^Binnenlandsch Nieuws
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje j
m 1
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN I
Worsteling in de wildernis
Een misverstand
EERSTE KAMER
TWEEDE KAMER
AmsterdamParijs
Mineraalwaterfabrikanten
Opcenten tabaksaccijns op
cigaretten
GEMENGD' NIE UWS
Bloeiende smokkelhandel langs
onze grens
Gevecht op leven en dood met een
leeuw
RADIO-OMROEP
Doodelijk ongeval
Ketelontploffing
S
jte-
Vergadering van Vrijdag
Buitenlandsche Zaken
Voortgezet wordt de behandeling van
Hoofdstuk m (Buitenlandsche Zaken) der
Rtjksbegrooting voor 1931.
De heer VAN EMBDEN (VD.) betoogt,
dat de drang naar collectieve rechtsbescher
ming'zoo groot is geworden, dat de enkele
staten er zich niet of nauwelijks aan onttrek
ken kunnen. In dezelfde mate neemt de
kans op neutraliteit af. Spr. acht den Raad
van den Valkenbond niet de meest onpar
tijdige instantie.
Gesteld Frankrijk acht de casus foederis
aanwezig. Wat zullen onze voornemens zijn?
Zullen wij vechten, dreigen tegen de sterkste
militaire mogendheid ter wereld of tegen
Frankrijk en Engeland. Dreigen zou onmid
dellijk gevolg hebben: vechten. Is dit het be
leid der werkelijkheid? Zoo ja, dan meent
spr. dat de minister ten eenenmale onder
schat, én de materieele krachten én de mo-
reele krachten die zich tegen ons zullen kee-
ren.
Spr. somt de vernederingen op, die wij in
den wereldoorlog hebben moeten ondergaan,
waartegen wü slechts een machteloos protest
konden doen hooren. Niet slechts tallooze
aanrandingen van onze rechten hebben wij
ons laten welgevallen doch ook hebben wij
nagelaten onze rechtsplichten te vervullen
jengens Luxemburg, weiken onzijdigheid ook
door ons gegarandeerd was.
Wat is na 1919 de moeilijkheid? Dat de
volken voortgaan, op dezelfde wijze maar op
ontstellender voet, zich tegen elkaar te wa
penen.
In de redeneering van den minister milita
riseert men den Volkenbond, zoo haalt men
den Volkenbond neer in het slijk van den
oorlog.
De heer OUDEGEEST iSD.) betreurt het
dat de minister het vlootp' an -Deckers niet
in strijd acht met het te Genève door ons
ingenomen standpunt.
Zeker er ontbreekt nog veel aan den Vol
kenbond en sommige resultaten hebben spr.
teleur gesteld, doch zijn vertrouwen is daar
door niet weggenomen.
Ons land. dat eenlge eeuwen geleden in 'n
stormhoek lag, ligt thans buiten het oor
logsgevaar. Doch wat voor ons de positie
moeUiiker maakt is dat wij door onzen han
del rvlaties hebben over den geheelen aard
bol, waardoor wij gedwongen z(jn op de
hoogte te blijven van den economischen toe
stand van nagenoeg alle volken. Wordt dit
door de regeering wel voldoende beseft en
gesteund?
Zou het voor den minister niet wenscheiyk
zijn, indien bij de verschillende commissie
vergaderingen te Genève eenige jonge opko
mende vertegenwoordigers in het buitenland
werden toegevoegd, opdat zij van de meesters
die daar samenkomen de lessen kunnen lee-
ren die zij noodig hebben?
Aangaande de internationale ontwapening
vraagt spr. wat de regeering zal doen om de
publieke opinie in die richting te beïnvloe
den.
De heer SMEENGE (V. B.) kan niet on
derschrijven, wat de Minister in de M. v. A.
heeft verklaard, nJ. dat België, wat de
scheepvaartrechten betreft, Nederlanders ge
lijk stelt met Belgische schippers.
De heer VAN CITTERS (A.-R.) merkt op,
dat bij den heer De Savomin Lohman on
gerustheid is gerezen aangaande de houding
van den Minister t.a.y, de tusschenwateren.
Spr. deelt in die ongerustheid niet.
De heer BRIET (A.-R.) merkt op, dat
kleine gevoeligheden de goede verstandhou
ding tusschen Nederland en België kunnen
verstoren en wijst op de taalkwestie. De
commissie voor de cultureele samenwerking
moge hiervan doordrongen zijn en wake te
gen afglijding naar Fransche zijde.
Een tweede gevoelige plek is het bewape
ningsvraagstuk. Wil moeten er voor waken,
dat wij geen partij kiezen in deze kwestie,
die in België de gemoederen bezig houdt.
De MINISTER VAN BUITENLANDSCHE
ZAKEN, de heer BEELAERTS VAN BLOK
LAND, zegt, dat wij inderdaad in Europa
slechts drie beroepsconsulaire posten heb
ben, n.l. te Brussel, Berlijn en Londen. Er
zal binnenkort, naar spr. hoopt, ook een
consul-generaal te Dusseldorf worden aan
gesteld.
Omtrent toezicht op internationale trusts
deelt spr. mede, dat de resoluties van de
Economische Conferentie in 1927 zijn mede
gedeeld en dat spr. de verklaring heeft afge
legd, dat zij de aandacht van de regeering
zouden hebben.
In het Nederlandsch-Belgische tractaat
zijn punten van heel wat meer belang dan
het kanaal. Alle plannen tot verbetering van
de verhouding zullen getoetst moeten wor
den aan de scheidingsregeling.
Spr. acht afwijking van de strikte grens
van de tusschenwateren alleen dan toelaat
baar, als dit met het oog op Nederlandsche
belangen of technische eischen gewenscht l«.
Tegenover het betoog, dat wij ons prac
tise!» hebben neer te leggen bij de neutrail-
teitsopvatting van de groote mogendheden,
stelt spr. de meening, dat dit toch niet in
houdt, dat wij ons in de toekomst moeten
neerleggen bij schending van onze rechten.
En wat de garantie van de Luxemburgsche
onzijdigheid betreft, merkt spr. op, dat deze
een collectieve garantie was en dat wij dus
niet verplicht waren alleen ons gemobili
seerde leger naar Luxemburg te sturen.
Spr. betoogt voorts, dat de regeering ln
streven naar ontwapening voor niemand on
derdoet.
De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C. H.)
erkent, dat het tractaat nog andere gewich
tige dingen bevat, dan het kanaal, doch dit
is voor de publieke opinie terecht de toets
steen. Spr. heeft wel degelijk vertrouwen
in de regeering.
De begrooting wordt hierna aangenomen.
De vergadering wordt te 3.50 verdaagd tot
Dinsdag as. te half twee.
Vergadering van Vrijdag
Octrooi-wet
Aan de orde is het wetsontwerp tot wij
ziging van de Octrooiwet.
De heer VAN DER WAERDEN (SD.AP.)
wenscht enkele opmerkingen te maken over
dit onderwerp, dat zooveel belangstelling
in het land heeft gewekt.
Het grondbeginsel van de Octrooi-wet
geving is, dat deze moet dienen in het be
lang van de maatschappij, niet in de eerste
plaats van den uitvinder. Het betreft hier
een zuiver zakelijke kwestie.
Ten aanzien van de bekende Philips'
octrooien is de stemming wonderlijk aan
het veranderen. Men had tot voor eenlgen
tijd een ongekende adoratie voor het Phi-
lips-bedrijf. Toen de 20.030ste arbeider in
dienst kwam, moesten de vlaggen uit; na
derhand zijn 3500 arbeiders ontslagen. De
oogen van het publiek zijn opengegaan
voor monooolistische uitbuiting. Dit mono
polie heeft Philips te danken aan de
Octrooi-wetgeving. Voor de consumenten
heeft de Octrooi-wetgeving naast voordee-
len, ook groote nadcelen. Het belang eener
goede Octrooi-wetgeving, ziet spr. ook zeer
goed in. Verschillende industrieën zouden
zich zonder octrooien niet kunnen hand
haven.
De heer v. d. BILT (V. D.) meent, dat het
ontwerp terecht is ingediend. De practijk
heeft geleerd, dat de beschermingstermijn
van 15 jaar te kort is.
Eigenlijk zou het beste zijn, dat deze zaak
internationaal geregeld werd. Wellicht kan
de regeering hier een initiatief nemen. De
bezwaren tegen dit ontwerp acht spr, van
weinig beteekenis.
Mej. KATZ (C. H.) kan zich vereenigen
met het in het ontwerp voorgestelde uitstel
van betaling.
Voor verlenging van den termijn van 15 op
18 jaar, heeft de regeering slechts een zeer
sobere en vage argumentatie gegeven. Spr.
ontkent, dat er sprake is van een „algemeen"
streven om den termijn te verlengen.
Er zijn octrooien, waarmee 4 millioen
winst gemaakt wordt. Dat is toch nog al
welletjes.
De heer v. HELLENBERG HUB AR (R.K.)
gelooft dat de beschermingstermijn, die noo
dig is, niet met een liniaal is uit te meten.
Het komt spr. zeer onwaarschijnlijk voor.
dat de groote fabrieksconcems in 15 jaar
niet voldoende kunnen exploiteeren.
Gaat men dezen termijn verlangen, dan
beteekent dit versterking der groote con
cerns ten koste der verbruikers.
De heer FLORIS VOS (Middenp.) betoogt
dat de octrooiwetgeving voornamelijk beoogt
bescherming van de gemeenschap. De oc
trooiwet is een evenwicht tusschen indivi
dueel en a'gemeen belang.
Dit karakter dreigt nu te veranderen door
den thans voorgestelden maatregel. Heeft de
regeering zich wel rekenschap gegeven van
de gevolgen van deze wijziging?
De heer KORTENHORST (RK.) noemt
dit ontwerp een lichtstraal voor de Neder
landsche industrie. Het is een aanzienlijke
verbetering in de bestaande verhoudingen.
Willen wij aan onze uitbreidende bevol
king een emplooi bezorgen, dan dienen we
de grootindustrie te bevorderen, hetgeen al
leen kan door een goede octrooiwetgeving.
De heer RUTGERS v. ROZENBURG
(C.H.) zegt, dat hier een onderwerp aanwe
zig is, dat zich bij uitstek leent voor inter
nationale regeling. Zoolang die nog niet be
staat moeten wij ons aansluiten bij het bui
tenland.
MINISTER VERSCHUUR kan moeilijk dit
onderwerp, dat zóó diep behandeld is, nog
met nieuwe gedachten verrijken. Het ont
werp is gericht op algemeene herziening, niet
op herziening met het oog op bepaalde oc
trooien. De tendenz gaat in de richting van
verlenging, waarbij 18 Jaar wel een goed ge
middelde is.
De vergadering wordt verdaagd tot Dins
dag.
Tweede klasse slaapplaatsen zullen worden
Ingevoerd
Van 1 April ajs. af zullen 2e klasse slaap
plaatsen tusschen Parijs en Amsterdam v.v.
worden ingevoerd JEen reiziger 1ste klasse
heeft recht op één compartiment voor zich
alleen, terwijl twee reizigers 2e klasse één
compartiment bezetten.
Over eenige maanden kan worden ver
wacht, dat het nieuwste type slaapwagen
tusschen Amsterdam en Parijs zal loopen.
Dezer dagen is te Utrecht in een verga
dering van R. K. Mineraalwaterfabrikanten
besloten tot oprichting van een R. K. vak
bond.
In het voorloopig bestuur werden gekozen
de heeren: J. Th. Post, Delft, voorzitter; P.
Th. Luyckx, Den Helder; J. Ruyrok, Sche-
veningen; H. A. de Wit, Amsterdam; C.
Verbakei, Eindhoven; P. v. d. Zwaar, Bode
graven.
Het secretariaat zal voorloopig worden
waargenomen door het Nationaal Hanze-
bureau, Hoogewal 10, Den Haag.
Invoering van aanvullingszegels
Verschenen is het Verslag van het overleg
tusschen de vaste commissie voor de belas
tingen en de regeering over het wetsontwerp
tot aanvulling en wijziging van de Leening-
wet 1914 en tot heffing van opcenten op den
Tabaksaccijns op sigaretten.
De regeering verklaart, dat de nieuwe hef
fing niet achterwege mag blijven. Vooreerst
is nog niet zeker tot welke hoogte de cri
sisuitgaven in de eerst volgende jaren zul
len oploopen.
De regeering meent wel reeds thans te
mogen aannemen, dat de Jaarlijksche uit
gaven stellig niet beneden de tien a twaalf
millioen gulden zullen blijven. Dat zij daar
boven zullen uitgaan is zeer wel mogelijk. In
dit laatste geval is het denkbaar, dat de
f 41.000.000 (het feitelijke saldo van het
Leeningfonds) niet voldoende zullen zijn.
Sommige leden achtten het aantal opcen
ten te hoog. Zij zouden gaarne zien, dat het
tot twintig werd verminderd. In het aanvan
kelijk ontwerp was, naar de regeering ant
woordt, een heffing van veertig opcenten
opgenomen. Een verlaging is dus reeds aan
gebracht. Verder kan niet worden gegaan.
De regeering is bereid, ook na verschillende
belanghebbenden gehoord te hebben, gevolg
te geven aan het denkbeeld, de opcenten te
laten voldoen door opplakking van aanvul
lingszegels, vermeldende het wegens opcen
ten verschuldigde bedrag.
Door de invoering van deze aanvullings-
zegels zal ook de kwestie der navordering
geen moeilijkheid meer opleveren. Ook de
winkeliers immers zullen hun voorraden van
die zegels moeten voorzien en deze op de
verbruikers kunnen verhalen, terwijl aan de
voorraden niet te zien zal zijn, van welk
Ruime vangsten der douane
In den loop dezer week werden langs onze
grens, in de buurt van Aken, aangehouden:
Een smokkelbende, bestaande uit 6 perso
nen, die 140 Kg. koffie en 140 pond cacao
frauduleus naar Duitschland had gebracht;
een smokkelbende, 3 personen tellende, die
2200 sigaretten, 1000 sigaren en 24 pond kof
fie had gesmokkeld; een bende van 4 perso
nen, die 40 pond koffie en 6000 sigaretten
had uitgevoerd; een vrachtauto, die groote
kwantle koffie 4400 sisaren en 300 sigaret
ten vervoerde, werd in beslag genomen,
evenals een vrachtauto, die meer dan 10.000
sigaretten en 200 pond koffie had geladen.
Een 8 man sterke bende, die 170 pond kof
fie, 38 pond tabak en 1700 sigaretten had
gesmokkeld, werd in arrest gesteld. Verder
werden nog in grensgemeenten bij huiszoe
kingen in beslag genomen 1600 pond meel,
100 pond mais en tarwe.
Nederlandsche Broeder-missionaris
door een neger-Broeder gered
De Eerw. Broeder-missionaris Jacobus
(Mulders uit Utrecht) van de Procure der
Witte Paters te Boxtel, doet in een schrij
ven uit Loeboeshi in het vicariaat van
Banguéolo (Centraal Afrika) gedateerd van
den 9en Februari j.l., het volgend verhaal
over een vreeselijke ontmoeting met een
leeuw:
„We zijn hier bezig met den bouw van
een seminarie voor het Vicariaat. Ook de
bouwers moeten eten. Om in het flauwe
eten wat afwisseling te brengen en ook om
ons wat merg in den rug te geven, ging onze
overste op jacht, om te izen of hij een
pombo (een der vele soorten antilopen)
onder schot kon krijgen. Er wonen nu een
maal hier geen slagers. Om zoo'n pombo
beter te kunnen raken, bezigt men een soort
fluitje, waarmee men den pombo roept. Na
den middag was de overste uitgegaan met
den Neger-Broeder. Na zich eerst goed ver
borgen te hebben, werd op z'n fluitje ge
blazen en weldra kwam een pombo in het
zicht. Plotseling zagen ze hem echter weer
wegvluchten, ofschoon hij den pater <h den
broeder niet had kunnen zien. De Neger-
Broeder, wiens oogen scherper zien dan de
onze, keek rond en gaf als zijn meening te
kennen, dat er een leeuw in de nabijheid
moest zijn.
De pater gaf hem daarop twee patronen
voor zijn geweer en deed ook een kogel in
het zijne. Het was hoog tijd, want de
schuilhoek van den koning der wildernis
lag nauwelijks op 10 meter afstand bij een
mierenhoop. Op het oogenblik, dat de leeuw
een weinig om den mierenhoop naar voren
kwam, loste de pater een schot en ver
brijzelde een der schouderbladen van zijn
majesteit, zoodat hij eenige malen over den
grond rolde en daarna stil bleef liggen.
Meenende dat het beest dood was, ging men
naar huis, om volk te halen ten einde den
leeuw mee te kunnen nemen. Broeder Eli-
sée (Bloemen uit Groessen) trok met den
Neger-Broeder en eenige negers er op uit.
Doch toen ze' ter plaatse kwamen, waar ze
den leeuw dachten te vinden, was hij er
niet meer. Met hun overste volgden ze het
bloedspoor door den leeuw achtergelaten.
Op eens, zonder dat ze iets gezien had
den, sprong de leeuw te voorschijn en op
broeder Elisée toe. Deze kon nog juist zijn
geweer tegen den kop van den leeuw druk
ken en het afschieten, waardoor een van de
kakebeenen van het beest verbrijzeld werd.
Ongelukkigerwijze kwam de broeder te val
len en de leeuw op hem. Met een gebroken
poot en een stuk geschoten kakebeen had
het dier veel van zijn krachten verloren.
Toch kreeg de broeder nog twee knauwen
in zijn dijbeen. Gelukkig had de broeder
echter een grooten bos sleutels in zijn zak.
Drie sleutels waren afgeknapt of het luci
fershoutjes waren en de vierde was door
boord, of er een boormachine bezig was
geweest. Die sleutels hebben de kracht van
de leeuwentanden geestelijk gebroken.
Daarop beet het woedende beest nog in z'n
arm, maar zonder een diepe wond te ma
ken. Dat ging alles zoo vlug, dat men er
niet dadelijk aan dacht den broeder bi) te
staan. Toen de omstanders van den schrik
wat bekomen waren, liep de Neger-Broeder
op den leeuw toe en gaf hem een slag met
een bijl op z'n kop. De leeuw liet toen
Broeder Elisée los en sprong op den Neger-
Broeder toe, gooide hem voor den grond en
begon opnieuw een gevecht. De Neger-Broe
der sloeg wat hij kon, met z'n bijl op den
kop van den leeuw. De leeuw gaf echter
den strijd niet op en smakte den Neger-
Broeder wederom neer. Doch juist op het
moment, dat het brullende dier zich op
richtte, om zich op den Broeder te werpen,
schoot de Pater een kogel in z'n oor, waar
door de leeuw doodelijk werd getroffen.
Ge behoeft niet te vragen hoe die arme
jongen er uit zag. Vol wonden. Gelukkig
waren ze niet gevaarlijk en er is kans, dat
hij, dank zij de zorgen van een dokter, die
niet al te ver van ons vandaan woont,
spoedig zal genezen. Eere aan onzen Neger-
Broeder die zich heeft opgeofferd, want
zonder hem zou het met Broeder Elisée heel
anders zijn afgeloopen."
Een ernstig ongeluk is gisteravond om
streeks 11 uur in de van Woustraat te Am
sterdam gebeurd. Een wielrijdster, mej. K.,
wonende aan het Sumatraplantsoen, wilde
nog juist voor de tram de rails oversteken.
Zij werd echter door de tram gegrepen en
op straat geslingerd.
Bewusteloos werd zij opgenomen en naar
bet ziekenhuis vervoerd, waar zit bij aan
komst reeds bleek te zijn overleden.
In hét dorp Woltersum (Gr.) had gis
termiddag te vier uur een ketelontploffing
plaats, die wonder boven wonder vrij goed
is afgeloopen. De grofsmid D. K. was met
een knecht bezig een onbruikbaar gewor
den ketel te vernietigen. Toen de knecht met
een beitel den ketelwand trachtte ln te
slaan, explodeerden eensklaps de gassen, die
zich blijkbaar ln den ketel hadden opge
hoopt. De ketel vloog uit elkaar en de knecht
werd licht gewond.
De oude heer zat in een hoekje van den
spoorweg-coupé en keek hen over zijn bril
heen aan.
Zij zaten heel dicht by elkaar in den an
deren hoek en waren heel jong. De trein
reed vrij snel en door het lawaai kon de
oude heer niet verstaan, wat zij zeiden. Wel
begreep hij, dat de jonge man zeer ernstig
tegen het meisje sprak.
De oude heer was niet zóó oud, of hij
wist nog best, wat het zeggen wilde, „jong"
te zijn! Zijn gedachten gingen terug naar
het oogenblik, heel lang geleden, waarop hij
het jawoord had gekregen. O, hij herinnerde
het zich nog zoo goed....
Wat was dat heerlijk, jong te zijn! Hij
nam zijn bril af en veegde de glazen schoon.
Toen keek hy nog eens naar het paartje
met vaderlijken blik.
Nu reed de trein iets minder snel en het
rammelen der wagens was niet meer zoo
hinderlijk. De jonge man hield juist op met
spreken en wachtte in spanning het ant
woord van het meisje af. Maar zy schudde
het hoofd.
„Het is niet goed Tony," zei zy. „We kun
nen het niet doen."
„Maar Myra. begryp je dan niet
,3egin nu asjeblieft niet weer van voren
af aan, Tony. Waar is het goed voor? Ik
kan je verzekeren, dat ik er ernstig over
nagedacht heb. Ik zou wel willen.... Och,
laten we er maar niet meer over spreken."
„Maar je bent ei toch niet tegen, wel?"
vroeg hy weer. „Ik heb altyd gedacht, dat
jy het graag wilde, net zoo graag als ik.
Hoe lang heb ik al niet naar het oogenblik
uitgekeken, en nu...."
„Ik weet het," zei het meisje zacht. „Ook
ik heb er naar verlangd."
„Nu dan!"
„Maar we moeten verstandig zyn, Tony,"
vervolgde zy. „Dat zie jy toch ook wel in!
We kunnen toch niet met open oogen ons
ongeluk tegemoet gaan?"
„Dat zullen we ook niet! Ik weet precies."
„Lieve Jongen, ik zou het minstens even
prettig vinden als jy, maar jy ziet heele-
maal de practische zyde van de zaak overs
het hoofd. En daarom moet ik daar wei
aan denken voor ons beiden. Ik zal er be
slist voor waken, dat jii iets gaat doen, waar
je later spyt van hebt."
„Het zal me nooit berouwen," protesteerde
de jonge man. „En jy zult er ook geen spyt
van hebben. O Myra, denk toch eens, hoe
zalig het zal zyn," ging hy enthousiast
voort. „Wat zullen we samen een heeriyken
tyd hebben, 's Morgens breng Je me naar
het station en eiken avond kom Je me halen
en samen gaan we naar huis. O! kindje,
wat zou dat verrukkelijk zyn."
„Ik weet het, Tony. Het zou heeriyk zyn.
Maar het kan nu eenmaal niet!"
„Waarom niet? Wat is er tegen?"
„We hebben Immers niet genoeg geld!"
„O. dat geld!" smaalde hy verachteiyk,
„dat komt best in orde."
„Ik weet, dat het afschuweiyk Is, maar we
moeten daar nu eenmaal rek.ming mee hou
den."
„Ik heb toch pas verhooging gehad,"
wirep de jonge man tegen, „dat maakt een
groot verschil. Een maand geleden zou ik er
niet over gedacht hebben. Maar nu.-.."
„We hebben al zooveel uitgaven, Tony;
het kan niet."
De Jonge man haalde ongeduldig de schou
ders op.
„Als jy zooveel tegenwerpingen maakt, zal
ik er maar niet meer over spreken; het geeft
toch niets."
Hy keerde zich van haar af en keek uit
het raampje.
Het me'sje legde haar hand op zyn arm.
„Kom, je moet niet boos op me worden.
Laten we nog wat wachten, later mis
schien...."
Maar hij wilde niet meer naar haar luis
teren en nu bewaarde ook zy hel stilzwygen.
zy schoof een eind van hem af en ging bij
^ïet andere raam zitten.
De oude heer voelde zich niet op zyn ge-
'90 i
mak. Dit was heelemaal niet het gelukkig
einde, dat hy zich voorgesteld had. Hy zag, 11'20„^1ud^.ruurf;^
dat het meisje schreide en toen voelde hy,
dat hy iets moest doen. Hy boog zich naar
haar toe en zei:
„Lieve jonge dame, ik hoop niet, dat u
me onbescheiden zult vinden, ik ben oud
genoeg om uw vader te zyn, en...."
Hij aarzelde; er was zulk een angstige
trek op zyn gezicht, dat het meisje, ondanks
haar tranen, even moest glimlachen.
„Ik hoop niet, dat ik u beleedig," vervolg
de hy, aangemoedigd door dien glimlach,
„maar ik kon niet helpen dat ik uw ge
sprek hoorde en ik zou u graag een vader-
ïyken raad geven, als ik mag."
„Vindt u niet, dat ik geiyk heb, meneer?"
vroeg het meisje.
„Neen. Ik geloof, dat u ongeiyk hebt. Geld
is byzaak, lief kind."
„Maar...."
„Het eenige, waar het op aankomt is, of
je van hem houdt," zeide de oude heer.
„Natuuriyk houd ik van hem
„Trouw dan met hem!"
„Wat?" riep zy uit, stom van verbazing.
„Trouw met hem," herhaalde de oude heer.
Het meisje staarde hem aan.
„Maar meneer, wy z y n getrouwd, al meer
dan een jaar!"
zy barstte uit in lachten, toen zy de hul-
pelooze uitdrukking in het gezicht van den
ouden heer zag.
„Nu begryp ik het!" riep zy uit „U dacht,
dat hy my vroeg zyn vrouw te worden!"
„Ja, maarwat
„Hy heeft juist salaris-verhooging gehad,"
legde de jonge vrouw uit, „en nu wil hy een
auto koopen. Maar ik weet zeker, dat we
dat niet bekostigen kunnen."
De oude heer wist niet, wat hy zeggen
moest en om zich een houding te geven,
nam hy zyn bril af en veegde de glazen
schoon.
„Vergeef myt" stamelde hy verlegen.
ZONDAG 15 MAART 1931
HUIZEN, 298 M. 8.30 N.C.R.V. 19.00—5.00
K.R.O. 5.20 N.C.R.V. Daarna K.R.O. 8.30
9.30 Kerkdienst o.l.v. ds. A. Klinkenberg
10.30 uitzending van de Hoogmis uit het
St. Ignatius-college te Den Haag 12.G0
2.00 Concert K.R.O.-sextet o.l.v. P. Luiten
houwer 2.004.45 Herdenkingsvergadering
van het gezelschap van den Stillen Omgang
te Amsterdam. M.m.v. 700 zangers oJ.v. A.
ter Steege, J. Nelissen (bariton), J. Nieland
(orgel) 4.455.00 Gramofoonplaten
5.20 Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk te
Rhoon o.l.v. ds. C. W. C. v. Willigen
7.45810 dr. J. Haest: „De geestelijke aal
moes" 8.108.15 Voetbaluitslagen 8.15
—10.40 Aansl. met Kerkiade. Concert K.R.
O.-orkest o.l.v. J. Gerritsen. M.m.v. Familie
Speenhof. In de pauze Vaz Dias 10.40
11.00 Epiloog door het klein koor o.l.v. Jos.
H. Picckers.
HILVERSUM, 1875 M. 8.50 Voebal-
nieuws 9.35 Concert V.A.R.A-orkest o.l.v.
H. de Groot en prof. Holles Madrigal-Ver-
elnigungs (Stuttgart) 10.10 Vervolg csn
eert 11.10 Vervolg concert 12.30 L. J.
Jordaan: „Be Klankfilm" 12.30—2.0)
Concert A.VR.O. Octet o.l.v. L. Schmidt.
M.m.v. Boris Lensky (viool) en Egb. Veen
(piano) 2.002.30 Boekenhalfuustje
2.303.30 Tschaikowsky's „Casse noisette"
door het Omroeporkest en koren onder lei
ding van W. Hespe 3.304.00 M. van
Santen: „Iets uit het leven van wylen Lord
Northcliffe, den Er.geïschen krantenkoning"
4.004.45 Concert Omroeporkest onder
leiding van Nico Treep 4.455.00 Vaz
Dias 8.1510.15 „De Barbier van Bagdad",
tekst en muziek van W. Cornelius. Regie L.
Roberts. Muzik. leiding A. van Raalte
10.1511.15 L. Noiret. Jan Sevenstem
(saxofoon). P. Palla, vleugel 11.15—12.00
Gramofoonplaten.
DAVENTRY, 1554,4 M. 3.20 Kerk-can-
tate Na 152 van Bach 4.03 Kinderuurtje
4.20 Lezing 4.35 Concert. Militair or
kest. R. Easton (bas) 5.50 Concert. P.
Hermann (cello), K. Eggar (plano) 6.20
Bybellezing 8.20 Kerkdienst 9.05 Lief-
dadigheidsoproep 9.10 Berichten 9.25
Concert. Orkest, L. Gowings (tenor), A.
Sandler (viool) 10.50 Epiloog.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05
Gramofoonplaten 11.50 Gramofoonp'sten
12.50 Gramofoonplaten 1.20 Concert.
Zang en piano 1.35 Gramofoonp' aten
2.20 Gramofoonplaten 4.20 Gramofoon
platen 5.20 Vastenpreek 7.50 Poppen
kast 8.20 Concert. Tooneel 9.50 Gramo
foonplaten.
LANGENBERG, 473 M. 6.20—7.20 Con
cert 7.207.50 Gramofoonplaten 19.40
11.20 Gramofoonplaten 11.20—12.20 Koor
zang en toespraken 12.20—1.50 Orkest
concert 3.50—4.35 Kinderkoo-zang met
orkest 7.20 „De Mikado", Operette van
A. Sullivan. Daarna: Berichten en tot 115)
Dansmuziek.
KALUNDBOKG, 1153 M. 11.20—12.20
Orkestconcert 2.003.09 Kinderuurtje
3.003.30 Orkestconcert 3.30—3.50 Gramo
foonplaten 3.504.20 Kinderuurtje
7.208.50 Orkestconcert en Revue-uitzen
ding 8.509.15 Concert. Cello en piano
9.4010.00 Orkestconcert 10.1011.50
Dansmuziek.
ZEESEN, 1635 M. 6.20 Concert 7.20—
8.10 Diversen 8.10 Morgenwüding 10.20
Herdenking der Oorlogsgevallenen 1110
Vocaal concert 12.20 O'kestconcert
1.50 Mandoline-concert
2.20 Hoorspel „Land im Ruecken", in 3
acten van H. Scheffler 3.20 Strijkkwartet
5.05 Dansmuziek 5.207.20 Lezingen
7.20 Don Carlos,opera in 4 acten van
Verdi 9.35 Berichten, daarna tot 11.50
Concert.
MAANDAG 16 MAART 1931
HUIZEN, 298 M. 8.00—8.00 NCRV. Daarna
KRO. 8.00—3.15 Schriftlezing 8.15—9.30
Gramofoonpl. 10.30—11.0) Ziekendienst. 11.0)
11.30 Lezen van Chr. Lpctuur. 11.3012.30
Gramofoonpl. 12.301.45 Orgelconcert door
Jan Zwart. 1.452 00 Gramofoonpl. 2.002.35
Uitzending voor Scholen. 2.353.15 A. J.
Herwig: „Seizoenborders en de mooiste plan
ten voor de zomerborder." 3.15—3.45 Knipcur
sus. 4.005.00 Ziekenuurtje. 5.00—5.45 Cursus
handenarbeid voor de jeugd. 5.45—7.00 Con
cert. H. v. Calsteren (viool), B. Oskam (cello)
en A. Rodenhuis (plano). 7.00—7.30 H. Bur
ger: „De verbetering van onzen kerkzang".
M.m. v. J. Caro (bast. 7.30—8.00 Dr. F. J.
Krop: „De Russische geloofsvervolgingen en
de roeping der kerk." 8.009.00 Concert
KRO-orkest o.l.v. J. Gerritsen. 9 00 Vaz Dias.
9.109.30 J. Hazewinkel „Alledaag'che Za
ken." 9.3011.00 Vervolg concert. 11.00—12.00
Gramofoonplaten.
HILVERSUM, 1875 M. Uitsl.. AVRO-Uit-
zending 8.009.50 Gramofoonpl. 10.00™
10.15 Morgenwyding 10 30—12.00 Concert
AVRO kwintet o.l.v. F. Lupgens 12.15—12.45
Orgelconcert Ferd. Kloek. 12.45—2.00 Gramo
foonplaten. 2.303.00 Lostafoon-programma.
3.003.40 Kamermuziek door het Hellmann-
kwartet. 3.404.00 Mevr. Content-Hofstede
leest uit „De Juffrouw van luut Jan" van R.
Houwink Hzn. 4 004.30 Gramofoonpl 4.30—
5.30 Kinderuurtje. 5306.00 Casper Howe-
ler: 3 Stiilen van Strawinsky. (Met Gramo
foonpl.) 6.007.00 Concert. Kovacs Lajos
Voor de jeugd*
14 Maart. Een van myn jeugdige vrien
den maakt er my een verwyt van, dat f
alleen maar voor volwassenen schrijf en
nooit eens aan de kinderen denk. Het f
verre van my, met de jeugd op slechten
voet te komen; daarom zal ik vandaag eens
een kinderrubriek geven.
Om te beginnen wil ik dan alle vriendjes
feliciteeren, wier verjaardag in deze weeJ»
viel, en vooral:
Kareltje de Groote, die deze week 1163
jaar zou zyn geworden als hy niet altyd zoo
de baas had gespeeld.
Rembrandtje van Ryn (1606) (Flauw dat
ze je niet hebben gerehabiliteerd, hè Rem'
maar we schamen ons toch niet voor je!)
Victor Hugo (dank je voor je zilverpapier
Vic. Ilc heb nog wat Drosteplaatjes voor je!)
Bernard Shaw (wat heb ik weer leulte
grapjes van je gelezen, Ber! jy hebt toch
ook altyd wat anders. Als je maar geen in
gebeeld kereltje wordt, want daar houd ik
heelemaal niet van).
En nu heb ik voor jullie allemaal een
leuk
Pïantkundeles je.
Ik ga jul-lie iets ver-tel-len van een
mooi-e klei-ne plant, die heel ver weg in
het tro-pi-sche In-di-ë bloeit, waar de ko-
raal-rot-sen van-daan ko-men, dus wees in
's he-mels-naam e-ven stil en zit niet te
draai-en. Be-ze plant heet Ri-ci-nus Com-
mu-nis of won-der-boom en uit haar za-den
maakt de mensch het af-gry-se-ly-ke vocht,
dat de mc-di-sche we-ten-schap won-der-
o-lie noemt.
Won-der-o-lie be-wyst het meijsch-don»
ech-ter bui-ten-ge-wo-ne dien-sten, spe-ci-
aal na ver-jaar- en an-de-re feest-da-gen,
waar-op de mensch ge-neigd is, zich vol
te stop-pen als een worst.
Ge-woon-lyk wordt het toe-ge-diend doof
je moe-der, die het ver-mengd met li-mo-na-
de, kof-fie of kwast, je neus dicht-knypt en
zegt: „Kom lie-ve-ling, drink maar, 't
smaakt hee-le-maal niet naar," het-geen een
groo-te jok-ken is en be-wyst hoe diep een
moe-der val-len kan.
De bes-te plaats om won-der-o-lie te
drin-ken, is bij den goot-steen.
Maar er is nu een-maal geen roos zon
der door-nen en geen feest-je zon-der won-
der-o-lie, dus het bes-te is maar, te pro-
bee-ren het lek-ker te vin-den en er niet
mee te mor-sen, maar het zon-der te-gen-
sput-te-ren in te nemen. Want als we het
niet doen, zou ons buik-je wel eens kun
nen gaan pyn doen.
De ri-ci-nus-plant en haar o-lie wa-ren
reeds in de da-gen van He-ro-do-tus in E-
gyp-te be-kend, maar zy wer-den in 1736 nog
eens ont-dekt door een zeer ge-leerd plant-
kun-di-ge, die ver-vol-gens door men-schen-
e-ters werd ver-zwol-gen. Ik hoop dat het
hun goed be-ko-men is en dat zij het mid
del van den ont-dek-ker by-tyds heb-ben
lee-ren ken-nen.
Wel-te-rus-ten, klein-tjes!
PHILIPS- en „ERREM 3" TOESTELLEN
SPECIALISTEN Tel. 14G.J KONINGSTR. 27
met orkest. 7.007.30 Boekenhalfuurtje. 7.45
8.15 Concert. Palestrina-koor o.l.v. J*
Vranken. 8.159.15 Concert Omroeporkest
o.l.v. N. Treep. 9.159.45 Voordracht E. Ver
kade. Uit „St. Joan" van Shaw. 9.45—10.25 ,r
Bastien ét Bastienne", zangspel van Morart.
Muzik Leiding N. Treep. 10.25 Vaz Diaz. 10:35
11.00 Vervolg concert Omroeporkest. 11.00
12.09 Gramofoonpl.
DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgenwy
ding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door W.
K. Taylor. G. Gayfield (alt). 1.35 Orkestcon
cert. 2.25 Uitz. voor scholen. 3.40 Dansmuziek
4 05 Concert. J. Fry (viool), A. Baynon
(piano). 4.35 Orkestconcert. 5.35 Kinder
uurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Berichten. 7.00 Or
gelspel door G. Thalben Hall. 7.20 Lezing.
7.45 Lezing. 8 05 The Ridgeway Parade. Ca
baret. 9.20 Berichten. 9.35 Berichten. 9.40 Le
zing 9.55 Kamermuziek. A. Thursfield
f mezzo-sopraan), Kutcher Strijkkwartet.
11.05 Lezing. 11.2012.20 Dansmuziek.
PARIJS. „Radio Paris", 1725 M. 8.05
Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 1.25 Gra
mofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8 20 Tooneel-
Uitz. 9.05 Tconeeluitz. 9.50 Kamermuziek.
..LANGENBERG, 473 M. 6.20—7.20 Gra
mofoonpl. 9 35—10.05 Gramofoonpl. 11.30
Gramofoonpl. 12.251.50 ferkestconcert. 7.05
—8.20 Concert. Koor en solisten. 8.20 De
clamatie en concert. Daarna: Berichten en
tot 11 20 Orkestconcert.
KALUNDBORG. .1153 M. 11.20—1.20
Orkestconcrt en declamatie. 2.504.50 Or
kest-concert en declamatie 7.208.10 Or
kestconcert. 8.50—9.15 Solisten-concert. 9.30
10 25 Mandoline-concert.
..ZEESEN, 16"5 M. 5 40 -11 59 Lezingen.
11.50—12.15 Gramofoonpl. 12.15—1.20 Berich
ten. 1.202.20 Gramofoonpl. 2.20- 3.50 Voor
drachten* 3.504.50 Concert. 4.50—7.20 Le
zingen 720 „Nuerrberger Patrizierhoehzeit".
Manuscript en leiding: Dr. A Graf. 8.25 Con
cert. 9.35 Berichten en daarna tot 11.50
Dansmuziek.
s
233. De kapper wou de zeep gaan halen,
Zag 't meisje uit den melksalon,
Ging met haar gauw een praatje maken,
Vond, dat zyn klant wel wachten kon.
Het meisje, dat hem 't ys moest brengen,
Zette de kom met ys naast den zeeppot,
Op den breeden tafelrand.
234. Maar, oh, schrik, Pim voelde, hy daalde,
De luchtballon verloor gas
En dit moest hem nu juist gebeuren.
Nu hy boven de golven was.
Hij keek uit, vanwaar hulp kon komen,
Zyn oog keek angstig, zoekend rond,
Hy zag 'n rookend schip in de verte,
Verdwijnend aan den horizon.
f