Gemengd cGCieuws Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN Kalender blaadj e Een Nederlander spion in Frankrijk? Ernstige brand te Amsterdam Aannemers weigeren in te schrijven De N.V. „Wikuna" geliquideerd Het gevaarlijke wasschen met benzine Vijf boerenzwaluwen Een bok omgevallen ONZE OOST Indische Dienst ONDERWIJS St. Augustinusvereenlging RECHTSZAKEN Drievoudige moord te Bilthoven In goede handen KERKNIEUWS De relieken van St. Franciscus LANDBOUW EN VEETEELT Bloemprijs en Tarwe wef Nasleep van een inbraakgeschiedenis In December werd, naar te zijner tijd ge meld werd, te Rotterdam de rentmeester van een Bretonsch kasteel, de Nederlander L., wegens eenvoudige inbraak gevangen genomen. Volgens een bericht van de „Ma- tin" heeft de zaak sindsdien een ernstig ka rakter aangenomen. Uit Rennes zijn twee rechercheurs te Plougastel aangekomen, om ter plaatse een onderzoek In te stellen naar het verblijf gedurende eenigen tijd aldaar van L. met een vrouw, die hij voor zijn zuster liet dcorgaan. De tuinman van het kasteel heeft verklaard, dat L. betreffende de cul tuur van toeten noch blazen wist. Daaren tegen wekten zijn nachtelijke wandelingen met een koffertje in de hand, langs een na burig riviertje, den argwaan van pachtboe ren uit de streek. Men vroeg zich af, of hij er geen geheime plannen opnam. Recht te genover het kasteel staat namelijk een fa briek van ontplofbare stoffen, die de lands verdediging van nabij raakt. In deze buurt heeft men hem in gezelschap van een man met zwarten baard gezien, die in de plaats onbekend was. Toen L. de vlucht nam, was de onbekende ter plaatse. Wat de vrouw betreft: herhaaldelijk maakte ze gedurende haar verblijf te Plou gastel uitstapjes. Men gelooft, dat ze in En geland, Nederland en Duitschland geweest Winkelhuis uitgebrand Gisteravond omstreeks 9 uur is door on bekende oorzaak brand uitgebroken in het magazijn van koffers tasschen en andere lederwaren van den herr Nauwen, Java- straat 72 te Amsterdam. Toen de brand werd ontdekt, was hij reeds vrij omvangrijk. De uewoner van de tweede verdieping, die evenals de andere bewoners van het perceel zich in veiligh-dd stelde, heeft de ruit van de wmaeldeur ingetrapt. Hij deed dat met een onge,schoeiden voet. Door het glas kreeg ni) een vrij ernstige snijwond aan dat lichaamsdeel. Door den Geneeskundigen Dienst werd hij meegeno men naar een ziekenhuis om de wond te laten hechten. Door het stuktrappen van de ruit kwam er lucht bij het vuur, waardoor het flink aan wakkerde. Het verspreidde zich over de drie vertrekken, waaruit het winkelhuis nestaat. De brandweer bestreed het vuur, ten aan- schouwe van honderden menschen. die in deze volkrijke buurt samenstroomden, met vier stralen op een motorspuit. zy wist den brand tot dit gedeelte van het perceel te beperken, maar alle drie vertrekken, bene vens de inventaris, werden een prooi der vlammen. De winkelier, die elders woont, was niet aanwezig, toen de brand uitbrak. Een kwar tier daarvoor hadden de ouren nog lient zien branden. Concurrentie van werkloozen Te Deventer hebben aannemers van grond werken geweigerd in te schrijven bü de openbare aanbesteding van grondwerk voor de bedijking van Hoven en Steenenkamer by Deventer, omdat ook werd ingesenreven door een groep werkloozen. De aannemers zeg gen, dat zü niet kunnen concurreeren tegen de lage prijzen, waarvoor de werkloozen in- schryven, die nu eenmaal niet zitien voor de kosten, door de aannemers te voldoen je gens de bij de vakvereenir ingen geldende loonen en de sociale wetgeving. De directeur met de Noorderzon verdwenen. Zooals bekend, is sinds eenige jaren te Amsterdam de N.V. „Wikuna" gevestigd, welke zich voornameiyk bezig hield met het verkoopen op afbetaling van zgn. Wikuna breimachines. Aan de koopers van deze machines werd voorgespiegeld, dat zy daar mede groote winsten konden behalen. In de praktijk echter kwam het er in de meeste gevallen op neer. dat a'leen de firma voor deel had van deze transacties en dat de koopers opgescheept bleven zitten met de machines, waarmee zij niet veel konden uit richten. Zeer vele klachten bereikten hierover reeds de politie en justitie, doch nooit is door de Justitie ingegrepen. Over het algemeen be waarde men een diep stilzwegen over de praktyken van de firma „Wikuna" en zoo doende waren vele aspirant-koopers niet in de gelegenheid zich van te voren te verge wissen van de juistheid der voorspiegelingen, hun door de firma gedaan. Met het gevolg, dat de N.V. Wikuna zeer vee', eenvoudige lieden zand m de oogen strooide en geregeld belangrijke bedragen opstreek van menschcn, die het ge'd nauwelijks konden missen, doch die zich door het aanschaffen van een brei machine een ruimere broodwinning meenden te kunnen verschaffen. Thans is echter de directeur van deze fraaie onderneming, een zekere Basi'ius die echter slechts een strooman was voor den eigenlijken eigenaar, een geboren Dultscher, Wittich—Kunau genaamd met de Noor derzon verdwenen. Aan het huis, op het Frederiksplein, waarin de onderneming ge vestigd was, is een bord aangeslagen waarop te lezen staat, dat de N.V. geliquideerd ls. Hst personeel is de vorige week ontslagen en het In de kas aanwezige geld heeft de heer Basi'ius meegenomen. Achterge'aten is slechts een groote hoe veelheid drukwerkjes, o.a. reclameboekjes. Biykbaar heeft dus de N.V. haar werkzaam heden voorgoed gestaakt. De kans, dat zij, die nog ge'd van de firma .Wikuna" te vor deren hebben, dat inderdaad ook zullen ont vangen, moet, gezien de omstandigheden, als uiterst gering worden beschouwd. De justitie heeft nog niet ingegrepen en wanneer zij dit doet is het zeer de vraag of de heer Basilius, die naar Duitschland vertrokken zou zyn, nog te achterhalen is en of deze dan nog in het bezit zal zijn var de gelden. Gisteren zyn in den loop van den dag door de posteryen nog ve'e postwissels en post pakketten, bestemd voor de N.V. „Wikuna". ontvangen. De DCstwissels zullen door den dienst der postenjen aan de afzenders wor den geretourneerd. Hetzelfde zal waarschyn- lijk gebeuren met de postpakketten. Wat er zal gebeuren met de glro-over- schryvingen van nen, die met de N.V. m verbinding hebben gestaan, ls nog niet De- kend. Iemand, die van den stand van zaken op de hoogte was, heeft verzekerd, dat de „Wikuna" ongeveer vier a vijfduizend slacht offers heeft gemaakt in heel Nederland. Deze menschen zijn door deze firma ernstig gedupeerd en blijven nu zitten met een vry- wel waardelooze breimachine en zonder afzetgebied voor hun producten. Eenige leden van het ontslagen personeel zouden voornemens zyn om op eigen gele genheid eenzelfde onderneming op te richten. Mocht dit gerucht waarheid bevatten, dan zal men goed doen, alvorens op aanbiedingen in te gaan, zich in verbinding te stellen met de Centrale Recherche, die over alle gegevens beschikt. Twee vrouwen gewond In de Stolkwijkstraat te Amsterdam wa ren Maandagavond twee vrouwen aan het wasschen van handschoenen in benzine. In de nabyheid brandde een gastoestel. Plotse ling vloog de benzine in brand tengevolge van de dampen die zich mededeelden aan de open vlam. De beide vrouwen liepen brandwonden op aan handen en gelaat. Door de brandweer, die gealarmeerd was, werden zij voorloopig verbonden, om later in het Wilhelminagasthuis meer afdoende te worden behandeld. Het begin van brand was spoedig ge- bluseht. Naar wordt meegedeeld, werd eergisteren te Loosdrecht een groepje van vijf zwalu wen (boerenzwaluwen) gezien. Dit is zeer vroeg in het jaar Gewoonlijk wordt de zwa- luwtrek eerst omstreeks haif April waarge nomen. Een werkman gedood By de rioleringswerken aan het Zwarte Wegje te Delft is gistermorgen omstreeks half elf de bok, waarmede de ijzeren dam- wanden uit den grond worden getrokken, door het breken van een plank gekanteld. De veertigjarige arbeider D. Lander uit Delft kreeg het gevaarte op het hoofd en werd op slag 'gedood. Verlofgangers: H. H. Morison, contr. 1ste kl. by het Binn. Best,, 's Gravenhage; J. Mensé, adj.-comm. by de P. T. T., 's Gravenhage: P- W. Lo- kollo, landbouwopz. by het Krankzinnigen gesticht te Sabang, 's Gravenhage; W. C. Tismeer, wnd. gezagh. by de Gouv. Marine, Amsterdam: A. Hendriksz, letterzetter 2de kl bij de Landsdrukkerij, Zutphen; J. M. Priem, opz. bij de S.S. en Tr., 's Graven hage: L. ten Cate, verpl. 1ste kl. by het Krankzlnnlgengest. te Buitenzorg, 's Gra venhage; J. A. Gladdinus, onderw. 3de kl. bii het O.W.L.O., St. Willibrord; J. J. W. Volkert, ambt. 4de kl. by den Dienst der In- en Uitvcerr en Acc., 's Gravenhage; G. L. Rijkschroeff, comm. by het Tucht-, Opvoe- dings- en Armwezen, 's-Gravenhage; mr. H. D. van Werkum, ass.-res. by het B.B., Doorn; mej. M. G van Leersum, verpl. 1ste kl. by den dienst der Volksgezondheid, Nunspeet. Algemeene vergadering- te Rotterdam Op den derden Paaschdag heeft de Dioce saan Ver. „St. Augustinus", de véreeniging der Kath. Onderwijzers in het bisdom Haar lem, te Rotterdam haar 39ste algemeene vergadering gehouden. De dag werd ingezet met een H. Mis, welke te half tien in de kapel van het Allerh. Sacrament werd opgedragen door den geestelyk adviseur der vereeniging, prof. P. J. Heskes van het Philosophicum te War mond. Te half elf ving hierna in de Tivoli bo venzalen de vergadering aan, weike door een groot aantal vertegenwoordigers der af- deelingen werden bijgewoond. Nadat de voorzitter, de heer H. G. de Boer, de bijeenkomst had geopend, werd door allen staande het Bondslied gezongen. Aan de orde kwamen hierna de benoe mingen. De heer A. van Breukelen werd herkozen als lid van het hoofdbestuur. In plaats van mej. J. Tijburg, die zich niet herkiesbaar had gesteld, werd mej. C. Bak ker gekozen tot lid van de St. Alfonsus- commissie (retraite). En in het bestuur van het Ondersteuningsfonds werd in plaats van den heer J. Badoux gekozen de heer Dhondt. Als plaats voor de volgende algemeene vergadering werd aangewezen de afdeeiing Amsterdam. Jaarverslagen van secretaris en penning meester werden goedgekeurd. De begrooting voor het jaar 1932 werd vastgesteld op een bedrag van 12.110. Op voorstel van de af deeiing Amsterdam werd de post voor de St. Alfonsus-commissie nog met 100 ver hoogd. Tot lid van het Federatiebestuur werd herkozen de heer W. J. Speller; tot lid plaatsvervanger de heer A. van Breukelen. Ook de heer Frans Wisse werd wederom lid van de redactie van het K. S. herbenoemd. Door de afdeeiing Aar- en Amstelstreek was ingediend een voorstel om als studie object voor 1931—1932 te nemen: het onder- wys in lichamelijke oefening op de lagere soholen, waarby te letten op de volgende punten: a.) Wie moeten het geven? b.) Wat moet gegeven worden? c.) Hoe moet dat on- derwys gegeven worden aan gemengde scho len?^.) Zijn de bezitters van de akte j be voegd? e.) Zoo niet, moeten dan aanvullen de cursussen worden gegeven? Besloten werd de bestudeering van het onderwerp door het hoofdbestuur te doen voorbereiden. Er volgde dan een huishoudelyk gedeelte van de vergadering. Na de pauze werd de behandeling van de overige punten der agenda aan de orde ge- steld. Goedkeuring werd gehecht aan een 13-tal door het hoofdbestuur opgestelde conclusies inzake beroepskeuze. Onder deze conclusie lezen wy: de actie voor de oprichting van een R.K. Beroeps keuze-bureau of commissie (of beide) kan uitgaan van een onderwyzersvereeniging, het jeugdwerk, den Vrouwenbond, een Kath. Centrale of eenige andere vereeniging. Con tact met de overige vereenigingen is daarby onmisbaar. Het hoofdbestuur verzoekt Mgr. den Bis schop tot het instellen van een commissie met aanwyzing van de organisaties, die daar in zitting nemen. Tenslotte kwam in behandeling Het Fede ratie-voorstel inzake bydrage voor opleiding van een inlandsch priester. Besloten werd met 92 tegen 34 stemmen om, bygeval dit voorstel ln de Federatie-vergadering een meerderheid mocht verwerven van de afdee- lingen der D. V., 10 cent meer afdracht per lid te heffen. By de rondvraag werd nog ter tafel ge bracht de alleen-benoembaarheid van leden der D.V. en de houding van eenige leden van de Kath. Kamerfractie Inzake verhoo ging kindertoeslag. Na een kort woord van den voorzitter werd de vergadering gesloten. Tegen den dader 20 jaar geëischt. Gistermiddag diende voor de Utrechtsche Rechtbank de zaak tegen den 2ü-jarigen Indischen bediende Sono, die 30 Januari j.l. een drievoudigen moord te Bilthoven pleegde, waarvan mevrouw Soeparwi en haar beide kinderen het slachtofer werden. Er bestond voor de behandeling van deze zaak, zoowel op de publieke als op de gere serveerde tribune enorme belangstelling. Verdachte, die tusschen twee veldwachters werd binnengeleid, zag er uiterlijk zeer kalm uit. Als tolk trad op een lector in het Ja- vaansch aan de Leidsche Universiteit. By het voorlezen van de dagvaarding brak de heer Soeparwi, die in de zaal aanwezig was, herhaalde malen in snikken uit. Als eerste deskundige wordt gehoord prof. dr. Baart de la Faille, die de lyken der slachtoffers aan een gerechtehjke sectie heeft onderworpen.De deskundige verklaarde dat hy bij geen der drie lyken ziekelijke afwykingen geconstateerd heeft die den dood veroorzaakt zouden kunnen hebben. Alle drie zijn be zweken aan de door Sono met een scherp mes toegebrachte verwondingen. Met me- t zen, dat hij voor den moord eenige niet na- vrouw Soeparwi moet de bediende wel 30 I der te noemen handelingen had gepleegd, minuten geworsteld hebben wat te conelu- I De volgende getuige, een vroegere vriend deeren viel uit de talryke verwondingen. 'Ge beide kinderen moeten door den bediende n\e; den grond heen en weer geroid zijn om hen gedurende dit rollen de a hals af te snyuc n. Sono beweerde desgevraagd zich niets meer van het gebeurde te herinneren. Dr. Scholten van het Psychopatenasyl te Hei den en arts aan de strafgevangenis in Den Haag wordt eveneens als deskundige ge hoord. Deze getuige heeft verdachte her haalde malen in de cel bezocht en was tot de conclusie gekomen dat beklanade wet toe rekenbaar moet worden verklaard, maar in verminderde mate door den geprikkeldcn toestand waarin hij vaak verkeerde, als ge volg waarvan hy niet meer precies wist wat hij deed. Deskundige, dr. Seholtën grondde zijn ver klaring op een 16-jarigè praktijk als psy chiater in Indië. Op een vraag van den verdediger mr. v. d. Breggen uit Zeist antwoordde dr. Schol ten dat Sono den dood van mevrouw Soe parwi aanvankeiyk niet gewild heeft, doch toen verdachte er een doodde, heeft hij on der invloed van denzelfden impuls alle drie Slachtoffers gedood. Dan wordt de heer Soeparwi als getuige gehoord Hy releveert by zijn verhoor de ver schillende feiten, die zich by zyn thuiskomst hebben voorgedaan. Op verzoek van den pre sident verklaart hy dat zyn vrouw Sono had beloofd Hollandsch te leeren, welke belofte zy ook gehouden heeft. Sono was een goede jongen zoo verklaarde getuige; alleen de laatste dagen voor den moord viel het op dat hy zoo stil was. Mevrouw Soeparwi was zeer zacht van aard, getuige acht het zeer onwaarschijnlyk dat zyn vrouw tegen Sono heeft gezegd, dat zij met de lessen wilde eindigen. De verdediger: „Heeft Sono niet eenige dagen voor den moord een glas gebreken? Getuige antwoordt bevestigend en deelde me de dat men hem daarover niet lastig is ge vallen. Hem is alleen gezegd dat hy wat voorzichtiger moet doen. Daarna werd een assistent aan de Neuro logische Kliniek in Utrecht gehoord. Deze getuige had verdachte kort na het gebeur de onderzocht en heeft geen enkel spoor kunnen vinden, dat er op zou kunnen wy- Over de verschoten groene ripszijden canapé lagen een paar ouderwetsche klee- dingstukken achteloos uitgespreid. De jongste dochter van vrouw Weigeit, de 17- jarige Clara, keek er eens naar met een geringschattend lachje. „Er ls met den heelen rommel niet veel meer aan te vangen, moeder! Het loont niet eens de moeite, dat u het zware pak hierheen gesleept hebt". De moeder vouwde zorgvuldig het groot stuk pakpapier op, dat Clara op den grond gegooid had. ZU antwoordde niet. zy was moe van den langen weg. Nu zou zy niet dikwyls meer in de afge legen Fichtenstraat komen. Tien jaar ach tereen was zy eiken morgen daarheen ge gaan om mevrouw Boumann, een weduwe, in het huishouden te helpen. Door den dood der oude dame had zy de betrekking, d!e zy zoo gaarne vervulde, verloren. Uit de bescheiden nalatenschap waren haar eenige meubelen en kleedlngstukken toegewezen. Met veel lawaai werd er een deur open gemaakt. Clara's zuster, de donkerharige Paula kwam van de zaak. Zy gunde zich nauweiyk tyd om zich uit te kleeden, toen zy de kleedingstukken op de sofa zag. „Heerejee! de erfenis!" Met beide mol lige handen woelde zij in de kleedingstuk ken... Maar het duurde niet lang of haar gezichtje met de roode wangen, vertoonde een uitdrukking van teleurstelling. Nu spreidde zy een gryzen mantel uit. .Hemel! wat een wydte! Daar wikkelen wy onze Clara wel drie maal ln! Wat zul len we daar nu mee doen?" Clara streek met het verzorgde handje over den mantelkraag. „Het pluche was wel voldoende voor een kapje. Jammer, dat hy zoo versleten is". „Weet je wat, moeder? wy tornen den mantel uit elkaar en maken er dekens van. De afzonderlijke stukken moeten bont om zoomd worden. Dat kan nog heel mooi worden". Vrouw Weigeit zweeg. Toen zy er iets tegen in wilde brengen, was de flinke stem van haar jongste haar te vlug af. „Ik weet het! ik ga met den mantel naar het gemaskerd bal. Als oude tante natuuriyk. Ik draag er een kapothoed by met groote struisveeren, een reusachtlgen ruiten doek, halflange, opengewerkte hand schoenen en een waaier". Vrouw Weigeit had haar handen in den schoot gevouwen. Waren de meisjes dan heelemaal vergeten, dat er zooveel lieve herinneringen aan het eenvoddig kleeding- stuk verbonden waren, die de waarde daar van verhoogden? Jaren geleden, toen haar dochters nog de vlechten op den rug droe gen. was mevr. Baumann voortdurend als de goede fee in de bescheiden woning gekomen Vrouw Weigeit was opgestaan. Zwaar legde zy haar hand op Paula's arm; „Schel uit met die gekheid!" Met een ruwe beweging rukte zy haar den mantel van de schouders. De meisjes wisselden een verbaasden blik Wat scheelde moeder toch? Waarom hield zy den ouden mantel zoo zorgzaam vast?.... „Dat noemt men piëteit", flu'sterde Paula, die iets begon te vermoeden. Met een gedwongen lachje keek ze voor zich uit.... Eenige weken later. Vrouw Weigeit had schoone gordijnen in haar woonkamer opgehangen. Gehaakte kleedjes sierden naaitafel en commode. In het kamertje rook het naar grooten schoonmaak. Nu was het werk gedaan. De huisvrouw keek tevreden rond in haar klein rijk. Morgen kon Clara's verjaardag gevierd worden. Het bezoek, dat verwacht werd, kon niets af te keuren heb ben. Vrouw Weigeit deed de bovenste lade van de commode open en keek bezorgd naar het gekleurde kleedje. Het was op verschillende plaatsen reeds echt dun ge worden. Maar daar haar portemonnale als altijd slecht gevuld was, bleef haar slechts één uitweg over. De meisjes hadden haar aan geraden den gryzen mantel by een hande laar in oude kleeren te verkoopen om geld te hebben. ZU had eerst schuw rondgekeken, voor zy het winkeltje van den oudekleerenkOo- per binnenging. Op straat had zy niemand gezien, maar in den schemerlgen winkel ontmoette zy een bekende. De lichtblonde vrouw aan de toonbank bracht haai lederen dag de krant aan huis. Wat kwam die vrouw hier doen? Vrouw Weigeit, die eerst in de deur was blijven staan, trad ongemerkt nader. Haar oogen werden groot van verbazing, toen zy zag, dat de afgedragen regenmantel, waarmede de krantenvrouw by weer en wind door de straten ijlde, juist in een rek van den handelaar verdween. „Ja maar dat gaat toch niet! U hebt den mantel toch noodlg". Vrouw Wei geit had het onwillekeurig gezegd. Opgewon den pakte zy den arm der vrouw en schudde deze hartelyk. De aangeroepene had zich verrast omge- koerei „Ach, bent u het, vrouw Weigeit". Zij stak het kleine bedrag, dat de handelaar haar uitbetaald had, zwygend in haar zax Toen trok zy met een vermoeid lachje de schouders op. „Graag verkoop Ik den mantel niet. Maar wat zal ik er aan doen? Jozef heeft geen heele schoenen meer en Marletje geen jurkje. Ik wist er anders geen raad op. zy slikte en kon niets meer zeggen. Met een vluchtig knikje verliet zy vlug den win kel. Nu was vrouw Welgelt aan de beurt. De handelaar ln oude kleeren, een be- weeglyk mannetje met gryze haren en spitse kin, poetste zijn bril, eer hy den mantel nakeek. „Ik geef er 4.50 voor zei hy na een oogenblik droog. Vrouw Weigeit schrok. „Wat zegt u?" ,J 450. Daarmee is de oude mantel goed be taald. Wilt u?" De vrouw knikte. Peinzend staarde zy voor zich uit. Maar toen het geld op de toon bank rinkelde, richtte zy zich plotseling op Er kwam leven in haar oogen. „Nee nee! Laat maar. Ik heb een ander plan. Ik verkoop den mantel niet". Zy greep naar den mantel, hing hem over den arm en haastte zich zonder groet naar buiten. Op de straat keek zy zoekend rond. Juist verdween de krantenvrouw, die zij eigenlijk zocht, ln een zystraat. Vrouw Wei geit liep haar na. „Vrouw Krügem, vrouw Krügem, wacht eensl" Zy trof de vrouw die was biyven staan in een leege portiek. Zonder veel woor den te verspillen, duwde zy haar den man tel ln de handen. En toen maakte zy, dat zy wegkwam. Z'j wilde geen dank. Eerst in de volgende stille straat begon zy langzamer te loopen. Vreugde schitterde in haar eenvoudige trekken. Nu was de mantel in goede handen en kon nog langen tyd aan zyn doel beantwoorden. van verdachte, verklaarde, dat deze steeds met lof over de familie Soeparwi sprak. Ge tuige sprak hem het laatst op 26 Januari en er viel toen niets bijzonders aan hem te bespeuren. Op 29 Januari heeft verdachte tegen get's moeder gezegd, da" de heer Soe parwi boos op hem was, omdat het slot van den keukendeur defect was. De president ondervraagt tenslotte door middel van den tolk den verdachte. Deze er kent, dat de heer Soeparwi op den dag van den moord des morgens te acht uur was uitgegaan. Op dien morgen heeft verdachte aan mevrouw gevraagd Hollandsch te willen spreken. Mevrouw Soeparwi antwoordde toen in het Javaansch: „lk wil niet." Sono is toen aan net stofzuigen gegaan. President: „Heeft hy toen het plan opge vat mevrouw met een mes te lijf te gaan?" De tolk deelt mede, dat verdachte dit toe geeft. Hij is het mes gaan halen en ging naar mevrouw, die boven op de gang was. Hy is meteen begonnen te steken, zóó toen hy bij haar was gekomen. Mevrouw zou toen gezegd hebben: „Ik heb er genoeg van, ik ga sterven", maar precies nerinnert verdachte het zich niet meer. President: „Vroeger heeft hy verklaard, dat mevrouw geroepen zou hebben: „Sono, ik heb schuld aan je." Verdachte zegt, zich dat niet meer te her inneren. Hce hij gestoken heeft en hoe dik wyls weet hy niet meer. Wel herinnert hij zich, dat hij zyn slachtoffer in den hals heeft geraakt met het mes. President: „Weet hij, dat als men een mensch of dier den hals afsnydt, dat deze dan moet sterven?" Hij zegt, dat te weten, doch op dien och tend daaraan niet te hebben gedacht. Uit verdere vragen blijkt, dat inmiddels de kin deren boven kwamen en tat Sono toen de kinderen met hetzelfde mes heeft gestoken. De tolk: „Hy had niet de bedoeling om de kinderen te dooden, maar hij wist niet meer wat hy deed." De president herinnert aan verd.'s ver klaringen voor den Reehter-Commissaris af gelegd. dat hy ook de itinde-en wilde ver moorden. Ters'otte heeft Sono gemerkt, dat mevrouw en de kinderen dood waren. Hy heeft toen getracht zichzelf met het mes verwondingen in den hals toe te brengen, dit gelukte hem niet en toen heeit hy de gaskraan open gezet er. de slang in den mond genomen. Drie dagen voor den moord had verdachte gehoord van de uitbarsting van den Merapi Hij kon toen niet geregeld meer werken en kreeg net verlangen om naar zyn familie terug te kecren. Hy raakte in de war en kreeg gerege.d standjes De President leest een irief voor door verdachte in het Huis van Bewaring ge schreven aan een vriend te Bilthoven, waar in hij zijn spijt uitdrukt over het gebeurde en zegt. dat op den dag van den moord zyn gedachten absoluut zoek waren. Hierna was het woord aan den Substituut Officier van Justitie voor het houden van zyn requisitoir. Mr. A. N. Fabius begint met een woord van diepe deernis over het lot, dat mevr. Soeparwi, haar kinderen en d°n heer Soe parwi trof. Sono wendt nu voor, dat hij zich van het gebeuren zoo goed als niets herinnert, maar van den oeginne heeft de bekentenis van Sono voorop gestaan. De Of ficier gaat de voornaamste bijzonderheden na en verklaart, dat onomstooteliik vaststaat dat de inlandsche bediende de dader is. Het motief van zyn misdaad? Sono zelf zegt er niet veel van. Mevr. Soeparwi zou zoo weinig Hollandsch met hem willen spre ken. maar het bleek intusscheu, ctat ver dachte zelf de Nederlandsche taal wel goed machtig is. Hy kon dus moeilijk gramstorig er over zyn, dat mevrouw Soeparwi zoo wei nig Nederlandsch met hem sprak. Voor doodslag, driemaal gepleegd, vroeg de Officier van Justitie ten slotte Sono's ver oordeeling tot een gevangenisstraf van twin tig jaar. Mr. van de Breggen uit Zeist, constateert in zijn pleidooi, dat er een wrok moet zyn tusschen den Indischen bediende en mevr. Soenarvi over het feit, dat de laatste niet voldoende Nederlandsen met hem wenschte te snreken. Indien de heer Soeparwi zegt, dat dit niet waar kan zyn, n-ndat zijn vrouw hem alles vertelt en nooit over eenige wrok bad gesproken, dan neemt pleiter aan. dat zy dit verzwegen heeft ten einde een onaan gename sfeer te voorkomen. Pleiter eindigt zijn pleidooi met de ver klaring, dat hii de strafmaat geheel aan de rechtbank overlaat. De uitspraak wordt bepaald op 21 April. Een nieuw onderzoek ingesteld Naar de „Osservatore" uit Bombay ver neemt, is in de stad Goa een nieuw on derzoek ingesteld naar den toestand van de relieken van den H. Franciscus Xavjrius. Het lichaam van den Heilige werd onder zocht door dr. Walfango da Sil/a. oud-di recteur van den geneeskundigen dienst, in tegenwoordigheid van den patriarch van In dië en den gouverneur van Goa. Het overheidsbedrüf. 8 April. Ik heb hier onlangs de vraag opgeworpen of het overheidsbedrijf in acti viteit kan wedijveren mot het particulier bedrijf en aangezien ik in dezen hoek my plechtig van alles wat naar politiek zweemt heb te onthouden, heb lk als 'n haas de beenen genomen voor iemand mij om een antwoord vroeg. Tóch meet ik er weer over beginnen. Want telkens als ik langs een postkantoor loop, zeg ik bij mezelf: „Als een particuliere onderneming een étalage maakt van niets dan groene horren, kwam er toch geen mensch meer koopen!" En als ik er des ondanks telkens weer binnenga, beschuldig ik mezelf iederen keer van karakterloosheid. Ik heb nog 'nooit gemerkt, dat ik er als kooper welkom was. Geen bloemetje siert het interieur 'of veraangenaamt er het ver blijf. Cadeaux, korting voor contante beta ling, ,,'n sneep,ie meneer?" ho maar; wel wordt my links van den muur toege schreeuwd: Hou je hand voor je mond als je niest! En rechts brult een plakaat, terwijl ik in eerbiedig zwijgen myn beurt sta af te wacht: STILTE. Je zou er tos komen de post te boycotten en al je brieven persoon lijk te gaan bezorgen! Maar zelfs als je dat deed, zouden de juffrouwen achter het loket er Ijskoud onder blijven, want ze zijn voor geen cent verkoopster. Nog nooit heeft 'n beambte mij by voorbeeld gevraagd: „Hebt u onze verbinding met Konstantinopel al eens geprobeerd? 't Is gewoon of je over 'n stads- iyn spreekt!" Maar dat komt misschien, omdat dit geen aanbeveling zou ziin. Of: „Hebt u al een girorekening? Er zyn zóó veel voordeelen aan verbondenHebt u gelezen van dien meneer in het Noorden, wien het Ryk driekwart ton heeft kwijtge scholden, die hy te veel had getrokken? Dat gelukje had ook u kunnen treffen!" Om tot mijn uitgangspunt terug te keeren, waarom heeft een po:tzegelwinkel geen uit stalling? De kleinste snoepwinkel heeft een étalage, om den blik van den voorbijganger te trekken, maar ik heb dikwijls een straat twee maal moeten doorloopsn, alvorens het postkantoor ook maar te herkennen. Het etaleeren wordt schandeiyk verwaar loosd. De post kan onmogelijk concurreeren tegen banketbakkeryen en ldeedingzaken, als zij niet op aantrekkelijke wijze haar goede ren voor het raam etaleert: b.v. eenige mooie series postzegels, een goed gevuld spaar bankboekje, een paar telefoonboeken ln prachtband (omwikkeld met kleurige en censationeele reclamestrooken, zooals romans clie hebben), eenige pakkende telegram tek sten, een brievenbesteller in was, het portret van den directeur met zijn gezin. Ik vraag me zelfs af. of een klein strijkje in ieder hulppostkantoor niet ruimschoots zyn kosten zou opbrengen. En allicht schiet er ook nog 'n vierkante meter over om te dansen. Als men de menschen eenmaal in 'n prettige stemming krygt, zullen zy grtóg tweemaal zooveel postzegels koopen als zij neodig hebben. En daar is het toch ten slotte in iedere zaak maar om te doen. Het lichaam bevond zich in denzelfden toestand als in 1D23. De heilige relieken zullen ln December ter vereering worden uitgesteld. De voorgenomen verhooging b?j Inwerking treding der Tarwcwct Naar het „Hdbd." verneemt, zyn er tus schen de meelfabrieken besprekingen ge voerd over de vaststelling van den prys van tarwebloem na het in werking treden der tarwewet. Indien, zooals te verwachten is, de ge- heele meel-ir.dustrie zal meegaan met het geen in beginsel overeengekomen werd, zal de prijs van tarwebloem voor ieder procent inlandsche tarwe dat in het meel moet wor den verwerkt, worden verhoogd met 10 cent per 100 k g. Indien bijvoorbeeld 25 pet. Inlandsche tarwe dit is het wettelyk maximum zou moeten worden bijgevoegd (naar men weet is het mengingspercentage nog niet vastgesteld) zou de prijs met 2.50 per 100 k.g. moeten worden verhoogd. Op basis van den tegenwoordig geldenden prys van 10 a 11 per 100 k.g. zou dit een aanzienlijke verhooging kunnen zijn indien het by te mengen quantum inlandsch een vierde of een vyfde van het totaal gaat uitmaken. Het valt nog niet te voorspellen of deze) verhooging ook in den prys van brood en' meelproducten tot uitdrukking zal komen. De broodprijs is hier te lande niet gedaald in verhouding tot den meelprys, zoodat een verhooging van den bloemprijs niet onmiddellijk in den prijs van het brood tot uitdrukking behoeft te komen. 273. Wim maakte het touw vast aan een kram, Stevig in den muur geslagen, Ging toen voorzichtig naar den agent, Nu scheen hy het te durven wagen. De jongen sloeg de lus om de hand Van den agent, die niets vermoedde, „Ja," zei Wim, „je doet my nu toch niets. Ik biyf wel op myn hoede." 274. „Ik zal doen wat u zegt," zei Pim gerust, „Graag wil ik naar uw raad hooren, Misschien bereiken wy nog het land, Alle hoop is nog niet verloren. Of word ik wat zwaar, of u vrat moe, Dan geeft u maar een seintje, Dan laat u mij zakken in de zee, Ik zwem dan we! een eindje."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10