pepermunt BIJ HET ZEVENDE EEUWFEEST VAN ST. ANTONIUS' DOOD PIJLTJES TWEEDE BLAD WOENSDAG 18 MAART 1931 BLADZIJDE l STADSNIEUWS R.K. Middenstands- vereeniging De stad Padua De jaarvergadering Raad voor de Scheepvaart „St. Christoffel" FAILLISSEMEN7 EN Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs R. K. Vrouwenbond LEGER EN VLOOT Promoties bij de landmacht KERKNIEUWS Pastoor O. Wiersma t SOCIAAL LEVEN Prijsdaling van consumptie artikelen Apothekers-assistenten FIN ANCIEN Missiekloofter van het Beiüg Bloed te Aarle-Rixtel @'t Is een kleinigheid, maar een die Uw stroomrekening laag houdt. In de St. Josephgezellen vereeniging hield gisteravond de R.K. Middenstandsvereeni- ging haar jaarvergadering. In deze bijeenkomst trad als spreker op de Bondsadviseur, de Zeereerw. Heer rector J. F. A. Bots. Charitatieve actie voor middenstanders geestelijk adviseur, die voor „doorzending" der gevallen zorgt. De commissie behandelt alle gevallen vertrouwelijk, zoodat niets naar buiten uitlekt. Spr. gaf dan eenige voorbeelden van hulpverleening te Amsterdam en merkte op. dat de commissie in de 2 y, jaar, dat zij arbeidt, op bevredigende resultaten kan bo gen. Met moreele hulp komt men er ech ter niet, zoodat ook financieele hulp ver leend wordt, waartoe de commissie zich bij verschillende instituten hulp verzekerd heeft. Groote kapitalen zullen evenwel niet noodig zijn; meestal betreft het hulpverlee- "hing in kleine gevallen. Spr. erkende, dat er moeilijkheden aan de werking van een dergelijk instituut verbon den zijn, doch daarnaast geeft het alles zins bevrediging. Daarom beval hij aan het No. 10 18 Maart slot zijner rede aan, eens te Haarlem te onderzoeken, óf ook daar de mogelijkheid bestaat tot instelling van een dergelijk instituut. De voorzitter bracht, onder levendig ap plaus der aanwezigen, rector Bots dank voor zfjn van liefde voor den kleinen midden stand getuigende rede en verzekerde hem, dat ook hier ter stede een commissie, als te Amsterdam reeds werkt, opgericht zal worden. Dan gaf de voorzitter een kort resumé van de taak der onlangs ingestelde commis sies en verklaarde deze hiermede geïnstal leerd. De aftredende bestuursleden, de heeren H. Habraken, J. F. Lamp en W. J. B. van Liemt werden bij acclamatie herkozen. De penningmeester, de heer E. W. Walop, gaf rekening en verantwoording van het fi nancieele beheer over 1930, waaruit bleek, dat er een batig saldo in kas is De begrooting voor 1931 werd vastgesteld op 5.635. Vrij halve dag winkelpersoneel Bij een korte bespreking van den vrijen halven dag voor het winkelpersoneel gaf de vergadering uiting aan haar ontstemming over het feit, dat mr. Bijvoet te dezer zake een aanval gericht had op den voorzitter der vereeniging. Voor het genomen besluit toch, zoo oordeelden de aanwezigen, was de geheele vergadering verantwoordelijk, die unaniem een besluit genomen had. Bij Koninklijk besluit van 16 Maart zijn, te rekenen van 15 Februari 1931, opnieuw voor den tijd van 3 jaren in den Raad voor de Visscherij benoemd tot lid van de 1ste af deeling voor de zeevisscherij, o. a. J. F. de Klercq, te paarlem, en Maarten de Vries, te Bloemendaal. Vergadering te Beverwijk De Haarlemsche afdeeling „St. Paulus"der Ned. R.K. Vereeniging van Handelsreizigers en Handelsagenten „St. Christoffel" houdt a.s. Vrijdag haar maandelijksche vergadering te Beverwijk in café Bellevue, Breestraat. Op initiatief der leden heeft het bestuur zijn goedkeuring gehecht aan den drang, om het den leden buiten Haarlem gemakkelijk te maken en ook deze in de omgeving van de Spaarnestad wonende reizigers in de gele genheid te stellen, de vergaderingen te be zoeken. Tot op heden ontbraken deze collega's steeds op het appèl. Uitgaande van het de vies „Als Mohammed niet komt tot den berg, komt de berg naar Mohammed"' heeft het bestuur besloten, te beginnen in Beverwijk. De leden, wonende in deze omgeving, heb ben dus wel een groote verplichting aan hun organisatie, en kunnen deze schuld slechts inlossen, door allen ter vergadering te komen. De Haarlemsche leden gaan met de auto's van hun collega's naar Beverwijk, hetwelk een bewijs is van een ongestoorde saam- hoorigheid en wederzij dsche collegialiteit.. De agenda bevat belangrijke punten, n.l. ballotage en installatie van een nieuw lid, verslag der kascommissie en „lest, best" een lezing van den nieuwen buitengewoon be stuurder met als onderwerp; „Sint Christof fel en zijne fondsen". Het bestuur vertrouwt, de leden, wonende ten Noorden van Haarlem, allen op deze ver gadering te ontmoeten. De Haarlemsche leden zijn verplicht, hun Noordelijke collega's een voorbeeld te geven, hoe en in welk aantal de vergaderingen be zocht behooren te worden. Voor den goeden gang van zaken brengt het bestuur onder de aandacht van de leden dat de vergadering te Beverwijk aanvangt om 20.30 uur, terwijl de leden te Haarlem samenkomen om 19.45 in Café Central, Gr. Houtstraat, waarna om 20 uur zal worden vertrokken. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem zijn den 17en Maart 1931 in staat van faillissement verklaard: H. A. Hak. handelaar in bouwmaterialen, wonende te Velsen, Stationsweg 89. Cura tor Mr. M. A. van Eek wonende te Haar lem. J. Groenewegen Hzn., bloembollenhande laar, wonende te Heemstede, Narcissen- laan 2. Curator Mr. T. A. M. A. van Lö- ben Seis wonende te -Haarlem. H. van Uitert, Haarlemsche Metaalwa- renfabriek, wonende te Haarlem, Spaarn- wouderstraat 38-40. Curator Mr. L. G. van Dam, wonende te Haarlem. A. P. Vink, handelende onder den naam A. P. Vinks Muziekcentrale, vroeger wo nende te Beverwijk, thans te Alkmaar. Cu rator Mr. Dr. A. F. H. Schreurs, wonende te Haarlem. Adr. Morsch, rijwielhandelaar wonende te Rijk, Haarlemmermeer, Nieuwe Meerdijk 140. Curator Mr. Dr. W. P. Vis, wonende te Haarlem. H. Bonkenburg, handelsreiziger, wonen de te Heemstede, Heerenweg 86. Curator Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink, wo nende te Haarlem. A. van der Lans, koopman, wonende te Hillegom, Brouwersdwarsstraat 3. Curator Mr. M. van Toulon van der Koog, wonende te Haarlem J. M. Bdomgaard, bouwondernemer, wo nende te Haarlem, Maasstraat 17. Cura tor Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys, wonende te Haarlem. A. J. van der Horst, bouwdndernemer, wonende te Haarlem, Rijnstraat 85. Cura tor Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys wonende ve Haarlem. Opgeheven werden de faillissementen we gens gebrek aan actief van: M. de Jong. wonende te Haarlemmer meer. Curator Mr. H. O. Drilsma wonen de te Haarlem A. F. C. Prins, wonende te Bennebroek. Curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis, wonende te Haarlem. L. Straathof, wonende te Hillegom. Cu rator Mr. F. J. Gerritsen wonende te Haarlem. W. Laan, wonende te Haarlem. Curator Mr. H. O. Drilsma, wonende te Haarlem. Een vergadering van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs te Haarlem wordt gehouden op Vrijdag 27 Maart 1931 's avonds 8 uur ten Stadhuize. Punten van behandeling zijn: 1. Opening. 2. Ingekomen stukken. 3. Afscheid van mej. Berdenis van Berlekom. 4. Sluiting. Het bestuur deelt ons mede, dat mevrouw Albertine SteenhoffSmulders verhinderd is. op den theemiddag voor de leden van den R. K. Vrouwenoond van Vrijdag 20 Maart haar spreekbeurt te vervullen. Het bestuur is zoo gelukkig geweest, me vrouw Ellen Russe bereid te vinden, dien middag te komen spreken over: De nieuwste boeken. De Generaal-Majoor der Artillerie K. A. Pfeiffer, directeur van het materiaal der landmacht, is thans op zijn verzoek eervol ontslagen, met benoeming tot luitenant-ge neraal. Tot kolonel, directeur van het ma teriaal der landmacht, bij den staf der Ar tillerie is benoemd de luitenant-kolonel W. J. D. Havelaar, van dien staf. Verder is op verzoek eervol ontslagen de kolonel N. W. van Roggen, inspecteur der militaire administratie en is de luitenant kolonel J. A. van der Kamp tot zijn opvol ger benoemd. Bij de militaire administratie is voorts be vorderd tot luitenant-kolonel de Majoor H. Eggink, controleur der militaire administra tie. Nog is op verzoek eervol ontslagen de Ma joor J. D. C. Berkhout van den Staf der Vide Infanterie-brigade. Benoemd is tot commandant van de 4de divisie der Koninklijke Marechaussee de Ma joor J. van Selm, van den staf, toegevoegd aan den inspecteur van het wapen en tot commandant van de 2e divisie de Majoor A. P. H Boellaard, commandant van het depot van het wapen. Te Enkhuizen overleed op 78-jarigen leef tijd na voorzien te zijn van de H.H. Sacra menten de Zeereerw. Heer Gerardus Wiers ma, die ongeveer 40 jaren werkzaam was ais missionaris in Noord-Amerika. De overledene was ridder in de organisatie The Knights of Columbus. De overledene, die geboortig was uit Wiri- seradeel (Fr.), vertoefde de laatste vier ja ren te Enkhuizen in het St. Nicolaasgesticct en voor dien nog eenige jaren te Lutjebroes. De begrafenis zal a.s. Vrijdag plaats heo- ben te Bakhuizen <Fr.). Vergadering van de vakgroep Consumptie van „St. Christoffel". Te Utrecht hield de vakgroep-Consumptie van de Ned. R. K Vereeniging van handels reizigers en handelsagenten „St. Christoffel' een algemeene vergadering, waarvoor buiten gewoon veel belangstelling was. Eén der belangrijkste pmten van de agen da was bespreking van de daling van de prijzen van consumptie-artikelen en de daar uit voortvloeiende prov'siederving. Op de vergadering kwam reeds vast te staan, dat van zeer veel re'zigeis en agenten het inkomen daardoor tot 50 pet. vermin derd was. Met algemeene stemmen werd besloten om in sapienwerking met het hoofdbestuur een vragenlijst te zenden aan alle leden van St. Christoffel om zoodoende materiaal te ver zamelen en deze zaak met den meesten spoed in studie te nemen en wegen te vinden om deze voor de reizigers en agenten zoo be langrijke zaak tot een "oor hen zoo goed mogelijke oplossing te brengen. Onder voorzitterschap van den heer G. W. v. d. Woestjjne uit Amsterdam hield de Al gemeene Apothekers-assiatentenbond zijn 41e algemeene vergadering m het hotel Coomans te Rotterdam. Na goedkeuring van de laarverslagen, be leid hoofdbestum en rekening en verant- Een nieuwtje in Turkije Te beginnen met dit jaar zullen, krachtens een door het Parlement van Angora in te voeren wet, alle Turken die in Turkije wonen, worden verplicht hun fraaie voornamen te doen volgen door een familienaam, die voortaan ook op hun nakomelingen in de rechte lijn kan overgaan. Net als bij ons dus Een heel nieuwtje!.... Tot nu top heetten de Turken, evenals de Ara bieren, eenvoudig „Pietje zoon van Jantje". En daar hadden ze ruim ge noeg aan. De „familienamen" zijn trouwens ook voor de beschaafde Westerlingen nog een betrekkelijke nieuwigheid. Voordat Napoleon de inrichting van de registers van den Burgerlijken Stand bevolen had, waardoor een ieder, ook zij, die er geen hadden, genoodzaakt was een van te kiezen, kon men van naam verande ren zooals men, bij wijze van spreken, van hemd verandert. Uitgezonderd dan in de adellijke families. Als de jonge Jansen den naam Pietersen mooier vond, dan was er niemand, die hem be lette, dien naam te gaan dragen. De familienaam is een gevolg van de instelling van den Burgerlijken Stand. Én in sommige streken van Oostelijk Europa heeft de familienaam nog im mer iets kunstmatigs en wordt in het gewone leven niet veel gebruikt. B v. in Rusland, Bulgarije en Servië. In al die staten zou het een onbeleefdheid zijn meneer Jansen in den omgangstaal „meneer Jansen" te noemen. Men spreekt er van Pietre Ac'olphovitch, wat beteekent: „Pieter zoon van Adolf". In Nederland is het ook eeuwen zoo ge weest. En bijna al onze zoogenaamde „familienamen" waren in den beginne niet anders dan de aanduiding van de afkomst der dragersvan Aalst, van Deventer, van Rijswijk of die van het uitgeoefende beroepSmit, Timmer mans, Bakker. Bij zeer primitieve volkeren is men echter zelfs niet „Pietje zoontje van Pietje", men draagt er allereerst den naam van zijn stam. Dat is de familie naam die het meest in eere is en bo vendien heeft men dan nog een bij naam, die echter op verschillende tijd stippen van het leven veranderen kan. Een heele vooruitgang voor de Tur ken is die invoering van eigennamen dus, zou menzeggen. Maar daar zijn alle Turken het toch niet over eens. „Wat zullen wij die namen moeilijk uit elkaar kunnen houden." meende een hunner. Honderden menschen zullen er zijn, die Bakker heeten. En kijk nu eens aan, mijn vader heette Ramahaba, d. w. z. de man, die zijn belasting betaalt. En ik, ik noem mij ter onderscheiding van mt)n vader Ratsimihaba, de man, die géén belasting betaalt. Dat is toch duidelijk, zou lk zeggen, nietwaar? En inderdaad: wie zou durven bewe ren, dat dit moeilijker is dan te onthou den, dat deze meneer, die Smit heet een generaal is, of gene, die meneer Lieve- goed heet, terwijl hij controleur is van de belastingen; Bakker ofschoon hij slager is. woording, werd besloten, de bijdrage voor de weerstandskas met ljjjjO pet. te vernoogen. Uit de salariseriquête is gebleken, dat het meerendeel der apothekers-assistenten een salaris geniet, beneden den leidraad, aange nomen door de Ned. Mij. ter Bevordering der Pharmacie. Het Herverzekeringsfonds werd opgeheven: aan de betrokken leden zal een premievrije polis worden verstrekt. Op advies van het hoofdbestuur werd over. gegaan tot het invoeren van vier contribu tie-klassen In het hoofdbestuur werd gekozen de heer P. Zwager. Herkozen werden de aftredende leden mej. L. Pront en de heeren H v. d. Berg en J. M. L. Vogt. laatstgenoemde als secretaris. In verband met de verscheidene jaren ge leden toegezegde opntming in de Arbeidswet van de apothekers-assistenten werd een mo tie aangenomen, waarin de wensch wordt uitgesproken, dat het hoofdbestuur alles in het werk zal blijven stellen om binnen den kortst mogelijken tijd de van toepassing, verklaring van de Arbeidswet op de apothe kers-assistenten te verkrijgen. Blijkens een advertentie in dit nummer gaat dit klooster over tot de 4 '4 pCt. Obli gatielening aflosbaar in uiterlijk zestien ja ren, groot f 80.000, nominaal in stukken van f 1000 en f 500. Zij wordt gesloten met goed keuring van de Kerkelijke Overheid. Koers van uitgifte is 99pCt. Het Missieklooster van het Heilig Bloed, Moederhuis van de Mariannhillsche Mirsie- vereeniging van het Kostbaar Bloed, te Aarle- Rixtel. opgericht in 1897 en Koninklijk goed gekeurd stelt zich hoofdzakelijk ten doel het missiewerk in Natal (Zuid-Afrika), later uit gebreid tot andere werelddeelen en landen buiten Europa. Het restant der 5 pCt obligatieleening van 1925, groot oorspronkelijk f 125.000 en waarvan momenteel nog uitstaande i 85.000, (waarvan inmiddels door uitioting f 10.600 per 1 April a.s. aflosbaar is gesteld) bedra gende dus per 1 April 1931 f 75.000 wordt met de opbrengst der fhans aan te gane 41 pCt. obligatieleening afgelost. ONDER MEDISCHE CONTROLE Basiliek van den II. Antonius. Uit alle oorden zullen in de komende maanden bezoekers stroomen naar de groote religieuze feestelijkheden, welke Padua heeft georganiseerd ter herdenking van het Zeven de Eeuwfeest van den dood van een harer beste zonen, den Heiligen Antonius. In verband hiermede zullen onze le zers (essen) zich er ongetwijfeld voor inte resseeren, eenige nadere bijzonderheden te vernemen van de stad, waar het gebeente van den heilige rust en welke des avonds in een zee van licht baadt, die aan haar tallooze kerken in het nachtelijk donker een bijzonder schoon aanzicht geeft. Padua, de hoofdstad van de gelijknamige Italiaansche provincie en een der oudste steden van het Apennijnsch schiereiland, ligt in een bekoorlijke vlakte aan de Bacchiglione. De stad wordt door talrijke kanalen door sneden, welke met genoemde rivier en met de Brenta in verband staan. Daarover zijn onderscheiden bruggen gelegd; de ketting brug over de Bacchiglione is de oudste van Italië (1829). Padua is door muren, bastions en een breede gracht omringd, heeft 7 poorten hooge huizen en nauwe en slecht geplaveide, meestal met bogengangen versierde straten en fraaie, ruime pleinen. Het voornaamste plein is de groote langronde Piazza Vittorio Emanuèle met 82 standbeelden van beroemde mannen. Aan de westzijde van dit plein ver rijst de Loggia Municipale, in 1863 in spits boogstijl gebouwd, met de standbeelden van Dante en Giotto. Van de overige pleinen vermelden wij de drukbezochte Piazza delle Erbe, het middel punt van het volksleven, met het Palazzo della Municipalita, en de Piazza del Santo, omgeven door prachtige gebouwen en ver sierd met het metalen ruiterstandbeeld van den Venetiaanschen condottière Gattamela- ta. Vervaardigd door Donatello. Van de kerken van Padua noemen wij: den Dom, van 1551 tot 1557 gebouwd, maar eerst in 1754 vo'tooid: in zijn nabijheid be vindt zich het oude bart'sterium met sier lijke fresco's uit de school van Giotto, de kerk del Carmine, met de Scuola dei Car mine, waarin zich fresco's van Titiaan be vinden, de kerk van San Agostino degli Eremitani uit de 13e eeuw met fraaie schilderstukken van Mantegna, en voo~al de kerk van Santa Giustina, van 1501 tot 1532 verrezen, met een altaarblad van Paolo Veronese, benevens de beroemde kerk van San Antonio, een basiliek met 3 beuken en 7 koepels, 115 M. lang en 55 M. breed, met kostbare kunstwerken, waarvan wfj hierbij een afbeelding geven. Op het Domplein verheft zich de Capella San Giorgio, in 1377 gesticht, met 22 fresco's, gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament voorstellende, en in haar nabijheid de Scuola del Santo met het oratorium, door Titiaan en zijn leerlingen versierd met 16 fresco's uit het leven van den Heiligen Antonius. Een ander belangrijk gebouw is het Palazzo della Ragione, waarvan wij hierbij eveneens een foto plaatsen, en dat van 1172 tot 1219 is gebouwd. Oorspronkelijk was het een gerechtshof met een groote, gaanderij, waarvan de bogen op marmeren zuilen nvten, en met den beroemden salone", een 83 M. lange, 28 M. breede en 24 M. hooge zaal mst sterrenkundige fresco's van Miretto en an deren versierd en met het houten paard van Donatello. Voorts noemen we nog het Pa lazzo del Municipio, de Loggia del Consiglio de universiteit, het Palazzo Giustiniani. den nieuwen schouwburg, het Palazzo Papafava, het bisschoppelijk paleis, enz. Padua is de zetel van een Prefect, van een Bisschop en van een Kamer van Handel en Nijverheid en telt ongeveer 100.000 inwo ners, met inbegrip van het gemeentelijk ge bied. De van ouds beroemde universiteit, in 1222 door Frederik II, volgens anderen in 1200 gesticht, omvat een juri dische, philoso- fische mathe- matisch-natuur- wetenschappe- Hjke en ge- neerkundige fa culteit, alsmede een phaimaceu- tische en een technische school, een bi bliotheek en 'n botantóchen tuin. Verder heeft men er 'n koninklijk ly ceum, een gym nasium, een Bisschoppelijk Seminarie, een 'technische school, 'n land bouwschool, meisjesscholen, een academie van kunsten en wetenschappen, een stadsbiblio theek, een ver zameling van schilderijen en verzame'ingen van velerlei oud heden. eeuw vóór Chr. werd zij een municipium der Romeinen en verhief zich door nijverheid en handel tot een hoogen t ap van welvaart. De beroemde geschiedschrijver Livius aan schouwde er het levenslicht in het jaar 59 v. Chr. In 409 n. Chr. had zij van de Go ten onder A!a:'ik veel te lijden en in 421 bouwden de inwoners van Padua op het laguneneiland Rialto een havenstad. Nadat zij in 452 door Attila verwoest, maar door Narses weder opgebouwd Was, vernielden de Longobarden haar nogmaals in 610. Karei de Groote bracht haar onder Frankische heerschappij, later was zy afhankelijk van het Duitsche rijk. Nadat Otto de Groote haar tot een vrije stad verheven had, ont ving zij een stedelijk bestuur met twee con suls aan het hoofd. Onder Frederik Barba- rossa voegde zij zich in 1164 bij den steden- bond van Lombardije, maar sloot in 1177 te Venetië een wapenstilstand met den keizer, nadat zij in 1175 een podesta aan het hoofd van het stedelijk bestuur had geplaatst. Wel dra echter bedreigden de podesta's de zelf- Spr. haalde aan, wat Louis Veuillot ge schreven heeft over de armoede in Rome en wees er in dit verband op, dat we in het koele Noorden toch wel ver afgeweken zijn van die katholieke mentaliteit. Hier aanvaardt de arme de charitatieve hulp slechts noodwendig. Zoodoende krijgt men een indruk, dat er ondankbaarheid heerscht bij den arme voor genoten welda digheid. Spr. vraagt zich af, of er een reden is voor de armen, om aldus te staan te genover de instellingen van weldadigheid en hij durft die vraag bevestigend te beant woorden. Naastenliefde is geschied ten koste van rechtvaardigheid en daarom is de naasten liefde als iets hatelijks aangevoeld gewor den. Het is juist, wat een publicist schreef, dat de naastenliefde in onze dagen steeds meer aangevoeld moet worden als eischen van rechtvaardigheid. De rechtvaardigheid toch is het begin van de liefde. Als sociale vereeniging moet ook de R.K. Middenstandsvereeniging streven naar her stel van rechtsverhoudingen. De strijd voor het recht blijft voorop staan. Maar als een levenskwestie staat daarnaast binnen het raam der vereeniging de charitatieve actie. De liefde brengt bezieling en leven in de samenleving. Zoo heeft bijv. Leo XIII net gezien, toen hij zijn encycliek „Rerum No varum" schreef. Het is waar, dat wij dik wijls huiverig staan tegenover imtiatiefne- ming. Wij willen het wel eens aan den Staat overlaten, met het gevolg, dat an deren ons voor zijn. Het „mandatum novum", het nieuwe ge bod, dat is het gebod der liefde, door Christus Zelf gegeven, heeft de wereld ver anderd. Als kinderen moeten wij onbaat zuchtig blijven; eeuwig jong en kinderlijk blijven in het hart. In de sociale beweging is een tekort aan charitatieven arbeid. Pater Muckertmann heeft daarop nog eenigen tijd geleden de aandacht gevestigd. Ook in de midden standsbeweging is de liefde van mensch tot mensen nog lang niet voldoende. En ook daar kan die liefde dikwijls zooveel goeds Het Paleis van Justitie. standigheid van de stad, voo-al de podesta's uit het geslacht Romano, voor Ezzelino III (12371256). In 1256 werd de stad door de Guelfen ingenomen. De burgers van Padua verhieven in 1313 Niccolo en Obizzo van Carrarda tot bestuurders van den staat en voerden bloedige oorlogen 4;egen Vicenza. In 1318 werd Jacopo van Carrara als capi- tano generale tot vorst van Padua benoemd, en die waardigheid bleef in zijn Huis tot in 1405. In laatstgenoemd jaar werd de stad docr de yenetianen ingenomen, die prins Francesco met zijn beide zonen in 1406 te Venetië deden worgen en haar met hun re publiek vereenigden. In 1509 werd Padua vruchteloos belegerd door Maximiliaan I, ijl 1797 door de Franschen bezet en bij den Vrede van Campo Formio (17 October 1797) aan Oostenrijk afgestaan, doch bij den Vrede van Pressburg (23 December 1805) bij het nieuwe koninkrijk Italië gevoegd. Bij den eersten Vrede van Parijs (30 Mei 1814) kwam de stad weder onder de heerschappij van Oostenrijk. Door den Weener Vrede, (3 Oc tober 1836) werd Padua met Venetië aan het koninkrijk Italië toegevoegd. tot stand brengen, kan de liefde veelal slechts oplossing brengen. De bestaande charitatieve instituten kunnen slechts hulo geven, als men van ajjn middenstands standpunt is afgegleden. Door een koele, starre houding tegenover elkaar, door een gemis aan saamhoorigheid is men niet verantwoord. Het financieele probleem is nog niet opgelost, maar daarom moet getracht worden, langs moreelen weg hulp te brengen. In dè topleiding leeft nog altijd de reeds lang bestaande idee, om door middel van een instituut financieele hulp te verleenen. Er blijft voorloopig niets anders over dan door gemeenschappelijk overleg, door mo reelen steun hulp te verstrekken. In Amsterdam is daartoe een Commissie van Bijstand opgericht. In deze commissie hebben acht k negen personen zitting geno men. Voor zoo'n commissie moeten de juiste personen gekozen worden. De namen dier commissieleden worden voor de leden ver borgen gehouden, om de commissie rustiger te kunnen laten arbeiden. Zij, die hulp willen hebben, kunnen zich wenden tot den Padua zoh door den Tro jaan Ant"nor zijn gesticht. Ir den tijd der Ro meinen droe° deze stad den naam van Pata- Vium. In de 2de De kapel van den H. infnnht».

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5