Buitenlandsch oJ\ieuws FEUILLETON DE DROOMER ¥- Tol-Unie DERDE BLAD VRIJDAG 27 MAART 1931 BLADZIJDE 1 De Duitsch-Oostenrijksche De meening in Engeland De Vlootovereenkomst Belgische Kamer Teraardebestelling van Hermann Mueller Een indrukwekkende plechtigheid Liberalen en Labour Verklaring van Lloyd George Nieuwe studententroebelen in Spanje Gemengde Buitenlandsche Berichten Bij ons geen lijkoven Geheimzinnige „bloedregen" in een dorpje te Hongarije De Grootmeester der Malthezer Orde overleden KORT NIEUWS FAILLISSEMENTEN RADIO-OMROEP BOEK EN BLAD t 6RIAW0 In officieele kringen in Engeland heeft toet afwijzende antwoord van den Duitschen Rijkskanselier Dr. Brüning op het voorstel van Henderson om de kwestie van de DuitschOostenrijksche Tolunie voor den Volkenbond te brengen, niet geringe ver rassing teweeggebracht. Het standpunt van Brüning, dat deze kwestie niet aan den Volkenbond dient te worden voorgelegd, wordt in Engeland niet gedeeld. Men is geneigd te gelooven, dat de Rijkskanselier Henderson's voorstel wellicht verkeerd begrepen heelt. In verband met een en ar.der heeft de Engetsche Ambas sadeur te Berlijn opdracht ontvangen de aandacht van Dr. Brüning nogmaals op Henderson's bemiddelingsvoorstel te vesti gen, waarbij men in Engelsche kringen te vens de hoop uitspreekt, dat Brüning wel licht nog voor een andere opvatting te vin den zal zijn. Het voorstel van Henderson behelsde n.l„ dat in den Volkenbondsraad uitgemaakt zou worden of het Duitsch-Oostenrijksche dou- ane-accoord zich beweegt binnen het kader van de bepalingen van het Geneefsche Pro tocol van 1922 betreffende de Oostenrijksche Volkenbondsleening. De meening in Frankrijk. De démarche van Henderson heeft, te Pa rijs kalmeerend gewerkt en men hoopt, dat dit ook te Berlijn het geval zal zijn, waar volgens de Engelsche opvatting nogal een en ander aan diplomatiek inzicht zou ontbre ken. Het spreekt vanzelf, dat de Duitsch- Oostenrijksche dcuane-overeenkomst een terrein raakt, waarbij de Volkenbond uiter aard belang heeft. Het zwaartepunt is hier gelegen in de redactie van Artikel 11 van het V. B.-Statuut. De Fransche douane-commissie tegen het verdrag De douanecommissie der Fransche Kamer heeft met eenparigheid van stemmen een motie aangenomen, waarin den ministers van buitenlandsche zaken, van handel en landbouw verzocht wordt zich energiek te verzetten tegen de doorvoering van de tol unie en ingeval geen gevolg gegeven wordt aan het Fransche protest onmiddellijk over te gaan tot 'opzegging van het ♦ransch- Duitsche en het Fransch-Oostenrijksche han delsverdrag. Als motiveering wordt aangegeven, dat de tol-unie ten doel heeft de Duitsche en Oos tenrijksche markten aanzienlijk te verster ken, hetgeen een verstoring van het econo misch evenwicht ten gevolge zou hebben. De tol-unie brengt het Europeesche even- Wicht in gevaar op het oogenblik, dat de Europeesche mogendheden bereid zijn dit evenwicht door het afsluiten van een alge- meene Europeesche unie te versterken. Ten 6lotte staat het Duitsch-Oostenrijksch eco nomisch verdrag in formeele tegenspraak tot de internationale verdragen. Als laatste mo tief wordt dan nog aangevoerd, dat het han delsverkeer tusschen Duitschland en Frank rijk eind 1930 sloot met 3.853 millioen francs ten nadeele van Frankrijk. Vervolgens wordt nog geëischt, dat een gemeenschappelijke actie zal worden inge steld tegen het accoord. Veroordeeling van Herriot. Het radicale Kamerlid van Lyon, oud-mi nister-president Herriot, heeft in tien pun ten zijn meening omtrent het Duitsch-Oos tenrijksch tolverbond gepubliceerd. lo. Het protocol omtrent de regionale ver dragen is een geveinsde beweging, een val strik; 2o. Door artikel 2 van het verdrag wordt een tolverbond gesloten, en wij weten uit het verleden wat dit beteekent; 3o. Men kan de Franschen niet voor zulke domooren houden, dat zij niet meer weten, dat het Duitsche keizerrijk uit een tolverbond is ge groeid; 4o. Het protocol is in flagrante te genspraak met de organisatie van den vre de; 5o. Duitschland is door dit protocol een ellips met twee middelpunten geworden; 6o Binnenkort zal ook Hongarije zich by het verdrag aansluiten als het dit niet al reeds heeft gedaan; 7o. In Duitschland is de de mocratie door het nationalisme en het im perialisme om den tuin geleid; 8o. Het pro tocol is een agressieve daad van de Duitsche en Oostenryksche nationalisten; 9o. Door het protocol worden de vrede en de demo cratie bedreigd; lOo. Het is noodzakeiyk om te weten te komen of beide landen voorne mens zyn de politiek van Genève te volgen. Het standpunt van Tsjecho-Slowakije De minister van buitenlandsche zaken, Be- nesj heeft in de commissie van buitenland sche zaken van het Huis van Afgevaardigden 14. HOOFDSTUK XI. En Fay had goed gezien: Ronald kwam ook niet weer. Hy liet zich leiden door de omstandig heden was hij bij haar, dan had hy haai lief en toonde haar ook liefde. Toch wist iiü heel goed, dat, al zou hij door de beschik king van Mrs. Hastings nu ook gered zijn, wat zon geldelijke moeilijkheden betrof, hy haar dan toch niet tot de zijne zou maken zy was al dicht by de dertig, had veel van haar frischheid verloren en zou zeker niet zoo'n geschikte vrouw voor hem zijn ais Vera, die hem met haar schoonheid dooi velen zou benyd worden. Intusschen ontmoette Simon Miss West ook telkens buiten in het bosch; meestal op het oude plekje, daar dicht by het meer 8oms bleef zü slechts enkele minuten, soms wel een uur, en steeds wisselden haar stem mingen. Nu eens was zy wat plaagachtig in haar uitlprtenden overmoed, dan weer ?e- zellig-kameraadschappelijk; en dan weei van een fladderende luchthartigheid, waar in hy zich allerminst verplaatsen kon. een uitvoerige verklaring afgelegd. Het ge- heele vraagstuk, zoo betoogde hy o.a., is van drie standpunten te beoordeelen, welke niet van elkaar gescheiden kunnen worden, nj. van economisch, politiek en volkenrechtelijk standpunt. Vooral kunnen de politieke en economische factoren in het bijzonder niet gescheiden worden. Van deze standpunten uit kan het plan ons slechts bevredigen, wanneer de èonstructie ervan in het geheele Europeesche kader wordt doorgevoerd en zoo veranderd wordt, dat zij in overeenstemming is met de belan gen van alle staten. De begrensde conclusie, zooals zy nu voorligt, zou noch in overeen stemming zyn met onze politieke, noch met onze economische belangen, en hierby onzen staat in zyn levensbelangen raken, zy kon ook moeiiyk in overeenstemming zyn met de belangen van andere staten, en zoo voor Centraal Europa nieuwe, den vrede bedrei gende, bezwaren inleiden. Daarby wordt indirect de quaestie van «den „Anschluss" gesteld; daaromtrent is ons standpunt bekend. Daarom kunnen wy dit plan niet aannemen. Wat betreft de juridische züde wordt met volle recht de vraag gesteld, of dit plan niet aan de verplichtingen tekort doet, welke in vredesverdragen en in het protocol van Genève zyn vastgelegd. Onze meening is, dat met de verwezenlijking van dit plan, die verplichtingen ophouden. Ik ben derhalve van oordeel, dat Briand en Henderson in hun conferentie terecht beslist hebben, dat. zoo wel uit politieke als uit juridische overwegin gen, de geheele quaestie aan den Volken bondsraad moet worden voorgelegd. Ik denk, dat te Genève juist en politiek verstandig be slist zal worden. Het gaat hier om een voor de rust en den vrede van Europa belangryke aangelegenheid. W« zullen de beslissing van Genève, welke zeker in het algemeen belang van Europa zal zijn, gaarne aannemen. Dit ligt geheel in de iyn van oi^e buitenland sche politiek. BENESJ Dr. Bfnesj constateerde, dat de besprekin gen met de Duitsche en Oostenryksche ver tegenwoordigers in vriendschappeiyken geest en toon waren gevoerd, en hy sprak de hoop uit, dat de vriendschappeiyke politieke be trekkingen er niet orïder zullen ïyden. De regeering zal de geheele quaestie nauwkeurig in het oog houden, haar voorbereidingen treffen en op alle gebeuriykheden voorbereid bbjven. Nieuwe Maritieme besprekingen Gisteren hebben aan den Quai d'Orsay be sprekingen plaats gehad, betrekking hebben de op de moeiiykheden, welke gerezen zyn bij de redactie van de Vlootovereenkomst. Aan deze besprekingen namen behalve de maritieme deskundigen, van Fransche zyde déél Briand, de minister van Marine Du- ir.ont en Massigli en van Engelsche zyde de minister van Buitenlandsche Zaken Hen derson en de ambassadeur lord Tyrrell. Een officieel communiqué werd niet uit gegeven Naar verluidt, zouden de bestaande moeiiykheden nog niet geheel geëlimineerd zyn. Interpellatie der Nationalisten over een oude oorlogskwestie In de Belgische Kamer heeft de nationa listische Vlaamsche afgevaardigde Ward Hermans geïnterpelleerd over de „gruwelen, gepleegd op Vlaamsche activisten te Gent aanstonds na den wapenstilstand in 1918." De aanleiding tot deze interpellatie was het feit, dat nimmer schadevergoeding werd toe gekend aan de slachtoffers dezer g-uwelen, of, indien zy overleden zijn, aan hun na bestaanden. De interpellant verklaarde, dat op verschei dene activisten in die dagen ernstige ge welddaden zyn gepleegd en hij noemde de namen van personen, die zich daaraan zou den hebben schuldig gemaakt. Ten slotte drong hij aan op de instelling van een com missie, die de aangerichte schade zal vast stellen. De minister van justitie Janson, antwoord- Maar, daar hy droeve geschiedenis kende, vond hy hierin een blyvende verontschuldi ging voor haar soms vry onaardig optreden. Op een dag vond hy haar in de portiers woning van de Abbey aan het spelen met de kinderen. Ze waren beiden verrukt en al van verre klonken hun luide juichkreten By zyn binnentreden hield zy echter on middellijk op en zei: „Kon}, laten we naar buiten gaan. 't Is hier warm en stoffig." Samen liepen ze de oprylaan door naar de Abbey. Hy had haar nog nooit zoo druis en levendig hooren spreken. Simon," begon ze „want ik mag u toch wel Simon noemen?" Zóó vleiend klonk haar toon van spreken en zoo lief en vriendelijk stond haar ge zichtje, dat het bloed hem naar het gelaat steeg. Aarzelend stamelde hy echter: „Ikik geloof van niet." „Waarom niet?" vroeg zy verrast. „Nicht AnnetteMrs. Hastings mocht het eens niet goed vinden!" „Niet goed vinden? Maar hoe ter wereld zou zy het te weten komen? Ik zou u enkel maar zoo noemen, als wy alleen waren." „Maar u weetdat wy geen van allen met u flirten mogen." „Is u waariyk bang, dat u met my flirtte. Mr. Simon?" „Ik weet niet." „Nu, ik kan u dan wel verzekeren, dat dit niet het geval isl" de dat hU de kwestie uitsluitend van juridisch standpunt zou beschouwen. De betrokkenen kunnen krachtens de bestaande wet schade vergoeding vragen; gaat dit niet, dan moet de afgevaardigde Hermans maar een nieuw desbetreffend wetsontwerp indienen. Groot tumult ontstond toen de naam van den socialist Anseele werd genoemd, die by den wapenstilstand waarnemend burgemees ter van Gent was en volgens den nationalist Debacker „in dienst van de Duitschers stond. Anseele vroeg het woord en deelde eenige byzonderheden mede uit de laatste dagen der Duitsche bezetting in België. Hij zette uiteen hoe hy destyds door het Duit sche bestuur naar Brussel was ontboden, waar men hem wilde belasten met h&t be stuur van het land gedurende het tijdperk van het terugtrekken der Duitsche troepen en het oprukken van het Belgisch leger. An seele zou zoo iets geweest zyn als „president van een republiek", maar hy liet zich het hoofd piet op hol brengen en raadpleegde de politieke leiders, die nog in het land ver bleven. Te Gent teruggekeerd kreeg hy, te zamen met een paar andere burgers, de lei ding van de stad in handen, daar de Duit sche burgemeester vertrokken was. Inmid dels moest Anseele ook met Janson naar Lo- phem, waar de koning verbleef. Toen hy te Gent terugkeerde, vernam hy van de plun deringen en zag zich geplaatst voor een even betreurenswaardigen als hachelijken toe stand. De politie was ontwapend en een po litiecommissaris werd met den dood be dreigd. Het is dan ook zeer goed mogeiyk, aldus Anseele. dat ik de politie tot voor zichtigheid heb aangemaand, maar het gaat niet op de zaken voor te stellen alsof ik de politie aanbraden zou hebben de plunde raars te laten begaan. Overigens heb ik, daar de politie machteloos was, de hulp van het leger ingeroepen. Ik heb in de Novem berdagen myn plicht gedaan. Temidden van protesten en uitroepen der nationalisten hief de voorzitter Ponselet de zitting op. Gistermiddag heeft onder enorme belang stelling van de zyde van de Sociaaldemo cratische Party Ryks- en Pruisische auto riteiten, Rijksbanier-Zwart-Rood-Goud en vele partygenooten dft binnen- en buiten land, de teraardebestelling plaatsgehad van het stoffeiyk overschot van den oud-Ryks- kanselier Hermann Müller. In het „Vorwarts"-Gebouw aan de Lin- denstrasse, welke door Schupo te voet en te paard was afgezet, had des middags te vier uur een rouwplechtigheid plaats. De zaal was met zwarte doeken, lauwerserusboomen en guirlandes getooid. Op het podium rustte de kist met het stoffelyk overschot van Her mann Müller, omgeven door leden van de Ryksbanier. Voor de kist namen de bestuur- deren van de Duitsche Sociaaldemocratische Party en die uit het buitenland plaats. On der hen bevonden zich Vandervelde (België), Minister-President Stauning (Denemarken), Adier (Zürich), Karl Renner en Burge meester Seitz uit Weenen en Leon Blum (Frankrük). Muziek en zang verleenden aan deze sa menkomst een byzondere wyding. De Partyvoorzitter Wels nam het woord en huldigde Müller als den leider van het heirleger van den arbeid, het kantoorperso neel. de vrye vakbonden, de arbeidersjeugd en de arbeiderssport alsmede van de in het Centraal Verbond der Verbruiksvereenigingen vereenigde consumenten. Spr. herinnerde aan de taak, die Müller in Juli 1914 voor het Partybestuur ter vervulling kreeg en die hem op den len Augüstus, vlak voor het uit breken van den wereldbrand, naar Parys voerde. Tevens bracht spr. in herinnering, dat door den Belgischen socialist het leu genweefsel vernietigd is, dat door de Natio nalisten om deze reis heengeweven is. Na den wereldoorlog heeft Müller te Bern de verbroken banden met de socialisten der andere landen weer aangeknoopt. De dag van Versailles is voor hem de moeilijkste van zyn geheele leven geweest. Dat echter Müller het Verdrag heeft onderteekend, is een daad, die reeds thans door de geschie denis is gerechtvaardigd. Deze daad toch. beteekende het begin van de bevryding op een weg, waarop vele andere mannen van beteekenis hem gevolgd zyn. Uit naam van de buitenlandsche vertegen woordigers werd daarop nog het woord ge voerd door Vandervelde uit Brussel, die aan den heldentyd der socialistische beweging herinnerde en Hermann Müller huldigde als den medestryder van Bebel, Jaurès en als een wegwyzer voor de toekomst. In de Lindenstrasse werd de rouwstoet geformeerd. De ïykwagen werd geflankeerd door de leden van de Ryksbanier en de So cialistische Jeugd." Er was een schat van bloemstukken en kransen, waaronder ook van den President der Republiek, de Rüks- en Pruisische Regeering en den Republi- keinschen Landbond. Terwyl de muziek den Treurmarsch van Chopin speelde, zette de stoet zich in beweging. In de WUhelmstrasse woei van alle officieele gebouwen de vlag halfstok. Voor de Rykskanselary hadden zich de leden der regeering, het corps diploma tique en tal van andere autoriteiten opge steld. Rykskanselier Brüning legde een krans op de lykkist, met de woorden: „In naam der Ryksregeerüig leg ik dzen krans op de baar van Hermann Müller, op de plaats, waar hy tot heil van Ryk en Volk onbaat zuchtig en trouw gearbeid heeft. Deze laat ste groet geldt een man, wiens verscheiden ons volk diep en smarteiyk heeft getroffen en wiens herinnering het vol dankbaarheid in eere zal houden." Toen de ïykwagen het Presidentieel Pa leis passeerde, stond de President der Repu bliek Von Hindenburg geheel alleen op het Ze zuchtte wanhopend, keerde zich lang zaam om, liep het bordes op en verdween in de hall. Toen Simon op Hazelwood terug was. vond hy het gezelschap onder de groote ceders op het grasperk aan het theedrinken, maar niemand noodde hem, om mee aan te schikken. Waarschijnlyk zou hij dan ook zóc naar zyn eigen kamer zyn doorgeloopen, als hy niet den naam van Miss West had hoo ren noemen. „Ik begryp het kind niet," zei Maud onder het theeschenken. „Vanochtend heb ik een heelen tyd met haar gesproken en ik heb haar gevraagd naar haar familie, maar zy was verbazend gesloten over dit onderwerp" „Haar vader was officier," gaf de „droo- mer" biyk van zyn tegenwoordigheid. „Hé, jy hier, Simon? Ook een kop thee?" vroeg Maud. „Ja, ik wee,, wel, dat zy dit zegt, en ook dat hy in actieven dienst ge sneuveld is. Maar toch kryg ik net den in druk, of zy niet is, die zy voorgeeft te zijn. Ik heb haar onlangs gevraagd, of ik haar mocht kieken voor een wedstrydinzsnding en dat moest zy eigenlijk als een eer be schouwen. niet waar? Maar zy leek er in het geheel niet mee ingenomen en weigerde be slist." „Misschien wat verlegen", opperde Ronald „Neen, dat is het niet. Ik denk eerder, dat het een voorzorg was; dat zy niet herkend wilde worden." „Onzin!" verwierp hy. „Jullie meisjes schijnt nu eenmaal graag iets onaardigs van bordes, om den doode de laatste eer te be wijzen. Op de groote stoep van het Ryksdagge- bouw waar eveneens de vlag halfstok woei, sprak de President Loebe gevoelvolle woor den ter huldiging van de nagedachtenis van Hermann Müller en hechtte eveneens een krans aan de kist. De stoet zette vérvolgens den tocht naar het Crematorium voort. Van het Ryksdag- gebouw af volgden alle Ryksministers den droeven stoet. De aankomst by het Crema torium had eerst tegen acht uur plaats. In de Gerichtstrasse hadden zich leden van de Ryksbanier met fakkels opgesteld. Terwül de Ryksbanierkapel treurmuziek ten gehoo- re bracht werd de kist in de hall gebracht en met kransen bedekt opgebaard. De Ryksdagafgevaardigde Breitscheid sprak een rede uit, waarin hy den dooden vriend en leider namens de fractie een laat- sten groet bracht. Tijdens een vergadering van de liberale partyvertegenwoordigers heeft Lloyd George een uiteenzetting gegeven van de voorwaar den waaronder hy bereid is tot samenwer king met de regeering. vLLOYD GEORGE Deze voorwaarden zyn: handhaving der onafhankelijkheid der liberale party, ener gieke stryd tegen de werkloosheid, aanvang met een program tot industrieelen wederop bouw, krachtig bevorderen der ontwapenings voorstellen, voortzetting der onderhandelin gen over een Indische grondwet in overeen stemming met de besluiten der Engelsch- Indische regeering, handhaving van den vry- handel, doorvoeren van een nieuwe water- wet en ontwikkeling van den landbouw. Sir Herbert Samuel verklaarde, dat in En geland de toevallige coalitievormingen in het parlement op grond van de ervaringen in de continentale parlementen opgedaan niet ge- wenscht is in verband met ae stabiliteit van de parlementaire ontwikkeling. De Liberalen en de regeering In een bijeenkomst van liberale parle- mentscandidaten, beval Lloyd George de verklaring aan, welke door het Liberale „Schaduw Kabinet" was aangenomen. Deze verschafte de liberale party volko men onafhankelijkheid, gepaard gaande met een politiek van samenwerking en begrypen van de regeering tsr uitvpering van progres sieve maatregelen, die beide partyen ge- meenschappelyk doorgevoerd wenschen te zien. Iedere poging zal gedaan worden om een oplossing te verkrijgen van de Indische pro blemen, terwyi de Vryhandelspolitiek, weike tot nu toe door de regeering werd gevoerd, zal worden gesteund. Men wenschte het risico te aanvaatöen als party van grootsche doelstellingen, zooals vrede, ontwapening, overeenstemming in Indië en een krachtiger politiek van Werk verschaffing. Lloyd George verklaarde, £at wanneer de regeering thans zou aftreden, haar opvolg ster waarschijnlyk een protectionistische po litiek zou volgen. In antwoord op een desbetreffende vraag deelde Lloyd George mede, dat hy de hou ding der regeering tegenover deze verklaring niet kent. De universiteit gesloten Gisteren hebben opnieuw studentenonlus ten plaats gehad. Te Madrid werd een groo te demonstratie-stoet van ongeveer 3000 stu denten en arbeiders door de politie ontbon den, zonder dat het echter tot ernstige on geregeldheden is gekomen. Te Barcelona daarentegen hadden ernstige botsingen plaats tusschen politie en studenten, waarby hier en daar geschoten werd. De regeering heeft gisteren alle hoogescholen in den lande doen sluiten. De berichten over aftreden van den directeur-generaal der politie Mola worden officieel tegengesproken. Men weet de kwestie van de ïykverbran- ding, welke onlangs in de Belgische Kamer ter sprake is gebracht en waarby zekere Kamerleden zich zelfs niet ontzagen den persoon van Kardinaal Van Roey omlaag te halen. Onder den titel „Bij ons geen ïykoven". schryft nu het Katholieke Weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen „Nele een artikel, waarin het allereerst wyst op elkaar te zeggen." Maar toen hy zag, dat Maud op het punt was, zich driftig te ma ken, voegde hy er by: „Nu, ik zal je dan eens iets vertellen; ik had niet gesproken, als jy niet begonnen was; maar, je hebt gelyk: ik vind, dat er ook wel iets vreemds met dat gezelschapsdametje is." Simon sloeg de schrik om het hart. „Maud wil alle slechte invloeden van nicht Annette weren", zei Vera. „Ze denkt, dat Miss West veel te zeer in de gunst staat; en, dat onze geliefde, rüke nicht zou kunnen bewerkt worden door een avonturierster, vervult haar met schrik en afgryzen!" „Nu, een „avonturierster" is misschien wat sterk gezegd", meende Ronald. „Maar een levend raadsel, Jè,, dat kan zy wel we zen!" „Waarom?" vroeg Maud weei. Simons hart kromp üieen van een bang voorgevoelen. „Kyk", zei Ronald, „verleden week, toen ik naar de stad ging, wilde het toeval, dat Miss West met dezelfden trein reisde. Op het perron had ik even met haar gesproken, maar ze leek my zoo schuw en teruggetrok ken, dat ik dan ook maar de aanwyzing van nicht Annette volgde en haar met rust liet. Ik zorgde dus, dat zy in een damescoupé kwam en ging zelt in een rooken." „Zei ze, waarom ze naar de stad ging?" vroeg Maud. „Ze zèi, dat ze naar een zangles ging." on „zei" met grooten nadruk. Zou die schoone boschnymf by haar an- het standpunt der Kerk ten aanzien van de ïykverbranding, om dan verder als volgt te schryven: „Wat onze Kardinaal deed ten overstaan van de lykplechtigheden van den joodschen generaal, die in 't buitenland in een ïyk oven tot asch was verpulverd, bleek toen duidelyk; eerbied voor de dooden is bij de katholieken wat anders dan Ïykverbran ding; daaraan doen zij niet mee; dat is door de Kerk verboden! En weer is de Loge uit weerwraak aan 't razen gegaan; 't koor heeft weer het strydlied aangeheven en luidkeels gezongen van ,,'t ongediert der papen Zy die bij de geboorte van geen doop meer hooren willen, en van geen eerste H. Communie meer, en van geen H. Vorm sel en van geen huwelijk voor de Kerk; ook niet van biecht noch van H. Olysel in het stervensuur, zy zyn er op uit meer dan ooit, voortaan ook gedaan te maken met de rust van het graf, dat te veel en te dikwyis nog troost biedt en hoop op het hiernamaals. Al wat maar eenigszins kan doen denken aan kerkelyke ceremoniën moet geweerd, afgeschaft, uitgeroeid. Zelfs voor de dooden ontaardt de vrymetselaars-vereering in een vreeselyk anti-klerikalisme. Voor hen, die, vaak na pünlyk lyden, de stilte var, den dood zyn ingegaan, voortaan geen graf meer.maar een brandstapel. Weg met de dierbare dooden, naar den ïykoven, waar men mag komen toekyken hoe de lichamen kronkelen in het vuur; hoe die armen zwaaien in de lucht, smse- kend om erbarmen; hoe krampachtig die vingeren ineenrollen als houtkrullen; hoe die koolzwarte beenen stampen in de ruim te en laaien als toortsen. De Fransche schryver Lavedan meende, toen hU dit zag, te hooren kennenGriezelend, het koude antgstzweet op het voorhoofd, is hy weg- geloopen, zonder het einde af te wachten, vol van het akelig visioen van dien onbe kenden doode wiens vleesch hy hoorde kissen. Naar den Ïykoven! En na een uurtje biyft er van de dooden nog amper wat assche over, dat in een vaasje kan worden meegedragen en.... in den trein vergeten. Het volk van Vlaanderen heeft echter meer eerbied voor zyn dooden die het niet zoo laaghartig en heidensch laat onteeren Het volk van Vlaanderen gelooft nog steeds in de opstanding op den laatsten dag en wil daarom als zy die zyn voorgegaan, begraven worden in den dierbaren kerkhof grond, onder de schaduw van het kruis waarover populieren en treuresschen dui zendmaal herhaald het „De profundis' prevelen". Te Kiskoros in Hongarye werd dezer da gen een „bloedregen" waargenomen, waar van de bewoners aanvankelyk de oorzaak niet begrepen. Ervaren iemkers constateerden echter, dat het opzienbarend verschynsel van bijen af komstig was, die by het intreden van het zachte lenteweer de korven hadden verlaten en welker afscheidingen den grond rood hadden gekleurd. Het vocht bevlekte huizen en schuren en kleurde ook de op de bleek liggende wasch rood. 4 De Grootmeester van de Souvereine Orde van Malta, Prins Galeazzo von Thun und Hohenstein is in den ouderdom van 81 jaar overleden. De thans ontslapene werd in 1850 te Triëst geboren en heeft te Innsbruck en Praag ge studeerd. Zyn loopbaan in de Malthezer Orde ving in 1875 aan. Hij werd destyds door het Groot-Prioraat van Bohemen in de Orde gerecipieerd. Reeds tien jaren later werd hy als vertegenwoordiger van het Groot-Prio raat van Bohemen en Oostenrijk naar den Orderaad te Rome afgevaardigd, waar hy een begin maakte met de reorganisatie van de Orde. In 1905 werd hy tot Grootmeester gekozen. Hij zette toen het werk van zyn voorganger voort. De Malthezer Orde kwam toen tot nieuwen bloei. Prins von Thun und Hohenstein slaagde er in nieuwe afdeelingen van de Orde te stichten in Nederland, Polen, Hongarye en de Vereenigde Staten. Hij was alom bekend door zyn charitatief werk.'Se dert vele jaren liet zyn gezondheid te wen schen over, zoodat hy zich practisch uit het ordewerk moest terugtrekken. In Maart van het vorige jaar vierde hy zyn jubileum als Grootmeester der Orde. De rouwplechtigheden zullen op 30 Maart in de Malthezerkapel op den Aventin te Rome plaats hebben. In de Zwarte Zee is een veerpont, welke arbeiders naar het werk brengt, om geslagen. Veertien menschen zyn verdron ken. De Duitsche Rijksdag is verdaagd tot 13 October. 24 Maart opgegeven door v. d. Graaf Co. N.V. (Afd. Handelsinformaties). Uitgesproken: 23 Maart, J. Mulder, koopman, Amsterdam, aere bekoorlykheden nog diè voegen van de gave voor zang, dacht Simon, die innig veel nield van muziek. „Nu, toen we in Londen aankwamen" ging Ronald voort „zette ik haar in een vigilante en scheidden zich dus onze wegen. Maar later, met de lunch, Zat zij in het zelfde restaurant als ik. Ze leek toen heel anders, zat levendig te praten en te lachen er, de menschen met wie zy was, Jeken mij wel van een tweederangs-tooneelgezelschap. Zo heeft my geen enkelen keer gezien en 's avonds op het station zag zy er weer even zedig en saai uit." „Hoe geheimzinnig!" riep Maud. „Maar je hebt je zeker vergist, Ronald," meende Simon. „Misschien was het een tweelingzuster." „Hoe heb ik het nü met je?.... En ze heeft ons immers verteld, dat ze een eenig kind was?" „Ze is zeker niet het eenvoudige onschul dige meisje, waarvoor nicht Annette haar houdt," zei Maud „Moeten we nicht waarschuwen?" vroeg Vera. „Ik zou maar oppassen", vermaande kapi tein Tremaine. „Je weet niet, in welk wes pennest je je misschien nog steekt." Maud kreeg eèn ingeving: zy haalde een officiersboekje en ging den naam „West" opzoeken. „Kijk", riep zy triomfanteiyk, „de naam West komt niet voor in het regiment, dat zij noemde." ZATERDAG 28 MAART HUIZEN, 298 M. Uitsl. K.RO.-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonpl. 10.00—11.30 Gram.pl. - 11.30-12.00 Gods. Causerie Pastoor Perquin 12.001.30 Concert K.ft.O.-sextet o.l.v. P. Lustenhouwer 1.302.30 Gramo foonpl. 2.30—3,00 Vragenhalfuurtje 3.00 4.30 Kinderuurtje 4.456.00 Gramofoon pl. 6.006.15 Esperanto-Nieuwsberichten 6.15—6.35 Joum. Weekoverz. P. de Waard 6,356.45 Duitsche Revellers 6.45—7.15 Esperanto-cursus 7.157.45 Dr. J. van Kranendonk Duffels: „De noodzake'.ykheid van geneeskundig schooltoezicht II" 7.45 —10.45 Concert. KRO-orkest o. 1. v. J. Ger ritsen 10.45—12.00 Gramofoonpl. 8.15— 8.25 Mr. A. I. M. J. baron van Wynbergen spreekt over Mr. Aalberse. HILVERSUM, 1875 M. 9.00 Gramofoon- platen 12.00 Politieberichten 12.15 Con cert VARA-septet o. 1. v. Is. E?1 en Gra mofoonpl. 2.15 Gramofoonpl. 6.05 Gra mofoonpl. 6.30 Gramofoonpl. 7.30 Politieber. 7.55 Gramofoonpl. 8.00 Vioolrecital door Andries Roodenburg, Elsa Nolthenius (piano) 10.00 Vaz Dias 11.4512.00 Gramofoonplaten. DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgen- wyding 11.05 Lezing 1.20—2.20 Orkest concert 2.55 Verslag van de voetbalmatch Schotland—Engeland 5.35 Kinderuurtje 6.35—7.00 Berichten 7.05 Zang door J. Armstrong en Joan Coxon 7.20 Lezing 7.40 Lezing 7.50 Piano-recital door E. Mitchell 8.20 „Cavalleria Rusticana" van Mascagni 9.25 Berichten 9.40 Berich ten 9.45 „The Scoop". Detective-verhaal 10.10 „World for Sale" van J. Watt 10.5512.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO PARIS". 1725 M. 8.05 Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 4.05 Kinderuurtje 4.50 Dansmuziek 6.30 Gramofoonpl. 9.05 Tooneeluitz. 950 Orkestconcert. LANGENBERG. 473 M. 6.35—7.35 Or kestconcert 11.30 Gramofoonpl. 12.25 1.50 Orkestconcert 2.55—2.45 Gramo foonpl. 4.205.20 Orkestconcert 7.05~ —8.15 Gewyd concert. Koor, solisten en orgel 8.20 „Judas Iskariot". Hoorspel van N. Schwarzkopf. Daarna Berichten en Ka mermuziek. KALUNDBORG, 1153 M. 12.05—12.35 Gramofoonpl. 2.20 Kinderuurtje 2.50 4.50 Orkestconcert en Voordracht 5.10 5.40 Concert, Harmonica-orkest 7.208.2(1 Dansmuziek 8.208.35 Piano-recital - 9.2010.20 Orkestconcert en zang 10.20— 11.35 Dansmuziek. BRUSSEL, 508.5 en 338.2 M. 5085 M.: 5.20 Concert door kwintet 7.20 Gramo foonplaten 7.50 Gramofoonplaten 8.20 Orkestconcert 338.2 M.: 5.20 Dansmuziek 6.05 Concert 7.20 Gramofoonplaten 7.30 Gramofoonpl. 8.20 Orkestconcert 9.05 Declamatie. ZEESEN, 1635 M. 5.40—1.20 Lezingen, Berichten 1.202.20 Gramofoonplaten 2.203.50 Lezingen 3.504.50 Concert 4.50—7.20 Voordrachten 7.20 „Besuch in Wien" 8.20 Weensch orkestconcert 9 20 Berichten en daarna tot 1150 Dansmuziek, Mauritskade 113114. R.c. mr. H. D. Feen- stra. Curator mr. W. J. Ph. de Lille Ho- gerwaard, Amsterdam, Weteringschans 124. 25 Maart, opgegeven dor v. d. Graaf Co. N.V. (Afd. Handelsinformaties). Uitgesproken: 23 Maart, J. Melhado, koopvrouw, Den Haag, Laakkade 145. R.c. jhr. mr. Th. W. C. Calkoen. Curator mr. M. Keulen. 23 Maart, C. F. Endenburg, bloemist, Den Haag, Vlielandschestraat 65. R.c. mr. G. Scholten. Curator mr. B. Bakker—Nort, Den Haag. Opgeheven, wegen gebrek aan actief: 23 Maart, N.V. Meubelfabriek „Melhado", Den Haag. 23 Maart, J. van Veen Jr., Den Haag. 23 Maart, J. Smit, Leiden. Vernietigd door Gerechtshof, Amster dam: N.V. Lompen- en Metaalhandel „Utrecht", Utrecht. Opgeheven wegens gebrek aan actief 20 Maart: J. J. D'Hanis, Schiedam. C. Pape, v.h. Sommelsdijk, thans Schie dam. J. Pieterse, Ooltgensplaat. A. v. d. Ven, Eindhoven. Comm. Venn. o. aand. de Algemeene Dienstverrichting Expresse, Eindhoven. „Tien jaren reclame-adviseur," door Dr. P H. Ritter Jr. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het Reclame-Adviesbureau van B. Knol, Heemraadsingel 85, Rotterdam, is een ge denkschrift uitgegeven onder bovenstaanden titel en verzorgd door den heer dr. P. H. Ritter Jr. Niet alleen, dat dit boekwerk typografisch op te loven wyze verzorgd is, maar ook be vat het talrijke wenken en raadgevingen voor allen, die voor hun zaken adviezen op reclamegebied wenschen. Bovendien is het in vlotten styl geschreven Het geschrift zal zeker zijn weg wel vin den. „Misschien heb je niet de juiste Jaren na gekeken, „waagde Simon er weer op. „Weet je den datum, dat hy moet gesneuveld zyr,?" „Ja zeker", antwoordde Maua. „Ik heb wel gezorgd, dat ik den naam van het regiment wist en alle mogeiyke byzonderheden. Maar de naam van West is er niet by. Mij dunkt, dat is genoegzaam bewijs, dat zy ons mis leidt!" „Ik geloof toch niet, dat zy ons misleid heeft" klonk het vol overtuiging van Simon. „De „droomer" treedt als ridder op!" spotte Maud. „Nu. daar zou je respect voor krygen!" Een algemeen gelach volgde, ma#ir Simon hoorde het niet eens en even daarna trok hij zich terug, om in eenzaamheid nog eens goed te overleggen. „Als zij ons bedrogen heeft, wat betreft haar vader, dan was dit zeker verkeerd." dacht hij. „Maar wat weten wü nu af van de moeilijkheden van een jong meisje, dat alleen staat op de wereld? Wij moeten haar zeker veel zachter beoordeelen- dit is niet meer dan rechtvaardig." En toen, na een tyd je: „Maar waarom myzelven langer te misleiden? Het is niet enkel sympathie, dat ik nu voor haar voel; het is liefde Ja, ik heb haar liefDe schellen zyn my van de oogen gevallen." (Wordt veivolgd). BEN ES(K

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 9