Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
LUCHTVAART
Het hoogste geluk
BINNENLANDSCH NIEUWS
Geboorte, huwelijk en sterfte
Vrouwenarbeid
Tollen in Groningen
PraagAmsterdam
Ernstig vliegongeluk bi] Rochlord
ONZE OOST
Indische Dienst
KUNST EN KENNIS
Bep Versluys gaat filmen!
RECHTSZAKEN
De doodslag te Drachten
GEMENGD NIEUWS
Van een zolder gevallen
Villa afgebrand
Politieagent bewusteloos
aangetroffen
Brand te Delfzijl
Brutale inbraak
Smaak en reuk een broodwinning
Overdreven Bureaucratie
Als men in Rusland verblijft
FAILLISSEMENTEN
.Al
Wat de statistieken vertellen
Het jongste nummer van het Maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statistiek
bevat belangwekkende gegevens over het
aantal huwelijken, geboorten en sterfgeval
len in Nederland over het jaar 1930.
Het aantal levend geborenen per 1000 in
woners bedroeg 23.1 en is ten opzichte van
het vorige jaar (22.8) 0.3 gestegen Vergelij
king met een gemiddeld cijfer over de vijf
jaren 1926/1930 (23.2) wijst op daling van
0.1 terwijl vergelijking met het tienjarig-
gemiddelde 1921/1930 (24.6) op grootere da
ling al. l.£ wijst.
Het aantal huwelijken over 1930 bedraagt
8 per 1000 inwoners en is in vergelijking met
1929 (7.9) 0.1 gestegen. Tegenover het vijf-
jarig-gemiddelde 1926/1930 (7.7) is stijging
van 0.3 waar te nemen, terwijl een verge
lijking met het tienjarig-gemiddelde
1921/1930 een gelijk cijfer (8) aangeeft. In
aanmerking dient genomen dat in laatstge
noemd gemiddelde een paar na-oorlogsche
jaren met een hoog huwelijkscijfer (1921: 9.2,
1922: 8.7) zijn begrepen.
Het aantal overledenen over 1930 bedraagt
9.1 per 1000 inwoners en is ten opzichte van
1929 (10.7) zeer sterk gedaald, nJ. 1.6. Hoe
wel het cijfer der overledenen over 1930 zeer
gunstig is, moet bij deze sterke daling toch
rekening gehouden worden met het feit, dat
1929 een zeer hoog cijfer vertoont onder den
invloed van de in het begin van het jaar
1929 geheerscht hebbende griep. Tegenover
het vijfjarig-gemiddelde 1926/1930 (9.9) is de
daling 0.8, tegenover net tienjarig-gemid
delde 1921/1930 (10.2) 1.1. Deze gemiddelden
bevatten ook nog door griep beïnvloede
Jaren.
Een vergelijking van de sterfte naar leef
tijden over het afgeloopen jaar met die van
1929 doet daling voor alle leeftijdsklassen
iden, welke het belangrijkste is voor de hoog
ste leeftijden.
Bij vergelijking van de sterfte naar doods
oorzaken met 1929 valt waar te nemen, dat
de sterfte aan het meerendeel der doods
oorzaken Is gedaald. Stijging vertoont de
sterfte aan febris typhoïdea, mazelen, kink
hoest. diphtherie, enteritis choleriformis,
kanker, ziekten der maag, appendicitis en
typhlitis. Onder de doodsoorzaken, waarvan
het aantal sterfgevallen is gedaald, trekt in
het bijzonder de daling van het aantal sterf
gevallen aan influenza de aandacht (673
sterfgevallen in 1930 tegen 4450 in 1929) ook
alle ziekten der ademhalingsorganen evenals
ouderdom geven belangrijk gedaalde cijfers
te zien (bronchitis 1513 tegen 2133. pneumo
nie 2802 tegen 4289, overige 4061 tegen 5868,
ouderom 3903 tegen 4491). Het aantal ge
vallen van gewelddadigen dood bedroeg 2416
tegen 2445 in 1929, waaronder resp. 659 en
597 verkeersongevallen met doodelijken af
loop.
De sterfte der kinderen beneden 1 jaar be
draagt voor 1930 50.9 per 1000 levend ge
borenen en is belangrijk gedaald (8.1) ten
opzichte van 1929 (59). Tegenover het vijf
jarig-gemiddelde 1926/1930 (56.4) is de da
ling geringer (5.5), tegenover het tienjarig-
gemiddelde 1921/1930 (62.9) aanmerkelijk
belangrijker (12). De sterfte aan ziekten der
ademhalingsorganen en aar. darmstoomis-
sen spelen een belangrijke rol in de daling
dezer cijfers.
Een Christ.-Hlst, motie
De afd. Alphen a. d. Rijn van de Chr.
Historische Unie heeft een motie Ingediend
daarin wordt geconstateerd:
a. Dat er de laatste jaren steeds weerkee-
rende perioden zijn van groote werkloosheid;
b. dat deze werkloosheid steeds voorname
lijk betreft mannelijke personen:
c. dat het hierdoor steeds moeilijker wordt
voor jeugdige mannelijke personen plaatsing
te vinden:
d. dat er nimmer werkloosheid is in de
speciaal vrouwelijke beroepen, als b.v.
dienstbode, huishoudster, verpleegster, ge
zelschapsjuffrouw, gouvernante, kinderjuf
frouw, dames voor diversen arbeid in de
philantropische inrichtingen, enz. enz.;
dat tal van gehuwde en ongehuwde
vrouwen plaatsing vragen in beroepen, die
door den man worden beoefend;
f. dat het euvel onder e genoemd ook niet
zelden voorkomt in diensten van Rijk, Pro
vincie en Gemeente.
Gezien dit alles, wenschen de voorstellers
dat de vergadering als haar overtuiging uit-
spreke. dat het gewenscnt is, dat zij, die
door de Chr.-Hist. Unie worden afgevaar
digd naar Kamer, Staten of Gemeenteraden,
met den meesten aandrang trachten te be
werken, dat
a. aan vrouwelijke werkkrachten in dienst
van Rijk, Provincie of Gemeente ontslag
wordt verleend bil huwelijk;
b. geen vrouwelijke werkkrachten meer
worden benoemd voor arbeid, die door man
nelijke personen kan worden verricht.
Met Mei zal de gemeente Groningen
twaalt tollen opheffen
De gemeente Groningen zal er haar me
dewerking toe verleenen, dat met ingang
van 1 Mei as. de tollen van de gemeente
Groningen in de provincie Groningen (een
twaalftal) zullen worden opgeheven. Door de
opheffing dezer tollen zal de gemeente auto
matisch een uitkeering terug ontvangen uit
het provinciaal wegenfonds. Hoe hoog dat
bedrag zal worden, moet worden afgewacht.
Te verwachten is echter, dat de gemeente
door de opheffing wei eenige schade zal
lijden.
De luchtlijn doorgetrokken naar de hoofd-
•tad. De eerste dienstmachines vertrok
ken en aangekomen
Gistermiddag is op Schiphol, Amsterdams
luchthaven, met eenige plechtigheid de eer
ste dienstmachine van de iöjecho-Slowaak-
sche Luchtvaart Maatschappij ontvangen.
Voorheen vloog deze maatschappij Praag-
Rotterdam, thans woidt de dienst tot Am
sterdam gevlogen, zoodat onze hoofdstad dus
nu het eindpunt geworden is van een be
langrijke luchtlijn die in de toekomst zeker
een der meest gebruikte za.' worden
Gisterochtend om 10.25 vertrok de eerste
dienstmachine van deze lijn van Schipnol. De
nuttige last was nog niet groot, één Kg.
vracht was er. Maar dat maakt niet veel
uit. Dat is steeds zoo geweest op else lucht
lijn en daarin zal weldra verbetering komen
als de bloemenverzenders met hun vracht
komen. En er mag worden verwacht, dat er
heel wat Aalsmeersche producten naar Praag
zullen gaan met deze luchtlijn.
Het toestel, dat gisterochtend uit Praag
vertrokken ls om 9 uur. was om 13.25 te Es
sen, om 14.30 te Rotterdam en even voor
half vier kwam het op Schiphol aan, waar
het door een kleine schare belangstellenden
werd opgewacht. De lading bestond uit ham,
Tsjechisch bier e.d. Te Rotterdam was 2000
Kg. lading voor Antwerpen uitgeladen, die
door de Parman daarheen werden meegeno
men.
Ter begroeting van dit eerste dienstvlieg-
tuig waren o.a. aanwezig de Tsjechische ge
zant en de consul-generaal, voorts wethou
der Abrahams en ir. Boogerdt voor de ge
meente Amsterdam en nog verscheidene an
dere belangstellenden.
De gezant las een door den piloot meege-
bracihten brief voor, waarin de directie van
de Tsjechische Luchtvaartmaatschappij haar
dank uitsprak voor de vele medewerking wel
ke zij ondervónden had, o.a. van de K. L. M.
Daarna hield de heer Abrahams een korte
rede om de Tsjechen te begroeten op Am
sterdams luchthaven, daarbij wijzende op
de goede betrekkingen, die steeds tusschen
Nederland en Tsjecho-Slowakije hebben be
staan, welke banden door deze nieuwe lucht
lijn zeker nog zullen worden aangehaald.
De toespraak werd door den Tsjechischen
gezant met eenige vriendelijke woorden be
antwoord.
Daarna vereenigde het gezelschap zich aan
een thee, door de K. L. M. de neer Martin,
die ziek was, vond in den heer Thompson een
gastvrijen en waardigen plaatsvervanger
in het restaurant op net vliegveld aangebo
den.
Eén doode
De vliegofficier Little is gisteren nabij
Rochford met zijn een-persoons gevechts
machine van 100 meter hoogte neergestort:
hij was op slag dood. De bestuurder had
assistentie willen verleenen aan een ande
ren vlieger, die een noodlanding moest
maken. Dit is reeds het 34ste menschen-
leven, dat de Royal Air Force dit jaar te
betreuren heeft.
Verlofgangers:
B. Th L. Hagdom, R.K. geestelijke van
den 3en rang met den titel van pastoor van
Jogjakarta, 's-Gravenhage; ir. M. B E. de
Ferrante, ir. 3e kl, bij den Waterstaat en
's Lands B.O.W., Leeuwarden; J. de Ligny,
gedipl. gezagh. Ie klas bü het Binn. Bestuur,
Utrecht; mej. A. Kortz, hoofdtelef. Ie klas bij
het Telefoonk. te Weltevreden, 's-Graven
hage; mej. F. S. M. Zaalberg, le commies
bij het Centraal Kantoor voor de Statistiek,
's-Gravenhage; W. H. J. Purvis, beh. van
het Materiaal bij de Afd. Med. Hyg. Prop.
van den Dienst der Volksgezondheid, Arn
hem; C. C. A. A. von Stein, hoofdpolitieopz.
bij de Alg. Politie, Rotterdam; W. J. Zltter,
griffier 2e klas van den Landraad te Garoet,
's-Gravenhage; L. Beernlnk, ijker le klas bij
den Dienst voor het IJkwezen, Putten (G.);
L. R. van Bemmelen, gedipl. gezagh. bij het
Binnenl. Bestuur, 's-Gravenhage; L. E. V.
Sterrenburg, bouwk. bij de S.S. en Tr.,
's-Gravenhage; mr J. L. H. Vossenaar, tijd.
wd. Insp. van Financiën, Amsterdam; J. W.
A. van den Abeelen, kantoorhoofd bij het
Dept. van L., N en H., 's-Gravenhage; L.
H. M. van den Abeelen, comm. op het hoofd
kantoor van den dienst van het Boschwezen,
's-Gravenhage; J. Kortz, gedipl. teohn. ambt.
le klas bij de P.T.T., 's-Gravenhage; mej. I.
L. Roumimper, tijd. wd. comm. bij de P.T.T.,
's-Gravenhage; mej. G. M. A. von Hettling,
wd. hoofdcomm. bi) de afd. Landbouw van
het Dept. van L., N. en H., Amsterdam;
J. Ch. F. Egter van Wissekerke. comm.-red.
ter Prov. Secr. van Oost-Java, Workum (Fr.)
Onze eerste Nederlandsche aviatrice, mej.
Bep Versluys zal de hoofdrol vervullen in
een nieuwe Nederlandsche klankfilm, geti
teld: „Zilveren vleugels."
De heer Schmidt Crans, chef-instructeur
der Nationale Luchtvaartschool en verschil
lende leden der Rotterdamsche Aeroclub zul
len hun medewerking aan deze vliegfilm
verleenen Theo Güsten schreef het scenario
en zal tevens de regie voeren.
Verdachte tot vijftien jaar gevangenisstraf
veroordeeld.
De rechtbank te Leeuwarden heeft giste
ren den 28-jarigen muzikant uit Harkema
Opeinde wegens doodslag te Drachten op
J. van der Meulen tijdens de kermis aldaar
overeenkomstig den eisch veroordeeld tot
vijftien jaar gevangenisstraf.
Te Rijnsaterwoude is het 7-jarig zoontje
van de wed. Jansze van een hooizolder ge
vallen en met het hoofd op den steenen vloer
in den stal terecht gekomen. Zwaar gewond
en in zorgwekkenden toestand is het knaapje
naar het academisch ziekenhuis te Leiden
overgebracht.
Gisteren is de villa van den bouwonder
nemer, den heer Van der Velde te Baarn door
brand vernield. De brand werd ontdekt door
de buren. Met vereende krachten werd ge
probeerd het vuur met emmers water te
blusschen. Spoedig bleek, dat dit niet moge
lijk was, aangezien onder het rieten dak de
brand veel grooter afmetingen had aange
nomen dan aanvankelijk werd vermoed. Spoe
dig kwam de brandweer ter plaatse, die ech
ter niet kon voorkomen, dat de villa geheel
afbrandde. Huis en Inboedel waren verzekerd.
Later overleden
Gistermiddag ca. half vier werd de rijks-
politie-agent Masseling te Lith (N.B.) be
wusteloos gevonden in een sloot langs den
weg tusschen Lithoyen en Lith. Zijn rijwiel
lag op eenige meters afstand van hem.
Spoedig was geestelijke en geneeskundige
hulp aanwezig, doch reeds te vijf uur is de
man overleden. Aan misdaad wordt niet
gedacht. Men denkt hier met een ongeval
te doen te hebben, waaromtrent men ech
ter nog geheel in het duister tast.
Te Delfzijl is afgebrand de winkelbehui-
zing, in eigendom toebehoorende aan mej.
de wed. J. de Jong in de Spoorstraat en be
woond door den heer A. Smit, handelaar in
kruidenierswaren en galanterieën. Het huis
brandde vrijwel geheel uit. Alles was verze
kerd.
Een buit van 400
Dinsdagnacht is te Den Helder een bru
tale inbraak gepleegd. Des morgens ont
dekte een der bedienden van den heer Eg-
ner, die een drukkerij en boekhandel drijft,
dat er ongenoode gasten waren geweest in
het des nachts onbewoonde pand. Het kas
register was van zijn plaats genomen. De
boekhouder, die direct werd gewaarschuwd,
constateerde, dat den bezoekers een buit
van 400 in handen was gevallen. De poli
tie stelt een nauwkeurig onderzoek in.
Koffie- en gas ruikers. Theedrinken een
beroep. De „eetlustverwekker".
De menschelijke organen zijn niet bij
ieder individu op dezelfde manier ontwik
keld en vooral over smaak en reuk valt nog
al eens te twisten of liever, valt meestal
niet te twisten. Wetenschappelijk uitge
drukt is de smaak een vermogen om op ze
kere stoffen, die in het mondspeeksel opge
lost zijn, te reageeren. De smaak is dus een
chemisch vermogen, maar in tegenstelling
tot den reuk een direct vermogen. Zooals
men weet, komen voor den smaak slechts de
vier waarnemingen: zuur, zoet, zout en bit
ter in aanmerking. Al het andere, wat de
mensch meent te proeven, ruikt hij.
Vandaar, dat men b.v. geen eetlust meer
heeft, wanneer men veel gesnoept heeft. Dat
reuk en smaak nauw met elkander verwant
zijn, mag wel als algemeen bekend beschouwd
worden. De reuk is het vermogen, dat op
chemische veranderingen der omgeving rea
geert. Vandaar, dat de reuk in tegenstelling
tot den smaak een indirect vermogen is. De
mensch bezit in tegenstelling met dieren
slechts matig ontwikkelde reukorganen, ter
wijl bij sommige menschen de smaak buiten
gewoon sterk ontwikkeld is.
Soms zóó sterk, dat zulke menschen dit
vermogen, in zekeren zin als geldwinning
kunnen gebruiken. Men weet, dat men, om
een goede kok te zijn, over een uitstekenden
en fijnen smaak moet kunnen beschikken.
„Frederik de Groote", die het koffiebranden
tot staatsmonopolie maakte, had, zooals be
kend is, zijn „koffieruikers", die door de
straten liepen en overal moesten snuffelen,
om geheime branderijen te ontdekken. Deze
methode wordt ook tegenwoordig nog ge
volgd: zoo hebben de Berlljnsche gasfabrie
ken b.v. nog „gasruikers" in dienst. Deze
menschen moeten zich aan een examen on
derwerpen, waarbij onderzocht wordt, of zij
op bepaalde afstanden, nog In staat zijn om
zekere geuren te onderscheiden. Zij moeten
dan in straten, waar men denkt, dat onder-
aardsche gasbuizen gesprongen of lek zijn.
onder het opgebroken plaveisel den grond
openleggen, en daarna de buizen beruiken.
Op deze manier heeft men het spoedigst de
fout gevonden, daar het uitstroomende gas
den omliggenden grond geheel en al door
trekt.
In de Vereenigde Staten heeft men de
Een daglooner ging uit naar het hooiland.
Hij had de blanke, scherp gewette zeis over
den schouder en liep sloffend met de eenigs-
zins gebogen houding van menschen, die
gewoon zijn zware lasten te torsen.
Het was even drie uur in den morgen.
Alles om hem heen was nog in diepe rust
verzonken. Het was nog niet volslagen licht,
maar hij had nog 'n verren weg af te leg
gen, vóór hij den akker bereikt had, waar
zijn dagtaak hem wachtte.
Een lichtende streep in 't Oosten, die
door den dichten nevel brak, teer als een
sluier van gaas, kondigde de komst der
dagvorstin aan, die nooit moede wordt haar
licht te laten schijnen over de boozen en
de goeden, de armen en de rijken.
De daglooner had geen oog voor het heer
lijke natuurverschijnsel der opkomende zon,
voor den zacht purperen gloed, die haar
voorafging en hare majesteit aankondigde.
Hij slofte voort met zwaren, eentonigen
tred, de zeis nu eens op dezen, dan op genen
schouder nemend, door een nijdigen ruk de
ontevredenheid verradend, die in zijn bin
nenste huisde en waarvan de somberheid
een schrille tegenstelling vormde met het
oplichten der natuur, waar het vogelenheir
met vroolijk getjilp het aanbreken van den
dageraad begroette.
De man mompelde binnensmonds: „Alle
dagen hard werken van den vroegen mor
gen tot den laten avond, terwijl zoo velen
nu nog zacht in de veeren liggen."
Maar hij bedacht niet, dat hij zich het
hoofd niet hoefde te breken met allerlei
zorg, en dat hij iedere week een vollen dag
had om uit te rusten en nieuwe krachten
te garen voor het werk, dat hem wachtte.
„Mijn vrouw is den heelen dag aan haar
huis gebonden en gaat gekleed in een een
voudig katoenen jak, terwijl zooveel dames
gekleed gaan in zijde en fluweel, en dienst
boden hebben' die op haar wenken vliegen."
Maar hij bedacht niet, dat zijn vrouw te
vreden was in haar huis, naar geen opschik
verlangde en blij was, dat God haar zulke
stevige armen had geschonken.
„M'n kinderen hebben niets dan droog
brood en een stukje spek is voor hun een
buitenkansje, terwijl de kinderen der rijken
alles hebben wat hun hart begeert."
Maar hij bedacht niet, dat zijn kinderen
een kleur hadden als melk en bloed, en dat
nooit een cent voor hen naar dokter en apo
theker behoefde te worden gebracht.
Op het hooiveld gekomen zette hij de
zeis in het welige gras en sikkelde het neer
in breede, zijige sneden. Werktuiglijk gingz'n I
arm op en neer met rhythmlschen maatslag, I
maar in zijn hart gistte de gifkorrel der
ontevredenheid.
Op de zeis geleund, rustte hij een oogen-
blik uit van het inspannende werk, toen een
luxe-auto over den straatweg langs het
hooiveld reed. Met gretigen, r.aijverigen blik
oogde hij hem na, en afgunst en nijd
druppelden bitter als alsem in zijn gemoed
Rijke, gelukkige menschen! meende de
daglooner. Maar hij wist niet, dat de heer
die in een zwart lakensch pak was gekleed,
een zware gouden horlogeketting op de borst
had bengelen en een kostbaren ring aan den
vinger droeg, gefolterd werd door den angst,
dat een speculatie, die hij had ontworpen,
zou mislukken en hem met één slag van al
z'n rijkdom zou berooven; hij wist niet dat
de dame, in zijde gekleed en met juweelen
op de borst en in de haren, in de voort
durende vrees leefde haar kindertjes spoe
dig te verliezen, want al konden ze alles
wat ze begeerden, in overvloed krijgen, hun
gezichtjes waren verwelkt als bloemen die
te veel zon en te veel warmte hadden ge
kregen. Dat had de daglooner niet gezien.
Hij zag enkel de uiterlijke schittering en
glans, en in de verbittering, door dat gezicht
bij hem gewekt, riep hij uit: „O, was ik
ook zóó gelukkig. Kon ik ook zoo met mijn
vrouw en kinderen uit rijden gaan!"
Geen oogenblik ging het beeld, dat hij
maar vluchtig gezien had, meer uit zijn ge
heugen, en toen hij tegen het middaguur,
toen de zon hoog aen den hemel stond,
zich in het zachte hooi neervlijde om een
uurtje te rusten, zag hij nog den prachticen
auto met de rijke lui voor zich, die zoo ge
lukkig waren.
De wensch van den daglooner was in ver
vulling gegaan. Hij was rijk, schatrijk. Hij
behoefde niet meer met de zeis op den
schouder naar het hooiveld te gaan, hij be
hoefde niet meer op te staan vóór het op
gaan der zon. Hij woondr in een groot,
prachtig huis en had bedienden, die al het
werk voor hem deden. Zijn vrouw was in
znde gekleei. en ziln kinderen kregen ie
uitgezochtste spijzen Er ontbrak thans
niets meer aan zijn geluk.... zoo dacht
hi).... Maar o, welk een bittere ontgooche
ling!
Hij leefde in voortdurende vrees, dat hij
z'n geld zou verliezen, en die vrees ver
galde al z'n genoegens. Hij kon lezen in
hoofden en harten van die hem omringden,
en met ontzetting zag hij, hoe van
alle zijden vijandschap hem omgaf, waar
vriendschap gehuicheld werd, hoe men er
op uit was, hem lagen te leggen en hem
in het verderf te storten, hoe ieder woord,
iedere daad van hem verkeerd werd beoor
deeld en uitgelegd, hoe afgunst en heb
zucht samenspanden om hem ten val te
brengen.
Zijn vrouw was in kostbare zijde ge
dost, maar "haar vroolijk, opgeruimd hu
meur had ze verloren. Ze wilde feesten
geven, naar feesten gaan, ze wilde uit
schitteren boven de andere dames en dwong
hem tot zulke buitensporige uitgaven, dat
zelfs zijn groot vermogen die op den duur
niet zou kunnen bestrijden. Alle huiselijk
heid was uit zijn huis verdwenen, waar
tafelschuimers, mits ze een grooten naam
of titel hadden, welkom waren.
Z'n kinderen waren keurig gekleed en
kregen alles wat ze vroegen. Niets was te
duur of te kostbaar voor hen. Maar, waar
waren hun roode wangen, de blos en de
kleur der gezondheid gebleven? Ze waren
teere, broze kindertjes, broeikasplanten ge
lijk; hun oogen stonden flauw en hun ge
zichtjes waren verflenst en de bekwaam
ste geneesheeren, die geraadpleegd werden,
haalden de schouders op. Hun wetenschap
wist het heelkruid niet te vinden, om hen
weer krachtig en gezond te maken.
„Was ik maar weer een arme dagloo
ner!" zuchtte de man.
Plotseling schrikte hij wakker, wreef zich
de oogen uit en was verwonderd zich niet
in een mooi. prachtig huis, maar in een
hooiveld te bevinden. Het eerste oogenblik
wist hij niet, wat er van te denken. Alles
speelde hem door het hoofd, totdat hij
ten laatste tot bezinning komend, begreep
dat h(j gedroomd had.
„Goddank!" riep hij, „dat ik maar een
arme daglooner ben. Ik benijd thans de
rijken niet meer, die in zijde gekleed zijn
en uitrijden gaan. God weet, of ze wel zoo
gelukkig zijn als ik met m'n vrouw en kin
deren. Gelukkiger zijn ze zeker niet."
Opgeruimd een liedje neuriënd, nam hij
de zeis weer op, om opnieuw met bree-
den zwaai het welige gras in zijige vlok
ken neer te maaien voor zijn voeten. En
j toen hij dien avond thuis kwam, kuste hij
I z'n kinderen met hun kleur als melk en
bloed, nog hartelijker dan anders, en aan
z'n vrouw, die het dampende avondeten
had klaar gezet en hem met een verge
noegd gezicht verwelkomde, vertelde hij,
wat hij dien dag gedroomd en gezien had.
„We zijn immers gelukkig, vrouw?" vroeg
hij.
„Zeker," zei ze, „ik zou met geen rijke
willen ruilen, want tevredenheid is het
hoogste geluk."
In die eenvoudige woorden ligt meer
wijsheid opgesloten, dan de wijsgeeren in
hun diepste stelsels neerleggen, en zoo
lang het menschdom, die waardeering niet
algemeen beaamt, zullen alle philosofen en
geleerden te zamen het niet beter en gcuk-
kiger kunnen maken.
z.g. alcoholruikers, die de geheime jenever
stokerijen of bierbrouwerijen; waar de gerst
gebrand wordt, op het spoor moeten zien te
komen. Groote firma's der levensmiddelen
industrie zijn sinds jaren op zoek naar men
schen, die een uitstekenden specialen smaak
bezitten. Zoo is er een groothandel in thee,
die een dame in dienst heeft, die alle soorten
tevoren moet proeven. Deze moet zulke fijne
smaakzenuwen hebben, dat zij 15 verschil
lende theesoorten van elkander kan onder
scheiden. Op dezelfde manier gaat men in
de parfumeriefabrieken te werk, waar voor
menschen, met buitengewoon ontwikkeld
reukorgaan, hooge salarissen betaald worden.
Ook de sigaretten-fabrieken laten in den
laatsten tijd hun nieuwe soorten door fijn
proevers samenstellen.
In dezelfde rubriek behooren de zooge
naamde „eetlust-opwekkers", die door res
taurateurs aangesteld zijn en iederen dag
rond den middag of 's avonds aan een goed
verlichte tafel van het hotel zitten en het
eene gerecht na het andere bestellen. Dat
moet de eetlust van de andere gasten op
wekken, tenminste dat beweren verschillen
de hotelhouders, die de beste ondervindin
gen hebben opgedaan met deze altijd etende
fijnproevers. Êenigen tijd geleden heeft het
arbeidsphysiologisch Instituut te Dortmund
een man geëngageerd, die dagelijks 14 fles-
schen bier drinken moest en bij wien dan
de gevolgen, op de eerste plaats de afmat
tingsverschijnselen, onderzocht werden. In
den tegenwoordigen tijd is alles op speciali
satie ingesteld en zoodoende is het niet te
verwonderen, wanneer er menschen zijn, die
met een specialen smaak of een specialen
reuk hun brood verdienen!
Wie verleent de reddingsmedaille?
De Fransche Bureaucratie, het voorbeeld
van alle andere, is nog altijd in het bezit
van het record der overdreven bureaucra
tie. En alle teekenen wijzen er op, dat het
absoluut niet de bedoeling is, om dit prijs te
geven, want pas is er nog een nieuwe veror
dening omtrent de bevoegdheid van het ver
leenen van reddingsmedailles uitgevaardigd,
waaruit duidelijk blijkt, hoe bureaucratisch
het geweten der Franschen is ontwikkeld.
Iepmnd ontving van het Ministerie van
Buitenlandsche Zaken een reddingsmedaille.
Haast tegelijkertijd kreeg hij ook een aan
vrage of hij den drenkeling uit een rivier of
uit een kanaal gered had. De redder ant
woordde het Ministerie van arbeid, dat het
water en niets dan water geweest was. In
water konden de menschen verdrinken, on
verschillig of het een rivier of een kanaal
was. De man geraakte echter buiten zich
zeiven, toen ook nog het Ministerie van
Marine wilde weten, of de redding plaats
gehad had in den omtrek van een rivier
monding.
De gevraagde antwoordde dit departement,
dat hij bij een volgende reddingsgelegenheid
eerst er aan zou denken, of hij zijn daad in
het mondingsgebied van een rivier volbracht,
ja of neen!
Nadere onderzoekingen brachten aan het
licht, dat in dit geval de redder van den
oever van een kanaal een sprong in het
water gedaan had, om een drenkeling ter
hulp te komen, die reeds in de eigenlijke
rivier rondspartelde, terwijl tegelijkertijd de
lijn in het verlengde van het kanaal de
bevoegdheidsgrens voor het Ministerie van
Marine afsloot en hierdoor dus de gedachte
bestond, dat de drenkeling ook binnen het
terrein van 't ministerie van Marine ge
raakt was. Daarom voelden drie ministeries
zich bevoegd, om hier de reddingsmedaille
uit te reiken, want enkele dagen geleden
werd de strijd over het verleenen van
eereteekenen zóó beslist, dat bij een redding
in kanalen het Ministerie van Arbeid, in
rivieren het Ministerie van Binnenlandsche
Zaken en in riviermondingen het Ministerie
van Marine de medailles zou uitreiken.
Waaruit men ziet, dat regeeren nog niet
zoo heel gemakkelijk kan zijn.
Het was wel eens interessant, om dit ge
val nog verder na te pluizen, om te weten
te komen of b.v. het Ministerie van Oorlog
bevoegd is om medailles te verleenen voor
redding bij brandgevaar. Heeft de redding
gelijkvloers plaats, dan moet het Ministerie
van Binnenlandsche Zaken zich niet laten
verdringen. Hoe is het echter met de eerste
verdieping en dan met de zolderkamertjes.
Komt daar het ministerie van Luchtvaart
niet bij te pas?
Hoe men bespionneerd wordt
Iemand, die geruimen tijd in Rusland
vertoefd heeft, heeft daar onaangename
ervaringen opgedaan in een hotel.
Voor den gast, die in het „Savoy" te
Moskou woont, schrijft hij o.m., is het hotel
zuiver een glazen kooi. De tijd waarop hij
het huis verlaat, wanneer hij terugkomt,
wanneer en welke bezoekers hij ontvangt,
hoe lang het bezoek bij hem is gebleven,
dat alles wordt nauwkeurig genoteerd. De
bespieding gebeurt dikwijls op zulk een on
gepaste manier, dat ze pijnlijk aandoet.
Men komt bijv. 's avonds laat thuis, klimt
moe de trap op, omdat de lift niet meer
werkt, gaat slaperig door de halfdonkere
gang naar zijn kamer en plotseling beweegt
zich achter een paar pilaren de slecht ver
stopte kapper in witte werkjas. Onwille
keurig verschrikt men, want op dit uur
verwacht men geen witgekleeden kapper;
de goede man wilde slechts weten, of de
laat terugkeerende hotelgast werkelijk zijn
eigen kamer binnengaat of die van een
ander en zoo ja, welke.
Dat de telefoongesprekken alle afgeluis
terd worden, staat vast. Men hoort dikwijls
heel duidelijk, hoe de medeluisteraar zich
inschakelt. Het is derhalve vanzelfsprekend,
dat iemand, die uit een Savoy-kamer de
stad opbelt, zijn telefonisch onderhoud be
gint met de woorden: „Hallo, ik spreek
vanuit het Savoy-hotel". De aangesprokene
weet er dan alles van, hij weet, dat het
gesprek wordt afgeluisterd en houdt er
rekening mee.
De schrijver heeft het voorts beleefd, dat
men zijn kleerkoffer met geweld geopend
heeft tijdens zijn afwezigheid en merkt dan
op:
Wie zoo iets ondervonden heeft, houdt
er rekening mee. Men vermijdt zoo veel
mogelijk notitieboekjes en kalenders te ge
bruiken, maar vooral adressen en telefoon
nummers op te schrijven. Het geheugen
went zich allengs uitstekend aan de meest
nauwgezette inprenting van adressen en
telefoonnummers. Dit laatste gebeurt om de
zeer begrijpelijke reden, dat derden niet
mede in de zaak betrokken zouden worden,
wanneer men toevallig in ongewenschte
nauwere relatie met de Gepeoe zou komen.
Tijdens mijn verblijf te Moskou werd mij
in vertrouwen meegedeeld, dat in vele ka
mers van het Savoy-hotel, vooral in de
ventilatoren of achter de kasten verborgen
microfoons of toestellen om af te luisteren
zijn aangebracht, welke het mogelijk maken
elk in de betreffende kamer gevoerd ge
sprek af te luisteren.
Onder deze omstandigheden zal het geen
verwondering wekken, dat men in het hotel
slechts zelden bezoek ontvangt, maar liever,
als men iemand onopgemerkt treffen wil,
bij kennissen of op een neutrale plaats af
spreekt.
Opgegeven door v. d. Graaf en Co. N.V.
(Afd. Handelsinformaties)
Uitgesproken:
30 Maart: H. D. Cijfer, koopman, hande
lende onder den naam I. D. I., Den Haag,
Laakkade 80. R.c. Mr. A. B. Bommezijn. Cur.
Mr S. L. F. de Hartogh, Den Haag.
30 Maart: P. Hagendijk, voerman, Den
Haag, Lulofdwarsstraat 45. R.c. Mr, G. Schol
ten. Cur. Mr. D. W. J. Kievits, Den Haag.
30 Maart: L. C. Delle, koopman, Den Haag,
Schimmelweg 351. R.c. Mr. Jhr, Th. W. Cal-
koen. Cur. Mr. F. J. Zijl, Den Haag.
30 Maart: D van Zaanen, winkelier in
schoenen, Scheveningen, Tesselschestraat 35.
R.c. Mr.. F. J. A. Hyink. Cur. Mr. H. N. J. C.
van Meerten, Den Haag.
30 Maart. Mej. W. Chr. Zwolsman, Den
Haag, Paul Krugerlaan 73. R.c. Jhr. Mr. H.
O Feith. Cur. Mr.. J. de Jongh, Den Haag.
30 Maart J. F. L. Stroebei, koopman, Den
Haag, Galvanistraat 77. R.c. Mr. H. W. E.
Klomp. Cur. Mr. J. O. de Kat, Den Haag.
30 Maart. De handelsvennootschap onder
de firma F. Vorst Jr., Den Haag, Emma-
straat 25a en de leden F. W. A. Vorst Jr.,
koopman Den Haag, Theresiastraat 367, J.
G Prins, koopman, Den Haag, Heerengracht
46. R.c. Mr. H. van Wageningen. Cur. Mr.
L Westerouen van Meeteren, Den Haag.
30 Maart. A. Voorhoeve, Narcislaan 41,
Wassenaar. R.c. Mr. J. C. v. d. Burcht van
Lichtenbergh. Cur. Mr. J. Weyl, Den Haag.
80 Maart. H. F. C. Riechten, Den Haag,
Noordeinde 53. R.c. Mr. G. H. B. van den
Boom. Cur. Mr. B. A. Droogleever Fortuyn,
Den Haag.
30 Maart. L. Pimentel, koopman in manu
facturen. Amsterdam, Dan. Theronstraat 91.
R.C. Mr. Th. L. van Berckel. Cur. Mr. H.
G. Stibbe, Amsterdam, Rokin 92.
K. Scholten, postbesteller, Amsterdam,
Egelantierstraat 11 hs. R.c, Mr. Th. L. van
Berckel. Cur. Mej. Mr. N. S. C. Tendeloo,
Amsterdam, Heerengracht 453,
N. V. Bouw- en Administratie-Mij. „Fa-
tanisa", Hilversum, Coehoornstraat 2. R.c,
Mr. Th. L. van Berckel. Cur. Mej. Mr. N.
S. C. Tendeloo, Amsterdam, Heerengracht
453.
L. van Rossum, Amsterdams, Andreas
Schelfhoutstraat 9. R.c Mr. Th. L. v. Ber
ckel. Cur. Mr. A. J. W. v. Roijen, Amster
dam, Nic. Witsenstraat 19.
G. J. L. van Tubergen, timmerman. Am
sterdam, Elandsgracht 47. Rc. Mr. Th. L.
v. Berckel. Cur. Mr. A. J. W. v. Roijen, Am
sterdam Nic. Witsenstraat 19.
P. Dekker Pz., landbouwer, Axel Coegors-
polder. R.c. Mr, Th. Portheine. Cur. Mr. H.
v. d. Beke Callenfels, Middelburg.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
30 Maart. N.V. Nederlandsche Cultuur en
Handel Mij., Amsterdam.; J. Keukelaar Sr*
Breskens.
31 Maart J. Verdel, Leimuiden.
265. Wim, die den hengel genomen had,
Ging 't op zijn beurt probeeren.
„Och," zei hij, „al vang ik ook niets,
Zoo kan ik toch wat leeren."
De jongen, die voortdurend lceek naar den man,
Op zijn tabouretje gedoken,
Zag niet, dat de hand der gerechtigheid
Naar hem werd uitgestoken.
266. Een gil, een kreet en Pim begreep gauw,
Iets moest aan den motor falen;
En eensklaps voelde hij tot zijn schrik,
Zij begonnen snel te dalen.
Door schrik bevangen, zagen zij nu,
Zij naderden snel de golven.
„Nu word ik toch," riep Pim angstig uit,
„Opnieuw in de zee bedolven."