Uit den Haarlemsciien Gemeenteraad TH. SMIT Fa. KLEIN Mr. P. J. M. AALBERSE TWEEDE BLAD DONDERDAG 26 MAART 1931 BLADZIJDE 1 STADSNIEUWS Een radio-kwestie te Hilversum Meer steun voor den voet Comité tot bestrijding van de gevolgen der werkloosheid te Haarlem Gecompliceerde aanvaring bij de Hembrug Een geheimzinnige bezoeker Memento Mori Koffer afhandig gemaakt Geen fout in de boekhouding Zuiderzeesteunwet LANDBOUW EN VEETEELT Propaganda voor boter-, kaas- en melkgebruik De Raad was vier weken op vacantia geweest en in dien tijd is de wereld ge woon doorgegaan. Het heeft gevroren, gesneeuwd, geregend, het is lente ge worden en weer najaarsweer; Charley Chaplin is door ons land gereisd en wij hebben carnaval gevierd. En men zegt, dat het zoo ook goed ging. Maar nu was dan de Raad weer bijeen om het lief en leed van Haarlem te beredderen. Er waren raadsleden, die vonden, dat de gemeente meer van hun adviezen moest profiteeren; zij vroegen om meer raadsvergaderingen. B.v. om de veertien dagen, zooals indertijd door den Raad is besloten. Maar om te vergaderen moet er wat te behandelen zijn en de agenda van gisteren zag er niet naar uit, dat B. en W. van Haarlem brandend nieuws gierig waren naar de redevoeringen van de leden der vroedschap. Voor het groot ste deel waren het hamerstukken en het eenige punt, dat discussie bracht, was de behandeling van de verordening op de winkelsluiting. Maar dat heeft dan ook de tongen van bijna alle raadsleden los gemaakt. Doch laten wij bij de inge komen stukken beginnen. De heer Castricum bleek bij dit punt niet tevreden over de manier, waarop B. en W. de Haarlemmers hebben aan gespoord om zich bij de centrale radio distributie aan te sluiten. Hij had er de ambtenaren van den Incassodienst voor willen spannen en er wat propaganda voor willen laten maken. De heer Rei- nalda viel hem bij, maar wethouder Roodenburg vond, dat de gemeente moeilijk meer kon doen dan zij deed. Er is zelfs! een persconferentie gehouden, zeide hij. De gemeente kan*het ook niet helpen, dat er geen liefhebberij voor radio-centrales is, klaagde de wethouder voor schoone kunsten. Toen de heer Castricum op stemming aandrong over zijn motie, bleek deze niet te vinden. Op voorstel van den voorzitter werd de stemming aangehouden tot het einde van de vergadering, maar ook dat is vergeten en zoo zweeft het lot van de motie-Castricum tot de volgende ver gadering nog in de lucht. Toen volgde een heele serie voorstel len, die zonder praten onder den hamer werden doorgetikt. Andere lokten een enkele opmerking uit. Zoo werd mede gedeeld, dat binnenkort een voorstel is te wachten, om tot onteigening van gronden over te gaan ten behoeve van woningbouw. En bij het voorstel om een crediet te verschaffen voor het aan schaffen van leermiddelen voor de Mon tessorischool aan de Bakkerstraat vond de heer Peper, dat de inspecteur van het lager onderwijs op krenterige wijze eenige posten had geschrapt op het lijstje, dat het hoofd dier school had aangeboden. Maar dit verwijt kwam zeer verkeerd uit, want blijkbaar was ook de heer Boes, oud-inspecteur van het onderwijs, een deskundige dus, van plan geweest bij dit punt het woord te voeren. Hij bleek ten minste zeer goea geprepareerd te zijn. Hij vond, in tegen stelling met de opvatting van den heer Peper, dat de inspecteur feitelijk nog te royaal is geweest en vond in wat dit hoofd èener Montessorischool had ge vraagd een reden om het een geluk te achten, dat dergelijke aanvragen aan den critischen blik van den inspecteur worden onderworpen. Zoo noemde hij het terecht onnoodig, dat b.v. vier wand platen, Montessori en Pestalozzi voor stellende, werden aangeschaft en maak te bezwaar tegen aan teekenboekjes van 5.die waren aangevraagd. Conclu- deerende vroeg hij den wethouder het lijstje nog eens goed na te zien. Ver beeld je, dat alle scholen daarom komen, suggereerde de heer Boes den Raad en hoewel mej. Berdenis van Berlekom er op wees, dat men Montessori-scholen niet met gewoon onderwijs moet verge lijken, zegde de wethouder een nader onderzoek toe en het crediet werd nog niet verleend. Het voorstel inzake het verstrekken Van schoenen inplaats van klompen op de lagere scholen door de bekende Com missie voor Schoolkleeding werd op ver zoek van den heer Joosten aangehouden om den wethouder in de gelegenheid te stellen te informeeren of er ook nog andere kinderen op school klompen dra gen dan zij, cLe er door de commissie voor schoolkleeding mede worden begif tigd. De winkelsluiting heeft den Raad eenige uren bezig gehouden. En er was spanning in de debatten. Wat na alles Wat hierover in en buiten den Raad is gezegd, niet behoeft te verwonderen. B. en W. stelden voor, de rechtsgeleer de commissie opdracht te geven een Verordening te ontwerpen, waarbij be paald wordt, dat de winkels in Haarlem op een nader, door B. en W. gehoord de organisaties te bepalen middag, moet engesloten zijn, met dien verstan de, dat desnoods voor verschillende branches een verschillende middag kan worden aangewezen. De heer Castricum stelde voor, dit besluit zoo te formuleeren, dat, indien dan B. en W. wordt aangetoond, dat een Vrije middag funest zou zijn voor een bedrijf, voor dat bedrijf een morgen kan Worden aangewezen. De heer Bijvoet voelde meer voor de Concept-verordening van de rechtsge leerde commissie, waarbij bepaald wordt, dat de winkels Donderdagsmiddags ge sloten moeten worden, tenzij op andere wijze een regeling is getroffen. De heer Wolzak wenschte in het voor stel van B. en W. de mogelijkheid open te laten dat voor verschillende groepen een andere middag wordt vastgesteld en als dat noodig is zelfs een morgen. Ook zou rekening kunnen worden ge houden met het stadsgedeelte, waarin de winkels liggen. De heer Klein Schiphorst vond iedere regeling overbodig en ook de heer v. 3. Kamp prees vrijheid aan. De heer Roodenburg vertelde, dat vol gens het voorstel van B. en W. alle win keliers onder de verordening zullen val len, maar de heer Slingenberg, toch ook een lid van het college van B. en W., stelde vast, dat alleen de winkeliers met personeel er onder komen. Wat de heer Reinalda een staatsrechtelijk monstruo- sum noemde. Bovenstaande moge voldoende zijn om aan te toonen, dat de discussies nu juist niet uitblonken door klaarheid. Zij warpn hopeloos verward en te verwachten is het dan ook wel, dat wij ze nog eens dunnetjes terug krijgen als de rechts geleerde commissie straks met een con cept-verordening in den Raad komt. Met 22 tegen 12 stemmen is het voor stel van B. en W. aangenomen, nadat door hen een amendement was overge nomen van den heer Klein, waarbij de mogelijkheid wordt open gelaten bij het bepalen van den middag rekening te houden met de behoeften van de ver schillende stadsgedeelten en van de verschillende groepen van winkels. Behalve verward waren de discussies ook fel. Wij verwijzen daarvoor naar het verslag. Slechts een enkele opmerking. Dat de groote verdeeldheid in den boe zem der rechtsche raadsfracties zoo dui delijk tot uiting kwam, was al hinderlijk, maar de scherpe uitvallen, waarmede fractiegenooten elkander bestookten, zoo zelfs, dat de heer Mr. Slingenberg als vredesapostel kon optreden, hadden zeer zeker achterwege moeten blijven Zij deden de politieke tegenstanders gnui ven. Voor het prestige van de rechtsche partijen is het dringend noodig, dat een herhaling van zoo'n vertooning voor komen wordt. II faut laver son linge en familie. De vuile wasch doet men thuis. Bij de rondvraag interpelleerde de heer Peper over het feit, dat B. en W. De Tribune uit de openbare leeszaal hebben verwijderd. Wethouder Rooden burg antwoordde, dat dit gedaan was om het rijkssubsidie te behouden. Een motie van afkeuring aan het adres van B. en W., door den heer Peper ingediend, werd niet ondersteund, maar de heer Joosten zorgde voor wat propaganda materiaal voor de a.s. verkiezingen. Hij zeide, dat de motie-Peper niet door hem werd gesteund, maar dat zijn verklaring in de vorige vergadering een motie van afkeuring was. Toch zijn B. en W., aldus het socialistisch raadslid, blijven zitten, maar die kwestie zal, volgens hem, nader besproken worden bij de wethoudersver kiezingen in September. Wij weten dus niet alleen hoe de heer Joosten en zijn vrienden over de Tribune- kwestie denken, maar ook hoe zij waar schijnlijk de wethouderszetels wenschen te verdeelen. Tegen het raadsbesluit om tot gemeentelijke distributie over te gaan In de raadsvergadering van 25 November 1030 van de gemeente Hilversum werd be sloten met 21 tegen 3 stemmen het radio- distributiebedrijf van de N.V. Hilversum- sche Radio-Centrale over te nemen. Deze Centrale zou ineens 53.000— ontvangen, terwijl gedurende vijf jaar een som van 15000.daarenboven aan de N.V. zou worden uitgekeerd. Voor onmiddellijke ver betering werd daarenboven 7000.— be groot. Tegen dit besluit diende een Comité van Actie van Radiohandelaren een bezwaar schrift in bij Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Principieel achtte dit comité de zaak niet juist, terwijl het de financieele zijde voor de gemeente niet verantwoord achtte. Alles samenvattend protesteerden de handelaren tegen overname door de ge meente, omdat zij daardoor den verkoop van toestellen in gevaar achtten. De Federatie van Middenstandsvereeni- gingen achtte ook het geheel een gewaagd experiment van de gemeente, omdat de techniek steeds toeneemt en zij alles natuur lijk tot het uiterste zal moeten perfection- neeren. Gisterenmiddag werd de kwestie in open bare vergadering behandeld. Voor de ge meente Hilversum waren verschenen wet houder Lopes Dias en de directeur der Lichtfabrieken, de heer Later. Voor het comité waren aanwezig de heeren J. de Vries en I. Corper. De heer De Vries zette voorop, dat de handelaren geenszins particuliere belangen voor algemeene willen doen gelden. Het is hier echter de vraag of er werkelijk een al gemeen belang in het geding is. Er is een goede radio-distributie in Hilversum, hoewel tot nog toe met bovengrondsche draden ge werkt wordt. Dit is onaesthetisch en niet zonder gevaar, maar de particuliere onder neming zou daarin ook verbetering gebracht hebben. B. en W. hadden echter voorop gezet het bedrijf in gemeente-exploitatie te krijgen. H.et raadsbesluit is, volgens spreker, genomen, terwijl het meerendeel van den raad niet op de hoogte was van de bezwaren geopperd dcsr den middenstand. Er werd wel op gewezen, dat de handelaars de luid spreker zouden mogen leveren, maar niet, dat door een grondige verbetering van het distributiebedrijf de verkoop van toestellen In gevaar zou komen. De heer Corper maakte een berekening. Hilversum heeft 60.000 inwoners. Gerekend wordt op 12.000 gezinnen, 5000 toestelbezit- ters, 3000 aansluitingen aan de raoio- centrale, 1000 zonder interesse. Er zouden dan voor de toekomst 3000 gezinnen over blijven, die moeten kiezen tusschen een eigen toestel of distributie. Is hier dan werkelijk van een algemeen belang sprake, zoodat de gemeente in moet grijpen? Wethouder Lopes Dias merkte allereerst op, dat, toen de radio-distributie vasteren vorm kreeg, verschillende gemeenten parti culiere ondernemingen overnamen, o. a. te Arnhem, Den Haag etc. Utrecht voteerde zelfs vier ton voor een distributiebedrijf, waarvoor nog geen aansluiting was. Hil versum is werkelijk aan den voorzichtigen kant nu ze met 3000 aansluitingen begint. Spreker wees er op, dat de particuliere cen trale ook had moeten uitbreiden en perfec- tionneeren, zoodat, wat van 't overheids bedrijf gevreesd wordt, ook van particuliere zijde zou zijn gekomen. Spreker merkte op, dat de radio niet alleen een amusements beweging, maar ook wel degelijk een cu tu- reele beweging is. Een gemeente, die eigen bedrijven exploiteert, behoort ,óok de radio distributie in handen te hebben. Van be- nadeelen van personen is geen sprake, het geheel is 'n soort spokenzieneril. Dat de raad door het voorstel is overvallen, bestrijdt spreker. Tevens wees spreker er op, dat de ge meente aan 't net wil verbinden een brand- alarmeerinrichting en een tijd-aanwtjzing. Toen de particuliere distributie een jaar be stond is de gemeente al met haar in over leg getreden, omdat de bovengrondsche draden-spanning niet naar haar zin was De heer Corper ging nader in op het betoog van den wethouder. Wij meenen, aldus spreker, dat de nood zakelijkheid van een radio-centrale niet be staat nu de - toestellen zoo goedkoop zijn en dat er dus geen reden bestaat voor ge meentelijke exploitatie. Het comité wees er ot>, dat men in Haarlem de verantwoor- delükheid van een gemeentelijke exploitatie niet durfde aanvaarden. Gedenuteerde Staten zullen nader beslis- de nieuwe „ORTHOLUXE" STEUNSCHOEN met voetkussens. NASSAUSTRAAT 1 TELEFOON 13490 s.b. machine op v. k. v. en b.b. op v. k. a. gezet, waardoor ook het achterschip nog juist vrij liep De aanleidende oorzaak bij de leiding van de Hembrug De inspecteur voor de scheepvaart, de heer Fock, neemt aan, dat de „Trajanus" ir. deze hoogst ongunstige omstandigheden gedaan heeft, wat hy kon. Het passeeren van den Engelschman en de „Weser" is goed afgeloopen, ondanks de gewaagde manoeuvre 1 door den kapitein van dit laatste schip, maar door de hevige beroering door de schroe- 1 Ven van de „Weser", is de Medmenham" naar links uitgedreven. De brugwachter heeft blijkbaar gedacht, dat hij de kleine schepen wel kon doorlaten, nu de groote schepen voorbij waren, maar bij zulk slecht j en stormachtig weer had dit toch zijn ge- i varen en was het veiliger geweest, 't pas- seeren eerst open te stellen als het laatste van Amsterdam komende schip door de I Hembrug was gevaren. In het feit, dat het Engelsche schip te vroeg het sein tot op- stoomen heeft gekregen, ziet spr. de aan leidende oorzaak van de geheele aanvaring. Uitspraak later. De vier samenwerkende organisaties van Politie-personeel te Haarlem, hebben het Comité medegedeeld, voorloopig elke week een inzameling te houden ten behoeve van de hulpverleening, welke door het Comité aan de werkloozen wordt verschaft. Het stelt dit blijk van sympathie op hoogen prijs en hoopt, dat een en ander aanleiding mag zijn, dat anderen dezen weg zullen volgen. Voor den Raad voor de Scheepvaart De Raad voor de Scheepvaart heeft een onderzoek ingesteld betreffende het s.s. „Trajanus", dat 11 Febr. J.1, nabij de Hem brug in aanvaring is geweest met het En gelsche s.s. .Medmenham". Een loods, tijdens de aanvaring dienst doende op de „Trajanus", deelde mede, dat hij dit s.s., metende 1711.73 b.r.t., van de K. N. S. M. op 11 Februari uit Amsterdam naar zee bracht. De „Trajanus" was niet van sleepboothulp voorzien. Te 6.46 uur 'snam. passeerde men met gestopte machine de Hembrug; bij ruw weer en Z.Z.W. wind. De lucht was buiïg, het zicht goed. Vooruit, op 600 k 700 M. afstand, had men het Duitsche s.s. „Weser". Tegemoet kwam het Engelsche sa. „Medmenham", dat de roode lichten voerde. Nadat de „Weser" iets naar s.b. was uit geweken, zag men den Engelschman naar den Noord wal uitscheren. Op de „Trajanus" zag men nu gevaar voor aanvaring en het roer werd bij gestopte machine s.b. aan boord gelegd. Ten slotte draaide het Engel sche schip weer s.b. uit. Aan s.b.-zijde van de „Trajanus" lag een sleep zandbakken; de „Trajanus" was zooveel rechts als ze kon, de bakken ook. Vier mi nuten na het passeeren van de brug kwam we „Trajanus" met het Engelsche schip in aanvaring, b.b. aan b.b. De loods van de „Medmenham" 3474 br. t„ van de Britlan Steam Shipping Co. Ltd. te Londen verklaarde, dat dit scnlp, dat geen sleepboothulp had, vrijwel stil met roer s.b. aan boord gestrekt langs den Zuid- wal lag, toen de „Weser" met vrij veel vaart naderde en flink b.b. uitliep. De „Medmen ham" stoomde toen zeer langzaam vooruit, het roer nog steeds s.b. aan boord, omdat de „Medmenham" b.b. uitkwam. De „Tra janus" zocht zooveel mogelijk den Noord- wal. Door de „Weser"werd de „Medmen- hem" naar den Zuidwal gedreven. De ma chine werd op achteruit gezet. Pres., mr. Taverne: „Dus ging het schip naar de andere richting, naar b.b." Volgens den loods had het schip nog wat voorwaartschen gang en ging het naar sb., hoewel hij s.b. roer gaf. Deze get. wijt de aanvaring hieraan, dat de „Medmenham" door de „Weser" uit het roer is gegooid en niet tijdig terug kom komen. De „Weser" zou eerst s.b. uit ztln gegaan toen de sche pen dwars van elkaar waren. Een slecht bestuurbaar schip De ..loods" van de „Weser", een schip van den „Norddeutschen Lloyd" te Bremen, 9444 b. r. t„ deelde mede, dat dit schip, mede tengevolge van het stormweer, slecht stuurde. Het schip had twee sleepbooten ter assistentie. Ter hoogte van de afstandpalen aan de Westzijde van de Hembrug, begon het schip steeds meer b.b. uit te loopen, hoewel het roer s.b. aan boord lag. Het s.s. i „Medmenham", dat men moest passeeren, werd daardoor naar Sen zuidwal gedreven, i waar het gestrekt langs lag. Door b.b. ma- I chine v. k. v. en s.b. machine v. k. a. te doen draaien, werd een aanvaring met de „Medmenham" voorkomen en ging de I „Weser" draaiende s.b. uit (de lbods had geheel v. k. a gowlld). Zoodra het voor schip vrij was i de „Medmenham", wer den twee korte stooten gegeven en werd de Voerde hjj kwaad in het schild? In een perceel aan het Flora-park ver voegde zich gistermorgen te 11 uur een man, die zijn naam noemde en de dienst bode vertelde dat hij was gekomen, omdat mevrouw hem getelefoneerd had. Het dienstmeisje ging dit vragen, doch mevrouw wist van niets. Toen het dienstmeisje dit aan den man mededeelde, werd hy boos. Hij stond met zijn hoed in de linkerhand, terwijl hij zijn rech terhand onder dien hoek hield. Toen hij de rechterhand weghaalde, zag het dienstmeisje daarin een revolver, welke de man in zijn zak liet verdwijnen. Daarna vertrok de bezoeker. Woensdagmorgen had tijdens een begrafe nis te 's-Gravenhage een tragisch voorval plaats. Een van de dragers in een rouwstoet, welke onderweg was van de R. K. Kerk aan bet Kamperfoelieplein naar de begraafplaats St. Barbara, werd nJ. in de Van de Vennestraat door een ongesteldheid overvallen, waaraan hij korten tijd later, nadat hij was binnen gedragen in het politiebureau in die straat, waar hem nog door een geestelijke de laat ste H. H. Sacramenten konden worden toe gediend, is overleden. De overledene is de vijf en zestig-jarige heer Luyten, die hartlijder was. De dievegge gearresteerd Dinsdag reisde een zestien-Jarig meisje uit Duisburg via Emmerik naar Arnhem, om zich naar Almelo te begeven, waar zij in be trekking zou gaan. In Emmerik maakte zij kennis met een jonge Duitsche vrouw, die met haar naar Arnhem ging. Hier gingen beiden een bezoek aan de stad brengen. Zij had een koffer bij zich, die door de Duitsche vrouw in het station aan het bagagedepöt werd afgegeven. Na het bezoek aan de stad liet de vrouw het meisje in de wachtkamer alleen om de koffers te gaan halen. De vrouw kwam echter niet terug. Later bleek, dat de vrouw in de richting Nijmegen was vertrok ken met medeneming van beide koffers. Een Amhemsche rechercheur toog er onmiddellijk op uit en kon de daderes op het perron in Nijmegen arresteeren. Zij zal ter beschikking van de Justitie worden gesteld. Evenmin een meevaUer Het „Overijss. Dagblad" bracht Dinsdag avond het ook in ons vorig nummer vermel de bericht dat door een boekhoudkundige fout aan de gemeentelijke gasfabriek te Zwolle, die eerst onlangs ontdekt was, een bedrag van vier tot zes ton goud gevonden was. Dus een zuivere meevaller voor de ge meente. De feiten zijn wel eenigszins anders. In 1920 werd ingevolge art. 114 bis der Ge meentewet ingevoerd de bedrijfsboekhouding voor de gemeentebedrijven. Bij de waardee ring der bezittingen van de gemeentelijke gasfabriek werden deze ruim 500.000 hooger gesteld dan de schulden, welk bedrag als kapitaal op de balans werd gebracht. Later we'd dit bedrag vastgesteld op 514.777 en prijkt als zoodanig reeds jaren op de balans. Aanvankelijk zat dit kapitaal natuurlijk geheel In de bezittingen. Eerst geleidelijk kwam het door afschrijving en aflossing vrij. Het thans vrijgekomen deel is belang rijk genoeg om te overwegen welke bestem ming er aan moet worden gegeven. Een deel der raadscommissie voor de financiën wil het bedrag geheel bestemmen voor vervroeg de afschrijving, anderen meenen dat een deel gestort zal moeten worden in de ge meentekas. Hierover is echter nog geen be- I slissing genomen. Van een boekhoudkundige fout is derhalve geen sprake en het geheele bedrag prijkt nu reeds tien jaren op de ba lans van de gasfabriek. 1871 27 Maart 1931 Morgen hoopt Mr. P. J. M. Aalberse, oud-minister van Arbeid, Handel en Nijver heid en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zijn zestigsten verjaardag te herdenken. Petrus Josephus Mattheus Aalberse werd geboren te Leiden. Hij bezocht het R. K. Gymnasium te Katwijk a. d. Rijn en studeerde verder aan de Universiteit te Leiden, waar hij eerst candidaat in de let teren werd en vervolgens tot meester In de rechten promoveerde in 1897, op een proef schrift „Oneerlijke concurrentie en haar be strijding". Door dit proefschrift werd reeds aanstonds de aandacht op den jongen rechtsgeleerde gevestigd. Na zijn promotie vestigde hij zich als advocaat in zijn ge boortestad. Hij begaf zich al spoedig in de politiek, welke hem geheel in beslag nam. Door de R. K. Staatspartij werd Mr. Aal berse candidaat gesteld voor den Leidschen gemeenteraad, welke hem tot wethouder benoemde. Bij guur en vochtig Weer Dame: „Neemt u me niet kwalijk, maar heeft u soms ook een half pond margarine gevonden, dat ik verloren heb?" Machinist van de stoomwals: „Nou u het zegt dame, ik voelde een honderd meter terug wel eensklaps een bons." Mr. P. J. M. Aalberse Vooral op sociaal gebied heeft Mr. Aal berse zich steeds veel bewogen, waarvan hij in Duitschland een grondige studie maakte. Mr. Aalberse was redacteur van het „Katholiek Sociaal Weekblad". Voorts was hij medewerker van de door Futura uitge geven „Sociale en Politieke Studiën". De Katholieke Sociale Actie benoemde hem tot haar algemeenen secretaris, terwijl hij later tot directeur van het Centraal Bureau van deze organisatie werd aangesteld. Mede door zijn toedoen werden de R. K. Middenstandsbonden opgericht, waarvan Mr. Aalberse adviseur werd voor het bisdom Haarlem. Bewoog hij zich als wethouder aanvan kelijk uitsluitend op het terrein der ge meentepolitiek, al spoedig breidde hij het terrein zijner werkzaamheden uit en in 1902 werd Mr. Aalberse afgevaardigd naar de Tweede Kamer als opvolger van Schaepman. Gedurende dertien achtereen volgende jaren bleef hij in dit college zit ting houden, tot hij in 1916 benoemd werd tot hoogleeraar in de sociologie aan de Technische Hoogeschool te Delft. Na de verkiezingen in 1918 werd Mr. Aalberse geroepen, de functie van Minister van Ar beid te vervullen. In 1922 werd bij het Departement van Arbeid ook Handel en Nijverheid ingedeeld, welke afdeelingen tot dan toe onder den Minister van Water staat ressorteerden. Zeven jaar lang heeft Mr. Aalberse het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid beheerd. Als Kamerlid zoowel als Minister heeft hij zich als een sterk voorstander van or ganisatie van het bedrijfsleven (collectief arbeidscontract) en vérgaande wettelijke regeling doen kennen. Zoo wist hij als Kamerlid in 1915 een strafbepaling tegen oneerlijke concurrentie door een initiatief voorstel tot wet te krijgen. De totstand koming van de Arbeidswet van 1919 ls voor het grootste deel aan zijn werkzaamheid te danken, alsmede de deelneming van Nederland aan de Internationale Arbeids wetgeving. Door de tijdsomstandigheden moest hij van verdere ingrijpende maatre gelen afzien. Ook is het aan zijn invloed te danken, dat de R. K. Bedrijfsraden ont stonden. In 1922 wist hij een wijziging in de Arbeidswet te bewerken. Tengevolge van de verkiezingen In 1925 moest Mr. Aalberse als Minister aftreden; echter werd hij herkozen als lid van de Tweede Kamer, als hoedanig hij thans nog zitting heeft. In de Kamer is Mr. Aalberse een der meest invloedrijke leden en hoewel hij slechts zelden aan de discussies deelneemt, geeft hij er toch leiding aan. Van zijn hand verschenen verschillende geschriften, zoo o.a. „Christelijke Politiek" (1905), „Volksontwikkeling" (1905), „Een onbekende enquête naar Arbeidstoestanden in 1841" (1915). Ook heeft hij meermalen zijn medewerking verleend bij het samen stellen van het Sociaal Jaarboek. Mr. Aalberse is thans nog medewerker van verschillende organen, terwijl hij een tijdlang ook daadwerkelijk een functie in de journalistiek vervuld heeft. Voorts is hij nog voorzitter van de Centrale Comm'ssie voor Statistiek, lid van den Hoogen Raad van Arbeid en Rijksbemiddelaar in het 4e dis trict. Mr. Aalberse ls ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, groot-officier van •de orde van het legioen van eer van Frank rijk, ridder ln de orde van den H. Gregorius den Grooten van den Heiligen Stoel en com mandeur van het grootkruis der orde van de Witte Roos van Finland. Van harte wenschen wij den 60-jarige een „ad muitos annos" toe, tot heil van kerk en maatschappij in Nederland. Het werk van de Generale Commissie Aan de mededeelingen van de Generale Commissie voor de uitvoering van de Zui derzeesteunwet over het vierde kwartaal 1930 ontleenen wij het volgende: In het kwartaal, evenals gedurende het geheele jaar 1930, is de neiging tot aanpas sing bij den nieuwen toestand en tot het ver laten der vlsscherlj niet groot gebleken. Voor een groot deel vindt dit feit zijn verklaring in de buitengewoon goede uitkomsten der vlsscherij over het afgeloopen jaar. Rekening houdende met de omstandigheid, dat vele Zulderzeevisschers begonnen zijn met het exploiteeren van een eendenhou- dersbedrijf, werd een onderzoek ingesteld naar de, mogelijkheid van het oprichten van eendenhoudersbedrijvcn, welke niet gegrond B0RSTPAST1LLE5 30ct cn 50ct perdooj alleen bjj Apothekers en Drogisten. zijn op den aanvoer van visch. Dit onderzoek doet een gunstig resultaat verwachten. In het vierde kwartaal van 1930 werd voor een opleiding voor het eerst een tegemoet koming verleend in 76 gevallen. Op 31 De cember 1930 waren in opleiding 264 perso nen. De zeevaartschool te Schiermonnikoog had tien plaatsen beschikbaar voor zoons van belanghebbenden ln den zin der Zuiderzee steunwet. Voor deze opleiding meldden zich slechts enkelen aan, van well: aantal wegens niet-voldoen aan de eischen by geneeskundig onderzoek slechts twee konden worden toe gelaten. Ten behoeve van de opleiding van twaalf belanghebbenden tot steenzetter werd over 1930 betaald 5327. Door belanghebbenden werd terugbetaald van het door hen verdien de loon 2681, zoodat deze opleiding in 1930 kostte 2646. Gebrek aan belangstelling Pogingen tot tewerkstelling van belang hebbenden bij de- werkzaamheden tot net bouwrijp maken van de Wieringenv.eer slaagden niet door gebrek aan belangstelling /an de zijde der belanghebbenden. Thans kan reeds worden vastgesteld, dat, wanneer in 1932 in verband met de «jsluiting der Zuiderzee de Zuiderzee-visschery geen of althans geen voldoende uitkomsten meer zal opleveren en dientengevolge een belang rijke toevloed van uit de visschery vrijko mende werkkrachten zal zyn te verwachten, de kans om personen, behoorende tot de Zul- derzee-visscherijbevolking, alsnog aldaar <e werk te stellen zeer gering moet worden geacht. Uitbetaald werd in het vierde kwartaal voor propaganda en voorlichting van de vis- schersbevolklng een bedrag van 1562. Totaal werd hiervoor uitgegeven in het jaar 1930 9249, waaronder tevens begrepen zyn de kosten voor het Inrichten van een stand op de Z. V. T. te Enkhuizen, voor een subsidie aan'die tentoonstelling en voor het vervaardigen van de film „Wat nu?" Credietverleenlng, enz. Op 31 December j.l. stond aan credieten uit 278.873; in 1930 ls over 96.316 crediet beschikt Op 31 December hadden 232 belangheb benden ln den zin der Zuiderzeesteunwet voorkeur tot het kosteloos verkrijgen van vergunning tot uitoefening der visscherij op de afgesloten Zuiderzee gevraagd. In het vierde kwartaal 1930 genoten 1084 personen gedurende korteren of langeren tijd een geldeiyke tegemoetkoming ingevolge de Zuiderzeesteunwet. Uitbetaald werd aan dezen in totaal 54.609. Over 1930 werd voor geldelijke tegemoetkomingen uitbetaald 228.517. vyf en dertig aanvragen om geldehjke tegemoetkoming van belanghebbenden van 65 jaar en ouder werden Ingewilligd. Op 31 December 1930 genoten 788 personen, tot deze groep behoorende een geldeiyke tege moetkoming. In 1930 werd voor deze catego rie in totaal uitbetaald 151.919. Geldelijke tegemoetkoming by combinatie van bedryven wordt toegekend aan die Zul derzeevisschers, die ten gevolge van gebrek aan knechts, doordat hun zoons of knechts als gevolg van de afsluitingswerken een be trekking buiten de Zuiderzeevisschery heb ben aanvaard, niet zouden kunnen uitvaren en hun bedryf met dat van een anderen Zulderzeevisscher combineeren. De uitkeerin- gen varieeren van 4 tot 12 per week. Op 31 December j.l. bedroeg het aantal belang hebbenden van deze categorie 92. Over 1930 werd door uitkeeringen by com binatie van bedryven uitbetaald in totaal 32.707. Op 31 December 1930 bedroeg het aantal gevallen 172. Over 1930 werd uitbetaald 35.470. In het vierde kwartaal werd voor in nood verkeerende scheepswerven uitbetaald 1540; achttien personen genoten op 31 December 1930 een geldeiyke tegemoetkomnig. Over 1930 werd voor deze gevallen uitbetaald 6390. l De Alg. Ned. Zulvelbend vraagt medewerking van de regeering De Alg. Ned. Zuivelbond (F.N.Z.) heeft zich met een adres tot den minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw gewend met het verzoek, om den steun der regee ring te krUgen tot het maken van alge meene propaganda voor het gebruik van boter, kaas en melk in. binnen- en buiten land. In het schrijven wordt berekend, dat de verwerking der melk tot boter en kaas in 1930 voor de boeren rond 40 millioen gulden minder heeft opgebracht dan in 1929. De afzet van zuivelproducten ondervindt, wat de export betreft, steeds grooter moeilijk heden door de handelspolitieke maatregelen der invoerende landen en de steeds zwaar der wordende concurrentie van andere zuivel- produceerende landen, terwyi vooral in het binnenland de concurrentie wordt onder vonden van mengproducten en surrogaten. Een kerngezond middel hiertegen is een systematische en goed geleide algemeene propaganda voor het gebruik van zuivel producten, teneinde de vraag er naar op te wekken. Deze propaganda kan op tweeërlei wijze gevoerd worden, n.l. door het gebruik van boter, kaas en melk te bevorderen door middel eener goede voorlichting by het onderwijs. Verzocht wordt, om by den minister van Onderwijs, K. en W. te willen bevorderen, dat voortaan op alle huishoudscholen, kook cursussen en dergelyke, die van regeerings- wege gegeven of gesteund worden, by het onderwys propaganda zal worden gemaakt voor het gebruik van meer melk. boter en kaas, welke producten in vergeiyking met andere, de beste en goedkoopste voedings middelen worden genoemd, die er bestaan. Verder wordt de steun der regeering ge vraagd tot het stichten van een propaganda- fonds ten bedrage van eenige millioenen ter bevordering van den afzet in binnen- en buitenland gedurende tien jaren, waarby er de nadruk op gelegd wordt, dat dit geen di recte steun aan de veehouders beteekent, doch een preventief middel, om te voor komen, dat óók het veehoudersbedryf nood lijdend wordt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5