Van Alles en van Overal tweede blad PIJLTJES DINSDAG 7 APRIL 1931 BLADZIJDE 1 MASSAAL SPREEKKOOR STADSNIEUWS Eerste plechtige H. Mis Door pater B. Lucas Eerste plechtige H. Mis van Pater J. de Pooy Eerste plechtige H. Mis van Pater B. Lucas Eerste plechtige H. Mis van den Weleerw. Heer Joannes de Rooij in de Kathedrale Kerk Waarschuwingen Ontsiering door verkiezin&sreclames De heer L. L. M. Geers Zilveren jubileum bij de N. Z. H. T. M. 281 Zon, Roomsche blijdschap en geestdrift! Als je die drie in de juiste verhouding ver lengt, krijg je iets subliems, doet er niet toe, daarop die zon schijnt, waarom die blijdschap, Waarover die geestdrift. U kunt u dus indenken, hoe heerlijk het 'estijn geweest is, gisteren in het Amster- flamsche Stadion, toen da"ar die blijdschap en die geestdrift voortkwamen i»t de zes entwintig honderd Graalmeisjes, die er in naar witte, met kleurige kruisen gesierde tunica's, onder de stralen der lentezon haar Paaschboodschap aan de „Kinderen van dezen Tijd" uitzegden, ten aanhoore van de duizenden en duizenden die de reusachtige riiimte vulden. Het is een feest geweest voor het oog, een feest voor het oor, maar bovenal een feest voor het Roomsche hart, een feest ter eere Van den Christus en ten bate van hen, die Hem niet kennen, of Hem niet willen ken den, omdat zij Hem niet wi'len dienen. Als in dat zelfde Stadion een voetbal- Wedstrijd wordt gehouden, dan grijpen zij die er niet persoonlijk bij tegenwoordig konden 2lJn, den volgenden morgen naar de kranten, vinc\sn er den wedstrijd in beschreven, van jhtnuut tot minuut, zóó, dat ze den strijd kunnen volgen, alsof ze er zelf bij waren Keweest. Het gebeuren van gisteren: de uitvoering 'an het massale Spreekkoor, „Het Konink lijke Paaschkruis", door zesentwintig honderd leden van „De Graal", is niet te beschrijven, daarvoor was het te grootsch er is alleen •haar wat over te vertellen, dat bij benade- r'hg een denkbeeld kan geven van wat het Was. Toen de hekken van het Stadion open Stagen en de duizenden die er reeds stonden R wachten naar binnen stroomden en de 30.000 plaatsen begonnen te vullen, zagen zij °P het middenterrein, geschaard om een reusachtig zwart kruis, dat beter wit of grijs had kunnen zijn, waardoor het niet zoo zou ®jn verloren gegaan tegen den achtergrond van de donkere tribunes, de zesentwintig honderd Graalmeisjes staan, allen in witte tuniek gekleed, waarop een groot gekleurd kruis. Daar stonden groepen met kruisen in vlam mend rood, andere met donker groene, of •lonker gele, of paarse kruisen. Die vormden het midden van de roos, welker bladeren zij moesten voorsteden. En om die donkere groe ien stonden weer andere, met kruisen in lichtere kleuren: licht rood en rose, zacht keel en Nijlgroen en lila. Nog niets hadden de meisjes gedaan en 'eeds was door die heerlijke kleurencombina tie de feeststemming gewekt, die straks uit tou groeien tot een machtige vreugde, tot laaiende geestdrift. Om twee uur kwam onze Bisschop binnen, toegejuicht door allen en om hem heen Schaarden zich andere autoriteiten, waar onder opgemerkt werden o.a. Moeder Margué- Hte, de algemeen overste van de Vrouwen 'an Nazareth, Mgr. Taskin, Plebaan Wester- Woudt, de dekens van Amsterdam, Alkmaar, Hoorn, De'ft, Leiden, Beverwijk, Poeldijk en Huitenveldert, minister Verschuur, baron van Rijnbergen, de burgemeester van Schiedam en nog vele anderen, onder wie niet mevrouw Noland Holst, die had toegezegd te zullen komen, maar verhinderd was en nu door haar man werd vertegenwoordigd. Toen de Hisschop gezeten was, trad de hoofdleidster 'an 't Spreekkoor, gekleed in haar nieuwe Uniform van geel en lila en wit op 't midden 'an de groep, op 't kruis, toe. Maar het was tflet juffrouw van der Kallen, de schrijfster Van den tekst en de leidster, die het geheel hezield had en tot leven gewekt door haar onverpoosden arbeid ziekte had haar neer- keslagen en maakte het haar onmogelijk, haar arbeid op dezen dag de kroon op te Setten. Haar kruis! Zij hau gewerkt voor de eere Gods, maar zij mocht haar arbeid niet ten- einde brengen. En op haar ziekbed zal zij öezen middag gedacht hebben aan dien regel hl haar eigen spreekkoor: „Draagt gij graag het kruis, dan zal het kruis u dragen" en zii Sal berust hebben. Haar taak werd overgenomen door juf frouw Kinsbergen, de algemeene leidster van de Graalbeweging, en het Spreekkoor werd ®en succes in alle opzichten. Het werd een succes als een feest voor het oog, het werd een succes als een feest 'oor het oor, maar bovenal als een feest 'oor het hart. Eerst, voor het eigenlijke Spreekkoor be- Bon, werd door de meisjes het Graalprogram Sezegd, een soort geloofsbe1 ijdenis der Graal- hieisjes, een geloofsbelijdenis in drie deelen: ..Wat wij willen", „Wat wij zijn" en „Wat wij hopen", en elk der drie deelen eindigend •het de met vuur en overtuiging uitgesproken "oorden: De menschheid moet bekeeren En God zal triomfeeren! Toen begon het eerste bedrijf van „Het Koninklijke Paaschkruis", getiteld: „Het nut 'an het lijden", dat was gekleed in den 'orm van een beurtgesprek van het koor fler Beschouwenden en het koor der Over- ge^evenen. De zilveren bazuinen schallen en dan in eens vallen al die honderden meisjes .>p de knieën, het wit der tunieken werd onzicht baar en al die wondermooie kleuren der kruisen, die nu alleen zichtbaar waren, 'loeiden ineen, één reusachtig veld van teere kleuren van bloeiende lathyrus. En machtig steeg het op uit de kelen dier zes-en-twintig honderd, en weldoend vond het weerklank in de harten der duizenden op de tribunes: Wij aanbidden en loven U Christus, om dat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt. Wat dit eerste bedrijf inhoudt, de titel: ..Het Nut van het Lijden", zegt het duidelijk Renoeg. Maar *vilt u enkele aanhalingen, zie hier: v „Als gij maar eenmaal zoover zijt, -dat u het leed goed en zoet smaakt om Christus' wil, dan vaart gij wel, want gij hebt het paradijs op aarde gevonden. Doch zoolang het lijden u zwaar valt. en gij het wilt ontvluchten, zoolang zult gij het moeilijk hebben, en zal u overaj vervolgen de vlucht voor het leed." Of: „En als gij mocht kiezen, dan moest gij eerder wenschen, voor Christus leed te lijden, dan met veel troost verkwikt te worden, want daardoor zoudt gij meer j gelijkvormig worden aan Christus en al 1 Ziine Heiligen. Want onze voortgang in de deugd be staat niet in veel zoetheid en troost, maar veeleer in het verdragen van wrangheid en leed. Was er toch iets beters en nuttigers voor der menschen zaligheid geweest dan het lijden, dan zou voorwaar Christus ons dat met woord en daad getuigd en betoond hebben." Zoo is heel dit bedrijf vol wijsheid en ver maan, vol onderwerping ook en Godsbe- trouwen en telkens klinkt daar tusscnen floor het door allen gezegde refrein, waar mee ook dit eerste bedrijf sluit: „Wat vreest gij dan, neem op uw kruis, waar gij mee in den hemel komt. Aan het kruis is zaligheid, aan het kruis is het leven, aan het kruis is be scherming tegen den vijand. Aan het kruis de instorting van het hoogste zoet, aan het kruis de zielekracht, aan het kruis de geestelijke vreugde. Aan het kruis de schat van alle deug den, aan het kruis alle volmaaktheid en heiligheid. Geen zaligheid der ziel noch hoop op eeuwig leven, dan aan het kruis." Het tweede bedrijf: „Christus onze Kracht", is eigenlijk een dialoog tusschen „Christus' stem" en „De Graal", die neer komt op een algeheele onderwerping van de Graalleden aan den Wil van God. En als dan in dit bedrijf het machtige „Magnificat" opklinkt, dan staan als op een onzichtbaar teeken plotseling al die dertig duizend, die daar in ademlooze stilte en met een traan in het oog zitten tóe te luisteren, als één man op en ontblooten het hoofd en in die allen juicht het mee: „Et exsultavit spiritus meus in Deo salutaris meo". Het derde bedrijf is gericht tot „De Kin deren van dezen Tijd", uit het spreek koor van dien naam van mevrouw Roland Holst. Hoort deze verzen, ontleend aan, of vol reminiscenties aan mevrouw Roland Holst: „Op kinderen van dezen tijd, van dezen nacht Gij hebt het begrepen, gij zijt het geslacht, Dat staande in 't onzekere licht van kenterende tijden Geen bedding vond, gereed om te zaamlen Uw kracht. Zoekenden zijt gij nog, gij zijt nog ver spreiden, Gij moet u zelve uit menigen waan nog bevrijden, Gij moet nog worden hen, waar de wereld op wacht. En daarop dan het antwoord van De Graal „O laat onze boodschap u van 't Paasch kruis verkonden Uw ongeweten God heeft ons 't geheim verklaard. Wat gij niet zaagt, hebben vrouwen met oogen toe gevonden; De Paaschklokken luiden het nieuw geluk over de aard. De lust naar het offer heeft den kruisberg ons gewezen; En al zijn zijn luchten ijl, Hij is voor menschenvoeten „niet" te steil. Die kruislust is de weelde, waar de wereld naar snakt! Ons kleine hart zal nu het kruis ook niet meer vreezen, Zoenlijden uit liefde heeft onze harten gepakt. Menschen, laat Uw hart ook door het lijden betooveren Om op de ruwe vloeden van uw driften wars en wild: Door liefde's stuw de zachte zege te ver overen: Het onze is reeds tot luwte en milde zoetheid gestild." En telkens weer klinkt in dit bedrijf de bede op, de smeekbede om erbarming voor de kinderen van dezen tijd: „Erbarm U Heer, over de kinderen van dezen tijd, over hun hoogmoed, hun zin genot en hun opstandigheid." Aan het slot werd door de meisjes, samen met alle aanwezigen het „Aan U, o Koning der eeuwen" gezongen waarna de zesen twintig honderd, in een kleurigen stoet langs Z. H. Exc. den Bisschop defileerden en hem den Graalgroet brachten. Het was grootsch, het was machtig, dit getuigenis van haar geloof door zooveel jon ge meisjes, die demonstratie van haar wil om door haar voorbeeld de wereld te ver beteren en weer terug te brengen tot God. dien zij zoo jammerlijk heeft verlaten. En als nog iemand van de duizenden, gisteren in het Stadion aanwezig, getwijfeld mocht hebben aan het nut van een beweging onder onze jonge meisjes als die van „De Graal", dan zal zeker deze Tweede Paasch- dag hem wel hebben doen inzien, van hoe ontzaglijk groot nut, van hoe heilzame wer king zij zal kunnen zijn voor de toekomst van ons Vaderland. Het meisje van vandaag is de moeder van morgen met moeders, doordrongen van den geest, waarmee „De Graal" haar leden bezielt, zal onze maatschappij nooit ten onder kunnen gaan aan het materialisme, waarmee zij meer-en-meer doortrokken wordt. Maar waaraan „De Graal" een einde wil maken! En zól maken, al zal zij hard moeten strijden. Een beweging als deze, ontstaan uit den nood der tijden, móet leiden tot een terug keer tot God van velen, van zeer velen, maar vooral ook, moet van grooten invloed zijn op het behoud van het geloof bij ontelbaar velen die na ons zullen komen. De invloed van de moeder op het kind is van onbere kenbare gevolgen voor de toekomst van dat kind ten goede of ten kwade. Er voor te zorgen, dat het een invloed ten goede wordt, is de taak, die de Vrouwen van Nazareth, door haar stichting „De Graal" zich zeiven hebben opgelegd. En zij zullen slagen! Omdat zij willen slagen! ARTHUR TERVOOREN. Langen tijd had de St. Joseph-parochie het geluk niet gehad, dat een harer zonen tot de verheven waardigheid van het Priesterschap was verkoren, doch den twee den Paaschdag stond nu weer een jonge priester, oud-parochiaan, aan het altaar, om zijn eerste plechtige H. Mis aan God op to dragen. Het was de Weleerw. Pater B. Lucas, zoon van wijlen den heer J. W. Lucas, die vroe ger jaren aan de kerk verbonden was en dien de oudere parochianen zich nog altijd herinneren als een trouwen plichtsvervu'ler, als iemand, die met hart en ziel de belan gen der kerk voorstpnd. Om 9 uur gistermorgen vulde een groot aantal geloovigen het ruime kerkgebouw, waarvan het hoofdaltaar op fijnzinnige wijze versierd was. De neomist, missionaris van de Congrega tie van het Goddelijk Woord, werd bij de plechtigheid geassisteerd door den Zeereerw. Heer H. C. J. Sondaal, pastoor der parochie, als presbyter-assistens, door zijn broeder, den Weleerw. Pater M. Lucas, van dezelfde Congregatie, als diaken en door den Wel eerw. Heer A. van Beijnen, kapelaan der parochie, als sub-diaken. Nadat te voren „Veni Creator", van Hen drik Andriessen, gezongen was, voerde het mannen- en jongenskoor „Te Deum Lauda- mus" op loffelijke wijze de Missa in hono- rem B. M. V. de Loreto, van V. Goller, uit. Na het Evangelie beklom pater M. Lucas den kansel tot hst houden der feestpredika tie. Op ontroerende wijze schetste hij de waardigheid van het Priesterschap en de heerlijke, doch moeilijke taak van hen, die geroepen worden, het H. Geloof te gaan verkondigen onder de heidenen. Tot tekst had Zijheerw. de woorden ge kozen, welke Christus eens zeide: „Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zoo zend Ik u". De gewijde redenaar schetste het geluk, dat hem ten deel viel, op dezen kansel het woord te mogen voeren in een parochie, waaraan zoovele aangename herinneringen voor de familie Lucas verbonden zijn. Dat de pastoor er toe bijgedragen had, dit priesterfeest hier te mogen vieren, daarvoor was de familie dankbaar, alsmede voor het feit, dat zoovelen opgekomen waren, om deze eerste plechtige H. Mis te komen bij wonen, omdat de familie daarin zag het medeleven van de parochianen met oude bekenden. In dankbare herinnering herdacht spr. zijn ouders, zijn vader, man van stiptheid en orde en zijn lieve, zorgzame moeder, beiden zoo bekend geweest aan de oudere parochianen. Hoewel zij het op aarde niet meer moch ten beleven, zijn zij thans de gelukkige ouders van twee priesterzonen. Op dezen Paaschdag, op dit priesterfeest wilde Zijneerw. spreken over de hooge waardigheid van het Priesterschap en over de zending der missionarissen. Spr. haalde enkele gebeurtenissen aan, welke zich afgespeeld hadden na Jesus' Verrijzenis. Door gesloten ramen en deuren kwam Hij binnen bij de Apostelen, om hun Zijn vrede te schenken: „Pax vobis", „Mijn vrede geef Ik u". Daarna zond Hij de Apos telen uit, om het Evangelie te gaan ver kondigen. Zoo moet ook zijn priester-broeder, die nu zijn eerste plechtige H. Mis opdraagt, uit gaan naar de armen van Flores en Timor, om daar de blijde boodschap van het Evan gelie te brengen, om bij hen te gaan uit- deelen de rijke vruchten van Jesus' lijden. De gewijde spr. besprak dan de hooge waardigheid van het Priesterschap. Geen enkele Profeet uit het Oude Verbond, noch de H. Joseph, noch de H. Maria waren in staat de beleedigde Majesteit Gods te voldoen voor de zondeschuld der wereld en de geschonden trouw te herstellen. Daartoe moest de Zoon Gods Zelf afdalen uit den Hemel, om door Lijden en Dood den Hemel- schen Vader voldoening te schenken. En de priester mag nu, als gevolg daar van, uitdeelen de genaden, ons door Jesus verworven. Dat is het groote priestergeluk, aldus goed te mogen doen aan de menschen. Groot is het geluk der menschen, dat er priesters onder hen zijn. Want onmetelijk wee zou de menschenziel verteren, indien er geen priesters waren. Door het „Ego te absolve" van den priester worden wij be vrijd uit de macht van Satan. Wat ledig zou de wereld voor ons zijn, indien niet des morgens het H. Misoffer voor ons opgedra gen zou kunnen worden. Dan toch juist richten de zielebloemen zich op tot de H. Eucharistie. Deze nieuwgewijde priester mag nu die Zon der H. Eucharistie gaan brengen aan de heidenen van Plores en Timor. „O," al dus richtte spreker zich tot zijn broeder, „wanhoop niet, als gij versteende harten mocht aantreffen, maar denk dan steeds aan Hem, Die gezegd heeft: „Ik heb de we reld overwonnen," want Hij zal ook u hel pen." In welsprekende woorden wees spr. dan op de taak van den priester als middelaar tusschen God en de menschen. Tijdens de Consecratie is de priester al machtig, kan hij alles van God verkrijgen, omdat de Almachtige Vader niets weigeren kan, wanneer Zijn Zoon Zelf Hem als Of fer wordt opgedragen. „Gij priesterbroer," wendde spr. zich dan weer tot zijn broeder aan het altaar, „ge denk dan bij de Consecratie de arme hei denen van Flores en Timor, gedenk ook ons, uw broeders en zusters, gedenk uw oud parochianen. O, blijf uw roeping getrouw en gedenk ons steeds in uw gebeden." Zich tot de geloovigen richtende, zette spr. uiteen, dat alien dankbaar moeten zijn voor het groote geluk, dat Christus priesters aan de wereld gegeven heeft, om er dan op te wijzen, dat zijn priesterbroer met lederen Na de eerste plechtige H. Mis van pater J. de Rooij, vond een gezamenlijk ontbijt plaats in het Patronaats gebouw (gymnastieklokaal) Een kijkje op het fraai versierde altaar in de St. Josephkerk tijdens de H. Mis vezel zijner ziel verlangd heeft, naar de Missie te mogen gaan. Hij is nu een lid geworden, aldus spr., van onze dierbare Congregatie en thans zal hij uittrekken, om de heidenen te gaan bekeeren. Eigen wenschen, eigen verlangens, alles wat hem dierbaar is, zal hij op zijde moeten zetten. Voor hem zal slechts bestaan het verlangen alles te doen tot meer eer en glorie van God in de bekeering der heidenen. Toch is hij gelukkig. Want hij mag gaan om zielen te winnen voor God, opdat zij eenmaal mogen juichen in de eeuwige ge lukzaligheid. De arme heidenen van Floras en Timor mag hij voeren naar de H. Eucharistie. „O, priesterbroer, als ik u zoo beschouw, hoe gelukkig, hoe prijzenswaar dig zijt gij dan voor mij". Ten slotte verzocht spr. aller gebed voor zijn. broer. De treffende predikatie maakte een die pen indruk. De H. Mis werd dan voortgezet. Onder t Offertorium werd gezongen „O filii et filiae", van F. A. Gevaert. In aandachtige belangstelling werd het verloop van de H. Handeling door de geloovigen gevolgd. Na de H. Mis zong het koor, dat onder leiding stond van den heer Jos. de Klerk, terwijl het orgel bespeeld werd door den heer Hendrik Andriessen, „Tantum Ergo" van Vittoria, terwijl na de plechtigheid de „Priestercantate" van Jos. de Klerk uitge voerd werd. Des avonds celebreerde de neomist en plechtig danklof, geassisteerd door zijn broer en de kapelaans E. Mathot en A. Leesberg. Op tweeden Paaschdag heeft in de kathe drale kerk de weleerw. heer Joannes de Rooij, lid van de Sociëteit der Afrikaansche Missiën, om 9 uur zijn eerste plechtige H Mis opgedragen. Terwijl de talrijke geloovigen, die, ter bij woning van deze gebeurtenis, de indrukwek kende ruimte van het kerkgebouw, in dichte rijen vulden, devoot luisterden naar het stemmig adagio, dat het door den organist, den heer 'Schouten, bezielde orgel door de gewelven golfde, bétrad de jonge priester, voorafgegaan door een stoet van assisten ten, die hem bij de plechtige opdracht van het H. Offer der Mis behulpzaam zouden zijn, de kathedraal en begaf zich allereerst naar de H. Sacramentskapel. Is de entrée van een jong priester, die voor de eerste mat' zijn parochiekerk bin nenkort om er de H Mis op te dragen, in den regel een gebeuren, dat het bloed van de aanwezige geloovigen sneller doet stroomen, in de kathedraal is die plechtigheid nog in drukwekkender dan in vele andere kerken, omdat de neomist daar als een jonge, pas gekroonde koning het offeraltaar bestijgt. Uit de Sacramentskapel wordt dan in pro cessie het Allerheiligste gehaald ter uitstel ling gedurende de H. Mis. Dat brengen van het Allerheiligste naar het altaar is even eens een aangrijpend moment. En toen dan ook gistermorgen plots het zachte orgel spel doorbrak in het fortissimo en jubelend door koor en orgel aangeheven Veni Creator van Hub. Cuypers, zette zich de stoet onder die juichende klanken naar het hoogaltaar in beweging. Vooraan de misdienaars, ge kleed in witte koorhemden en roods of zwarte toga's, hun vlammende waskaarsen dragend; daarachter de wierookvaten zwaaiende acolyten; dan de priesters in hun gouden gewaden en tenslotte de jonge held van dezen dag, de nieuwe priester, hoog voor zich uit dragend, in een stralenden monstrans, zijn God. Een koninklijke in tocht, die vooral voor alle ouders een aan doenlijk schouwspel is en hen doet verlan gen, dat een even groot geluk als nu ande ren te beurt valt. ook hun zal toevallen. Presbyter-assistens bij de plechtige H. Mis van den weleerw. heer de Rooij was de hoogeerw. heer kanunnik L. A. A. M. Wes- terwoudt, plebaan van St. Bavo, diaken en subdiaken waren twee ordebroeders van den nieuwen priester, de weleerw. paters M. Rothoff, F. M. A. en P Knops F. M. A., ter wijl de andere fucties door seminaristen werden vervuld. In de voorste rijen stoelen hadden de fa milieleden en kennissen van den jongen le viet plaats genomen. Het sterk bezette zang koor zong onder leiding van den weleerw. heer kapelaan Th. A. L. J. Sprengers de missa Benedicamus Domino van L. Perosi uit. Na het H. Evangelie beklom de diaken pa ter Rothoff den ambo om naar aanleiding van de woorden: „Dit is de dag, dien de Heer heeft gemaakt; laten wij Hem aanbid den en dankzeggen", te wijzen op de groot heid en heiligheid van het priesterschap, op Het geweldige, dat dezen jongen priester is geschied, nu van hem een alter Christus, een andere Christus is gemaakt. Terecht wees de gewijde redenaar na dit punt uitvoerig en duidelijk in de aandacht van de geloovi gen te hebben geprent, er op, dat deze dag de vrucht is van een deugdzame en brave opvoeding, de kroon op het werk, dat in het huisgezin is begonnen. Hij herinnerde er aan hoe de jonge priester zich in een veel jarige afzondering en met ijverig werken heeft voorbereid voor de moeilijke taak die hem nu wacht. De eerw. spreker vroeg het gebed van alle geloovigen. En onder het stil vorderen van de H. Han deling dachten wij aan de ontzaglijkheid van het moment, toen de H. woorden der consecratie bezegeld door zijn priesterlijke kracht voor de eerste maal door pater de Rcoij in deze kerk werden uitgesproken; toen de H. Teerspijze door hem werd uitge reikt aan bloedverwanten, kennissen en tal van geloovigen. Het Tantum Ergo van J. Schouten ging de zegening met het Allerheiligste vooraf, waarna het H. Sacrament weer processiege- wijs naar de kapel werd gebracht. Na de H. Mis zong het zangkoor den jon gen leviet de priestercantate uit het Alfon- sus Oratorium van Hub. Cuypers toe als een hulde der parochie. Ook dit was wel een in drukwekkend moment toen de priester daar geknield voor het altaar, dezen heilzang over zich liet gaan. Het was als een schitterende defilémarsch na een officiersbeëediging. Zoo vierden de geloovigen van de Kathe drale parochie de eerste plechtige H. Mis van een hunner parochiezonen, zijn verhef fing tot priester, tot leider in Gods H. Kerk. En bij dezen priester was er nog dit merk waardige, dat hij behoort tot de missionaris sen, tot de stormtroepen in Gods gewijde re gimenten, tot hen, die niet alleen het vader land vaarwel zeggen als het woord van hun oversten dat vraagt, maar die ook hun leven veil hebben voor de moederkerk, hun leven, dat bedreigd wordt door het Afrikaansch klimaat en niet zelden door een geweldadi- gen dood. Des avonds om 7 uur werd een plechtig danklof opgedragen door den neomist. As sistenten waren de weleerw. pater Rothoff en de weleerw. hecren kapelaans W. J. H. Pol der, P. L. Bangert, en A. J. v. d. Oudenhoven. De hoogeerw. heer plebaan had in het koor plaats genomen. Een plechtig Te Deum be sloot de kerkelijke plechtigheid. Na het Lof zongen de geloovigen pater de Rooij het lied toe dat na elk parochiefeest wordt gezongen, het parochielied, het lied van St. Bavo. Om half negen bracht de Harmonie „Ko ning David" van de Kathedrale kerk in den pastorietuin een serenade aan Pater de Rooij. Toen de Harmonie met muziek den tuin van de Kathedraal binnentrok stond Pater de Rooij met zijn familie en alle eerw. heeren geestelijken op het bordes van de pastorie. Na het spelen van een pittigen marsch waarbij door den tuin werd gemarcheerd, werd halt en front gemaakt voor den feeste ling. Hierna sprak plebaan Westerwoudt een woord van voldoening tot den Directeur en leden voor het ten gehoore gebrachte en ple baan Westerwoudt vroeg daarna aandacht voor den bekenden Pater van het kinder uurtje van den K.R.O., Pater Rothoff, die daarop gevoelvolle woorden tot de Jeugdige leden van de Harmonie sprak. Ten slotte sprak de heer P. de Rooij, een zwager van den feesteling, namens c' v Pater een hartelijk dankwoord en dankte den di recteur van de Harmonie namens zijn leden voor de hartelijke woorden. Er werden verschillende aardige nummers ten gehoore gebracht. In de nabijheid van de woning van den nieuwen priester hadden de buren mede door het uitsteken van de nationale driekleur blijk van hun vreugde gegeven. De Commissaris van Politie te 's-Hertogen bosch bericht, dat Jean Frangoisg Mertens, gehuwd met Hortense van Haeren, fotograaf, handelende onder den naam zijner echtge- noote, tegen wiens praktijken werd gewaar schuwd, thans zijn briefadres heeft overgo bracht van Lindenstraat no. 14 te 's-Her- togenbosch naar Baarle-Nassau, Molenstraat no. 20. De burgemeester van Schijndel (N.B.) waarschuwt tegen de praktijken van Wilhel mus Antonius Venrooy, geb. te 's-Hertogen- bosch 10 Juli 1882 (volgens opgaaf van hem zelf 10 Juli 1839), graan- en zaadhandel, thans woonachtig te Schijndel, Hermalen bij Adr. den Ouden. Alvorens met genoemden Venrooijin rela tie te treden, wende men zich tot den burg. van Schijndel om inlichtingen. Men schrijft ons: Zoudt u in uw hoekje eens de aan dacht willen vestigen op de ontsiering van Haarlem en alle gemeenten in onze mooie streek door verkiezingsreclame? De vuile en onfrissche papieren zijn gauw genoeg ergens opgeplakt en muren zijn gemakkelijk met allerlei vieze verf besmeurd, maar als 't er eenmaal opzit, bekommeren de kladders zich niet meer op welke wijze het er af komt. Wie we ook zijn en tot welke partij we ook be- hooren, wij houden toch alleen veel van onze mooie stad! En het is mogelijk om verkiezingsreclame te maken zonder dat de gemeente^ langen tijd ontsierd wor den. Misse. willen de hoofden van politie het initiatief in dezen nemen en anders is het wel gewenscht, dat de lei ders van de verschillende partijen zelf over genoeg smaak en gezag over hun pupillen beschikken om excessen te voor komen. Tweeden Paaschdag was de heer L. L. M. Geers, haltechef der N. Z. H. T. M. t ,r standplaats Zandvoort, een kwarteeuw in dienst dezer tramwegmaatschappij. Ieder, die den heer Geers van meer nabij kent, zoowel uit Zandvoort zelf als uit Haarlem en zijn onmiddellijke omgeving, zal in de dagen vóór dit feest er schier vast van zfjn overtuigd geweest, dat de herdenking van dit jubil.um niet tot den kring der N. Z. H. zou beperkt blijven, niet alleen om dat hij zich in zijn functie ook vele vrien den buiten de N. Z. H. verworven heeft, maar vooral omdat hij zijn leven, naast het in dienst der Mij. te stellen, aan zoo vele andere groote belangen wijdt. Vooral in het organisatie-leven kent men den heer Geers als een „goeden bekende" en een onversaagden voorvechter waar het geldt, de belangen van de arbeiders te be hartigen. En dat hij een jaar geleden tot voorzitter van de landelijke vakgroep, te vens hoofdbestuurslid van „St. Raphael" en hoofdbestuurslid van het Mgr. Mutsaersoord gekozen is, bewijst o.i., dat zij, die met den jubilaris In organisatieverband in aanraking komen, met hem ingenomen zijn en hij daar een graag geziene persoonlijkheid is. Doch ook op politiek terrein heeft de heer Geers zijn sporen verdiend. De gemeente Zandvoort heeft in hem een raadslid, dat de belangen der badplaats steeds weet te be hartigen, en de katholieke ingezetenen weten het bi) ondervinding, dat hij daarbij zijn be ginselen niet zal verloochenen en, waar noo- dig, conservatief hun belangen zal dienen. Voorts bewijst het feit, dat hij als initia tiefnemer optrad bij de oprichting van een R. K. Volksbondafdeeling in het najaar van 1930, dat h(j ook den katholieken arbeiders stand van Zandvoort zelf vooruit en om hoog wil helpen. Dit alles wettigde o.i. alleszins de over tuiging, welke wij hierboven noemden, n.l. dat het jubileum van den heer Geers ook buiten den N. Z. H.-kring herdacht zou worden. En dat zij niet ongegrond was, is gisteren ten huize van den jubilaris overduidelijk be- L. M. Geers Nadat het jubileum des morgens eerst kerkelijk was herdacht met een H. Mts, waaronder verscheidene trammannen e.a. te zijner mtentie tot de H. Tafel naderden, was het later op den dag meer een huise lijk feest. Tot de eersten, die den jubilaris hlor kwamen gelukwenschen, behoorden de heeren ir. W. J. Burgersöijk, Mr. A. Immink en J. Gieske van de N. Z. H. De heer Burgersdijk, directeur der maat schappij, complimenteerde den jubilaris met zijn jubileum en waardeerde in welgekozen bewoordingen den arbeid, door den jubilaris in de voorbije 25 jaar gepresteerd, om hem ten slotte de gebruikelijke enveloppe te over handigen. De jubilaris betuigde den directeur zijn hartelijken dank niet alleen voor de waar- deerende woorden en het geschenk, doch ook voor de bijzondere en zeldzame eer, dat de directeur zelf naar Zandvoort was ge komen en hem gelukwenschte. Hij zeide :n zijn dankwoord verder, het slechts als een duren plicht te beschouwen, zich geheel aan de maatschappij te geven, naar het voor beeld van „St. Raphaël," en sprak de hoop uit, dat de verhouding tusschen directie en de vertegenwoordigers van het personeel steeds zou mogen blijven als zij thans is, zoo mogelijk nog beter zou worden, tot welzijn van maatschappij en personeel. De heer Leurs, een der oudste leden van het personeel der N. Z. H. bracht onder aan bieding van een bloemstuk namens lien den heer Geers dank voor den velen arbeid, wel ken hij ook in het belang van niet-leden van St. Raphaël" had verricht. Namens „St. Raphaël" was de heer A. J. Koster uit Utrecht, secretaris van het hoofd bestuur, aanwezig, die behalve de gelukwen schen van de organisatie ook zijn persoon lijke als vriend overbracht/onder aanbie- lirg van een fraaie mand bloemen. De heer J. J. Castien kwam namens de R. K. Volksbondafdeeling den heer Geers gelukwenschen, daarbij tevens een bloem stuk overhandigend. De afdeeling Halfweg van ,,St. Raphaël" was vertegenwoordigd door den heer N. J. Tabak en de afdeeling Haarlem II had een bloemstuk gezonden. Voorts lieten de Zeereerw. heer pastoor Wijnker en de Weleerw. heer kapelaan Roelvink persoonlijk van hun belangstelling blijken. Ter receptie merkten wij verder nog op:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5