cT^innenlandsch Nieuws
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
Paaschcongres der
S. D. A. P.
LUCHTVAART
De eerste les
Optreden der oppositie oirvereenig-
*>aar geacht met het lidmaaschap
der partijen
Glen Kidston heeft het record
verbeterd
GEMENGD NIEUWS
Auto te water
70 rendieren door exprestrein
overreden
Ernstige aanrijding
Ontploffing te Rotterdam
Verdronken
De overweg te Blerik
Als kinderen met lucifers spelen
Kleine aardbeving te Heerlen
geregistreerd
Ernstige aanrijding
De strijd tegen de tollen
Post w issel vervalscher gearresteerd
Auto te water
Twee beruchte inbrekers gepakt
Inbraak In een stadhuis
Ernstig auto—ongeluk bij Heelsum
Autobotsing
Motorfiets geslipt
Autobus omgeslagen
y
Het standpunt in zake ontwapening
Tijdens de Paaschdagen is te Arnhem in
het gebouw „Musis Sacrum" aangevangen
het Paaschcongres van de S. D. A. P.
Openingsrede.
In de rede waarmee de partijvoorzitter, de
heer J. Oudegeest, het congres opende, wer
den allereerst de verliezen herdacht, die de
soc. arbeidersbeweging leed door den dood
van Hermann Muller, mr. P. J. Troelstra en
mevr. Lucie van Kuykhoff.
Uitvoerig besprak de heer Oudegeest de
positie van de Arbeiderspers, die een zeer
gunstig beeid toont.
Het optreden van den linkervleugel.
De voorzitter lichtte daarop een motie toe
van het Partijbestuur in zake het optreden
van den linkervleugel, gegroepeerd, om het
links-socialistische weekblad „De Socialist"
In de resolutie wordt voorgesteld, dat de
linkervleugel is opgetreden als een organi-
seeende politieke groep in de S. D. A. P.,
welk optreden onvereenigbaar is met het
lidmaatschap der partij. Van de ondertee
kenaren wordt de openlijke verklaring ge-
eischt, dat zij zich uit de gevormde com
binatie terug t-ekken, terwijl in de resolutie
wordt voorgesteld, dat de groep van ,De
Socialist" optreedt op een wijze, die in strijd
is met de resolutie van Nijmegen 1922.
Nadat de heer Oudegeest deze motie uit
voerig had toegelicht, werd ze bestreden
door den heer P. J. Schmidt, lid van het
partijbestuur en redacteur van de „Socia
list". Spr. vroeg waarom, indien zijn hande
lingen onjuist mochten zijn geweest, men
hem niet ais lid van het partijbestuur tot de
errde heeft geroepen. Men heeft gewacht tot
het allerlaatste oogenblik met de zaak aan
de orde 'te stellen, omdat men het congres
er mede wilde overrompelen. Daarom con
stateerde spr. dat het congres over deze din
gen geen beslissing kan nemen, omdat men
niet op de hoogte is. Ook om een andere
reden vraast spr. het congres geen beslis
sing te nemen, n.l. omdat men wel zegt, de
vrije meeningsuiting te willen handhaven,
maar bij spr. is er wantrouwen, dat men die
vrije meeningsuiting langs den omweg van
deze organisatorische kwestie toch wil aan
tasten.
Nadat het congres was geschorst en des
avonds heropend, werd mededeeling gedaan
van een voorstel van orde, ingediend door
een groot aantal afdeelingen. om de kwestie
van den linkervleugel en van „De Socialist"
te brengen op den beschrijvingsbrief van het
congres van 1932. Enkele andere afdeelingen
stelden voor om de kwestie af te handelen.
De heer A1 bar da pleitte voor voortzetting
van het debat en het geschil niet hangende
te c'oen blijven. Fimmen, aldus spr.. speelt
achter de schermen de leidende rol. Laat hy
nu verantwoording doen.
De motie om de kwestiete verschuiven
naar het congres van 1932 wordt verworpen.
De heen Fimmen verklaarde gaarne te
verantwoorden, wat hij aan den linkervleu
gel doet én zeide. dat hij zich niet het recht
laat ontnemen, om met buiténiandsche par-
tijgenooten te snreken. Sp-, vroeg wat de
ontstemming betsekende. Alles wat in het
p-c-rram staat is wat de links-socialisten
zelf hebben verkondigd. Dat c\j bezig waren
een nieuwe internationale te maken, is on
waar. want zij wi'Ien in en door de S. A. I.
het socialisme oobouwen. Her. partijbestuur
verdient een motie van afkeuring, omdat het
toelaat dat zij een iaar lang de party zou
den ondermijnen. Wij heoben ons, aldus spr.,
niets te verwijten tegenover de party en
S. A. I. en wy ontkennen, dat wij gehande'd
zouden hebben tegen de resolutie van Nij
megen
De heer Albarda constateerde, dat aan
geen enkele richting, ook niet aan den lin
kervleugel. iets in den weg wordt gelegd.
,De Socialist' mag dankbaar zyn voor de
groots toegestane vrijheid. In wezen is de
linkervleugel een georganiseerde groep, tech
nisch niet. Eer. groep met week-ends, confe
renties, een blad en clubs. Er wordt stelsel
matige en opzettelijk geforceerde critiek op
de partii gevoerd, hier en in het buitenland,
er wordt oppositie gevoerd om de oppositie.
Er is geen partii aangesloten bij de S. A. I.
zeide spr. tot Fimmen, die het u naar den
zin kan maken. Als de Engelschen in de
moeilijkste omstandigheden regeeren, ver
volgt gij hen met onbillijke critiek, evenals
de part jgenooten in Oostenrijk, die een wa
ren heldenstrijd voeren tegen het fascisme.
Van de geheele actie is Fimmen een van
de vade s, aldus de heer Albarda. Hij is de
auctor intellectualis. Een jaar geleden heeft
Fimmen een reJe gehouden te Oslo, waarin
hij de Europeesche sociaal-democraten heeft
af^etui^d. Snr. geeft die rede weer.
De heer De Zeeuw, Rotterdam, qualifi-
ceert de mededeeling van den heer Albarda
als een ontmaskering van Fimmen.
De heer Fimmen komt daarna weer aan
het woord. Hij vangt aan: „Partiigenooten"
(Geroep: „Zeg maar: congres"). Neen,
partiigenooten. Spr. heeft in Oslo precies
hetzelfde gezegd, wat hij sinds jaren in het
algemeen heeft beweerd. Spr. heeft niet de
bedoeling naast de bestaande internationale
een nieuwe internationale op te richten:
hij heeft de hoop, dat in eigen organisatie
het mogeluk zal zyn het oude socialisme weer
te herstellen.
De heer Oudegeest ontkent nadrukkelijk,
dat h°c partijbestuur het congres met deze
kwestie overrompeld heeft. In de resolutie
stelt het partijbestuur geen enkelen maat
regel voor tegen „De Socialist" of tegen be
paalde personen. Het gaat alleen tegen het
optreden als groep. Is daarva. geen sprake,
dan kunnen nok de links-socialisten voor
deze resolutie stemmen.
Daarna wordt afdeelingsgewijze tot stem
ming overgegaan. Vóór de resolutie worden
uitgebracht 838 stemmen, tegen 493, blanco
204.
De: resolutie van het party bestuur 19 aldus
aangenomen.
Het ontwapeningsdebat
Behandeld wordt vervolgens het militaire
vraagstuk met de resolutie van het party -
bestuur.
Spr. verwijst naar zyn redevoering, in
October en November in de Tweede Kamer
gehouden en zogt, toen, in overeenstemming
met de congre,besluiten van 1928 verklaard
te hebben, dat de S. D. A. P. geen goed
keuring zou fteenten aan een mobilisatie,
welke landsverdediging beoogde, dat dus niet
was te rekenen op de S. D. A. P. aan na
tionale landsverdediging. Naar sprekers mee
ning is, in sommige gevallen het nemen van
bepaalde militaire maatregelen en het af
kondigen b.v. van een beperkte mobilisatie
niet steeds funest, maar mogeiyk nuttig.
In geval van ooriog tusschen naburige landen,
moeten oorlogsgevaren, welke liggen in het
over-chryden door troepen van onze grenzen,
in het nlct-bedwingen van smokkelhandel,,
worden afgewend door partieele mobilisatie,
die dan uitsluitend bedoeld is voor politie-
en grensbewakingsdiensten. De periode
1914-'18 heeft de wenschelijkheid van deze
diensten wel bewezen.. Zelfs moet deze wen-
schelykheid, zegt spreker, verder soms als
noodzakelyk worden geacht, opdat het even
tueel uitmoorden van de Limburgsche en
Brabantsche bevolking door doortrekkende
buitenlandsche troepen, worde voorkomen.
De Tweede Kamer-fractie houdt zich en
block en het partybestuur met de grootste
meerderheid aan de resolutie van 1928.
Spreker is gemachtigd mede te deelen, dat
door de soc. dem.-fractie weldra bij de Twee
de Kamer voorstellen van wet zullen worden
ingediend:
le. tot wijziging van art. 187 der Grond
wet, waardoor voor het afkondigen eener
mobilisatie de goedkeuring der Staten-Gene-
raai vereischt wordt;
2e. een wetsbepaling, waardoor voor de
mobilisatie van byzondere vrywillige korp
sen (Byz. Vrijw. Landstorm) eveneens goed
keuring der Staten-Generaai noodig is;
3e. een wetsvoorstel, om andere militaire
korpsen, die niet aan de militaire wetgeving
onderworpen zijn, te verbieden.
Voor het debat over het militaire vraag
stuk gaven zich twintig sprekers op.
De heer Albarda zegt dan o.a dat de
voorbereiding van verzet tegen een eventu-
eelen oorlog prachtig zou zijn, maar alle
handelingen moeten voortkomen uit spon
taan opwellend gevoel van de massa. Is dat
er niet. dan wordt zelfs met de mooiste
voorbereiding niets bereikt.
De heer P. J. Schmidt betoogt, dat de
voortdurende opdrijving van de bewapening
tot oorlog leiden moet. Sprekers wantrouwen
gaat niet tegen de Regeeringen, maar te
gen de klasse welke zij vertegenwoordigen.
Hij heeft alleen vertrouwen in één tegen
kracht, n.l. de kracht van de sociaal-demo
cratische arbeidersbeweging. De vlootwet van
onze Regeering noemt spreker zuivere oor
logspolitiek.
Het is onze plicht, zegt hij, om elke mo
bilisatie, met welke bedoeling zij ook wordt
opgezet en afgescheiden of zy geheel of be
perkt geseïjiedt, tegen te werken.
Spreker stelt voor om in de resolutie op
te nemen „het voorbereiden van net ver
zet". De Jongeren eischen de meest extremis
tische politiek tegenover het militaire vraag
stuk.
Na handopsteken blijkt, dat met groote
meerderheid de resolutie, voorgesteld door
het partybestuur, aangenomen is.
In de resolutie wordt o.a. gezegd, dat het
congres der S.D.A.P. van oordeel is, dat in
de tegenwoordige omstandigheden meer dan
ooit een krachtige actie van de internatio
nale arbeidersbeweging noodig is, om ont
wapening te bevorderen en oorlogsgevaar te
bedwingen.
Van de Nederlandsche regeering wordt zoo
danige deelneming aan de Ontwapenings
conferentie verlangd, dat de gevoelens van
het groote volksdeel, dat ontwapening
wenscht, zoo sterk mogelijk tot uitdrukking
worden gebracht en dat tot de verst moge
lijke beperking van de bewapeningen wordt
medegewerkt.
Voor Nederland wordt, afgezien van de
vooruitzichten en de resultaten der interna
tionale ontwapening, zelfstandige ontwape
ning geëischt.
Het congres blijft rekening houden met de
mogelijkheid, dat onder bepaalde omstandig
heden een mobilisatie van beperkten omvang,
op .den voet van een veiligheidswacht, ook
door de party onvermydelijk kan worden ge
acht ter bescherming tegen gevaren, waar
aan era oorlog buiten onze grenzen, de be
volking van óns land blootstelt, of ter vol
doening aan voDenbondsverplichtingen.
Voorafgaande, beslissing over het mobili-
seeren van troepen dient by de wetgevende
macht gebracht te worden.
De heer W. Drees leidt daarna een reso
lutie van het partijbestuur in, betreffende
de Werkloozenzorg.
Te vier uur gistermiddag werd het con
gres gesloten.
Commander Glen Kidston. die Dinsdag j.l.
uit Engeland vertrokken is. vergezeld van
luitenant Cathcart Jones als tweede piloot
en Johnson als radiotelegrafist, voor een
vlucht naar Kaapstad, is gistermiddag te
Kaapstad aangekomen.
Hy heeft het record, dat op dag stond,
verbeterd, doch in verband met de noodlan
ding, welke eergisteren bij Lichtenberg ge
maakt moest worden is hy er niet in ge
slaagd het nieuwe record op zes dagen te
brengen.
Kidston en zijn metgezellen werden bij hun
aankomst te Kaapstad op buitengewoon har
telijke wyze verwelkomd.
De vlucht duurde zes dagen en tien uur.
De inzittenden ongedeerd
Zaterdagmiddag, omstreeks vyf uur, reed
te Utrecht een personenauto waarin een
suikerfabrikant en twee zyner bedienden
zaten, in den Leidschen Ryn. De inzittenden
wisten zich door het inslaan van een ruit te
bevrijden, waarbij zy werden geholpen door
den heer Van Kleef, lid van de Utrechtsche
reddingsbrigade, die zich aanstonds te water
had begeven. Op den drukken verkeersweg
trok het ongeval veel belangstelling. De
politie moest het verkeer omleiden. De
fabrikant werd met een particulieren auto
naar zijn woning in Utrecht vervoerd, ter-
wyi de G.G.D. de beide andere inzittenden
thuis bracht.
De Lapland-expres is in Noord-Zweden
op een kudde rendieren ingereden. Niet min
der dan 70 rendieren werden overreden en
gedood.
Gistermiddag heeft op den straatweg te
Nieuwersluis een ernstig ongeluk plaats ge
had.
Enkele fietsers, komende uit de richting
Amsterdam, werden tegemoet gereden door
een auto. komende uit de richtrng Utrecht,
bestuurd door den heer M. Mej. 8., behoo-
rende tot het groepje fietsers, geraakte op
ttn gegev-M oogenblik haar st'.ur kwijt en
reed tegen den auto op.
Nadat de heer M. den geneeskundigen
cienst gererequireerd had, werd zy naar cie
Klinieken te Utrecht vervoerd. Haar toe
stand is ernstig.
Een arbeider ernstig, drie licht gewond
Zaterdagochtend waren te Rotterdam vier
arbeiders bezig de defecte olietank aan boord
van het voor het terrein van de N.V. Neder
landsche Machinefabriek „De Maasstad"
aan de Zalmhaven liggende motorschip
„Maasstad III" te repareeren. Naar alle
waarschijnlijkheid is de tank niet gasvry
geweest, want omstreeks half twaalf ont
plofte de tank. Door de vlammen, die er uit
sloegen, zyn de 48-jarige C. Helders, de 28-
jarige J. Snoodyk, de 33-jarige H. Franken
en de 50-jarige C. Hunters gewond geraakt.
De arbeiders zyn onmiddellyk naar het
Ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd,
waar Helders, die ernstige brandwonden
aan armen en beenen had bekomen, moest
worden opgenomen. De drie andere mannen
liepen slechts geringe brandwonden op, zoo
dat zy naar huis konden gaan.
gereden. De boomen waren Bome een daar wandelende dame aan. Door
brug te Blerik
door den overwegwachter juist voor een
aankomenden trein neergelaten. Het verder
doorrij dfen werd belet door den tegen de
cabine gevallen boom. De motor was zwaar
gehavend. De chauffeur bekwam geen let
sel. Hij had, naar hij verklaarde, het ge
sloten zijn der boomen niet bemerkt, daar
hij er over heen zag.
De 75-jarige N. Voogd is te Schiedam,
door de duisternis misleid, in de Maas ge-
loopen
haald.
en verdronken. Zijn lyk is opge-
Byna weer een ongeluk
Zaterdagmiddag is een Belgische vracht
auto in flinke vaart door een der, afsluit-
boomen van den spooroverweg by de Maas-
Boerderij afgebrand
Te Zevenhuizen (Gr.) brandde het boer
derijtje „Oud-Bremen", bewoond door den
heer H. Drent geheel af. De oorzaak van
dezen brand ligt in het spelen met vuur der
kinderen. De inboedel ging niet verloren.
Het boerderijtje was op beurspolis verze
kerd.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag te
omstreeks twaalf uur is door de seismograaf
van het Geologisch Bureau te Heerlen een
kleine aardbeving geregistreerd, die moge-
lyk van localen aard is of in de naaste om
geving heeft plaats gevonden.
Twee ernstig gewonden
Zaterdagavond reed de heer Tukker uit
Vriezeveen, per auto op den weg Hengelo—
„Ik verlang natuurlijk niet, dat u van myn
zoon een Beethoven zal maken," zei de heer
Kelders, op een toon van vriendelijke in
schikkelijkheid, „ofschoon het kereltje een
buitengewonen muzikalen aanleg heeft,
maar ik zou graag zien, dat hij keurig leerd?
pianospelen; u moet hem zoover zien te
brengen, dat de menschen op straat hem
elkaar met den vinger aanwyzen en ik eens
trotsch op myn Kareltje kan zijn."
Ik gaf den heer Kelders de plechtige ver
zekering, dat het aan mij niet zou liggen,
als zyn zoontje geen eerste virtuoos werd.
Denk eens aan, Kareltje was myn eerste
leerling!
Op slag van negenen toog ik den volgen
den dag met myn beste plunje aan, naar
de woning der familie Kelders, in wier
schoot het jongske opwies, welks muzikale
opvoeding mij was toevertrouwd.
De vrouw des huizes deed my de deur
open, beantwoordde minzaam lachend mijn?
strykages en leidde my vervolgens naar de
voorkamer, waarin een splinternieuwe piano
stond. Een kleine, buitengewoon leeiyke ben
gel, wiens ooren buitengewoon ver van z'n
hoofd stonden, zat reeds op het pianostoel
tje en keek me zonder groeten, staroogend
aan.
Ik moet zeggen, dat de jongen my niet
meeviel, ofschoon z'n moeder in de stelligste
bewoordingen verzekerde, dat Kareltje een
hoogst „interessant" kind, ja, haast een
wonderkind was.
Ik had verwacht, dat ik met mijn nieuwen
leerling alleen zou gelaten worden, maar
deze verwachting verdween in rook. Niet
alleen nam mevrouw Kelders op een stoei
in de nabyheid der piano plaats, maar wel
dra werd ook de dubbele deur, die naar de
„Suite" leidde geopend en vertoonde zich jp
den drempel een geheel kransje van jonge
en oudere dames, die zich aanvankeiyk wel
bescheiden op den achtergrond hielden,
maar langzamerhand op onrustbarende wijze
nader drongen. Dit strekte natuurlijk niet
om mij weer op m'n gemak te brengen. Ik
werd er integendeel zenuwachtig van.
Bevend ving ik m'n eerste les aan. Ik
sprak van het onderscheid tusschen de witte
en zwarte toetsen, van het muzikale alfa
bet, van de lijnen van den notenbalk, wend
de mij daarna met een innemend lachje tot
mijn leerling, die mij al dien tyd met open
mond en groote oogen had aangestaard en
vroeg op den vriendeiyksten toon:
„Kan je me nu zeggen, Kareltje, hoe de
noot heet, die op de eerste lijn staat?"
Geen antwoord. Ik voelde, hoe het bloed
my langzaam naar de wangen steeg en her
haalde, in de stille hoop, dat de jongen mij
niet verstaan had, langzaam en duideiyk
mijn vraag.
Weer geen antwoord. Verlegen zag ik naar
het vrouwelyk auditorium om, dat mij van
alls kanten in gespannen verwachting om
gaf, maar het scheen, dat op dezen kring
Kareltje's zwijgen lang dien indruk niet
maakte als op my.
Overtuigd, dat ik aanvankeiyk het be
gripsvermogen van den stumper te hoog had
aangeslagen, bepaalde ik er mij ditmaal toe,
hem na een kleine voorafgaande toelichting,
het muzikale alfabet een keer of zes voor
te zeggen. Op beleefd verzoekenden toon,
met een stem, die een steen had kunnen
vermurwen, vroeg ik daarop:
„Hoe heet nu, Kareltje, de eerste noot van
het muzikale alfabet?"
Geen antwoord. Ik dreigde te stikken,
maar herhaalde toch de vraag om niets te
vernemen dan het vervelend getik der pen
dule op den schoorsteenmantel. Het klamme
zweet brak me uit en onrustig begon ik op
myn stoel heen en weer te draaien.
De jongen was een idioot. Deze gedachte
was echter niet geschikt om m'n opgewon
denheid te doen bedaren. Een schuwe bliz
echter, dien ik op de zwygende getuigen van
mijn fiasco wierp, bracht my weer eenigszlns
tot my zeiven. Allen waren zoo kalm on
bedaard, alsof er niets gebeurd was.
Thans pakte ik de onbeholpen vingers
van den jongen vast en beproefde die op
de toetsen van C tot G te drukken, om ie
aldus een der gebruikelijke vingeroefeningen
voor eerstbeginnenden te doen uitvoeren.
Maar de roode, plompe vingers schenen aan
elkaar te kleven en begonnen eerst na heel
wat inspanning myner leidende hand een
beetje beweeglyk te worden. Nu had ik ten
minste de geringe voldoening, door mijn
heftige handbewegingen een huilerigen trek
op het wezenlooze gezicht van mijn leerling
te roepen, welke van dat oogenblik af niet
meer van zijn gelaat week. Ondanks al m'n
pogingen, konden de leelijke vingers van
Kareltje niet meer dan drie tonen van het
octaaf omvatten en toen nu, ten gevolge van
myn drukken en wringen de drie tonen te
gelijk aansloegen, zag ik, hoe een gelukkig
lachje de vriendelyke trekken der aanwezi
ge dames verhelderde. De dissonant was
immers het eerste teeken van leven, dat
Kareltje in al dien tyd gegeven had! Me
vrouw Kelders verbrak het stilzwygen ea
vroeg my met stralende oogen:
„Vindt u' niet dat Kareltje vlug van be
grip is?"
„O mevrouw," antwoordde ik met wanho
pige ironie, „ik heb nog geen vlugger leer
ling gehad." En dat was waar, want Ka
reltje was myn eerste leerling.
Werktuigelijk probeerde ik nog de vingers
van Karei te fatsoeneeren; daar het my
echter, ondanks de uiterste inspanning, niet
gelukte ze iets anders dan akelige wan
klanken op de piano te doen voortbrengen,
begon ik voor de derde maal mijn verkla
ringen. Ditmaal besloot ik het van den
grond af op te halen en in plaats van mot
het muzikale alfabet, met het gewone A.
B. C. te beginnen.
,,Het gewone A. B. C. zal je toch wel kun
nen opzeggen, Kareltje?" vroeg ik.
Maar de jongen scheen ditmaal meer lust
in practyk dan in de theorie der muziek ce
hebben; want hy ging, alsof hij mijn vraag
volstrekt niet gehoord had, bedaard voort
met de toetsen C. D. en E. aan te slaan. Nu
raakte myn geduld ten einde en driftig
snauwde ik den jongen toe:
„Je zal me het A. B. C. opzeggen, versta
je?"
Kareltje zag mij aan met het domste en
onnoozelste gezicht, dat ik ooit in myn leven
gezien heb, terwijl de huilerige trek hoe lan
ger hoe meer geprononceerd werd. Ik dacht,
dat Ik uit m'n vel zou springen van kwaad
heid en nijdig duwde ik den lummel toe:
„Wil je me wel eens heel gauw zeggen,
welke de eerste letter van het A. B. C. is,
aap van een jongen, of ik zal je het A. B. C.
eens leeren!"
Mijn uitbarsting van drift had drie gevol
gen. Vooreerst gevoelde ik een weldadige
verlichting en een verheffing van m'n zelf-
bewustzyn, zooals iemand na een moedige
daad gevoelen kan. Ten tweede vielen die,
woorden als bommen op het ademloos toe
luisterend auditorium en bracht daar een
ontzettende paniek te weeg. Ten derde gin
gen eindelijk de smalle, bloedlooze lippen
van den doodelijk verschrikten jongen open,
en een huilend geluid, dat in de verte eeni-
germate op den klank A. geleek, bereikte
mijn zenuwachtig overprikkeld oor.
Wederom riep ik met forsche stem:
,,En nu zal je me de eerste noot van het
muzikale alfabet noemen!"
Opnieuw weken Kareltjes lippen van "1-
kander en vernam ik hetzelfde geluid, dat
den klank A. moest verbeelden.
Thans was mijn geduld uitgeput. Alles
draaide my voor de oogen, terwyl m'n vin
gers me onrustbarend begonnen te Jeuken.
Ik voelde, dat ik iets moest aanpakken, wil
de ik niet stikken van woede en eer ik net
zelf wist, had ik een der wyd uitstaande
ooren van den jongen vastgegrepen en hem
een paar seconden zoo geweldig door elkaar
geschud, dat hy schreeuwde alsof hij ver
moord werd.
Rondom my brak nu een vreeselijke storm
los. Aan furiën gelijk vielen de dames van
alle kanten op mij, ongelukkige aan, die het
gewaagd had, de schendige handen aan den
trots en het heiligdom der familie Kelders
te slaan. Ik sprong op, wierp een paar stoe
len omver en was in een oogwenk de kamer
uit, door de heele woedende schaar gevolgd,
en God dankend, dat het my gelukte heel
huids op straat te komen.
de aanryding verloor de automobilist het
stuur. De wagen sloeg over den kop en
kwam tegen een boom terecht. Zoowel de
heer Tukker als de dame werden levensge
vaarlijk gewond: met een herschenschud-
ding werden zy naar het R. K. Ziekenhuis
te Hengelo overgebracht. Een tweede inzit
tende werd licht verwond.
U trechtV reeswyk
Zaterdagmiddag zyn voor de tweede maal
de twee tollen op den weg UtrechtVrees-
wyk bestormd. Zoowel de prot?steerende
automobilist als het overige publiek maak
ten het de politie erg lastig.
In tegenstelling met den eersten keer be
val de politie thans den automobilist door te
ryden, ook als zy niet betaalden. Drie be
stuurders, die niet aan het bevel voldeden
werden gearresteerd.
De grootste drukte heerschte in het dorp
Jutphaas. Tengevolge van de door de politie
gevoerde tactiek kwamen opstoppingen
echter zoo goed als niet voor zoodat de aar
digheid er spoedig af was.
Gebruik gemaakt van jonge helpers
Sinds eenigen tyd werden te Amsterdam
herhaaldeiyk postwissels ter inning aange
boden, welke later bleken vervalscht te zyn.
De bedragen waren alle beneden de tien
gulden. De politie van het bureau Overtoom
kreeg Zaterdagmiddag bericht, dat aan het
wijkkantoor van de posterijen aan de Bor-
gerstraat wederom een vervalschte postwis
sel werd aangeboden. Er ging een recher
cheur op af en deze hield een jongen aan,
die den postwissel had aangeboden. Deze
jongen ontkende aanvankeiyk, doch later
gaf hy toe, dat hy den wissel op verzoek
van een man ter verzilvering had aangebo
den. Deze man had door middel van een
advertentie kennis gekregen aan knapen, die
hy dan uitzond om de vervalschte postwissels
te incasseeren. Deze had hy voor kleine be
dragen aan zijn eigen adres gezonden: hy
maakte het bedrag echter grooter. Ongeveer
achtmalen heeft hy dat met succes ge
daan.
De jongen wees den man aan de politie
aan en zoo kon de vermoedelyke dader ge
arresteerd worden. Het blykt, dat hy vroe
ger in dienst van de posterijen is geweest.
De man heeft vroeger meer van dergeiyke
zaken op zyn kerfstok gehad. Hy is thans
in het hoofdbureau van politie in arrest ge
steld. Hij wordt ter beschikking van de ju
stitie gesteld.
Een der inzittenden om het leven
gekomen
Aan de Weesperzyde, ter hoogte van de
Overamstelstraat te Amsterdam, is Zater
dag een auto te water geraakt.
De wagen, een gesloten personenauto,
kwam aanryden langs de Weesperzyde in
de richting Schollenbrug. Aan het stuur zat
de eigenaar, de 36-jarige heer D. Knol, fa
brikant te Utrecht. Diens schoonvader, de
71-jarige heer A. Adema uit Groningen, be
vond zich achter in den wagen.
By het uitwyken voor een tegemoet ko
menden auto slipte de wagen van den heer
Knol naar rechts. Door het stuur om te
gooien wist de bestuurder het voertuig op
den weg te houden; maar de wagen slipte
ten tweeden male, maakte een heftige slin
gerbeweging naar den wallekant en viel in
het water, waar hy geheel onder de opper
vlakte verdween.
Terstond na het ongeval waren aanwezig
de agent Waldhuis van het posthuis Mar-
cusstraat, een bekend zwemmer, en de
brandweerman Verheyen. Beide mannen be
gaven zich oogenblikkeiyk te water, zy do
ken naar den auto en slaagden erin, het
voor-portier te openen en den heer Knol
uit zijn netelige positie te bevrijden, die
geen letsel had opgeloopen en aan het
krachtdadig optreden van politieman en
brandwacht zyn behoud heeft te danken.
Wederom dook de agent Waldhuis; een
ruit van den wagen werd ingetrapt, en
niet zonder moeite gelukte het, ook den
heer Adema op het droge te brengen. De
levensgeesten van den grysaard bleken toen
reeds te zyn geweken.
Te Maastricht f 1400 gestolen.
Te Maastricht is ingebroken in het
stadhuis. De dief, die zich waarschynlyk
heeft laten insluiten, heeft op de afd. be
lastingen uit een geldkistje ongeveer
f 1400 ontvreemd, gedeelteiyk bestemd tot
toeslag by de huur voor de werkioozen.
Goede vangst der Haagsche politie
In verband met de in den laatsten tijd
in de omgeving van de Laan van Meerder-
voort te Den Haag gepleegde diefstallen
door middel van braak en opensluiting zijn
aangehouden de by de politie bekende 20-
jarige stoffeerder A. W. H. en de 19-jarige
machinebankwerker W. C. J. v. W. Bij de
arrestatie van v. W. werden een schroeven
draaier, een looper en een electrische zak
lantaarn gevonden en bij een huiszoeking
achter een met punaises aan den muur
bevestigde plaat een enveloppe inhoudende
effecten ter waarde van 1700, welke op 19
Maart gestolen zyn uit een perceel aan de
Snelliusstraat 4, door middel van openslui
ting. De aanwijzingen tegen de beide ge
arresteerden zijn van dien aard, dat het
vermoeden gewettigd is, dat hier twee reeds
geroutineerde en beruchte inbrekers in han
den van de politie zyn gevallen, al ontken
nen beiden ook aan eenige inbraak schul
dig te zyn. Zij zyn ingesloten in het huis
van bewaring.
Verder wordt omtrent de aanhouding van
den 27-jarigen H. G. P. ter zake insluiping
in een woning aan de Ampèrestraat gemeld,
dat, toen mevrouw M. T. Woensdagavond
omstreeks 11 uur haar woning wilde bin
nengaan, de deur aan de binnenzyde met
de knip was gesloten. Even daarna kwam
een man naar buiten, die zich snel verwy-
derde. By onderzoek bleek, dat de munt
meter was verbroken. Het gelukte de poli
tie spoedig den .verdachte aan te houden,
die door mevrouw M. T. werd herkend. P.
moet verschillende opensluitingen op zyn
geweten hebben. Hy wist echter steeds aan
een arrestatie te ontkomen door zich uit
te geven voor beambte van een nachtveilig
heidsdienst. Hy is voor den Officier van
Justitie geleid.
Twee gewonden
Gisteravond te ongeveer 8 uur had een
ernstig auto-ongeluk plaats by de Veen-
tjesbrug te Heelsum. Een auto, be
stuurd door J. C. v. S. uit Leersum, is
tegen een boom gereden en totaal vernield.
De bestuurder en een mede-inzittende, do
heer H. v. D. uit Veenendaal, werden ern
stig gewond en bekwamen ieder een zware
hersenschudding. Per Roode Kruis-auto
werden zij naar het Diaconessenhuis te
Arnhem overgebracht, waai? zy ter verple
ging werden opgenomen.
Een doode, twee gewonden
By de brug over de Kamemelksloot in
den ryksweg by Naarden zyn twee auto's
tegen elkander gebotst tengevolge van het
slippen van een der beide wagens, die uit de
richting Amsterdam kwam. Beide wagens
werden sterk gehavend. Twee lichtgewonden
werden door een passeerenden auto naar
Bussum overgebracht. Een passagier in den
auto, die uit de richting Naarden kwam, de
50-jarige heer Janus uit Amsterdam, werd
zwaar gewond. Hy werd met de inmiddels
gerequireerde ziekenauto van de Majella-
stichting te Bussum vervoerd, maar over
leed tydens het vervoer aan de bekomen
schedelfractuur.
De rijder ernstig gewond
Een technisch student uit Delft, die op
zijn motorfiets op weg was van Delft naar
Urecht, Is te Nieuwersluis geslipt. In zorg-
wekkenden toestand is hy naar het zieken
huis te Utrecht vervoerd.
Een dame gewond
Te Wageningen op het kruispunt Grint
wegHarnjesweg gebeurde een aanryding
tusschen de autobus van den heer R. van
de Weerd uit Bennekom, gaande naar
Wageningen en een vrachtauto van de firma
De Gruyter uit Arnhem, die den Harnjes
weg afkwam. De autobus viel door den schok
geheel om. Van de drie passagiers twee
dames en een heer, kreeg een der dames,
mej. G. A. L. Leyeweert uit Rotterdam, een
wonde aan haar been. zy werd per bran
card naar „Ziekenzorg" gebracht en daar
verbonden. De overige personen bleven zoo
goed als ongedeerd. De materieele schade
is aanzieniyk. Het uitzicht ter plaatse is zeer
slecht.
271. Wim, die den handschoen in zijn zak had gedaan,
Had daarin een flink stuk touw gevonden.
„O," dacht hij, „dat komt me heusch goed te pas,
Daarmee wordt de agent gebonden."
Hy maakte een lus van het stevige touw,
Om den agent daarmee te vangen.
En hij zocht ook een spyker in den wand,
Om daarover 't touwtje te hangen.
272. „Ga zitten op myn rug," sprak de piloot,
„Je behoeft niet angstig te kyken,
Ik ga eens zien, of ik ai zwemmende
Dat gindsche land kan bereiken.
Ziet ge, de machine houdt ons niet lang,
Die kan ons niet lang meer dragen,
Daarom is het beter, jonglief,
Dat wy nog een kansje wagen."
X