Buitenlandsch oJ^ieuws
Engeland en koning alfonso
FEUILLETON
derde blad
KU-KLUX-KLAN
DONDERDAG
23 APRIL 1931
BRIEVEN UIT ENGELAND
Een „toegewijd bewonderaar'
De Vlootbesprekingen
De Fransche voorstellen
overhandigd
Gandhi over de toekomst vair
Engelsch-Indië
Spanje en Sovjet-Rusland
De a.s. zitting van den
Volkenbondsraad
Nieuwe regeering in Thiiringen
Bekeerde Nazi's
De zettersstaking te Brussel
Het werkloosheidscijfer in Berlijn
Opstand in Portugeesch Guinea
Een nederlaag voor de Engelsche
regeering
Gemengde (Buitenlandsche
Berichten
Groote brand te New York
Ernstig mijnongeval bij Zeltz
Jack Diamond weer vrij
De Vereenigde Statent erkennen
Spanje
De moeilijkeden in
Nleuw-Zuid-W ales
RADIO- OMROEP
Smokkelaarsschip aangehouden
Een op de dertien sollicitanten een
delinquent
Gecompromitteerde dokters
KORT NIEUWS
humoristische Avonturen-roman
Londen, 17 April 1931.
Etrube, de beroemde teekenaar van de
i.Laily Express", kwam gisteren uit met een
Parodie op een van Doré's illustraties der
..Eon Quichotte", waarin de Hidalgo voorge
steld wordt zooals hij den aftocht blaast van
zijn strijd tegen de windmolens. De Hidalgo
op Strube's „cartoon" vertoont de trekken
van Don Alfonso, en op de wieken der mo
lens is het woord „verkiezingen" aangebracht.
Heel gelukkig was ditmaal de gedachte,
daardoor Strube zich liet leiden, niet. Door
Eon Quichotte's gevecht tegen windmolens
symboliseerde Cervantes niet op de eerste
Plaats een strijd tegen een macht, waarte
gen men toch niet opgewassen is, maar te
gen een denkbeeldigen vijand, een denkbeel
dig gevaar. De gemeenteraadsverkiezingen in
Spanje, of juister: de uitslag daarvan, is
Voor de dynastie alles behalve een denkbeeldig
gevaar geweest, en Strube's vergelijking gaat
dus mank. Bovendien is de manier, waarop
hij koning Alfonso weergeeft, niet in over
eenstemming met de waardeering welke de
Daily Express", evenals de overgroote meer
derheid der Londensche pers, te kennen geeft
Voor den persoon en de strijdwijze van den
onttroonden koning, ofschoon de door hem
gevoerde politiek hier weinig goedkeuring
Vindt.
Ik maak gewag van Strube's teekening,
omdat ik in de .Daily Telegraph" van heden
onder de „Brieven van lezers" een stukje
van den graaf van Denbigh vind, waarin
deze „als Engelschman zijn verontwaardi
ging uitspreekt over de in een Londensch
ochtendblad afgedrukte vulgaire en schan
delijke teekening van Zijne Majesteit Koning
Alfonso". Hij noemt het „een laffen laster
tegen een moedigen, door rampspoed getrof
fen monarch, die gehuwd is met een En-
gelsche prinses en een toegewijd bewonderaar
van Engeland is"
Ik geloof, dat deze graaf, ofschoon hij
graaf is en zijn verontwaardiging wellicht
min of meer ingegeven wordt door gravelijke
Partijdigheid voor koningen, de meening
weergeeft, welke de meest uiteenloopende
klassen der bevolking er met betrekking tot
koning Alfonso en diens familie op na
houden.
Deze koning heeft zich steeds bijzonder
mogen verheugen in de Engelsche volksgunst,
en de zoo dramatisch geëindigde avonturen
der laatste weken hebben zijn populariteit
hier zoo mogelijk nog versterkt.
En het merkwaardigste is, dat er, met uit
zondering van den graaf van Denbigh en
nog een paar dozijn „feodalen", geen En
gelschman is, in wien het zou opkomen Al
fonso's politiek te verdedigen. Zelfs de con
servatiefste organen stellen zich hier op de
mocratisch en constitutioneel standpunt en
voelen niets voor een naar absolutisme en
dictatuur strevend koningschap. Ook niet in
andere landen.
Desniettegenstaande is de sympathie voor
Eon Alfonso bijna algemeen in Engeland.
En het is geen medelijdende sympathie.
Welke men ook gunnen kan aan een man,
wiens daden of beleid men veroordeelt, maar
een bewonderende sympathie.
Alfonso is ook hier de held van den dag.
Terwijl zoowat niemand het met hem
eens is, hoopt bijna iedereen, dat hij spoe
dig weer zijn Madrileensch paleis zal kun
nen betrekken.
Gedeeltelijk zal dit hieraan toe te schrij
ven zijn, dat men zijn on-constitutioneel be
leid afgekeurd heeft, zonder daarom eenig
vertrouwen te stellen in hen, die de Repu
bliek uitgeroepen hebben. Dezen zijn hier
onbekenden en dus onbeminden, terwijl Lon
den geen buitenlandsch souverein beter kent
dan Don Alfonso.
Maar bovendien heeft zich de indruk ge
vestigd. dat de koning den strijd moedig en
ridderlijk gevoerd heeft, als een sportsman
en een gentleman, en zelfs zijn eigen vijan
den kan Engeland huldigen, mits zij aan
deze eigenschappen voldoen.
Maar ook de omstandiglftid dat, gelijk de
graaf van Denbigh opmerkt, Alfonso gehuwd
is met een Engelsche prinses en een toegewijd
bewonderaar van Engeland is, verklaart de
Partijdigheid ten gunste van een gevallen
monarch, wiens beleid tegenover zijn eigen
onderdanen hier in bijna niemands oogen
genade vindt
In de .Daily Express" van heden vind ik
oen briefje aan de redactie van een dame,
die de hoop uitspreekt, dat „het uur van
koning Alfonso's verwachte aankomst in
Londen tijdig bekend gemaakt zal worden ten
behoeve van hen die, gelijk mijn vriend en
ik, verlangen hem te gaan toejuichen. Niet
als een hoffelijke verwelkoming van een ko
ninklijk personage, maar als een teeken van
sympathie jegens een waren gentleman en
oen voortreffelijken sportsman. Hij moge al
Verloren hebben, maar niemand had bete.' en
moediger strijd kunnen leveren."
Er is iets scheefs in de opvattingen van den
gemiddelden Engelschman en de vrouw be
treffende de toepassing van de sportieve be
ginselen van eer op de werkelijkheid van het
leven. De moraal van het cricketveld kan
niet de moraal zijn van de staatkunde.
Cricket is spel; staatkunde mag geen spel
Zijn. De inzet van staatkunae is het welzijn
Van millioenen stervelingen. De staatkunde
Van Don Alfonso is op een „débacle" uit-
geloopen; op een nationale débacle. Al zijn
ridderlijkheid, al zijn sportiviteit veranderen
hieraan niets. Men kan hem persoonlijk er
om achten en zelfs bewonderen, maar die En-
gelschen, die zoo'n dringende behoefte voe
len, Alfonso toe te juichen, omdat hij een
„fine gentleman" en een „damed good
sportsman" is, dwalen toch schromelijk in
de waardeering van het drama, waarin de
koning de hoofdrol gespeeld heeft.
Maar ik heb de ontboezeming van die dame
weergegeven, omdat zij zoo kenschetsend is
voor de warme gevoelens, die het Engelsche
publiek den koning van Spanje toedraagt.
Zijn huwelijk met een nicht van koning
George heeft hem den weg tot populariteit
in Engeland gebaand, maar de hooge gunst,
waarin hij vooral in later jaren gestaan
'heeft, dankt hij toch vooral hieraan, dat hij
zich heet doen kennen, niet alleen als een
„toegewijd bewonderaar", maar ook als een
vriend van Engeland.
Tijdens den wereldoorlog heeft men hem
hier beschouwd als den eenlgen heerscher
van een onzijdig land, wiens persoonlijke
sympathieën den geallieerden, maar in het
bijzonder den Engelschen golden. Deze op
vatting kan juist zijn. Reeds voor den oorlog
was Don Alfonso sterk in de richting van
Engeland „georiënteerd", en zoo het feit, dat
hij een Engelsche gemalin had, dit al ver
klaarbaar maakt, hij heeft zeer zeker ook
gemeend, de belangen van Spanje te dienen
door het onderhouden van bijzondere-harte
lijke betrekkingen met zijn aangetrouwde fa
milieleden te Londen. Enkele jaren voor het
uitbreken van den oorlog evenwel waren, in
verband met de Marokko-aangelegenheden,
Spanje's betrekkingen tot Duitschland zeer
hartelijk, en die tot Frankrijk, en dus indi
rect ook die tot Engeland, vaak op het vij
andige af. Gedurende de eerste oorlogsjaren
waren de toonaangevende politieke kringen
in Spanje dan ook Duischgezind, voor zoo
ver zij niet neutraal waren, en dat hierin
later een algeheele verandering kwam, heeft
men in Engeland steeds toegeschreven aan
de persoonlijke werkzaamheid van koning Al
fonso, die ten slotte den pro-geallieerden
graaf Romanones tot zijn Eersten Minister
maakte en met dezen een politiek voerde,
welke te Parijs en Londen den grootsten bij
val oogstte, maar te Berlijn als bijna open
lijk-vijandig gebrandmerkt werd
Ging die politiek werkelijk van den koning
uit, of werd zij gevoerd door het kabinet-
Romanones? Wij weten dit niet, maar in En
geland heeft men steeds het eerste aange
nomen, en dit verklaart de geestdrift, welke
ook heden nog aan den dag gelegd wordt
voor den „toegewijden bewonderaar".
NESSUNO.
De Fransche Ambassadeur te Londen Fleu-
rfeu heeft aan de Britsche regeering de nieu
we voorstellen van zijn regeering overhan
digd. betrekkng hebbende op het Fransche
vlootbouwprogram.
De nhoud der vrij omvangrijke nota wordt
thans door de bevoegde Engelsche instanties
aan een onderzoek onderworpen. Tegelijker
tijd is de Italaansche regeering van de
nieuwe plannen van Frakrijk op de hoogte
geste'd. Bijeenkomsten van Italaansche,
Fransche en Engelsche deskundigen hebben
niet meer plaat gehad. De beraadslagingen
zullen eerst hervat worden als de Engelsche
en Italiaansche regeering de Fransche voor
stellen zul'en hebben onderzocht.
Het feit, dat deze door den ambassadeur
werden overhandigd, heeft in politieke krin
gen levendigen commentaar verwekt. Men
leidt hieruit af, dat de onderhandelingen
thans het terrein van zuiver-technische be
sprekingen verlaten hebben en thans de po
litieke phase zijn ingetreden.
Compromis-besprekingen
Hoewel in officieele Fransche kringen een
zeker optimisme over het verloop van de
Londensche vlootbesprekingen te bespeuren
is, schijnt men niettemin rekening te houden
met alle denkbare eventualiteiten. Wat de
nieuwe Fransche voorstellen betreft, staat
vast, dat het hier compromis-besprekingen
geldt, waarbij aan Fransche Italiaansche en
Engelsche zijde a'lerlei toezeggingen gedaan
moeten worden. Uit de reeds bekend gewor
den bijzonderheden van de instructies welke
de Fransche regeering aan de vlootdeskun-
digen heeft verstrekt, blijkt ecther, dat
Frankrijk besloten is aan zijn voornaamste
eischen vast te houden.
Indië wenscht geen onderkoning meer
Gandhi heeft zich te Karatsji tegenover
een medewerker van de „Manchester Guar
dian" uitgelaten over de houding, die hij
krachtens het mandaat, hem door het
Indisch Nationaal Congres verleend, op de
Tweede Ronde Tafelconferentie zal aanne
men. Hij heeft verklaard, dat de Indische
nationalisten bereid zijn prijs te geven wat
zij slechts met eere kunnen prijsgeven.
Gevraagd wat Gandhi bedoelde met den
nieuwen term „deelgenootschap op gelijke
basis", zeide Gandhi, dat deze term niet be-
teekent een nationale status gelijk die van
Australië binnen het Britsche gemeentebest
van volken. Britsch-Indië heeft geen ver
langen naar gelijkheid van cultuur met
Groot-Brittannië en het Westen, doch
wenscht hartstochtelijk zijn eigen cultuur
en maatschappelijke orde tot ontwikkeling
te brengen. Wel kon er sprake zijn van een
gelijk deelgenootschap tusschen Groot-
Brittannië en Indië, dat zou neerkomen op
een verbond tusschen de twee landen voor
wederzijdsche hulpverle-ening in vele dingen
en voor wederzijdsche verplichtingen.
De medewerker van de „Manch. Guar
dian" verduidelijkte Gandhi's gedachte door
te vragen, of Gandhi een soort semi-con-
tractueel bondgenootschap wenscht, gelijk
Engeland een bondgenootschap had mst
Frankrijk voor bepaalde oorlogsdoeleinden,
met dit verschil, dat bedoeld bondgenoot
schap nog verscheidene andere onderwerpen
zou bestrijken. Gandhi beaamde deze inter
pretatie en eveneens, dat Indië geen onder
koningen meer wenschte. Verder zeide
Gandhi nog, dat aanvaarding van domi-
nionstatus door Indië valt buiten het hem
verstrekte mandaat.
Gandhi ontkende, dat Britsche troepen
noodig waren om tusschen beide te .kernen
bij godsdienstonlusten. Indien de Ind'sche
troepen in gebreke bleven, was het ergste
wat kon gebeuren, dat Indië een tijd van
burgeroorlog zou doormaken. Doch het was
beter, dat er godsdiensttwisten waren en
Indië zijn eigen gevechten daartegen uit
vocht, dan dat het een beroep zou moeten
doen op een ander land om orde te stellen
op zijn zaken met troepen, waarover Ind'ë
geen zeggenschap had. Het was zeer goed
mogelijk, dat Indië ernstige godsdiensttwis
ten zou krijgen wanneer het swaradzj ver
kreeg, doch slechts voor korten tijd. Indien
Groei-Brittannië Indië niet wilde helpen
om daaraan een einde te maken op de wijze
waarop Gandhi voorstelde, zouden deze
twisten wellicht zelf hun einde vinden door
uitputting of vernietiging van de eene gods
dienstgemeenschap door de andere. Het was
niet in overeenstemming met het zelfrespect
van een land om carte blanche te geven aan
een of andere mogendheid, of aan een
ander ras, of individueele leden daarvan,
om te zeggen: dit volk kan zijn eigen zaken
niet leiden, daarom gaf het ons de vrijo
hand om het te doen.
De a.s. verkiezingen.
Volgens een bericht uit Madrid heeft de
Spaansche minister van buitenlandsche za
ken op een vraag, of de voorloopige regee
ring de Russische sovjetregeering zal er
kennen, verklaard, dat hij den minister
raad zal vragen een beslissing in deze
kwestie te nemen. Hij wist niet, of rede
nen van internationalen aard tegen de er
kenning van sovjet-Rusland bestaan. Als
Spanje, ook indien een dergelijke reden niet
aanwezig is, met de erkenning nog wacht,
ia dit een bewijs, dat de regeering onver
schillig staat tegenover de uit Rusland ko
mende berichten. De regeering zal de grens
scherp doen bewaken en de republiek weten
te verdedigen.
De algemeene raad van de provincie Na-
varra heeft zich tot den minister van bin-
nenlandsche zaken gewend met een adres,
waarin verzocht wordt het herstel der-
voorrechten van Navarra te eerbiedigen.
De minister heeft daarop geantwoord, dat
de nieuwe regeering besloten is de histori
sche rechten der provincie te erkennen.
De regeering heeft gelast de kiezerslijs
ten gereed te maken. Men hoopt, met de
opstelling van de lijsten in ongeveer l'A
maand gereed te komen, waarna terstond
de verkiezingen voor de Cortes zullen wor
den gehouden. Het denkbeeld wordt over
wogen, het kiesrecht toe te kennen aan
allen, die den leeftijd van 21 jaar hebben
bereikt. Tot nu toe was de leeftijd, waar
op men het kiesrecht verkreeg, 25 jaar.
Generaal Mo'a, de vroegere chef van den
veiligheidsdienst, die sedert 15 April ver
dwenen was, heeft zich gisteren bij den
minister van oorlog aangemeld. Hij werd.
zooals reeds gemeld terstond gearresteerd
op grond van een aanklacht, welke de
procureur-generaal tegen hem had inge
diend.
De minister van oorlog zal binnenkort in
een legerorder alle officieren uitnoodigen
hun eere woord te geven, dat zij zonder
eenig voorbehoi.J het nieuwe regime erken
nen.
Duitschland erkent de voor
loopige regeering.
Officieel wrrdt medegedeeld, dat naar
aanleiding van de mededeelingen van den
Spaanschen ambassadeur te Berlijn aan het
Rijksminislerie van Buitenlandsche Zaken
inzake de vorming van een voorloopige
nieuwe regeering, de Duitsche Rijksregee-
ring haar ambassadeur te Madrid heeft
opgedragen, zich onder erkenning van de
nieuwe Spaansche regeering met haar in
verbinding te stellen.
Berenguer voor den krijgsraad
Minister Maura heeft aan den correspon
dent van het „Journal" meegedeeld dat ge
neraal Berenguer voor den krijgsraad zou
worden gebracht. De journalist bracht in
herinnering dat de generaal reeds tweemaal
ter dood was veroordeeld en tweemaal gratie
had gekregen. De minister beaamde dit, er
bij voegend dat de generaal een vriend van
den koning was en de tweede maal het be
richt van zijn gratie ontving drie uur vóór
de krijgsraad uitspraak had gedaan. Maura
had aan den generaal gezegd dat er ditmaal,
als de krijgsraad zich zou hebben uitgespro
ken, geen gratie zou zijn.
Nieuwe postzegels
Reeds is een aanvang gemaakt met de uit
gifte van postzegels met den opdruk „Repu-
blica espanola".
Tóch een Baskische republiek?
Een commissie uit de Baskische nationa
listische partij is naar Madrid vertrokken,
waar zij een onderhoud zal hebben met de
regeering nopens haar aspiraties ten aanzien
van de afkondiging eener Baskische repu
bliek. Het zou de instelling van een geprivi
legieerd regiem in het land der Basken be
treffen.
Muiterij op een oorlogsschip
onderdrukt
Onlangs deed een gerucht de ronde om
trent onlusten op de vloot te Cartagena.
Thans wordt uit gezaghebbende bron ge
meld, dat de bemanning van de „Cervantes"
en twee torpedojagers, thans liggende in de
haven van Cadiz, in opstand is gekomen.
Nadere berichten ontbreken, doch wel ver
luidt, dat de manschappen zijn overmees
terd en aan den wal gevangen gezet. De
muiterij droeg naar men meent een commu
nistisch karakter.
Diplomatieke dienst.
Als toekomstige Spaansche ambassadeurs
worden door het blad „El debate" genoemd:
Jose Ortega y Gasset voor Berlijn; Dr. Ma-
ranon voor Parijs; Perez de Ayala voor
Londen en Salvador Madariaga voor New
York.
Ter leniging van de werkloosheid in Spanje
heeft de regeering energieke maatregelen
genomen en verscheidene millioenen peseta's
beschikbaar gesteld voor eerste hulpverlee
ning.
Intusschen is reeds een aanvang gemaakt
met de uitgifte van postzegels met den op
druk „republica espanola".
De regeeringsvorm.
Naar uit Madrid gemeld wordt, breidt de
nationalistische beweging zich geregeld uit.
Heden hebben de Nationalisten van drie
provinciën manifesten gepubliceerd, welke
gericht zijn aan alle gemeentebesturen in de
betrokken gebieden en waarin de vorming
van een voorloopige regeering wordt voorge
steld, welke alleen en uitsluitend de werke
lijke belangen van het volk zal behartigen.
De Madrileensche regeering heeft te dien
aanzien nog geen bepaalde houding aange
nomen. In welingelichte kringen houdt men
niettemin rekening met de vorming van een
voorloopige regeering. Hedenavond zou een
nationalistische commissie te Madrid aan
komen om met de regeering overleg te ple
gen. Vermoed werd, dat ten bijzondere mi
nisterraad zich met deze kwestie zal bezig
houden.
De agenda
Uit de agenda voor de 63ste Raadszitting
van den Volkenbond, die 18 Mei onder voor
zitterschap van dr. Curtius zal aanvangen,
blijkt, dat ook ditmaal weer het ontwape-
ningsvraagstuk, en met name de conferentie
die in Februari 1932 zal beginnen, een groot
deel van de aandacht van den Raad zal
opeischen.
Allereerst moet een definitieve beslissing
worden genomen aangaande de plaats van
de conferentie en over het presidium, waar
voor de heeren Henderson, Van Kamebeek
en Coüjn thans de ernstigste candidaten
zijn.
Verder moet de Raad een beslissing nemen
naar aanleiding van het Duitsche voorstel
om een uitvoerige vragenlijst aan de staten,
die aan de ontwapeningsconferentie zullen
deelnemen, toe te zenden, om die confe
rentie in staat te stellen zich een duidelijk
beeld te vormen van den stand der bewape
ningen op het oogenblik, dat de conferentie
wordt geopend.
Ten slotte komt het vraagstuk van een
reorganisatie tot versterking van de midde
len tot voorkoming van oorlog aan de orde.
Discussie is te verwachten over het voor
stel van Henderson tot bespreking van de
Duitsch-Oostenrijksche tol-unie, in verband
met de door Oostenrijk in 1922 geteekende
protocollen.
Twee ministers en vijf staatsraden.
De Thüringsche Landdag heeft gestemd
over de vorming van een nieuwe regeering,
noodig geworden door het uittreden, als ge
volg van de aangenomen socialistische mo
ties van wantrouwen, van de nationaal so
cialistische leden Frick en Marichler. Zooals
reeds enkele dagen geleden voorzien werd,
bestaat de regeering thans uit de twee mi
nisters Baum, die financiën en economische
zaken beheert, en dr. Kastner, voor binnen-
landsche zaken, onderwijs en justitie; verder
vijf staatsraden en wel twee uit de Land
volkpartij, twee uit de Duitsche Volkspartij
en een uit de economische partij.
De keuze geschiedde met 19 stemmen der
Duitsche Volkspartij, Landvolkpartij en eco
nomische partij, tegen 13 stemmen der Na
zi's en communisten, bij onthouding door 13
socialisten en
Staatspartij.
een lid van de Duitsche
Weer aanwezig in een rijksdagcommissie.
Bij de zitting van de rijksdagcommsisie
tot onderzoek van steunverleening aan den
roggebouw waren heden, tot algemeene ver
rassing, vele nationaal-socialisten aanwezig.
De zettersstaking te Brussel duurt onver
anderd voort. De meeste bladen komen
thans met een grooter aantal pagina's uit.
„La Dernière Heure" heeft vanavond een
geheele pagina getypte copy, die geclicheerd
is. Door particuliere drukkers in de pro
vincie wordt bovendien het noodige zetsel
geleverd.
Verdere daling.
Het werkloosheidscijfer is sinds de vorige
publicatie van het Rijksbureau voor de Sta
tistiek opnieuw aanzienlijk gedaald. Het
aantal verzekerde werkloozen is met 212.000
en dat van hen, die tot het ontvangen van
crisisuitkeering gerechtigd waren is met
34.000 gedaald. Het totaalaantal werkloozen
is daarentegen slechts met 120.000 vermin
derd.
Bolama het centrum
In Port. Guinea (West-Afrika) zou een
gelijksoortige beweging als op Madeira zijn
uitgebroken. Zij vond haar oorsprong in de
hoofdstad Bolama en stelde de constitution-
nalisten in staat zich meester te maken van
het bewind in Guinea.
Het succes der beweging zou volkomen zijn.
Het Hoogerhuis heeft met groote meer
derheid de beide eerste hoofdstukken ver
worpen van bet regeeringsontwerp inzake
het op groote schaal nemen van proeven
met modelboerderijen.
Het Lagerhuis hervatte de behandeling
van het ontwerp inzake kiesrechthervor-
ming, dat het laatst in bespreking is ge
weest bij de nederlaag van de regeering
inzake de clausule waarbij de vertegenwoor-
ditdng der universiteiten verboden werd ge
steld.
In de Nederbuurt is een woonhuis door
een grooten brand verwoest. Tot dusverre
zijn een doode en 17 gewonden geteld.
13 slachtoffer»
In schacht 113 van de groeve „Rositz"
nabij Zeitz zijn ir. den afgeloopen nacht 13
mijnwerkers het slachtoffer geworden van
een ernstige mijngasvergiftiging.
Tegen borgstelling
De beruchte bandietenleider, Jack Dia
mond, die gisteren onder beschuldiging van
het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel
werd gearresteerd, is heden tegen een borg
stelling van 25.000 dollar in voorloopige vrij
heid gesteld.
Naar uit Washington wordt gemeld, heeft
het staatsdepartement de Spaansche Repu
bliek erkend.
VRIJDAG 24 APRIL
HUIZEN, 1875 RL Algemeen Programma,
Verzorgd door den KRO. 8 009.15 Gra-
mofoonplaten. 10.0011.30 Gramofoonplaten.
11.3012.00 Voor Zieken en Ouden van Da
gen. 12.0012.15 Politieberichten, 12.151.45
Concert KRO-kwintet onder leiding van P.
Lustenhouwer. 1.452.00 Gramofoonplaten.
2.005.00 Concert KRO-salonorkest onder
leiding van M. v. 't Woud. 5.005.45 Gramo
foonplaten. 5.456.00 Causerie Max K. Ge-
risch. 6.00—6.15 Gramofoonplaten. 6.156.35
Tuinbouwhalfuurtje door J. van Roosmalen.
6.356.45 Gramofoonplaten. 6.457.15 Cur
sus Engelsch. 7.157.45 Causerie Kees van
Hoek. 7.45—8.00 Politieberichten. 8.0011.00
„Die Entfuehrung aus dem Serail'', Mozart.
KRO-orkest onder leiding van J. Gerritsen.
KRO-koor onder leiding van A. Kleyman.
11.0012.00 Gramofoonplaten.
HILVERSUM, 2C8 M. 8.00 Gramofoon
platen. 11.3012.00 Gramofoonplaten. 12.00
2.00 Concert. AVRO-kwartet onder leiding
van D. Groensveid. 2.002.30 Harpspel door
Rcsa Spier. 2.303.00 Uitzending voor scho
len. 3.004.00 Gramofoonplaten. 4.00 Orgel
spel Joh. Jong. 5.15 Concert VARA-orkest
onder leiding van H. de Groot. Bernard
Leewin (bas) en J. Jong (piano). 11.00—1200
Gramofoonplaten.
DAVENTRY, 15544 M. 9.35 Morgenwij
ding. 10.05 Lezing. 11.20 Concert voor twee
piano's. 11.50 Orgelspel door E. Humphreys.
G. Hoather (bariton). 12.50 Gramofoonpla
ten. 3.20 Orkestconcert. 4.35 Kinderuurtje.
5.20 Lezing. 5.35 Berichten. 6.00 Orgelspel
door Dr. Thalben Ball. 6.20 Lezing. 6.45 Le
zing. 7.05 Vaudeville. 8.15 Declamatie. 8.20
Berichten. 8.35 Berichten. 8.40 Lezing. 8.55
Concert. O. Lynn (sopraan). Orkest. 10.20
11.20 Dansmuziek.
BRUSSEL, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.:
4.20 Dansmuziek. 5.05 Orkestconcert en cau
serie. 6.05 Gramofoonplaten. 7.20 Orgelspel.
7.50 Gramofoonplaten. 8.05 Concert voor 2
piano's. 8.50 Dansmuziek. 338.2 M.: 4.20
Gramofoonplaten. 5.20 Orkestconcert. 6.05
Gramofoonplaten. 7.20 Orkestconcert, zang
en causerie.
PARIJS (RADIO PARIS), 1725 RL 7.05
Gramofoonplaten. 11.50 Gramofoonplaten.
12.25 Gramofoonplaten. 5.20 Gramofoonpla
ten. 7.20 Radio-tooneel. 8.05 Radioconcert.
LANGENBERG, 473 RL 6.20—7.20 Gra
mofoonplaten. 9.3510.35 Gramofoonplaten.
11.30 Gramofoonplaten. 12.251.50 Orkest
concert. 7.208.20 Concert door blaasorkest.
8.35 Radio-tooneel. Daarna tot 10.20 Concert.
10.2011.20 Gramofoonplaten.
KALUNDBORG, 1153 RL 11.20—1.20 Or
kestconcert. 1.204.20 Orkestconcert en so
listen. 7.307.50 Fluitsoli met pianobegelei
ding. 8.208.35 Orkestooncert. 8.35—8.50
Radio-tooneel. 8.50—9.20 Orkestconcert. 9.35
10.20 Synfonisch Jazz concert.
ZEESEN, 1635 M. 5.05—11.20 Lezingen.
11.2012.15 Gramofoonplaten. 12.151.20
Berichten. 1.202.20 Gramofoonplaten. 2.20
350 Lezingen. 3.504.50 Concert. 4.507.20
Lezingen. 7.20 Militair concert. 8.30 „Altona
19097 und die Liebe", satyrisch hoorspel van
J. en W. Maas. 9.35 Berichten en daarna
Avondconcert.
De Staatsbank gesloten
Blijkens een bekendmaking zal de Staats-
spaarbank van Nieuw-Zuid-Wales haar
loketten sluiten. In den loop van gisteren
werden ongeveer 2000 depoito's opgevraagd.
De sluiting van de bank en haar waarschijn
lijke samensmelting met de Autralische
Staatsbank i een gevolg van het conflict tus
schen de Australische regeering en die van
den staat Nieuw-Zeeland over de rentebeta
ling van leeningen.
10.000 liter alcohol aan boord
Volgens bericht uit Oslo is aan de kust
van Noorwegen een smokkelaarsschip aan
gehouden, dat ongeveer 10.030 liter alcohol
aan boord had. Toen het Noorsche wacht
schip naderde, trachtte het smokkelschip
eerst te vluchten, doch deze poging werd
opgegeven, toen het wachtschip een waar
schuwingsschot loste.
De bemanning gaf zich zonder verzet
over.
Vingerafdrukken van sollicitanten
Een recht» te New-York heeft vastge
steld, dat gemiddeld een op de dertien per
sonen, die solliciteeren naar een regeerings-
betrekking, een delinquent is. De regeering
besloot met ingang van Juli van zulke sol
licitanten vingerafdrukken te nemen.
Hun namen in de archieven van een
smokkelzaak gevonden
De namen van verscheidene dokters te
Hollywood zijn ontdekt in de archieven van
een groot agentschap van narcotische mid
delen, waar de politie gisteren hu'szoeking
heeft gehouden. Tot nog toe is geen enksle
naam van een acteur of actrice te Holly
wood in de ljjsten van het agentschap ge
vonden.
De laklederfabriek van Adler
Oppenheimer te Neumünster is door een ge
weldigen brand in de asch gelegd.
Alle machinerieën gingen verloren.
„Ik bsn verduiveld benieuwd, wat Wella-
by er van denkt, en er morgen van zul
ten te hooren krij,
„Bij mijn ziel, het lijnt wel of alles van
te voren is geregeld, als voor een comedie-
Struk."
Benstone antwoordde niet, maar liep zwij-
Gend verder. Hij wist. dat. als hij nu sprak,
bij dingen zou zeggen, die nooit vergeven
20'den worden.
Toen zij op Cedar Mount terugkwamen,
teek het hem, of er een geheele nacht was
Verstreken, sedert zij dezen dwazen tocht on
dernomen hadden en of het maanden was
Geleaen, dat hij zijn vredige, veilige vrijge-
zei!enkamers had verlaten.
Theoyhilus opende de deur met zijn sleu
tel, tr»d de hal binnen en stak het licht aan.
Ziezoo, nu zijn wij weer thuis," zei hij
Plot-eling. „Beste kerel, vergeet voor dezen
keer je stelregel eens en drink eens een glas
Vzh:sky."
..Ja, dat moest ik maar doen," zei John
James, met een van gemengde gevoelens
trillende stem; „maar slechts een vinger
hoedje, meer niet."
HOOFDSTUK V.
KOM BINNEN WELLABY
John James werd wakker.
Niettegenstaande het vingerhoedje vrij
sterk en groot was geweest, had hij grs'apen
als een roos, wat in rechtstreelcsche tegen
spraak was met hetgeen hij gewoonlijk te
genover zijn vrienden beweerde, n.l. dat hij
er zeker van was, uren lang wakker te zullen
liggen, indien hij voor het naar bed gaan
whiskey dronk.
Ofschoon de jaloezieën waren neergelaten,
was het toch naar zijn meening ongewoon
licht in zijn kamer. Dit bracht hem op de
gedachte zijn horloge eens te raadplegen.
„Goeie grut! 't is al negen uur," bromde
hij. Toen hem den vorigen avond aange
boden werd, bij het wekken een kop thee te
brengen, had hij daarvoor bedankt; en nu
scheen het, of hij in het geheel niet was
gewekt.
Hij sprong uit zijn bed en voelde een on
gewone traagheid in zijn ledematen. Toen
herinnerde hij zich opeens alles.
„Goeie grut, wat een ontvluchting," hijgde
hij. „Wat hadden wij toch in 's heme'snaam
moeten zeggen, als hij ons daar in die kast
had gevonden?"
Hij begon zich te kleeden, en wel met zulk
een haast, dat hij totaal vergat zijn flesch
Donnersdorf te ontkurken; hetgeen een ver
zuim beteekende van de gewone dosis voor
twee ochtendwandelingen.
Een kan lauw scheerwater, die hij buiten
voor zijn deur vond staan, bewees, dat hij
wel gewekt was, doch dat hij het kloppen
van het dienstmeisje niet had gehoord.
„Dat is vreemd," bromde hij. „Ik ben altijd
om zes uur wakker, maar ik was ook erg
j vermoeid, toen ik naar bed ging."
j Naar alle waarschijnlijkheid zou Theophi-
lus nu zelf wel tot het besef komen, in
hoeverre zij de grenzen der wslvoegelijkheid
hadden overschreden en zou hij zich wel
eenlgszins schuldbewust gedragen.
„Hij zal mij ongetwijfeld wel zijn veront
schuldiging aanbieden, alvorens van dit on
derwerp af te stappen."
Toen hii beneden in de eetkamer kwam,
bevond John James, dat zijn gastheer reeds
ontbeten had en al in den tuin liep.
Het dienstmeisje kwam binnen en bracht
versche koffie, pap en ham.
In het programma van Benstone's levens
regel was vastgesteld nooit gebakken ham te
gebruiken, maar dezen morgen vond hij dat
dit gerecht er zoo heerlijk uitzag en boven
dien gevoelde hij in zijn maag zoo'n buiten
gewoon willigen staat van ontvankelijkbeid,
dat hij in spijt van de afwezigheid van pa
tentbrood, de tafel geweldig veel eer aan
deed.
Hij verliet de eetkamer veel kalmer dan hij
er was binnen gekomen en gevoelde zich nu
alleszins bekwaam om den balsem van wel
dadige zelfbeheersching over de gewonde ziel
van oom Chipperton uit te gieten.
Hij vond den zondaar in de bibliotheek:
hjj zat zeer op zijn gemak de „Morning
Post" te lezen.
„Goeden morgen, John, ik vond het beter
om je maar eens te laten uitslapen," sprak
Theophilus op allervriendelijksten toon.
„Al ontbeten? Ik heb een briefkaart van
Nancy, met potlood geschreven, direct aan
het station gepost, nadat zij haar vrienden
heeft ontmoet."
„Malle meid! Zij moet de kaart al in den
trein geschreven hebben. Zij schrijft post
restante dan is er 'n stukje blanco. Zij
is natuurlijk van plan geweest om den naam
van de plaats in te vullen, als zij van haar
vrienden Fortescue vernomen zou hebben,
waar zij zich op dat oogenblik bevonden.
Door de opwindingen en drukte van de ont
moeting heeft zij het ongetwijfeld vergeten.
Enfin, wij zullen wel weer spoedig iets van
haar hooren."
Benstone nam de hem toegestoken brief
kaart aan en zag, dat er ook iets voor hem
opstond. „Allerhartelijkste groeten voor U
en J. J." was het slot.
Hij legde de kaart naast zich neer en
wachtte met eenigszins zenuwachtige span
ning, of hij ook iets zou hooren met betrek
king tot hun inbrekers-avontuur; zijn gast
heer ging echter rustig door met krantlezen
John James schraapte eens met zijn keel.
Maar Chipperton reageerde niet.
„Ik-ke meende dat U er in uw brief op
zinspeelde, dat ik in staat zou zijn U van
advies te dienen en U met iets kon helpen."
Oom Chipperton liet zijn krant een weinig
zakken en keek toen zijn neef eenige oogen-
blikken met een welwillend glimlachje aan.
„Beste jongen, je hebt mij dezen nacht
uitstekend geholpen," grinnikte hij, „maar
I nu moet je mij eens advies geven. Ga zitten,
want ik moet eens met je praten over de
proef, die wij vannacht genomen hebben,
j Doch alvorens verder te gaan, zou ik graag
je voordracht nog eens lezen. Waar is die
krant ook weer, die je me gestuurd hebt?"
i De spreker stond op, ging naar zijn cy-
j linderbureau en kwam terug met een exem
plaar van de „Southsonds Examiner" in zijn
hand. Terwijl hij het document openvouwde,
wees hij op een bruine vlek aan den boven-
rand van het blad.
„Dat is bloed," zei hij terloops.
„Bloed!" herhaalde Benstone.
„Ja .beste neef, en ik zal je precies zeggen,
waar het vandaan komt. Het trof mij, dat ik
ergens in een boek iets had gelezen, dat ge
heel met jouw denkbeelden overeenkwam.
Ik stond op, doch had niet bemerkt, dat er
een ebbenhouten liniaal op den grond lag
hoe die er kwam weet ik nog niet met het
resultaat, dat ik er op trapte, mijn evenwicht
verloor en voorover tegen de boekenkast
smakte. Het heele gevaarte schudde heen
en weer, hetgeen de rust van een Plato-
buste verstoord-!, die daarop een buiteling
naar beneden ondernam en mijn hoofd als
eerste rustpunt uitverkoos. Ik had juist deze
krant in mijn hand en zoo komt het, dat 't
document met het onschuldige bloed van
mijn voorhoofd is bevlekt."
Hij begon naar de kolom te zoeken, waar
hij het gewenschte artikel hoopte te vinden,
en terwijl hij du deed, flitste er een ontstel
lende gedachte door Benstone's brein. Theo
philus was krankzinnig, niettegenstaande lij
in alle opzichten op één na, volkomen nor
maal scheen. Hij had dien slag op zijn hoofd
gekregen, juist op het oogenblik. toen zijn
gedachten zich met een valsche theorie bezig
hielden, die ten doel had, triestige en een
tonige levens op te vrooiijken. Die slag had
door een geheimzinnige werking die ideeën
vastgelegd en zoc deze ramp veroorzaakt.
John James leunde achterover in zijn etoel
en spande zich bovenmatig in, om kalm te
blijven.
„Zou ik niet verplicht zijn een dokter te
waarschuwen," peinsde hij.
Terwijl hij zich zelf deze vraag stelde,
schoot het hem plotseling' te binnen, wat
Nancy hem verteld had.
Als getuige bij een vorig testament, dat
nu volgens haar zeggen was vernietigd, wist
Benstone toevallig wat tot nu toe de bedoe
ling van z'n oom ten opzichte van de beschik
king over zijn bezittingen was geweest.
Eenige duizenden zouden naar de Anglebo-
dies gaan en eer> groote som was bestemd tot
stichting van een bedeelingsfonds, dat de
naam van „Chippertonstichting" zou dragen,
terwijl het legaat van Nancy zeer onvol
doende was.
(Wordt vervolgd)