Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN LUCHTVAART Het hoogste geluk BINNENLANDSCH NIEUWS Geboorte, huwelijk en sterfte Vrouwenarbeid Tollen in Groningen PraagAmsterdam Ernstig vliegongeluk bi] Rochlord ONZE OOST Indische Dienst KUNST EN KENNIS Bep Versluys gaat filmen! RECHTSZAKEN De doodslag te Drachten GEMENGD NIEUWS Van een zolder gevallen Villa afgebrand Politieagent bewusteloos aangetroffen Brand te Delfzijl Brutale inbraak Smaak en reuk een broodwinning Overdreven Bureaucratie Als men in Rusland verblijft FAILLISSEMENTEN .Al Wat de statistieken vertellen Het jongste nummer van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek bevat belangwekkende gegevens over het aantal huwelijken, geboorten en sterfgeval len in Nederland over het jaar 1930. Het aantal levend geborenen per 1000 in woners bedroeg 23.1 en is ten opzichte van het vorige jaar (22.8) 0.3 gestegen Vergelij king met een gemiddeld cijfer over de vijf jaren 1926/1930 (23.2) wijst op daling van 0.1 terwijl vergelijking met het tienjarig- gemiddelde 1921/1930 (24.6) op grootere da ling al. l.£ wijst. Het aantal huwelijken over 1930 bedraagt 8 per 1000 inwoners en is in vergelijking met 1929 (7.9) 0.1 gestegen. Tegenover het vijf- jarig-gemiddelde 1926/1930 (7.7) is stijging van 0.3 waar te nemen, terwijl een verge lijking met het tienjarig-gemiddelde 1921/1930 een gelijk cijfer (8) aangeeft. In aanmerking dient genomen dat in laatstge noemd gemiddelde een paar na-oorlogsche jaren met een hoog huwelijkscijfer (1921: 9.2, 1922: 8.7) zijn begrepen. Het aantal overledenen over 1930 bedraagt 9.1 per 1000 inwoners en is ten opzichte van 1929 (10.7) zeer sterk gedaald, nJ. 1.6. Hoe wel het cijfer der overledenen over 1930 zeer gunstig is, moet bij deze sterke daling toch rekening gehouden worden met het feit, dat 1929 een zeer hoog cijfer vertoont onder den invloed van de in het begin van het jaar 1929 geheerscht hebbende griep. Tegenover het vijfjarig-gemiddelde 1926/1930 (9.9) is de daling 0.8, tegenover net tienjarig-gemid delde 1921/1930 (10.2) 1.1. Deze gemiddelden bevatten ook nog door griep beïnvloede Jaren. Een vergelijking van de sterfte naar leef tijden over het afgeloopen jaar met die van 1929 doet daling voor alle leeftijdsklassen iden, welke het belangrijkste is voor de hoog ste leeftijden. Bij vergelijking van de sterfte naar doods oorzaken met 1929 valt waar te nemen, dat de sterfte aan het meerendeel der doods oorzaken Is gedaald. Stijging vertoont de sterfte aan febris typhoïdea, mazelen, kink hoest. diphtherie, enteritis choleriformis, kanker, ziekten der maag, appendicitis en typhlitis. Onder de doodsoorzaken, waarvan het aantal sterfgevallen is gedaald, trekt in het bijzonder de daling van het aantal sterf gevallen aan influenza de aandacht (673 sterfgevallen in 1930 tegen 4450 in 1929) ook alle ziekten der ademhalingsorganen evenals ouderdom geven belangrijk gedaalde cijfers te zien (bronchitis 1513 tegen 2133. pneumo nie 2802 tegen 4289, overige 4061 tegen 5868, ouderom 3903 tegen 4491). Het aantal ge vallen van gewelddadigen dood bedroeg 2416 tegen 2445 in 1929, waaronder resp. 659 en 597 verkeersongevallen met doodelijken af loop. De sterfte der kinderen beneden 1 jaar be draagt voor 1930 50.9 per 1000 levend ge borenen en is belangrijk gedaald (8.1) ten opzichte van 1929 (59). Tegenover het vijf jarig-gemiddelde 1926/1930 (56.4) is de da ling geringer (5.5), tegenover het tienjarig- gemiddelde 1921/1930 (62.9) aanmerkelijk belangrijker (12). De sterfte aan ziekten der ademhalingsorganen en aar. darmstoomis- sen spelen een belangrijke rol in de daling dezer cijfers. Een Christ.-Hlst, motie De afd. Alphen a. d. Rijn van de Chr. Historische Unie heeft een motie Ingediend daarin wordt geconstateerd: a. Dat er de laatste jaren steeds weerkee- rende perioden zijn van groote werkloosheid; b. dat deze werkloosheid steeds voorname lijk betreft mannelijke personen: c. dat het hierdoor steeds moeilijker wordt voor jeugdige mannelijke personen plaatsing te vinden: d. dat er nimmer werkloosheid is in de speciaal vrouwelijke beroepen, als b.v. dienstbode, huishoudster, verpleegster, ge zelschapsjuffrouw, gouvernante, kinderjuf frouw, dames voor diversen arbeid in de philantropische inrichtingen, enz. enz.; dat tal van gehuwde en ongehuwde vrouwen plaatsing vragen in beroepen, die door den man worden beoefend; f. dat het euvel onder e genoemd ook niet zelden voorkomt in diensten van Rijk, Pro vincie en Gemeente. Gezien dit alles, wenschen de voorstellers dat de vergadering als haar overtuiging uit- spreke. dat het gewenscnt is, dat zij, die door de Chr.-Hist. Unie worden afgevaar digd naar Kamer, Staten of Gemeenteraden, met den meesten aandrang trachten te be werken, dat a. aan vrouwelijke werkkrachten in dienst van Rijk, Provincie of Gemeente ontslag wordt verleend bil huwelijk; b. geen vrouwelijke werkkrachten meer worden benoemd voor arbeid, die door man nelijke personen kan worden verricht. Met Mei zal de gemeente Groningen twaalt tollen opheffen De gemeente Groningen zal er haar me dewerking toe verleenen, dat met ingang van 1 Mei as. de tollen van de gemeente Groningen in de provincie Groningen (een twaalftal) zullen worden opgeheven. Door de opheffing dezer tollen zal de gemeente auto matisch een uitkeering terug ontvangen uit het provinciaal wegenfonds. Hoe hoog dat bedrag zal worden, moet worden afgewacht. Te verwachten is echter, dat de gemeente door de opheffing wei eenige schade zal lijden. De luchtlijn doorgetrokken naar de hoofd- •tad. De eerste dienstmachines vertrok ken en aangekomen Gistermiddag is op Schiphol, Amsterdams luchthaven, met eenige plechtigheid de eer ste dienstmachine van de iöjecho-Slowaak- sche Luchtvaart Maatschappij ontvangen. Voorheen vloog deze maatschappij Praag- Rotterdam, thans woidt de dienst tot Am sterdam gevlogen, zoodat onze hoofdstad dus nu het eindpunt geworden is van een be langrijke luchtlijn die in de toekomst zeker een der meest gebruikte za.' worden Gisterochtend om 10.25 vertrok de eerste dienstmachine van deze lijn van Schipnol. De nuttige last was nog niet groot, één Kg. vracht was er. Maar dat maakt niet veel uit. Dat is steeds zoo geweest op else lucht lijn en daarin zal weldra verbetering komen als de bloemenverzenders met hun vracht komen. En er mag worden verwacht, dat er heel wat Aalsmeersche producten naar Praag zullen gaan met deze luchtlijn. Het toestel, dat gisterochtend uit Praag vertrokken ls om 9 uur. was om 13.25 te Es sen, om 14.30 te Rotterdam en even voor half vier kwam het op Schiphol aan, waar het door een kleine schare belangstellenden werd opgewacht. De lading bestond uit ham, Tsjechisch bier e.d. Te Rotterdam was 2000 Kg. lading voor Antwerpen uitgeladen, die door de Parman daarheen werden meegeno men. Ter begroeting van dit eerste dienstvlieg- tuig waren o.a. aanwezig de Tsjechische ge zant en de consul-generaal, voorts wethou der Abrahams en ir. Boogerdt voor de ge meente Amsterdam en nog verscheidene an dere belangstellenden. De gezant las een door den piloot meege- bracihten brief voor, waarin de directie van de Tsjechische Luchtvaartmaatschappij haar dank uitsprak voor de vele medewerking wel ke zij ondervónden had, o.a. van de K. L. M. Daarna hield de heer Abrahams een korte rede om de Tsjechen te begroeten op Am sterdams luchthaven, daarbij wijzende op de goede betrekkingen, die steeds tusschen Nederland en Tsjecho-Slowakije hebben be staan, welke banden door deze nieuwe lucht lijn zeker nog zullen worden aangehaald. De toespraak werd door den Tsjechischen gezant met eenige vriendelijke woorden be antwoord. Daarna vereenigde het gezelschap zich aan een thee, door de K. L. M. de neer Martin, die ziek was, vond in den heer Thompson een gastvrijen en waardigen plaatsvervanger in het restaurant op net vliegveld aangebo den. Eén doode De vliegofficier Little is gisteren nabij Rochford met zijn een-persoons gevechts machine van 100 meter hoogte neergestort: hij was op slag dood. De bestuurder had assistentie willen verleenen aan een ande ren vlieger, die een noodlanding moest maken. Dit is reeds het 34ste menschen- leven, dat de Royal Air Force dit jaar te betreuren heeft. Verlofgangers: B. Th L. Hagdom, R.K. geestelijke van den 3en rang met den titel van pastoor van Jogjakarta, 's-Gravenhage; ir. M. B E. de Ferrante, ir. 3e kl, bij den Waterstaat en 's Lands B.O.W., Leeuwarden; J. de Ligny, gedipl. gezagh. Ie klas bü het Binn. Bestuur, Utrecht; mej. A. Kortz, hoofdtelef. Ie klas bij het Telefoonk. te Weltevreden, 's-Graven hage; mej. F. S. M. Zaalberg, le commies bij het Centraal Kantoor voor de Statistiek, 's-Gravenhage; W. H. J. Purvis, beh. van het Materiaal bij de Afd. Med. Hyg. Prop. van den Dienst der Volksgezondheid, Arn hem; C. C. A. A. von Stein, hoofdpolitieopz. bij de Alg. Politie, Rotterdam; W. J. Zltter, griffier 2e klas van den Landraad te Garoet, 's-Gravenhage; L. Beernlnk, ijker le klas bij den Dienst voor het IJkwezen, Putten (G.); L. R. van Bemmelen, gedipl. gezagh. bij het Binnenl. Bestuur, 's-Gravenhage; L. E. V. Sterrenburg, bouwk. bij de S.S. en Tr., 's-Gravenhage; mr J. L. H. Vossenaar, tijd. wd. Insp. van Financiën, Amsterdam; J. W. A. van den Abeelen, kantoorhoofd bij het Dept. van L., N en H., 's-Gravenhage; L. H. M. van den Abeelen, comm. op het hoofd kantoor van den dienst van het Boschwezen, 's-Gravenhage; J. Kortz, gedipl. teohn. ambt. le klas bij de P.T.T., 's-Gravenhage; mej. I. L. Roumimper, tijd. wd. comm. bij de P.T.T., 's-Gravenhage; mej. G. M. A. von Hettling, wd. hoofdcomm. bi) de afd. Landbouw van het Dept. van L., N. en H., Amsterdam; J. Ch. F. Egter van Wissekerke. comm.-red. ter Prov. Secr. van Oost-Java, Workum (Fr.) Onze eerste Nederlandsche aviatrice, mej. Bep Versluys zal de hoofdrol vervullen in een nieuwe Nederlandsche klankfilm, geti teld: „Zilveren vleugels." De heer Schmidt Crans, chef-instructeur der Nationale Luchtvaartschool en verschil lende leden der Rotterdamsche Aeroclub zul len hun medewerking aan deze vliegfilm verleenen Theo Güsten schreef het scenario en zal tevens de regie voeren. Verdachte tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld. De rechtbank te Leeuwarden heeft giste ren den 28-jarigen muzikant uit Harkema Opeinde wegens doodslag te Drachten op J. van der Meulen tijdens de kermis aldaar overeenkomstig den eisch veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. Te Rijnsaterwoude is het 7-jarig zoontje van de wed. Jansze van een hooizolder ge vallen en met het hoofd op den steenen vloer in den stal terecht gekomen. Zwaar gewond en in zorgwekkenden toestand is het knaapje naar het academisch ziekenhuis te Leiden overgebracht. Gisteren is de villa van den bouwonder nemer, den heer Van der Velde te Baarn door brand vernield. De brand werd ontdekt door de buren. Met vereende krachten werd ge probeerd het vuur met emmers water te blusschen. Spoedig bleek, dat dit niet moge lijk was, aangezien onder het rieten dak de brand veel grooter afmetingen had aange nomen dan aanvankelijk werd vermoed. Spoe dig kwam de brandweer ter plaatse, die ech ter niet kon voorkomen, dat de villa geheel afbrandde. Huis en Inboedel waren verzekerd. Later overleden Gistermiddag ca. half vier werd de rijks- politie-agent Masseling te Lith (N.B.) be wusteloos gevonden in een sloot langs den weg tusschen Lithoyen en Lith. Zijn rijwiel lag op eenige meters afstand van hem. Spoedig was geestelijke en geneeskundige hulp aanwezig, doch reeds te vijf uur is de man overleden. Aan misdaad wordt niet gedacht. Men denkt hier met een ongeval te doen te hebben, waaromtrent men ech ter nog geheel in het duister tast. Te Delfzijl is afgebrand de winkelbehui- zing, in eigendom toebehoorende aan mej. de wed. J. de Jong in de Spoorstraat en be woond door den heer A. Smit, handelaar in kruidenierswaren en galanterieën. Het huis brandde vrijwel geheel uit. Alles was verze kerd. Een buit van 400 Dinsdagnacht is te Den Helder een bru tale inbraak gepleegd. Des morgens ont dekte een der bedienden van den heer Eg- ner, die een drukkerij en boekhandel drijft, dat er ongenoode gasten waren geweest in het des nachts onbewoonde pand. Het kas register was van zijn plaats genomen. De boekhouder, die direct werd gewaarschuwd, constateerde, dat den bezoekers een buit van 400 in handen was gevallen. De poli tie stelt een nauwkeurig onderzoek in. Koffie- en gas ruikers. Theedrinken een beroep. De „eetlustverwekker". De menschelijke organen zijn niet bij ieder individu op dezelfde manier ontwik keld en vooral over smaak en reuk valt nog al eens te twisten of liever, valt meestal niet te twisten. Wetenschappelijk uitge drukt is de smaak een vermogen om op ze kere stoffen, die in het mondspeeksel opge lost zijn, te reageeren. De smaak is dus een chemisch vermogen, maar in tegenstelling tot den reuk een direct vermogen. Zooals men weet, komen voor den smaak slechts de vier waarnemingen: zuur, zoet, zout en bit ter in aanmerking. Al het andere, wat de mensch meent te proeven, ruikt hij. Vandaar, dat men b.v. geen eetlust meer heeft, wanneer men veel gesnoept heeft. Dat reuk en smaak nauw met elkander verwant zijn, mag wel als algemeen bekend beschouwd worden. De reuk is het vermogen, dat op chemische veranderingen der omgeving rea geert. Vandaar, dat de reuk in tegenstelling tot den smaak een indirect vermogen is. De mensch bezit in tegenstelling met dieren slechts matig ontwikkelde reukorganen, ter wijl bij sommige menschen de smaak buiten gewoon sterk ontwikkeld is. Soms zóó sterk, dat zulke menschen dit vermogen, in zekeren zin als geldwinning kunnen gebruiken. Men weet, dat men, om een goede kok te zijn, over een uitstekenden en fijnen smaak moet kunnen beschikken. „Frederik de Groote", die het koffiebranden tot staatsmonopolie maakte, had, zooals be kend is, zijn „koffieruikers", die door de straten liepen en overal moesten snuffelen, om geheime branderijen te ontdekken. Deze methode wordt ook tegenwoordig nog ge volgd: zoo hebben de Berlljnsche gasfabrie ken b.v. nog „gasruikers" in dienst. Deze menschen moeten zich aan een examen on derwerpen, waarbij onderzocht wordt, of zij op bepaalde afstanden, nog In staat zijn om zekere geuren te onderscheiden. Zij moeten dan in straten, waar men denkt, dat onder- aardsche gasbuizen gesprongen of lek zijn. onder het opgebroken plaveisel den grond openleggen, en daarna de buizen beruiken. Op deze manier heeft men het spoedigst de fout gevonden, daar het uitstroomende gas den omliggenden grond geheel en al door trekt. In de Vereenigde Staten heeft men de Een daglooner ging uit naar het hooiland. Hij had de blanke, scherp gewette zeis over den schouder en liep sloffend met de eenigs- zins gebogen houding van menschen, die gewoon zijn zware lasten te torsen. Het was even drie uur in den morgen. Alles om hem heen was nog in diepe rust verzonken. Het was nog niet volslagen licht, maar hij had nog 'n verren weg af te leg gen, vóór hij den akker bereikt had, waar zijn dagtaak hem wachtte. Een lichtende streep in 't Oosten, die door den dichten nevel brak, teer als een sluier van gaas, kondigde de komst der dagvorstin aan, die nooit moede wordt haar licht te laten schijnen over de boozen en de goeden, de armen en de rijken. De daglooner had geen oog voor het heer lijke natuurverschijnsel der opkomende zon, voor den zacht purperen gloed, die haar voorafging en hare majesteit aankondigde. Hij slofte voort met zwaren, eentonigen tred, de zeis nu eens op dezen, dan op genen schouder nemend, door een nijdigen ruk de ontevredenheid verradend, die in zijn bin nenste huisde en waarvan de somberheid een schrille tegenstelling vormde met het oplichten der natuur, waar het vogelenheir met vroolijk getjilp het aanbreken van den dageraad begroette. De man mompelde binnensmonds: „Alle dagen hard werken van den vroegen mor gen tot den laten avond, terwijl zoo velen nu nog zacht in de veeren liggen." Maar hij bedacht niet, dat hij zich het hoofd niet hoefde te breken met allerlei zorg, en dat hij iedere week een vollen dag had om uit te rusten en nieuwe krachten te garen voor het werk, dat hem wachtte. „Mijn vrouw is den heelen dag aan haar huis gebonden en gaat gekleed in een een voudig katoenen jak, terwijl zooveel dames gekleed gaan in zijde en fluweel, en dienst boden hebben' die op haar wenken vliegen." Maar hij bedacht niet, dat zijn vrouw te vreden was in haar huis, naar geen opschik verlangde en blij was, dat God haar zulke stevige armen had geschonken. „M'n kinderen hebben niets dan droog brood en een stukje spek is voor hun een buitenkansje, terwijl de kinderen der rijken alles hebben wat hun hart begeert." Maar hij bedacht niet, dat zijn kinderen een kleur hadden als melk en bloed, en dat nooit een cent voor hen naar dokter en apo theker behoefde te worden gebracht. Op het hooiveld gekomen zette hij de zeis in het welige gras en sikkelde het neer in breede, zijige sneden. Werktuiglijk gingz'n I arm op en neer met rhythmlschen maatslag, I maar in zijn hart gistte de gifkorrel der ontevredenheid. Op de zeis geleund, rustte hij een oogen- blik uit van het inspannende werk, toen een luxe-auto over den straatweg langs het hooiveld reed. Met gretigen, r.aijverigen blik oogde hij hem na, en afgunst en nijd druppelden bitter als alsem in zijn gemoed Rijke, gelukkige menschen! meende de daglooner. Maar hij wist niet, dat de heer die in een zwart lakensch pak was gekleed, een zware gouden horlogeketting op de borst had bengelen en een kostbaren ring aan den vinger droeg, gefolterd werd door den angst, dat een speculatie, die hij had ontworpen, zou mislukken en hem met één slag van al z'n rijkdom zou berooven; hij wist niet dat de dame, in zijde gekleed en met juweelen op de borst en in de haren, in de voort durende vrees leefde haar kindertjes spoe dig te verliezen, want al konden ze alles wat ze begeerden, in overvloed krijgen, hun gezichtjes waren verwelkt als bloemen die te veel zon en te veel warmte hadden ge kregen. Dat had de daglooner niet gezien. Hij zag enkel de uiterlijke schittering en glans, en in de verbittering, door dat gezicht bij hem gewekt, riep hij uit: „O, was ik ook zóó gelukkig. Kon ik ook zoo met mijn vrouw en kinderen uit rijden gaan!" Geen oogenblik ging het beeld, dat hij maar vluchtig gezien had, meer uit zijn ge heugen, en toen hij tegen het middaguur, toen de zon hoog aen den hemel stond, zich in het zachte hooi neervlijde om een uurtje te rusten, zag hij nog den prachticen auto met de rijke lui voor zich, die zoo ge lukkig waren. De wensch van den daglooner was in ver vulling gegaan. Hij was rijk, schatrijk. Hij behoefde niet meer met de zeis op den schouder naar het hooiveld te gaan, hij be hoefde niet meer op te staan vóór het op gaan der zon. Hij woondr in een groot, prachtig huis en had bedienden, die al het werk voor hem deden. Zijn vrouw was in znde gekleei. en ziln kinderen kregen ie uitgezochtste spijzen Er ontbrak thans niets meer aan zijn geluk.... zoo dacht hi).... Maar o, welk een bittere ontgooche ling! Hij leefde in voortdurende vrees, dat hij z'n geld zou verliezen, en die vrees ver galde al z'n genoegens. Hij kon lezen in hoofden en harten van die hem omringden, en met ontzetting zag hij, hoe van alle zijden vijandschap hem omgaf, waar vriendschap gehuicheld werd, hoe men er op uit was, hem lagen te leggen en hem in het verderf te storten, hoe ieder woord, iedere daad van hem verkeerd werd beoor deeld en uitgelegd, hoe afgunst en heb zucht samenspanden om hem ten val te brengen. Zijn vrouw was in kostbare zijde ge dost, maar "haar vroolijk, opgeruimd hu meur had ze verloren. Ze wilde feesten geven, naar feesten gaan, ze wilde uit schitteren boven de andere dames en dwong hem tot zulke buitensporige uitgaven, dat zelfs zijn groot vermogen die op den duur niet zou kunnen bestrijden. Alle huiselijk heid was uit zijn huis verdwenen, waar tafelschuimers, mits ze een grooten naam of titel hadden, welkom waren. Z'n kinderen waren keurig gekleed en kregen alles wat ze vroegen. Niets was te duur of te kostbaar voor hen. Maar, waar waren hun roode wangen, de blos en de kleur der gezondheid gebleven? Ze waren teere, broze kindertjes, broeikasplanten ge lijk; hun oogen stonden flauw en hun ge zichtjes waren verflenst en de bekwaam ste geneesheeren, die geraadpleegd werden, haalden de schouders op. Hun wetenschap wist het heelkruid niet te vinden, om hen weer krachtig en gezond te maken. „Was ik maar weer een arme dagloo ner!" zuchtte de man. Plotseling schrikte hij wakker, wreef zich de oogen uit en was verwonderd zich niet in een mooi. prachtig huis, maar in een hooiveld te bevinden. Het eerste oogenblik wist hij niet, wat er van te denken. Alles speelde hem door het hoofd, totdat hij ten laatste tot bezinning komend, begreep dat h(j gedroomd had. „Goddank!" riep hij, „dat ik maar een arme daglooner ben. Ik benijd thans de rijken niet meer, die in zijde gekleed zijn en uitrijden gaan. God weet, of ze wel zoo gelukkig zijn als ik met m'n vrouw en kin deren. Gelukkiger zijn ze zeker niet." Opgeruimd een liedje neuriënd, nam hij de zeis weer op, om opnieuw met bree- den zwaai het welige gras in zijige vlok ken neer te maaien voor zijn voeten. En j toen hij dien avond thuis kwam, kuste hij I z'n kinderen met hun kleur als melk en bloed, nog hartelijker dan anders, en aan z'n vrouw, die het dampende avondeten had klaar gezet en hem met een verge noegd gezicht verwelkomde, vertelde hij, wat hij dien dag gedroomd en gezien had. „We zijn immers gelukkig, vrouw?" vroeg hij. „Zeker," zei ze, „ik zou met geen rijke willen ruilen, want tevredenheid is het hoogste geluk." In die eenvoudige woorden ligt meer wijsheid opgesloten, dan de wijsgeeren in hun diepste stelsels neerleggen, en zoo lang het menschdom, die waardeering niet algemeen beaamt, zullen alle philosofen en geleerden te zamen het niet beter en gcuk- kiger kunnen maken. z.g. alcoholruikers, die de geheime jenever stokerijen of bierbrouwerijen; waar de gerst gebrand wordt, op het spoor moeten zien te komen. Groote firma's der levensmiddelen industrie zijn sinds jaren op zoek naar men schen, die een uitstekenden specialen smaak bezitten. Zoo is er een groothandel in thee, die een dame in dienst heeft, die alle soorten tevoren moet proeven. Deze moet zulke fijne smaakzenuwen hebben, dat zij 15 verschil lende theesoorten van elkander kan onder scheiden. Op dezelfde manier gaat men in de parfumeriefabrieken te werk, waar voor menschen, met buitengewoon ontwikkeld reukorgaan, hooge salarissen betaald worden. Ook de sigaretten-fabrieken laten in den laatsten tijd hun nieuwe soorten door fijn proevers samenstellen. In dezelfde rubriek behooren de zooge naamde „eetlust-opwekkers", die door res taurateurs aangesteld zijn en iederen dag rond den middag of 's avonds aan een goed verlichte tafel van het hotel zitten en het eene gerecht na het andere bestellen. Dat moet de eetlust van de andere gasten op wekken, tenminste dat beweren verschillen de hotelhouders, die de beste ondervindin gen hebben opgedaan met deze altijd etende fijnproevers. Êenigen tijd geleden heeft het arbeidsphysiologisch Instituut te Dortmund een man geëngageerd, die dagelijks 14 fles- schen bier drinken moest en bij wien dan de gevolgen, op de eerste plaats de afmat tingsverschijnselen, onderzocht werden. In den tegenwoordigen tijd is alles op speciali satie ingesteld en zoodoende is het niet te verwonderen, wanneer er menschen zijn, die met een specialen smaak of een specialen reuk hun brood verdienen! Wie verleent de reddingsmedaille? De Fransche Bureaucratie, het voorbeeld van alle andere, is nog altijd in het bezit van het record der overdreven bureaucra tie. En alle teekenen wijzen er op, dat het absoluut niet de bedoeling is, om dit prijs te geven, want pas is er nog een nieuwe veror dening omtrent de bevoegdheid van het ver leenen van reddingsmedailles uitgevaardigd, waaruit duidelijk blijkt, hoe bureaucratisch het geweten der Franschen is ontwikkeld. Iepmnd ontving van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken een reddingsmedaille. Haast tegelijkertijd kreeg hij ook een aan vrage of hij den drenkeling uit een rivier of uit een kanaal gered had. De redder ant woordde het Ministerie van arbeid, dat het water en niets dan water geweest was. In water konden de menschen verdrinken, on verschillig of het een rivier of een kanaal was. De man geraakte echter buiten zich zeiven, toen ook nog het Ministerie van Marine wilde weten, of de redding plaats gehad had in den omtrek van een rivier monding. De gevraagde antwoordde dit departement, dat hij bij een volgende reddingsgelegenheid eerst er aan zou denken, of hij zijn daad in het mondingsgebied van een rivier volbracht, ja of neen! Nadere onderzoekingen brachten aan het licht, dat in dit geval de redder van den oever van een kanaal een sprong in het water gedaan had, om een drenkeling ter hulp te komen, die reeds in de eigenlijke rivier rondspartelde, terwijl tegelijkertijd de lijn in het verlengde van het kanaal de bevoegdheidsgrens voor het Ministerie van Marine afsloot en hierdoor dus de gedachte bestond, dat de drenkeling ook binnen het terrein van 't ministerie van Marine ge raakt was. Daarom voelden drie ministeries zich bevoegd, om hier de reddingsmedaille uit te reiken, want enkele dagen geleden werd de strijd over het verleenen van eereteekenen zóó beslist, dat bij een redding in kanalen het Ministerie van Arbeid, in rivieren het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en in riviermondingen het Ministerie van Marine de medailles zou uitreiken. Waaruit men ziet, dat regeeren nog niet zoo heel gemakkelijk kan zijn. Het was wel eens interessant, om dit ge val nog verder na te pluizen, om te weten te komen of b.v. het Ministerie van Oorlog bevoegd is om medailles te verleenen voor redding bij brandgevaar. Heeft de redding gelijkvloers plaats, dan moet het Ministerie van Binnenlandsche Zaken zich niet laten verdringen. Hoe is het echter met de eerste verdieping en dan met de zolderkamertjes. Komt daar het ministerie van Luchtvaart niet bij te pas? Hoe men bespionneerd wordt Iemand, die geruimen tijd in Rusland vertoefd heeft, heeft daar onaangename ervaringen opgedaan in een hotel. Voor den gast, die in het „Savoy" te Moskou woont, schrijft hij o.m., is het hotel zuiver een glazen kooi. De tijd waarop hij het huis verlaat, wanneer hij terugkomt, wanneer en welke bezoekers hij ontvangt, hoe lang het bezoek bij hem is gebleven, dat alles wordt nauwkeurig genoteerd. De bespieding gebeurt dikwijls op zulk een on gepaste manier, dat ze pijnlijk aandoet. Men komt bijv. 's avonds laat thuis, klimt moe de trap op, omdat de lift niet meer werkt, gaat slaperig door de halfdonkere gang naar zijn kamer en plotseling beweegt zich achter een paar pilaren de slecht ver stopte kapper in witte werkjas. Onwille keurig verschrikt men, want op dit uur verwacht men geen witgekleeden kapper; de goede man wilde slechts weten, of de laat terugkeerende hotelgast werkelijk zijn eigen kamer binnengaat of die van een ander en zoo ja, welke. Dat de telefoongesprekken alle afgeluis terd worden, staat vast. Men hoort dikwijls heel duidelijk, hoe de medeluisteraar zich inschakelt. Het is derhalve vanzelfsprekend, dat iemand, die uit een Savoy-kamer de stad opbelt, zijn telefonisch onderhoud be gint met de woorden: „Hallo, ik spreek vanuit het Savoy-hotel". De aangesprokene weet er dan alles van, hij weet, dat het gesprek wordt afgeluisterd en houdt er rekening mee. De schrijver heeft het voorts beleefd, dat men zijn kleerkoffer met geweld geopend heeft tijdens zijn afwezigheid en merkt dan op: Wie zoo iets ondervonden heeft, houdt er rekening mee. Men vermijdt zoo veel mogelijk notitieboekjes en kalenders te ge bruiken, maar vooral adressen en telefoon nummers op te schrijven. Het geheugen went zich allengs uitstekend aan de meest nauwgezette inprenting van adressen en telefoonnummers. Dit laatste gebeurt om de zeer begrijpelijke reden, dat derden niet mede in de zaak betrokken zouden worden, wanneer men toevallig in ongewenschte nauwere relatie met de Gepeoe zou komen. Tijdens mijn verblijf te Moskou werd mij in vertrouwen meegedeeld, dat in vele ka mers van het Savoy-hotel, vooral in de ventilatoren of achter de kasten verborgen microfoons of toestellen om af te luisteren zijn aangebracht, welke het mogelijk maken elk in de betreffende kamer gevoerd ge sprek af te luisteren. Onder deze omstandigheden zal het geen verwondering wekken, dat men in het hotel slechts zelden bezoek ontvangt, maar liever, als men iemand onopgemerkt treffen wil, bij kennissen of op een neutrale plaats af spreekt. Opgegeven door v. d. Graaf en Co. N.V. (Afd. Handelsinformaties) Uitgesproken: 30 Maart: H. D. Cijfer, koopman, hande lende onder den naam I. D. I., Den Haag, Laakkade 80. R.c. Mr. A. B. Bommezijn. Cur. Mr S. L. F. de Hartogh, Den Haag. 30 Maart: P. Hagendijk, voerman, Den Haag, Lulofdwarsstraat 45. R.c. Mr, G. Schol ten. Cur. Mr. D. W. J. Kievits, Den Haag. 30 Maart: L. C. Delle, koopman, Den Haag, Schimmelweg 351. R.c. Mr. Jhr, Th. W. Cal- koen. Cur. Mr. F. J. Zijl, Den Haag. 30 Maart: D van Zaanen, winkelier in schoenen, Scheveningen, Tesselschestraat 35. R.c. Mr.. F. J. A. Hyink. Cur. Mr. H. N. J. C. van Meerten, Den Haag. 30 Maart. Mej. W. Chr. Zwolsman, Den Haag, Paul Krugerlaan 73. R.c. Jhr. Mr. H. O Feith. Cur. Mr.. J. de Jongh, Den Haag. 30 Maart J. F. L. Stroebei, koopman, Den Haag, Galvanistraat 77. R.c. Mr. H. W. E. Klomp. Cur. Mr. J. O. de Kat, Den Haag. 30 Maart. De handelsvennootschap onder de firma F. Vorst Jr., Den Haag, Emma- straat 25a en de leden F. W. A. Vorst Jr., koopman Den Haag, Theresiastraat 367, J. G Prins, koopman, Den Haag, Heerengracht 46. R.c. Mr. H. van Wageningen. Cur. Mr. L Westerouen van Meeteren, Den Haag. 30 Maart. A. Voorhoeve, Narcislaan 41, Wassenaar. R.c. Mr. J. C. v. d. Burcht van Lichtenbergh. Cur. Mr. J. Weyl, Den Haag. 80 Maart. H. F. C. Riechten, Den Haag, Noordeinde 53. R.c. Mr. G. H. B. van den Boom. Cur. Mr. B. A. Droogleever Fortuyn, Den Haag. 30 Maart. L. Pimentel, koopman in manu facturen. Amsterdam, Dan. Theronstraat 91. R.C. Mr. Th. L. van Berckel. Cur. Mr. H. G. Stibbe, Amsterdam, Rokin 92. K. Scholten, postbesteller, Amsterdam, Egelantierstraat 11 hs. R.c, Mr. Th. L. van Berckel. Cur. Mej. Mr. N. S. C. Tendeloo, Amsterdam, Heerengracht 453, N. V. Bouw- en Administratie-Mij. „Fa- tanisa", Hilversum, Coehoornstraat 2. R.c, Mr. Th. L. van Berckel. Cur. Mej. Mr. N. S. C. Tendeloo, Amsterdam, Heerengracht 453. L. van Rossum, Amsterdams, Andreas Schelfhoutstraat 9. R.c Mr. Th. L. v. Ber ckel. Cur. Mr. A. J. W. v. Roijen, Amster dam, Nic. Witsenstraat 19. G. J. L. van Tubergen, timmerman. Am sterdam, Elandsgracht 47. Rc. Mr. Th. L. v. Berckel. Cur. Mr. A. J. W. v. Roijen, Am sterdam Nic. Witsenstraat 19. P. Dekker Pz., landbouwer, Axel Coegors- polder. R.c. Mr, Th. Portheine. Cur. Mr. H. v. d. Beke Callenfels, Middelburg. Opgeheven wegens gebrek aan actief: 30 Maart. N.V. Nederlandsche Cultuur en Handel Mij., Amsterdam.; J. Keukelaar Sr* Breskens. 31 Maart J. Verdel, Leimuiden. 265. Wim, die den hengel genomen had, Ging 't op zijn beurt probeeren. „Och," zei hij, „al vang ik ook niets, Zoo kan ik toch wat leeren." De jongen, die voortdurend lceek naar den man, Op zijn tabouretje gedoken, Zag niet, dat de hand der gerechtigheid Naar hem werd uitgestoken. 266. Een gil, een kreet en Pim begreep gauw, Iets moest aan den motor falen; En eensklaps voelde hij tot zijn schrik, Zij begonnen snel te dalen. Door schrik bevangen, zagen zij nu, Zij naderden snel de golven. „Nu word ik toch," riep Pim angstig uit, „Opnieuw in de zee bedolven."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10