Van Alles en van Overal de goedkoope vloer bedekking tweede blad DR. WILLEM MENGELBERG PIJLTJES VRIJDAG 27 MAART 1931 BLADZIJDE 1 MASSAAL SPREEKKOOR 1871 28 Maart 1931 KUNST EN KENNIS Bilderdijk-herdenking LUCHTVAART De „Graf Zeppelin" STADSNIEUWS „St. Martba-Vereeniging" VAN ONZE RECHTBANK SPORTEN WEDSTRIJDEN VOETBAL Voetbaltournooi te Luik WIELRENNEN De Zesdaagsche te Parijs ZWEMMEN Nationale zwemwedstrijden „Het IJ' »B_ - 280 Bet is nog niet 200 lang, dat we hier in komt die nieuwe uitvinding, de luidspreker Nederland de spreekkoren kennen. Het te hulp en zijn stem wordt uitgezet tot een spreekkoor is een uitingsvorm, die uit "Uitschland tot ons is gekomen, waar het jjoor den grooten regisseur Reinhardt voor ket eerst werd toegepast en waar het sedert veel wordt toegepast, vooral in de jeugdbe weging. Ook bij de Nederlandscho socialistische Jeugdbeweging vond het ingang en het is log maar een paar maanden geleden, dat jhevrouw Roland Holst daarvoor haar spreek koor „Kinderen van dezen Tijd" schreef.dat JPet zoo groot succes, ik meen dat het was '1 Arnhem, werd ten gehoore gebracht door ®en koor van honderd kinderen Was het wonder, dat ook de leidsters van ^e nieuwe, zoo schitterend gefundeerde K. jeugdbeweging „De Graal", de dappere strijdvaardige „Vrouwen van Nazareth", die fjiet alleen het slechte bestrijden, maar ook Pet goede weten te halen van waar het te v'nden is, naar dit nieuwe uitingsmiddel Grepen? Op den tweeden Paaschdag zal nu ook ■De Graal" in het Amsterdamsche Stadion ?en spreekkoor uitvoeren, dat zal gezegd Worden, nu niet door honderd stemmen, JPaar door zesentwintig honderd te gelijk. Ik heb nu reeds tweemaal een repetitie "Hjgewoond van een gedeelte var. het reus achtige koor, gisteravond - een in het fantas tisch verlichte Stadion van de zeshonderd Pieewerkende Amsterdamsche Graal-leden en kl is natuurlijk een repetitie en vooral een repetitie van maar ongeveer een vierde ge deelte van het geheele koor nog geen uit- voering in het publiek, waar kostuums en Geestdrift meewerken tot het wekken van de klemming bij de duizenden en duizenden die 'Pen op den tweeden Paaschdag in het Sta dion te Amsterdam bijeen hoopt te zien, tóch durf ik wel zeggen, dat het iets grootsch ?al worden, deze demonstratie voor het doorns die beginsel. Wat een spreekkoor is? Als Iemand zijn meening aan anderen be kend wil maken, dan treedt hij op in een kaal, waar eenige honderden aanwezig zijn 6h spreekt daar voor die allen zijn meening dit. En als die zaal te groot is, dan dat zijn stem kan doordringen tot in de uiterste hoe ken, of als hij spreekt in de open lucht, dan hulp en zijn stem wordt uitgezet machtigen roep, die allen bereikt. Maar het blij f t maar één stem, het blijft de stem van den enkeling, die roept, en roept, en roept en wordt gehoord.en weer ver geten. Bij het spreekkoor roept de stem óók, maar daar heeft die stem geen luidspreker noodig om gehoord te worden omdat die stem een veelvoudige is, op den aanstaan den tweeden Paaschdag in het Amsterdam sche Stadion een zesentwintig honderd-vou- dige. die zal spreken van Christus en het Kruis, van het nut van het Lijden, van onze Kracht in Christus en die tot slot een ant woord zal geven aan de „Kinderen van de zen Tijd". Machtiger zal ze zijn, deze veelvoudige stem, veel machtiger dan de mechanisch veelvoudig versterkte stem van den enkeling, omdat er meer bezieling zal kunnen liggen in de honderdvoudige schakeeringen in deze ééne massale stem die spreekt door zes-en- twintig honderd meisjesmonden, dan ooit een enkeling in zijn stem zal vermogen te leggen. Ik heb gisteravond de repetitie bijgewoond van een deel van het koor; maar zeshon derd meisjes spraken er de schoone woor den van „Het Koninklijke Paaschkruis" uit. Het was maar een repetitie en het was dus nog lang niet volmaakt. Maar daarvoor zijn immers de repetities, om het nog onvol maakte te verbeteren en zoo mogelijk ge heel weg te nemen I En toch, hoe onvol maakt dan ook, er waren brokken in die prachtig waren en die ontroerden. Wat zal het dus wezen, als daar op den Tweeden Paaschdag dertig duizend men- schen het Stadion vullen nietwaar, Ka tholiek Nederland zorgt er toch voor, d&t het vol wordt en daar op het midden veld, waar anders de voetbal wordt na gejaagd, staan zesentwintig honderd meis jes allen in witte tuniek met in verschillen de kleuren het kruis op de borst, luide de boodschap van het Paaschkruis te verkon den! Het móét een cusses worden, het kan niet anders! ARTHUR TERVOOREN. Eerst een herinnering, op zich zelf reeds stukje biographie, ontleend aan een Ber- tynsch blad. „Den eersten Mei 1929. Een hotelhal vlak bij de bijna verlaten Linden-allee. De po rtie heeft gewaarschuwd en de straat wordt vtjgehouden. Je kunt het nooit weten. Er komen vreemdelingen aan. ontstemd of Schuchter. Berlijn ziet er anders uit dan zij Gich hadden voorgesteld, 't Is het Berlijn ber demonstranten. Avontuurlijke geruchten hebben het buitenland zoowel als het Rijk telf in opschudding gebracht. Wie niet be hoeft, blijft er buiten, om niet op straat plein te worden neergeschoten, Willem Mengelberg op reis Ook Prof. Dr. Willem Mengelberg, «de beroemde Hollandsche dirigent, schijnt den toestand niet te vertrouwen. Hij heeft de Generale Repetitie, die in den loop van den biddag zou moeten worden gehouden, afge legd, en ls zichtbaar bezorgd, of het van avond gelukken zal, de instrumenten, om het zoo maar eens uit te drukken, ^prima vista Jüist te plaatsen. En hij had zich nog wel Goo op het weerzien van Berlijn verheugd; he jubel, welke hem voor jaren in de ooren tuischte, toen zijn musici het Deutschland- hed aanhieven, dreunt nog na in zijn gehoor. En nu zijn ze opnieuw daar, die honderd Hollanders, met hun leider, dien ze al sedert 35 jaren volgen, en dien ze nu vreezen te Gullen móeten verliezen. Want professor Mengelberg, niet alleen doctor honoris cau sa, maar, om zijn prestaties, in werkelijkheid eh welverdiend, heeft zijn diensten opge- Gogd. Dat heeft de Hollandsche fiscus op Giin geweten. Negen maanden van het jaar bereist deze musicus de heele wereld, en slechts drie maanden verblijft hij in Am sterdam en behartigt er de muzikale belan den van zijn woonplaats en zijn land. Maar van zijn reeds in het buitenland belast in komen, wil de ambtenarij nóg eens belasting heffen. Drie maanden werkt hij in Amerika Het wel we schrijven nog steeds 1929 Red.) en deelt er met Toscanini het diri- Gentschap van de New-Yorker Philharmonle. ISn juist op dit Amerikaansche inkomen heb ben de belasting-autoriteiten het bijzonder begrepen. Of het echter werkelijk tot een breuk zal komen en déze reeds zoo lang be staande samenwerking inderdaad zal worden °Pgeheyen is nog de vraag. Wel is zeker, hat de advocaat van den heer Mengelberg he zaak niet zal loslaten: de laatste toch beschouwt het als een zuiver principieele kwestie en is niet van plan te wijken. Met de Duitsche muziek is Mengelberg van af zijn jeugd verbonden geweest. HU studeerde in Keulen en was in Frankfurt Werkzaam als dirigent. En het was een even bloedige als heerlijke daad, dat hij, kort na het einde van den wereldoorlog, in het nog sterk chauvinistische Parijs zoowel de Matthaus-Passion als de Negende Sympho- hie opvoeren durfde met den Duitschen tekst. In Juni begint in Holland het groote Hcxethovenfeest naar aanleiding van het 100- Jarig bestaan van de Maatschappij van toonkunst. Misschien beteekent dit wel het afscheid van Mengelberg van zijn geboorte- Jand. In Dultschland is het Concertgebouw-or kest reeds lang bekend. Juist heeft het een roemrijke reis door het Rijnland achter den rug, en werd het in Hamburg onder storm- achtigen bijval gevierd." Tot zoover het Duitsche blad, waarvan het geciteerde volkomen de beroemdheid weer geeft, welke onze Hollandsche dirigent bU uitnemendheid niet alleen in Dultschland, doch ook in alle andere landen, waar hij optrad, geniet. Een populariteit zonder weer ga; inderdaad een wereldvermaardheid, een figuur van internationale beteekenis, die Ne derland in de rij der muziek-beoefenende volken een eereplaats heeft gegeven, en deze, dank zy z'n begeesterenden invloed en z'n sterk leiderschap, weet te behouden. Want, zoowel de eene als de andere eigenschap be zit Willem Mengelberg in hooge mate: h« weet te begeesteren, hfj weet ook te leiden, en hij bezit alle muzikale eigenschappen, welke daarby onmisbaar zijn, in hooge mate. Aan belde hebben we een persoonlijke her innering, welke we altijd gaarne oprakelen, wanneer er sprake is over Willem Mengelberg als begeesteraar en dirigent. Ter gelegenheid van een Congres van het Nederlandsche Zangersverbond, dat, naar we meenen plaats had in den zomer van het jaar 1913, zou Willem Mengelberg de hulde der gezamenlijke mannenkoren dirigeeren, welke 's avonds aan H. M. de Koningin op het voorplein van het Huis ten Bosch zou worden gebracht. Op de binnenplaats van de Oranjekazerne zou een korte repetitie plaats vinden, met begeleiding van het orkest der Jagers. Uit gevoerd zou worden „Hollands Glorie" van Rich. Hol. Precies op den afgesproken tijd bestijgt Mengelberg zijn hoogen dirigents zetel en kijkt z'n meer dan vijftienhonderd zangers eens lachend aan. Met enkele woorden geeft hij zijn opvatting van de compositie, stippelt de groote lijnen er van uit, geeft 'n aanduiding van het begin- tempo, en dan heft hij den dirigeerstok op. De inzet is wat aarzelend en ongelijk, 'n Paar korte tikken: „Opnieuw heeren! En dan wat minder met een begrafenisgezicht! Ik zie graag mannen die geheel cpgaan in wat ze zingen!" Nog een paar humoristische mo tiveeringen van het door hem gekozen tem po, en het enthousiasme is gewekt. Opeens: daar is weer afgetikt. Verbaasde gezichten: het ging toch zoo goed. Jawel! Bij de zangers: maar we stonden dicht bij het dirigeergestoelte en we hooren Mengelberg nog zich met een fijnen glim lach tot een der hoornisten van de militaire kapel richten, en hem vragen: „Mijnheer, is bij de noot, die u zoo even blies, mogelijK het herstellingsteeken vergeten? Ik heb hier een b staan en geen bes!" Te midden van die klankenzee uit honderden mannenkelen en van het stevig blazende koper, had zijn uiterst fijn ontwikkeld muzikaal gehoor de fout van den hoornist opgemerkt. Een voorval, dat kenschetsend is, en zoo als er ongetwijfeld in zijn loopbaan tien tallen, door musici, die onder zijn leiding speelden of zongen, zijn aan te halen. Een kiekje vam de repetitie gisteravond in het Stadion te Amsterdam Is het wonder, dat men elkaar in het bui tenland de eer betwist, nem als gastdiri- gent voor de groote orkésten te engageeren? Dat men Mengelberg evengoed in Moskou en Petrograd als in Rome en Napels, even goed in Londen en Parijs als in New-York en Philadelphia enthousiaste huldigingen be reidt? Hét Eere-doctoraat dat de Columbia- Universiteit hem verleende, was wel het dui delijkste bewijs, dat men ook in het buiten land de verdiensten van dezen grooten Ne derlander naar waarde weet te schatten. Men moge het dan met de door hem voor gestane hoofdzakelijk klassieke richting eens zijn of niet, een feit is het, dat de inter nationale roem, aan Willem Mengelberg ten deel gevallen, wel degelijk berust op zijn groote verdiensten als orkestleider en als herschepper van de groote meesterwerken der toonkunstliteratuur. En niet alleen, dat Willem Mengelberg het Amsterdamsche Orkest, waaraan hij sinds 1895 is verbonden, heeft weten op te kwee ken tot een ensemble dat wereldvermaard heid bezit, maar ondanks zijn steeds druk bezetten muzikalen werkkring heeft hij in den loop der jaren nog kans gezien om ver schillende buitenlandsche orkesten, zoo te Frankfurt, te Londen en te New-Yorlc tot eerste rangs-orkesten op te werken. Van het Kon. Philharmonisch Orkest (Queen's Hall) te Londen heeft hij zelfs de leiding geheel op zich genomen, en hij heeft zich ook ver plicht tot regelmatige concertreizen met dit gezelschap. In 1920 vierde Mengelberg zijn 25-jarig jubileum als dirigent van het Amsterdam sche Concertgebouw-orkest. Te dier gelegen heid hadden te Amsterdam de veel bespro ken Mahler-feesten plaats. De viering van Mengelberg's zestigsten verjaardag is voor 't Concertgebouw-orkest een welkome gelegen heid om nogmaals, door een reeks van feest- concerten, den kunstenaar en sympathieken leider te huldigen. Binnen- en buitenland sche kunstenaars zijn uitgenoodigd, om in édelen kamp, met het schrijven van nieuwe orkestwerken, hun talenten te wijden aan dit jubileum. De bekroonde werken zullen te vens op die feestconcerten worden uitge voerd en ongetwijfeld voor Mengelberg en zijn orkest tot gloriedagen worden, waarop zoowel door de scheppers zelf als door de uitvoerenden, met trots en voldoening zal kunnen worden teruggezien. Dirigent en or kest ook van deze plaats een oprecht ge- meenden gelukwensch, en een „ad muitos an- nos" van nieuwe en onverbreekbare artis tieke samenwerking! Rede van August Heyting Ter herdenking van Bilderdijk's terugkeer uit zijn „ballingschap" op 26 Maart 1806 had het Bilderdtjk-comité gisteravond in Pulchri Studio te Den Haag een feestvergadering be- legd. Tot hen die dezen avond bijwoonden, be hoorden de koningin, prinses Juliana en prins Hendrik. Voorts deden van hun be langstelling door hun aanwezigheid blijken öe Minister van Onderwijs, K. en W.. mr- Terpstra; de oud-Minister mr. Waszink, de heer P. Visser, chef van de afd. K. en W. van het departement van O. K. en W., mr. dr. Ter Pelkwijk, gemeente-secretaris van 's Gra- verihage prof. mr. Van Poelje, chef van de afd. Onderwijs K. en W„ de heeren P. J. de Kanter, algemeen voorzitter, en kolonel K. E. Oudendijk, voorzitter van de Haagsche af deeling van het Alg. Ned. Verbond; het be stuur van Pulchri Studio, alsmede verschei dene Nederlandsche letterkundigen. De voorzitter van het Bilderdijk-comité, de heer Aug. Heyting, leidde de bijeenkomst in, waarbij hij de koninklijke familie de er kentelijkheid en dankbaarheid van het co mité betuigde voor haar aanwezigheid. In gelijken zin richtte de heer Heyting zich tot den Minister, waarna hij een herdenkings rede uitsprak. De Nederlander, dien wij heden herdenken, aldus spr., is zeker een der merkwaardigste figuren van ons volk, ons meest veelzijdig genie en onze tweede dichter. Was Vondel Vlaamsch van afkomst en verloochent zijn werk die afkomst niet geheel, zoodat zijn penseel wel eens meer verwantschap toont met de Vlaamsche dan met de Hollandsche schilderkunst, ook Bilderdijk ls als Hollan der een uitzonderlijk type. Hem is het Hol landsche flegma vreemd, hij werd er de fel ste bestrijder van, hij is van aard ontvlam baar, fantastisch, onpractisch, en hekelt de geldzucht van vele zijner landgenooten. Van dezen man, die op zoo tal van ge bieden heeft uitgeblonken, vieren wij een zeer bijzonderen datum: den terugkeer uit zijn 11-jarige ballingschap. Bilderdijk had in 1795 in plaats van zich te onderwerpen, de nieuwe regeering door een uitvoerig en scherp adres uitgetart en moest dientenge volge binnen 24 uren Den Haag en binnen acht dagen de Provincie verlaten. Zooals prof. Goslinga in zijn artikel in het Ge denkboek der Vrije Universiteit heeft aan getoond, verraste de maatregel den advo caat volkomen. Het was voor hem een ramp. Hij had een gezin achter te laten, hij moest een hem dierbare praktijk in den steek laten en wat nog erger was dan dit laatste: zijn uitgebreide bibliotheek van zesduizend boe ken en een door de jaren gegroeiden stapel aanteekeningen op allerlei gebied. Aldus beroofd van een rijk en moeizaam bijeenge gaard magazijn, welken slag hij zijn leven lang heeft gevoeld, met een wankelbaar ge stel, werd hij den vreemde ingestuurd en moest zich maar zien te redden. Hij trekt over Amsterdam, Groningen en Hamburg naar Londen. Hij tracht er van lesgeven te leven, doch ziet meer uitzicht in Brunswijk, waar hij negen jaren blijft, doch zijn geluk geenszins vindt in zijn omgeving, maar alleen in zijn nieuwe vrouw. Als in 1806 de monarchie in Nederland wordt hersteld, achten Bilderdijk's vrienden den tijd rijp om zijn terugkeer te bewerk stelligen. Deze terugkeer wordt Bilderdijk wel eens euvel geduid maar was zeer begrij pelijk. Hij verkeerde in moeilijke omstandig heden, zoodat het einde van zijn balling schap een uitkomst was. Hij zag, terwijl Napoleon nog steeds wies in macht, voor de naaste toekomst geen uitzicht op een herstel van het Oranjehuis, doch bleef, ook tegen over Lodewijk Napoleon zijn liefde voor dat huis trouw. De nieuwe monarch sprak er trouwens met eerbied over. Lodewijk was een goed en aangenaam vorst, die de be vordering van 's lands belangen boven die der Fransche stelde. Bilderdijk kon in vriend- schappelijken omgang met den koning, die hem de eer van zijn rijk noemde, een voor zijn land slechts gunstigen invloed oefenen, 's Dichters zienswijze aangaande den keizer wijzigde zich in gunstigen zin en hij hoopte na diens overwinningen op de intrede van een nieuwe, schoone aera voor Europa. Dat Bilderdijk juist handelde wordt be wezen door zijn thans terstond volgende ver richtingen. In vier jaren tijds schenkt hij zijn volk een volledige poëzie van hooge orde: epische, didaktische en dramatische poëzie, benevens lyriek. Vervolgens besprak de heer Heyting ver schillende werken van den dichter in het bijzonder, waarbij hij verscheidene passages uit Bilderdijk s poëzie voordroeg. Op deze rede volgde langdurig applaus. Teneinde de veelzijdigheid van Bilderdijk als dichter duidelijk te doen uitkomen, had het comité een keuze gedaan uit de groote verscheidenheid van werken, welke werden voorgedragen door mevr. W. L. Boldingh— Goemans, mevr. Ellen Vareno en de hee ren Willem Niestadt en Albert Vogel. wuiem Mengelberg tnuis Eerste vlucht in dit seizoen Hedenmorgen te 6.22 uur is het. luchtschip „Graf Zeppelin" onder commando van ka pitein Lehmann voor de eerste maal in dit jaar opgestegen voor het maken van een technische proefvlucht. Tengevolge van den steeds sterker worden den Oostenwind is de „Graf Zeppelin" na een vlucht van anderhalf uur reeds weer bij de luchtschepenwerf geland. Verschenen is het jaarverslag over 1930 van de Nederlandsche R. K. Centrale Ver eeniging tot bescherming van meisjes, afdee- ling Haarlem, genaamd „St. Martha-Ver eeniging Daaraan ontlqgnen wij het volgende: In de geschiedenis der St. Martha-Vereeni ging staat het jaar 1930 met zilveren letters geboekt. En wanneer wij een terugblik wer pen op deze vijf en twintig jaar van haar bestaan, dan mogen we zeggen dat onder de bescherming van O. L. Vrouw van Goeden Raad en van dé H. Martha veel is tot stand gebracht. Op 18 September 1905 richtte kapelaan Beysens de vereeniging op. Deze telde toen 7 werkende leden, die zich geplaatst zagen tegenover een machtige taak en nog niet mochten rekenen op de sympathie van zoo- velen, die langs haar gingen en het niet noo dig achtten een hand uit te strekken naar haar, die hulp vroegen. Men huurde een be nedenhuis Raamvest 61 zw., waar de avond bijeenkomsten konden worden gehouden. In 1907 verhuisde men naar 't Donkere Spaar- ne 22, waar tevens gelegenheid was. in tijd van nood, enkele meisjes onder dak te bren gen. In het jaarverslag boekte de penning- meesteresse, dat de uitgaven 531.89 hadden bedragen. Mogen we thans niet spreken van bijzon deren zegen, nu wij kunnen wijzen op drie eigen tehujzen n.l. voo;r kinderen, passan ten en werkende dames uit den midden stand en op een staat van uitgaven over 1930 van 33922.88? Bij het stadsonderzoek werd voor 29 on gehuwde moeders hulp ingeroepen; haar kinderen werden opgenomen in de Kleine Theresia-Stichting of elders ondergebracht. Tegemoet gekomen werd in de verpie- gingskosten voor die kinderen, terwijl nog voor 8 kinderen van ongehuwde moedors om plaats en hulp werd gevraagd. Vele meisjes werden door ons in gestichten verpleegd; zoo noemen wij: 3 voogdijkinderen met 1005 verpleegdagen, niet gesubsidieerd; 23 voogdijkinderen met 4772 verpleegdagen, waarvan 3767 dagen gesubsidieerd; 9 vrije pupillen, met 2125 verpleegdagen; 4 meisjes in doorgangshuizen en zieken huizen met 126 verpleegdagen; 4 meisjes werden door den Voogdijraad toevertrouwd met 148 verpleegdagen; a Over 3 voorwaardelijk veroordeelden werd patronaat uitgeoefend, terwijl over 21 de voogdij, toeziende- en gezinsvoogdij werd aanvaard. 35 meisjes werden met raad en daad bij gestaan. In Ons Tehuis aan de Bloemhofstraat 1 verbleven 728 personen met 2064 persionda- gen en 1610 nachtlogies. Er werden 66 dagen gratis pension verstrekt. Het aantal diners bedroeg 236; soupers en ontbijt 721; 3 maal gratis ontbijt, 266 koppen koffie en thee. In „Huize Martha" heeft men groote plan nen. Het huis Koninginneweg 8 b komt vrij; zoodat mevr. Wiegant, die met het toezicht op het tehuis belast is, zich voorstelt, dit keurig in te richten. Daar boekte men aan vaste logies 3442 dag en nacht 73 dagen en nachten van passanten, 16 logies met ontbijt, 13 lunchen en 17 diners. Bij de R. K. Arbeidsbeurs voor vrouwen en meisjes kwamen in: aanvragen werkgeefsters 1052, voldaan 777; aanvragen werkneemsters 1253, voldaan 777; totaal aanvragen 2305, voldaan 1554. Het financieel vérslag sluit in ontvang sten en uitgaven met een bedrag van 33922.88. In de Kleine Theresia-Stichting werden niet minder dan 40 kindertjes verzorgd met een totaal aantal verpleegdagen van 5061. Het financieel jaarverslag der stichting sluit met een bedrag van 10477.58 'A en een voordeeüg saldo van 13.68. Der Deutsche Martha-Verein werd gemid deld door 160 meisjes bezocht. Tot Augustus 1930 werden meer dan 500 meisjes bezocht. De toevloed van meisjes was in 1930 zeer groot. Uitspraken van Donderdag 26 Maart 1931 P. v. B., arbeider, J. v. d. B„ los arbeider, beiden te Hillegom en M. H. L., grondwer ker, te Rotterdam, allen thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Haarlem, dief stal in vereeniging door middel van inklim- ming, resp. 8, 8 en 6 maanden gevangenis straf met aftrek van preventieve hechtenis o.v. „Stormvogels" neemt er aan deel Men deelt ons mede, dat „Stormvogels" met de Paaschdagen deelneemt aan een voetbaltournooi te Luik. Het Hollandsche koppel PijnenburgVan Kempen heeft gedurende de afgeloopen 24 uur een flinken achterstand bekomen. Toen Broccardo en Buschenhagen twee ronden voorsprong hadden genomen, kwam Pijnenburg te vallen. Van Kempen verscheen niet spoedig ge noeg in de baan, waardoor de Hollanders bovendien nog een strafronde opliepen. De stand luidt thans: 1. BroccardoBuschenhagen 99 p.; 2. Mou- tonBresciani 78 p. Op één ronde: 3. Raynaud—Day en 72 p.; 4. MervielFoucaux 59 p. Op twee ronden; 5. CoupryBoucheron 161 p.; 6. ChouryFabre 101 p.; 7. Pelissier Leducq 47 p. Op drie ronden: 8. Van KempenPijnen burg 117 p. Op vier ronden: 9. BlanconnetMarcillac 64 p. Op vijf ronden: LemoineGuinbretiere 89 p. Op zeven ronden: LinariDinale 55 p. Op negen ronden: 12. Opperman—Lamb 52 p. Op 10 ronden: 13. PecqueuxRenaud 131 p. Loonsverlaging of inkrimping van den werktijd Wij hebben er een dezer dagen op ge wezen, dat er in Duitschland vijf mil- lioen werkloozen zijn, d.w.z. dat er op iedere drie man een vierde is, die wer ken wil, maar niet werken mag. Eenig' maanden geleden stond Engeland aan den kop van de landen, die het grootst aantal werkloozen hebben, maar sinds eenige weken is deze twijfelachtige eer aan het Duitsche Rijk overgegaan. En het schijnt, dat onze Duitsche buren de zaak „tüchtig" aan willen pakken. De Minister van Binnenlandsche Zaken, Stegerwald, moet een dezer dagen ver klaard hebben, dat de bedrijfsleiders in den loop yg,n de maand Maart wat uit hebben te vinden om de werkloozen te helpen, want dat de Regeering anders zelf zal ingrijpen." Dat is kort en krachtig. Welke richting men uit zal gaan, ls nog niet te zeggen. De een voelt meer voor loonsverlaging; de ander voor in krimping van den arbeidstijd tot vijf dagen per week met handhaving van de tegenwoordige positie van de arbeiders. Maar daarnaast dient een uitbreiding van de dagelijksche behoeften van het menschdom onder het oog te worden gezien. Uitbreiding van het aantal ge bruiksvoorwerpen Hoe vreemd het ook schijne, waar schijnlijk brengt uitvoering van het voornemen der Duitsche regeering ons weer een eind den goeden weg op, maar wel is het duidelijk geworden, dat de liquidatie van de groote werkloosheid niet kan plaats hebben door pogingen van afzonderlijke personen. Een steviger macht moet ingrijpen. Laten wij eens afwachten, en hopen, dat de Duitschers er in slagen zullen ook in dit opzicht baanbrekend werk te doen. y Duin, presidente van de Dameszwemclub „Inter Nos" en de heer J. A. C. Bierenbroods pot, directeur van de N. V. „De Sportfond sen", die de dames huldigde voor haar fraaie prestaties in Zuid-Afrika. Direct daarop vond de uitdaging 4 x 100 Meter vrije slag estafette dames plaats tus- schen de Rotfcerdamsche Dameszwemclub, die in afwezigheid der O. D. Z. het Neder- landsch record op haar naam had gebracht met een tijd van 5 min. 10 3/5 sec., en de 0. D. Z. Op de eerste 100 Meter wist mej. Klapwijk een kleinen voorsprong te nemen op de O. D. Z.-zwemster Lejeune. Jeanne Grendel zwom dezen achterstand op de R. D. Z.-zwemster mevr. De Groot Van Gelder niet in, zelfs wist Truus Bau- meister den voorsprong van de R. D. Z. te vergrooten, zoodat Zus Braun voor de moei lijke taak stond ongeveer 3 Meter op dc laatste 100 Meter tegen het 14-jarig zwem- stertje Willy den Ouden in te halen. Na 50 Meter lagen beiden gelijk, doch tegen öe verwachting in zwom mej. Den Ouden dé laatste 25 Meter buitengewoon snel en tikte als eerste aan met flinken voorsprong op mej. Braun, een fraaie prestatie, waarvoor zij hartelijk gehuldigd werd. Het bleek, 'dat het Nederlandsch record met niet minder dan 8 sec. verbeterd was, en nu gebracht is op 5 min. 2 3/5 sec. De tijd van O. D. Z. was 5 min. 4 1/5 sec. Mej. den Ouden deed over de laatste 100 Meter 1 min. 112/5 sec., hetgeen een uitstekende prestatie kan worden genoemd. De Zweedsche estafette vrije slag heeren werd door „Het IJ" gewonnen in 4 mm. 13 4/5 sec. voor de zwemclub „Haarlem" en „Dolfijn". De A. Z., eerstaankomende, werd gedis kwalificeerd. De gedetailleerde uitslagen luiden: 5 x 50 M. est. (vrije slag) adsp. jongens: 1. Dolfijn 2.50 4/5; 2. het IJ 3 X 50 M. est. wisselslag adsp. meisjes: 1. R.D.Z. 2 min. 3 sec.; 2. IJ 2.4 4/5 sec. en 3. I.N. 2 min. 5 sec. 4 X 100 M. est. vrije slag dames: 1. R.D.Z. (dames Klapwijk, De Grootv. Gelder, Bau- meister en Den Ouden) in den tijd van 5 min. 2 3/5 sec. (nw. record); 2. O.D.Z. (da mes Lejeune, Grendel, Oversloot en Braun) 5 min. 4 1/5 sec. Zweedsche estafette vrije slag heeren: 1. IJ 4 min. 13 4/5 sec.; 2. Haarlem 4 min. 24 4/5 sec.; 3. Dolfijn 4 min. 33 2/5 sec. Zweedsche estafette: wisselslag dames: 1. R.D.Z. 6 min. 17 1/5 sec.; 2. IJ 6 min. 23 1/5 sec.; 3. H.D.Z. 6 min. 33 3/5 sec. 5 X 50 M. estafette: schoolslag dames: 1. IJ 3 min. 39 sec.; 2. Inter Nos. 10 x 50 M. estafette vrije slag heeren: 1. IJ 5 min. 13 2/5 sec.; 2 A.Z. 5 min. 13 2/5 Huldiging O.D.Z.-zwemsters Nederlandsch record 4 x 100 Meter vrije slag dames verbeterd Donderdagavond vonden onder overgroote belangstelling nationale wedstrijden plaats in het Sportfondsenbad, georganiseerd dopr de Zwemvereeniging „Het IJ", waaraan te vens een huldiging was verbonden van de O. D. Z.-zwemsters Marie Braun, mej. Over sloot, mej. Grendel en voorts van mej. Huy- bers, die zoo'n succesvolle tournée door Zuid- Afrika hebben gemaakt. Als inleiding werd een tweetal adspiran- ten-nummers gegeven, waarna de heer G. Blitz namens „Het IJ" mevr. Braun en de zwemsters huldigde met enkele hartelijke woorden en haar bloemen aanbood. Nog voerden het woord mevr. Happel—van Zeer laag in prijs in verhouding tot de bij zonder mooie, sterke uitvoering en de groo te keuze van prach tige dessins Let op het merkteeke* Stragulaop de achterzijde f 1.45 per el (68 cM.) 200 cM br f 1.35 per el (68 cM.) 183 cM br Bij eiken winkelier verkrijgbaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5