Buitenlandsch oJ\ieuws
FEUILLETON
DE DROOMER
¥-
Tol-Unie
DERDE BLAD
VRIJDAG 27 MAART 1931
BLADZIJDE 1
De Duitsch-Oostenrijksche
De meening in Engeland
De Vlootovereenkomst
Belgische Kamer
Teraardebestelling van
Hermann Mueller
Een indrukwekkende plechtigheid
Liberalen en Labour
Verklaring van Lloyd George
Nieuwe studententroebelen in Spanje
Gemengde Buitenlandsche
Berichten
Bij ons geen lijkoven
Geheimzinnige „bloedregen" in een
dorpje te Hongarije
De Grootmeester der Malthezer Orde
overleden
KORT NIEUWS
FAILLISSEMENTEN
RADIO-OMROEP
BOEK EN BLAD
t
6RIAW0
In officieele kringen in Engeland heeft
toet afwijzende antwoord van den Duitschen
Rijkskanselier Dr. Brüning op het voorstel
van Henderson om de kwestie van de
DuitschOostenrijksche Tolunie voor den
Volkenbond te brengen, niet geringe ver
rassing teweeggebracht.
Het standpunt van Brüning, dat deze
kwestie niet aan den Volkenbond dient te
worden voorgelegd, wordt in Engeland niet
gedeeld. Men is geneigd te gelooven, dat de
Rijkskanselier Henderson's voorstel wellicht
verkeerd begrepen heelt. In verband met
een en ar.der heeft de Engetsche Ambas
sadeur te Berlijn opdracht ontvangen de
aandacht van Dr. Brüning nogmaals op
Henderson's bemiddelingsvoorstel te vesti
gen, waarbij men in Engelsche kringen te
vens de hoop uitspreekt, dat Brüning wel
licht nog voor een andere opvatting te vin
den zal zijn.
Het voorstel van Henderson behelsde n.l„
dat in den Volkenbondsraad uitgemaakt zou
worden of het Duitsch-Oostenrijksche dou-
ane-accoord zich beweegt binnen het kader
van de bepalingen van het Geneefsche Pro
tocol van 1922 betreffende de Oostenrijksche
Volkenbondsleening.
De meening in Frankrijk.
De démarche van Henderson heeft, te Pa
rijs kalmeerend gewerkt en men hoopt, dat
dit ook te Berlijn het geval zal zijn, waar
volgens de Engelsche opvatting nogal een en
ander aan diplomatiek inzicht zou ontbre
ken. Het spreekt vanzelf, dat de Duitsch-
Oostenrijksche dcuane-overeenkomst een
terrein raakt, waarbij de Volkenbond uiter
aard belang heeft. Het zwaartepunt is hier
gelegen in de redactie van Artikel 11 van
het V. B.-Statuut.
De Fransche douane-commissie
tegen het verdrag
De douanecommissie der Fransche Kamer
heeft met eenparigheid van stemmen een
motie aangenomen, waarin den ministers
van buitenlandsche zaken, van handel en
landbouw verzocht wordt zich energiek te
verzetten tegen de doorvoering van de tol
unie en ingeval geen gevolg gegeven wordt
aan het Fransche protest onmiddellijk over
te gaan tot 'opzegging van het ♦ransch-
Duitsche en het Fransch-Oostenrijksche
han delsverdrag.
Als motiveering wordt aangegeven, dat de
tol-unie ten doel heeft de Duitsche en Oos
tenrijksche markten aanzienlijk te verster
ken, hetgeen een verstoring van het econo
misch evenwicht ten gevolge zou hebben.
De tol-unie brengt het Europeesche even-
Wicht in gevaar op het oogenblik, dat de
Europeesche mogendheden bereid zijn dit
evenwicht door het afsluiten van een alge-
meene Europeesche unie te versterken. Ten
6lotte staat het Duitsch-Oostenrijksch eco
nomisch verdrag in formeele tegenspraak tot
de internationale verdragen. Als laatste mo
tief wordt dan nog aangevoerd, dat het han
delsverkeer tusschen Duitschland en Frank
rijk eind 1930 sloot met 3.853 millioen francs
ten nadeele van Frankrijk.
Vervolgens wordt nog geëischt, dat een
gemeenschappelijke actie zal worden inge
steld tegen het accoord.
Veroordeeling van Herriot.
Het radicale Kamerlid van Lyon, oud-mi
nister-president Herriot, heeft in tien pun
ten zijn meening omtrent het Duitsch-Oos
tenrijksch tolverbond gepubliceerd.
lo. Het protocol omtrent de regionale ver
dragen is een geveinsde beweging, een val
strik; 2o. Door artikel 2 van het verdrag
wordt een tolverbond gesloten, en wij weten
uit het verleden wat dit beteekent; 3o. Men
kan de Franschen niet voor zulke domooren
houden, dat zij niet meer weten, dat het
Duitsche keizerrijk uit een tolverbond is ge
groeid; 4o. Het protocol is in flagrante te
genspraak met de organisatie van den vre
de; 5o. Duitschland is door dit protocol een
ellips met twee middelpunten geworden; 6o
Binnenkort zal ook Hongarije zich by het
verdrag aansluiten als het dit niet al reeds
heeft gedaan; 7o. In Duitschland is de de
mocratie door het nationalisme en het im
perialisme om den tuin geleid; 8o. Het pro
tocol is een agressieve daad van de Duitsche
en Oostenryksche nationalisten; 9o. Door
het protocol worden de vrede en de demo
cratie bedreigd; lOo. Het is noodzakeiyk om
te weten te komen of beide landen voorne
mens zyn de politiek van Genève te volgen.
Het standpunt van Tsjecho-Slowakije
De minister van buitenlandsche zaken, Be-
nesj heeft in de commissie van buitenland
sche zaken van het Huis van Afgevaardigden
14.
HOOFDSTUK XI.
En Fay had goed gezien: Ronald kwam
ook niet weer.
Hy liet zich leiden door de omstandig
heden was hij bij haar, dan had hy haai
lief en toonde haar ook liefde. Toch wist iiü
heel goed, dat, al zou hij door de beschik
king van Mrs. Hastings nu ook gered zijn,
wat zon geldelijke moeilijkheden betrof, hy
haar dan toch niet tot de zijne zou maken
zy was al dicht by de dertig, had veel van
haar frischheid verloren en zou zeker niet
zoo'n geschikte vrouw voor hem zijn ais
Vera, die hem met haar schoonheid dooi
velen zou benyd worden.
Intusschen ontmoette Simon Miss West
ook telkens buiten in het bosch; meestal
op het oude plekje, daar dicht by het meer
8oms bleef zü slechts enkele minuten, soms
wel een uur, en steeds wisselden haar stem
mingen. Nu eens was zy wat plaagachtig in
haar uitlprtenden overmoed, dan weer ?e-
zellig-kameraadschappelijk; en dan weei
van een fladderende luchthartigheid, waar
in hy zich allerminst verplaatsen kon.
een uitvoerige verklaring afgelegd. Het ge-
heele vraagstuk, zoo betoogde hy o.a., is van
drie standpunten te beoordeelen, welke niet
van elkaar gescheiden kunnen worden, nj.
van economisch, politiek en volkenrechtelijk
standpunt. Vooral kunnen de politieke en
economische factoren in het bijzonder niet
gescheiden worden.
Van deze standpunten uit kan het plan ons
slechts bevredigen, wanneer de èonstructie
ervan in het geheele Europeesche kader
wordt doorgevoerd en zoo veranderd wordt,
dat zij in overeenstemming is met de belan
gen van alle staten. De begrensde conclusie,
zooals zy nu voorligt, zou noch in overeen
stemming zyn met onze politieke, noch met
onze economische belangen, en hierby onzen
staat in zyn levensbelangen raken, zy kon
ook moeiiyk in overeenstemming zyn met de
belangen van andere staten, en zoo voor
Centraal Europa nieuwe, den vrede bedrei
gende, bezwaren inleiden.
Daarby wordt indirect de quaestie van «den
„Anschluss" gesteld; daaromtrent is ons
standpunt bekend. Daarom kunnen wy dit
plan niet aannemen.
Wat betreft de juridische züde wordt met
volle recht de vraag gesteld, of dit plan niet
aan de verplichtingen tekort doet, welke in
vredesverdragen en in het protocol van
Genève zyn vastgelegd. Onze meening is, dat
met de verwezenlijking van dit plan, die
verplichtingen ophouden. Ik ben derhalve van
oordeel, dat Briand en Henderson in hun
conferentie terecht beslist hebben, dat. zoo
wel uit politieke als uit juridische overwegin
gen, de geheele quaestie aan den Volken
bondsraad moet worden voorgelegd. Ik denk,
dat te Genève juist en politiek verstandig be
slist zal worden. Het gaat hier om een voor
de rust en den vrede van Europa belangryke
aangelegenheid. W« zullen de beslissing van
Genève, welke zeker in het algemeen belang
van Europa zal zijn, gaarne aannemen. Dit
ligt geheel in de iyn van oi^e buitenland
sche politiek.
BENESJ
Dr. Bfnesj constateerde, dat de besprekin
gen met de Duitsche en Oostenryksche ver
tegenwoordigers in vriendschappeiyken geest
en toon waren gevoerd, en hy sprak de hoop
uit, dat de vriendschappeiyke politieke be
trekkingen er niet orïder zullen ïyden. De
regeering zal de geheele quaestie nauwkeurig
in het oog houden, haar voorbereidingen
treffen en op alle gebeuriykheden voorbereid
bbjven.
Nieuwe Maritieme besprekingen
Gisteren hebben aan den Quai d'Orsay be
sprekingen plaats gehad, betrekking hebben
de op de moeiiykheden, welke gerezen zyn
bij de redactie van de Vlootovereenkomst.
Aan deze besprekingen namen behalve de
maritieme deskundigen, van Fransche zyde
déél Briand, de minister van Marine Du-
ir.ont en Massigli en van Engelsche zyde
de minister van Buitenlandsche Zaken Hen
derson en de ambassadeur lord Tyrrell.
Een officieel communiqué werd niet uit
gegeven Naar verluidt, zouden de bestaande
moeiiykheden nog niet geheel geëlimineerd
zyn.
Interpellatie der Nationalisten over een
oude oorlogskwestie
In de Belgische Kamer heeft de nationa
listische Vlaamsche afgevaardigde Ward
Hermans geïnterpelleerd over de „gruwelen,
gepleegd op Vlaamsche activisten te Gent
aanstonds na den wapenstilstand in 1918." De
aanleiding tot deze interpellatie was het
feit, dat nimmer schadevergoeding werd toe
gekend aan de slachtoffers dezer g-uwelen,
of, indien zy overleden zijn, aan hun na
bestaanden.
De interpellant verklaarde, dat op verschei
dene activisten in die dagen ernstige ge
welddaden zyn gepleegd en hij noemde de
namen van personen, die zich daaraan zou
den hebben schuldig gemaakt. Ten slotte
drong hij aan op de instelling van een com
missie, die de aangerichte schade zal vast
stellen.
De minister van justitie Janson, antwoord-
Maar, daar hy droeve geschiedenis kende,
vond hy hierin een blyvende verontschuldi
ging voor haar soms vry onaardig optreden.
Op een dag vond hy haar in de portiers
woning van de Abbey aan het spelen met de
kinderen. Ze waren beiden verrukt en al
van verre klonken hun luide juichkreten
By zyn binnentreden hield zy echter on
middellijk op en zei:
„Kon}, laten we naar buiten gaan. 't Is
hier warm en stoffig."
Samen liepen ze de oprylaan door naar
de Abbey. Hy had haar nog nooit zoo druis
en levendig hooren spreken.
Simon," begon ze „want ik mag u toch
wel Simon noemen?"
Zóó vleiend klonk haar toon van spreken
en zoo lief en vriendelijk stond haar ge
zichtje, dat het bloed hem naar het gelaat
steeg.
Aarzelend stamelde hy echter:
„Ikik geloof van niet."
„Waarom niet?" vroeg zy verrast.
„Nicht AnnetteMrs. Hastings
mocht het eens niet goed vinden!"
„Niet goed vinden? Maar hoe ter wereld
zou zy het te weten komen? Ik zou u enkel
maar zoo noemen, als wy alleen waren."
„Maar u weetdat wy geen van allen
met u flirten mogen."
„Is u waariyk bang, dat u met my flirtte.
Mr. Simon?"
„Ik weet niet."
„Nu, ik kan u dan wel verzekeren, dat dit
niet het geval isl"
de dat hU de kwestie uitsluitend van juridisch
standpunt zou beschouwen. De betrokkenen
kunnen krachtens de bestaande wet schade
vergoeding vragen; gaat dit niet, dan moet
de afgevaardigde Hermans maar een nieuw
desbetreffend wetsontwerp indienen.
Groot tumult ontstond toen de naam van
den socialist Anseele werd genoemd, die by
den wapenstilstand waarnemend burgemees
ter van Gent was en volgens den nationalist
Debacker „in dienst van de Duitschers
stond. Anseele vroeg het woord en deelde
eenige byzonderheden mede uit de laatste
dagen der Duitsche bezetting in België. Hij
zette uiteen hoe hy destyds door het Duit
sche bestuur naar Brussel was ontboden,
waar men hem wilde belasten met h&t be
stuur van het land gedurende het tijdperk
van het terugtrekken der Duitsche troepen
en het oprukken van het Belgisch leger. An
seele zou zoo iets geweest zyn als „president
van een republiek", maar hy liet zich het
hoofd piet op hol brengen en raadpleegde de
politieke leiders, die nog in het land ver
bleven. Te Gent teruggekeerd kreeg hy, te
zamen met een paar andere burgers, de lei
ding van de stad in handen, daar de Duit
sche burgemeester vertrokken was. Inmid
dels moest Anseele ook met Janson naar Lo-
phem, waar de koning verbleef. Toen hy te
Gent terugkeerde, vernam hy van de plun
deringen en zag zich geplaatst voor een even
betreurenswaardigen als hachelijken toe
stand. De politie was ontwapend en een po
litiecommissaris werd met den dood be
dreigd. Het is dan ook zeer goed mogeiyk,
aldus Anseele. dat ik de politie tot voor
zichtigheid heb aangemaand, maar het gaat
niet op de zaken voor te stellen alsof ik de
politie aanbraden zou hebben de plunde
raars te laten begaan. Overigens heb ik,
daar de politie machteloos was, de hulp van
het leger ingeroepen. Ik heb in de Novem
berdagen myn plicht gedaan.
Temidden van protesten en uitroepen der
nationalisten hief de voorzitter Ponselet de
zitting op.
Gistermiddag heeft onder enorme belang
stelling van de zyde van de Sociaaldemo
cratische Party Ryks- en Pruisische auto
riteiten, Rijksbanier-Zwart-Rood-Goud en
vele partygenooten dft binnen- en buiten
land, de teraardebestelling plaatsgehad van
het stoffeiyk overschot van den oud-Ryks-
kanselier Hermann Müller.
In het „Vorwarts"-Gebouw aan de Lin-
denstrasse, welke door Schupo te voet en te
paard was afgezet, had des middags te vier
uur een rouwplechtigheid plaats. De zaal
was met zwarte doeken, lauwerserusboomen
en guirlandes getooid. Op het podium rustte
de kist met het stoffelyk overschot van Her
mann Müller, omgeven door leden van de
Ryksbanier. Voor de kist namen de bestuur-
deren van de Duitsche Sociaaldemocratische
Party en die uit het buitenland plaats. On
der hen bevonden zich Vandervelde (België),
Minister-President Stauning (Denemarken),
Adier (Zürich), Karl Renner en Burge
meester Seitz uit Weenen en Leon Blum
(Frankrük).
Muziek en zang verleenden aan deze sa
menkomst een byzondere wyding.
De Partyvoorzitter Wels nam het woord
en huldigde Müller als den leider van het
heirleger van den arbeid, het kantoorperso
neel. de vrye vakbonden, de arbeidersjeugd
en de arbeiderssport alsmede van de in het
Centraal Verbond der Verbruiksvereenigingen
vereenigde consumenten. Spr. herinnerde
aan de taak, die Müller in Juli 1914 voor het
Partybestuur ter vervulling kreeg en die
hem op den len Augüstus, vlak voor het uit
breken van den wereldbrand, naar Parys
voerde. Tevens bracht spr. in herinnering,
dat door den Belgischen socialist het leu
genweefsel vernietigd is, dat door de Natio
nalisten om deze reis heengeweven is. Na
den wereldoorlog heeft Müller te Bern de
verbroken banden met de socialisten der
andere landen weer aangeknoopt. De dag
van Versailles is voor hem de moeilijkste
van zyn geheele leven geweest. Dat echter
Müller het Verdrag heeft onderteekend, is
een daad, die reeds thans door de geschie
denis is gerechtvaardigd. Deze daad toch.
beteekende het begin van de bevryding op
een weg, waarop vele andere mannen van
beteekenis hem gevolgd zyn.
Uit naam van de buitenlandsche vertegen
woordigers werd daarop nog het woord ge
voerd door Vandervelde uit Brussel, die aan
den heldentyd der socialistische beweging
herinnerde en Hermann Müller huldigde als
den medestryder van Bebel, Jaurès en als
een wegwyzer voor de toekomst.
In de Lindenstrasse werd de rouwstoet
geformeerd. De ïykwagen werd geflankeerd
door de leden van de Ryksbanier en de So
cialistische Jeugd." Er was een schat van
bloemstukken en kransen, waaronder ook
van den President der Republiek, de Rüks-
en Pruisische Regeering en den Republi-
keinschen Landbond. Terwyl de muziek den
Treurmarsch van Chopin speelde, zette de
stoet zich in beweging. In de WUhelmstrasse
woei van alle officieele gebouwen de vlag
halfstok. Voor de Rykskanselary hadden zich
de leden der regeering, het corps diploma
tique en tal van andere autoriteiten opge
steld. Rykskanselier Brüning legde een krans
op de lykkist, met de woorden: „In naam
der Ryksregeerüig leg ik dzen krans op de
baar van Hermann Müller, op de plaats,
waar hy tot heil van Ryk en Volk onbaat
zuchtig en trouw gearbeid heeft. Deze laat
ste groet geldt een man, wiens verscheiden
ons volk diep en smarteiyk heeft getroffen
en wiens herinnering het vol dankbaarheid
in eere zal houden."
Toen de ïykwagen het Presidentieel Pa
leis passeerde, stond de President der Repu
bliek Von Hindenburg geheel alleen op het
Ze zuchtte wanhopend, keerde zich lang
zaam om, liep het bordes op en verdween
in de hall.
Toen Simon op Hazelwood terug was.
vond hy het gezelschap onder de groote
ceders op het grasperk aan het theedrinken,
maar niemand noodde hem, om mee aan te
schikken. Waarschijnlyk zou hij dan ook zóc
naar zyn eigen kamer zyn doorgeloopen, als
hy niet den naam van Miss West had hoo
ren noemen.
„Ik begryp het kind niet," zei Maud onder
het theeschenken. „Vanochtend heb ik een
heelen tyd met haar gesproken en ik heb
haar gevraagd naar haar familie, maar zy
was verbazend gesloten over dit onderwerp"
„Haar vader was officier," gaf de „droo-
mer" biyk van zyn tegenwoordigheid.
„Hé, jy hier, Simon? Ook een kop thee?"
vroeg Maud. „Ja, ik wee,, wel, dat zy dit
zegt, en ook dat hy in actieven dienst ge
sneuveld is. Maar toch kryg ik net den in
druk, of zy niet is, die zy voorgeeft te zijn.
Ik heb haar onlangs gevraagd, of ik haar
mocht kieken voor een wedstrydinzsnding
en dat moest zy eigenlijk als een eer be
schouwen. niet waar? Maar zy leek er in het
geheel niet mee ingenomen en weigerde be
slist."
„Misschien wat verlegen", opperde Ronald
„Neen, dat is het niet. Ik denk eerder, dat
het een voorzorg was; dat zy niet herkend
wilde worden."
„Onzin!" verwierp hy. „Jullie meisjes
schijnt nu eenmaal graag iets onaardigs van
bordes, om den doode de laatste eer te be
wijzen.
Op de groote stoep van het Ryksdagge-
bouw waar eveneens de vlag halfstok woei,
sprak de President Loebe gevoelvolle woor
den ter huldiging van de nagedachtenis van
Hermann Müller en hechtte eveneens een
krans aan de kist.
De stoet zette vérvolgens den tocht naar
het Crematorium voort. Van het Ryksdag-
gebouw af volgden alle Ryksministers den
droeven stoet. De aankomst by het Crema
torium had eerst tegen acht uur plaats. In
de Gerichtstrasse hadden zich leden van de
Ryksbanier met fakkels opgesteld. Terwül
de Ryksbanierkapel treurmuziek ten gehoo-
re bracht werd de kist in de hall gebracht
en met kransen bedekt opgebaard.
De Ryksdagafgevaardigde Breitscheid
sprak een rede uit, waarin hy den dooden
vriend en leider namens de fractie een laat-
sten groet bracht.
Tijdens een vergadering van de liberale
partyvertegenwoordigers heeft Lloyd George
een uiteenzetting gegeven van de voorwaar
den waaronder hy bereid is tot samenwer
king met de regeering.
vLLOYD GEORGE
Deze voorwaarden zyn: handhaving der
onafhankelijkheid der liberale party, ener
gieke stryd tegen de werkloosheid, aanvang
met een program tot industrieelen wederop
bouw, krachtig bevorderen der ontwapenings
voorstellen, voortzetting der onderhandelin
gen over een Indische grondwet in overeen
stemming met de besluiten der Engelsch-
Indische regeering, handhaving van den vry-
handel, doorvoeren van een nieuwe water-
wet en ontwikkeling van den landbouw.
Sir Herbert Samuel verklaarde, dat in En
geland de toevallige coalitievormingen in het
parlement op grond van de ervaringen in de
continentale parlementen opgedaan niet ge-
wenscht is in verband met ae stabiliteit van
de parlementaire ontwikkeling.
De Liberalen en de regeering
In een bijeenkomst van liberale parle-
mentscandidaten, beval Lloyd George de
verklaring aan, welke door het Liberale
„Schaduw Kabinet" was aangenomen.
Deze verschafte de liberale party volko
men onafhankelijkheid, gepaard gaande met
een politiek van samenwerking en begrypen
van de regeering tsr uitvpering van progres
sieve maatregelen, die beide partyen ge-
meenschappelyk doorgevoerd wenschen te
zien.
Iedere poging zal gedaan worden om een
oplossing te verkrijgen van de Indische pro
blemen, terwyi de Vryhandelspolitiek, weike
tot nu toe door de regeering werd gevoerd,
zal worden gesteund.
Men wenschte het risico te aanvaatöen als
party van grootsche doelstellingen, zooals
vrede, ontwapening, overeenstemming in
Indië en een krachtiger politiek van Werk
verschaffing.
Lloyd George verklaarde, £at wanneer de
regeering thans zou aftreden, haar opvolg
ster waarschijnlyk een protectionistische po
litiek zou volgen.
In antwoord op een desbetreffende vraag
deelde Lloyd George mede, dat hy de hou
ding der regeering tegenover deze verklaring
niet kent.
De universiteit gesloten
Gisteren hebben opnieuw studentenonlus
ten plaats gehad. Te Madrid werd een groo
te demonstratie-stoet van ongeveer 3000 stu
denten en arbeiders door de politie ontbon
den, zonder dat het echter tot ernstige on
geregeldheden is gekomen. Te Barcelona
daarentegen hadden ernstige botsingen
plaats tusschen politie en studenten, waarby
hier en daar geschoten werd. De regeering
heeft gisteren alle hoogescholen in den lande
doen sluiten. De berichten over aftreden
van den directeur-generaal der politie Mola
worden officieel tegengesproken.
Men weet de kwestie van de ïykverbran-
ding, welke onlangs in de Belgische Kamer
ter sprake is gebracht en waarby zekere
Kamerleden zich zelfs niet ontzagen den
persoon van Kardinaal Van Roey omlaag
te halen.
Onder den titel „Bij ons geen ïykoven".
schryft nu het Katholieke Weekblad voor
Vlaamsche en Algemeene Belangen „Nele
een artikel, waarin het allereerst wyst op
elkaar te zeggen." Maar toen hy zag, dat
Maud op het punt was, zich driftig te ma
ken, voegde hy er by: „Nu, ik zal je dan
eens iets vertellen; ik had niet gesproken,
als jy niet begonnen was; maar, je hebt
gelyk: ik vind, dat er ook wel iets vreemds
met dat gezelschapsdametje is."
Simon sloeg de schrik om het hart.
„Maud wil alle slechte invloeden van nicht
Annette weren", zei Vera. „Ze denkt, dat
Miss West veel te zeer in de gunst staat; en,
dat onze geliefde, rüke nicht zou kunnen
bewerkt worden door een avonturierster,
vervult haar met schrik en afgryzen!"
„Nu, een „avonturierster" is misschien
wat sterk gezegd", meende Ronald. „Maar
een levend raadsel, Jè,, dat kan zy wel we
zen!"
„Waarom?" vroeg Maud weei.
Simons hart kromp üieen van een bang
voorgevoelen.
„Kyk", zei Ronald, „verleden week, toen
ik naar de stad ging, wilde het toeval, dat
Miss West met dezelfden trein reisde. Op
het perron had ik even met haar gesproken,
maar ze leek my zoo schuw en teruggetrok
ken, dat ik dan ook maar de aanwyzing van
nicht Annette volgde en haar met rust liet.
Ik zorgde dus, dat zy in een damescoupé
kwam en ging zelt in een rooken."
„Zei ze, waarom ze naar de stad ging?"
vroeg Maud.
„Ze zèi, dat ze naar een zangles ging."
on „zei" met grooten nadruk.
Zou die schoone boschnymf by haar an-
het standpunt der Kerk ten aanzien van de
ïykverbranding, om dan verder als volgt
te schryven:
„Wat onze Kardinaal deed ten overstaan
van de lykplechtigheden van den joodschen
generaal, die in 't buitenland in een ïyk
oven tot asch was verpulverd, bleek toen
duidelyk; eerbied voor de dooden is bij de
katholieken wat anders dan Ïykverbran
ding; daaraan doen zij niet mee; dat is
door de Kerk verboden!
En weer is de Loge uit weerwraak aan
't razen gegaan; 't koor heeft weer het
strydlied aangeheven en luidkeels gezongen
van ,,'t ongediert der papen
Zy die bij de geboorte van geen doop
meer hooren willen, en van geen eerste
H. Communie meer, en van geen H. Vorm
sel en van geen huwelijk voor de Kerk; ook
niet van biecht noch van H. Olysel in
het stervensuur, zy zyn er op uit meer dan
ooit, voortaan ook gedaan te maken met
de rust van het graf, dat te veel en te
dikwyis nog troost biedt en hoop op het
hiernamaals.
Al wat maar eenigszins kan doen denken
aan kerkelyke ceremoniën moet geweerd,
afgeschaft, uitgeroeid. Zelfs voor de dooden
ontaardt de vrymetselaars-vereering in een
vreeselyk anti-klerikalisme.
Voor hen, die, vaak na pünlyk lyden, de
stilte var, den dood zyn ingegaan, voortaan
geen graf meer.maar een brandstapel.
Weg met de dierbare dooden, naar den
ïykoven, waar men mag komen toekyken
hoe de lichamen kronkelen in het vuur;
hoe die armen zwaaien in de lucht, smse-
kend om erbarmen; hoe krampachtig die
vingeren ineenrollen als houtkrullen; hoe
die koolzwarte beenen stampen in de ruim
te en laaien als toortsen. De Fransche
schryver Lavedan meende, toen hU dit zag,
te hooren kennenGriezelend, het koude
antgstzweet op het voorhoofd, is hy weg-
geloopen, zonder het einde af te wachten,
vol van het akelig visioen van dien onbe
kenden doode wiens vleesch hy hoorde
kissen.
Naar den Ïykoven! En na een uurtje
biyft er van de dooden nog amper wat
assche over, dat in een vaasje kan worden
meegedragen en.... in den trein vergeten.
Het volk van Vlaanderen heeft echter
meer eerbied voor zyn dooden die het niet
zoo laaghartig en heidensch laat onteeren
Het volk van Vlaanderen gelooft nog steeds
in de opstanding op den laatsten dag en
wil daarom als zy die zyn voorgegaan,
begraven worden in den dierbaren kerkhof
grond, onder de schaduw van het kruis
waarover populieren en treuresschen dui
zendmaal herhaald het „De profundis'
prevelen".
Te Kiskoros in Hongarye werd dezer da
gen een „bloedregen" waargenomen, waar
van de bewoners aanvankelyk de oorzaak
niet begrepen.
Ervaren iemkers constateerden echter, dat
het opzienbarend verschynsel van bijen af
komstig was, die by het intreden van het
zachte lenteweer de korven hadden verlaten
en welker afscheidingen den grond rood
hadden gekleurd. Het vocht bevlekte huizen
en schuren en kleurde ook de op de bleek
liggende wasch rood.
4
De Grootmeester van de Souvereine Orde
van Malta, Prins Galeazzo von Thun und
Hohenstein is in den ouderdom van 81 jaar
overleden.
De thans ontslapene werd in 1850 te Triëst
geboren en heeft te Innsbruck en Praag ge
studeerd. Zyn loopbaan in de Malthezer
Orde ving in 1875 aan. Hij werd destyds door
het Groot-Prioraat van Bohemen in de Orde
gerecipieerd. Reeds tien jaren later werd hy
als vertegenwoordiger van het Groot-Prio
raat van Bohemen en Oostenrijk naar den
Orderaad te Rome afgevaardigd, waar hy
een begin maakte met de reorganisatie van
de Orde. In 1905 werd hy tot Grootmeester
gekozen. Hij zette toen het werk van zyn
voorganger voort. De Malthezer Orde kwam
toen tot nieuwen bloei. Prins von Thun und
Hohenstein slaagde er in nieuwe afdeelingen
van de Orde te stichten in Nederland, Polen,
Hongarye en de Vereenigde Staten. Hij was
alom bekend door zyn charitatief werk.'Se
dert vele jaren liet zyn gezondheid te wen
schen over, zoodat hy zich practisch uit het
ordewerk moest terugtrekken. In Maart van
het vorige jaar vierde hy zyn jubileum als
Grootmeester der Orde.
De rouwplechtigheden zullen op 30 Maart
in de Malthezerkapel op den Aventin te
Rome plaats hebben.
In de Zwarte Zee is een veerpont,
welke arbeiders naar het werk brengt, om
geslagen. Veertien menschen zyn verdron
ken.
De Duitsche Rijksdag is verdaagd
tot 13 October.
24 Maart opgegeven door v. d. Graaf
Co. N.V. (Afd. Handelsinformaties).
Uitgesproken:
23 Maart, J. Mulder, koopman, Amsterdam,
aere bekoorlykheden nog diè voegen van de
gave voor zang, dacht Simon, die innig veel
nield van muziek.
„Nu, toen we in Londen aankwamen"
ging Ronald voort „zette ik haar in een
vigilante en scheidden zich dus onze wegen.
Maar later, met de lunch, Zat zij in het
zelfde restaurant als ik. Ze leek toen heel
anders, zat levendig te praten en te lachen
er, de menschen met wie zy was, Jeken mij
wel van een tweederangs-tooneelgezelschap.
Zo heeft my geen enkelen keer gezien en
's avonds op het station zag zy er weer even
zedig en saai uit."
„Hoe geheimzinnig!" riep Maud.
„Maar je hebt je zeker vergist, Ronald,"
meende Simon. „Misschien was het een
tweelingzuster."
„Hoe heb ik het nü met je?.... En ze
heeft ons immers verteld, dat ze een eenig
kind was?"
„Ze is zeker niet het eenvoudige onschul
dige meisje, waarvoor nicht Annette haar
houdt," zei Maud
„Moeten we nicht waarschuwen?" vroeg
Vera.
„Ik zou maar oppassen", vermaande kapi
tein Tremaine. „Je weet niet, in welk wes
pennest je je misschien nog steekt."
Maud kreeg eèn ingeving: zy haalde een
officiersboekje en ging den naam „West"
opzoeken.
„Kijk", riep zy triomfanteiyk, „de naam
West komt niet voor in het regiment, dat zij
noemde."
ZATERDAG 28 MAART
HUIZEN, 298 M. Uitsl. K.RO.-Uitzending.
8.009.15 Gramofoonpl. 10.00—11.30
Gram.pl. - 11.30-12.00 Gods. Causerie Pastoor
Perquin 12.001.30 Concert K.ft.O.-sextet
o.l.v. P. Lustenhouwer 1.302.30 Gramo
foonpl. 2.30—3,00 Vragenhalfuurtje 3.00
4.30 Kinderuurtje 4.456.00 Gramofoon
pl. 6.006.15 Esperanto-Nieuwsberichten
6.15—6.35 Joum. Weekoverz. P. de Waard
6,356.45 Duitsche Revellers 6.45—7.15
Esperanto-cursus 7.157.45 Dr. J. van
Kranendonk Duffels: „De noodzake'.ykheid
van geneeskundig schooltoezicht II" 7.45
—10.45 Concert. KRO-orkest o. 1. v. J. Ger
ritsen 10.45—12.00 Gramofoonpl. 8.15—
8.25 Mr. A. I. M. J. baron van Wynbergen
spreekt over Mr. Aalberse.
HILVERSUM, 1875 M. 9.00 Gramofoon-
platen 12.00 Politieberichten 12.15 Con
cert VARA-septet o. 1. v. Is. E?1 en Gra
mofoonpl. 2.15 Gramofoonpl. 6.05 Gra
mofoonpl. 6.30 Gramofoonpl. 7.30
Politieber. 7.55 Gramofoonpl. 8.00
Vioolrecital door Andries Roodenburg, Elsa
Nolthenius (piano) 10.00 Vaz Dias
11.4512.00 Gramofoonplaten.
DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgen-
wyding 11.05 Lezing 1.20—2.20 Orkest
concert 2.55 Verslag van de voetbalmatch
Schotland—Engeland 5.35 Kinderuurtje
6.35—7.00 Berichten 7.05 Zang door
J. Armstrong en Joan Coxon 7.20 Lezing
7.40 Lezing 7.50 Piano-recital door E.
Mitchell 8.20 „Cavalleria Rusticana" van
Mascagni 9.25 Berichten 9.40 Berich
ten 9.45 „The Scoop". Detective-verhaal
10.10 „World for Sale" van J. Watt
10.5512.20 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO PARIS". 1725 M. 8.05
Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 4.05
Kinderuurtje 4.50 Dansmuziek 6.30
Gramofoonpl. 9.05 Tooneeluitz. 950
Orkestconcert.
LANGENBERG. 473 M. 6.35—7.35 Or
kestconcert 11.30 Gramofoonpl. 12.25
1.50 Orkestconcert 2.55—2.45 Gramo
foonpl. 4.205.20 Orkestconcert 7.05~
—8.15 Gewyd concert. Koor, solisten en
orgel 8.20 „Judas Iskariot". Hoorspel van
N. Schwarzkopf. Daarna Berichten en Ka
mermuziek.
KALUNDBORG, 1153 M. 12.05—12.35
Gramofoonpl. 2.20 Kinderuurtje 2.50
4.50 Orkestconcert en Voordracht 5.10
5.40 Concert, Harmonica-orkest 7.208.2(1
Dansmuziek 8.208.35 Piano-recital -
9.2010.20 Orkestconcert en zang 10.20—
11.35 Dansmuziek.
BRUSSEL, 508.5 en 338.2 M. 5085 M.:
5.20 Concert door kwintet 7.20 Gramo
foonplaten 7.50 Gramofoonplaten 8.20
Orkestconcert 338.2 M.: 5.20 Dansmuziek
6.05 Concert 7.20 Gramofoonplaten
7.30 Gramofoonpl. 8.20 Orkestconcert
9.05 Declamatie.
ZEESEN, 1635 M. 5.40—1.20 Lezingen,
Berichten 1.202.20 Gramofoonplaten
2.203.50 Lezingen 3.504.50 Concert
4.50—7.20 Voordrachten 7.20 „Besuch in
Wien" 8.20 Weensch orkestconcert 9 20
Berichten en daarna tot 1150 Dansmuziek,
Mauritskade 113114. R.c. mr. H. D. Feen-
stra. Curator mr. W. J. Ph. de Lille Ho-
gerwaard, Amsterdam, Weteringschans 124.
25 Maart, opgegeven dor v. d. Graaf
Co. N.V. (Afd. Handelsinformaties).
Uitgesproken:
23 Maart, J. Melhado, koopvrouw, Den
Haag, Laakkade 145. R.c. jhr. mr. Th. W.
C. Calkoen. Curator mr. M. Keulen.
23 Maart, C. F. Endenburg, bloemist, Den
Haag, Vlielandschestraat 65. R.c. mr. G.
Scholten. Curator mr. B. Bakker—Nort, Den
Haag.
Opgeheven, wegen gebrek aan actief:
23 Maart, N.V. Meubelfabriek „Melhado",
Den Haag.
23 Maart, J. van Veen Jr., Den Haag.
23 Maart, J. Smit, Leiden.
Vernietigd door Gerechtshof, Amster
dam:
N.V. Lompen- en Metaalhandel „Utrecht",
Utrecht.
Opgeheven wegens gebrek aan actief 20
Maart:
J. J. D'Hanis, Schiedam.
C. Pape, v.h. Sommelsdijk, thans Schie
dam.
J. Pieterse, Ooltgensplaat.
A. v. d. Ven, Eindhoven.
Comm. Venn. o. aand. de Algemeene
Dienstverrichting Expresse, Eindhoven.
„Tien jaren reclame-adviseur," door
Dr. P H. Ritter Jr.
Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan
van het Reclame-Adviesbureau van B. Knol,
Heemraadsingel 85, Rotterdam, is een ge
denkschrift uitgegeven onder bovenstaanden
titel en verzorgd door den heer dr. P. H.
Ritter Jr.
Niet alleen, dat dit boekwerk typografisch
op te loven wyze verzorgd is, maar ook be
vat het talrijke wenken en raadgevingen
voor allen, die voor hun zaken adviezen op
reclamegebied wenschen. Bovendien is het
in vlotten styl geschreven
Het geschrift zal zeker zijn weg wel vin
den.
„Misschien heb je niet de juiste Jaren na
gekeken, „waagde Simon er weer op. „Weet
je den datum, dat hy moet gesneuveld zyr,?"
„Ja zeker", antwoordde Maua. „Ik heb wel
gezorgd, dat ik den naam van het regiment
wist en alle mogeiyke byzonderheden. Maar
de naam van West is er niet by. Mij dunkt,
dat is genoegzaam bewijs, dat zy ons mis
leidt!"
„Ik geloof toch niet, dat zy ons misleid
heeft" klonk het vol overtuiging van Simon.
„De „droomer" treedt als ridder op!"
spotte Maud. „Nu. daar zou je respect voor
krygen!"
Een algemeen gelach volgde, ma#ir Simon
hoorde het niet eens en even daarna trok hij
zich terug, om in eenzaamheid nog eens goed
te overleggen.
„Als zij ons bedrogen heeft, wat betreft
haar vader, dan was dit zeker verkeerd."
dacht hij. „Maar wat weten wü nu af van de
moeilijkheden van een jong meisje, dat
alleen staat op de wereld? Wij moeten haar
zeker veel zachter beoordeelen- dit is niet
meer dan rechtvaardig." En toen, na een
tyd je: „Maar waarom myzelven langer te
misleiden? Het is niet enkel sympathie, dat
ik nu voor haar voel; het is liefde Ja, ik
heb haar liefDe schellen zyn my van
de oogen gevallen."
(Wordt veivolgd).
BEN ES(K