cT^innenlandsch Nieuws Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN Paaschcongres der S. D. A. P. LUCHTVAART De eerste les Optreden der oppositie oirvereenig- *>aar geacht met het lidmaaschap der partijen Glen Kidston heeft het record verbeterd GEMENGD NIEUWS Auto te water 70 rendieren door exprestrein overreden Ernstige aanrijding Ontploffing te Rotterdam Verdronken De overweg te Blerik Als kinderen met lucifers spelen Kleine aardbeving te Heerlen geregistreerd Ernstige aanrijding De strijd tegen de tollen Post w issel vervalscher gearresteerd Auto te water Twee beruchte inbrekers gepakt Inbraak In een stadhuis Ernstig auto—ongeluk bij Heelsum Autobotsing Motorfiets geslipt Autobus omgeslagen y Het standpunt in zake ontwapening Tijdens de Paaschdagen is te Arnhem in het gebouw „Musis Sacrum" aangevangen het Paaschcongres van de S. D. A. P. Openingsrede. In de rede waarmee de partijvoorzitter, de heer J. Oudegeest, het congres opende, wer den allereerst de verliezen herdacht, die de soc. arbeidersbeweging leed door den dood van Hermann Muller, mr. P. J. Troelstra en mevr. Lucie van Kuykhoff. Uitvoerig besprak de heer Oudegeest de positie van de Arbeiderspers, die een zeer gunstig beeid toont. Het optreden van den linkervleugel. De voorzitter lichtte daarop een motie toe van het Partijbestuur in zake het optreden van den linkervleugel, gegroepeerd, om het links-socialistische weekblad „De Socialist" In de resolutie wordt voorgesteld, dat de linkervleugel is opgetreden als een organi- seeende politieke groep in de S. D. A. P., welk optreden onvereenigbaar is met het lidmaatschap der partij. Van de ondertee kenaren wordt de openlijke verklaring ge- eischt, dat zij zich uit de gevormde com binatie terug t-ekken, terwijl in de resolutie wordt voorgesteld, dat de groep van ,De Socialist" optreedt op een wijze, die in strijd is met de resolutie van Nijmegen 1922. Nadat de heer Oudegeest deze motie uit voerig had toegelicht, werd ze bestreden door den heer P. J. Schmidt, lid van het partijbestuur en redacteur van de „Socia list". Spr. vroeg waarom, indien zijn hande lingen onjuist mochten zijn geweest, men hem niet ais lid van het partijbestuur tot de errde heeft geroepen. Men heeft gewacht tot het allerlaatste oogenblik met de zaak aan de orde 'te stellen, omdat men het congres er mede wilde overrompelen. Daarom con stateerde spr. dat het congres over deze din gen geen beslissing kan nemen, omdat men niet op de hoogte is. Ook om een andere reden vraast spr. het congres geen beslis sing te nemen, n.l. omdat men wel zegt, de vrije meeningsuiting te willen handhaven, maar bij spr. is er wantrouwen, dat men die vrije meeningsuiting langs den omweg van deze organisatorische kwestie toch wil aan tasten. Nadat het congres was geschorst en des avonds heropend, werd mededeeling gedaan van een voorstel van orde, ingediend door een groot aantal afdeelingen. om de kwestie van den linkervleugel en van „De Socialist" te brengen op den beschrijvingsbrief van het congres van 1932. Enkele andere afdeelingen stelden voor om de kwestie af te handelen. De heer A1 bar da pleitte voor voortzetting van het debat en het geschil niet hangende te c'oen blijven. Fimmen, aldus spr.. speelt achter de schermen de leidende rol. Laat hy nu verantwoording doen. De motie om de kwestiete verschuiven naar het congres van 1932 wordt verworpen. De heen Fimmen verklaarde gaarne te verantwoorden, wat hij aan den linkervleu gel doet én zeide. dat hij zich niet het recht laat ontnemen, om met buiténiandsche par- tijgenooten te snreken. Sp-, vroeg wat de ontstemming betsekende. Alles wat in het p-c-rram staat is wat de links-socialisten zelf hebben verkondigd. Dat c\j bezig waren een nieuwe internationale te maken, is on waar. want zij wi'Ien in en door de S. A. I. het socialisme oobouwen. Her. partijbestuur verdient een motie van afkeuring, omdat het toelaat dat zij een iaar lang de party zou den ondermijnen. Wij heoben ons, aldus spr., niets te verwijten tegenover de party en S. A. I. en wy ontkennen, dat wij gehande'd zouden hebben tegen de resolutie van Nij megen De heer Albarda constateerde, dat aan geen enkele richting, ook niet aan den lin kervleugel. iets in den weg wordt gelegd. ,De Socialist' mag dankbaar zyn voor de groots toegestane vrijheid. In wezen is de linkervleugel een georganiseerde groep, tech nisch niet. Eer. groep met week-ends, confe renties, een blad en clubs. Er wordt stelsel matige en opzettelijk geforceerde critiek op de partii gevoerd, hier en in het buitenland, er wordt oppositie gevoerd om de oppositie. Er is geen partii aangesloten bij de S. A. I. zeide spr. tot Fimmen, die het u naar den zin kan maken. Als de Engelschen in de moeilijkste omstandigheden regeeren, ver volgt gij hen met onbillijke critiek, evenals de part jgenooten in Oostenrijk, die een wa ren heldenstrijd voeren tegen het fascisme. Van de geheele actie is Fimmen een van de vade s, aldus de heer Albarda. Hij is de auctor intellectualis. Een jaar geleden heeft Fimmen een reJe gehouden te Oslo, waarin hij de Europeesche sociaal-democraten heeft af^etui^d. Snr. geeft die rede weer. De heer De Zeeuw, Rotterdam, qualifi- ceert de mededeeling van den heer Albarda als een ontmaskering van Fimmen. De heer Fimmen komt daarna weer aan het woord. Hij vangt aan: „Partiigenooten" (Geroep: „Zeg maar: congres"). Neen, partiigenooten. Spr. heeft in Oslo precies hetzelfde gezegd, wat hij sinds jaren in het algemeen heeft beweerd. Spr. heeft niet de bedoeling naast de bestaande internationale een nieuwe internationale op te richten: hij heeft de hoop, dat in eigen organisatie het mogeluk zal zyn het oude socialisme weer te herstellen. De heer Oudegeest ontkent nadrukkelijk, dat h°c partijbestuur het congres met deze kwestie overrompeld heeft. In de resolutie stelt het partijbestuur geen enkelen maat regel voor tegen „De Socialist" of tegen be paalde personen. Het gaat alleen tegen het optreden als groep. Is daarva. geen sprake, dan kunnen nok de links-socialisten voor deze resolutie stemmen. Daarna wordt afdeelingsgewijze tot stem ming overgegaan. Vóór de resolutie worden uitgebracht 838 stemmen, tegen 493, blanco 204. De: resolutie van het party bestuur 19 aldus aangenomen. Het ontwapeningsdebat Behandeld wordt vervolgens het militaire vraagstuk met de resolutie van het party - bestuur. Spr. verwijst naar zyn redevoering, in October en November in de Tweede Kamer gehouden en zogt, toen, in overeenstemming met de congre,besluiten van 1928 verklaard te hebben, dat de S. D. A. P. geen goed keuring zou fteenten aan een mobilisatie, welke landsverdediging beoogde, dat dus niet was te rekenen op de S. D. A. P. aan na tionale landsverdediging. Naar sprekers mee ning is, in sommige gevallen het nemen van bepaalde militaire maatregelen en het af kondigen b.v. van een beperkte mobilisatie niet steeds funest, maar mogeiyk nuttig. In geval van ooriog tusschen naburige landen, moeten oorlogsgevaren, welke liggen in het over-chryden door troepen van onze grenzen, in het nlct-bedwingen van smokkelhandel,, worden afgewend door partieele mobilisatie, die dan uitsluitend bedoeld is voor politie- en grensbewakingsdiensten. De periode 1914-'18 heeft de wenschelijkheid van deze diensten wel bewezen.. Zelfs moet deze wen- schelykheid, zegt spreker, verder soms als noodzakelyk worden geacht, opdat het even tueel uitmoorden van de Limburgsche en Brabantsche bevolking door doortrekkende buitenlandsche troepen, worde voorkomen. De Tweede Kamer-fractie houdt zich en block en het partybestuur met de grootste meerderheid aan de resolutie van 1928. Spreker is gemachtigd mede te deelen, dat door de soc. dem.-fractie weldra bij de Twee de Kamer voorstellen van wet zullen worden ingediend: le. tot wijziging van art. 187 der Grond wet, waardoor voor het afkondigen eener mobilisatie de goedkeuring der Staten-Gene- raai vereischt wordt; 2e. een wetsbepaling, waardoor voor de mobilisatie van byzondere vrywillige korp sen (Byz. Vrijw. Landstorm) eveneens goed keuring der Staten-Generaai noodig is; 3e. een wetsvoorstel, om andere militaire korpsen, die niet aan de militaire wetgeving onderworpen zijn, te verbieden. Voor het debat over het militaire vraag stuk gaven zich twintig sprekers op. De heer Albarda zegt dan o.a dat de voorbereiding van verzet tegen een eventu- eelen oorlog prachtig zou zijn, maar alle handelingen moeten voortkomen uit spon taan opwellend gevoel van de massa. Is dat er niet. dan wordt zelfs met de mooiste voorbereiding niets bereikt. De heer P. J. Schmidt betoogt, dat de voortdurende opdrijving van de bewapening tot oorlog leiden moet. Sprekers wantrouwen gaat niet tegen de Regeeringen, maar te gen de klasse welke zij vertegenwoordigen. Hij heeft alleen vertrouwen in één tegen kracht, n.l. de kracht van de sociaal-demo cratische arbeidersbeweging. De vlootwet van onze Regeering noemt spreker zuivere oor logspolitiek. Het is onze plicht, zegt hij, om elke mo bilisatie, met welke bedoeling zij ook wordt opgezet en afgescheiden of zy geheel of be perkt geseïjiedt, tegen te werken. Spreker stelt voor om in de resolutie op te nemen „het voorbereiden van net ver zet". De Jongeren eischen de meest extremis tische politiek tegenover het militaire vraag stuk. Na handopsteken blijkt, dat met groote meerderheid de resolutie, voorgesteld door het partybestuur, aangenomen is. In de resolutie wordt o.a. gezegd, dat het congres der S.D.A.P. van oordeel is, dat in de tegenwoordige omstandigheden meer dan ooit een krachtige actie van de internatio nale arbeidersbeweging noodig is, om ont wapening te bevorderen en oorlogsgevaar te bedwingen. Van de Nederlandsche regeering wordt zoo danige deelneming aan de Ontwapenings conferentie verlangd, dat de gevoelens van het groote volksdeel, dat ontwapening wenscht, zoo sterk mogelijk tot uitdrukking worden gebracht en dat tot de verst moge lijke beperking van de bewapeningen wordt medegewerkt. Voor Nederland wordt, afgezien van de vooruitzichten en de resultaten der interna tionale ontwapening, zelfstandige ontwape ning geëischt. Het congres blijft rekening houden met de mogelijkheid, dat onder bepaalde omstandig heden een mobilisatie van beperkten omvang, op .den voet van een veiligheidswacht, ook door de party onvermydelijk kan worden ge acht ter bescherming tegen gevaren, waar aan era oorlog buiten onze grenzen, de be volking van óns land blootstelt, of ter vol doening aan voDenbondsverplichtingen. Voorafgaande, beslissing over het mobili- seeren van troepen dient by de wetgevende macht gebracht te worden. De heer W. Drees leidt daarna een reso lutie van het partijbestuur in, betreffende de Werkloozenzorg. Te vier uur gistermiddag werd het con gres gesloten. Commander Glen Kidston. die Dinsdag j.l. uit Engeland vertrokken is. vergezeld van luitenant Cathcart Jones als tweede piloot en Johnson als radiotelegrafist, voor een vlucht naar Kaapstad, is gistermiddag te Kaapstad aangekomen. Hy heeft het record, dat op dag stond, verbeterd, doch in verband met de noodlan ding, welke eergisteren bij Lichtenberg ge maakt moest worden is hy er niet in ge slaagd het nieuwe record op zes dagen te brengen. Kidston en zijn metgezellen werden bij hun aankomst te Kaapstad op buitengewoon har telijke wyze verwelkomd. De vlucht duurde zes dagen en tien uur. De inzittenden ongedeerd Zaterdagmiddag, omstreeks vyf uur, reed te Utrecht een personenauto waarin een suikerfabrikant en twee zyner bedienden zaten, in den Leidschen Ryn. De inzittenden wisten zich door het inslaan van een ruit te bevrijden, waarbij zy werden geholpen door den heer Van Kleef, lid van de Utrechtsche reddingsbrigade, die zich aanstonds te water had begeven. Op den drukken verkeersweg trok het ongeval veel belangstelling. De politie moest het verkeer omleiden. De fabrikant werd met een particulieren auto naar zijn woning in Utrecht vervoerd, ter- wyi de G.G.D. de beide andere inzittenden thuis bracht. De Lapland-expres is in Noord-Zweden op een kudde rendieren ingereden. Niet min der dan 70 rendieren werden overreden en gedood. Gistermiddag heeft op den straatweg te Nieuwersluis een ernstig ongeluk plaats ge had. Enkele fietsers, komende uit de richting Amsterdam, werden tegemoet gereden door een auto. komende uit de richtrng Utrecht, bestuurd door den heer M. Mej. 8., behoo- rende tot het groepje fietsers, geraakte op ttn gegev-M oogenblik haar st'.ur kwijt en reed tegen den auto op. Nadat de heer M. den geneeskundigen cienst gererequireerd had, werd zy naar cie Klinieken te Utrecht vervoerd. Haar toe stand is ernstig. Een arbeider ernstig, drie licht gewond Zaterdagochtend waren te Rotterdam vier arbeiders bezig de defecte olietank aan boord van het voor het terrein van de N.V. Neder landsche Machinefabriek „De Maasstad" aan de Zalmhaven liggende motorschip „Maasstad III" te repareeren. Naar alle waarschijnlijkheid is de tank niet gasvry geweest, want omstreeks half twaalf ont plofte de tank. Door de vlammen, die er uit sloegen, zyn de 48-jarige C. Helders, de 28- jarige J. Snoodyk, de 33-jarige H. Franken en de 50-jarige C. Hunters gewond geraakt. De arbeiders zyn onmiddellyk naar het Ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd, waar Helders, die ernstige brandwonden aan armen en beenen had bekomen, moest worden opgenomen. De drie andere mannen liepen slechts geringe brandwonden op, zoo dat zy naar huis konden gaan. gereden. De boomen waren Bome een daar wandelende dame aan. Door brug te Blerik door den overwegwachter juist voor een aankomenden trein neergelaten. Het verder doorrij dfen werd belet door den tegen de cabine gevallen boom. De motor was zwaar gehavend. De chauffeur bekwam geen let sel. Hij had, naar hij verklaarde, het ge sloten zijn der boomen niet bemerkt, daar hij er over heen zag. De 75-jarige N. Voogd is te Schiedam, door de duisternis misleid, in de Maas ge- loopen haald. en verdronken. Zijn lyk is opge- Byna weer een ongeluk Zaterdagmiddag is een Belgische vracht auto in flinke vaart door een der, afsluit- boomen van den spooroverweg by de Maas- Boerderij afgebrand Te Zevenhuizen (Gr.) brandde het boer derijtje „Oud-Bremen", bewoond door den heer H. Drent geheel af. De oorzaak van dezen brand ligt in het spelen met vuur der kinderen. De inboedel ging niet verloren. Het boerderijtje was op beurspolis verze kerd. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag te omstreeks twaalf uur is door de seismograaf van het Geologisch Bureau te Heerlen een kleine aardbeving geregistreerd, die moge- lyk van localen aard is of in de naaste om geving heeft plaats gevonden. Twee ernstig gewonden Zaterdagavond reed de heer Tukker uit Vriezeveen, per auto op den weg Hengelo— „Ik verlang natuurlijk niet, dat u van myn zoon een Beethoven zal maken," zei de heer Kelders, op een toon van vriendelijke in schikkelijkheid, „ofschoon het kereltje een buitengewonen muzikalen aanleg heeft, maar ik zou graag zien, dat hij keurig leerd? pianospelen; u moet hem zoover zien te brengen, dat de menschen op straat hem elkaar met den vinger aanwyzen en ik eens trotsch op myn Kareltje kan zijn." Ik gaf den heer Kelders de plechtige ver zekering, dat het aan mij niet zou liggen, als zyn zoontje geen eerste virtuoos werd. Denk eens aan, Kareltje was myn eerste leerling! Op slag van negenen toog ik den volgen den dag met myn beste plunje aan, naar de woning der familie Kelders, in wier schoot het jongske opwies, welks muzikale opvoeding mij was toevertrouwd. De vrouw des huizes deed my de deur open, beantwoordde minzaam lachend mijn? strykages en leidde my vervolgens naar de voorkamer, waarin een splinternieuwe piano stond. Een kleine, buitengewoon leeiyke ben gel, wiens ooren buitengewoon ver van z'n hoofd stonden, zat reeds op het pianostoel tje en keek me zonder groeten, staroogend aan. Ik moet zeggen, dat de jongen my niet meeviel, ofschoon z'n moeder in de stelligste bewoordingen verzekerde, dat Kareltje een hoogst „interessant" kind, ja, haast een wonderkind was. Ik had verwacht, dat ik met mijn nieuwen leerling alleen zou gelaten worden, maar deze verwachting verdween in rook. Niet alleen nam mevrouw Kelders op een stoei in de nabyheid der piano plaats, maar wel dra werd ook de dubbele deur, die naar de „Suite" leidde geopend en vertoonde zich jp den drempel een geheel kransje van jonge en oudere dames, die zich aanvankeiyk wel bescheiden op den achtergrond hielden, maar langzamerhand op onrustbarende wijze nader drongen. Dit strekte natuurlijk niet om mij weer op m'n gemak te brengen. Ik werd er integendeel zenuwachtig van. Bevend ving ik m'n eerste les aan. Ik sprak van het onderscheid tusschen de witte en zwarte toetsen, van het muzikale alfa bet, van de lijnen van den notenbalk, wend de mij daarna met een innemend lachje tot mijn leerling, die mij al dien tyd met open mond en groote oogen had aangestaard en vroeg op den vriendeiyksten toon: „Kan je me nu zeggen, Kareltje, hoe de noot heet, die op de eerste lijn staat?" Geen antwoord. Ik voelde, hoe het bloed my langzaam naar de wangen steeg en her haalde, in de stille hoop, dat de jongen mij niet verstaan had, langzaam en duideiyk mijn vraag. Weer geen antwoord. Verlegen zag ik naar het vrouwelyk auditorium om, dat mij van alls kanten in gespannen verwachting om gaf, maar het scheen, dat op dezen kring Kareltje's zwijgen lang dien indruk niet maakte als op my. Overtuigd, dat ik aanvankeiyk het be gripsvermogen van den stumper te hoog had aangeslagen, bepaalde ik er mij ditmaal toe, hem na een kleine voorafgaande toelichting, het muzikale alfabet een keer of zes voor te zeggen. Op beleefd verzoekenden toon, met een stem, die een steen had kunnen vermurwen, vroeg ik daarop: „Hoe heet nu, Kareltje, de eerste noot van het muzikale alfabet?" Geen antwoord. Ik dreigde te stikken, maar herhaalde toch de vraag om niets te vernemen dan het vervelend getik der pen dule op den schoorsteenmantel. Het klamme zweet brak me uit en onrustig begon ik op myn stoel heen en weer te draaien. De jongen was een idioot. Deze gedachte was echter niet geschikt om m'n opgewon denheid te doen bedaren. Een schuwe bliz echter, dien ik op de zwygende getuigen van mijn fiasco wierp, bracht my weer eenigszlns tot my zeiven. Allen waren zoo kalm on bedaard, alsof er niets gebeurd was. Thans pakte ik de onbeholpen vingers van den jongen vast en beproefde die op de toetsen van C tot G te drukken, om ie aldus een der gebruikelijke vingeroefeningen voor eerstbeginnenden te doen uitvoeren. Maar de roode, plompe vingers schenen aan elkaar te kleven en begonnen eerst na heel wat inspanning myner leidende hand een beetje beweeglyk te worden. Nu had ik ten minste de geringe voldoening, door mijn heftige handbewegingen een huilerigen trek op het wezenlooze gezicht van mijn leerling te roepen, welke van dat oogenblik af niet meer van zijn gelaat week. Ondanks al m'n pogingen, konden de leelijke vingers van Kareltje niet meer dan drie tonen van het octaaf omvatten en toen nu, ten gevolge van myn drukken en wringen de drie tonen te gelijk aansloegen, zag ik, hoe een gelukkig lachje de vriendelyke trekken der aanwezi ge dames verhelderde. De dissonant was immers het eerste teeken van leven, dat Kareltje in al dien tyd gegeven had! Me vrouw Kelders verbrak het stilzwygen ea vroeg my met stralende oogen: „Vindt u' niet dat Kareltje vlug van be grip is?" „O mevrouw," antwoordde ik met wanho pige ironie, „ik heb nog geen vlugger leer ling gehad." En dat was waar, want Ka reltje was myn eerste leerling. Werktuigelijk probeerde ik nog de vingers van Karei te fatsoeneeren; daar het my echter, ondanks de uiterste inspanning, niet gelukte ze iets anders dan akelige wan klanken op de piano te doen voortbrengen, begon ik voor de derde maal mijn verkla ringen. Ditmaal besloot ik het van den grond af op te halen en in plaats van mot het muzikale alfabet, met het gewone A. B. C. te beginnen. ,,Het gewone A. B. C. zal je toch wel kun nen opzeggen, Kareltje?" vroeg ik. Maar de jongen scheen ditmaal meer lust in practyk dan in de theorie der muziek ce hebben; want hy ging, alsof hij mijn vraag volstrekt niet gehoord had, bedaard voort met de toetsen C. D. en E. aan te slaan. Nu raakte myn geduld ten einde en driftig snauwde ik den jongen toe: „Je zal me het A. B. C. opzeggen, versta je?" Kareltje zag mij aan met het domste en onnoozelste gezicht, dat ik ooit in myn leven gezien heb, terwijl de huilerige trek hoe lan ger hoe meer geprononceerd werd. Ik dacht, dat Ik uit m'n vel zou springen van kwaad heid en nijdig duwde ik den lummel toe: „Wil je me wel eens heel gauw zeggen, welke de eerste letter van het A. B. C. is, aap van een jongen, of ik zal je het A. B. C. eens leeren!" Mijn uitbarsting van drift had drie gevol gen. Vooreerst gevoelde ik een weldadige verlichting en een verheffing van m'n zelf- bewustzyn, zooals iemand na een moedige daad gevoelen kan. Ten tweede vielen die, woorden als bommen op het ademloos toe luisterend auditorium en bracht daar een ontzettende paniek te weeg. Ten derde gin gen eindelijk de smalle, bloedlooze lippen van den doodelijk verschrikten jongen open, en een huilend geluid, dat in de verte eeni- germate op den klank A. geleek, bereikte mijn zenuwachtig overprikkeld oor. Wederom riep ik met forsche stem: ,,En nu zal je me de eerste noot van het muzikale alfabet noemen!" Opnieuw weken Kareltjes lippen van "1- kander en vernam ik hetzelfde geluid, dat den klank A. moest verbeelden. Thans was mijn geduld uitgeput. Alles draaide my voor de oogen, terwyl m'n vin gers me onrustbarend begonnen te Jeuken. Ik voelde, dat ik iets moest aanpakken, wil de ik niet stikken van woede en eer ik net zelf wist, had ik een der wyd uitstaande ooren van den jongen vastgegrepen en hem een paar seconden zoo geweldig door elkaar geschud, dat hy schreeuwde alsof hij ver moord werd. Rondom my brak nu een vreeselijke storm los. Aan furiën gelijk vielen de dames van alle kanten op mij, ongelukkige aan, die het gewaagd had, de schendige handen aan den trots en het heiligdom der familie Kelders te slaan. Ik sprong op, wierp een paar stoe len omver en was in een oogwenk de kamer uit, door de heele woedende schaar gevolgd, en God dankend, dat het my gelukte heel huids op straat te komen. de aanryding verloor de automobilist het stuur. De wagen sloeg over den kop en kwam tegen een boom terecht. Zoowel de heer Tukker als de dame werden levensge vaarlijk gewond: met een herschenschud- ding werden zy naar het R. K. Ziekenhuis te Hengelo overgebracht. Een tweede inzit tende werd licht verwond. U trechtV reeswyk Zaterdagmiddag zyn voor de tweede maal de twee tollen op den weg UtrechtVrees- wyk bestormd. Zoowel de prot?steerende automobilist als het overige publiek maak ten het de politie erg lastig. In tegenstelling met den eersten keer be val de politie thans den automobilist door te ryden, ook als zy niet betaalden. Drie be stuurders, die niet aan het bevel voldeden werden gearresteerd. De grootste drukte heerschte in het dorp Jutphaas. Tengevolge van de door de politie gevoerde tactiek kwamen opstoppingen echter zoo goed als niet voor zoodat de aar digheid er spoedig af was. Gebruik gemaakt van jonge helpers Sinds eenigen tyd werden te Amsterdam herhaaldeiyk postwissels ter inning aange boden, welke later bleken vervalscht te zyn. De bedragen waren alle beneden de tien gulden. De politie van het bureau Overtoom kreeg Zaterdagmiddag bericht, dat aan het wijkkantoor van de posterijen aan de Bor- gerstraat wederom een vervalschte postwis sel werd aangeboden. Er ging een recher cheur op af en deze hield een jongen aan, die den postwissel had aangeboden. Deze jongen ontkende aanvankeiyk, doch later gaf hy toe, dat hy den wissel op verzoek van een man ter verzilvering had aangebo den. Deze man had door middel van een advertentie kennis gekregen aan knapen, die hy dan uitzond om de vervalschte postwissels te incasseeren. Deze had hy voor kleine be dragen aan zijn eigen adres gezonden: hy maakte het bedrag echter grooter. Ongeveer achtmalen heeft hy dat met succes ge daan. De jongen wees den man aan de politie aan en zoo kon de vermoedelyke dader ge arresteerd worden. Het blykt, dat hy vroe ger in dienst van de posterijen is geweest. De man heeft vroeger meer van dergeiyke zaken op zyn kerfstok gehad. Hy is thans in het hoofdbureau van politie in arrest ge steld. Hij wordt ter beschikking van de ju stitie gesteld. Een der inzittenden om het leven gekomen Aan de Weesperzyde, ter hoogte van de Overamstelstraat te Amsterdam, is Zater dag een auto te water geraakt. De wagen, een gesloten personenauto, kwam aanryden langs de Weesperzyde in de richting Schollenbrug. Aan het stuur zat de eigenaar, de 36-jarige heer D. Knol, fa brikant te Utrecht. Diens schoonvader, de 71-jarige heer A. Adema uit Groningen, be vond zich achter in den wagen. By het uitwyken voor een tegemoet ko menden auto slipte de wagen van den heer Knol naar rechts. Door het stuur om te gooien wist de bestuurder het voertuig op den weg te houden; maar de wagen slipte ten tweeden male, maakte een heftige slin gerbeweging naar den wallekant en viel in het water, waar hy geheel onder de opper vlakte verdween. Terstond na het ongeval waren aanwezig de agent Waldhuis van het posthuis Mar- cusstraat, een bekend zwemmer, en de brandweerman Verheyen. Beide mannen be gaven zich oogenblikkeiyk te water, zy do ken naar den auto en slaagden erin, het voor-portier te openen en den heer Knol uit zijn netelige positie te bevrijden, die geen letsel had opgeloopen en aan het krachtdadig optreden van politieman en brandwacht zyn behoud heeft te danken. Wederom dook de agent Waldhuis; een ruit van den wagen werd ingetrapt, en niet zonder moeite gelukte het, ook den heer Adema op het droge te brengen. De levensgeesten van den grysaard bleken toen reeds te zyn geweken. Te Maastricht f 1400 gestolen. Te Maastricht is ingebroken in het stadhuis. De dief, die zich waarschynlyk heeft laten insluiten, heeft op de afd. be lastingen uit een geldkistje ongeveer f 1400 ontvreemd, gedeelteiyk bestemd tot toeslag by de huur voor de werkioozen. Goede vangst der Haagsche politie In verband met de in den laatsten tijd in de omgeving van de Laan van Meerder- voort te Den Haag gepleegde diefstallen door middel van braak en opensluiting zijn aangehouden de by de politie bekende 20- jarige stoffeerder A. W. H. en de 19-jarige machinebankwerker W. C. J. v. W. Bij de arrestatie van v. W. werden een schroeven draaier, een looper en een electrische zak lantaarn gevonden en bij een huiszoeking achter een met punaises aan den muur bevestigde plaat een enveloppe inhoudende effecten ter waarde van 1700, welke op 19 Maart gestolen zyn uit een perceel aan de Snelliusstraat 4, door middel van openslui ting. De aanwijzingen tegen de beide ge arresteerden zijn van dien aard, dat het vermoeden gewettigd is, dat hier twee reeds geroutineerde en beruchte inbrekers in han den van de politie zyn gevallen, al ontken nen beiden ook aan eenige inbraak schul dig te zyn. Zij zyn ingesloten in het huis van bewaring. Verder wordt omtrent de aanhouding van den 27-jarigen H. G. P. ter zake insluiping in een woning aan de Ampèrestraat gemeld, dat, toen mevrouw M. T. Woensdagavond omstreeks 11 uur haar woning wilde bin nengaan, de deur aan de binnenzyde met de knip was gesloten. Even daarna kwam een man naar buiten, die zich snel verwy- derde. By onderzoek bleek, dat de munt meter was verbroken. Het gelukte de poli tie spoedig den .verdachte aan te houden, die door mevrouw M. T. werd herkend. P. moet verschillende opensluitingen op zyn geweten hebben. Hy wist echter steeds aan een arrestatie te ontkomen door zich uit te geven voor beambte van een nachtveilig heidsdienst. Hy is voor den Officier van Justitie geleid. Twee gewonden Gisteravond te ongeveer 8 uur had een ernstig auto-ongeluk plaats by de Veen- tjesbrug te Heelsum. Een auto, be stuurd door J. C. v. S. uit Leersum, is tegen een boom gereden en totaal vernield. De bestuurder en een mede-inzittende, do heer H. v. D. uit Veenendaal, werden ern stig gewond en bekwamen ieder een zware hersenschudding. Per Roode Kruis-auto werden zij naar het Diaconessenhuis te Arnhem overgebracht, waai? zy ter verple ging werden opgenomen. Een doode, twee gewonden By de brug over de Kamemelksloot in den ryksweg by Naarden zyn twee auto's tegen elkander gebotst tengevolge van het slippen van een der beide wagens, die uit de richting Amsterdam kwam. Beide wagens werden sterk gehavend. Twee lichtgewonden werden door een passeerenden auto naar Bussum overgebracht. Een passagier in den auto, die uit de richting Naarden kwam, de 50-jarige heer Janus uit Amsterdam, werd zwaar gewond. Hy werd met de inmiddels gerequireerde ziekenauto van de Majella- stichting te Bussum vervoerd, maar over leed tydens het vervoer aan de bekomen schedelfractuur. De rijder ernstig gewond Een technisch student uit Delft, die op zijn motorfiets op weg was van Delft naar Urecht, Is te Nieuwersluis geslipt. In zorg- wekkenden toestand is hy naar het zieken huis te Utrecht vervoerd. Een dame gewond Te Wageningen op het kruispunt Grint wegHarnjesweg gebeurde een aanryding tusschen de autobus van den heer R. van de Weerd uit Bennekom, gaande naar Wageningen en een vrachtauto van de firma De Gruyter uit Arnhem, die den Harnjes weg afkwam. De autobus viel door den schok geheel om. Van de drie passagiers twee dames en een heer, kreeg een der dames, mej. G. A. L. Leyeweert uit Rotterdam, een wonde aan haar been. zy werd per bran card naar „Ziekenzorg" gebracht en daar verbonden. De overige personen bleven zoo goed als ongedeerd. De materieele schade is aanzieniyk. Het uitzicht ter plaatse is zeer slecht. 271. Wim, die den handschoen in zijn zak had gedaan, Had daarin een flink stuk touw gevonden. „O," dacht hij, „dat komt me heusch goed te pas, Daarmee wordt de agent gebonden." Hy maakte een lus van het stevige touw, Om den agent daarmee te vangen. En hij zocht ook een spyker in den wand, Om daarover 't touwtje te hangen. 272. „Ga zitten op myn rug," sprak de piloot, „Je behoeft niet angstig te kyken, Ik ga eens zien, of ik ai zwemmende Dat gindsche land kan bereiken. Ziet ge, de machine houdt ons niet lang, Die kan ons niet lang meer dragen, Daarom is het beter, jonglief, Dat wy nog een kansje wagen." X

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10