Gemengd cGCieuws
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
Kalender blaadj e
Een Nederlander spion in Frankrijk?
Ernstige brand te Amsterdam
Aannemers weigeren in te schrijven
De N.V. „Wikuna" geliquideerd
Het gevaarlijke wasschen met
benzine
Vijf boerenzwaluwen
Een bok omgevallen
ONZE OOST
Indische Dienst
ONDERWIJS
St. Augustinusvereenlging
RECHTSZAKEN
Drievoudige moord te Bilthoven
In goede handen
KERKNIEUWS
De relieken van St. Franciscus
LANDBOUW EN VEETEELT
Bloemprijs en Tarwe wef
Nasleep van een inbraakgeschiedenis
In December werd, naar te zijner tijd ge
meld werd, te Rotterdam de rentmeester
van een Bretonsch kasteel, de Nederlander
L., wegens eenvoudige inbraak gevangen
genomen. Volgens een bericht van de „Ma-
tin" heeft de zaak sindsdien een ernstig ka
rakter aangenomen. Uit Rennes zijn twee
rechercheurs te Plougastel aangekomen, om
ter plaatse een onderzoek In te stellen naar
het verblijf gedurende eenigen tijd aldaar van
L. met een vrouw, die hij voor zijn zuster
liet dcorgaan. De tuinman van het kasteel
heeft verklaard, dat L. betreffende de cul
tuur van toeten noch blazen wist. Daaren
tegen wekten zijn nachtelijke wandelingen
met een koffertje in de hand, langs een na
burig riviertje, den argwaan van pachtboe
ren uit de streek. Men vroeg zich af, of hij
er geen geheime plannen opnam. Recht te
genover het kasteel staat namelijk een fa
briek van ontplofbare stoffen, die de lands
verdediging van nabij raakt. In deze buurt
heeft men hem in gezelschap van een man
met zwarten baard gezien, die in de plaats
onbekend was. Toen L. de vlucht nam, was
de onbekende ter plaatse.
Wat de vrouw betreft: herhaaldelijk
maakte ze gedurende haar verblijf te Plou
gastel uitstapjes. Men gelooft, dat ze in En
geland, Nederland en Duitschland geweest
Winkelhuis uitgebrand
Gisteravond omstreeks 9 uur is door on
bekende oorzaak brand uitgebroken in het
magazijn van koffers tasschen en andere
lederwaren van den herr Nauwen, Java-
straat 72 te Amsterdam.
Toen de brand werd ontdekt, was hij reeds
vrij omvangrijk. De uewoner van de tweede
verdieping, die evenals de andere bewoners
van het perceel zich in veiligh-dd stelde,
heeft de ruit van de wmaeldeur ingetrapt.
Hij deed dat met een onge,schoeiden voet.
Door het glas kreeg ni) een vrij ernstige
snijwond aan dat lichaamsdeel. Door den
Geneeskundigen Dienst werd hij meegeno
men naar een ziekenhuis om de wond te
laten hechten.
Door het stuktrappen van de ruit kwam er
lucht bij het vuur, waardoor het flink aan
wakkerde. Het verspreidde zich over de drie
vertrekken, waaruit het winkelhuis nestaat.
De brandweer bestreed het vuur, ten aan-
schouwe van honderden menschen. die in
deze volkrijke buurt samenstroomden, met
vier stralen op een motorspuit. zy wist den
brand tot dit gedeelte van het perceel te
beperken, maar alle drie vertrekken, bene
vens de inventaris, werden een prooi der
vlammen.
De winkelier, die elders woont, was niet
aanwezig, toen de brand uitbrak. Een kwar
tier daarvoor hadden de ouren nog lient zien
branden.
Concurrentie van werkloozen
Te Deventer hebben aannemers van grond
werken geweigerd in te schrijven bü de
openbare aanbesteding van grondwerk voor
de bedijking van Hoven en Steenenkamer by
Deventer, omdat ook werd ingesenreven door
een groep werkloozen. De aannemers zeg
gen, dat zü niet kunnen concurreeren tegen
de lage prijzen, waarvoor de werkloozen in-
schryven, die nu eenmaal niet zitien voor
de kosten, door de aannemers te voldoen je
gens de bij de vakvereenir ingen geldende
loonen en de sociale wetgeving.
De directeur met de Noorderzon
verdwenen.
Zooals bekend, is sinds eenige jaren te
Amsterdam de N.V. „Wikuna" gevestigd,
welke zich voornameiyk bezig hield met het
verkoopen op afbetaling van zgn. Wikuna
breimachines. Aan de koopers van deze
machines werd voorgespiegeld, dat zy daar
mede groote winsten konden behalen. In de
praktijk echter kwam het er in de meeste
gevallen op neer. dat a'leen de firma voor
deel had van deze transacties en dat de
koopers opgescheept bleven zitten met de
machines, waarmee zij niet veel konden uit
richten.
Zeer vele klachten bereikten hierover reeds
de politie en justitie, doch nooit is door de
Justitie ingegrepen. Over het algemeen be
waarde men een diep stilzwegen over de
praktyken van de firma „Wikuna" en zoo
doende waren vele aspirant-koopers niet in
de gelegenheid zich van te voren te verge
wissen van de juistheid der voorspiegelingen,
hun door de firma gedaan. Met het gevolg,
dat de N.V. Wikuna zeer vee', eenvoudige
lieden zand m de oogen strooide en geregeld
belangrijke bedragen opstreek van menschcn,
die het ge'd nauwelijks konden missen, doch
die zich door het aanschaffen van een brei
machine een ruimere broodwinning meenden
te kunnen verschaffen.
Thans is echter de directeur van deze
fraaie onderneming, een zekere Basi'ius
die echter slechts een strooman was voor den
eigenlijken eigenaar, een geboren Dultscher,
Wittich—Kunau genaamd met de Noor
derzon verdwenen. Aan het huis, op het
Frederiksplein, waarin de onderneming ge
vestigd was, is een bord aangeslagen waarop
te lezen staat, dat de N.V. geliquideerd ls.
Hst personeel is de vorige week ontslagen
en het In de kas aanwezige geld heeft de
heer Basi'ius meegenomen.
Achterge'aten is slechts een groote hoe
veelheid drukwerkjes, o.a. reclameboekjes.
Biykbaar heeft dus de N.V. haar werkzaam
heden voorgoed gestaakt. De kans, dat zij,
die nog ge'd van de firma .Wikuna" te vor
deren hebben, dat inderdaad ook zullen ont
vangen, moet, gezien de omstandigheden, als
uiterst gering worden beschouwd. De justitie
heeft nog niet ingegrepen en wanneer zij
dit doet is het zeer de vraag of de heer
Basilius, die naar Duitschland vertrokken
zou zyn, nog te achterhalen is en of deze dan
nog in het bezit zal zijn var de gelden.
Gisteren zyn in den loop van den dag door
de posteryen nog ve'e postwissels en post
pakketten, bestemd voor de N.V. „Wikuna".
ontvangen. De DCstwissels zullen door den
dienst der postenjen aan de afzenders wor
den geretourneerd. Hetzelfde zal waarschyn-
lijk gebeuren met de postpakketten.
Wat er zal gebeuren met de glro-over-
schryvingen van nen, die met de N.V. m
verbinding hebben gestaan, ls nog niet De-
kend.
Iemand, die van den stand van zaken op
de hoogte was, heeft verzekerd, dat de
„Wikuna" ongeveer vier a vijfduizend slacht
offers heeft gemaakt in heel Nederland.
Deze menschen zijn door deze firma ernstig
gedupeerd en blijven nu zitten met een vry-
wel waardelooze breimachine en zonder
afzetgebied voor hun producten.
Eenige leden van het ontslagen personeel
zouden voornemens zyn om op eigen gele
genheid eenzelfde onderneming op te richten.
Mocht dit gerucht waarheid bevatten, dan
zal men goed doen, alvorens op aanbiedingen
in te gaan, zich in verbinding te stellen met
de Centrale Recherche, die over alle gegevens
beschikt.
Twee vrouwen gewond
In de Stolkwijkstraat te Amsterdam wa
ren Maandagavond twee vrouwen aan het
wasschen van handschoenen in benzine. In
de nabyheid brandde een gastoestel. Plotse
ling vloog de benzine in brand tengevolge
van de dampen die zich mededeelden aan
de open vlam. De beide vrouwen liepen
brandwonden op aan handen en gelaat.
Door de brandweer, die gealarmeerd was,
werden zij voorloopig verbonden, om later
in het Wilhelminagasthuis meer afdoende te
worden behandeld.
Het begin van brand was spoedig ge-
bluseht.
Naar wordt meegedeeld, werd eergisteren
te Loosdrecht een groepje van vijf zwalu
wen (boerenzwaluwen) gezien. Dit is zeer
vroeg in het jaar Gewoonlijk wordt de zwa-
luwtrek eerst omstreeks haif April waarge
nomen.
Een werkman gedood
By de rioleringswerken aan het Zwarte
Wegje te Delft is gistermorgen omstreeks
half elf de bok, waarmede de ijzeren dam-
wanden uit den grond worden getrokken,
door het breken van een plank gekanteld.
De veertigjarige arbeider D. Lander uit Delft
kreeg het gevaarte op het hoofd en werd op
slag 'gedood.
Verlofgangers:
H. H. Morison, contr. 1ste kl. by het Binn.
Best,, 's Gravenhage; J. Mensé, adj.-comm.
by de P. T. T., 's Gravenhage: P- W. Lo-
kollo, landbouwopz. by het Krankzinnigen
gesticht te Sabang, 's Gravenhage; W. C.
Tismeer, wnd. gezagh. by de Gouv. Marine,
Amsterdam: A. Hendriksz, letterzetter 2de
kl bij de Landsdrukkerij, Zutphen; J. M.
Priem, opz. bij de S.S. en Tr., 's Graven
hage: L. ten Cate, verpl. 1ste kl. by het
Krankzlnnlgengest. te Buitenzorg, 's Gra
venhage; J. A. Gladdinus, onderw. 3de kl.
bii het O.W.L.O., St. Willibrord; J. J. W.
Volkert, ambt. 4de kl. by den Dienst der In-
en Uitvcerr en Acc., 's Gravenhage; G. L.
Rijkschroeff, comm. by het Tucht-, Opvoe-
dings- en Armwezen, 's-Gravenhage; mr.
H. D. van Werkum, ass.-res. by het B.B.,
Doorn; mej. M. G van Leersum, verpl. 1ste
kl. by den dienst der Volksgezondheid,
Nunspeet.
Algemeene vergadering-
te Rotterdam
Op den derden Paaschdag heeft de Dioce
saan Ver. „St. Augustinus", de véreeniging
der Kath. Onderwijzers in het bisdom Haar
lem, te Rotterdam haar 39ste algemeene
vergadering gehouden.
De dag werd ingezet met een H. Mis,
welke te half tien in de kapel van het
Allerh. Sacrament werd opgedragen door
den geestelyk adviseur der vereeniging, prof.
P. J. Heskes van het Philosophicum te War
mond.
Te half elf ving hierna in de Tivoli bo
venzalen de vergadering aan, weike door een
groot aantal vertegenwoordigers der af-
deelingen werden bijgewoond.
Nadat de voorzitter, de heer H. G. de
Boer, de bijeenkomst had geopend, werd
door allen staande het Bondslied gezongen.
Aan de orde kwamen hierna de benoe
mingen. De heer A. van Breukelen werd
herkozen als lid van het hoofdbestuur. In
plaats van mej. J. Tijburg, die zich niet
herkiesbaar had gesteld, werd mej. C. Bak
ker gekozen tot lid van de St. Alfonsus-
commissie (retraite). En in het bestuur van
het Ondersteuningsfonds werd in plaats
van den heer J. Badoux gekozen de heer
Dhondt.
Als plaats voor de volgende algemeene
vergadering werd aangewezen de afdeeiing
Amsterdam.
Jaarverslagen van secretaris en penning
meester werden goedgekeurd. De begrooting
voor het jaar 1932 werd vastgesteld op een
bedrag van 12.110. Op voorstel van de af
deeiing Amsterdam werd de post voor de St.
Alfonsus-commissie nog met 100 ver
hoogd.
Tot lid van het Federatiebestuur werd
herkozen de heer W. J. Speller; tot lid
plaatsvervanger de heer A. van Breukelen.
Ook de heer Frans Wisse werd wederom lid
van de redactie van het K. S. herbenoemd.
Door de afdeeiing Aar- en Amstelstreek
was ingediend een voorstel om als studie
object voor 1931—1932 te nemen: het onder-
wys in lichamelijke oefening op de lagere
soholen, waarby te letten op de volgende
punten: a.) Wie moeten het geven? b.) Wat
moet gegeven worden? c.) Hoe moet dat on-
derwys gegeven worden aan gemengde scho
len?^.) Zijn de bezitters van de akte j be
voegd? e.) Zoo niet, moeten dan aanvullen
de cursussen worden gegeven?
Besloten werd de bestudeering van het
onderwerp door het hoofdbestuur te doen
voorbereiden.
Er volgde dan een huishoudelyk gedeelte
van de vergadering.
Na de pauze werd de behandeling van de
overige punten der agenda aan de orde ge-
steld.
Goedkeuring werd gehecht aan een 13-tal
door het hoofdbestuur opgestelde conclusies
inzake beroepskeuze.
Onder deze conclusie lezen wy: de actie
voor de oprichting van een R.K. Beroeps
keuze-bureau of commissie (of beide) kan
uitgaan van een onderwyzersvereeniging,
het jeugdwerk, den Vrouwenbond, een Kath.
Centrale of eenige andere vereeniging. Con
tact met de overige vereenigingen is daarby
onmisbaar.
Het hoofdbestuur verzoekt Mgr. den Bis
schop tot het instellen van een commissie
met aanwyzing van de organisaties, die daar
in zitting nemen.
Tenslotte kwam in behandeling Het Fede
ratie-voorstel inzake bydrage voor opleiding
van een inlandsch priester. Besloten werd
met 92 tegen 34 stemmen om, bygeval dit
voorstel ln de Federatie-vergadering een
meerderheid mocht verwerven van de afdee-
lingen der D. V., 10 cent meer afdracht per
lid te heffen.
By de rondvraag werd nog ter tafel ge
bracht de alleen-benoembaarheid van leden
der D.V. en de houding van eenige leden
van de Kath. Kamerfractie Inzake verhoo
ging kindertoeslag.
Na een kort woord van den voorzitter
werd de vergadering gesloten.
Tegen den dader 20 jaar geëischt.
Gistermiddag diende voor de Utrechtsche
Rechtbank de zaak tegen den 2ü-jarigen
Indischen bediende Sono, die 30 Januari j.l.
een drievoudigen moord te Bilthoven pleegde,
waarvan mevrouw Soeparwi en haar beide
kinderen het slachtofer werden.
Er bestond voor de behandeling van deze
zaak, zoowel op de publieke als op de gere
serveerde tribune enorme belangstelling.
Verdachte, die tusschen twee veldwachters
werd binnengeleid, zag er uiterlijk zeer kalm
uit. Als tolk trad op een lector in het Ja-
vaansch aan de Leidsche Universiteit.
By het voorlezen van de dagvaarding brak
de heer Soeparwi, die in de zaal aanwezig
was, herhaalde malen in snikken uit.
Als eerste deskundige wordt gehoord prof.
dr. Baart de la Faille, die de lyken der
slachtoffers aan een gerechtehjke sectie heeft
onderworpen.De deskundige verklaarde dat hy
bij geen der drie lyken ziekelijke afwykingen
geconstateerd heeft die den dood veroorzaakt
zouden kunnen hebben. Alle drie zijn be
zweken aan de door Sono met een scherp
mes toegebrachte verwondingen. Met me- t zen, dat hij voor den moord eenige niet na-
vrouw Soeparwi moet de bediende wel 30 I der te noemen handelingen had gepleegd,
minuten geworsteld hebben wat te conelu- I De volgende getuige, een vroegere vriend
deeren viel uit de talryke verwondingen. 'Ge
beide kinderen moeten door den bediende
n\e; den grond heen en weer geroid zijn
om hen gedurende dit rollen de a hals af te
snyuc n.
Sono beweerde desgevraagd zich niets
meer van het gebeurde te herinneren. Dr.
Scholten van het Psychopatenasyl te Hei
den en arts aan de strafgevangenis in Den
Haag wordt eveneens als deskundige ge
hoord. Deze getuige heeft verdachte her
haalde malen in de cel bezocht en was tot
de conclusie gekomen dat beklanade wet toe
rekenbaar moet worden verklaard, maar in
verminderde mate door den geprikkeldcn
toestand waarin hij vaak verkeerde, als ge
volg waarvan hy niet meer precies wist wat
hij deed.
Deskundige, dr. Seholtën grondde zijn ver
klaring op een 16-jarigè praktijk als psy
chiater in Indië.
Op een vraag van den verdediger mr. v.
d. Breggen uit Zeist antwoordde dr. Schol
ten dat Sono den dood van mevrouw Soe
parwi aanvankeiyk niet gewild heeft, doch
toen verdachte er een doodde, heeft hij on
der invloed van denzelfden impuls alle drie
Slachtoffers gedood.
Dan wordt de heer Soeparwi als getuige
gehoord Hy releveert by zijn verhoor de ver
schillende feiten, die zich by zyn thuiskomst
hebben voorgedaan. Op verzoek van den pre
sident verklaart hy dat zyn vrouw Sono had
beloofd Hollandsch te leeren, welke belofte
zy ook gehouden heeft. Sono was een goede
jongen zoo verklaarde getuige; alleen de
laatste dagen voor den moord viel het op
dat hy zoo stil was. Mevrouw Soeparwi was
zeer zacht van aard, getuige acht het zeer
onwaarschijnlyk dat zyn vrouw tegen Sono
heeft gezegd, dat zij met de lessen wilde
eindigen.
De verdediger: „Heeft Sono niet eenige
dagen voor den moord een glas gebreken?
Getuige antwoordt bevestigend en deelde me
de dat men hem daarover niet lastig is ge
vallen. Hem is alleen gezegd dat hy wat
voorzichtiger moet doen.
Daarna werd een assistent aan de Neuro
logische Kliniek in Utrecht gehoord. Deze
getuige had verdachte kort na het gebeur
de onderzocht en heeft geen enkel spoor
kunnen vinden, dat er op zou kunnen wy-
Over de verschoten groene ripszijden
canapé lagen een paar ouderwetsche klee-
dingstukken achteloos uitgespreid. De
jongste dochter van vrouw Weigeit, de 17-
jarige Clara, keek er eens naar met een
geringschattend lachje.
„Er ls met den heelen rommel niet veel
meer aan te vangen, moeder! Het loont
niet eens de moeite, dat u het zware pak
hierheen gesleept hebt".
De moeder vouwde zorgvuldig het groot
stuk pakpapier op, dat Clara op den grond
gegooid had. ZU antwoordde niet. zy was
moe van den langen weg.
Nu zou zy niet dikwyls meer in de afge
legen Fichtenstraat komen. Tien jaar ach
tereen was zy eiken morgen daarheen ge
gaan om mevrouw Boumann, een weduwe,
in het huishouden te helpen. Door den dood
der oude dame had zy de betrekking, d!e
zy zoo gaarne vervulde, verloren. Uit de
bescheiden nalatenschap waren haar eenige
meubelen en kleedlngstukken toegewezen.
Met veel lawaai werd er een deur open
gemaakt. Clara's zuster, de donkerharige
Paula kwam van de zaak. Zy gunde zich
nauweiyk tyd om zich uit te kleeden, toen
zy de kleedingstukken op de sofa zag.
„Heerejee! de erfenis!" Met beide mol
lige handen woelde zij in de kleedingstuk
ken... Maar het duurde niet lang of haar
gezichtje met de roode wangen, vertoonde
een uitdrukking van teleurstelling. Nu
spreidde zy een gryzen mantel uit.
.Hemel! wat een wydte! Daar wikkelen
wy onze Clara wel drie maal ln! Wat zul
len we daar nu mee doen?"
Clara streek met het verzorgde handje
over den mantelkraag. „Het pluche was wel
voldoende voor een kapje. Jammer, dat hy
zoo versleten is".
„Weet je wat, moeder? wy tornen den
mantel uit elkaar en maken er dekens van.
De afzonderlijke stukken moeten bont om
zoomd worden. Dat kan nog heel mooi
worden".
Vrouw Weigeit zweeg. Toen zy er iets
tegen in wilde brengen, was de flinke stem
van haar jongste haar te vlug af.
„Ik weet het! ik ga met den mantel
naar het gemaskerd bal. Als oude tante
natuuriyk. Ik draag er een kapothoed by
met groote struisveeren, een reusachtlgen
ruiten doek, halflange, opengewerkte hand
schoenen en een waaier".
Vrouw Weigeit had haar handen in den
schoot gevouwen. Waren de meisjes dan
heelemaal vergeten, dat er zooveel lieve
herinneringen aan het eenvoddig kleeding-
stuk verbonden waren, die de waarde daar
van verhoogden? Jaren geleden, toen haar
dochters nog de vlechten op den rug droe
gen. was mevr. Baumann voortdurend als de
goede fee in de bescheiden woning gekomen
Vrouw Weigeit was opgestaan. Zwaar
legde zy haar hand op Paula's arm;
„Schel uit met die gekheid!" Met een
ruwe beweging rukte zy haar den mantel
van de schouders.
De meisjes wisselden een verbaasden
blik Wat scheelde moeder toch? Waarom
hield zy den ouden mantel zoo zorgzaam
vast?....
„Dat noemt men piëteit", flu'sterde
Paula, die iets begon te vermoeden. Met een
gedwongen lachje keek ze voor zich uit....
Eenige weken later. Vrouw Weigeit had
schoone gordijnen in haar woonkamer
opgehangen. Gehaakte kleedjes sierden
naaitafel en commode. In het kamertje rook
het naar grooten schoonmaak. Nu was het
werk gedaan. De huisvrouw keek tevreden
rond in haar klein rijk. Morgen kon Clara's
verjaardag gevierd worden. Het bezoek, dat
verwacht werd, kon niets af te keuren heb
ben.
Vrouw Weigeit deed de bovenste lade
van de commode open en keek bezorgd
naar het gekleurde kleedje. Het was op
verschillende plaatsen reeds echt dun ge
worden.
Maar daar haar portemonnale als altijd
slecht gevuld was, bleef haar slechts één
uitweg over. De meisjes hadden haar aan
geraden den gryzen mantel by een hande
laar in oude kleeren te verkoopen om geld
te hebben.
ZU had eerst schuw rondgekeken, voor
zy het winkeltje van den oudekleerenkOo-
per binnenging. Op straat had zy niemand
gezien, maar in den schemerlgen winkel
ontmoette zy een bekende. De lichtblonde
vrouw aan de toonbank bracht haai
lederen dag de krant aan huis.
Wat kwam die vrouw hier doen?
Vrouw Weigeit, die eerst in de deur was
blijven staan, trad ongemerkt nader. Haar
oogen werden groot van verbazing, toen
zy zag, dat de afgedragen regenmantel,
waarmede de krantenvrouw by weer en
wind door de straten ijlde, juist in een rek
van den handelaar verdween.
„Ja maar dat gaat toch niet! U
hebt den mantel toch noodlg". Vrouw Wei
geit had het onwillekeurig gezegd. Opgewon
den pakte zy den arm der vrouw en schudde
deze hartelyk.
De aangeroepene had zich verrast omge-
koerei
„Ach, bent u het, vrouw Weigeit". Zij
stak het kleine bedrag, dat de handelaar
haar uitbetaald had, zwygend in haar zax
Toen trok zy met een vermoeid lachje de
schouders op.
„Graag verkoop Ik den mantel niet. Maar
wat zal ik er aan doen? Jozef heeft geen
heele schoenen meer en Marletje geen jurkje.
Ik wist er anders geen raad op.
zy slikte en kon niets meer zeggen. Met
een vluchtig knikje verliet zy vlug den win
kel.
Nu was vrouw Welgelt aan de beurt.
De handelaar ln oude kleeren, een be-
weeglyk mannetje met gryze haren en spitse
kin, poetste zijn bril, eer hy den mantel
nakeek.
„Ik geef er 4.50 voor zei hy na een
oogenblik droog.
Vrouw Weigeit schrok. „Wat zegt u?"
,J 450. Daarmee is de oude mantel goed be
taald. Wilt u?"
De vrouw knikte. Peinzend staarde zy
voor zich uit. Maar toen het geld op de toon
bank rinkelde, richtte zy zich plotseling op
Er kwam leven in haar oogen.
„Nee nee! Laat maar. Ik heb een ander
plan. Ik verkoop den mantel niet".
Zy greep naar den mantel, hing hem over
den arm en haastte zich zonder groet naar
buiten.
Op de straat keek zy zoekend rond.
Juist verdween de krantenvrouw, die zij
eigenlijk zocht, ln een zystraat. Vrouw Wei
geit liep haar na.
„Vrouw Krügem, vrouw Krügem, wacht
eensl" Zy trof de vrouw die was biyven
staan in een leege portiek. Zonder veel woor
den te verspillen, duwde zy haar den man
tel ln de handen.
En toen maakte zy, dat zy wegkwam. Z'j
wilde geen dank.
Eerst in de volgende stille straat begon
zy langzamer te loopen. Vreugde schitterde
in haar eenvoudige trekken. Nu was de
mantel in goede handen en kon nog langen
tyd aan zyn doel beantwoorden.
van verdachte, verklaarde, dat deze steeds
met lof over de familie Soeparwi sprak. Ge
tuige sprak hem het laatst op 26 Januari
en er viel toen niets bijzonders aan hem te
bespeuren. Op 29 Januari heeft verdachte
tegen get's moeder gezegd, da" de heer Soe
parwi boos op hem was, omdat het slot van
den keukendeur defect was.
De president ondervraagt tenslotte door
middel van den tolk den verdachte. Deze er
kent, dat de heer Soeparwi op den dag van
den moord des morgens te acht uur was
uitgegaan. Op dien morgen heeft verdachte
aan mevrouw gevraagd Hollandsch te willen
spreken. Mevrouw Soeparwi antwoordde toen
in het Javaansch: „lk wil niet."
Sono is toen aan net stofzuigen gegaan.
President: „Heeft hy toen het plan opge
vat mevrouw met een mes te lijf te gaan?"
De tolk deelt mede, dat verdachte dit toe
geeft. Hij is het mes gaan halen en ging
naar mevrouw, die boven op de gang was.
Hy is meteen begonnen te steken, zóó toen
hy bij haar was gekomen. Mevrouw zou toen
gezegd hebben: „Ik heb er genoeg van, ik ga
sterven", maar precies nerinnert verdachte
het zich niet meer.
President: „Vroeger heeft hy verklaard,
dat mevrouw geroepen zou hebben: „Sono,
ik heb schuld aan je."
Verdachte zegt, zich dat niet meer te her
inneren. Hce hij gestoken heeft en hoe dik
wyls weet hy niet meer. Wel herinnert hij
zich, dat hij zyn slachtoffer in den hals
heeft geraakt met het mes.
President: „Weet hij, dat als men een
mensch of dier den hals afsnydt, dat deze
dan moet sterven?"
Hij zegt, dat te weten, doch op dien och
tend daaraan niet te hebben gedacht. Uit
verdere vragen blijkt, dat inmiddels de kin
deren boven kwamen en tat Sono toen de
kinderen met hetzelfde mes heeft gestoken.
De tolk: „Hy had niet de bedoeling om
de kinderen te dooden, maar hij wist niet
meer wat hy deed."
De president herinnert aan verd.'s ver
klaringen voor den Reehter-Commissaris af
gelegd. dat hy ook de itinde-en wilde ver
moorden. Ters'otte heeft Sono gemerkt, dat
mevrouw en de kinderen dood waren. Hy
heeft toen getracht zichzelf met het mes
verwondingen in den hals toe te brengen,
dit gelukte hem niet en toen heeit hy de
gaskraan open gezet er. de slang in den
mond genomen. Drie dagen voor den moord
had verdachte gehoord van de uitbarsting
van den Merapi Hij kon toen niet geregeld
meer werken en kreeg net verlangen om
naar zyn familie terug te kecren. Hy raakte
in de war en kreeg gerege.d standjes
De President leest een irief voor door
verdachte in het Huis van Bewaring ge
schreven aan een vriend te Bilthoven, waar
in hij zijn spijt uitdrukt over het gebeurde
en zegt. dat op den dag van den moord zyn
gedachten absoluut zoek waren.
Hierna was het woord aan den Substituut
Officier van Justitie voor het houden van
zyn requisitoir.
Mr. A. N. Fabius begint met een woord
van diepe deernis over het lot, dat mevr.
Soeparwi, haar kinderen en d°n heer Soe
parwi trof. Sono wendt nu voor, dat hij
zich van het gebeuren zoo goed als niets
herinnert, maar van den oeginne heeft de
bekentenis van Sono voorop gestaan. De Of
ficier gaat de voornaamste bijzonderheden
na en verklaart, dat onomstooteliik vaststaat
dat de inlandsche bediende de dader is.
Het motief van zyn misdaad? Sono zelf
zegt er niet veel van. Mevr. Soeparwi zou
zoo weinig Hollandsch met hem willen spre
ken. maar het bleek intusscheu, ctat ver
dachte zelf de Nederlandsche taal wel goed
machtig is. Hy kon dus moeilijk gramstorig
er over zyn, dat mevrouw Soeparwi zoo wei
nig Nederlandsch met hem sprak.
Voor doodslag, driemaal gepleegd, vroeg
de Officier van Justitie ten slotte Sono's ver
oordeeling tot een gevangenisstraf van twin
tig jaar.
Mr. van de Breggen uit Zeist, constateert
in zijn pleidooi, dat er een wrok moet zyn
tusschen den Indischen bediende en mevr.
Soenarvi over het feit, dat de laatste niet
voldoende Nederlandsen met hem wenschte
te snreken. Indien de heer Soeparwi zegt,
dat dit niet waar kan zyn, n-ndat zijn vrouw
hem alles vertelt en nooit over eenige wrok
bad gesproken, dan neemt pleiter aan. dat
zy dit verzwegen heeft ten einde een onaan
gename sfeer te voorkomen.
Pleiter eindigt zijn pleidooi met de ver
klaring, dat hii de strafmaat geheel aan de
rechtbank overlaat.
De uitspraak wordt bepaald op 21 April.
Een nieuw onderzoek ingesteld
Naar de „Osservatore" uit Bombay ver
neemt, is in de stad Goa een nieuw on
derzoek ingesteld naar den toestand van de
relieken van den H. Franciscus Xavjrius.
Het lichaam van den Heilige werd onder
zocht door dr. Walfango da Sil/a. oud-di
recteur van den geneeskundigen dienst, in
tegenwoordigheid van den patriarch van In
dië en den gouverneur van Goa.
Het overheidsbedrüf.
8 April. Ik heb hier onlangs de vraag
opgeworpen of het overheidsbedrijf in acti
viteit kan wedijveren mot het particulier
bedrijf en aangezien ik in dezen hoek my
plechtig van alles wat naar politiek zweemt
heb te onthouden, heb lk als 'n haas de
beenen genomen voor iemand mij om een
antwoord vroeg.
Tóch meet ik er weer over beginnen.
Want telkens als ik langs een postkantoor
loop, zeg ik bij mezelf: „Als een particuliere
onderneming een étalage maakt van niets
dan groene horren, kwam er toch geen
mensch meer koopen!" En als ik er des
ondanks telkens weer binnenga, beschuldig
ik mezelf iederen keer van karakterloosheid.
Ik heb nog 'nooit gemerkt, dat ik er als
kooper welkom was. Geen bloemetje siert
het interieur 'of veraangenaamt er het ver
blijf. Cadeaux, korting voor contante beta
ling, ,,'n sneep,ie meneer?" ho maar; wel
wordt my links van den muur toege
schreeuwd: Hou je hand voor je mond als
je niest! En rechts brult een plakaat, terwijl
ik in eerbiedig zwijgen myn beurt sta af te
wacht: STILTE. Je zou er tos komen de
post te boycotten en al je brieven persoon
lijk te gaan bezorgen! Maar zelfs als je dat
deed, zouden de juffrouwen achter het loket
er Ijskoud onder blijven, want ze zijn voor
geen cent verkoopster. Nog nooit heeft 'n
beambte mij by voorbeeld gevraagd: „Hebt u
onze verbinding met Konstantinopel al eens
geprobeerd? 't Is gewoon of je over 'n stads-
iyn spreekt!" Maar dat komt misschien,
omdat dit geen aanbeveling zou ziin. Of:
„Hebt u al een girorekening? Er zyn zóó
veel voordeelen aan verbondenHebt u
gelezen van dien meneer in het Noorden,
wien het Ryk driekwart ton heeft kwijtge
scholden, die hy te veel had getrokken? Dat
gelukje had ook u kunnen treffen!"
Om tot mijn uitgangspunt terug te keeren,
waarom heeft een po:tzegelwinkel geen uit
stalling? De kleinste snoepwinkel heeft een
étalage, om den blik van den voorbijganger
te trekken, maar ik heb dikwijls een straat
twee maal moeten doorloopsn, alvorens het
postkantoor ook maar te herkennen.
Het etaleeren wordt schandeiyk verwaar
loosd. De post kan onmogelijk concurreeren
tegen banketbakkeryen en ldeedingzaken, als
zij niet op aantrekkelijke wijze haar goede
ren voor het raam etaleert: b.v. eenige mooie
series postzegels, een goed gevuld spaar
bankboekje, een paar telefoonboeken ln
prachtband (omwikkeld met kleurige en
censationeele reclamestrooken, zooals romans
clie hebben), eenige pakkende telegram tek
sten, een brievenbesteller in was, het portret
van den directeur met zijn gezin.
Ik vraag me zelfs af. of een klein strijkje
in ieder hulppostkantoor niet ruimschoots
zyn kosten zou opbrengen. En allicht schiet
er ook nog 'n vierkante meter over om te
dansen. Als men de menschen eenmaal in 'n
prettige stemming krygt, zullen zy grtóg
tweemaal zooveel postzegels koopen als zij
neodig hebben. En daar is het toch ten slotte
in iedere zaak maar om te doen.
Het lichaam bevond zich in denzelfden
toestand als in 1D23.
De heilige relieken zullen ln December ter
vereering worden uitgesteld.
De voorgenomen verhooging b?j Inwerking
treding der Tarwcwct
Naar het „Hdbd." verneemt, zyn er tus
schen de meelfabrieken besprekingen ge
voerd over de vaststelling van den prys van
tarwebloem na het in werking treden der
tarwewet.
Indien, zooals te verwachten is, de ge-
heele meel-ir.dustrie zal meegaan met het
geen in beginsel overeengekomen werd, zal
de prijs van tarwebloem voor ieder procent
inlandsche tarwe dat in het meel moet wor
den verwerkt, worden verhoogd met 10 cent
per 100 k g.
Indien bijvoorbeeld 25 pet. Inlandsche
tarwe dit is het wettelyk maximum
zou moeten worden bijgevoegd (naar men
weet is het mengingspercentage nog niet
vastgesteld) zou de prijs met 2.50 per 100
k.g. moeten worden verhoogd.
Op basis van den tegenwoordig geldenden
prys van 10 a 11 per 100 k.g. zou dit een
aanzienlijke verhooging kunnen zijn indien
het by te mengen quantum inlandsch een
vierde of een vyfde van het totaal gaat
uitmaken. Het valt nog niet te voorspellen
of deze) verhooging ook in den prys van
brood en' meelproducten tot uitdrukking zal
komen. De broodprijs is hier te lande niet
gedaald in verhouding tot den meelprys,
zoodat een verhooging van den bloemprijs
niet onmiddellijk in den prijs van het brood
tot uitdrukking behoeft te komen.
273. Wim maakte het touw vast aan een kram,
Stevig in den muur geslagen,
Ging toen voorzichtig naar den agent,
Nu scheen hy het te durven wagen.
De jongen sloeg de lus om de hand
Van den agent, die niets vermoedde,
„Ja," zei Wim, „je doet my nu toch niets.
Ik biyf wel op myn hoede."
274. „Ik zal doen wat u zegt," zei Pim gerust,
„Graag wil ik naar uw raad hooren,
Misschien bereiken wy nog het land,
Alle hoop is nog niet verloren.
Of word ik wat zwaar, of u vrat moe,
Dan geeft u maar een seintje,
Dan laat u mij zakken in de zee,
Ik zwem dan we! een eindje."