pepermunt
BIJ HET ZEVENDE EEUWFEEST VAN
ST. ANTONIUS' DOOD
PIJLTJES
TWEEDE BLAD
WOENSDAG 18 MAART 1931
BLADZIJDE l
STADSNIEUWS
R.K. Middenstands-
vereeniging
De stad Padua
De jaarvergadering
Raad voor de Scheepvaart
„St. Christoffel"
FAILLISSEMEN7 EN
Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwijs
R. K. Vrouwenbond
LEGER EN VLOOT
Promoties bij de landmacht
KERKNIEUWS
Pastoor O. Wiersma t
SOCIAAL LEVEN
Prijsdaling van consumptie
artikelen
Apothekers-assistenten
FIN ANCIEN
Missiekloofter van het Beiüg Bloed
te Aarle-Rixtel
@'t Is een kleinigheid, maar
een die Uw stroomrekening
laag houdt.
In de St. Josephgezellen vereeniging hield
gisteravond de R.K. Middenstandsvereeni-
ging haar jaarvergadering.
In deze bijeenkomst trad als spreker op
de Bondsadviseur, de Zeereerw. Heer rector
J. F. A. Bots.
Charitatieve actie voor
middenstanders
geestelijk adviseur, die voor „doorzending"
der gevallen zorgt. De commissie behandelt
alle gevallen vertrouwelijk, zoodat niets
naar buiten uitlekt.
Spr. gaf dan eenige voorbeelden van
hulpverleening te Amsterdam en merkte op.
dat de commissie in de 2 y, jaar, dat zij
arbeidt, op bevredigende resultaten kan bo
gen. Met moreele hulp komt men er ech
ter niet, zoodat ook financieele hulp ver
leend wordt, waartoe de commissie zich bij
verschillende instituten hulp verzekerd
heeft. Groote kapitalen zullen evenwel niet
noodig zijn; meestal betreft het hulpverlee-
"hing in kleine gevallen.
Spr. erkende, dat er moeilijkheden aan de
werking van een dergelijk instituut verbon
den zijn, doch daarnaast geeft het alles
zins bevrediging. Daarom beval hij aan het
No. 10 18 Maart
slot zijner rede aan, eens te Haarlem te
onderzoeken, óf ook daar de mogelijkheid
bestaat tot instelling van een dergelijk
instituut.
De voorzitter bracht, onder levendig ap
plaus der aanwezigen, rector Bots dank voor
zfjn van liefde voor den kleinen midden
stand getuigende rede en verzekerde hem,
dat ook hier ter stede een commissie, als
te Amsterdam reeds werkt, opgericht zal
worden.
Dan gaf de voorzitter een kort resumé
van de taak der onlangs ingestelde commis
sies en verklaarde deze hiermede geïnstal
leerd.
De aftredende bestuursleden, de heeren
H. Habraken, J. F. Lamp en W. J. B. van
Liemt werden bij acclamatie herkozen.
De penningmeester, de heer E. W. Walop,
gaf rekening en verantwoording van het fi
nancieele beheer over 1930, waaruit bleek,
dat er een batig saldo in kas is
De begrooting voor 1931 werd vastgesteld
op 5.635.
Vrij halve dag winkelpersoneel
Bij een korte bespreking van den vrijen
halven dag voor het winkelpersoneel gaf de
vergadering uiting aan haar ontstemming
over het feit, dat mr. Bijvoet te dezer zake
een aanval gericht had op den voorzitter
der vereeniging. Voor het genomen besluit
toch, zoo oordeelden de aanwezigen, was de
geheele vergadering verantwoordelijk, die
unaniem een besluit genomen had.
Bij Koninklijk besluit van 16 Maart zijn,
te rekenen van 15 Februari 1931, opnieuw
voor den tijd van 3 jaren in den Raad voor
de Visscherij benoemd tot lid van de 1ste
af deeling voor de zeevisscherij, o. a. J. F.
de Klercq, te paarlem, en Maarten de Vries,
te Bloemendaal.
Vergadering te Beverwijk
De Haarlemsche afdeeling „St. Paulus"der
Ned. R.K. Vereeniging van Handelsreizigers
en Handelsagenten „St. Christoffel" houdt
a.s. Vrijdag haar maandelijksche vergadering
te Beverwijk in café Bellevue, Breestraat.
Op initiatief der leden heeft het bestuur
zijn goedkeuring gehecht aan den drang, om
het den leden buiten Haarlem gemakkelijk te
maken en ook deze in de omgeving van de
Spaarnestad wonende reizigers in de gele
genheid te stellen, de vergaderingen te be
zoeken.
Tot op heden ontbraken deze collega's
steeds op het appèl. Uitgaande van het de
vies „Als Mohammed niet komt tot den berg,
komt de berg naar Mohammed"' heeft het
bestuur besloten, te beginnen in Beverwijk.
De leden, wonende in deze omgeving, heb
ben dus wel een groote verplichting aan hun
organisatie, en kunnen deze schuld slechts
inlossen, door allen ter vergadering te komen.
De Haarlemsche leden gaan met de auto's
van hun collega's naar Beverwijk, hetwelk
een bewijs is van een ongestoorde saam-
hoorigheid en wederzij dsche collegialiteit..
De agenda bevat belangrijke punten, n.l.
ballotage en installatie van een nieuw lid,
verslag der kascommissie en „lest, best" een
lezing van den nieuwen buitengewoon be
stuurder met als onderwerp; „Sint Christof
fel en zijne fondsen".
Het bestuur vertrouwt, de leden, wonende
ten Noorden van Haarlem, allen op deze ver
gadering te ontmoeten.
De Haarlemsche leden zijn verplicht, hun
Noordelijke collega's een voorbeeld te geven,
hoe en in welk aantal de vergaderingen be
zocht behooren te worden.
Voor den goeden gang van zaken brengt
het bestuur onder de aandacht van de leden
dat de vergadering te Beverwijk aanvangt
om 20.30 uur, terwijl de leden te Haarlem
samenkomen om 19.45 in Café Central, Gr.
Houtstraat, waarna om 20 uur zal worden
vertrokken.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem zijn den 17en Maart 1931 in staat
van faillissement verklaard:
H. A. Hak. handelaar in bouwmaterialen,
wonende te Velsen, Stationsweg 89. Cura
tor Mr. M. A. van Eek wonende te Haar
lem.
J. Groenewegen Hzn., bloembollenhande
laar, wonende te Heemstede, Narcissen-
laan 2. Curator Mr. T. A. M. A. van Lö-
ben Seis wonende te -Haarlem.
H. van Uitert, Haarlemsche Metaalwa-
renfabriek, wonende te Haarlem, Spaarn-
wouderstraat 38-40. Curator Mr. L. G. van
Dam, wonende te Haarlem.
A. P. Vink, handelende onder den naam
A. P. Vinks Muziekcentrale, vroeger wo
nende te Beverwijk, thans te Alkmaar. Cu
rator Mr. Dr. A. F. H. Schreurs, wonende
te Haarlem.
Adr. Morsch, rijwielhandelaar wonende te
Rijk, Haarlemmermeer, Nieuwe Meerdijk
140. Curator Mr. Dr. W. P. Vis, wonende
te Haarlem.
H. Bonkenburg, handelsreiziger, wonen
de te Heemstede, Heerenweg 86. Curator
Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink, wo
nende te Haarlem.
A. van der Lans, koopman, wonende te
Hillegom, Brouwersdwarsstraat 3. Curator
Mr. M. van Toulon van der Koog, wonende
te Haarlem
J. M. Bdomgaard, bouwondernemer, wo
nende te Haarlem, Maasstraat 17. Cura
tor Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys, wonende te
Haarlem.
A. J. van der Horst, bouwdndernemer,
wonende te Haarlem, Rijnstraat 85. Cura
tor Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys wonende ve
Haarlem.
Opgeheven werden de faillissementen we
gens gebrek aan actief van:
M. de Jong. wonende te Haarlemmer
meer. Curator Mr. H. O. Drilsma wonen
de te Haarlem
A. F. C. Prins, wonende te Bennebroek.
Curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis,
wonende te Haarlem.
L. Straathof, wonende te Hillegom. Cu
rator Mr. F. J. Gerritsen wonende te
Haarlem.
W. Laan, wonende te Haarlem. Curator
Mr. H. O. Drilsma, wonende te Haarlem.
Een vergadering van de Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs te Haarlem
wordt gehouden op Vrijdag 27 Maart 1931
's avonds 8 uur ten Stadhuize.
Punten van behandeling zijn: 1. Opening.
2. Ingekomen stukken. 3. Afscheid van mej.
Berdenis van Berlekom. 4. Sluiting.
Het bestuur deelt ons mede, dat mevrouw
Albertine SteenhoffSmulders verhinderd
is. op den theemiddag voor de leden van den
R. K. Vrouwenoond van Vrijdag 20 Maart
haar spreekbeurt te vervullen.
Het bestuur is zoo gelukkig geweest, me
vrouw Ellen Russe bereid te vinden, dien
middag te komen spreken over: De nieuwste
boeken.
De Generaal-Majoor der Artillerie K. A.
Pfeiffer, directeur van het materiaal der
landmacht, is thans op zijn verzoek eervol
ontslagen, met benoeming tot luitenant-ge
neraal. Tot kolonel, directeur van het ma
teriaal der landmacht, bij den staf der Ar
tillerie is benoemd de luitenant-kolonel W.
J. D. Havelaar, van dien staf.
Verder is op verzoek eervol ontslagen de
kolonel N. W. van Roggen, inspecteur der
militaire administratie en is de luitenant
kolonel J. A. van der Kamp tot zijn opvol
ger benoemd.
Bij de militaire administratie is voorts be
vorderd tot luitenant-kolonel de Majoor H.
Eggink, controleur der militaire administra
tie.
Nog is op verzoek eervol ontslagen de Ma
joor J. D. C. Berkhout van den Staf der
Vide Infanterie-brigade.
Benoemd is tot commandant van de 4de
divisie der Koninklijke Marechaussee de Ma
joor J. van Selm, van den staf, toegevoegd
aan den inspecteur van het wapen en tot
commandant van de 2e divisie de Majoor
A. P. H Boellaard, commandant van het
depot van het wapen.
Te Enkhuizen overleed op 78-jarigen leef
tijd na voorzien te zijn van de H.H. Sacra
menten de Zeereerw. Heer Gerardus Wiers
ma, die ongeveer 40 jaren werkzaam was ais
missionaris in Noord-Amerika.
De overledene was ridder in de organisatie
The Knights of Columbus.
De overledene, die geboortig was uit Wiri-
seradeel (Fr.), vertoefde de laatste vier ja
ren te Enkhuizen in het St. Nicolaasgesticct
en voor dien nog eenige jaren te Lutjebroes.
De begrafenis zal a.s. Vrijdag plaats heo-
ben te Bakhuizen <Fr.).
Vergadering van de vakgroep Consumptie
van „St. Christoffel".
Te Utrecht hield de vakgroep-Consumptie
van de Ned. R. K Vereeniging van handels
reizigers en handelsagenten „St. Christoffel'
een algemeene vergadering, waarvoor buiten
gewoon veel belangstelling was.
Eén der belangrijkste pmten van de agen
da was bespreking van de daling van de
prijzen van consumptie-artikelen en de daar
uit voortvloeiende prov'siederving.
Op de vergadering kwam reeds vast te
staan, dat van zeer veel re'zigeis en agenten
het inkomen daardoor tot 50 pet. vermin
derd was.
Met algemeene stemmen werd besloten om
in sapienwerking met het hoofdbestuur een
vragenlijst te zenden aan alle leden van St.
Christoffel om zoodoende materiaal te ver
zamelen en deze zaak met den meesten spoed
in studie te nemen en wegen te vinden om
deze voor de reizigers en agenten zoo be
langrijke zaak tot een "oor hen zoo goed
mogelijke oplossing te brengen.
Onder voorzitterschap van den heer G. W.
v. d. Woestjjne uit Amsterdam hield de Al
gemeene Apothekers-assiatentenbond zijn 41e
algemeene vergadering m het hotel Coomans
te Rotterdam.
Na goedkeuring van de laarverslagen, be
leid hoofdbestum en rekening en verant-
Een nieuwtje in Turkije
Te beginnen met dit jaar zullen,
krachtens een door het Parlement van
Angora in te voeren wet, alle Turken
die in Turkije wonen, worden verplicht
hun fraaie voornamen te doen volgen
door een familienaam, die voortaan ook
op hun nakomelingen in de rechte lijn
kan overgaan. Net als bij ons dus
Een heel nieuwtje!.... Tot nu top
heetten de Turken, evenals de Ara
bieren, eenvoudig „Pietje zoon van
Jantje". En daar hadden ze ruim ge
noeg aan.
De „familienamen" zijn trouwens ook
voor de beschaafde Westerlingen nog
een betrekkelijke nieuwigheid. Voordat
Napoleon de inrichting van de registers
van den Burgerlijken Stand bevolen
had, waardoor een ieder, ook zij, die er
geen hadden, genoodzaakt was een van
te kiezen, kon men van naam verande
ren zooals men, bij wijze van spreken,
van hemd verandert. Uitgezonderd dan
in de adellijke families. Als de jonge
Jansen den naam Pietersen mooier
vond, dan was er niemand, die hem be
lette, dien naam te gaan dragen.
De familienaam is een gevolg van de
instelling van den Burgerlijken Stand.
Én in sommige streken van Oostelijk
Europa heeft de familienaam nog im
mer iets kunstmatigs en wordt in het
gewone leven niet veel gebruikt. B v. in
Rusland, Bulgarije en Servië. In al die
staten zou het een onbeleefdheid zijn
meneer Jansen in den omgangstaal
„meneer Jansen" te noemen. Men
spreekt er van Pietre Ac'olphovitch, wat
beteekent: „Pieter zoon van Adolf". In
Nederland is het ook eeuwen zoo ge
weest. En bijna al onze zoogenaamde
„familienamen" waren in den beginne
niet anders dan de aanduiding van de
afkomst der dragersvan Aalst, van
Deventer, van Rijswijk of die van het
uitgeoefende beroepSmit, Timmer
mans, Bakker.
Bij zeer primitieve volkeren is men
echter zelfs niet „Pietje zoontje van
Pietje", men draagt er allereerst den
naam van zijn stam. Dat is de familie
naam die het meest in eere is en bo
vendien heeft men dan nog een bij
naam, die echter op verschillende tijd
stippen van het leven veranderen kan.
Een heele vooruitgang voor de Tur
ken is die invoering van eigennamen
dus, zou menzeggen. Maar daar zijn
alle Turken het toch niet over eens.
„Wat zullen wij die namen moeilijk
uit elkaar kunnen houden." meende een
hunner. Honderden menschen zullen er
zijn, die Bakker heeten. En kijk nu eens
aan, mijn vader heette Ramahaba, d.
w. z. de man, die zijn belasting betaalt.
En ik, ik noem mij ter onderscheiding
van mt)n vader Ratsimihaba, de man,
die géén belasting betaalt. Dat is toch
duidelijk, zou lk zeggen, nietwaar?
En inderdaad: wie zou durven bewe
ren, dat dit moeilijker is dan te onthou
den, dat deze meneer, die Smit heet een
generaal is, of gene, die meneer Lieve-
goed heet, terwijl hij controleur is van
de belastingen; Bakker ofschoon hij
slager is.
woording, werd besloten, de bijdrage voor
de weerstandskas met ljjjjO pet. te vernoogen.
Uit de salariseriquête is gebleken, dat het
meerendeel der apothekers-assistenten een
salaris geniet, beneden den leidraad, aange
nomen door de Ned. Mij. ter Bevordering
der Pharmacie.
Het Herverzekeringsfonds werd opgeheven:
aan de betrokken leden zal een premievrije
polis worden verstrekt.
Op advies van het hoofdbestuur werd over.
gegaan tot het invoeren van vier contribu
tie-klassen
In het hoofdbestuur werd gekozen de heer
P. Zwager. Herkozen werden de aftredende
leden mej. L. Pront en de heeren H v. d.
Berg en J. M. L. Vogt. laatstgenoemde als
secretaris.
In verband met de verscheidene jaren ge
leden toegezegde opntming in de Arbeidswet
van de apothekers-assistenten werd een mo
tie aangenomen, waarin de wensch wordt
uitgesproken, dat het hoofdbestuur alles in
het werk zal blijven stellen om binnen den
kortst mogelijken tijd de van toepassing,
verklaring van de Arbeidswet op de apothe
kers-assistenten te verkrijgen.
Blijkens een advertentie in dit nummer
gaat dit klooster over tot de 4 '4 pCt. Obli
gatielening aflosbaar in uiterlijk zestien ja
ren, groot f 80.000, nominaal in stukken van
f 1000 en f 500. Zij wordt gesloten met goed
keuring van de Kerkelijke Overheid.
Koers van uitgifte is 99pCt.
Het Missieklooster van het Heilig Bloed,
Moederhuis van de Mariannhillsche Mirsie-
vereeniging van het Kostbaar Bloed, te Aarle-
Rixtel. opgericht in 1897 en Koninklijk goed
gekeurd stelt zich hoofdzakelijk ten doel het
missiewerk in Natal (Zuid-Afrika), later uit
gebreid tot andere werelddeelen en landen
buiten Europa.
Het restant der 5 pCt obligatieleening
van 1925, groot oorspronkelijk f 125.000 en
waarvan momenteel nog uitstaande i 85.000,
(waarvan inmiddels door uitioting f 10.600
per 1 April a.s. aflosbaar is gesteld) bedra
gende dus per 1 April 1931 f 75.000 wordt
met de opbrengst der fhans aan te gane 41
pCt. obligatieleening afgelost.
ONDER MEDISCHE CONTROLE
Basiliek van den II. Antonius.
Uit alle oorden zullen in de komende
maanden bezoekers stroomen naar de groote
religieuze feestelijkheden, welke Padua heeft
georganiseerd ter herdenking van het Zeven
de Eeuwfeest van den dood van een harer
beste zonen, den Heiligen Antonius.
In verband hiermede zullen onze le
zers (essen) zich er ongetwijfeld voor inte
resseeren, eenige nadere bijzonderheden te
vernemen van de stad, waar het gebeente
van den heilige rust en welke des avonds
in een zee van licht baadt, die aan haar
tallooze kerken in het nachtelijk donker een
bijzonder schoon aanzicht geeft.
Padua, de hoofdstad van de gelijknamige
Italiaansche provincie en een der oudste
steden van het Apennijnsch schiereiland, ligt in
een bekoorlijke vlakte aan de Bacchiglione.
De stad wordt door talrijke kanalen door
sneden, welke met genoemde rivier en met
de Brenta in verband staan. Daarover zijn
onderscheiden bruggen gelegd; de ketting
brug over de Bacchiglione is de oudste van
Italië (1829).
Padua is door muren, bastions en een
breede gracht omringd, heeft 7 poorten
hooge huizen en nauwe en slecht geplaveide,
meestal met bogengangen versierde straten
en fraaie, ruime pleinen. Het voornaamste
plein is de groote langronde Piazza Vittorio
Emanuèle met 82 standbeelden van beroemde
mannen. Aan de westzijde van dit plein ver
rijst de Loggia Municipale, in 1863 in spits
boogstijl gebouwd, met de standbeelden van
Dante en Giotto.
Van de overige pleinen vermelden wij de
drukbezochte Piazza delle Erbe, het middel
punt van het volksleven, met het Palazzo
della Municipalita, en de Piazza del Santo,
omgeven door prachtige gebouwen en ver
sierd met het metalen ruiterstandbeeld van
den Venetiaanschen condottière Gattamela-
ta. Vervaardigd door Donatello.
Van de kerken van Padua noemen wij:
den Dom, van 1551 tot 1557 gebouwd, maar
eerst in 1754 vo'tooid: in zijn nabijheid be
vindt zich het oude bart'sterium met sier
lijke fresco's uit de school van Giotto, de
kerk del Carmine, met de Scuola dei Car
mine, waarin zich fresco's van Titiaan be
vinden, de kerk van San Agostino degli
Eremitani uit de 13e eeuw met fraaie
schilderstukken van Mantegna, en voo~al de
kerk van Santa Giustina, van 1501 tot 1532
verrezen, met een altaarblad van Paolo
Veronese, benevens de beroemde kerk van
San Antonio, een basiliek met 3 beuken en 7
koepels, 115 M. lang en 55 M. breed, met
kostbare kunstwerken, waarvan wfj hierbij
een afbeelding geven.
Op het Domplein verheft zich de Capella
San Giorgio, in 1377 gesticht, met 22 fresco's,
gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament
voorstellende, en in haar nabijheid de Scuola
del Santo met het oratorium, door Titiaan
en zijn leerlingen versierd met 16 fresco's uit
het leven van den Heiligen Antonius.
Een ander belangrijk gebouw is het
Palazzo della Ragione, waarvan wij hierbij
eveneens een foto plaatsen, en dat van 1172
tot 1219 is gebouwd. Oorspronkelijk was het
een gerechtshof met een groote, gaanderij,
waarvan de bogen op marmeren zuilen nvten,
en met den beroemden salone", een 83 M.
lange, 28 M. breede en 24 M. hooge zaal mst
sterrenkundige fresco's van Miretto en an
deren versierd en met het houten paard van
Donatello. Voorts noemen we nog het Pa
lazzo del Municipio, de Loggia del Consiglio
de universiteit, het Palazzo Giustiniani. den
nieuwen schouwburg, het Palazzo Papafava,
het bisschoppelijk paleis, enz.
Padua is de zetel van een Prefect, van
een Bisschop en van een Kamer van Handel
en Nijverheid en telt ongeveer 100.000 inwo
ners, met inbegrip van het gemeentelijk ge
bied. De van ouds beroemde universiteit,
in 1222 door Frederik II, volgens anderen in
1200 gesticht,
omvat een juri
dische, philoso-
fische mathe-
matisch-natuur-
wetenschappe-
Hjke en ge-
neerkundige fa
culteit, alsmede
een phaimaceu-
tische en een
technische
school, een bi
bliotheek en 'n
botantóchen
tuin. Verder
heeft men er 'n
koninklijk ly
ceum, een gym
nasium, een
Bisschoppelijk
Seminarie, een
'technische
school, 'n land
bouwschool,
meisjesscholen,
een academie
van kunsten en
wetenschappen,
een stadsbiblio
theek, een ver
zameling van
schilderijen en
verzame'ingen
van velerlei oud
heden.
eeuw vóór Chr. werd zij een municipium
der Romeinen en verhief zich door nijverheid
en handel tot een hoogen t ap van welvaart.
De beroemde geschiedschrijver Livius aan
schouwde er het levenslicht in het jaar
59 v. Chr. In 409 n. Chr. had zij van de Go
ten onder A!a:'ik veel te lijden en in 421
bouwden de inwoners van Padua op het
laguneneiland Rialto een havenstad. Nadat
zij in 452 door Attila verwoest, maar door
Narses weder opgebouwd Was, vernielden de
Longobarden haar nogmaals in 610. Karei
de Groote bracht haar onder Frankische
heerschappij, later was zy afhankelijk van
het Duitsche rijk. Nadat Otto de Groote
haar tot een vrije stad verheven had, ont
ving zij een stedelijk bestuur met twee con
suls aan het hoofd. Onder Frederik Barba-
rossa voegde zij zich in 1164 bij den steden-
bond van Lombardije, maar sloot in 1177 te
Venetië een wapenstilstand met den keizer,
nadat zij in 1175 een podesta aan het hoofd
van het stedelijk bestuur had geplaatst. Wel
dra echter bedreigden de podesta's de zelf-
Spr. haalde aan, wat Louis Veuillot ge
schreven heeft over de armoede in Rome
en wees er in dit verband op, dat we in het
koele Noorden toch wel ver afgeweken zijn
van die katholieke mentaliteit.
Hier aanvaardt de arme de charitatieve
hulp slechts noodwendig. Zoodoende krijgt
men een indruk, dat er ondankbaarheid
heerscht bij den arme voor genoten welda
digheid. Spr. vraagt zich af, of er een reden
is voor de armen, om aldus te staan te
genover de instellingen van weldadigheid en
hij durft die vraag bevestigend te beant
woorden.
Naastenliefde is geschied ten koste van
rechtvaardigheid en daarom is de naasten
liefde als iets hatelijks aangevoeld gewor
den. Het is juist, wat een publicist schreef,
dat de naastenliefde in onze dagen steeds
meer aangevoeld moet worden als eischen
van rechtvaardigheid. De rechtvaardigheid
toch is het begin van de liefde.
Als sociale vereeniging moet ook de R.K.
Middenstandsvereeniging streven naar her
stel van rechtsverhoudingen. De strijd voor
het recht blijft voorop staan. Maar als een
levenskwestie staat daarnaast binnen het
raam der vereeniging de charitatieve actie.
De liefde brengt bezieling en leven in de
samenleving. Zoo heeft bijv. Leo XIII net
gezien, toen hij zijn encycliek „Rerum No
varum" schreef. Het is waar, dat wij dik
wijls huiverig staan tegenover imtiatiefne-
ming. Wij willen het wel eens aan den
Staat overlaten, met het gevolg, dat an
deren ons voor zijn.
Het „mandatum novum", het nieuwe ge
bod, dat is het gebod der liefde, door
Christus Zelf gegeven, heeft de wereld ver
anderd. Als kinderen moeten wij onbaat
zuchtig blijven; eeuwig jong en kinderlijk
blijven in het hart.
In de sociale beweging is een tekort aan
charitatieven arbeid. Pater Muckertmann
heeft daarop nog eenigen tijd geleden de
aandacht gevestigd. Ook in de midden
standsbeweging is de liefde van mensch tot
mensen nog lang niet voldoende. En ook
daar kan die liefde dikwijls zooveel goeds
Het Paleis van Justitie.
standigheid van de stad, voo-al de podesta's
uit het geslacht Romano, voor Ezzelino III
(12371256). In 1256 werd de stad door de
Guelfen ingenomen. De burgers van Padua
verhieven in 1313 Niccolo en Obizzo van
Carrarda tot bestuurders van den staat en
voerden bloedige oorlogen 4;egen Vicenza.
In 1318 werd Jacopo van Carrara als capi-
tano generale tot vorst van Padua benoemd,
en die waardigheid bleef in zijn Huis tot in
1405. In laatstgenoemd jaar werd de stad
docr de yenetianen ingenomen, die prins
Francesco met zijn beide zonen in 1406 te
Venetië deden worgen en haar met hun re
publiek vereenigden. In 1509 werd Padua
vruchteloos belegerd door Maximiliaan I, ijl
1797 door de Franschen bezet en bij den
Vrede van Campo Formio (17 October 1797)
aan Oostenrijk afgestaan, doch bij den Vrede
van Pressburg (23 December 1805) bij het
nieuwe koninkrijk Italië gevoegd. Bij den
eersten Vrede van Parijs (30 Mei 1814) kwam
de stad weder onder de heerschappij van
Oostenrijk. Door den Weener Vrede, (3 Oc
tober 1836) werd Padua met Venetië aan het
koninkrijk Italië toegevoegd.
tot stand brengen, kan de liefde veelal
slechts oplossing brengen. De bestaande
charitatieve instituten kunnen slechts hulo
geven, als men van ajjn middenstands
standpunt is afgegleden.
Door een koele, starre houding tegenover
elkaar, door een gemis aan saamhoorigheid
is men niet verantwoord. Het financieele
probleem is nog niet opgelost, maar daarom
moet getracht worden, langs moreelen weg
hulp te brengen. In dè topleiding leeft nog
altijd de reeds lang bestaande idee, om
door middel van een instituut financieele
hulp te verleenen.
Er blijft voorloopig niets anders over dan
door gemeenschappelijk overleg, door mo
reelen steun hulp te verstrekken.
In Amsterdam is daartoe een Commissie
van Bijstand opgericht. In deze commissie
hebben acht k negen personen zitting geno
men. Voor zoo'n commissie moeten de juiste
personen gekozen worden. De namen dier
commissieleden worden voor de leden ver
borgen gehouden, om de commissie rustiger
te kunnen laten arbeiden. Zij, die hulp
willen hebben, kunnen zich wenden tot den
Padua zoh
door den Tro
jaan Ant"nor
zijn gesticht. Ir
den tijd der Ro
meinen droe°
deze stad den
naam van Pata-
Vium. In de 2de
De kapel van den H. infnnht».