fBinnen landsch Nieuws Gemengd o~H?ieuws u Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN ^52 De roep van „De Graal' Grootsche propaganda In Amsterdam De Rcme-rels van het R. K. Werkliedenverbond Nederl. Staatsmijnen Bond van Gemeente-Ambtenaren RADIO-NIEUWS Zendtijden van den Vaticaanzender FINANCIEN De Hanzebank Utrecht Van Gelder's papierfabrieken Ned. R. K. Grafische Bond Antiquiteiten Brand in een timmerloods te Amsterdam Arme kleine Schorsing van een advocaat Diphtheritis Boerderijen afgebrand Door een leeuw gebeten Been afgekneld De verdwenen betaalmeester Winkel uitgebrand UITLOTINGEN De fleurige stoeten Graalmeisjes In Amsterdam trilden nog de EucharisU- tische tonen na van het, machtige Miraxel- feest, toen de hoofdstad op Palmzondag reeds weer in het teeken stond van een groot sche Katholieke beweging. Thans was het niet de omgang der stil-ingetogenen, maar de luide roep van de jeugdige meisjesorgani satie „De Graal". Door bijna alle straten van de grijze stad trokken de fleurige stoeten der Graalleden in hun frissche uniformkleeding. Onder vroolijk gezang uit de rappe meisjes kelen ging het naar de pleinen. Daar werd bait gehouden, de meisjes schaarden zich om haar vaan en onder aanvoering van een leidster voerde een dialoog-koor een drietal spreekkoren uit: „Wat wij willen, wat wij zijn kunnen en wat wij hopen." Wij laten hier het eerste spreekkoor geheel volgen. WAT WIJ WILLEN Als de Graal zijn vaandels laat wapperen, Komen de meisjes, de fiere en dappere, Kleurige vlinders op fleurige wiek, Jong nog en tenger, maar frank en kwiek. Wil soms de Graal ons maar wat amuseeren? Neen, de Graal dient tot Gods meerdere eere. Brengt de Graal daartoe slechts meisjes bijeen? Schiep God voor Zijn Glorie soms jongens alleen? Wat willen meisjes met. haar wufte gewemel? Winnen de wercid voor God in den hemel, Biddend verkrijgen in stad, land en wijk: Geheiligd Zijn Naam en gevestigd Zijn Rijk. Och, wat willen wü vrouw, die nooit man evenaarde? Dat Gods Wil geschiede in hemel en aarde. In zondenvloed trad vrouwenvoet den eer sten Adam tegen; Maria vol van genade, keerde dien vloek om in zegen. Was Eva's verleiding niet schuld van 't verzet? Het kroost van de vrouw heeft den slangen kop verplet. Wees gegroet Maria, Vrouwe van Nazareth! En lang leve de Graal, Om ons meisjes te leeren: 't Blijde Booaschapsverhaal, Dat, hoe de wereld ook dwaal. De menschheid moet bekeeren, En God zal triomfeeren. Als de meisjes daar op zoo'n plein dit voorproefje van het Massale Spreekkoor, waarvan de uitvoering 2den Paaschdag as. zal plaats vinden, gegeven hadden, vervolg den zij haar weg, om via het Olympiaplein naar het Com. Troostplein te trekken, waar uit de ca. 20 groepen elk van vijftig meisjes een keurcorps met vlaggen, de z.g. vlaggen- tocht, werd samengesteld. Het was een ge weldige, een inslaande propagandatocht. De Graal heeft bewezen, dat zij een machtige plaats in de katholieke beweging in gaat ne men. Ze heeft ons laten zien, dat ze haar taak aanvaardt en om deze te doen slagen een enorme energie weet aan den dag te leg gen. Een aard.'g moment was het, wanneer een groep een kerk passeerde en allen tegelijk hun graalgroet welke bestaat uit het op steken van den arm aan den verborgen Christus in Zijn tabernakel brachten. Veel belangstellenden sloegen de trekken- den gade en op de grootsche uiting van wat zij willen, wat zij zijn kunnen en wat zij hopen, volgde menigmaal een spontaan ap plaus. Nu gaat het op het Massale Spreek koor op den tweeden Paaschdag in het Sta dion aan. eD Graalmeisjes hebben de belang stelling losgeslagen, de nieuwsgierigheid doen groeien. We wenschen ze ook dan een volle dig succes toet Het aantal deelnemers aan de Jubileum reis naar Rome, welke door de Centrale Reis- kas van 't R.K. Werkliedenverbond wordt georganiseerd van 11 tot en met 21 Mei a.s., is dusdanig, dat de geheele reis per extra- trein wordt gemaakt. Hierdoor kan het aantal deelnemers nog eenige uitbreiding ondergaan. Met het ocg hierop en mede, omdat eerst op 1 April de trekking plaats heeft van de door den R.K. Bouwvakarbeidersbond ge organiseerde loterij voor gratis deelname aan de reis, is de inschrijving verlengd van 1 April tot 15 April. Wie nog met de Centrale Reiskas naar Rome wil om aan de Rerum Novarum- feesten deel te nemen, kan zich hiervoor dus neg tot uiterlijk 15 April opgeven aan het bureau: Drift 10—12, te Utrecht, of daar het prospectus der reis aanvragen.' De heer Eugène Lücker gaf vervolgens een boeiende beschouwing over kunst en typogra fie en illustreerde zijn woorden door licht beelden met de epidiascoop. Geen prijsopdrijving Op de vragen van het Tweede-Kamerlid den heer Wijnkoop betreffende de koienpry- zen der Nederlandsche Staatsmijnen heeft de minister van Waterstaat o.m. geantwoord: De Staatsmijnen volgen bij den afzet van haar producten het prijsverloop op de bin nen- en buitenlandsche markten. Het voeren van dumpingpolitlek door de Nederlandsche mijnen is reeds hierom buitengesloten, wijl het aanbod van buitenlandsche steenkolen, die, zooals bekend is, in onbeperkte hoe veelheden in Nederland kunnen worden in gevoerd uit de ons omringende kolenbekkens, welke voor den aanvoer naar een groot deel van ons land gunstiger gelegen zijn dan Zuid-Limburg, het onmogelijk zou maken de prijzen hier te lande kunstmatig hoog te houden om daardoor in het buitenland te gen lageren prijs te kunnen koopen. De prijsnoteering op een bepaalde plaats is uiteraard afhankelijk van vracht, hoe veelheid, lossingskosten en vele andere fac toren en kan dus niet overal gelijk zijn. Wat den goedkoopen huisbrand, met name de eierbriketten betreft, is het niet juist, dat alleen te Amsterdam deze soort aanmerkelijk lager wordt verkocht. Ook in vele andere plaatsen gelden lagere prijzen dan elders in het land. Dat de Staatsmijnen haar prij zen concurreerend hebben gesteld, moge ook hieruit blijken, dat zij haar geheele produc tie van huisbrandkolen gedurer.de 't brand- stoffenjaar 1930-1931 hebben kunnen plaat sen. Van prijsopdrijving door de Staatsmijnen is geen sprake. Er kan derhalve geen aan leiding bestaan om ter zake maatregelen te nemen. De heer J. Kamman, secretaris van Den Helder, is bij enkele candidaatstelling be noemd tot voorzitter van den Nederland- schen Bond van Gemeente-ambtenaren. Uit Rome ontvingen wij de volgende op gave van de zendtijden van den kcrtegolf- zender in het Vaticaan: Van 9.20—9.50 uur (telefonie) Golfl.) 19.84 M. Van 9.5010.20 uur (telegr.) Golfl. 19.84 M Van 18.20—18.50- uur (telef.) Golfl. 50.26 M. Van 18.5019.20 uur (telegr.) Golfl. 50.26 M. Aile opgaven zijn in Amsterdamschen tijd. Deze zendtijden moeten echter niet als of ficieel beschouwd worden, maar gewoonlijk kan men den zender toch wel op de opgege ven tijden en golflengten hooren. Faillissement geëindigd De heer Mr. H. G. Holsteyn en Mr. R. van Weelderen curatoren in het faillissement van de N.V. „De Hanzebank" te Utrecht, berichten dat door het verbindend worden der slotuitdeelingslijst het faillissement is geëindigd. Vakkundig Bureau van de Federatie van R. K. Studieclubs In het R. K. Vereenigingsgebouw „Unltas" aan het Valknofplein te Nijmegen werd de gewestelijke vergadering gehouden van het Vakkundig Bureau van bovengenoemde fe deratie. De belangstelling uit typografische kringen was zeer groot. Na een korte inleiding van den bondspen- ningmeester, den heer B. Leyn, tevens voor zitter van de afd. Nijmegen, sprak de bonds voorzitter de heer Chr. v. d. Dries uit Hilversum een inleidend woord, waarin hij wees op de beteekenis van de vakstudie en de vakcursussen, ingesteld ter bevordering van de kennis en den kunstzin der typogra fen in het tegenwoordig bedrijf, dat zich steeds meer aanpast aan de moderne eischen van kunst, in combinatie met techniek. In dit opzicht werken de cursussen op initiatiéf van het vakkundig bureau tot stand gekomen en welke ook centrkal kunnen werken, zeer gunstig. Het aantal leerlingen neemt toe en de resultaten van liet onderwijs zijn meer dan bevredigend. De heer Jos. Musters, twee de penningmeester, zette het doel van de studieclubs ten opzichte van de vakontwikke ling iïog nader uiteen en wees voornamelijk op de taak der afdeelingen om deze cursus sen te bevorderen In het belang van de toe komstige typografen. Vervolgens werd de tentoonstelling van modem drukwerk in hoog, diep en offsetdruk, etsen en linoleum snede/- vnl. bijeengebracht door den NU- meegschen schilder Eugène Lücker bezocht. De heer A Stenger, Directeur van de N.V. Inkt- en Verffabriek „Amhemia" te Arn- hem, gaf vervolgens een beschouwing over de inkt- en verffabricage zooals die hier in ons land plaats heeft. Deze technische voor dracht werd toegelicht door een interessante fabrieksfilm van de „Amhemia", Geen sprake van dat men in Britsch-Indië aiet mee zou kunnen De voorzitter gelooft niet, dat het hout te duur is gekocht Vooruitzichten tot dusverre nog niet zeer bemoedigend Gisteren werd te Amsterdam de Jaarlijk- sche algemeene vergadering van aandeel houders der N.V. Vereenigde Koninklijke Pa pierfabrieken der firma Van Gelder Zo- I nen gehouden. j Aanwezig waren 18 aandeelhouders, ver- tegenwoordigende 97 aandeelen en recht hebbende op het uitbrengen van 74 stem- men. De voorzitter, de heer P. Smldt van Gel der, stelde het Jaarverslag aan de orde. De heer Bosboom merkte op, dat het verslag z. 1. wel wat sober is. Spreker wijst b.v. op de kapitaalinvesteering van 3 a 4 mill., gulden 's Jaars gedurende enkele achtereenvolgende jaren, zonder dat daarop een toelichting is gegeven. Ook ontbreekt de toelichting op de balanscijfers. Spr. meent, dat aandeelhouders recht hebben op iets ruimere Informatie. Een ander aandeelhouder vraagt, of het Juist is. dat de troebelen in Britsch-Indië van nadeel waren op den afzet van Van Gelder. En of de houtvoorraden inderdaad zeer duur waren gekocht? In antwoord op deze vragen, zegt een der directeuren de heer H. Smidt van Gelder, dat het bestuur voornemens is om een groote mate van soberheid in acht te blijven ne men, doch spr. wil toch zeker overwegen, in hoeverre aan den wenscb van den heer Bosboom kan worden tegemoet gekomen. Wat den post „uitbreidingen en verbete ringen" betreft, kan spr. wel eenige mede- deelingen doen. Een deel van wat betreft de uitbreiding van het ketelhuis te Velsen; een installatie voor reiniging van het ketelwater (f 2'/t ton). Verder circa 4 ton voor ver nieuwing van een der fabriek'machines. De vernieuwing van het toestel, waar de hout- stof wordt vervaardigd, kostte eveneens 4 ton. In Renkum en Apeldoorn werd even eens circa 1(4 ton aan enkele vernieuwingen ten koste gelegd. Wat de toelichting op de balanscijfers be treft, meent spr., dat aandeelhouders deze eventueel toch kunnen verkrijgen door het stellen van vragen op de vergadering. Spr. wil echter overwegen, wat er kan worden gedaan om aan de wenschen van den heer Bosboom zooveel mogelijk tegemoet te ko men. Aan den heer Chabodt antwoordt spr., dat de omzet in Britsch-Indië in 1930 wel iets verminderde, doch dit was nog geens zins een calamiteit; Van Gelder heeft er zich dan ook vrij goed kunnen handhaven. Er is geen kwestie van, dat Van Gelder in Britsch-Indië niet mee zou kunnen. Wat de houtvoorraden betreft het vol gende; het hout wordt altijd gekocht in een jaar vóó- dat het wordt verwerkt. Meestal zelfs wordt het hout twee jaren te voren reeds gekocht. Spr. gelooft niet, dat Van Gelder te duur heeft gekocht, wanneer hij deze houtaankoopen vergelijkt met die van andere houtimporteurs elders. De heer Bosboom vraagt nog naar den invloed van de malaise op het bedrijf. Een der groote afnemers van Van Gelder zijn de couranten. En spr. kan zich nauwelijks voorstellen, dat de malaise op den afzet van courantenpapier een nadeeligen invloed kan hebben geoefend. De directeur, de heer H. Smidt van Gel der, meent echter, dat zelfs de couranten den invloed der malaise zullen ondervinden en b.v. minder papier zullen verbruiken door het geringe aantal advertenties. Het jaarverslag, de balans en de verlies- en winstrekening werden goedgekeurd. Vervolgens werd wederom besloten het reservefonds aan te wenden in het bedrijf, tegen een vergoeding van 5 pet. rente. Een der aandeelhouders vroeg ten slotte nog naar de vooruitzichten van het loopen- de boekjaar. De directie waagde zich liever niet aan voorspellingen. Tot dusverre zijn deze nog niet bemoedigend. Op een vraag van denzelfden aandeel- houden er er dezen keer evenals in 1929, wederom een belangrijk deel van de produc tie was verkocht, zegt de heer H. Smidt van Gelder, dat dit inderdaad wederom het geval is. Doch deze verkoopen betreffen voornamelijk het courantenpapier, dat 2/3 van de productie vai. Van Gelder in beslag neemt, gemeten naar het aantal kilogram men, en circa de helft van de productie ge meten naar de waarde. Deze verkoopen van courantenpapier hebben echter plaats tegen prijzen, dien den kostprijs benaderen. De heer J. H. Smidt van Gelder werd als commissaris herkozen. In de elegante rookkamer, die opgepropt stond met kunstvoorwerpen, oudheden en curiositeiten, dronken de heeren koffie en cognac, en zij rookten havanna's, terwijl de gastheer, Chatel, anecdoten uit zijn verza melaarsleven ophaalde. „Den prins d'Aurigny heb ik er zoo prach tig tusschen genomen!" begon hij gnuivend. „De heeren kennen d'Aurigny waarschijn lijk?" „Den ouden prins uit Bretagnel Natuur lijk I" riep Dubac. „Die heeft heel aardige dingetjes in zijn verzameling. Heb je hèm beetgehad? Vertel eens op, Ch&tel!" De streken van Chatel waren zeer talrijk en zeer handig; stipte rechtvaardigheid werd daarbij minder geteld. Maar verzamelaars hebben eigen zeden en gewoonten, en zelfs een eigen moraal. Niemand had op Chatel iets aan te merken integendeel, men be schouwde hem als een meester, van wien nog wat te leeren valt Niemand 'kon zoo goed als ht) voetangels en klemmen, vallen en mijnen leggen, om in het bezit van een begeerd voorwerp te komen. De vrienden groepeerden zich om den haard en Chatel begon: „Verleden jaar had ik zaken in Bretagne, en ik ging even by d'Aurigny aan. We zyn al van onze jeugd af bevriend." „En prins", zei ik na de gebruikelijke groe ten, „hebt u nog iets moois opgedoken sinds onze laatste ontmoeting?" „Ja kijk, hier is een munt, die ik me zelf cadeau heb gegeven. Niet kwaad, hé?" Ik nam de munt in de hand. Het was een prachtig goudstuk, met bloemenranden, keu rig bewaard gebleven, een zeer zeldzaam stuk, dat aan myn Romeinsche serie ont brak: een keizerin Faustina, zooals geen van onze verzamelaars er een had. Aan den eenen kant stond de buste van de keizerin, met golvend haar, aan den anderen kant een gladiatorengevecht met de woorden: Felicitas Republicae. Zoo'n achterkant was ik nog nooit tegengekomen, en ik had toch al vry veel Faustinamunten. Ik nam on- middeliyk het besluit, die munt tot lederen prijs ln mUn bezit te krijgen. Maar ik voelde wel, dat dit bij een man als de prins niet makkeiyk lukken zou, vooral niet, als ik mijn gretigheid liet blijken. ik gaf hem dus de munt met een onver schillig gezicht terug en zei: „Zooals u zegt, niet kwaad, prins maar u hebt wel betere dingen!" En toen begon ik zyn Limoges- émail te prijzen, en zyn Italiaansch aarde werk, en de zeldzame middeleeuwsche rin gen, die werkeiyk heel mooi zijn. En toen kwam ik zoo terloops op de munt terug, nam die in de hand en bekeek haar nog eens. „Ze is toch beter dan ik eerst dacht, prins", zei ik. „Zeker een aardig sommetje voor betaald?" „Voor niets heb ik haar niet gekregen maar ik heb toch geen oogenbllk spijt van myn handel". ,Dus u zoudt 't dingetje niet willen ver koopen, voor byvoorbeeld 't dubbele?" „Geen kwestie van", zei de prins. Nu 't eenmaal zoover was, kon ik niet meer zwijgen. Ik bood hem aan te ruilen met myn mooiste munt van Pisano, ik rede neerde maar hoe meer ik aandrong hoe koppiger hy weigerde. Ik ging met leege handen naar huis voor t eerst van myn leven verslagen. Maar toch gaf ik de hoop niet op. In den trein besloot Ik: lk móest de Faustina heb ben, wat ze me ook kostte! En toen ik in Parijs kwam, maakte ik aanstonds een plan en begon het uit te voeren. De d'Aurigny's, zoo dacht ik, zyn een oude familie ze moeten in de geschiedenis, en zelfs in de kruistochten al, een rol gespeeld hebben. Daar moet lk eerst meer van weten. Ik studeerde en snuffelde ln myn eigen boeken vond ik niets, dus ging lk naar de Nationale Bibliotheek. Na acht dagen vond ik eindeiyk een Aymar d'Aurigny, alleen den naam maar met een noot, die naar 'n oude Vlaamsche kroniek verwees. Die was gelukkig ook in de bibliotheek en ik las op de aangegeven bladzyde deze regels ik ken ze van buiten „Dit zyn de namen der helden, die in den slag van Bouvines aan Frankrijks zijde streden: Eudes, hertog van Bourgondië, Guy d'Aurigny, Mathieu de Montmorency, Guillaume des Barres en vele anderen." Nu ging ik het wapen der familie d'Au- rignv zoeken, wat maar weinig moeite kost te. Ik schreef de passage uit de kroniek over, trok het wapen op vloeipapier over, sprong ln een rytuig en liet me onmiddeliyk naar Bernard ryden. Die maakt, zooals u weet, zuike knappe nabootsingen, dat men in alle muntenkabinetten van Frankryk en Navar- ra werk van hem vindt. Ik zei tegen Bernard: „Ik heb een buiten gewoon moeiiyk werkje voor u misschien zult u 't onmogelük vinden, zoo'n kunst- en meesterstuk te maken als ik graag hebben wou." Bernard antwoordde onmiddeliyk: „Alles kan gemaakt worden. Als er maar tyd en geld genoeg is." „Tyd kunt u krygen, zooveel u maar wilt. er. den prys kunt u zelf bepalen", zei ik. Hy vroeg, waar 't om ging. Ik zei, dat ik een munt uit de dertiende eeuw wou heb ben: van brons; aan den eenen kant een van top tot teen geharnaste ridder met het opschrift: „Guldo d'Aurigny, heer van Mont- dory;" geen Jaartal die zette men toen nooit op munten; aan den achterkant een schild, het wapen van Guido D'Aurigny, zooals ik het uit een memoriaal had overge trokken. „Goed" zei Bernard, „over drie maanden is de munt klaar" Ik had myn wraak in den zak. Op den bepaalden dag kreeg ik visite van Bernard en Tc ging direct naar Bretagne. Ik gunde me nauweiyks tyd om te ontbyten, en met één sprong was ik in het oude slot. Ik viel natuurlijk niet met de deur in huis. In 't begin praatte ik heelemaal niet over de Faustina. Eerst toen we een uurtje over alles en nog wat gebabbeld hadden, en ik op 't nunt stond, afscheid te nemen, stak ik als by toeval mijn hand in mijn vestzak en haalde er de munt van Guy d' Aurigny uit. „Hé, prins, nu zou ik nog haast vergeten, dat ik u iets wou laten zien. Ze kwamen voor "n paar dagen met dit dingetje by me. Ik wou 't eerst niet hebben, want de der tiende eeuw laat me koud Maar toen ik er uw familienaam op zag staan, heb ik t maar gekocht!" De prins nam de munt tusschen zyn vin gers, gebruikte zyn loupe en bekeek de munt met groote verwondering, die al vlug in een zekere verslagenheid overging. „Kolossaal!" riep hy uit, „dat ls merk waardig! Guy d'Aurigny, heer van Mont- dory! Ik zou hebben durven zweren, dat de oudste munt van myn familie die van Adal bert d'Aurigny was, grootmeester van de ar tillerie, in 1667. Maar zeg eens, wat wou je met deze munt doen? Als je er toch geen byzondere waarde aan hecht, kon Je 'm wel aan my overdoen!" Daar kwam natuuriyk niets van in. Ik zei, dat ik gewoon was te houden, wat ik een maal had. Als je iets wegdeed, had je er later altyd spyt van Toen begon de prins te pleiten. „Begrijp toch eens aan, beste vriend", zei hy, „wy stammen regelrecht van dien Guy d'Aurigny af dat wapen hebben we nóg, behalve een paar kleine veranderingen, die Lodewyk XIH er in gebracht heeft! Je weet, dat we Montdory ook nog hebben, hier vlak in de buurt. Die Guy is onze beroemdste voorva der, en zyn rol in den slag van Bouvines in 1214 ls de trots van ieder, die d'Aurigny heet. Je begrypt, hoe ik daarom op die munt gesteld ben ik geef Je het dubbele van wat hy jou gekost heeft het driedubbe le...." Ik zei, dat ik het volkomen begreep maar 't was voor my een heele stap, om van myn vaste regels af te wyken, ik moest er over denken, misschien zou ik hem later ter wille zyn. Maar ik beloofde al vast, dat ik de munt aan niemand anders zou verkoopen. Ik had er ontzettend veel pret in, den ar men prins zoo als een hondje om het been te zien draaien, tot het koud genoeg voor hem zou zyn, om het aan te pakken. Op eens zei ik, alsof 't me op dat moment juist te binnen schoot; „Weet u wat, prins als u me dan met alle geweld van mijn vondst berooven wilt, laten we dan rullen! U weet nog wel, dat u me verleden jaar met geen geweld uw Faustina over wou doen. Nu zou ik me even koppig kunnen toonen. We kun nen alle twee toegeven geef my de Fau stina, dan krygt u uw familiemunt." „Myn Faustina! Een unicum! Nee, die gaat zoolang ik leef mijn huis niet uit!" „Goed", zei ik, „dan houdt ieder, wat hy heeft I U uw Faustina, ik myn Guy D'Aurig ny". Ik Het mUn munt kalm weer in myn vestzak giyden, en ik was al buiten, zonder op te merken, dat de ongelukkige prins me probeerde tegen te houden. De pyi zat. Ik hcefde nu alleen maar te wachten. Inwendig lachend kwam lk weer in myn hotel. De heeren zyn allemaal min of meer verzamelaar, u weet, dat het nog veel heeriyker is, een collega te foppen, dan zelf een zeldzaam stuk te bezitten. Drie dagen later kreeg ik een brief, vrien den hier heb ik hem (de verteller haaide een papier uit zyn portefeuille, vouwde het open en las:) Je wint 't. Hier heb je myn Faustina. Stuur my nu onmiddellijk den Guy D'Au- rygni." Zoo heb ik de munt veroverd, die mij al zoo langen tyd niet uit de gedachten had gewild; en hoe biy ik met dat stuk ben, zult u des te beter begrijpen, als ik u ver tel, dat het in den Trésor Numismatlque niet eens voorkomt Chfttel stond op, en ging naar een re- naissance-kastje van ebbenhout om er de allerzeldzaamste munt uit te voorschyn te halen. Die ging dan ook al spoedig van hand tot hand, en menige uitroep van be wondering kwam van de lippen der kenners. Alleen graaf Dubac bleef uiterst bedaard in zijn fauteuil zitten, zyn vingers trom melden op de bekleede leuningen. HU had geluisterd zonder den verteller te onder breken, maar van tyd tot tyd vloog er iets, dat op een lachje leek, langs zyn lippen. „Vind je het geen buitengewoon komisch geval?" ,4a zeker!" gaf Dubac ten antwoord, ,,'t Is zelfs nog komischer, dan u zelf denkt. Die Faustina had de prins d'Aurigny nameiyk van my, in ruil voor twee echte Tanagra- beeldjes. En evenals uw Guy d'Aurigny kwam de Faustina regelrecht van Bernard!" Op het etablissement van de K.N.S.M. Gisteravond werd te kwart over zeven op het etablissement van de K.N.S.M. te Am sterdam de daar aanwezige brandmelder af getrokken Het bleek, dat op de eerste ver dieping van een kantoorgebouwtje, dat ge legen is tegen een groote timmerloods, ter plaatse brand was uitgebroken, welke zijn oorzaak vond in een defect aan de schoor steenleiding. Op het brandalarm rukte zeer veel materi aal naar de Surinamekade uit en wel de mo torspuit en de ladderwagen van de hoofd wacht aan de De Ruyterkade, een motorspuit van de hulpwacht Kattenburg, een motor spuit en ladderwagen van de hoofdwacht van de N. Achtergracht, alsmede de dry /ende motorspuit „Jason". Toen de brandweer ter plaatse was, bleèk spoedig, dat het meerendeel van dit materi aal weer kon inrukken. Het vuur bij de schoorsteenleiding op de eerste verdieping van het gebouwtje had zich n.l. alleen me degedeeld aan het dak en een met papieren gevulde kast. Met twee stralen kon het vuur dat voor de brandweer verscheen, reeds loor wachtslieden van de K.N.S.M. met eigen brandbluschmiddelen was aangetast, wor ien bedwongen. Het platte dak van het gebouwtje «noest hierna gedeeltelyk gesloopt worden; overi gens werd genoemde kast met inhoud een prooi der vlammen. De leiding van het blusschingswerk, die aanvankelijk berustte by den Adjunct-Hoofd brandmeester Schuitemaker, werd later over genomen door Hoofdbrandmeester Brünet de Rochebrune. Met dat al ls deze brand, welke aanvanke- ïyk als „middelbrand" was aangeduid, tot een kleinen brand beperkt gebleven. In een onbewaakt oogenbllk geraakte te Wilnis het circa 3-jarig zoontje van den caféhouder D. in de naast de woning liggen de bruggesloot. Toen men het kind er eenige oogenblikken later uithaalde, bleken de levensgeesten reeds geweken. De ontboden geneesheer kon slechts den dood constatee- ren. Zoo men zich herinneren zal, heeft de Raad van Toezicht op de Orde van Advoca ten lndertyd onder meer de schorsing uitge sproken van mr. M. I. N. S. te 's-Graven- hage wegens diens gedragingen in de Lie- bermann-affaire. Mr. S. is hiervan toen in hooger beroep gekomen by den Hoogen Raad die in raadkamer een onderzoek instelde. De Hooge Raad heeft thans deze schorsing bevestigd. In een station ingebroken In den nacht van Zondag op Maandag is te Venlo ingebroken in het Maasbuurt- station aan de Maasbrug. Door het inslaan van een ruit achter het station heeft de inbreker den sleutel aan den binnenkant van de deur kunnen omdraaien. Ontvreemd werd een bedrag van 30 uit de cassa als mede uit de wachtkamer sigaren, broodjes en kleeren. Wegens het voorkomen van gevallen van diphtheritis onder de leerlingen van de Christeiyke Prins Willem school aan de Phoenixstraat te Delft, ls gisteren deze school gesloten. Gisteren brandden de boerdery en schuur van A. Kuypers te Heesbeen by Heusden, alsmede het woonhuis van den timmerman G. Nieuwkoop af. Van den heer K. werd de Inboedel een prooi der vlam men; paard en vee konden worden gered. De timmermanswerkplaats van N. bleef be houden. De oorzaak van den brand is onbe kend. Verzekering dekt de schade. Aan de Ringelaan onder Wassenaar is de boerderij van den landbouwer Hoogenade afgebrand. Drie koeien kwamen ln de vlammen om. Deoorzaak van den brand is onbekend. Verzekering dekt de schade. In Burgers' Dierenpark Een bediende van Burgers' Dierenpark te Arnhem had zich Zondag tegen de voor schriften met den verzorger van de leeuwen in een der leeuwenkuilen begeven. Nauwe lijks was hy binnen of een der leeuwen be sprong hem en bracht hem drie beten toe aan de keel. Zyn metgezel wist hem te ont zetten. De jongeman werd voorlooplg ver bonden en naar het St. Elizabethsgasthuis te Arnhem overgebracht. Zijn toestand is alleszins bevredigend. Gistermiddag is de 45-jarige schipper vaO het mosselvaartuig „Philippine 24" met een zyner beenen tusschen de koppeling van den motor geraakt. Het been werd ge deeltelijk afgerukt. De schipper is in zorg- wekkenden toestand naar het R. K. gast huis te Goes vervoerd. Door een accountantsbediende geholpen By een ingesteld onderzoek vanwege het Centraal Bureau van Veilingen te Den Haag, dat de accountancy waarneemt voor de Veilnigsvereeniging Zwart" ud 4c te ,(aald- wyk, is thans nader gebleken, dat een bediende van genoemd bureau, de 21-jariga G. v. d. K., wonende te Voorburg, in relatie heeft gestaan met den thans voortvluch- tigen betaalmeester De B. De bediende is in Januari j.l. met De B. een avondje uit geweest, waarby deze hem heeft overgehaald om van zyn bevindingen by eventueele controle der boeken van D0 B. geen aangifte te doen. Hierdoor heeft de betaalmeester gedurende eenige maanden ongemerkt zijn malversaties kunnen ple gen, totdat het Centraal Bureau een nader onderzoek instelde en de zaak aan het licht kwam. Het totale bedrag van de verduisteringen, waarmede na Januari ls aangevangen be- dra^ït 9500 prulder. De bediende v. d. K. is op staanden voet ontslagen. Daar echter niet vast is komen te staan, dat hy medeplichtig is, zal tegen hem geen vervolging worden ingesteld-. Gisteravond is in een winkel voor bontman tels en pelterijen aan den Nieuwendyk te Amsterdam, gedreven door den heer L. J- P., geheel uitgebrand. Oorzaak is vermoe delijk het wegwerpen van een sigaret. was in het pand, dat onbewoond is, niemand aanwezig. De vlammen sloegen even doof het plafond van den winkel, maar vonden in de leegstaande vertrekken van de eerste verdieping geen voedsel en voordat ze zich verder hadden kunnen verspreiden, hebben ze het voor de waterstralen van de brand weer moeten afleggen. De schade aan ver nielde en door vuur en water waardeloos geworden pelteryen, is tameiyk aanzienlijk- BRUSSEL 190a Trekking van 28 Februari 1931 No. 22 serie 17.949 is betaalbaar met frs. 10.000. no. 18 s. 27.588 met frs. 1000, na. 5 s. 25.185 en no. 20 s. 25.998 eik met frs. 500, de volgende nos. elk met frs. 250 s. 7.649 no. x. s. 12.352 na. 5, s 15.071 no. 6, s. 19.227 no. 1, s. 21.857 no. 12. s. 26.549 no. 19. de volgende nos. elk met frs. 150s. 3.470 no. 10, s. 4.240 no. 19, s. 7.323 no. 13, s 8.374 no- 8, s- 13-091 no. 5, s. 14.103 no. 20, s. 17-031 no. 2 s. 17.031 no. 3, s. 19.406 no. 10 s. 27.345 no. 6, de nos. der volgende series elk met frs. 100 3.470. 4.240, 5.030, 6.005, 6.753, 6-933, 7-oi 1, 7-323, 7-649, 7-909» 8.374, 9-220, 9.306. 9.571, 9.714 9.968, 12.186, 12.352, 12.485, 13.091, 14.089, 14.103, 14.345. 15-071, 16.783, 16.957» 17-031, 17-949, 18.205, 18.473, 18.815, 19,227, 19.406, 21.857. 22.695, 24.310, 24.828, 25.185, 25.393, 25.998, 26.549, 27.181, 27.345, 27.588, 29.351. 29.446, 29.501. 261. De man bleef suffen op zijn tabouret, -62- Had Wlm ook niet zien komen, „Wat slaapt die hengelaar gerust," dacht Wlm, „Waar zou hy wel van droomen?" Wlm zocht een tak. HU vond hem 'dra. Nu kon het spel beginnen. Wie iemand voor 't lapje houden wil, Die moet maar iets verzinnen. De visschen keken neel lang naar hun prooi, Die him juist was ontnomen. „Waarom moest ook," zei een haal bedroefd, Zoo'n vliegenden kerel komen! Waarom ontnam hy ons zulk een hap, Ik begin er van te watertanden." „Ja, waarom," zei eeri ander boos, „Nam hy het uit onze handen?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10