat?"
„Keizerlinnen is eenkleurig katoen."
„Laat u me dat dan even zien."
„Die kleur is er op 't oogenblik niet, maar
ik kan u wel eenige mooie eenkleurige katoe
nen in andere kleuren laten zien."
„Ik wil geen andere kleuren, ik moet iets
hebben wat hierby past,"
„Het zal moeilyk zyn, in deze goedkoope
soort die kleur te vinden," zei ze een beetje
minachtend en ik verliet den winkel.
Eenige huizen verder trad ik een ander
magazijn binnen. Ik toonde een vrtendeiyk
heer mijn monster rood katoen en vroeg, of
ik zoo'n stuk hier kon krygen.
„Natuurlijk," luidde het antwoord, mag ik
u maar even voorgaan, mynheer?"
Ik ging voor de mij aangewezen toonbank
staan en gaf den verkooper het roode lapje.
Hij bezag het, betastte het aan beide kanten
en zei: „We hebben dit katoen niet meer
voorhanden."
„Maar die mynheer daar zei, dat ik die
soort hier kon vinden."
„Ja, we hebben ze gehad, maar alles is uit
verkocht. Gaat u eens naar Knipman aan
den overkant; waarschyniyk zult u het daar
vinden."
Ik ging by Knipman binnen en vroeg:
„Kan ik hier zulke katoen krygen?"
,,'t Spyt me wel, die kwaliteit hebben we
niet," antwoordde hy. „Moet het meubelstof
zyn?"
„Ja."
„Dan moet u keizerlinnen nemen."
„Is keizerlinnen juist zooals dit?"
„Neen, maar het is veel beter."
„Dat komt er niet op aan, als het maar
hierby past."
„Maar zooiets gebruikt men volstrekt niet
meer als meubelstof", zei hy.
„Ik meen toch, dat men voor z'n eigen
meubelen een soort stof mag gebruiken, die
men verkiest I" zei ik een beetje geraakt.
„Men mag, maar men doet het niet", ant
woordde hy, kalm, „vooral zulke stof niet.
Men gebruikt keizerlinnen."
Ik ging heen. Iets verder in de straat was
een groot linnenmagazyn. Dicht by de deur
vroeg ik een verkooper, of daar ook rood ka
toen te krygen was.
„Op de tweede verdieping", zei hy
Ik ging de trap op. Boven vroeg ik weer:
„waar krijg ik rood katoen?"
„Laatste kamer, rechts, rechtuit."
Door 't gedrang der koopers kwam ik in
de laatste kamer. Hier vroeg lk nog eens.
„Twee tafels verder, asjeblief", kreeg ik
ten antwoord.
Ik trad op de aangeduide tafel toe en liet
nogmaals het lapje zien.
„Katoen vindt u beneden", zei de verkooper
kortaf.
.Maar men wees me hierheen."
„Hier hebben we geen eenkleurige katoe
nen; die krygt u beneden, laatste kamer,
rechts achter."
Ik ondernam de terugreis naar de toon
bank in de laatste kamer beneden. De ver
kooper bekeek mijn monster en zei, erg uit
de hoogte:
„In deze kwaliteit künnen we U die kleur
niet geven."
„Heeft u deze kleur dan in een andere kwa
liteit?"
„Ja, in een betere."
Hy nam een rol en spreidde die uit.
„Maar dat is toch volstrekt mijn kleur niet",
zei ik.
„Neen, het katoen is van betere kwali
teit en de kleur veel fraaier."
„Maar ze moet hierby passen", meende ik.
„Ik dacht dat het onverschillig was", ant
woordde de jongeling. „U zei, dat de kwa
liteit beter mocht wezen. Om iets passends
te vinden, moet U letten op kleur en op kwa
liteit. In deze kwaliteit rood krygt U alleen
keizerlinnen."
Ik sloeg geen acht op deze opmerking en
vroeg nog eens: „Dus hier is niets van die
soort te krijgen?"
„Het spyt me wel, mynheer. Misschien
•krygt u dit katoen op de derde verdieping,
afdeeling meubelstoffen."
Dus weer de trap op, dezen keer naar de
derde verdieping.
„Is hier zulk katoen te krijgen?"
„Afdeeling voor meubelstoffen, laatste
kamer."
In de laatste kamer vroeg ik opnieuw:
„Ik zou graag rood katoen hebben."
„Voor meubelstoffen?"
„Ja, mynheer."
„Tweede tafel, links, alsjeblief."
„Daar werd m'n lapje bekeken en ik kreeg
ten antwoord:
Dit katoen krijgt u in de afdeeling voor
japonstoffen."
Nu verliet ik den winkel.
Ik had rood katoen tot in de keel, maar ik
wilde nog een poging wagen. M'n vrouw had
het katoen pas voor korten tyd gekocht, dus
moest het ergens te vinden zyn. Ik had haar
eigsniyk moeten vragen waar ze het gekocht
had, maar dit was me niet ingevallen. Zoo
iets eenvoudigs, dacht ik, moest wel overal
te krygen zijn.
Nu beproefde ik myn geluk in een reus-
achtigen modewinkel. Ik haalde het ongeluks
monster met de oude vraag voor den dag.
„Rood katoen? Laatste kamer, links, asje
blief."
„Kan ik hier rood katoen krygen?" vroeg
ik de juffrouw.
„Neen, mijnheer, maar. in keizerlinnen kan
ik u die kleur bezorgen."
Al weer dat keizerlinnen. Ik gaf den onge-
lijken stryd op.
„Goed. Wil u me dan keizerlinnen geven?"
„Hoeveel?"
„Ik weet niet vyf el."
De juffrouw keek me verbaasd aan en
knipte de vijf el van de rol. Toen klopte ze
op de tafel en riep: „Kassa!"
Een klein meisje met lange, blonde lok
ken kwam langzaam aan; de juffrouw schreef
met pijnlijke nauwkeurigheid stof, ellemaat,
prijs, de waarde van het geldstuk dat ik haar
gaf en verschillende andere feiten op een
Stukje papier; daarna schreef ze alles op
in een notitieboekje en gaf het stukje papier,
het katoen en 't geldstuk aan het kleine
meisje. Dit verdween, om eerst na vry langen
tyd terug te keeren met het pakje en 't klein
geld.
Voor m'n werk op 't bureau was nog slechts
weinig tijd overgebleven. Thuis gekomen gaf
ik het pakje aan m'n vrouw.
Ze maakte het los en zei:
„Maar dat is toch dezelfde kleur niet."
„Neen schat," zei ik, „volstrekt niet dezelfde
kleur. Maar je wil ook deze kleur niet. Keizer
linnen is het eenig goede derde kamer
links ik bedoel, men gebruikt tegenwoordig
uitsluitend keizerlinnen.
Ze zag me verbaasd aan en ik vertelde
haar m'n ïydensgeschiedenls.
„Nu", zei ze tenslotte, „dit katoen is veel
mooier dan 't andere en je hebt er zooveel
van meegebracht dat ik mijn stukje volstrekt
niet behoef te gebruiken. Ik had echter dade
lijk aan keizerlinnen kunnen denken."
„Wel ja, dat had je kunnen doen", zuchtte
ik en nam plaats aan tafel, vermoeid en een
ervaring ryker.
van dezen hoofdredacteur heeft de heer
Bruna de hoofdredactie waargenomen. La
ter werd hy tot directeur-hoofdredac
teur van de Nieuwe Courant benoemd. Na
de opheffing van dit blad is hy weer by het
Handelsblad teruggekeerd, waar hij secretaris
werd van de ho:Cdredactie. Als zoodanig was
hij eenige jaren werkzaam, waarna hy als
opvolger van den heer Elout werd aange
wezen als parlementair redacteur van dit
blad.
Zaterdag a.s. vindt te Den Haag de ter
aardebestelling van het stoffelyk overschot
plaats.
Besluiten van de Commissie voor Werkver
ruiming in de Schoenindustrie
Te Tilburg heeft een vergadering plaats
gehad van de commissie voor werkverrui
ming in de schoenindustrie (C. W. S.)
Met groote instemming begroette de ver
gadering het besluit der federatie van
Nederlandsche schoenfabrikanten, om over
te gaan tot de vorming van een krachtig
fonds, waaruit de kosten, die uiteraard
aan een breed opgezette reclame-campagne
verbonden zijn, zullen kunnen worden be
streden.
Verschillende maatregelen werden be
sproken om de geldmiddelen van dit fonds
verder te versterken.
Een breedvoerige gedachtenwisseling had
plaats over den vorm, waarin de adver
tentiecampagne het meest doeltreffend zou
kunnen worden gevoerd en de leuzen
.„Koopt Nederlandseh schoenwerk" en
„Koopt meer schoenen" het best by het
publiek ingang zouden kunnen vinden. Ten
einde het publiek in de gelegenheid te stel
len, wanneer het zijn voorkeur voor schoe
nen van Nederlandseh fabrikaat by den
winkelier te kennen geeft, ook te contro
leeren, dat ook inderdaad Nederlandseh
fabrikaat wordt geleverd, zullen de by de
C. W. S. aangesloten schoenfabrikanten er
binnen zeer korten tyd toe overgaan alle
door hen vervaardigde schoenen van het
S. W. S.-merk te voorzien. Aldus kan wor
den voorkomen, dat het publiek, dat Neder
landsche schoenen wil dragen, zich buiten-
landsche schoenen in de hand ziet gestopt.
Het oordeel van de Tweede Kamer
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
wijziging van hoofdstuk V der Ryksbegroo
ting voor 1931 (uitkeeringen ten behoeve
van verbouwers van suikerbieten). Daaraan
is ontleend:
Vele leden achtten den thans voorgestel
den maatregel bijzonder goed gekozen. Zon
der hulp van regeeringswege zou deze cul
tuur verdwynen.
Andere leden gaven als hun meening te
kennen dat In het bijzonder voor het be
drijf, waarvan hier sprake is, een andere
vorm van steunverleening verkieslyker zou
zijn. Deze leden zouden de voorkeur geven
aan de invoering van een z.g. schaalrecht
op ruwe suiker tot een bedrag, geiyk aan
het verschil tusschen den wereldprijs en
een nader vast te stellen loonenden prijs
voor het product.
Dé hier verdedigde invoering van een
schaalrecht op suiker werd van andere zyde
ongewenscht genoemd.
Van meer dan één zyde werd critiek ge
oefend op de wyze, waarop by de oplossing
van het onderhavige vraagstuk de mede
werking der Staten-Generaal is gezocht.
Zeer vele leden verklaarden het te betreu
ren, dat de regeering nog in verschillende
opzichten heeft afgedongen op het voorstel
der commissie-Lovink, waarvan royaliteit
toch reeds niet het kenmerk was.
Tegen de verlaging van het maximum der
toe te kennen premie van f 0.50 bestond
bij de hier bedoelde leden ernstig bezwaar.
Verscheidene leden zouden er de voorkeur
aan geven, dat in het geheel geen maximum
zou worden gesteld.' Tegen de beperking van
de steunverleening tot 80 pet. der normale
productie in plaats van 90 pet., geiyk de
commissie-Lovink had voorgesteld, bestond
by deze leden eveneens overwegend be
zwaar. Ook met de verlaging van den suiker
prijs, waarbij de steun zal vervallen, van
14 tot f 12.36, konden deze leden zich niet
vereenigen. In dit opzicht zal de regeling
niet aan de verwachting voldoen.
Andere leden achtten noch voor verhoo
ging van het maximum-bedrag der premie,
noch voor verhooging van de limie.t waar
boven de steun vervalt, reden aanwezig.
Eenige leden drongen er op aan, dat ook
de N.V. Beetwortelsuikerfabriek te Sas van
Gent in de regeling zou worden betrokken.
In verband hiermede werd opgemerkt, dat
in deze fabriek vele Belgen werken. Wel
licht bestaat thans gelegenheid invloed te
doen gelden opdat bij deze fabriek zooveel
mogelyk Nederlandsche arbeiders worden te
werk gesteld.
Journalistieke curiositeiten
12 Maart. Wie verre reizen doet of veel
kranten leest, kan veel verhalen. Daardoor
ben ik In staat, u op de volgende journalis
tieke curiositeiten van jongen datum te ver
gasten:
Uit recensies over den Duitschen cellist
Kurtz, die een concert heeft gegeven in Den
Haag:
Het samenspel kenmerkte zich overigens
door pryzenswaardige eenheid. (Avondpost,
11 Febr.)
Het samenspel als zoodanig schommelde
dan ook den geheelen avond. (Maasbode,
11 Febr.)
De totaalindruk was dank zy de *eer
slechte begeleiding nogal onzeker. (Han
delsblad, 11 Febr.)
Hier was de begeleiding zuiver afgewo
gen en intiem van muzikaliteit. (Vaderland,
11 Febr.)
Doch of het de invloed van zyn Jagende,
uiterst oppervlakkige partnerin was...,
(Handelsblad, 11 Febr.)
Als begeleidster der fameus gespeelde
solostukken kan haar volgzaamheid niet
onderscheiding genoemd worden. (Haagsche
Courant, 11 Febr.)
En nu is het wachten op den alzijdigen
criticus, die er een zoo unlverseele opinie op
nahoudt, dat hy de bevoegdheid, den moed
en het talent bezit, heelemaal iti z'n eentje
het oordeel samen te vatten van al wat op
het gebied van muzikale critiek gezag heeft;
den man, die durft schrijven:
Deze cellist Is een genie. Hy kent letter-
ïyk niets van zyn vak. Nimmer zagen wé
zulk een beheerschte, meesteriyke stokvoe-
ring; het leek wel of hy de zweep over den
rug van zyn paard legde. Welk een sublie
me vertolking, welk een absoluut gemis aan
begrip, aan gevoel! Het samenspel ken
merkte zich door prijzenswaard'ge eenheid;
de slechte begeleiding maakte den totaal
indruk dan ook onzeker. Welk een talent,
deze begaafde pianiste! zy deed beter, haar
schoolgeld terug te halen, als zy het ten
minste ooit betaald heeftBravo me
vrouw! We hopen u hier spoedig terug te
Zien. Het was niet om aan te hooren.
En dan zegt men nog: la critique est aisée.
Als Je dit ziet, begryp je pas hoe onmensche-
ïyk moeiiyk het is!
Het Tweede Kamerlid, de heer Braat,
heeft den Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw de volgende vraag ge
steld:
Is de Minister bereid mee te deelen of hy
maatregelen neemt om alsnog de tarwe
verbouwers van het oogstjaar 1930, zoowel
voor de reeds verkochte alsook voor de nog
niet verkochte tarwe, te subsidieeren of te
steunen?
Vragen van den heer Vos aan den Minister
van Justitie
Het Tweede Kamerlid, dr. I. H. J. Vos
heeft den Minister van Justitie de volgende
vragen gesteld:
Is het juist, dat aan den Russisehen
schrijver S. Tretjakow, die zich om ge
zondheidsredenen tydelijk in Duitschland
bevond, een Nederlandseh visum is gewei
gerd?
Zoo ja, is het den Minister bekend, dat
de heer Tretjakow was uitgenoodigd door:
a eenige vooraanstaande personen uit de
tooneelwereld, o. w. de heeren L. Saalborn,
directeur van de Koninkiyke Vereeniglng
„Het Nederl. Tooneel", Johan de Meester
Jr. en eenige andere Nederlandsche intel-
lectueelen; b. de Kunstenaarssociëteit
„De Kring" te Amsterdam; c. het genoot
schap „NederlandNieuw-Rusland" te Am
sterdam, om op 24 Januari 1931 te Amster
dam ln besloten kring een enkele voor
dracht te houden?
Is de Minister bereid aan de Kamer mede
te deelen, welke beweegredenen aan deze
weigering ten grondslag hebben gelegen?
Is de minister bereid dezequaestie nog
eens te overwegen en eventueel zyn mede
werking te verleenen tot het verstrekken
van een visum aan den heer S. Tretjakow
voor het beschreven doel?
229. Eindeiyk kwam de net-gekleede kapper,
Boog beleefd en werd bleek van schrik,
Dacht: „Moet ik dien kerel scheren,
Dien overgehaalden viezerik.
Dien vent met zijn verfomfaaiden knevel
Als 'n uitgeplukte kattestaart."
De koopman zei rustig: „Wil mij scheren,"
En daarby wees hy op zyn baard.
230. By Bagdad zag Wim een groote ruïne,
Steenen lagen er rondom,
Dit was eens de toren van Babel,
Zwart van vuil en ouderdom.
Eeuwen geleden dachten dwaze menschen,
Dat men een toren bouwen kon,
Die wel reiken zou tot den hemel
En misschien wel tot de zon.