^Binnenlandsch Nieuws Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje j m 1 OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN I Worsteling in de wildernis Een misverstand EERSTE KAMER TWEEDE KAMER AmsterdamParijs Mineraalwaterfabrikanten Opcenten tabaksaccijns op cigaretten GEMENGD' NIE UWS Bloeiende smokkelhandel langs onze grens Gevecht op leven en dood met een leeuw RADIO-OMROEP Doodelijk ongeval Ketelontploffing S jte- Vergadering van Vrijdag Buitenlandsche Zaken Voortgezet wordt de behandeling van Hoofdstuk m (Buitenlandsche Zaken) der Rtjksbegrooting voor 1931. De heer VAN EMBDEN (VD.) betoogt, dat de drang naar collectieve rechtsbescher ming'zoo groot is geworden, dat de enkele staten er zich niet of nauwelijks aan onttrek ken kunnen. In dezelfde mate neemt de kans op neutraliteit af. Spr. acht den Raad van den Valkenbond niet de meest onpar tijdige instantie. Gesteld Frankrijk acht de casus foederis aanwezig. Wat zullen onze voornemens zijn? Zullen wij vechten, dreigen tegen de sterkste militaire mogendheid ter wereld of tegen Frankrijk en Engeland. Dreigen zou onmid dellijk gevolg hebben: vechten. Is dit het be leid der werkelijkheid? Zoo ja, dan meent spr. dat de minister ten eenenmale onder schat, én de materieele krachten én de mo- reele krachten die zich tegen ons zullen kee- ren. Spr. somt de vernederingen op, die wij in den wereldoorlog hebben moeten ondergaan, waartegen wü slechts een machteloos protest konden doen hooren. Niet slechts tallooze aanrandingen van onze rechten hebben wij ons laten welgevallen doch ook hebben wij nagelaten onze rechtsplichten te vervullen jengens Luxemburg, weiken onzijdigheid ook door ons gegarandeerd was. Wat is na 1919 de moeilijkheid? Dat de volken voortgaan, op dezelfde wijze maar op ontstellender voet, zich tegen elkaar te wa penen. In de redeneering van den minister milita riseert men den Volkenbond, zoo haalt men den Volkenbond neer in het slijk van den oorlog. De heer OUDEGEEST iSD.) betreurt het dat de minister het vlootp' an -Deckers niet in strijd acht met het te Genève door ons ingenomen standpunt. Zeker er ontbreekt nog veel aan den Vol kenbond en sommige resultaten hebben spr. teleur gesteld, doch zijn vertrouwen is daar door niet weggenomen. Ons land. dat eenlge eeuwen geleden in 'n stormhoek lag, ligt thans buiten het oor logsgevaar. Doch wat voor ons de positie moeUiiker maakt is dat wij door onzen han del rvlaties hebben over den geheelen aard bol, waardoor wij gedwongen z(jn op de hoogte te blijven van den economischen toe stand van nagenoeg alle volken. Wordt dit door de regeering wel voldoende beseft en gesteund? Zou het voor den minister niet wenscheiyk zijn, indien bij de verschillende commissie vergaderingen te Genève eenige jonge opko mende vertegenwoordigers in het buitenland werden toegevoegd, opdat zij van de meesters die daar samenkomen de lessen kunnen lee- ren die zij noodig hebben? Aangaande de internationale ontwapening vraagt spr. wat de regeering zal doen om de publieke opinie in die richting te beïnvloe den. De heer SMEENGE (V. B.) kan niet on derschrijven, wat de Minister in de M. v. A. heeft verklaard, nJ. dat België, wat de scheepvaartrechten betreft, Nederlanders ge lijk stelt met Belgische schippers. De heer VAN CITTERS (A.-R.) merkt op, dat bij den heer De Savomin Lohman on gerustheid is gerezen aangaande de houding van den Minister t.a.y, de tusschenwateren. Spr. deelt in die ongerustheid niet. De heer BRIET (A.-R.) merkt op, dat kleine gevoeligheden de goede verstandhou ding tusschen Nederland en België kunnen verstoren en wijst op de taalkwestie. De commissie voor de cultureele samenwerking moge hiervan doordrongen zijn en wake te gen afglijding naar Fransche zijde. Een tweede gevoelige plek is het bewape ningsvraagstuk. Wil moeten er voor waken, dat wij geen partij kiezen in deze kwestie, die in België de gemoederen bezig houdt. De MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN, de heer BEELAERTS VAN BLOK LAND, zegt, dat wij inderdaad in Europa slechts drie beroepsconsulaire posten heb ben, n.l. te Brussel, Berlijn en Londen. Er zal binnenkort, naar spr. hoopt, ook een consul-generaal te Dusseldorf worden aan gesteld. Omtrent toezicht op internationale trusts deelt spr. mede, dat de resoluties van de Economische Conferentie in 1927 zijn mede gedeeld en dat spr. de verklaring heeft afge legd, dat zij de aandacht van de regeering zouden hebben. In het Nederlandsch-Belgische tractaat zijn punten van heel wat meer belang dan het kanaal. Alle plannen tot verbetering van de verhouding zullen getoetst moeten wor den aan de scheidingsregeling. Spr. acht afwijking van de strikte grens van de tusschenwateren alleen dan toelaat baar, als dit met het oog op Nederlandsche belangen of technische eischen gewenscht l«. Tegenover het betoog, dat wij ons prac tise!» hebben neer te leggen bij de neutrail- teitsopvatting van de groote mogendheden, stelt spr. de meening, dat dit toch niet in houdt, dat wij ons in de toekomst moeten neerleggen bij schending van onze rechten. En wat de garantie van de Luxemburgsche onzijdigheid betreft, merkt spr. op, dat deze een collectieve garantie was en dat wij dus niet verplicht waren alleen ons gemobili seerde leger naar Luxemburg te sturen. Spr. betoogt voorts, dat de regeering ln streven naar ontwapening voor niemand on derdoet. De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C. H.) erkent, dat het tractaat nog andere gewich tige dingen bevat, dan het kanaal, doch dit is voor de publieke opinie terecht de toets steen. Spr. heeft wel degelijk vertrouwen in de regeering. De begrooting wordt hierna aangenomen. De vergadering wordt te 3.50 verdaagd tot Dinsdag as. te half twee. Vergadering van Vrijdag Octrooi-wet Aan de orde is het wetsontwerp tot wij ziging van de Octrooiwet. De heer VAN DER WAERDEN (SD.AP.) wenscht enkele opmerkingen te maken over dit onderwerp, dat zooveel belangstelling in het land heeft gewekt. Het grondbeginsel van de Octrooi-wet geving is, dat deze moet dienen in het be lang van de maatschappij, niet in de eerste plaats van den uitvinder. Het betreft hier een zuiver zakelijke kwestie. Ten aanzien van de bekende Philips' octrooien is de stemming wonderlijk aan het veranderen. Men had tot voor eenlgen tijd een ongekende adoratie voor het Phi- lips-bedrijf. Toen de 20.030ste arbeider in dienst kwam, moesten de vlaggen uit; na derhand zijn 3500 arbeiders ontslagen. De oogen van het publiek zijn opengegaan voor monooolistische uitbuiting. Dit mono polie heeft Philips te danken aan de Octrooi-wetgeving. Voor de consumenten heeft de Octrooi-wetgeving naast voordee- len, ook groote nadcelen. Het belang eener goede Octrooi-wetgeving, ziet spr. ook zeer goed in. Verschillende industrieën zouden zich zonder octrooien niet kunnen hand haven. De heer v. d. BILT (V. D.) meent, dat het ontwerp terecht is ingediend. De practijk heeft geleerd, dat de beschermingstermijn van 15 jaar te kort is. Eigenlijk zou het beste zijn, dat deze zaak internationaal geregeld werd. Wellicht kan de regeering hier een initiatief nemen. De bezwaren tegen dit ontwerp acht spr, van weinig beteekenis. Mej. KATZ (C. H.) kan zich vereenigen met het in het ontwerp voorgestelde uitstel van betaling. Voor verlenging van den termijn van 15 op 18 jaar, heeft de regeering slechts een zeer sobere en vage argumentatie gegeven. Spr. ontkent, dat er sprake is van een „algemeen" streven om den termijn te verlengen. Er zijn octrooien, waarmee 4 millioen winst gemaakt wordt. Dat is toch nog al welletjes. De heer v. HELLENBERG HUB AR (R.K.) gelooft dat de beschermingstermijn, die noo dig is, niet met een liniaal is uit te meten. Het komt spr. zeer onwaarschijnlijk voor. dat de groote fabrieksconcems in 15 jaar niet voldoende kunnen exploiteeren. Gaat men dezen termijn verlangen, dan beteekent dit versterking der groote con cerns ten koste der verbruikers. De heer FLORIS VOS (Middenp.) betoogt dat de octrooiwetgeving voornamelijk beoogt bescherming van de gemeenschap. De oc trooiwet is een evenwicht tusschen indivi dueel en a'gemeen belang. Dit karakter dreigt nu te veranderen door den thans voorgestelden maatregel. Heeft de regeering zich wel rekenschap gegeven van de gevolgen van deze wijziging? De heer KORTENHORST (RK.) noemt dit ontwerp een lichtstraal voor de Neder landsche industrie. Het is een aanzienlijke verbetering in de bestaande verhoudingen. Willen wij aan onze uitbreidende bevol king een emplooi bezorgen, dan dienen we de grootindustrie te bevorderen, hetgeen al leen kan door een goede octrooiwetgeving. De heer RUTGERS v. ROZENBURG (C.H.) zegt, dat hier een onderwerp aanwe zig is, dat zich bij uitstek leent voor inter nationale regeling. Zoolang die nog niet be staat moeten wij ons aansluiten bij het bui tenland. MINISTER VERSCHUUR kan moeilijk dit onderwerp, dat zóó diep behandeld is, nog met nieuwe gedachten verrijken. Het ont werp is gericht op algemeene herziening, niet op herziening met het oog op bepaalde oc trooien. De tendenz gaat in de richting van verlenging, waarbij 18 Jaar wel een goed ge middelde is. De vergadering wordt verdaagd tot Dins dag. Tweede klasse slaapplaatsen zullen worden Ingevoerd Van 1 April ajs. af zullen 2e klasse slaap plaatsen tusschen Parijs en Amsterdam v.v. worden ingevoerd JEen reiziger 1ste klasse heeft recht op één compartiment voor zich alleen, terwijl twee reizigers 2e klasse één compartiment bezetten. Over eenige maanden kan worden ver wacht, dat het nieuwste type slaapwagen tusschen Amsterdam en Parijs zal loopen. Dezer dagen is te Utrecht in een verga dering van R. K. Mineraalwaterfabrikanten besloten tot oprichting van een R. K. vak bond. In het voorloopig bestuur werden gekozen de heeren: J. Th. Post, Delft, voorzitter; P. Th. Luyckx, Den Helder; J. Ruyrok, Sche- veningen; H. A. de Wit, Amsterdam; C. Verbakei, Eindhoven; P. v. d. Zwaar, Bode graven. Het secretariaat zal voorloopig worden waargenomen door het Nationaal Hanze- bureau, Hoogewal 10, Den Haag. Invoering van aanvullingszegels Verschenen is het Verslag van het overleg tusschen de vaste commissie voor de belas tingen en de regeering over het wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van de Leening- wet 1914 en tot heffing van opcenten op den Tabaksaccijns op sigaretten. De regeering verklaart, dat de nieuwe hef fing niet achterwege mag blijven. Vooreerst is nog niet zeker tot welke hoogte de cri sisuitgaven in de eerst volgende jaren zul len oploopen. De regeering meent wel reeds thans te mogen aannemen, dat de Jaarlijksche uit gaven stellig niet beneden de tien a twaalf millioen gulden zullen blijven. Dat zij daar boven zullen uitgaan is zeer wel mogelijk. In dit laatste geval is het denkbaar, dat de f 41.000.000 (het feitelijke saldo van het Leeningfonds) niet voldoende zullen zijn. Sommige leden achtten het aantal opcen ten te hoog. Zij zouden gaarne zien, dat het tot twintig werd verminderd. In het aanvan kelijk ontwerp was, naar de regeering ant woordt, een heffing van veertig opcenten opgenomen. Een verlaging is dus reeds aan gebracht. Verder kan niet worden gegaan. De regeering is bereid, ook na verschillende belanghebbenden gehoord te hebben, gevolg te geven aan het denkbeeld, de opcenten te laten voldoen door opplakking van aanvul lingszegels, vermeldende het wegens opcen ten verschuldigde bedrag. Door de invoering van deze aanvullings- zegels zal ook de kwestie der navordering geen moeilijkheid meer opleveren. Ook de winkeliers immers zullen hun voorraden van die zegels moeten voorzien en deze op de verbruikers kunnen verhalen, terwijl aan de voorraden niet te zien zal zijn, van welk Ruime vangsten der douane In den loop dezer week werden langs onze grens, in de buurt van Aken, aangehouden: Een smokkelbende, bestaande uit 6 perso nen, die 140 Kg. koffie en 140 pond cacao frauduleus naar Duitschland had gebracht; een smokkelbende, 3 personen tellende, die 2200 sigaretten, 1000 sigaren en 24 pond kof fie had gesmokkeld; een bende van 4 perso nen, die 40 pond koffie en 6000 sigaretten had uitgevoerd; een vrachtauto, die groote kwantle koffie 4400 sisaren en 300 sigaret ten vervoerde, werd in beslag genomen, evenals een vrachtauto, die meer dan 10.000 sigaretten en 200 pond koffie had geladen. Een 8 man sterke bende, die 170 pond kof fie, 38 pond tabak en 1700 sigaretten had gesmokkeld, werd in arrest gesteld. Verder werden nog in grensgemeenten bij huiszoe kingen in beslag genomen 1600 pond meel, 100 pond mais en tarwe. Nederlandsche Broeder-missionaris door een neger-Broeder gered De Eerw. Broeder-missionaris Jacobus (Mulders uit Utrecht) van de Procure der Witte Paters te Boxtel, doet in een schrij ven uit Loeboeshi in het vicariaat van Banguéolo (Centraal Afrika) gedateerd van den 9en Februari j.l., het volgend verhaal over een vreeselijke ontmoeting met een leeuw: „We zijn hier bezig met den bouw van een seminarie voor het Vicariaat. Ook de bouwers moeten eten. Om in het flauwe eten wat afwisseling te brengen en ook om ons wat merg in den rug te geven, ging onze overste op jacht, om te izen of hij een pombo (een der vele soorten antilopen) onder schot kon krijgen. Er wonen nu een maal hier geen slagers. Om zoo'n pombo beter te kunnen raken, bezigt men een soort fluitje, waarmee men den pombo roept. Na den middag was de overste uitgegaan met den Neger-Broeder. Na zich eerst goed ver borgen te hebben, werd op z'n fluitje ge blazen en weldra kwam een pombo in het zicht. Plotseling zagen ze hem echter weer wegvluchten, ofschoon hij den pater <h den broeder niet had kunnen zien. De Neger- Broeder, wiens oogen scherper zien dan de onze, keek rond en gaf als zijn meening te kennen, dat er een leeuw in de nabijheid moest zijn. De pater gaf hem daarop twee patronen voor zijn geweer en deed ook een kogel in het zijne. Het was hoog tijd, want de schuilhoek van den koning der wildernis lag nauwelijks op 10 meter afstand bij een mierenhoop. Op het oogenblik, dat de leeuw een weinig om den mierenhoop naar voren kwam, loste de pater een schot en ver brijzelde een der schouderbladen van zijn majesteit, zoodat hij eenige malen over den grond rolde en daarna stil bleef liggen. Meenende dat het beest dood was, ging men naar huis, om volk te halen ten einde den leeuw mee te kunnen nemen. Broeder Eli- sée (Bloemen uit Groessen) trok met den Neger-Broeder en eenige negers er op uit. Doch toen ze' ter plaatse kwamen, waar ze den leeuw dachten te vinden, was hij er niet meer. Met hun overste volgden ze het bloedspoor door den leeuw achtergelaten. Op eens, zonder dat ze iets gezien had den, sprong de leeuw te voorschijn en op broeder Elisée toe. Deze kon nog juist zijn geweer tegen den kop van den leeuw druk ken en het afschieten, waardoor een van de kakebeenen van het beest verbrijzeld werd. Ongelukkigerwijze kwam de broeder te val len en de leeuw op hem. Met een gebroken poot en een stuk geschoten kakebeen had het dier veel van zijn krachten verloren. Toch kreeg de broeder nog twee knauwen in zijn dijbeen. Gelukkig had de broeder echter een grooten bos sleutels in zijn zak. Drie sleutels waren afgeknapt of het luci fershoutjes waren en de vierde was door boord, of er een boormachine bezig was geweest. Die sleutels hebben de kracht van de leeuwentanden geestelijk gebroken. Daarop beet het woedende beest nog in z'n arm, maar zonder een diepe wond te ma ken. Dat ging alles zoo vlug, dat men er niet dadelijk aan dacht den broeder bi) te staan. Toen de omstanders van den schrik wat bekomen waren, liep de Neger-Broeder op den leeuw toe en gaf hem een slag met een bijl op z'n kop. De leeuw liet toen Broeder Elisée los en sprong op den Neger- Broeder toe, gooide hem voor den grond en begon opnieuw een gevecht. De Neger-Broe der sloeg wat hij kon, met z'n bijl op den kop van den leeuw. De leeuw gaf echter den strijd niet op en smakte den Neger- Broeder wederom neer. Doch juist op het moment, dat het brullende dier zich op richtte, om zich op den Broeder te werpen, schoot de Pater een kogel in z'n oor, waar door de leeuw doodelijk werd getroffen. Ge behoeft niet te vragen hoe die arme jongen er uit zag. Vol wonden. Gelukkig waren ze niet gevaarlijk en er is kans, dat hij, dank zij de zorgen van een dokter, die niet al te ver van ons vandaan woont, spoedig zal genezen. Eere aan onzen Neger- Broeder die zich heeft opgeofferd, want zonder hem zou het met Broeder Elisée heel anders zijn afgeloopen." Een ernstig ongeluk is gisteravond om streeks 11 uur in de van Woustraat te Am sterdam gebeurd. Een wielrijdster, mej. K., wonende aan het Sumatraplantsoen, wilde nog juist voor de tram de rails oversteken. Zij werd echter door de tram gegrepen en op straat geslingerd. Bewusteloos werd zij opgenomen en naar bet ziekenhuis vervoerd, waar zit bij aan komst reeds bleek te zijn overleden. In hét dorp Woltersum (Gr.) had gis termiddag te vier uur een ketelontploffing plaats, die wonder boven wonder vrij goed is afgeloopen. De grofsmid D. K. was met een knecht bezig een onbruikbaar gewor den ketel te vernietigen. Toen de knecht met een beitel den ketelwand trachtte ln te slaan, explodeerden eensklaps de gassen, die zich blijkbaar ln den ketel hadden opge hoopt. De ketel vloog uit elkaar en de knecht werd licht gewond. De oude heer zat in een hoekje van den spoorweg-coupé en keek hen over zijn bril heen aan. Zij zaten heel dicht by elkaar in den an deren hoek en waren heel jong. De trein reed vrij snel en door het lawaai kon de oude heer niet verstaan, wat zij zeiden. Wel begreep hij, dat de jonge man zeer ernstig tegen het meisje sprak. De oude heer was niet zóó oud, of hij wist nog best, wat het zeggen wilde, „jong" te zijn! Zijn gedachten gingen terug naar het oogenblik, heel lang geleden, waarop hij het jawoord had gekregen. O, hij herinnerde het zich nog zoo goed.... Wat was dat heerlijk, jong te zijn! Hij nam zijn bril af en veegde de glazen schoon. Toen keek hy nog eens naar het paartje met vaderlijken blik. Nu reed de trein iets minder snel en het rammelen der wagens was niet meer zoo hinderlijk. De jonge man hield juist op met spreken en wachtte in spanning het ant woord van het meisje af. Maar zy schudde het hoofd. „Het is niet goed Tony," zei zy. „We kun nen het niet doen." „Maar Myra. begryp je dan niet ,3egin nu asjeblieft niet weer van voren af aan, Tony. Waar is het goed voor? Ik kan je verzekeren, dat ik er ernstig over nagedacht heb. Ik zou wel willen.... Och, laten we er maar niet meer over spreken." „Maar je bent ei toch niet tegen, wel?" vroeg hy weer. „Ik heb altyd gedacht, dat jy het graag wilde, net zoo graag als ik. Hoe lang heb ik al niet naar het oogenblik uitgekeken, en nu...." „Ik weet het," zei het meisje zacht. „Ook ik heb er naar verlangd." „Nu dan!" „Maar we moeten verstandig zyn, Tony," vervolgde zy. „Dat zie jy toch ook wel in! We kunnen toch niet met open oogen ons ongeluk tegemoet gaan?" „Dat zullen we ook niet! Ik weet precies." „Lieve Jongen, ik zou het minstens even prettig vinden als jy, maar jy ziet heele- maal de practische zyde van de zaak overs het hoofd. En daarom moet ik daar wei aan denken voor ons beiden. Ik zal er be slist voor waken, dat jii iets gaat doen, waar je later spyt van hebt." „Het zal me nooit berouwen," protesteerde de jonge man. „En jy zult er ook geen spyt van hebben. O Myra, denk toch eens, hoe zalig het zal zyn," ging hy enthousiast voort. „Wat zullen we samen een heeriyken tyd hebben, 's Morgens breng Je me naar het station en eiken avond kom Je me halen en samen gaan we naar huis. O! kindje, wat zou dat verrukkelijk zyn." „Ik weet het, Tony. Het zou heeriyk zyn. Maar het kan nu eenmaal niet!" „Waarom niet? Wat is er tegen?" „We hebben Immers niet genoeg geld!" „O. dat geld!" smaalde hy verachteiyk, „dat komt best in orde." „Ik weet, dat het afschuweiyk Is, maar we moeten daar nu eenmaal rek.ming mee hou den." „Ik heb toch pas verhooging gehad," wirep de jonge man tegen, „dat maakt een groot verschil. Een maand geleden zou ik er niet over gedacht hebben. Maar nu.-.." „We hebben al zooveel uitgaven, Tony; het kan niet." De Jonge man haalde ongeduldig de schou ders op. „Als jy zooveel tegenwerpingen maakt, zal ik er maar niet meer over spreken; het geeft toch niets." Hy keerde zich van haar af en keek uit het raampje. Het me'sje legde haar hand op zyn arm. „Kom, je moet niet boos op me worden. Laten we nog wat wachten, later mis schien...." Maar hij wilde niet meer naar haar luis teren en nu bewaarde ook zy hel stilzwygen. zy schoof een eind van hem af en ging bij ^ïet andere raam zitten. De oude heer voelde zich niet op zyn ge- '90 i mak. Dit was heelemaal niet het gelukkig einde, dat hy zich voorgesteld had. Hy zag, 11'20„^1ud^.ruurf;^ dat het meisje schreide en toen voelde hy, dat hy iets moest doen. Hy boog zich naar haar toe en zei: „Lieve jonge dame, ik hoop niet, dat u me onbescheiden zult vinden, ik ben oud genoeg om uw vader te zyn, en...." Hij aarzelde; er was zulk een angstige trek op zyn gezicht, dat het meisje, ondanks haar tranen, even moest glimlachen. „Ik hoop niet, dat ik u beleedig," vervolg de hy, aangemoedigd door dien glimlach, „maar ik kon niet helpen dat ik uw ge sprek hoorde en ik zou u graag een vader- ïyken raad geven, als ik mag." „Vindt u niet, dat ik geiyk heb, meneer?" vroeg het meisje. „Neen. Ik geloof, dat u ongeiyk hebt. Geld is byzaak, lief kind." „Maar...." „Het eenige, waar het op aankomt is, of je van hem houdt," zeide de oude heer. „Natuuriyk houd ik van hem „Trouw dan met hem!" „Wat?" riep zy uit, stom van verbazing. „Trouw met hem," herhaalde de oude heer. Het meisje staarde hem aan. „Maar meneer, wy z y n getrouwd, al meer dan een jaar!" zy barstte uit in lachten, toen zy de hul- pelooze uitdrukking in het gezicht van den ouden heer zag. „Nu begryp ik het!" riep zy uit „U dacht, dat hy my vroeg zyn vrouw te worden!" „Ja, maarwat „Hy heeft juist salaris-verhooging gehad," legde de jonge vrouw uit, „en nu wil hy een auto koopen. Maar ik weet zeker, dat we dat niet bekostigen kunnen." De oude heer wist niet, wat hy zeggen moest en om zich een houding te geven, nam hy zyn bril af en veegde de glazen schoon. „Vergeef myt" stamelde hy verlegen. ZONDAG 15 MAART 1931 HUIZEN, 298 M. 8.30 N.C.R.V. 19.00—5.00 K.R.O. 5.20 N.C.R.V. Daarna K.R.O. 8.30 9.30 Kerkdienst o.l.v. ds. A. Klinkenberg 10.30 uitzending van de Hoogmis uit het St. Ignatius-college te Den Haag 12.G0 2.00 Concert K.R.O.-sextet o.l.v. P. Luiten houwer 2.004.45 Herdenkingsvergadering van het gezelschap van den Stillen Omgang te Amsterdam. M.m.v. 700 zangers oJ.v. A. ter Steege, J. Nelissen (bariton), J. Nieland (orgel) 4.455.00 Gramofoonplaten 5.20 Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk te Rhoon o.l.v. ds. C. W. C. v. Willigen 7.45810 dr. J. Haest: „De geestelijke aal moes" 8.108.15 Voetbaluitslagen 8.15 —10.40 Aansl. met Kerkiade. Concert K.R. O.-orkest o.l.v. J. Gerritsen. M.m.v. Familie Speenhof. In de pauze Vaz Dias 10.40 11.00 Epiloog door het klein koor o.l.v. Jos. H. Picckers. HILVERSUM, 1875 M. 8.50 Voebal- nieuws 9.35 Concert V.A.R.A-orkest o.l.v. H. de Groot en prof. Holles Madrigal-Ver- elnigungs (Stuttgart) 10.10 Vervolg csn eert 11.10 Vervolg concert 12.30 L. J. Jordaan: „Be Klankfilm" 12.30—2.0) Concert A.VR.O. Octet o.l.v. L. Schmidt. M.m.v. Boris Lensky (viool) en Egb. Veen (piano) 2.002.30 Boekenhalfuustje 2.303.30 Tschaikowsky's „Casse noisette" door het Omroeporkest en koren onder lei ding van W. Hespe 3.304.00 M. van Santen: „Iets uit het leven van wylen Lord Northcliffe, den Er.geïschen krantenkoning" 4.004.45 Concert Omroeporkest onder leiding van Nico Treep 4.455.00 Vaz Dias 8.1510.15 „De Barbier van Bagdad", tekst en muziek van W. Cornelius. Regie L. Roberts. Muzik. leiding A. van Raalte 10.1511.15 L. Noiret. Jan Sevenstem (saxofoon). P. Palla, vleugel 11.15—12.00 Gramofoonplaten. DAVENTRY, 1554,4 M. 3.20 Kerk-can- tate Na 152 van Bach 4.03 Kinderuurtje 4.20 Lezing 4.35 Concert. Militair or kest. R. Easton (bas) 5.50 Concert. P. Hermann (cello), K. Eggar (plano) 6.20 Bybellezing 8.20 Kerkdienst 9.05 Lief- dadigheidsoproep 9.10 Berichten 9.25 Concert. Orkest, L. Gowings (tenor), A. Sandler (viool) 10.50 Epiloog. PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 Gramofoonplaten 11.50 Gramofoonp'sten 12.50 Gramofoonplaten 1.20 Concert. Zang en piano 1.35 Gramofoonp' aten 2.20 Gramofoonplaten 4.20 Gramofoon platen 5.20 Vastenpreek 7.50 Poppen kast 8.20 Concert. Tooneel 9.50 Gramo foonplaten. LANGENBERG, 473 M. 6.20—7.20 Con cert 7.207.50 Gramofoonplaten 19.40 11.20 Gramofoonplaten 11.20—12.20 Koor zang en toespraken 12.20—1.50 Orkest concert 3.50—4.35 Kinderkoo-zang met orkest 7.20 „De Mikado", Operette van A. Sullivan. Daarna: Berichten en tot 115) Dansmuziek. KALUNDBOKG, 1153 M. 11.20—12.20 Orkestconcert 2.003.09 Kinderuurtje 3.003.30 Orkestconcert 3.30—3.50 Gramo foonplaten 3.504.20 Kinderuurtje 7.208.50 Orkestconcert en Revue-uitzen ding 8.509.15 Concert. Cello en piano 9.4010.00 Orkestconcert 10.1011.50 Dansmuziek. ZEESEN, 1635 M. 6.20 Concert 7.20— 8.10 Diversen 8.10 Morgenwüding 10.20 Herdenking der Oorlogsgevallenen 1110 Vocaal concert 12.20 O'kestconcert 1.50 Mandoline-concert 2.20 Hoorspel „Land im Ruecken", in 3 acten van H. Scheffler 3.20 Strijkkwartet 5.05 Dansmuziek 5.207.20 Lezingen 7.20 Don Carlos,opera in 4 acten van Verdi 9.35 Berichten, daarna tot 11.50 Concert. MAANDAG 16 MAART 1931 HUIZEN, 298 M. 8.00—8.00 NCRV. Daarna KRO. 8.00—3.15 Schriftlezing 8.15—9.30 Gramofoonpl. 10.30—11.0) Ziekendienst. 11.0) 11.30 Lezen van Chr. Lpctuur. 11.3012.30 Gramofoonpl. 12.301.45 Orgelconcert door Jan Zwart. 1.452 00 Gramofoonpl. 2.002.35 Uitzending voor Scholen. 2.353.15 A. J. Herwig: „Seizoenborders en de mooiste plan ten voor de zomerborder." 3.15—3.45 Knipcur sus. 4.005.00 Ziekenuurtje. 5.00—5.45 Cursus handenarbeid voor de jeugd. 5.45—7.00 Con cert. H. v. Calsteren (viool), B. Oskam (cello) en A. Rodenhuis (plano). 7.00—7.30 H. Bur ger: „De verbetering van onzen kerkzang". M.m. v. J. Caro (bast. 7.30—8.00 Dr. F. J. Krop: „De Russische geloofsvervolgingen en de roeping der kerk." 8.009.00 Concert KRO-orkest o.l.v. J. Gerritsen. 9 00 Vaz Dias. 9.109.30 J. Hazewinkel „Alledaag'che Za ken." 9.3011.00 Vervolg concert. 11.00—12.00 Gramofoonplaten. HILVERSUM, 1875 M. Uitsl.. AVRO-Uit- zending 8.009.50 Gramofoonpl. 10.00™ 10.15 Morgenwyding 10 30—12.00 Concert AVRO kwintet o.l.v. F. Lupgens 12.15—12.45 Orgelconcert Ferd. Kloek. 12.45—2.00 Gramo foonplaten. 2.303.00 Lostafoon-programma. 3.003.40 Kamermuziek door het Hellmann- kwartet. 3.404.00 Mevr. Content-Hofstede leest uit „De Juffrouw van luut Jan" van R. Houwink Hzn. 4 004.30 Gramofoonpl 4.30— 5.30 Kinderuurtje. 5306.00 Casper Howe- ler: 3 Stiilen van Strawinsky. (Met Gramo foonpl.) 6.007.00 Concert. Kovacs Lajos Voor de jeugd* 14 Maart. Een van myn jeugdige vrien den maakt er my een verwyt van, dat f alleen maar voor volwassenen schrijf en nooit eens aan de kinderen denk. Het f verre van my, met de jeugd op slechten voet te komen; daarom zal ik vandaag eens een kinderrubriek geven. Om te beginnen wil ik dan alle vriendjes feliciteeren, wier verjaardag in deze weeJ» viel, en vooral: Kareltje de Groote, die deze week 1163 jaar zou zyn geworden als hy niet altyd zoo de baas had gespeeld. Rembrandtje van Ryn (1606) (Flauw dat ze je niet hebben gerehabiliteerd, hè Rem' maar we schamen ons toch niet voor je!) Victor Hugo (dank je voor je zilverpapier Vic. Ilc heb nog wat Drosteplaatjes voor je!) Bernard Shaw (wat heb ik weer leulte grapjes van je gelezen, Ber! jy hebt toch ook altyd wat anders. Als je maar geen in gebeeld kereltje wordt, want daar houd ik heelemaal niet van). En nu heb ik voor jullie allemaal een leuk Pïantkundeles je. Ik ga jul-lie iets ver-tel-len van een mooi-e klei-ne plant, die heel ver weg in het tro-pi-sche In-di-ë bloeit, waar de ko- raal-rot-sen van-daan ko-men, dus wees in 's he-mels-naam e-ven stil en zit niet te draai-en. Be-ze plant heet Ri-ci-nus Com- mu-nis of won-der-boom en uit haar za-den maakt de mensch het af-gry-se-ly-ke vocht, dat de mc-di-sche we-ten-schap won-der- o-lie noemt. Won-der-o-lie be-wyst het meijsch-don» ech-ter bui-ten-ge-wo-ne dien-sten, spe-ci- aal na ver-jaar- en an-de-re feest-da-gen, waar-op de mensch ge-neigd is, zich vol te stop-pen als een worst. Ge-woon-lyk wordt het toe-ge-diend doof je moe-der, die het ver-mengd met li-mo-na- de, kof-fie of kwast, je neus dicht-knypt en zegt: „Kom lie-ve-ling, drink maar, 't smaakt hee-le-maal niet naar," het-geen een groo-te jok-ken is en be-wyst hoe diep een moe-der val-len kan. De bes-te plaats om won-der-o-lie te drin-ken, is bij den goot-steen. Maar er is nu een-maal geen roos zon der door-nen en geen feest-je zon-der won- der-o-lie, dus het bes-te is maar, te pro- bee-ren het lek-ker te vin-den en er niet mee te mor-sen, maar het zon-der te-gen- sput-te-ren in te nemen. Want als we het niet doen, zou ons buik-je wel eens kun nen gaan pyn doen. De ri-ci-nus-plant en haar o-lie wa-ren reeds in de da-gen van He-ro-do-tus in E- gyp-te be-kend, maar zy wer-den in 1736 nog eens ont-dekt door een zeer ge-leerd plant- kun-di-ge, die ver-vol-gens door men-schen- e-ters werd ver-zwol-gen. Ik hoop dat het hun goed be-ko-men is en dat zij het mid del van den ont-dek-ker by-tyds heb-ben lee-ren ken-nen. Wel-te-rus-ten, klein-tjes! PHILIPS- en „ERREM 3" TOESTELLEN SPECIALISTEN Tel. 14G.J KONINGSTR. 27 met orkest. 7.007.30 Boekenhalfuurtje. 7.45 8.15 Concert. Palestrina-koor o.l.v. J* Vranken. 8.159.15 Concert Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 9.159.45 Voordracht E. Ver kade. Uit „St. Joan" van Shaw. 9.45—10.25 ,r Bastien ét Bastienne", zangspel van Morart. Muzik Leiding N. Treep. 10.25 Vaz Diaz. 10:35 11.00 Vervolg concert Omroeporkest. 11.00 12.09 Gramofoonpl. DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgenwy ding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door W. K. Taylor. G. Gayfield (alt). 1.35 Orkestcon cert. 2.25 Uitz. voor scholen. 3.40 Dansmuziek 4 05 Concert. J. Fry (viool), A. Baynon (piano). 4.35 Orkestconcert. 5.35 Kinder uurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Berichten. 7.00 Or gelspel door G. Thalben Hall. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8 05 The Ridgeway Parade. Ca baret. 9.20 Berichten. 9.35 Berichten. 9.40 Le zing 9.55 Kamermuziek. A. Thursfield f mezzo-sopraan), Kutcher Strijkkwartet. 11.05 Lezing. 11.2012.20 Dansmuziek. PARIJS. „Radio Paris", 1725 M. 8.05 Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 1.25 Gra mofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8 20 Tooneel- Uitz. 9.05 Tconeeluitz. 9.50 Kamermuziek. ..LANGENBERG, 473 M. 6.20—7.20 Gra mofoonpl. 9 35—10.05 Gramofoonpl. 11.30 Gramofoonpl. 12.251.50 ferkestconcert. 7.05 —8.20 Concert. Koor en solisten. 8.20 De clamatie en concert. Daarna: Berichten en tot 11 20 Orkestconcert. KALUNDBORG. .1153 M. 11.20—1.20 Orkestconcrt en declamatie. 2.504.50 Or kest-concert en declamatie 7.208.10 Or kestconcert. 8.50—9.15 Solisten-concert. 9.30 10 25 Mandoline-concert. ..ZEESEN, 16"5 M. 5 40 -11 59 Lezingen. 11.50—12.15 Gramofoonpl. 12.15—1.20 Berich ten. 1.202.20 Gramofoonpl. 2.20- 3.50 Voor drachten* 3.504.50 Concert. 4.50—7.20 Le zingen 720 „Nuerrberger Patrizierhoehzeit". Manuscript en leiding: Dr. A Graf. 8.25 Con cert. 9.35 Berichten en daarna tot 11.50 Dansmuziek. s 233. De kapper wou de zeep gaan halen, Zag 't meisje uit den melksalon, Ging met haar gauw een praatje maken, Vond, dat zyn klant wel wachten kon. Het meisje, dat hem 't ys moest brengen, Zette de kom met ys naast den zeeppot, Op den breeden tafelrand. 234. Maar, oh, schrik, Pim voelde, hy daalde, De luchtballon verloor gas En dit moest hem nu juist gebeuren. Nu hy boven de golven was. Hij keek uit, vanwaar hulp kon komen, Zyn oog keek angstig, zoekend rond, Hy zag 'n rookend schip in de verte, Verdwijnend aan den horizon. f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10