Buitenlandsch C?Cieuws
FEUILLETON
DE DUITSCH-OOSTENRIJKSCHE
TOL-UNIE
DE DROOMER
DERDE BLAD
DINSDAG 31 MAART 1931
BLADZIJDE 1
Uitbreiding tot Hongarije, Zuid-Slavië en Roemenie?
De nieuwe
noodverordening in
Duitschland
Een verklaring van de
Rijksregeering
Betooging tegen het Duitsche
radicalisme
De Internationale
Ontwapeningsconferentie
Een nota van Sir Eric Drummond
De Fransche begrooting door den
Senaat aangenomen
De Britsch-Indische
beweging
Gandhi gact naar Londen
Baldwin en Beaverbrock verzoend
Douaneverdrag tusschen Tsjecho-
Slowakije en Zuid-Slavië
onderteekend
Gemengde Buitenlandsche
Berichten
Radio in China
Chineesche gruwelcijfers
Duizenden lijken bedekten de
straten
De strijd tegen de kerk in Elzas
BOEKBESPREKING
RADIO-OMROEP
De Minister van Buitenlandsche Zaken
fcendereon heeft gister in het Lagerhuis een
overzicht gegeven van het standpunt van
de Engelsche regeering ten aanzien van de
Duitsch-Oostenrijksche Tolunie.
Op 21 Maart heeft de Oostenrijksche Ge
kant den permanenten onder-staatssecreta
ris van de beslissing der Oostenrijksche en
Duitsche regeeringen op de hoogte gesteld,
Ms gevolg waarvan onderhandelingen over
èen Tolunie zouden beginnen en volgens
trellte beide staten zich bereid zouden ver
klaren met andere staten in onderhandeling
te treden betreffende het sluiten van soort
gelijke overeenkomsten. Grondslag der be
sprekingen zou de handhaving van de onaf
hankelijkheid der deelnemende staten zijn.
ïoen spr. verleden week Maandag naar Pa
rijs ging, heeft de Duitsche ambassadeur
hem bezocht. De ambassadeur heeft bij deze
gelegenheid de door den Oostenrijkschen
Gezant afgelegde verklaringen bevestigd.
Dienzelfden middag heeft de Oostenrijksche
Gezant medegedeeld, dat zijn regeering de
andere regeeringen in geenerlei opzicht voor
het voldongen feit eener Tolunie zou stellen.
Dien dag werden door den Oostenrijkschen
Duitschen gezant de afschriften der tot
Stand gekomen voorloopige overeenkomst
Overhandigd.
De Pransche ambassadeur heeft Hender-
ton aan het Victoria Station een memoran
dum overhandigd, waarin het voorgestelde
Verdrag een schending van het Geneefsche
Protocol van 1922 (door Oostenrijk) en van
de Pransche handelsverdragen met Oosten-
tijk (door beide landen) genoemd wordt,
hetgeen dan ook aan beide regeeringen werd
Medegedeeld.
Het tijdstip en de wijze, waarop de andere
tegeeringen op de hoogte werden gebracht,
hebben inderdaad aanleiding gegeven tot
Vérstrekkende commentaren. Henderson zal
®ich ertoe bepalen mede te deelen, dat deze
Methode wantrouwen heeft gewekt en de
Voordcelen van een vrije gedachtenwisseling
hij voorbaat heeft uitgeschakeld. Het was
KPr. al direct duidelijk geweest, dat derge
lijke haastige beslissingen de zaak niet ten
Roede kwamen. Bij zijn aankomst te Parijs
trof hij de openbare meening in een tamelijk
opgewonden toestand aan.
Na zorgvuldige overweging is spr. tot de
Slotsom gekomen, dat deze aangelegenheid
een zoodanig karakter droeg, dat zij onder
de competentie van den Volkenbondsraad
Mssortserde. Dientengevolge heeft spr. op 25
blaart besloten de Oostenrijksche en Duit
sche regeeringen er van in kennis te stellen,
dat zij zich geen verkeerde opinie moesten
Vormen over de ernstige bezorgdheid, die
haar houding en handelwijze in vele landen,
'hzonderheid in Frankrijk, heeft gewekt. De
Mgemeen heerschende stemming heeft spr.
Veel zorg gebaard.
HENDERSON
Bpr.'s bedenkingen zijn nadrukkelijk ter
•tennis gebracht van de Duitsche en Oosten-
*ijksche Rijkskanseliers. Spr. doet op hen
«en beroep, den Volkenbondsraad, nog vóór
de hervatting van de onderhandelingen, in
de gelegenheid te stellen zich er van te over
tuigen, dat het voorgestelde verdrag niet in
strijd is met de aanvaarde verplichtingen,
Vervat in het met medewerking van den
Volkenbond tot stand gekomen Protocol van
Genève van 1922.
De Oostenrijksche regeering heeft er geen
hezwaar tegen gemaakt, dat door de regee-
tingen, die het Geneefsche Protocol hebben
önderteekend, de juridische zijde dezer aan
gelegenheid wordt nagegaan. Maar van een
onderzoek van een politiek standpunt uit.
han, met het oog op het economisch karak
ter van de overeenkomst, geen sprake zijn.
De Oostenrijksche regeering is van meening,
dat er voor den Volkenbondsraad geen aan
leiding bestaat zich met deze kwestie te oe-
Moeien. Aangezien spr. gelooft, dat de Duit-
Scha regeering zijn voorstel wellicht heeft
Misverstaan, heeft hij in dien zin naar Ber
lijn getelegrafeerd, dat zijn voorstel slechts
beoogt den Volkenbondsraad in de gelegen
heid te stellen allereerst te onderzoeken of
het voorgenomen verdrag niet in strijd is
Met het Protocol van 1922.
Het is mogelijk, dat de V.B.-Raad aarzelen
tal zich te uiten over de moeilijke techni
sche en juridische problemen zonder van te
voren het advies in te winnen van het Per
manente Hof in Den Haag. Spr. huldigt deze
zienswijze eveneens. Spr. hoopt inderdaad,
dat de onderhandelingen tusschen Duitsch-
land en Oostenrijk nog niet al te ver gevor
derd zijn.
Uit naam der oppositie verklaard Sir
Austen Chamberlain volkomen accoord te
kunnen gaan met de politieke houding, die
de Minister van Buitenlandsche Zaken in
dezen heeft aangenomen.
Het verweer van Schober
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
Dr. Schober, heeft inzake het Duitsch-Oos
tenrijksche Douane-accoord o.a. de volgende
verklaringen afgelegd:
'Ji/t/t-
DR. SCHOBER
Allereerst wees hij op zijn verklaring ter
Pan-Europa-conferentie in September 1930,
en legde er den nadruk op, dat hij op 15
Januari als Oostenrijksch Minister van Bui
tenlandsche Zaken aanwezig is geweest bij
de Conferentie der Pan-Europa-commissie
te Genève, waar hy twee dagen doorgebracht
heeft. Deze conferentie heeft geen enkel po
sitief resultaat gehad. Toen daarop de Duit
sche Minister van Buitenlandsche Zaken Dr.
Curtius, naar Weenen was gekomen, hebben
zij gezamenlijk de geheele situatie besproken.
Zij zijn tot het besluit gekomen een practi-
sche poging te ondernemen en zich bereid
te verklaren een Duitsch-Oostenrijksche Tol
unie aan te gaan. Misschien door het feit,
dat geen verdrag aanwezig was, is men
alleen tot overeenstemming gekomen over
principieele richtlijnen. Het is spreker niet
bekend, of twee andere staten in Eurooa
zich verplicht zouden gevoelen alles wat zy
met elkander besproken hadden, onmiddellijk
aan geheel Europa mede te deelen. Oosten
rijk heeft er in toegestemd de desbetreffen
de mededeelingen op 24 Maart te gelijkertijd
te Parijs, Rome en Londen te doen plaats
vinden. Misschien is juist dit oorzaak ge
weest van den indruk, dat hier iets in het
geheim was uitgewerkt. Persoonlijk is Scho
ber echter van meening dat men van deze
correctheid om een mededeeling te doen al
vorens nog iets gebeurd of overeengekomen
is alleen een verwijt kan maken van over-
groote loyaliteit, terwijl geenszins verweten
kan worden dat de vrede in Europa ver
stoord wordt.
Ten slotte verklaarde Dr. Schober: Des
ondanks hebben wij ons niet beperkt tot
Duitschland alleen en ik kan mededeelen,
dat wij met Hongarije in onderhandeling
staan over een handelsverdrag, dat op een
regionale basis en op nieuwe ideeën opge
bouwd, naar wij hopen na Paschen, tot een
bevredigend einde zal worden gevoerd. Het
zelfde willen wij ondernemen met Joego
slavië. Verder voert Duitschland hier m
Weenen, op het oogenblik, onderhandelin
gen met Roemenië.
Bewijzen genoeg, dat wij Centraal Europa
en Europa bedoelen, en niet alleen een Tol»
Unie tusschen Duitschland en Oostenrijk
willen!
Een radiorede van Wirth.
De Rijksminister van Binnenlandsche Za
ken Dr. Wirth heeft een radiorede gehouden
over de nieuwe Noodverordening. De Minis
ter wees erop, dat deze maatregel niet lan
ger kon worden uitgesteld, daar de actie der
radicalen in den laatsten tijd ook gericht
was tegen de regeering en de verschillende
religieuze richtingen Van verrassing kan
daarom ook geen sprake zijn, omdat by de
begrootingsdebatten er herhaaldelyk op ge
wezen is, dat maatregelen van die strekking
voorbereid werden. De Noodverordening, die
zich alleen richt tegen uitspattingen en ruw
heden kan een nationale weldaad worden.
Vervolgens weidde de Minister nog uit over
de noodzakelijkheid van verbieden der voor
genomen Paaschdemonstraties der vrijden
kers en keerde hij zich scherp tegen het
Neurenbergsche besluit van de rechtsche
oppositie, dat een persoonlijke beleediging
vormt tegen den Rijkspresident en in strijd
is met de waarheid. De bewering, dat
Beieren in het geheel niet heeft geweten
van de plannen tot het uitvaardigen van
de noodverordening, is aldus spr. vol
komen onbegry'peiyk, daar ook de vertegen
woordigers van Beieren aanwezig zijn ge
weest by de bewerking der noodverordening
en hun wenschen inzake veranderingen zelfs
in acht genomen werden
De plannen van Henderson.
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
Henderson, heeft volgens een mededeeling in
het Lagerhuis den Secretaris-Generaal van
den Volkenbond medegedeeld, dat hij de
Duitsch-Oostenrijksche Tolunie in de Mei-
bijeenkomst van den V.B.-Raad ter sprake
zal brengen.
De Ryksregeering deelt officieel mede:
Vertegenwoordigers van de rechtsche oppo
sitie hebben in een op 29 Maart te Neuren
berg gehouden byeenkomst een resolutie
aangenomen, die zich op onjuiste gronden
tegen de op 28 Maart afgekondigde nood
verordening ter bestrijding van politieke ex
cessen richt.
De verordening van Hen Rijkspresident
richt zich niét tegen het Volksbegehren van
Stahlhelm.
De jongste conferentie van Ministers van
Binnenlandsche Zr* en heeft eenstemmig be
sloten in het belang van den staat en de
beschaving met krachtige juridische wapens
op te treden tegen de hetze, ontketend door
de rechts- en links-radicale opposities. Deze
hetze vormt den voedingsbodem voor talrijke
politieke moorden en excessen.
De bewering van het Congres van Neuren
berg, als zou de Ryksregeering in het laatste
jaar in het geheel geen opbouwenden arbeid
hebben gepresteerd is even onjuist als die
betreffende de volledige afhankelijkheid van
het Kabinet-Brüning van de sociaal-demo
cratie.
De president der Republiek, die overigens
geregeld vertegenwoordigers der rechtsche
oppositie in audiëntie ontvangt en van hun
opvattingen op de hoogte wordt gehouden,
heeft de noodverordening, volkomen reke
ning houdende met haar bepalingen inzake
haar uitvoering en uitwerking, afgekondigd.
De eisch inzake opheffing van de verorde
ning is derhalve een persoonlijke aanval op
den Rijkspresident.
Het is ten zeerste te betreuren, en moet
ten stelligste van de hand worden gewezen,
dat thans van D. Nationale zijde getracht
wordt door misleiding en het verspreiden
van valsche beweringen, bij het volk het
vertrouwen in de persoon en onpartijd!"heid
van den President der Republiek te onder
mijnen."
De Pruisische Staatraad heeft zich heden
bezig gehouden met de voorschriften van
den Pruisischen Minister van Binnenland
sche Zaken betreffende de uitvoering van de
noodverordening van den Rijkspresident ter
bestrijding van de politieke excessen. Be
zwaren werden niet gemaakt.
Een affiche van Stalhhelm verboden
Stahlhelm, Bond van Frontstrijders, nubli-
ceert een mededeeling. blijkens welke de po»
litiepresident van Dortmund een affiche van
Stahlhelm, die reeds gerüimen tijd overal
ongehinderd had gehangen, op grond van de
nieuwe noodverordening (ter bestrijding van
politieke excessen) verboden heeft. De af
fiche heeft betrekking on het Volksbegehren
Het verbod wordt door de politie gemoti
veerd met de mededeeling. dat de affiche
voor den Pruisischen Landdag beleedigend
aangezien het Landda<?gebouw, versierd met
een roode vlag, is afgebeeld.
Communisten etsrhen opheffing
der Noodverordening.
De Communistische Rijksdagfractie heeft
volgens een bericht in de „Rots Fahne" een
voorstel ingediend waarin de onmiddellijke
opheffing van de Noodverordening wordt
geëischt.
Ter onmideliyke bespreking van dit voor
stel heeft afgevaardigde Stoecker in op
dracht van de Communistische Ryksdagfrac-
tie by den Rijksdag-president Loebe het
onmiddellijk bijeenroepen van den Ryksdaq
geëischt en ingeval dit geweigerd mocht
worden het onmiddellijk bijeenroepen van
het Seniorenconvent voorgesteld.
Door de Roomsch-Katholieken
Naar het W. B. uit Beriyn meldt, heeft
door de „Volksverein für das katholische
Deutschland" een betooging plaats gehad
tegen het radicalisme, onder voorzitterschap
van den oud-rijkskanselier dr. Marx, die in
zijn openingsrede zich in het bijzonder tot
de jongeren richtte en hun scherp verzet te
gen het nationaal-socialisme toejuichtte.
Pater Muckermann besprak daarop de
vraag waarom de katholieken een gesloten
front tegen het radicalisme kunnen en moe
ten vormen. Het is onmogelijk, betoogde spr.,
een goed katholiek te zijn zonder ook de eco
nomische en sociale beginselen van de kerk
te erkennen. Het ligt niet xn de katholieke
lijn vast te houden aan overleefde vormen.
Steeds is het de kracht van het katholicisme
geweest, dat het steeds het nieuwe in zich
opgenomen en met zijn geest heeft door
drongen. Daarom stelt zich ook het Duitsche
katholicisme bewust op den bodem van de
grondwet van Weimar.
De ryksdagafgevaardigde Joos verklaarde
over de nieuwe noodverordening, dat deze
het politieke leven niet wil verstikken, maar
zij wil de ontaarding ervan tegengaan. Spr.
keerde zich vervolgens tegen het radicalisme
van links, dat daarom zooveel gevaarlyker
is, omdat het op practische proefnemingen
in Rusland kan wijzen De ontketening van
de Sovjet-krachten in Duitschland te belet
ten, is thans in de eerste plaats taak. van
het katholicisme.
De Secretaris-Generaal van den Volken
bond heeft aan de 14 leden van den Volken
bondsraad een nota doen toekomen, waarin
de aanbiedingen van verschillende steden
voor het houden van de in 1932 bijeenko
mende Internationale Ontwapeningsconfe
rentie worden samengevat. De Raad had in
Januari besloten de conferentie te Genève te
c'.oen houden indien vóór de Mei-bijeenkomst
van den Raad gebleken zou zijn, dat Genève
aan de verschillende technische vereischten
voldoet. De nota behandelt de aanbiedingen
van de steden Lausanne, Barcelona, Biarritz,
Cannes en Aix-les-Bains. In het bijzonder
verdient het aanbod van Barcelona de aan
dacht, welke stad de onkosten der conferen
tie op zich wil nemen. De plaats waar de
conferentie zal worden gehouden, zal in Mei
vastgesteld worden.
De V.B.-Raad uitgesteld.
De Secretaris-Generaal van den Volken
bond deelt officieel mede, dat de op 11 Mei
bepaalde gewone bijeenkomst van den Raad
van den Volkenbond tot 18 Mei a.s. is uit
gesteld. Bovendien is de derde byeenkomst
van de vertegenwoordigers der groote mo
gendheden tot 15 Mei uitgesteld.
De Pransche Senaat heeft de begrooting,
met enkele wijzigingen, goedgekeurd met 280
tegen 80 stemmen.
Er zullen nog eenige besprekingen plaats
hebben tuschen de leden der begrootings-
cornmissie en den Senaat.
In politieke kringen wordt er op gewezen,
dat sinds het jaar 1870 geen enkel kabinet
zoo vlot de begrooting heeft zien aangeno
men als de huidige regeering-Laval.
De premier heeft alle conflictmogelykhe-
den voorkomen en tydens de behandelingen
slechts tweemaal de vertrouwenskwestie ge
steld.
Naar verluidt heeft Gandhi aan een jour
nalist te Karachi verklaard, dat hy als leider
der delegatie van het Nationaal Congres
voor het hervatten der Engelsch-Indische
onderhandelingen naar Londen zal vertrek
ken. Hy zal zoo spoedig mogelijk afreizen.
De Wetgevende Vergadering heeft gisteren
de; ongeregeldheden, welke te Cawnpore heb
ben plaats gehad, besproken. Homesca Emer
son verklaarde dat 341 personen werden ge
arresteerd.
Er zijn 141 personen gedood en 386 ge
wond.
Een gisteren gepubliceerde corresponden
tie wijst er op, dat er een verzoening is be
reikt tusschen de conservatieve partijleiders
en den dagbladmagnaat lord Beaverbrook
op den grondslag eener verklaring waartoe
Eildwin machtiging heeft gegeven dat hy
voornemens is by de volgende verkiezingen
een mandaat te vragen voor het in werking
stellen van „alle of een of meer" dei vol
gende metheden ter bevordering van de bin
nenlandsche landbouwproductie: een metho
de van quota of van een invoerverbod of in
voerrechten ten aanzien van buitenlandsche
levensmiddelen, zoo, dat het gewenschte
doel op de beste wijze wordt bereikt.
Gisteren werd te Praag het Tsjecho-Slo-
waaksch-Zuid-Slavische d ïuaneverdrag on
derteekend. De verdragspartyen kennen el
kander meestbegunstiging voor eenige soor
ten waren toe.
Bovendien werd tusschen beide partyen
een veterinair verdrag gesloten.
Ondanks de politieke onrust zijn er in
China op het oogenblik 8 radio-stations. In
Shanghai alleen reeds zijn er vijf n.l. 2
Amerikaansche, 2 Japaneesche en een En
gelsche zender; bovendien staat er nog een
station in Tientsin en twee in Mandschoerye.
De programma's worden hoofdzakelijk in
de Chineesche taal uitgezonden. In de laat
ste drie jaar zijn er in China ongeveer
10.000 ontvang-toestellen geplaatst: in Nan
king, Moekden, Hankau en FuÉschau werden
reeds Radio-scholen geopend.
In het afgeloopen jaar zijn te Sjanghai
36.000 ïyken, waaronder 34.000 van kleine
kinderen op straat gevonden. Er is hiervoor
een speciale dienst ingesteld die eiken mor
gen zijn luguber werk verricht om de lijken
mede te nemen. Meestal betrof het sterfge
vallen met natuurlijke oorzaak voorzoover
men gebrek, ondervoeding of hongersnood
a's zoodanig kan aanduiden, maar een zeker
percentage der kleine kinderen betrof waar
schijnlijk babies die tot een last waren ge
worden
De dienst om deze lijken in te zamelen
werd ingesteld om het gevaar voor de ooen-
bare gezondheid tegen te gaan. De cyfers
hebben betrekking op de buitenlandsche ne
derzetting, de Fransche concessie en de Chi
neesche stad, met een tctale bevolking van
drie millioen zielen.
In de straten van Hongkong worden, blij
kens mededeeling van een liberaal Lagerhuis
lid verleden week, elk jaar 1SO0 lijken van
kinderen gevonden. De onderminister voor
de koloniën deelde naar aanleiding hiervan
mede, dat in zoo goed als alle gevallen de
doodsoorzaak een natuurlijke bleek te zijn.
In sommige gevallen speelde vrees voor een
onderzoek op grond van de verordeningen
inzake de besmettelijke ziekten een rol en
ook wel de overweging dat men de kosten
van een begrafenis wilde uitsparen
De Pers in den Elzas houdt zich nog voort
durend bezig met het beruchte aixticlerica-
lisme van Graaf von Leusse en de Nat. Ka
tholieken. Graaf von Leusse heeft in Rou-
baix verklaard, dat de nationaal Katholieken
zich tot taak gesteld hebben om den Elzas
te bevrijden van alle clericalisme, en vooral
de geestelijkheid van den Elzas In sommige
bladen heeft men zelfs beweerd, dat de Paus
anti-clericaal was Maar de Paus heeft nu
uitspraak gedaan en juist het tegenoverge
stelde beweerd, hy heeft n.l. gezegd, dat men
clericaal moest zyn. Nu wringen de Natio-
naal-Katholieken zich voortdurend tusschen
deze twee uitspraken door, die toch niet met
elkaar in overeenstemming gebracht kunnen
worden. Zij zouden graag bevestigd willen
zien, dat de Paus anti-clericaal was, maar
dat gaat niet goed. Het is geen verheffend
voorbeeld om te zien hoe de nationaal Ka
tholieke pers, die toch anders altijd zoo
braaf wil zijn, met de duidelijke uitspraken
van den Paus den spot drijft.»
Evenmin als Graaf von Leusse wil zij toe
geven dat zij een groote fout heeft begaan.
„Enchiridion" van St. Augustinus
(over de deugden van Geloof, Hoop,
en Liefde) in het Nederlandsch be
werkt door Carel Bloemen J. J.
Romen en Zonen, Roermond 1931.
Het Augustinus-jaar bracht ons vele wer
ken over den grooten Kerkleeraar uit den
tijd van den zonneopgang van het Chris
tendom. Carel Bloemen komt ons verrassen
met een vertaling van een der meest be
roemde onder de kleinere geschriften van
dezen even diepzinnigen als artlstleken wijs
geer van Hippo. Het „Enchiridion" was oor
spronkelijk door St. Augustinus bedoeld als
een beknopte uiteenzetting van heel de
christelyke leer, gericht als particulier schrij
ven tot een zekeren Laurentius. die ons ver
der onbekend is, maar waarschijnlijk tot den
kring van Augustinus' leerlingen, vrienden,
of bewonderaars behoorde. De constructie
van het werk is daarom vooral zoo interes
sant, omdat het de christelyke leer behan
delt als geheel omvat door de drie Godde
lijke Deugden, terwijl als leidraad genomen
is het Symbolum of de Geloofsbeiydenis der
Apostelen. Ofschoon de titel een werkje
mocht doen vermoeden van ascetischen aard,
toch is het dogmatisch-apoiogetbch met een
polemischen inslag tegen de ketterijen van
Augustinus' tyd, zonder dat deze vermeld
worden..
Als by alle werken van den grooten Kerk
leeraar bevat dit boekje een schat van diep
zinnige gedachten, terwijl de vorm den le
zer telkens doet verbaasd staan door tinte
lende taalschoonheid, waarin de Heilige zijn
interessante ideeën-combinaties weet in te
kleeden. De taak van den vertaler is hier
een minder benijdenswaardige. En het strekt
Carel Bloemen tot eer, dat hij het Latijn-
sche taaleigen in het Nederlandsch zooveel
mogelijk weet te behouden, zonder onze moe
dertaal storend te ontwrichten. Juist bij Au
gustinus' zeer persoonlijke taalconstructie zal
den vertaler tè over gebleken zijn, dat goed
vertalen een schier onmogelijk werk is. Dit
houde men in het oog bii de enkele passages,
die oogenschijnlijk minder geslaagd mogen
zyn.
Men zou zich kunnen afvragen: wat voor
nut heeft een vertaling van een werkje, dat
hoogstens voor intellectueele kringen ge
schikt is? Want het groot publiek staat nu
eenmaal niet op dien trap van gee-telüke
ontwikkeling om Augustinus te kunnen proe
ven. Het antwoord moge luiden: onder de
katholieken is een zeer breede kring van in-
tellectueelen, niet alleen de professioneelen,
maar ook vele liefhebbers, die jammer ge-
WOENSDAG 1 APRIL 1931
HUIZEN, 1875 M. Algemeen Program
ma. Verzorgd door de N.C.R.V. 8.003.15
Schriftlezing 8.15—9.30 Gramofoonplaten
10.3011.00 Ziekendienst r— 11.0012.00
Concert. M. P. Jurjaanz (harmonium), mej.
De Jager (sopraan) en mevrouw Mijnhout
(alt) 12.00 Politieberichten 12.20
2.00 Concert. J. Richters viool), P. de Vries
(fluit), C. I. Borgers (cello), mej. E. San-
dow (harmonium en piano) 2.003.00
Gramofoonplaten 3.004.30 Concert. Me
vrouw B. JonclcersTiggers (sopraap),
Willy Kater (viool). Mevrouw H. del Valle
(piano) 4.304.45 Gramofoonplaten
5.00—5.30 H. J, Steinvoort: ,-Het opzetten
van een lepelbakje" 5.306.15 H. Pilon:
„Onkruid en de bestrijding" 6.156.30
Gramofoonplaten 6.307.00 Radio-dokter
7.007.30 Afgestaan 7.30 Politie
berichten 8.3010.30 Concert door een
eolistenkwartet en het kwintet van de Kon.
Militaire Kapel. Causerie door prof. Joh.
de Groot e.a. 10.00 Vaz Dias 10.30—
11.30 Gramofoonplaten.
HILVERSUM, 298 M. 9.00 Gramofoon
platen 9.30 Orgelspel Joh. Jong 11.00
Gramofoonplaten 11.35 Gramofoonplaten
12.00 Concert VARA-septet onder leiding
v. Is. Eyl en Gramofoonpl. 2.15, 3.15 en 4.25
Gramofoonplaten 6.00 Concert VARA
Mandoline-ensemble onler leiding van J. B.
Kok 7.50 Gramofoonplaten 8.40 „Frank
van Wezel's roemruchte jaren", soldatery in
7 tafereelen, van A. M. de Jong. Het Gróot-
Volkstooneel onder leiding van H. Bouber,
W. van Capellen en B. Groeneveid 11.00
12.00 Gramofoonplaten.
DAVENTRV, 1554.4 M. 10.35 Morgen
wijding 11.05 Lezing 12.20 Gramofoon
platen 1.05 Orgelspel door L. H. War
ner 1.352.50 Orkestconcert 3.50 Or
kest-concert. L. Powell (piano) 5.05 Or
gelspel door R. New 6.35 Berichten
7.00 Pianosnel door S. de Niedzielski 7.20
Lezing 7.45 Lezing 8.05 The Ridgeway-
Parade. Cabaret 9.20 Berichten 9.35
Berichten 9.40 Lezing 9.55 Kamermu
ziek. P. Jones (tenor), Strykkwartet
11.2012.20 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05
Gramofoonplaten 12.50 Gramofoonplaten
1.25 Gramofoonplaten 6.50 Gramofoon
platen 9.05 Gramofoonplaten 9.20
„Redemption", oratorium, Gounod.
LANGENBERG, 473 M. 6.20—7.20 Gra
mofoonplaten 9.35—11.15 Gramofconpla-
ten 11.30 Gramofoonplaten 12.25
1.50 Orkestconcert 4 205.20 Vespercon
cert en solisten 7.057.50 Orkestconcert
7.50 „April" Daarna dansmuziek.
KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—1.20
Dansmuziek 7.20—8.20 Orkestconcert en
soliste 8.208.35 Moderne pianomuziek
8.359.00 Humoristische voordrachten
9.00—9.15 Zang met piano-begeleiding
9.30—10.10 Kamermuziek. Solist.
BRUSSEL, 508.5 M. 5.20 Dansmuziek
6.20 Orgelconcert 7.05 Gramofoonpla
ten 8.20 Gramofoonplaten 8.50 Orkest-
concert 338.2 M. 5.20 Gramofoonplaten
6.20 Dansmuziek 6.50 Eenige melodlën
van De Boeck 7.05 Gramofoonplaten
8.20 Gramofoonplaten 9.20 Dansmuziek.
ZEESEN. 1635 M. 5.4011.20 Lezingen
11.2012.15 Gramofoonplaten 12.15—
1.20 Berichten 1.20—2.05 Gramofoonpla
ten 2.05—3.50 Lezingen 3.504 50 Con
cert 4.50—7.20 Lezingen 7.50 Solisten
programma 9.20 Berichten. Daarna con
cert.
noeg het Latyn niet machtig zyn. En ook
menig uoud-pvmnas'ast beheerscht zün La-
tün niet dusdanig om Augustinus' precieuze
rhetors-taal zóó te verstaan, dat hy dezen
geestelijken rijkdom ongestoord kan genie
ten. In dezen zeer breeden kring move dan
deze vertaling een hartelijk onthaal vinden.
N. A. v. RIJN O. P
JOOP,
door P. J. J Peters.
Uitgave N. V. Drukkery de Spaarnestad.
Met de uitgave van dit fleurige jongens
boek heeft de Jeugdbibliotheek een prachtige
aanwinst te boeken Het zal met minstens
evenveel graagte gelezen worden ais de po
pulaire boeken, die neutrale schrijvers onze
jeugd voorleggen.
Joop is één van die „echte Amsterdamsche
jongens", die van een pretje op z'n tyd hou
den, maar binnen bepaalde grenzen weten te
blyven. Hij gaat een jaar vacantie tegemoet
bij zijn oom in Limburg en zal daar de heer
lijke fantasieën van uitgestrekte bosschen
en wydgespreide heidevelden werkeiykheld
zien worden.
Met Jef, zijn neefje beleeft hy daar een
tijd van allerlei jongensgenoegens. Heeft hy
het zoo nu en dan wel eens met een vlaagje
heimwee te kwaad, zyn vroolijke natuur weet
hem daar wel weer overheen te helpen. Wordt
hij niet de aanvoerder van de Zwartbroeksche
Voetbalclub en weet hy deze niet tot twee
maal toe de overwinning te doen behalen?
Zoo is dan cok z'n afscheid van de Zwart
broeksche speelgenooten wanneer hy reeds
veel eerder naar huis teruggeroepen wordt,
dan hy verwachtte bijna even weemoedig,
als dat op z'n heenreis van z'n huisgenooten
was.
Dit vlot geschreven verhaal wordt nog aan
trekkelijker gemaakt door de teekeningen
van mej. Chr. Damen.
17.
Simon dacht eens na, wat hy dien ochtend
lh de bibliotheek al zoo gedaan had. Op ver
langen van mrs. Hastings had hy een paar
Zware kisten met boeken ontpakt en, daar
dit warm, stoffig werk was, had hy zyn jas
daarbij afgelegd. Onderwyl hy zoo bezig was
^n eens even opgekeken had, had hy daar
Nancy opeens midden in de kamer zien
staan. Toen zy ook hém gewaar werd, nad
Sy hem een kouden blik toegeworpen en nad
de bibliotheek verlatenZou ze van het
Oogenblik, dat hy diep over de kist gebogen
•&g, geprofiteerd hebben, om dat gat in zyn
Zak te knippen, zoodat het lijken kon, of
oy de sleutels daardoor verloren had?
Met een geïrriteerd schouderophalen ging
•hrs. Hastings voort:
„Vind je niet, dat je nu de papieren en
de juweelen in den safe wel eens mocht na-
zyken''1"
Een angstig voorgevoelen maakte zich van
Simon meester, maar hy kon niet anders
doen, dan mrs. Hastings naar de Safe
Tolgen.
Hy draalde het slot om, mrs. Hastings
^hielde er by en begon in koortsachtige op
gewondenheid den inhoud van de laadjes
na te zien. De papieren waren in orde.
„Nu, ik vermoedde ook niets," zei ze, half
verontschuldigend. „Maar toch is het zaak.
in het vervolg wat voorzichtiger te zijn!"
Dit zeggende stond zy op en scheen vol
daan, ofschoon zy juist den inhoud van het
laadje met de juweelen niet nagezien had.
Toch mocht hy dit zoo niet laten en met
een stem', die hy nauwelijks als de zyne her
kende, waarschuwde hy:
„Maar naar de paarlen hebt u nog niet
gekeken
„Hoe kom ik diè nu te vergeten!" riep ze
verschrikt, knielde andermaal neer, deed het
laadje open. haalde er het étui uit, maar....
dit was leeg!
Mrs. Hastings deed het étui dicht, sloot
het in het laadje en stond op.
„Ik houd niet van zulke grappen," zei ze
op ijskouden toon. „Morgen om twaalf uur
kom ik hier weer. De paarlen moeten dan
op haar plaats zijn, of anders,kan ,;e
voorgoed de hoop wel opgeven, dat je in
aanmerking zoudt kunnen komen, om mijn
erfgenaam te worden, of dat ik anderszins
blyk zou geven van eenige belangstelling in
je plannen. Voor de paarlen stel ik je per-
sooniyk verantwoordeiyk."
Met vorsteiyke houding verliet zy de bi
bliotheek.
„Wien verdenkt zy? zy houdt het klaar-
biykeiyk niet voor roof", zei Simon pein
zende, terwyi hy voor de safe stond met
de sleutels nog in de hand.
Hij twijfelde er niet aan, of Nancy had
het bedrog gepleegd; en haar te redden van
de gevolgen van deze slechte daad was zijn
hoofdgedachte. Dat zy daarmee ook waar-
schynlijk zyn reputatie had'vergooid, kwam
eerst in de tweede plaats bij hem in aan
merking.
Langzaam, maar vastberaden ging hij de
schuldige zoeken, al peinzende, wat hij tegen
haar zeggen zou; hoe hij haar tot de orde
zou roepen.
In de hall kwam by Pay Ferrol tegen.
„Weet je ook, waar ik Miss West kan vin
den?" vroeg hij.
„Ze is in Londen, een oude vriendin gaan
opzoeken. Over een dag of drie vier komt
zij terug. Gedurende dien tijd blijf ik hier
tot gezelschap van nicht Annette."
„Is ze al weg?"
„O, ja. Een uur geleden al. Ik heb haar
naar het station gebracht en ik ben net
thuis."
„Weet je haar adres ook?"
„Zoo iets van Gloucester Square, Hyde
Park, no. 29, gelooi ik; maar dat kan ik
wel even aan nicht Annette vragen."
„Neen, dat hoeft niet. Hoe heet die da
me?"
Mrs. Adair. Ze is rijk, maar ze leeft heel
stil, ander zou nicht Annette Miss West niet
hebben toegestaan, er heen te gaan."
„Mag je Miss West graag?"
„Ik houd heel veel van haar Ze is zoo
lief en zacht; zoo heel anders, dan andere
jonge meisjes!"
Ja, dit is wel waar, dacht Simon.
Hij wist nu, wat hem te doen stond: hy
zou Nancy volgen; haar overreden, om de
paarlen terug te geven en haar zoodoende
behoeden voor de gevolgen, doordat hy dan
nog juist intyds, als Mrs. Mastings dien vol
genden dag om twaalf uur kwam kijken,
het halssnoer weer op z'n plaats zou heb
ben gelegd.
Zonder dus gelegenheid te hebben, om
eerst naar huis te gaan, vertrok hij met den
volgenden trein naar Londen, en, zoodra
hij daar was, rped hy naar Gloucester
Square en bij numero negen-en-twintig ging
hij het bordes op en belde.
Hy werd opengedaan door een bediende,
die te goed afgericht was, om de verbazing
te toonen, die hy toch wel gevoeld zal heb
ben, toen hy op dat uur van den dag ie
mand in korte broek voor zich zag.
„Logeert Miss West hier ook?" vroeg Si
mon.
„Ja, sir, hoe is uw naam?"
„Mr. Tremaine."
„Niet thuis, sir," zei de bediende en sloot
hem de deur voor den neus.
Bitter teleurgesteld stond Simon daar.
Blybaar had Nancy wel voorzien, dat hy
haar volgen zou en had zy haar maatrege
len genomen.
Het was nu laat op den middag. Hy be
sloot, om buiten te wachten, in de hoop, dat
zy wel eens uit de deur zou komen. Dit
gebeurde echter niet.
Tegen het vallen van den avond werden
er verscheidene bouquetten op numero
negen en twintig bezorgd.
Ondanks de slechte weersgesteldheid bleef
Simon trouw de wacht houden. Het was
eerst tien uur, teen liet. rytuig voorreed, dat
haar zeker naar het bal zou rijden. Aan den
koetsier vroeg hij:
„Is het ver weg, dat de dames gaan?"
De man keek hem wel vreemd aan. maar
noemde teen den naam van de straat, waar
hy wezen moest.
Simon nam nu ook een rijtuig en reed
eveneens daarheen Toen hij, daar dichtbij
gekomen, de vigelante wegstuurde, hoefde
hij niet eens lang te wachten of hij zag
twee dames uit een rijtuig stappen, een
oudere dame enNancy!
Onmiddellijk traden twee heeren toe, die
den dames hun geleide boden; maai- Simon
stelde zich in Nancy's weg en vroeg op
dringenden toon:
„Miss West, een oogenblik, als 't u blieft!"
Alle kleur week uit haar gelaat, maar zij
fluisterde haar cavalier wat in en die
trachtte hem nu af te schepen met een:
„Miss West verzoekt mij, u mee te deelen,
dat zij u later een beschrijving zal geven
van haar toilet. Zij zal volgaarne den ver
slaggever van het plaatselijk blad van Cal-
decote ter wille zyn. maar op het oogenblik
heeft zij geen tyd, om geïnterviewd te wor
den. Wilt u dus zoo goed zyn, haar door te
laten?"
..Miss West!"
Zy keek hem aan met een vernietigenden
blik en zei tot haar cavalier:
„Is hier geen politie?"
De omstanders barstten uit in een hoo-
nend gelach en Simon moest het opgeven.
Hij riep een koetsier aan en gaf dien
orders, hem naar het meest nabyzijnd hotel
te rijden. Hier nam hij een kamei en leende
van den grant, gelukkig ook een groote,
zwaré man, een avondkleedirg. Zóó zou
hij zich makkelijk genoeg toegang kunnen
verschaffen tot de zaal.
Dus reed hy weer naar het huis, waar het
bal gegeven werd en hij bad slechts zyn
naam te zeggen, of hij werd toegelaten;
stord eenigen tijd rond te kyken en ont
dekte dan ook weldra Nancy, ten dans ge
leid dbor den cavalier, met vien zij het huis
betreden had En zoo waar am den hals
droeg zij nicht Annette s kostbaar paarl-
snoer!
Zoodra het paar met dansen ophield, trad
Sirr,on op hen toe.
„Daar hebben wU onzen verslaggever weer.
Miss West", hoorde bij haar cavalier tot
haar zeggen.
Hy ging vlak vóór haar staan en zei:
„De volgende dans is voor mij."
Spottend vroeg zy-
„Danst u ook, mijnheer de verslaggever?"
„Nu, wy zullen ook niet dansen, maar zit
ten."
„Een gek moet men wat toegeven, hè?" zei
Nancy terzijde tot haar cavalier. En toen tot
Simon: „Goed, dan zullen wij den volgenden
dans zitten" en zy liet zich door hem naar
een beschut plekje leiden.
(Wordt vervolgd).