HET ZILVEREN JUBILEUM VAN DE
TUINDERSVEREENIGING
„KENNEMERLAND" TE BEVERWIJK
PIJLTJES
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 14 MAART 1931
BLADZIJDE 1
W*
LUXE OPTIEK
De uitbreiding van C. en A.
ELCK WAT WILS
Trekjes No. 696
De Verzendvereenigingdie uitgroeide tot een machtige organisatie
-
ALLÉÉN Z IJ L S T R A A T 97
OPTICIENS
STADSNIEUWS
Gisteren heropend
Verbeteringen aan de waterwerken
bij Texel en Den Heider
GEMENGD NIEUWS
Een serie inbraken
Katholiek van de daad
„An je arm!"
Maandag 16 Maart a.s. zal het 25 jaar ge
leden zijn, dat de Coöp. Tuindersvereeniging
„Kennemerland" werd opgericht. Hoewel de
toestanden in het tuinbouwbedrijf aller
minst rooskleurig genoemd mogen worden
en Kennemerland's nijvere tuindersbevol
king al evenzeer te kampen heeft met de
geweldige economische krisis, die momenteel
de gansche wereld teistert, is er toch alle
reden, om dit jubileum, zij het ook op be
scheiden wij ze te herdenken. Met de oprich
ting van de Tuindersvereeniging „Kenne
merland" in het jaar 1906 werd voor dsn
tuinbouw in deze omgeving een nieuw tijd
perk ingeluid, een periode, die wel zeer na
drukkelijk de groote kracht van het begrip
organisatie aan den dag heeft doen treden.
Niemand van de toenmalige oprichters heeft
ooit kunnen bevroeden, dat hun bescheiden
vereeniging zou zijn voorbestemd, om uit te
groeien, tot de machtigste tuindersorganisa
tie in deze streken, noch minder dat zij zou
worden de hechte basis, waarop in later
jaren een belangrijk stuk Roomsch-Katho-
liek sociaal en economisch leven zou worden
gegrondvest.
Zeker mogen de thans nog in leven zijnde
W. de Groot
oprichters zich gelukkig prijzen, dat hun
pioniers-arbeid zich in die groote, nooit
verwachte mate zou uitbreiden, dat het zaad.
door hen met zooveel zorg en omzichtigheid
in den brakken grond uitgestrooid in een
kwart-eeuw tijds inderdaad duizendvoudig
Vrucht zou geven. Hoe zwaar moet inderdaad
hun taak geweest zijn en welk een moed
moeten zij aan den dag hebben gelegd om
in die dagen, toen op dit gebied nog een
reusachtig terrein braak lag, toen ieder voor
zich met een groote verspilling van krachten
de tuinbouwbelangen alleen voor zichzelf be
hartigde, de tuinders op te roepen gezamen
lijk de handen aan den ploeg te slaan.
Het resultaat van het moeizaam pogen
dezer pioniers demonstreert zich dagelijks
in het groote en drukke bedrijf van de R. K.
Coop. Tuindersvereeniging „Kennemerland",
waarvan het ontstaan ten slotte aan hun
arbeid is te danken. Vandaar, dat de her
denking van het jubileum staat in het tee-
ken van hun streven, dat het niet is een
jubileum van de R. K. Tuindersvereeniging
„Kennemerland", maar veeleer een dankbare
herinnering, die gelegen is in de oprichting
van de eerste organisatie van tuinders in
dit gewest, de Coöp. Tuindersvereeniging
„Kennemerland".
Een stukje historie.
Het product, dat in het bijzonder heeft
bijgedragen aan de vermaardheid, welke
Kennemerland's tuinbouw zich in den loop
der jaren heeft verworven, is de aardbei.
25 jaar geleden was de aardbeiencultuur
voor de tuinbouwers in de landstreek Ken
nemerland hoofdbron van bestaan. Met den
oogst van deze zoo gewilde vruchten was het
wel en wee gemoeid van de nijvere tuinders-
bevolking en niet minder ook van den han-
deldrijvenden middenstand in Beverwijk en
omgeving. Het was dus alleszins begrijpelijk,
dat de tuinders met groote interesse de be
richten volgden, die verband hielden met
den afzet en den prijs voor het product. Zoo
deed reeds in het najaar van het jaar 1905
het gerucht de ronde, dat in het volgende
aardbeienseizoen Duitschland een invoer
recht op aardbeien zou heffen van niet min
der dan zes ets. per K.G. Toenmaals gold
voor de aardbeien een prijs van acht ets. per
kilo, zoodat begrijpelijkerwijze het bericht
betreffende de verhooging der invoerrechten
een niet geringe bezorgdheid onder de tuin
ders teweeg bracht. De onderlinge bespre
kingen over deze belangrijke aangelegenheid
hadden tot resultaat, dat in het destijds be
staande café-Tesselaar op het Hofland een
groote vergadering van de belanghebbende
tuinders werd gehouden.
De belangstelling overtrof verre de ver
wachtingen, het zaaltje was niet alleen
stampvol, maar men had zelfs een plaatsje
moeten verzoeken in de particuliere ver
trekken van den kastelein. In deze eerste
bijeenkomst werd het woord gevoerd door
een in tuinderskringen zeer bekenden figuur,
n.l. door den heer Teun de Vries, die in een
krachtig betoog de tuinders opwekte geza
menlijk maatregelen te treffen, teneinde zoo
mogelijk den invloed van deze tariefsver-
hooging te fnuiken.
In een tweede vergadering, welke gehou
den werd in café De Roode te Noorddorp,
werd besloten een organisatie te stichten.
Bij notarleele acte van 16 Maart 1906 werd
de oprichting van de Coöp. Tuindersvereeni
ging „Kennemerland" een feit. De jonge
organisatie legde zich toe op het verzenden
van de producten, omdat het veilingssysteem
in die dagen nog onbekend was. De heer
Preyn van de combinatie Maters, Priester
en v. d. Berg trok voor de vereeniging naar
Duitschland en sloot daar tegen een bepaald
percentage de noodige contracten met de
afnemers van aardbeien af. Het resultaat
van deze eerste poging was bemoedigend,
want reeds kon in dat eerste seizoen een
omzet van f 44.000.een voor die dagen
zeer hoog bedrag, geboekt worden. De ver
eeniging ging het nu ook met andere arti
kelen probeeren, o.a. met boonen en dop
erwten, welk laatste product vooral door de
fabrieken werd afgenomen. Tengevolge van
een en ander bleek de omzet zich in het
daarop volgende jaar reeds verdubbeld te
hebben. In het seizoen van 1910 kon de
600ste wagon aardbeien naar Duitschland
worden verladen, wat met eenig feestelijk
vertoon gepaard ging. De vereeniging hield
achtereenvolgens haar kantoor in de voor
malige kosterswoning van de Luthersche
Gemeente aan de Koningstraat, daarna in
de Begijnestraat, vervolgens boven het thans
verdwenen Geheelonthouders-café in de
Breestraat en ten slotte in een perceel aan
de Zeestraat, eigendom van den heer Poli
tiek, dat door de organisatie werd aange
kocht.
Het was een feestelijk gebeuren, toen in 1SI0 de 600ste wagon aardbeien naar Duitschland
werd verzonden
De heer J. P. Nijssen sedert 1932 de ijverige
voorzitter van „Kennemerland"
Toen in 1914 de wereldoorlog uitbrak was
het met den export gedaan en besloot men
over te gaan tot het veilen der aangevoerde
producten, op de wijze zooals dat reeds door
enkele firma's op de Meer gevolgd werd. In
1916 kon het bestuur er eindelijk toe over
gaan een lang gekoesterden wensch in ver
vulling te doen gaan. De behoefte, om het
kantoor en de verdere bezittingen der ver
eeniging naar de Meerstraat over te brengen,
was reeds eerder aan den dag getreden en
thans deed zich de gelegenheid daartoe voor.
Voor een som van 16.500.werd „Kenne
merland" eigenaresse van de voormalige
pastorie der Doopsgezinde Gemeente. De le
den stelden wel zooveel vertrouwen in hun
bestuur, dat zij tot dezen aankoop, die wer
kelijk een heele stap beteekende, hun toe
stemming gaven. In de thans afgelegde 10
jaren was veel van de bestuursleden gevergd
en met eere dienen dan ook de namen ge
noemd te worden van den eersten voorzit
ter, den heer Th. de Lange en diens op
volger den heer L. Pirovano, welke laatste
gedurende 25 jaren onafgebroken het wel en
wee der vereeniging van zeer nabij heeft
kunnen volgen. In dien tijd werd de drang
naar organisatie in steeds sterkere mate
gevoeld, in het bijzonder ook in onze Room-
sche kringen, waartoe de geestelijke over
heid de katholieken met nadruk aanspoorde.
De oude vereeniging werd omgezet in de
R. K. Coöp. Tuindersvereeniging „Kenne
merland". Het initiatief tot het stichten der
gebouwen werd genomen door het bestuur der
oude vereeniging, gevormd door de heeren
L. Pirovano, L. Aardenburg, R- Docter, C.
Baltus, G. van Egmond, H. Kluft, J. Metse
laar, A. Meyland en Y. Schuit; de totstand
koming geschiedde reeds onder de nieuwe
bestuurderen J. van Eerde, A. Meyland, J.
Metselaar, W. Scholten, Y. Schuit, C. Baltus,
G. de Ruiter, P. Stam en J. Steenvoorden.
De vereeniging heeft zich ontwikkeld tot
een groot veilingbedrijf, aanvankelijk onder
de directie van de heeren J. H. Frommé
voor het administratieve gedeelte en L. Pi
rovano voor het technische gedeelte van 't
bedrijf. Het spreekt vanzelf, dat de vereeni
ging ook alle „kinderziekten" heeft moeten
doorstaan; zelfs was er eenigen tijd sprake
van een ernstige crisis. In 1920 trad de
heer W. de Groot op als directeur en on
der diens hoogst bekwame, deskundige lei
ding, wist het bedrijf zich van de tijdelijke
inzinking te herstellen, waaraan ten slotte
ook alle leden hun medewerking verleen
den, om uit te groeien tot een der machtig
ste veilingorganisaties in verren omtrek.
De keurig bijgehouden statistiek geeft een
overzicht van de wisselvallige uitkomsten
van het tuinbouwbedrijf. De „vette" jaren
werden steeds gevolgd door meerdere „ma
gere". Als een specimen van de eerste cate
gorie'noemen wij het jaar 1919 met een to
talen omzet van 1.970.451.19, terwijl 1923
wel een zeer ongunstig jaar was. terecht m
de tuinderskringen bekend als het „ramp
jaar". De totale omzet bedroeg slechts
591.333.98. De omzetten van de laatste drie
jaren 1928, 1929 en 1930 waren respectievelijk
f 1.197.391,71; 1.171.992,43 en 742.845,23.
In 1925 werd in samenwerking met de
Coöp. Veiling- en Aankoopvereeniging
„Vrije Groenten- en Fruitveiling" W. A. de
bloembollenveiling „Beverwijk" opgericht,
welke zich eveneens in een steeds toenemen-
den groei mocht verheugen, zelfs in die
mate, dat daarvoor op de puinhoopen van
het voormalig café „De Zon" iri de Bree
straat een afzonderlijk gebouwencomplex
verrees. Sedert 1922 treedt de heer J. P. Nijs
sen als voorzitter op, een leider die zich èn
om zijn kwaliteiten èn om zijn vlotte per
soonlijkheid van jaar tot jaar als zoodanig
herkozen zag. Onder het personeel van hoog
tot laag heerscht een prettige saamhoorig-
heid en een vlotte samenwerking, die ge
voegd bij de eminente leiding van den heer
De Groot als directeur, aan den gang van
zaken zeer ten goede komt. Zoo is er dus
zeer zeker alle reden om dit zilveren jubi
leum niet onopgemerkt te laten voorbijgaan.
Van de oprichters der oude vereeniging is
nog altijd de heer C. Baltus als bestuurslid
onafgebroken werkzaam, terwijl dè tweede
jubilaris, de heer L. Pirovano, gedurende een
kwart eeuw de organisatie in verschillende
functies diende.
Ter herdenking van dit jubileum zal
Maandagmorgen, 16 Maart, in de parochie
kerk van de H. Agatha aan de Breestraat
een plechtige H. Mis van dankbaarheid wor
den opgedragen door den Geestelijken Advi
seur der vereeniging, den Zeereerw. Heer
Pastoor C. M. Wouterlood. Onder de H. Mis
zullen alle leden ter H. Tafel naderen.
Na de kerkelijke plechtigheid vereenigen
de leden zich aan een gemeenschappelijk
ontbijt in de bovenzaal van café-restaurant
„Oud Meeivnstein." Des middags van 12 tot
1 uur worden belangstellenden in de gele
genheid gesteld, eveneens in „Oud Meeren-
stein'om bestuur en directie te complimen
teeren.
Nog slechts weinige jaren is de fa. C. en
A. Brenninkmeijer te Haarlem gevestigd en
toch bleek het reeds noodig, tot uitbreiding
over te gaan. Zooals gebruikelijk bi) de ven
nootschap, heeft men op resolute wijze de
zaak aangepakt. En het gevolg er van is,
dat een kloek pand verrezen is. Het nieuwe
gedeelte is geheel opgetrokken in den geest
van het oude en men is er volkomen in ge
slaagd, een harmonieus geheel tusschen bei
de deelen tot stand te brengen.
Tot de voorname voordeelen dezer verbou
wing behooren de bijzondere uitbreiding van
de verkoopruimte en die van de étalage-op
pervlakte.
Deze laatste is verdubbeld en van 140 op
280 M2. oppervlakte gebracht, terwijl de ver
koopruimte, welke voorheen 750 M2. bedroeg,
thans 2000 M2. omvat.
Het front aan dezen verkeersweg bedraagt
thans ca. 25 M. en aan de Frankenstraat
ca. 30 M. Het zal den toeschouwer aan
stonds opvallen, hoe de bouwmeester, de
heer K. Sickler, er uitstekend in geslaagd is
zijn eerste en tweede schepping tot een har
monisch geheel te vereenigen.
Van het nieuwe geheel zullen ongetwijfeld
voor de dames de enorme etalages de groot
ste aantrekkelijkheid hebben, temeer nu
daarin op het oogenblik een onvergetelijk
overzicht geboden wordt der nieuwe voor-
jaars-modellen in dames-, heeren- en kin-
derkleeding.
En geheel in overeenstemming met het
systeem van dienstbetoon aan haar cliënten
door de fa. C. A.. die de laatste jaren
vooral haar organisatie van verkoophuizen
zoo sterk wist uit te breiden, zoowel in Ne
derland, als Engeland en Duitschland en
niet in de laatste plaats ook als gevolg der
daardoor opgedane internationale ervaring
in tegemoetkoming aan de eischen van het
publiek, zijn deze etalages als het ware om
geven met een net van overdekte wandel
gangen, waarin de nieuwsgierigen ongehin
derd door straatverkeer en beschut tegen
weeromstandigheden, rustig het geëtaleerde
kunnen bezichtigen.
Tot nu toe was C. A. in onze stad niet
ingericht voor heerenmotie-artikelen, omdat
de ruimte te beperkt was. Thans is op de
parterre op smaakvolle wijze heerenmode
goed geëxposeerd, zoodat men zich in de
zelfde zaak van overhemd, das of hoed bij
een nieuw costuum o j- s kan voorzien.
De eerste étage is alleen bestemd voor den
mantelverkoop.
De flinke ruimte is aan de kanten inge
nomen door de uitgestalde mantels, terwijl
het middendeel bestemd is voor verkoop
ruimte. Eenige tafeltjes en stoeltjes zijn hier
voor de wachtenden geplaatst
De gerieflijk ingerichte paskamertjes doen
het hier uitstekend, evenals de aan de zui
len aangebrachte spiegels.
Het fraaie behangt harmonieert uitste
kend met het donkere mahoniehout, waarin
het betimmeringswerk is opgetrokken. Wer
kelijk een bouw in grootschen vorm, gelijk
aan deze soort verkoophuizen in het buiten
land.
Eenzelfde zaal vindt men op de tweede
étage. Het reeds bestaande gedeelte is gere
serveerd voor den verkoop van kinderman
tels en japonnen, terwijl het nieuwe gedeel
te geheel bestemd is voor den verkoop van
heeren- en jongenskletding.
Ook hier is alles welverzorgd en tot in de
puntjes afgewerkt. De nieuwste modellen
bergkasten zijn hier eveneens aangebracht,
terwijl men ook hier de noodige paskamer
tjes vindt.
De afmetingen der verkoopruimten op bei
de étages zijn 32 bij 24 M„ inderdaad respec
tabele cijfers, waardoor men eenigen indruk
krijgt van de zoo flink opgezette uitbreiding,
waartoe twee perceelen bij de bestaande
zaak zijn getrokken.
De derde étage, niet minder ruim, is in
gericht als voorraadmagazijn, terwijl op de
vierde verdieping zich o.m. bevinden het
met de modernste machinerieën ingerichte
atelier en het kantoor.
Door een voorname binnen-architectuur is
iedere verkoop-ruimte tot een behagelijke
afdeeling geworden, waar het daglicht rij
kelijk toe kan treden.
Bij avond zorgen moderne ornamenten
voor de diffuse verlichting.
Als iets nieuws is in de etalages op een
zekere hoogte een horizontale verlichting
aangebracht, wat voor het publiek zeer aan
genaam is, daar men hierdoor niet in het
volle licht behoeft te kijken en dus de ten
toongestelde goederen zonder afleiding kan
bèzichtigen.
Het gebouw is uitgevoerd door de firma
van der Wal Woudenberg te Utrecht.
De centrale verwarming door de firma He
ringa Wuthrich te rfaaiiam.
De electrisclie installatie door de N. V.
Electro-Techniscb Bureau P. Batenburg, te
Rotterdam.
Nog meer dan voorheen heeft C. A.
zich door deze uitbreiding onder de grootste
zaken der stad geschaard, toonende de
kracht en machtige organisatie van den
groothandel.
Aanbestedingen door den Rijkswaterstaat
Hedenmorgen werd door den Rijkswater
staat in de provincie Noordholland aanbe
steed:
I. het verhoogen en verzwaren van de
Rijkszeewering het Horntje op Texel met
bijkomende werken.
II. het uitvoeren van metselwerken, be
tonwerken enz., voor de verhooging van den
dijk langs de Rjjkszeehaven „Het Nieuwe
diep" te Den Helder, raming 92000.
Voor I warén 12 biljetten ingekomen.
Hoogste inschrijver was H. v. Meekeren te
Hindeloopén voor 450.000.Laagste in
schrijvers waren J. Appeldoorn J. Twisk
te Egmond-Binnen en Castricum voor
223.400.—.
Voor II waren 57 biljetten ingekomen.
Laagste inschrijfster was de firma J. Haits-
ma te Harlingen voor 72.390.—.
De gunning van beide werken zal later
worden bekend gemaakt.
NED. MIDDENSTANDSBANK N.V.
Kantoor: Haarlem, Gierstraat 14
Telef. 13098
HANDELSCKEDIETEN
VREEMDE VALUTA INCASSO'S.
Vijf aanhoudingen
In den nacht van 21 op 22 Februari j.l.
is ingebroken in een kleedingzaak op het
Spui 277 te Den Haag. Daarbij werd een
schrijfmachine gestolen en als verdacht
daarvan werd een glazenwasscher gear
resteerd, die door de recherche op heeter-
daad werd betrapt, toen hij opnieuw zijn
slag wilde slaan. Daarna volgde de arres
tatie van een medeplichtige, terwijl als heler
van de schrijfmachine een koopman werd ge
arresteerd.
Het onderzoek in deze zaak heeft nog
meer feiten aan het licht gebracht. Zoo kreeg
de recherche een spoor van de inbraak, wel
ke is gepleegd in een confectiezaak aan de
Bierkade, waarbij door middel van over-
klimming en braak voor pl.m. 3003.aan
heerenstoffen werd gestolen. Deze stoffen
waren opgeslagen in een huis, teneinde van
daar weder te worden vervoerd. De recherche
kwam juist op tijd, toen de auto reeds voor
de deur stond. Zij kon daarbij den dief te
gelijkertijd arresteeren, terwijl de stoffen in
beslag werden genomen.
Verder kwam aan het licht dat een mon
teur zich had schuldig gemaakt aan oplich-
itng van twee electrische handboormachines.
Deze machines konden in beslag worden ge
nomen, terwijl de dader werd gearresteerd.
Voorts werden gedurende de laatste maan
den verschillende goederen als tafelkleeden,
hangkleeden, kindergoed en jassen uit de
etalages van winkels ontvreemd. Thans is
gebleken, dat de daders van deze diefstallen
zijn twee reeds bovenbedoelde glazenwas-
schers, die van hun beroep misbruik maakten
om 's morgens vroeg ruiten te wasschen. Te
gelijkertijd maakten zij van de gelegen
heid gebruik om, wanneer er nog geen per
soneel in den winkel aanwezig was, door
het tuimelraam heen hun slag te slaan.
Tenslotte is door de politie een diefstal
van kleedingstukken voor 'n waarde van on
geveer f 500 ontdekt. Deze diefstal is ge
pleegd uit den faillieten boedel van het ma
gazijn „Au Printemps".
Als verdacht van dezen diefstal is gearres
teerd een andere glazenwasscher, terwijl
een gedeelte van het gestolene in beslag is
genomen.
Een abonné vraagt ons, te schrijven
over het feit, dat er maar zoo weinig
katholieken zijn, die in het openbaar
het kruisteeken maken. En hij meent,
dat de katholieke dagbladen op dat in
't openbaar getuigen te weinig aandrin
gen. Wat dit laatste betreft, moge wor
den opgemerkt, dat er, telkens als het
pas geeft, de aandacht op wordt geves
tigd, maar dat het onderwerp zich niet
leent voor dagelij ksche behandeling.
Met genoegen drukken wij echter zijn
briefje hier af, omdat het in zijn een
voud een welsprekend pleidooi is voor
een mooie daad. Wij maken zooveel
werk van het dragen van K.R.O.-speld
jes, Kruisverbondinsignes, men tooit
onze patronaatsjongens en -meisjes in
uniforme blouses en gekleurde mutsen
en petten, er is inderdaad veel te zeg
gen voor het schoone denkbeeld om het
maken van het kruisteeken in het
openbaar door alle katholieken te pro-
pageeren. Niet als een teeken van
vroomheid, maar als fiere uiting zijner
katholieke overtuiging. Geen fascisten-
groet. geen maconniek herkennings-
teeken kan halen bij de schoonheid
van het kruisteeken.
Inzender schrijft:
Naar mijn meening is het de plicht
van ieder katholiek, bij het begin en bij
het beëindigen van den maaltijd, ook
als die in het openbaar wordt gebruikt,
het kruisteeken te maken. Ik weet wel,
dat men zich bij nalating niet schuldig
aan zonde maakt, maar toch dient vóór
en na het eten ieder christen te bidden,
volgens mijn opvatting, zelfs dan ook
als hij aan een openbare tafel mocht
aanzitten. Immers: „Wie zich Mijner
schaamt voor de menschen," zegt Chris
tus, „zijner zal Ik Mij schamen voor
Mijn Hemelschen Vader".
Welnu, ik gebruik bijna iederen dag
in het publiek in diverse steden den
maaltijd en zag nimmer het kruis
teeken maken, maar en dit is merk
waardig meermalen zag ik an
dersdenkenden het hoofd buigen en de
handen vouwen bij den disch. Vindt dit
misschien z'n oorzaak in het feit, dat
zij geen kruis behoeven te maken en
het bidden hun daardoor gemakkelijker
afgaat omdat het minder opvallend is?
Hoe dan ook: zij bidden en dit stemt
tot nadenken. Zoo althans ging het mij.
Moeten wij ons feitelijk niet schamen
een lesje te krijgen van hen, die het
ware geloof niet hebben, een voorrecht,
waar wij zoo prat op gaan.
We verheugen ons, als katholieken,
omdat er kruisbeelden langs de wegen
in Noord-Brabant zijn of worden ge
plaatst; we betreuren het, dat we niet
op alle plaatsen in ons land in het
openbaar processies mogen houden,
maar wat we wèl mogen doen, laten
we na! Straks gaan er weer duizenden
op naar den Stillen Omgang in Am
sterdam, ongetwijfeld een zeer schoon
werk, doch dit gaat in massa en dat
loopt goed, maar wat doen vele katho
lieken individueel ter eere Gods? Hoe-
vele van deze goedmeenende bede
vaartgangers zijn er, die, wanneer ze
alléén zijn, er niet aan denken om in
't publiek, waar het pas geeft, uiting
te geven aan hun geloofsovertuiging?
Er wordt in de katholieke bladen
zooveel propaganda gemaakt voor de
goede zaak, doch over dit onderwerp las
ik nooit iets.
Is u ook niet van oordeel, dat het een
doeltreffende propaganda zou zijn,
wanneer wij het allen tot onzen plicht
rekenen, uiting te geven aan onze over
tuiging waar het behoort? Deden wij
dat, dan zou dit ongetwijfeld navol
ging vinden.
Ein prosit!
„Ik.... ik ga na-huis! Joop, ga je mee
zoo.... zoover?"
„Ja, Pieteffe wachte nog.... Gerrit
Eulemans geeft nog 'n rondje...."
„O.... kijk eris-An.dat slaan we niet
af.... Heeheeren.... 'n hoe.... hoe
raatje voor Gerrit!"
„Hoeraaaaaaa
„Dat je nog vreeseljjk veel jaren sikretaris
mag blijve, Gerrit!"
„Hoeraaaaaa!
„Daar ga je, Gerrit!"
„Ein prosit.ein prosit, cin pro-hooooo-
siet!"
„Gane we nou, Joop?"
„Ja, goed, Piett wordt zachies An
tijd.... hoe laat is 't....?"
,,'t Loopt tegen ha.... half drie...."
„Gusguswaar blijft de tijd, Piet
as je gezellig An 't fuiven bentnou,
Plet.... as je klaar bent.... nee, wacht
effe.... daar komt nog 'n rondje An....
van wie is dat?"
„Van Willem!"
.Hoera voor Willem!"
„Hoeraaaaaaa!
„Willemdat je nog veelontzet
tend veel jaren lid van de loterijclub „De
ton" mag blijven!"
„Hoeraaaaü!"
„Daar ga je, Willem!"
„Ein prooooosit, ein prooooosit...."
Hn we gaan nog niet naar hui-ui-ui-uisü
Niet na-huis gaan.... niet na-huls
gaan, of de flesch mot op z'n kop staan!"
„Nou, Joop.... trs»': je jas An.... we....
we gaan...."
„Ja Piet.... ben je klaar?"
„Ik ben bezig.... maar die eene mouw
vermept 't...."
„Ja, ik zie 't.... wacht.... ik zal je effe
*n handje hellepe
„Nee, iaat maar Joop.met jou wordt
't niks.... trek je eige jas maar An...."
„Goed.... best.... nee, wacht effe....
daar hei je nog 'n rondje!"
„Van..., van wievan wie nou weer?"
„Van Koos de Groen.'
„Lang leve Koos de Groen!"
.Hoeraaaaaa!"
„Daar ga je, Koos!"
„Ein prooooo
Piet en Joop wonen in dezelfde straat.
Maar ze zijn er nog lang niet.
Voor alle zekerheid loopen ze gearmd....
en hebben verschrikkelijk veel plezier met
z'n tweetjes.
Aan de vrije hand van Piet bengelt de
haas, de eerste prijs vlotbrug.... en Joop
neemt scheurende happen van 'n rookworst
de vierde prijs kienen.
Ze vorderen als 'n lokaal-treintje met der
tig' tusschenstationnetjesNu eens is "n
boom de halte, dan weer 'n lantaarnpaal
of t hek van 'n voortuintjeAls Pier
stopt zet Joop hem aan.... als Joop remt
geeft Piet hem 'n zwaai vooruit.en meer
dere malen heeft zoo'n zwaai tot gevolg, dat
hun gezichten staan naar de richting waar
ze vandaan komenwat ze dan weer ver
schrikkelijk leuk vinden....
„Nee, Piet, we gaan terug.... zie je 't?"
„Je kkkletst, Joop. we gaan
goed."
„O, ja? Wil je misschien dan nog 'n
rondje geven?"
„Nnnee, Joop" lacht Piet met
zwemmende oogjes ,,'t is nou genoeg
genoeg geweest."
„Noudan gaan we rechtsrechts
omkeertpas op.... denk om dat putje
staan we nou weer goed, Piet?"
„Ik hoop 't, Joopik hoop 't.... ho!
ho! Wacht, laat ik je arm even vast hou we
loop je zoo steviger?"
„Ik voel niks.... waar heb je me vast,
zeg Je?"
„Je zanikt...."
En Joop begint opeens te bulderen.
„Wat scheelt jou?"
„Niksmaar je heb je eige arm vast
gepakt
„Mooi is dat.... wacht effe.... me haa-
sie valtda's leelijker, Joop.... die hebbe
we nog niet van de grond af...."
„Nou, kon je wel es gelijk in hebbe....
dat wordt.... wordt 'n zwaar karwei...."
Om beurten duiken ze naar de haas....
Joop staat op handen en voeten.... grijpt
vier, vijf maal.... en de zesde maal mist
ook nogPiet helpt 'm op.... en ge
armd staan ze naar 't cadaver te kijken.
„Mooi beesie, hè Joop?"
,,'n Prachtdierwat 'n kleur, hè? Ik
kom morgen op de haasas je 't goed
vindj!"
„Spreekt vanzelf, Joopjij eet mee
jij bent me vrind.... en 'n goeie vrind is
beter as 'n verre buurman.... waar of niet,
Joop?" v
„Ja.... en 't mooiste is, dat we ook nog
buren zijn
„Ja, waarachtigda's waar ook....zalle
we 's opstappen zachies-An?"
„Afgesprokenmaar hoe mot 't met dat
knijnhaas wil 'k zeggeWacht, Piet
ik hou je an je hand vasten met
je andere hand pik jijpik je de dren
keling op,..."
't Lukt tot groot vermaak
Ze gaan verder met groote, kleine en
dwarse passende haas is van boven 'n
vodje en van onderen 'n bult geworden....
Ze botsenstruikelen, lachen.... loopen
twee keer 'n verkeerde straat in.... moe
ten dan weer terugstikken van t
lachen
-„Reuze-avond gehad, Joop!" v
„Schitteschitterend, Pietschitte
rendzoozoo'n avonddie vergeet
je nooit...."
„En allemaal zoo netjes, hèzoo orde
lijk...."
„Ik mot nóg lachen.... nóg lachen om
die Dirk Maanders.die 'n glasie bier
wou pakke.... en dat 't toen omkantelde....
en alles in z'n mouw liep
„Ja.... schitte.... schitterend was dat
'n prachtstoot.... waarom lach je
zoo?"
„Omdat jij zoo'n lol heb.... O donna
Claaaaaaraaaaa."
„Ein prooooosit. ein proositgemoed
gemuut.... gemuthlich zijn!"
„Arme piekelosjeune piekelo
„Dar was einmaaaaal.... ein truie hu-
zaaaaar.... Ik stik van de dorst, Joop...."
„Ik stik ook.... geeft niks.... as je maar
lol heb.... Adieu' ihijn klei-ei-ei-ne garde-
of fezier.... adieu, adieu.... la-la-la-la....
Zijn mond saagt neeeeeee,... maar zijne
ooge sage jaaa! Hoe was dat andere
moppie ook weer?"
„Hè? Ja, daar loop 'k óók al over te prak-
kezeere.... ho, pas op, val niet...."
„Nee, 't was nieuwer.... nou, duvelt....
duvelt nietas je maar lol heb in je le
ven.... 't leven is mooi, Piet."
„Ja! Verbazend mooi...» geweldig mooi
maar 't wordt toch al koeler.... zoo
tegen de avond, hè?"
„Koeler.... Koeler zeg je? Ik zweet me
'n apie.... Maar wat 'n wonder.... wat 'n
wonder, zegje loopt met je jas open!"
„Bliksem.... ik dacht al: wat tocht 't
hier.... effe wachte. Joop, zal 'k me jas
dichtknoopenStsta nou stil, kerel,
anders haal ik je nooit meer in
„Hou je gemak, jongeik doe me best
om stil te staanmeme uiterste bets,
maarNog niet klaar met je jas."
„Nee.... die knoope vertikken 't.... ze
glije onder me vingers vandaan...."
„Waóhtik zal je effe hellepeMaar
je mot stilstaan, knul.... anders red ik
óók niet...."
„Ja, makkelijk gezegd.... ho, hou vast,
Joop...."
„Je heb gelijk.... 't wordt niks.... "n ver
velend soort knoope hou je d'r op na, zeg
Kom mee.... dan ga je tegen die paal
van de eletrische tram staan.... voor
steun
„Goed.... anders wèl 'n beetje dun uit-
gevalle die paal.... pofferdikkie.... hij is
glad ook.... d'r zit te veel glansverf op
zal 'k es tege riklemeere, bij de didirec
tieNou, ik sta...."
,Hou je vast, Piet.... hou je goed vast
mooi zoo.reuzenmiddei zoo'n paal
Da's één knoop.... nou de tweede....
nee, schooiert, jij zal ook door 't knoopsgat
heen.... prachtig, die zit ooknou nom-
mertje drie...."
„Lukt 't, Joop"
„Ja, hoor! Ik laat me niet kisten door 'n
paar jasknoopen
„Hèdat voel 'k.... Ik begon 't echt
koud te krijgen in de schaduwO, donna
Claaaaaaaa..., Mooie paal, hè Joop?"
Ha, schitterend voor zoo'n gelegenheid..
Weet jij, dat 't nog 'n tientje in de maand
geeft as je zoo'n paal voor je huis wil hebbe
staan?"
„Is 't waarachtig?"
„Beslist, hoor! Je hoeft daar géén gratis
genoege mee te neme, dat ze zoo'n ding vlak
voor je deur zette.... daar kan je 'n tientje
in de maand voor eischenda's 't minste
tarief...."
„Mooi.dan solleseteer ik ook naar zoo'n
paal."
„Maar d'r is 'n conditie bij
„O, ja? Welke?"
„As 't gaat regenen mot je 'm binnen
halen."
„Hij is goed, Joop! Hij is goed!"
Ze staan vijf minuten aan één stuk te
bulderen om de mop van JoopSpreken
dan af, om maar weer es verder te gaan.
Maar Piet geeft 'n akelige schreeuw....
en wordt spierwit.
„Wat scheelt jou?" schrikt Joop, die al
weer 'n vaartje had.
„Ikik.... ik ben gegege-
electriseerdik.... staik sta stijf....
kan geen vin meer verroeren.,.."
„Ben je nou heelemaal stapel? Toe, voor
uit.... ik zou haast zegge, dat je dronke
was.
Joop sjort aan 'n arm van Pietmaar
Piet blijft als vastgenageld op dezelfde plek
staan.... en begint te huilen.
„Kom noumaak je niet zenuwach
tig.... je zal van de kou bevange zijn...."
„Neeneeee't is héél erg.... de
stroom is door me lijf gegaan.... ik voel
't.... Me arme vrouw.... en me kinderen
vaarwel, Joop.... ik zal hier maar ster-
revega jij je gang maar.... wat is 't
leven wreed, hè?"
Joop moet nu ook snikken....
„Ja, Piet.... 't leven is niks.... niks meer
tegenwoordig.... één tranendal.... dat zie
je an ons.... Maar, wacht es.... as ik es
hulp ging hale? Je bent toch nog lang niet
dood.... en met kunstmatige ademhaling
van de eerste hulp bij onge.... Stil! Ik
zie volk Ankomme'n Pliesie-agent.
mooi zoodie zal wel.... Hé, pscst....
agentkom es hier.... *'n slachtoffer van
de eletrische beweging
De agent nadertziet Joop, die naar
de huilende Piet wijstKijkt es goed....
en barst dan in lachen uit
,,'t Wordt hoog tijd, dat jullie in bed ko
men, heeren...."
„Ben ik nog te redden, agent?"
„Ja hoor!"
„Wat is er met me gebeurd, denkt u?"
'n Half dozijn potjes bier te veel.... an
ders niks.... maar met je jas is er wel
wat an de hand.... die zit om die paal
heen geknoopt.... kijk maar
Met drie rukken aan de knoopen is Piet
bevrijd
Joop is al omgevallen van 't. lachen.
Piet lacht fatsoenshalve meeDe agent
brengt hen 'n eindje de goeie kant op....
blijft nog even nakijken.
Hij ziet ze arm in arm verdwijnen....
hoort snurkende lach-hortjesen 'n weg-
murmelend „O donna Claahra.... Ein
prosietein prosiet
Er is géén haas-cadaver meer te zien.
G. N.