Uit den Haarlemsciien
Gemeenteraad
TH. SMIT Fa. KLEIN
Mr. P. J. M. AALBERSE
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 26 MAART 1931
BLADZIJDE 1
STADSNIEUWS
Een radio-kwestie te Hilversum
Meer steun voor den voet
Comité tot bestrijding van de
gevolgen der werkloosheid
te Haarlem
Gecompliceerde aanvaring bij de
Hembrug
Een geheimzinnige bezoeker
Memento Mori
Koffer afhandig gemaakt
Geen fout in de boekhouding
Zuiderzeesteunwet
LANDBOUW EN VEETEELT
Propaganda voor boter-, kaas- en
melkgebruik
De Raad was vier weken op vacantia
geweest en in dien tijd is de wereld ge
woon doorgegaan. Het heeft gevroren,
gesneeuwd, geregend, het is lente ge
worden en weer najaarsweer; Charley
Chaplin is door ons land gereisd en wij
hebben carnaval gevierd. En men zegt,
dat het zoo ook goed ging. Maar nu was
dan de Raad weer bijeen om het lief en
leed van Haarlem te beredderen.
Er waren raadsleden, die vonden, dat
de gemeente meer van hun adviezen
moest profiteeren; zij vroegen om meer
raadsvergaderingen. B.v. om de veertien
dagen, zooals indertijd door den Raad
is besloten. Maar om te vergaderen moet
er wat te behandelen zijn en de agenda
van gisteren zag er niet naar uit, dat
B. en W. van Haarlem brandend nieuws
gierig waren naar de redevoeringen van
de leden der vroedschap. Voor het groot
ste deel waren het hamerstukken en het
eenige punt, dat discussie bracht, was
de behandeling van de verordening op
de winkelsluiting. Maar dat heeft dan
ook de tongen van bijna alle raadsleden
los gemaakt. Doch laten wij bij de inge
komen stukken beginnen.
De heer Castricum bleek bij dit punt
niet tevreden over de manier, waarop
B. en W. de Haarlemmers hebben aan
gespoord om zich bij de centrale radio
distributie aan te sluiten. Hij had er de
ambtenaren van den Incassodienst voor
willen spannen en er wat propaganda
voor willen laten maken. De heer Rei-
nalda viel hem bij, maar wethouder
Roodenburg vond, dat de gemeente
moeilijk meer kon doen dan zij deed.
Er is zelfs! een persconferentie gehouden,
zeide hij. De gemeente kan*het ook niet
helpen, dat er geen liefhebberij voor
radio-centrales is, klaagde de wethouder
voor schoone kunsten. Toen de heer
Castricum op stemming aandrong over
zijn motie, bleek deze niet te vinden. Op
voorstel van den voorzitter werd de
stemming aangehouden tot het einde
van de vergadering, maar ook dat is
vergeten en zoo zweeft het lot van de
motie-Castricum tot de volgende ver
gadering nog in de lucht.
Toen volgde een heele serie voorstel
len, die zonder praten onder den hamer
werden doorgetikt. Andere lokten een
enkele opmerking uit. Zoo werd mede
gedeeld, dat binnenkort een voorstel is
te wachten, om tot onteigening van
gronden over te gaan ten behoeve van
woningbouw. En bij het voorstel om een
crediet te verschaffen voor het aan
schaffen van leermiddelen voor de Mon
tessorischool aan de Bakkerstraat vond
de heer Peper, dat de inspecteur van
het lager onderwijs op krenterige wijze
eenige posten had geschrapt op het
lijstje, dat het hoofd dier school had
aangeboden. Maar dit verwijt kwam
zeer verkeerd uit, want blijkbaar was
ook de heer Boes, oud-inspecteur van
het onderwijs, een deskundige dus, van
plan geweest bij dit punt het woord te
voeren. Hij bleek ten minste zeer goea
geprepareerd te zijn. Hij vond, in tegen
stelling met de opvatting van den heer
Peper, dat de inspecteur feitelijk nog te
royaal is geweest en vond in wat dit
hoofd èener Montessorischool had ge
vraagd een reden om het een geluk te
achten, dat dergelijke aanvragen aan
den critischen blik van den inspecteur
worden onderworpen. Zoo noemde hij
het terecht onnoodig, dat b.v. vier wand
platen, Montessori en Pestalozzi voor
stellende, werden aangeschaft en maak
te bezwaar tegen aan teekenboekjes van
5.die waren aangevraagd. Conclu-
deerende vroeg hij den wethouder het
lijstje nog eens goed na te zien. Ver
beeld je, dat alle scholen daarom komen,
suggereerde de heer Boes den Raad en
hoewel mej. Berdenis van Berlekom er
op wees, dat men Montessori-scholen
niet met gewoon onderwijs moet verge
lijken, zegde de wethouder een nader
onderzoek toe en het crediet werd nog
niet verleend.
Het voorstel inzake het verstrekken
Van schoenen inplaats van klompen op
de lagere scholen door de bekende Com
missie voor Schoolkleeding werd op ver
zoek van den heer Joosten aangehouden
om den wethouder in de gelegenheid te
stellen te informeeren of er ook nog
andere kinderen op school klompen dra
gen dan zij, cLe er door de commissie
voor schoolkleeding mede worden begif
tigd.
De winkelsluiting heeft den Raad
eenige uren bezig gehouden. En er was
spanning in de debatten. Wat na alles
Wat hierover in en buiten den Raad is
gezegd, niet behoeft te verwonderen.
B. en W. stelden voor, de rechtsgeleer
de commissie opdracht te geven een
Verordening te ontwerpen, waarbij be
paald wordt, dat de winkels in Haarlem
op een nader, door B. en W. gehoord
de organisaties te bepalen middag,
moet engesloten zijn, met dien verstan
de, dat desnoods voor verschillende
branches een verschillende middag
kan worden aangewezen.
De heer Castricum stelde voor, dit
besluit zoo te formuleeren, dat, indien
dan B. en W. wordt aangetoond, dat een
Vrije middag funest zou zijn voor een
bedrijf, voor dat bedrijf een morgen kan
Worden aangewezen.
De heer Bijvoet voelde meer voor de
Concept-verordening van de rechtsge
leerde commissie, waarbij bepaald wordt,
dat de winkels Donderdagsmiddags ge
sloten moeten worden, tenzij op andere
wijze een regeling is getroffen.
De heer Wolzak wenschte in het voor
stel van B. en W. de mogelijkheid open
te laten dat voor verschillende groepen
een andere middag wordt vastgesteld
en als dat noodig is zelfs een morgen.
Ook zou rekening kunnen worden ge
houden met het stadsgedeelte, waarin
de winkels liggen.
De heer Klein Schiphorst vond iedere
regeling overbodig en ook de heer v. 3.
Kamp prees vrijheid aan.
De heer Roodenburg vertelde, dat vol
gens het voorstel van B. en W. alle win
keliers onder de verordening zullen val
len, maar de heer Slingenberg, toch ook
een lid van het college van B. en W.,
stelde vast, dat alleen de winkeliers met
personeel er onder komen. Wat de heer
Reinalda een staatsrechtelijk monstruo-
sum noemde.
Bovenstaande moge voldoende zijn om
aan te toonen, dat de discussies nu juist
niet uitblonken door klaarheid. Zij warpn
hopeloos verward en te verwachten is
het dan ook wel, dat wij ze nog eens
dunnetjes terug krijgen als de rechts
geleerde commissie straks met een con
cept-verordening in den Raad komt.
Met 22 tegen 12 stemmen is het voor
stel van B. en W. aangenomen, nadat
door hen een amendement was overge
nomen van den heer Klein, waarbij de
mogelijkheid wordt open gelaten bij het
bepalen van den middag rekening te
houden met de behoeften van de ver
schillende stadsgedeelten en van de
verschillende groepen van winkels.
Behalve verward waren de discussies
ook fel. Wij verwijzen daarvoor naar het
verslag. Slechts een enkele opmerking.
Dat de groote verdeeldheid in den boe
zem der rechtsche raadsfracties zoo dui
delijk tot uiting kwam, was al hinderlijk,
maar de scherpe uitvallen, waarmede
fractiegenooten elkander bestookten, zoo
zelfs, dat de heer Mr. Slingenberg als
vredesapostel kon optreden, hadden zeer
zeker achterwege moeten blijven Zij
deden de politieke tegenstanders gnui
ven. Voor het prestige van de rechtsche
partijen is het dringend noodig, dat een
herhaling van zoo'n vertooning voor
komen wordt. II faut laver son linge en
familie. De vuile wasch doet men thuis.
Bij de rondvraag interpelleerde de
heer Peper over het feit, dat B. en W.
De Tribune uit de openbare leeszaal
hebben verwijderd. Wethouder Rooden
burg antwoordde, dat dit gedaan was
om het rijkssubsidie te behouden. Een
motie van afkeuring aan het adres van
B. en W., door den heer Peper ingediend,
werd niet ondersteund, maar de heer
Joosten zorgde voor wat propaganda
materiaal voor de a.s. verkiezingen. Hij
zeide, dat de motie-Peper niet door hem
werd gesteund, maar dat zijn verklaring
in de vorige vergadering een motie van
afkeuring was. Toch zijn B. en W., aldus
het socialistisch raadslid, blijven zitten,
maar die kwestie zal, volgens hem, nader
besproken worden bij de wethoudersver
kiezingen in September.
Wij weten dus niet alleen hoe de heer
Joosten en zijn vrienden over de Tribune-
kwestie denken, maar ook hoe zij waar
schijnlijk de wethouderszetels wenschen
te verdeelen.
Tegen het raadsbesluit om tot gemeentelijke
distributie over te gaan
In de raadsvergadering van 25 November
1030 van de gemeente Hilversum werd be
sloten met 21 tegen 3 stemmen het radio-
distributiebedrijf van de N.V. Hilversum-
sche Radio-Centrale over te nemen. Deze
Centrale zou ineens 53.000— ontvangen,
terwijl gedurende vijf jaar een som van
15000.daarenboven aan de N.V. zou
worden uitgekeerd. Voor onmiddellijke ver
betering werd daarenboven 7000.— be
groot.
Tegen dit besluit diende een Comité van
Actie van Radiohandelaren een bezwaar
schrift in bij Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland. Principieel achtte dit comité
de zaak niet juist, terwijl het de financieele
zijde voor de gemeente niet verantwoord
achtte. Alles samenvattend protesteerden
de handelaren tegen overname door de ge
meente, omdat zij daardoor den verkoop
van toestellen in gevaar achtten.
De Federatie van Middenstandsvereeni-
gingen achtte ook het geheel een gewaagd
experiment van de gemeente, omdat de
techniek steeds toeneemt en zij alles natuur
lijk tot het uiterste zal moeten perfection-
neeren.
Gisterenmiddag werd de kwestie in open
bare vergadering behandeld. Voor de ge
meente Hilversum waren verschenen wet
houder Lopes Dias en de directeur der
Lichtfabrieken, de heer Later. Voor het
comité waren aanwezig de heeren J. de
Vries en I. Corper.
De heer De Vries zette voorop, dat de
handelaren geenszins particuliere belangen
voor algemeene willen doen gelden. Het is
hier echter de vraag of er werkelijk een al
gemeen belang in het geding is. Er is een
goede radio-distributie in Hilversum, hoewel
tot nog toe met bovengrondsche draden ge
werkt wordt. Dit is onaesthetisch en niet
zonder gevaar, maar de particuliere onder
neming zou daarin ook verbetering gebracht
hebben. B. en W. hadden echter voorop
gezet het bedrijf in gemeente-exploitatie te
krijgen. H.et raadsbesluit is, volgens spreker,
genomen, terwijl het meerendeel van den
raad niet op de hoogte was van de bezwaren
geopperd dcsr den middenstand. Er werd
wel op gewezen, dat de handelaars de luid
spreker zouden mogen leveren, maar niet,
dat door een grondige verbetering van het
distributiebedrijf de verkoop van toestellen
In gevaar zou komen.
De heer Corper maakte een berekening.
Hilversum heeft 60.000 inwoners. Gerekend
wordt op 12.000 gezinnen, 5000 toestelbezit-
ters, 3000 aansluitingen aan de raoio-
centrale, 1000 zonder interesse. Er zouden
dan voor de toekomst 3000 gezinnen over
blijven, die moeten kiezen tusschen een eigen
toestel of distributie. Is hier dan werkelijk
van een algemeen belang sprake, zoodat
de gemeente in moet grijpen?
Wethouder Lopes Dias merkte allereerst
op, dat, toen de radio-distributie vasteren
vorm kreeg, verschillende gemeenten parti
culiere ondernemingen overnamen, o. a. te
Arnhem, Den Haag etc. Utrecht voteerde
zelfs vier ton voor een distributiebedrijf,
waarvoor nog geen aansluiting was. Hil
versum is werkelijk aan den voorzichtigen
kant nu ze met 3000 aansluitingen begint.
Spreker wees er op, dat de particuliere cen
trale ook had moeten uitbreiden en perfec-
tionneeren, zoodat, wat van 't overheids
bedrijf gevreesd wordt, ook van particuliere
zijde zou zijn gekomen. Spreker merkte op,
dat de radio niet alleen een amusements
beweging, maar ook wel degelijk een cu tu-
reele beweging is. Een gemeente, die eigen
bedrijven exploiteert, behoort ,óok de radio
distributie in handen te hebben. Van be-
nadeelen van personen is geen sprake, het
geheel is 'n soort spokenzieneril. Dat de raad
door het voorstel is overvallen, bestrijdt
spreker.
Tevens wees spreker er op, dat de ge
meente aan 't net wil verbinden een brand-
alarmeerinrichting en een tijd-aanwtjzing.
Toen de particuliere distributie een jaar be
stond is de gemeente al met haar in over
leg getreden, omdat de bovengrondsche
draden-spanning niet naar haar zin was
De heer Corper ging nader in op het
betoog van den wethouder.
Wij meenen, aldus spreker, dat de nood
zakelijkheid van een radio-centrale niet be
staat nu de - toestellen zoo goedkoop zijn en
dat er dus geen reden bestaat voor ge
meentelijke exploitatie. Het comité wees
er ot>, dat men in Haarlem de verantwoor-
delükheid van een gemeentelijke exploitatie
niet durfde aanvaarden.
Gedenuteerde Staten zullen nader beslis-
de nieuwe „ORTHOLUXE" STEUNSCHOEN
met voetkussens.
NASSAUSTRAAT 1 TELEFOON 13490
s.b. machine op v. k. v. en b.b. op v. k. a.
gezet, waardoor ook het achterschip nog
juist vrij liep
De aanleidende oorzaak bij de
leiding van de Hembrug
De inspecteur voor de scheepvaart, de
heer Fock, neemt aan, dat de „Trajanus"
ir. deze hoogst ongunstige omstandigheden
gedaan heeft, wat hy kon. Het passeeren
van den Engelschman en de „Weser" is goed
afgeloopen, ondanks de gewaagde manoeuvre
1 door den kapitein van dit laatste schip,
maar door de hevige beroering door de schroe-
1 Ven van de „Weser", is de Medmenham"
naar links uitgedreven. De brugwachter
heeft blijkbaar gedacht, dat hij de kleine
schepen wel kon doorlaten, nu de groote
schepen voorbij waren, maar bij zulk slecht
j en stormachtig weer had dit toch zijn ge-
i varen en was het veiliger geweest, 't pas-
seeren eerst open te stellen als het laatste
van Amsterdam komende schip door de
I Hembrug was gevaren. In het feit, dat het
Engelsche schip te vroeg het sein tot op-
stoomen heeft gekregen, ziet spr. de aan
leidende oorzaak van de geheele aanvaring.
Uitspraak later.
De vier samenwerkende organisaties van
Politie-personeel te Haarlem, hebben het
Comité medegedeeld, voorloopig elke week
een inzameling te houden ten behoeve van
de hulpverleening, welke door het Comité
aan de werkloozen wordt verschaft. Het stelt
dit blijk van sympathie op hoogen prijs en
hoopt, dat een en ander aanleiding mag zijn,
dat anderen dezen weg zullen volgen.
Voor den Raad voor de Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart heeft een
onderzoek ingesteld betreffende het s.s.
„Trajanus", dat 11 Febr. J.1, nabij de Hem
brug in aanvaring is geweest met het En
gelsche s.s. .Medmenham".
Een loods, tijdens de aanvaring dienst
doende op de „Trajanus", deelde mede, dat
hij dit s.s., metende 1711.73 b.r.t., van de
K. N. S. M. op 11 Februari uit Amsterdam
naar zee bracht. De „Trajanus" was niet van
sleepboothulp voorzien. Te 6.46 uur 'snam.
passeerde men met gestopte machine de
Hembrug; bij ruw weer en Z.Z.W. wind. De
lucht was buiïg, het zicht goed. Vooruit, op
600 k 700 M. afstand, had men het Duitsche
s.s. „Weser". Tegemoet kwam het Engelsche
sa. „Medmenham", dat de roode lichten
voerde.
Nadat de „Weser" iets naar s.b. was uit
geweken, zag men den Engelschman naar
den Noord wal uitscheren. Op de „Trajanus"
zag men nu gevaar voor aanvaring en het
roer werd bij gestopte machine s.b. aan
boord gelegd. Ten slotte draaide het Engel
sche schip weer s.b. uit.
Aan s.b.-zijde van de „Trajanus" lag een
sleep zandbakken; de „Trajanus" was zooveel
rechts als ze kon, de bakken ook. Vier mi
nuten na het passeeren van de brug kwam
we „Trajanus" met het Engelsche schip in
aanvaring, b.b. aan b.b.
De loods van de „Medmenham" 3474
br. t„ van de Britlan Steam Shipping Co.
Ltd. te Londen verklaarde, dat dit scnlp,
dat geen sleepboothulp had, vrijwel stil met
roer s.b. aan boord gestrekt langs den Zuid-
wal lag, toen de „Weser" met vrij veel vaart
naderde en flink b.b. uitliep. De „Medmen
ham" stoomde toen zeer langzaam vooruit,
het roer nog steeds s.b. aan boord, omdat
de „Medmenham" b.b. uitkwam. De „Tra
janus" zocht zooveel mogelijk den Noord-
wal. Door de „Weser"werd de „Medmen-
hem" naar den Zuidwal gedreven. De ma
chine werd op achteruit gezet.
Pres., mr. Taverne: „Dus ging het schip
naar de andere richting, naar b.b."
Volgens den loods had het schip nog wat
voorwaartschen gang en ging het naar sb.,
hoewel hij s.b. roer gaf. Deze get. wijt de
aanvaring hieraan, dat de „Medmenham"
door de „Weser" uit het roer is gegooid en
niet tijdig terug kom komen. De „Weser"
zou eerst s.b. uit ztln gegaan toen de sche
pen dwars van elkaar waren.
Een slecht bestuurbaar schip
De ..loods" van de „Weser", een schip van
den „Norddeutschen Lloyd" te Bremen,
9444 b. r. t„ deelde mede, dat dit schip,
mede tengevolge van het stormweer, slecht
stuurde. Het schip had twee sleepbooten ter
assistentie. Ter hoogte van de afstandpalen
aan de Westzijde van de Hembrug, begon
het schip steeds meer b.b. uit te loopen,
hoewel het roer s.b. aan boord lag. Het s.s.
i „Medmenham", dat men moest passeeren,
werd daardoor naar Sen zuidwal gedreven,
i waar het gestrekt langs lag. Door b.b. ma-
I chine v. k. v. en s.b. machine v. k. a. te
doen draaien, werd een aanvaring met de
„Medmenham" voorkomen en ging de
I „Weser" draaiende s.b. uit (de lbods had
geheel v. k. a gowlld). Zoodra het voor
schip vrij was i de „Medmenham", wer
den twee korte stooten gegeven en werd de
Voerde hjj kwaad in het schild?
In een perceel aan het Flora-park ver
voegde zich gistermorgen te 11 uur een
man, die zijn naam noemde en de dienst
bode vertelde dat hij was gekomen, omdat
mevrouw hem getelefoneerd had.
Het dienstmeisje ging dit vragen, doch
mevrouw wist van niets.
Toen het dienstmeisje dit aan den man
mededeelde, werd hy boos. Hij stond met zijn
hoed in de linkerhand, terwijl hij zijn rech
terhand onder dien hoek hield.
Toen hij de rechterhand weghaalde, zag
het dienstmeisje daarin een revolver, welke
de man in zijn zak liet verdwijnen. Daarna
vertrok de bezoeker.
Woensdagmorgen had tijdens een begrafe
nis te 's-Gravenhage een tragisch voorval
plaats.
Een van de dragers in een rouwstoet, welke
onderweg was van de R. K. Kerk aan bet
Kamperfoelieplein naar de begraafplaats St.
Barbara, werd nJ. in de Van de Vennestraat
door een ongesteldheid overvallen, waaraan
hij korten tijd later, nadat hij was binnen
gedragen in het politiebureau in die straat,
waar hem nog door een geestelijke de laat
ste H. H. Sacramenten konden worden toe
gediend, is overleden. De overledene is de vijf
en zestig-jarige heer Luyten, die hartlijder
was.
De dievegge gearresteerd
Dinsdag reisde een zestien-Jarig meisje uit
Duisburg via Emmerik naar Arnhem, om
zich naar Almelo te begeven, waar zij in be
trekking zou gaan. In Emmerik maakte zij
kennis met een jonge Duitsche vrouw, die
met haar naar Arnhem ging. Hier gingen
beiden een bezoek aan de stad brengen. Zij
had een koffer bij zich, die door de Duitsche
vrouw in het station aan het bagagedepöt
werd afgegeven. Na het bezoek aan de stad
liet de vrouw het meisje in de wachtkamer
alleen om de koffers te gaan halen. De vrouw
kwam echter niet terug. Later bleek, dat de
vrouw in de richting Nijmegen was vertrok
ken met medeneming van beide koffers. Een
Amhemsche rechercheur toog er onmiddellijk
op uit en kon de daderes op het perron in
Nijmegen arresteeren. Zij zal ter beschikking
van de Justitie worden gesteld.
Evenmin een meevaUer
Het „Overijss. Dagblad" bracht Dinsdag
avond het ook in ons vorig nummer vermel
de bericht dat door een boekhoudkundige
fout aan de gemeentelijke gasfabriek te
Zwolle, die eerst onlangs ontdekt was, een
bedrag van vier tot zes ton goud gevonden
was. Dus een zuivere meevaller voor de ge
meente. De feiten zijn wel eenigszins anders.
In 1920 werd ingevolge art. 114 bis der Ge
meentewet ingevoerd de bedrijfsboekhouding
voor de gemeentebedrijven. Bij de waardee
ring der bezittingen van de gemeentelijke
gasfabriek werden deze ruim 500.000 hooger
gesteld dan de schulden, welk bedrag als
kapitaal op de balans werd gebracht. Later
we'd dit bedrag vastgesteld op 514.777 en
prijkt als zoodanig reeds jaren op de balans.
Aanvankelijk zat dit kapitaal natuurlijk
geheel In de bezittingen. Eerst geleidelijk
kwam het door afschrijving en aflossing
vrij. Het thans vrijgekomen deel is belang
rijk genoeg om te overwegen welke bestem
ming er aan moet worden gegeven. Een deel
der raadscommissie voor de financiën wil
het bedrag geheel bestemmen voor vervroeg
de afschrijving, anderen meenen dat een
deel gestort zal moeten worden in de ge
meentekas. Hierover is echter nog geen be-
I slissing genomen. Van een boekhoudkundige
fout is derhalve geen sprake en het geheele
bedrag prijkt nu reeds tien jaren op de ba
lans van de gasfabriek.
1871 27 Maart 1931
Morgen hoopt Mr. P. J. M. Aalberse,
oud-minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid en lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, zijn zestigsten verjaardag
te herdenken.
Petrus Josephus Mattheus Aalberse werd
geboren te Leiden. Hij bezocht het R. K.
Gymnasium te Katwijk a. d. Rijn en
studeerde verder aan de Universiteit te
Leiden, waar hij eerst candidaat in de let
teren werd en vervolgens tot meester In de
rechten promoveerde in 1897, op een proef
schrift „Oneerlijke concurrentie en haar be
strijding". Door dit proefschrift werd reeds
aanstonds de aandacht op den jongen
rechtsgeleerde gevestigd. Na zijn promotie
vestigde hij zich als advocaat in zijn ge
boortestad. Hij begaf zich al spoedig in de
politiek, welke hem geheel in beslag nam.
Door de R. K. Staatspartij werd Mr. Aal
berse candidaat gesteld voor den Leidschen
gemeenteraad, welke hem tot wethouder
benoemde.
Bij guur en vochtig Weer
Dame: „Neemt u me niet kwalijk, maar heeft u soms
ook een half pond margarine gevonden, dat ik verloren
heb?"
Machinist van de stoomwals: „Nou u het zegt dame, ik
voelde een honderd meter terug wel eensklaps een bons."
Mr. P. J. M. Aalberse
Vooral op sociaal gebied heeft Mr. Aal
berse zich steeds veel bewogen, waarvan hij
in Duitschland een grondige studie maakte.
Mr. Aalberse was redacteur van het
„Katholiek Sociaal Weekblad". Voorts was
hij medewerker van de door Futura uitge
geven „Sociale en Politieke Studiën". De
Katholieke Sociale Actie benoemde hem tot
haar algemeenen secretaris, terwijl hij
later tot directeur van het Centraal Bureau
van deze organisatie werd aangesteld.
Mede door zijn toedoen werden de R. K.
Middenstandsbonden opgericht, waarvan
Mr. Aalberse adviseur werd voor het bisdom
Haarlem.
Bewoog hij zich als wethouder aanvan
kelijk uitsluitend op het terrein der ge
meentepolitiek, al spoedig breidde hij het
terrein zijner werkzaamheden uit en in
1902 werd Mr. Aalberse afgevaardigd naar
de Tweede Kamer als opvolger van
Schaepman. Gedurende dertien achtereen
volgende jaren bleef hij in dit college zit
ting houden, tot hij in 1916 benoemd werd
tot hoogleeraar in de sociologie aan de
Technische Hoogeschool te Delft. Na de
verkiezingen in 1918 werd Mr. Aalberse
geroepen, de functie van Minister van Ar
beid te vervullen. In 1922 werd bij het
Departement van Arbeid ook Handel en
Nijverheid ingedeeld, welke afdeelingen tot
dan toe onder den Minister van Water
staat ressorteerden. Zeven jaar lang heeft
Mr. Aalberse het Departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid beheerd.
Als Kamerlid zoowel als Minister heeft
hij zich als een sterk voorstander van or
ganisatie van het bedrijfsleven (collectief
arbeidscontract) en vérgaande wettelijke
regeling doen kennen. Zoo wist hij als
Kamerlid in 1915 een strafbepaling tegen
oneerlijke concurrentie door een initiatief
voorstel tot wet te krijgen. De totstand
koming van de Arbeidswet van 1919 ls voor
het grootste deel aan zijn werkzaamheid
te danken, alsmede de deelneming van
Nederland aan de Internationale Arbeids
wetgeving. Door de tijdsomstandigheden
moest hij van verdere ingrijpende maatre
gelen afzien. Ook is het aan zijn invloed te
danken, dat de R. K. Bedrijfsraden ont
stonden. In 1922 wist hij een wijziging in
de Arbeidswet te bewerken.
Tengevolge van de verkiezingen In 1925
moest Mr. Aalberse als Minister aftreden;
echter werd hij herkozen als lid van de
Tweede Kamer, als hoedanig hij thans nog
zitting heeft.
In de Kamer is Mr. Aalberse een der
meest invloedrijke leden en hoewel hij
slechts zelden aan de discussies deelneemt,
geeft hij er toch leiding aan.
Van zijn hand verschenen verschillende
geschriften, zoo o.a. „Christelijke Politiek"
(1905), „Volksontwikkeling" (1905), „Een
onbekende enquête naar Arbeidstoestanden
in 1841" (1915). Ook heeft hij meermalen
zijn medewerking verleend bij het samen
stellen van het Sociaal Jaarboek.
Mr. Aalberse is thans nog medewerker
van verschillende organen, terwijl hij een
tijdlang ook daadwerkelijk een functie in de
journalistiek vervuld heeft. Voorts is hij nog
voorzitter van de Centrale Comm'ssie voor
Statistiek, lid van den Hoogen Raad van
Arbeid en Rijksbemiddelaar in het 4e dis
trict.
Mr. Aalberse ls ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw, groot-officier van
•de orde van het legioen van eer van Frank
rijk, ridder ln de orde van den H. Gregorius
den Grooten van den Heiligen Stoel en com
mandeur van het grootkruis der orde van
de Witte Roos van Finland.
Van harte wenschen wij den 60-jarige
een „ad muitos annos" toe, tot heil van
kerk en maatschappij in Nederland.
Het werk van de Generale Commissie
Aan de mededeelingen van de Generale
Commissie voor de uitvoering van de Zui
derzeesteunwet over het vierde kwartaal
1930 ontleenen wij het volgende:
In het kwartaal, evenals gedurende het
geheele jaar 1930, is de neiging tot aanpas
sing bij den nieuwen toestand en tot het ver
laten der vlsscherlj niet groot gebleken. Voor
een groot deel vindt dit feit zijn verklaring
in de buitengewoon goede uitkomsten der
vlsscherij over het afgeloopen jaar.
Rekening houdende met de omstandigheid,
dat vele Zulderzeevisschers begonnen zijn
met het exploiteeren van een eendenhou-
dersbedrijf, werd een onderzoek ingesteld
naar de, mogelijkheid van het oprichten van
eendenhoudersbedrijvcn, welke niet gegrond
B0RSTPAST1LLE5
30ct cn 50ct perdooj alleen bjj
Apothekers en Drogisten.
zijn op den aanvoer van visch. Dit onderzoek
doet een gunstig resultaat verwachten.
In het vierde kwartaal van 1930 werd voor
een opleiding voor het eerst een tegemoet
koming verleend in 76 gevallen. Op 31 De
cember 1930 waren in opleiding 264 perso
nen.
De zeevaartschool te Schiermonnikoog had
tien plaatsen beschikbaar voor zoons van
belanghebbenden ln den zin der Zuiderzee
steunwet. Voor deze opleiding meldden zich
slechts enkelen aan, van well: aantal wegens
niet-voldoen aan de eischen by geneeskundig
onderzoek slechts twee konden worden toe
gelaten.
Ten behoeve van de opleiding van twaalf
belanghebbenden tot steenzetter werd over
1930 betaald 5327. Door belanghebbenden
werd terugbetaald van het door hen verdien
de loon 2681, zoodat deze opleiding in 1930
kostte 2646.
Gebrek aan belangstelling
Pogingen tot tewerkstelling van belang
hebbenden bij de- werkzaamheden tot net
bouwrijp maken van de Wieringenv.eer
slaagden niet door gebrek aan belangstelling
/an de zijde der belanghebbenden.
Thans kan reeds worden vastgesteld, dat,
wanneer in 1932 in verband met de «jsluiting
der Zuiderzee de Zuiderzee-visschery geen
of althans geen voldoende uitkomsten meer
zal opleveren en dientengevolge een belang
rijke toevloed van uit de visschery vrijko
mende werkkrachten zal zyn te verwachten,
de kans om personen, behoorende tot de Zul-
derzee-visscherijbevolking, alsnog aldaar <e
werk te stellen zeer gering moet worden
geacht.
Uitbetaald werd in het vierde kwartaal
voor propaganda en voorlichting van de vis-
schersbevolklng een bedrag van 1562.
Totaal werd hiervoor uitgegeven in het
jaar 1930 9249, waaronder tevens begrepen
zyn de kosten voor het Inrichten van een
stand op de Z. V. T. te Enkhuizen, voor een
subsidie aan'die tentoonstelling en voor het
vervaardigen van de film „Wat nu?"
Credietverleenlng, enz.
Op 31 December j.l. stond aan credieten
uit 278.873; in 1930 ls over 96.316 crediet
beschikt
Op 31 December hadden 232 belangheb
benden ln den zin der Zuiderzeesteunwet
voorkeur tot het kosteloos verkrijgen van
vergunning tot uitoefening der visscherij op
de afgesloten Zuiderzee gevraagd.
In het vierde kwartaal 1930 genoten 1084
personen gedurende korteren of langeren
tijd een geldeiyke tegemoetkoming ingevolge
de Zuiderzeesteunwet. Uitbetaald werd aan
dezen in totaal 54.609. Over 1930 werd voor
geldelijke tegemoetkomingen uitbetaald
228.517.
vyf en dertig aanvragen om geldehjke
tegemoetkoming van belanghebbenden van
65 jaar en ouder werden Ingewilligd. Op 31
December 1930 genoten 788 personen, tot
deze groep behoorende een geldeiyke tege
moetkoming. In 1930 werd voor deze catego
rie in totaal uitbetaald 151.919.
Geldelijke tegemoetkoming by combinatie
van bedryven wordt toegekend aan die Zul
derzeevisschers, die ten gevolge van gebrek
aan knechts, doordat hun zoons of knechts
als gevolg van de afsluitingswerken een be
trekking buiten de Zuiderzeevisschery heb
ben aanvaard, niet zouden kunnen uitvaren
en hun bedryf met dat van een anderen
Zulderzeevisscher combineeren. De uitkeerin-
gen varieeren van 4 tot 12 per week. Op
31 December j.l. bedroeg het aantal belang
hebbenden van deze categorie 92.
Over 1930 werd door uitkeeringen by com
binatie van bedryven uitbetaald in totaal
32.707.
Op 31 December 1930 bedroeg het aantal
gevallen 172. Over 1930 werd uitbetaald
35.470.
In het vierde kwartaal werd voor in nood
verkeerende scheepswerven uitbetaald 1540;
achttien personen genoten op 31 December
1930 een geldeiyke tegemoetkomnig. Over
1930 werd voor deze gevallen uitbetaald
6390. l
De Alg. Ned. Zulvelbend vraagt medewerking
van de regeering
De Alg. Ned. Zuivelbond (F.N.Z.) heeft
zich met een adres tot den minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw gewend
met het verzoek, om den steun der regee
ring te krUgen tot het maken van alge
meene propaganda voor het gebruik van
boter, kaas en melk in. binnen- en buiten
land.
In het schrijven wordt berekend, dat de
verwerking der melk tot boter en kaas in
1930 voor de boeren rond 40 millioen gulden
minder heeft opgebracht dan in 1929. De
afzet van zuivelproducten ondervindt, wat
de export betreft, steeds grooter moeilijk
heden door de handelspolitieke maatregelen
der invoerende landen en de steeds zwaar
der wordende concurrentie van andere zuivel-
produceerende landen, terwyi vooral in het
binnenland de concurrentie wordt onder
vonden van mengproducten en surrogaten.
Een kerngezond middel hiertegen is een
systematische en goed geleide algemeene
propaganda voor het gebruik van zuivel
producten, teneinde de vraag er naar op te
wekken.
Deze propaganda kan op tweeërlei wijze
gevoerd worden, n.l. door het gebruik van
boter, kaas en melk te bevorderen door
middel eener goede voorlichting by het
onderwijs.
Verzocht wordt, om by den minister van
Onderwijs, K. en W. te willen bevorderen,
dat voortaan op alle huishoudscholen, kook
cursussen en dergelyke, die van regeerings-
wege gegeven of gesteund worden, by het
onderwys propaganda zal worden gemaakt
voor het gebruik van meer melk. boter en
kaas, welke producten in vergeiyking met
andere, de beste en goedkoopste voedings
middelen worden genoemd, die er bestaan.
Verder wordt de steun der regeering ge
vraagd tot het stichten van een propaganda-
fonds ten bedrage van eenige millioenen ter
bevordering van den afzet in binnen- en
buitenland gedurende tien jaren, waarby er
de nadruk op gelegd wordt, dat dit geen di
recte steun aan de veehouders beteekent,
doch een preventief middel, om te voor
komen, dat óók het veehoudersbedryf nood
lijdend wordt.