Gemengd SUCCES f) Aan-onze Lezers Door adverteeren NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT (!llll!lllll!!l!lllllll!linnfl[I!nillllllllllllRtlI!lll[!l[lilllllIlinilllillil Het nieuwe cijfer 5 De beteekenis en onjuiste benaming ervan POSTZEGELNIEUWS FAILLISSEMENTEN BOEK EN BLAD Nieuwe uitgiften Katholieke Illustratie ,De Wandelaar" Eigenaardige aanrijding te Amsterdam Heipaal op het hoofd gekregen Pot kokende thee over het lichaampje Trap van een koe Vriendelijke Nederlanders Een oneerlijke bediende Een juweeiendiefstal Hi Aanval op een tol ONZE OOST Indische Dienst SPORT EN SPEL VOETBAL E. D. O.Blauw-Wit DAMMEN Om de persoonlijke kampioenschap pen der „Haarl. Damclub" DUIVENSPORT .Gevleugelde Vrienden" Heemstede De Postduivenvereeniging Columba P.V. „Haarl. Amsterdamsche Kwartier" Spoort al Uw kennissen aan hun vraaè- en aanbod advertenties te plaatsen in onze eièen STOOMVAARTLIJNEN Niet alle advertentiën nebben reeds bij één enkele plaatsing Zulks hangt grooten- deels daarvan af of er lust tot het koopen van Uw artikel bestaat wordt de lust tot koopen opgewekt ADVERTEER in de „Nieuwe Haarlemsche Courant" Van de hand van den heer H. van Mourik Broekman troffen w\j in het „Weekblad voor Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs" na volgende artikel aan: Hieronder volgen eenige opmerkingen over het nieuwe cijfer 5, ontleend aan een gedach- tenwisseling, welke plaats vond op een on langs gehouden leerarenvergadering van het Gemeentelijk Lyceum te Haarlem. Met het oog op het verschil in opvatting, dat ten aanzien van de beteekenis van het cijfer 5 aan verschillende scholen bestaat, kan het wellicht van nut z(jn, deze gedachtenwisse- ling algemeenere bekendheid te geven, te meer omdat ze tot een eenstemmig oordeel van de vergadering heeft geleid. Allereerst werd vastgesteld, dat het nieuwe cijfer 5 als een aanduiding van onvoldoende vorderingen moet worden beschouwd. Dit werd als volgt toegelicht: Bij het vroe gere cijferstel waren vier onvoldoende en zes voldoende cijfers. Opzettelijk zijn thans naar van Inspecteurszijde werd medege deeld vijf cijfers vastgesteld om den'graad van onvoldoende aan te wijzen en evenzoo vijf cijfers, die voor de aanwijzing van vol doende of goede, vorderingen dienen. Van dezelfde zijde wyd te kennen gegeven, dat het nieuwe cijfer 5 een verzwaring beteekent. Voor twijfelachtige leerlingen zal een keuze gedaan moeten worden tusschen een onvol doend cijfer (het nieuwe cijfer 5) en een voldoend cijfer, n.l. 6. Van Inspecteurszijde werd verwacht, dat door de nieuwe waarde bepaling eenigszins meer een intellectueele selectie kan worden gehouden. Dat het nieuwe cijfer 5 als een onvoldoend cijfer bedoeld is, blijkt ook uit het volgende: 1) Bij de eindexamens werd een candidaat met niet anders dan cijfers 5 volgens het oude Reglement als geslaagd beschouwd; thans moet een candidaat met dezelfde cij fers afgewezen worden. 2) Het einddiploma behalen is niet meer als vroeger mogelijk bij een gemiddeld cijfer 5. Voor slagen (zonder dat de candi daat in discussie komt) wordt thans een ge middelde van minstens 6 vereischt (met bo vendien eenige beperkende bepalingen). 3) Uit de verklaring van den Minister van Onderwijs, in de Tweede Kamer afgelegd: „de bedoeling was niet een verzwaring der exameneischen, zooals vermoed is; het eenige, wat de leeraren zullen te doen hebben is, om in die gevallen, waarin zij vroeger een 5 gaven, nu een 6 te geven," blijkt overduide lijk, dat ook de Minister het cijfer 5 in zijn nieuwe beteekenis, als een voor de leerlingen ongunstig cijfer beschouwt. Ware dit niet zoo, dan zou Z.E. geen middel hebben aangege ven. om het nieuwe cijfer 5 te ontgaan. Hier bij mag de aanmerking gemaakt worden, dat het nieuwe cijfer 5 volgens deze uitspraak een uitzonderingscijfer zal moeten worden: de uitspraak, dat leerlingen, die vroeger 'n 5 zouden krijgen,thans met het cijfer 6 beloond behooren te worden, werd (terecht) niet aangevuld met een verklaring, dat thans ook hun, wien vroeger het cijfer 4 werd toe gekend, een 5 gegeven behoort te worden. Vooropgesteld, dat het cijfer 5 dus een graad van onvoldoende aanwijst, moeten ernstige bedenkingen gemaakt worden tegen beslissingen omtrent bevordering, in den geest van de hieronder volgende, genomen op scholen, waar reeds in den vorigen cursus aan het cijfer 5 de nieuwe beteekenis werd gehecht. Men kan zich bij de beschouwing van een beslissing, waarbij een leerling be vorderd wordt met de cijferlijst: Wiskunde: 5—6; talen 5—55—5, waarnaast slechts zes sen en twee zevens (ruim voldoende!) voor komen, niet onttrekken aan den indruk, dat hier het cijfer 5 niet als onvoldoende is be schouwd. Een dergelijke bevordering (ver schillende soortgelijke gevallen hebben zich voorgedaan) is zeer zeker niet in overeen stemming met de nieuwe beteekenis van het cijfer Toch is een zoodanige beslissing, hóewei onjuist, volkomen verklaarbaar en begrijpe lijk. Het gaat niet aan, den ouders van onze leerlingen een bericht van niet-bevordering hunner kinderen te zenden, met als motivee ring de mededeeling, dat ze bedenken mogen, dat de betrokken leerling in alle vakken toch bijna voldoende was (dit toch is de nieuwe benaming van het cijfer 5) en dat dezen op dien grond geen kans wordt gegeven, het onderwijs in de volgende klasse te volgen. Zulks doet denken aan den medicus, die het gepast acht, de familie van den overleden patiënt als troost voor te houden, dat deze door zijn goede zorgen bijna gered was ge weest. Het is onmenschkundig het praedicaat „bijna (nagenoeg) voldoende" te verbinden aan een afwijzing, omdat in deze benaming een hoopgevende tendenz ligt. De eenige oplossing is het cijfer 5 de uit drukking te doen zijn van het duidelijk be grip „niet voldoende" of „onbevredigend". Zoolang dit niet geschied is, blijft slechts over, het misleidende cijfer 5 zooveel mogelijk te vermijden. Den talloozen middelmatigen (die ongeacht de veranderde beteekenis van het cijfer 5 ook nu wel zullen blijven be staan), wien vroeger het praedicaat „even voldoende" gegeven werd, zal overeenkom stig de uitspraak van den Minister van On derwijs het cijfer 6 toegekend behooren te worden, al ware het slechts, omdat geen ander cijfer beschikbaar is om dit begrip uit te drukken. Een „verhooging" van de cijfers (boven 6) zal hiervan waarschijnlijk het ge volg zijn. Is dit 't geval, dan is 't als een gelukkig uitvloeisel van de nieuwe regeling te beschouwen, onder voorbehoud echter, dat de norm, die voor de bevordering gesteld wordt, verhoogd wordt, zooals dit ook volgens het nieuwe reglement voor het slagen voor het eindexamen is geschied. Het is niet over bodig er op te wijzen, dat ons ambt er licht toe leidt, ons te concentreeren op de door de leerlingen gemaakte fouten. We loopen gevaar ons te zeer in te stellen op het zoe ken naar tekortkomingen en het aanwijzen van gebreken m daardoor den leerling te ontmoedigen. Wie overtuigd is, hoezeer een leerling door een woord van lof en waardee ring kan worden opgebeurd, en hoe hij in een hooger cijfer een prikkel kan vinden tot meer inspanning, zal zich onder het voor behoud, hierboven genfaakt over die ver hooging van cijfers zeker niet ongerust ma ken. Bovendien komen op verschillende scho len de cijfers 6 tot en met 10 niet overeen met de beteekenis, die deze cijfers volgens hunne omschrijving hebben. Veelal wordt er niet aan gedacht, dat het cijfer 6 slechts „voldoende", zonder toevoeging van eenigen lof, dat 7 niet meer dan „ruim voldoende" 8 slechts „goed" beteekent, terwijl voor „zeer goed" en „uitmuntend" (niet „onberispelijk!") de cijfers 9 en 10 zijn vastgesteld. Het is dus eigenlijk volkomen onjuist om, zooals toch dikwijls gedaan wordt, het slagen van een candidaat, die over het geheel zwakke cij fers heeft, maar voor de talen de cijfers 7 heeft verkregen, te bepleiten op grond van zijn uitstekende talen-cijfers. Uit het voorgaande volgt dus, dat men den leerling, dien men in zijn vak niet als onvol doende wil aanduiden, het cijfer 6 of meer zal moeten toekennen, en dat het cijfer 5, zoolang dit als „bijna voldoende" omschre ven wordt, een uitzonderingscijfer zal moe ten blijven, omdat de onvoldoende beteekenis van dat cijfer niet door de omschrijving wordt gedekt. De vraag rijst echter, of men bij het opmaken der cijfers niet voortdurend op een 5 zal stuiten. Bij een wiskundeproef zijn b.v. voor de beide vraagstukken de cij fers 1 (men bedenke, dat het cijfer 0 niet 1 9 bestaat) en 9 toegekend. Eindcijfer: 2 5. Vroeger werd den leerling bij deze pres tatie een voldoend, thans een onvoldoend cij fer toegekend. Afgezien hiervan, dat het cijfer 1 wellicht door een 2 kan worden ver vangen, waardoor het eindcijfer 6 zou wor den verkregen, behoort degene, die het cijfer geeft, zich af te vragen, of niet de prestatie van den leerling in de gegeven omstandig heden (weinig tijd, die gewoonlijk voor het proefwerk beschikbaar wordt gesteld; af leiding bij het werken in een bezette klas; graad van moeilijkheid van beide vraagstuk ken enz. als „even voldoende" te beschouwen is; is dit 't geval, dan geve men 't cijfer 6, Bij drie opgegeven vraagstukken, waaraan respectievelijk de cijfers 1. 7, 7, zijn toege kend, leidt „berekening" tot een onvoldoend cijfer; een objectieve beschouwing kan echter ten gevolge hebben, dat den leerling het prae dicaat „juist voldoende", dus het cijfer 6, wordt gegeven. Ook bedenke men, dat als inderdaad de cijfers voor de afzonderlijke proefwerken verhoogd worden als gevolg van een meer rekening houden met de voor geschreven beteekenis der hoogere cijfers ook optelling van cijfers der proefwerken niet zoo spoedig als vroeger tot het eindcijfer 5 zal leiden. Resumeerende, vermeld ik dus als oordeel van de vergadering: 1) Dat zoo spoedig mogelijk de beteekenis van het cijfer 5 behoort te worden omschre ven overeenkomstig de ongunstige beteekenis, die aan dit cijfer moet worden gehecht,, en dat het onmenschkundige, immers hoopge vende, maar misleidende „bijna voldoende" door een duidelijk begrip als „niet voldoende" of „onbevredigend" behoort te worden ver vangen.1) Zoolang zulks niet geschied is, blijft slechts over 't cijfer 5 zooveel mogelijk te ver mijden, teneinde rechtmatige gegriefdheid over een afwijzing op grond van het prae dicaat „bijna voldoende" te ontgaan. 2) Bij het vaststellen van de cijfers late men zich, inzonderheid waar het de „fatale" grens geldt, meer leiden door „begrippen" dan door „getalberekeningen": men vrage zich af, of men den leerling als voldoende dan wel als onvoldoende beschouwt, waarbij men dient te bedenken, dat in het cijfer 6 alle schakeeringen van het begrip „voldoen de", dus ook die van even of juist voldoende, liggen opgesloten. 3) Men verhooge de norm voor de bevor dering gesteld. i) Bij het schrijven van het bovenstaande komt de gedachte bij mij op, dat een logisch cijfersysteem, waarbij de onvoldoende cijfers symmetrisch zijn ten opzichte van de vol doende cijfers, zou zijn: 1 2 zeer slecht: 3 slecht; 4 zeer onvoldoende; 5 onvoldoende; 6 voldoende; 7 ruim voldoende; 8 goed; 9 zeer goed; 10 uitmuntend. Wie weet echter een woord te vinden om het tegengestelde van uitmuntend uit te drukken? Noorwegen: Ten bate van het radium- fonds wordt een zegel van 20 öres uitge geven, in een oplage van 1.500.000 stuks. De zegels zullen worden verkocht met een toe slag van 10 öres, welke het radiumfonds ten goede komt. Vermoedelijk zal reeds de zer dagen met den verkoop begonnen wor den. Het zegel stelt voor het Noorsche ra- diumhospitaal. Soedan (Egyptisch) Als eerste dienstze- gels voor de luchtpost werden de 10 m. zwart en karmijn en de 2 Pf. oranje en lila bruin der uitgave 1827'28 voorzien van den éénregeligen horizontalen opdruk „Air Mail", elke waarde echter in een ander lettertype. Spanje: Met den grooten opdruk „Republi- ca" den zgn. „Barcelona opdruk" zijn reeds verschenen: 1 c. groen, 2 c. bruingeel, 5 c. bruin, 10 c. geelgroen, 15 c. grijsgroen, 20 c. violet, 25 c. rood karmijn, 30 c. bruinkar- mijn, 40 c. blauw, 50 c. roodoranje en 1 P. grijszwart, alle met de beeltenis van koning Alfonso XIII van de uitgave 1920—'30. Het expreszegel 20 c. rood van 1929 werd eveneens van den opdruk „Republica" voor zien. Joego-Slavië: Wederom zijn 3 nieuwe wel dadigheidszegels uitgegeven in verschillende teekening en formaat, tanding 12 lA. De waarden zijn: 50 p. 50 groen, 1 d. 50 p roserood en 3 d. 1 d. blauw. De weldadigheidsserie van 1929 is 30 Maart 1.1. uit koers genomen. De zegels wor den evenwel over eenigen tijd weer in koers gebracht voorzien van den opdruk „Yougo- slavija." opgegeven door v. d. Graaf Co. N, V. (Afd. Handelsinformaties) Uitgesproken 4 Mei: H. A. Munniks, koopman,Amsterdam, Utrechtschestraat 19bv. R.-c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. J. L. Bakhuysen—Schuld, Amsterdam, Keizersgracht 441. H. Degen, kleermaker, Amsterdam, Spar- reweg 311. R.-c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. J. L. Bakhuysen—Schuld, Amsterdam, Keizersgracht 441. P. Bruyn, schoenmaker, laatst Bussum, thans zonder woonplaats. R.-c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. J. L. Bakhuysen—Schuld, Amsterdam, Keizersgracht 441. Opgeheven wegens gebrek aan actief 4 Mei: J. Mulder, Amsterdam. Vernietigd na gedaan verzet 4 Mei: P. A. van Esveld, Amsterdam. FAILLISSEMENTSSTATISTIEK over April 1931 Samengesteld door Van der Graaf Co. N.V. (Afd. Handelsinformaties) Uitgesproken faillissementen: Noord-Holland (exclusief Amsterdam) 27. Amsterdam 44; Zuid-Holland (exclusief Den Haag en Rotterdam) 32, Den Haag 33, Rot terdam 27. Utrecht 23, Gelderland 19, Noord- Brabant 21, Limburg 10, Zeeland 5, Friesland 15, Groningen 5, Drente 6, Overijsel 18, totaal over April 291 faillissementen. Totaal vanaf 1 Januari 1195 faillissemen ten. Totaal zelfde tijdvak vorig jaar 1053 fail lissementen. Australië: Van de drie zegels, ter herin nering aan Kingsford Smith's beroemden tocht met de „Southern Cross" 16 Maart jJ. in omloop gebracht, verschilt alleen het in schrift. Op de twee laagste waarden luidt het „Postage-Postage", op de hoogste waarde „Air Mail Sendee". De 6 p. is het luchtposi- tarief, de 2 andere waarden zijn het ge wone posttarief. België: In het type der uitgave 1929"30 verscheen de 50 franks, donkerwijnrood met nieuwe tanding 13 x 14. De „colis postaux" zegels uitgave 1923 '28, tanding 13^ x 14 van 1 f 10 roodbruin, 1 fr. 50 blauwviolet en 2 f 10 leikleurig tggr- den voorzien van den opdruk „Joumaux- Dagbladen" als courantenzegels in koers ge steld. Belg. Congo: De waarden der „Stanley" uitgifte zijn door de wijziging der postta- rieven doelloos geworden èn geleidelijk over drukt, bericht de „Msb.". Waarschijnlijk zullen ook de niet meer bruikbare waarden der uitgave 1925'27 allen worden overdrukt. Tot nu toe zijn verschenen: 40 c op 35 c. groen, 2 fr. op 1 fr. 75 blauw, 2 fr. op 1 fr. 60 leikleurig, 3 fr. 25 op 2 fr. 75 lila en 3 fr. 25 op 3 fr. 50 karmijn. Curasao; De 3 c. groen werd van den rooden opdruk 2% voorzien. Blijkbaar een noodhulp-provisorisch opdrukje, dat wellicht niet aan philatelisten-loketten verkrijgbaar zal worden gesteld. Duitschland: Van de dienstzegels der uit gave 1927'28 veranderden de 10 p. vermil joen in lila rose en de 20 p leikleurig in lichtgrijs. Fransche koloniën: Van de 103 zegels, welke worden uitgegeven bij gelegenheid van de koloniale tentoonstelling te Parijs, heeft elke kolonie er vier voor haar reke ning behalve Indo-China, dat er 3 in koers brengt. De waarden zijn 40 c groen, 50 c violet, 90 c roodoranje, 1 f 50 blauw. Voor Indo China zijn de drie waarden: 4 c. op 50 c violet, 6 c op 90 c rood-oranje en 10 c op 1 f 50 blauw. Griekenland: Besloten is, het restant van alle uit koers zijnde zegels te verbranden, behoudens een vel van elke waarde, voor t postmuseum bestemd. Sinds 31 Maart zijn ook de onafhanke lijkheidszegels uit koers en vernietigd, even als het 8 di zegel met het klooster van Ar- cadië. Letland; In het type der uitgave 1921 (drieboek) tanding 11 nieuw watermerk hakenkruis en de waarde in santimu, ver scheen een luchtpostzegel van 10 s. geel groen. In het type der uitgave 1921'22, tanding 10, met het nieuwe watermerk verschenen: 3 s. vermiljoen, 5 s. geelgroen, 7 s. donker groen en 35 s. donkerblauw. In de uitgave van 1922 (groot formaat) met tanding 11 'A, verscheen de 2 lati don ker op lichtblauw. Dezer dagen verwacht men 3 nieuwe luchtpostzegels in zeer groote oplage: 3 san- timi oplage 5 180.000, 7 s. oplage 1.520.000 en 35 s. oplage 3.108.000 stuks. Nederlandsch-Indië; De nieuwe 1 gulden 75 violetbruin. tanding 12)+ borstbeeld der Koningin, type 1913—'14, is thans aan de bekende philatelisten-loketten verkrijgbaar. 65e Jaargang No. 32. Bü de intrede van den blijden Mei is de voorplaat van deze aflevering gewijd aan de lelie-reine Meikoningin. J. de S. G. be schrijft op prettigen toon „Een stukje Span je". Joh. Wilgo geeft een kort bekeerings- verhaal, terwijl T. Ruijgrok in een geestige satyre „Den rijken buurman" tentoonstelt. Van Helene Wulff treffen we een rijk ge ïllustreerd artikel „Humor in hout" aan. Hierna begint een kort vervolg-verhaal „Op leven en dood", uit het Engelsch door A. M. Onder het met zorg gekozen foto-materiaal treffen we als Rerum Novarum-herdenking een fraaie afbeelding aan van het grafmo nument van den Paus der arbeiders. Met de bekende rubrieken is het ook deze week wederom een interessant nummer. Zooeven verscheen bij den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren de Mei-aflevering van „De Wandelaar", maandblad, gewijd aan natuurstudie, natuurbescherming, heemschut, geologie, folklore, buitenleven en toerisme. G. H. J. H. Veldkamp brengt de lezers nader tot het boeiende leven der nijvere bijen, terwijl Jan van Mourik een slotartikel wijdt aan kinderspel en kinderrijmpjes. A. Hallema vraagt nogmaals aandacht voor een prachtig stadspark: het Bredasche Valken berg en Chr. A. C. Nell maakt duidelijk, dat aan het optreden der ijsheiligen allerlei meteorologische problemen vastzitten. A. Jo- man koos een aardige oeverplant, het kal moes, tot onderwerp eener onderhoudende causerie; Gerlof Kalma op zijn beurt staat stil bij de slangensoorten, die in ons land voorkomen. Het feit, dat de Nederlandschc Natuurhistorische Vereeniging dertig jaren bestaat, gaf den redacteur, Rinke Tolman, een hooggestemd herdenkingsartikel in de pen. Tenslotte licht H. P. Wiegman in over den aanleg van zoogenaamde vogelboschjes. Uitgebreid is weer de rubriek „Van en voor de lezers" (natuurhistorisch allerlei), waarin onder meer een nachtegalentocht wordt beschreven. Als steeds is ook dit nummer weer ver lucht met een groote reeks uitgelezen foto's en teekeningen. Motorfiets grijpt een paard. Te Amsterdam reed een motorfiets, waar op twee personen gezeten waren, in vrij groote snelheid over den Overtoom in de richting van de Nassaukade. Juist op het oogenblik dat twee man schappen van de Bereden Politie achter een tramwagen om de straat overstaken, ten einde de poort van het bureau binnen te ryden, passeerde het motorrijwiel dat punt. Een botsing was onvermijdelijk, daar den berijder door den tramwagen het gezicht over de straat benomen werd. In volle vaart reed hij een der paarden in de flank aan. Het dier werd opgetild en weer neer gesmeten, terwijl de ruiter er gedeeltelijk onder kwam te liggen. De motorrijder en de duo-passagier, welke laatste het meest met het paard in aanraking kwam, kwamen ook te vallen. In het gebouw van de Bereden Politie werden de gewonden verbonden. De poli tieman klaagde over pijn aan de heupen. De bestuurder van het motorrijwiel had een hoofdwonde. Hij kon zich dadelijk naar huis begeven. De duo-passagier werd naar het Wilhelminagasthuis vervoerd. Zijn toe stand is echter niet levensgevaarlijk. Het paard had slechts wat schrammen aan den rechter-achterpoot opgeloopen. 25-jarig arbeider gedood. Op een bouwwerk in de Celebesstraat op den hoek van de Minahassastraat te Amsterdam, heeft een 25-jarig arbeider een vallenden heipaal op het hoofd gekregen. De man is kort daarop overleden. De 3 -jarige K. t H. te Rotterdam heeft een pot kokende thee over het lichaampje gekregen. Met ernstige brandwonden aan borst, beenen en hals is het kind in het zie kenhuis aan den Coolsingel ter verpleging opgenomen. Het slachtoffer inwendig gekneusd Op de Slachthuiskade te Rotterdam kreeg gisteren de 24-jarige S. A., uit Wateringen bij het lossen van een schip een trap van een koe tegen den buik. Hij werd met ver moedelijk inwendige kneuzingen vervoerd naar het ziekenhuis Zuidwal. Een Londensch meisje, dat deel uitmaakte van een Britsch reisgezelschap, hetwelk met Paschen een bezoek bracht aan ons land, werd voor het Centraal-Station door een auto overreden, waardoor zij een dubbele beenbreuk bekwam. Zij werd in het Binnen gasthuis ter verpleging opgenomen. Thans is het meisje te Londen teruggekeerd en verhaalde zij de „Sunday Times" van de groote vriendelijkheid die haar, de veronge lukte vreemdelinge, in onze stad is bewe zen. Eiken dag kwamen vele Engelsch sprekenden haar bezoeken. Zij brachten bloemen en versnaperingen mede. Een maand lang, vertelde zij ben ik het bedor ven kindje geweest van vele Nederlanders en leden der Britsche kolonie te Amster dam. In het bijzonder zorgden voor mij de ambtenaren van het toeristenbureau te 's-Gravenhage. Alles werd gedaan om mij gelukkig te maken en te voorkomen, dat ik my eenzaam zou gevoelen. Ik zal al deze vriendelijkheid m'n leven lang niet verge ten! 1000 gulden verduisterd Te Antwerpen is een 25-jarige kantoorbe diende gearresteerd, die (en nadeele van een firma aan den Goudschen Singel te Rot terdam in één jaar tijds ruim 1000 heeft verduisterd. De jongeman moest gelden, die door loopjongens waren geïncasseerd en aan hem werden afgedragen, boeken en verant woorden. Hij heeft verschillende van deze bedragen ten eigen bate aangewend. Ter waarde van 14.000 aan ringen verdwenen In een juwelierswinkel aan de Hoofdsteeg te Rotterdam kwamen twee mannen, oogen- schijnlijk vreemdelingen, beiden omstreeks 30 jaar oud, meldt „Het Volk". Een hunner vroeg den bediende in gebroken Duitsch, of hij autcmatische horloges mocht zien. Ter wijl de bediende den man hielp, bleef de tweede bezoeker meer bescheiden achteraf staan met de handen op den rug. Keus werd niet gemaakt, doch toen de mannen weg waren, kwam de bediende tot de ont dekking, dat een plattau met zeven platina- ringen, met briljanten bezet, was verdwe- „Zeer geachte heer ad vocaat, mag ik u de hand drukken, wijl u er voor hebt gezorgd, dat ik mijn proces gewonnen heb." „Maar ik ben de ad vocaat van je tegenpartij, man." „Juist daarom." (l'Humour) nen. Het gestolene heeft een waarde van 14.000. Zeer waarschijnlijk heeft de man, die bij de vitrine de wacht hield, kans gezien om de ringen te stelen, terwijl de bediende later verklaarde, dat hij meer den .klant" op de vingers had gezien, maar minder had gelet op diens kameraad. Eenige jongelui uit Stolwijk hebben ge poogd den tol op Stolwijkersluis te passee- ren zonder tol te betalen, door een rijwiel over de brug te dragen. Bij hun terugkeer haalde de brugwachter de brug op, teneinde hun te beletten zich opnieuw aan tol betalen te onttrekken. - Het openstaan der brug gaf echter zoo danige verkeersstagnatie, dat de brugwachter de brug tenslotte neer liet, waardoor de tol- brekers gelegenheid kregen te passeeren. Thans staat de brug onder politiebewa king. Verlofgangers (O-Indië): W. Steinbuch, ass.-res. bij het Binn. Best., 's-Gravenhage; A. J. I. ten Kroode, 1ste comm. met den titel van hoofdcomm. bij het korps ambt. beh. tot het leger, Voorburg; L. van Davelaar, lid der Weeskamer te Medan, Amsterdam; B. Jong ste, loods le kl„ 's-Gravenhage; A. Weiland, adj.-insp. bij de P.T.T., 's-Gravenhage; P. Schram, kantoorhoofd bij het Dept. van Binn. Best., 's-Gravenhage; A. A. W. den Teuling, comm. bij de Alg. Rekenkamer, Rotterdam; W. Abrahamsz, 1ste comm. bij het Dept. van Binn. Best., Wageningen; F. H. Th. Oeschger, 2de werktuigk. bjj de Gouv. Marine, 's-Gravenhage; J. W. Busscher, adsp. techn. instructeur bij den Pandhuis- dienst, 's-Gravenhage; M. Samson, klerk bij den P.P.T.ldienst, 's-Gravenhage. Gepensionneerden (O.-Indië)Mr. J. A. L. Jansen, President v. d. Raad van Justitie te Makassar, 's-Gravenhage; J. W. P. v. d. Rest, hoofdinsp., hoofd van den dienst der opiumregie, Brussel. Het bestuur van E. D. O. heeft gezorgd voor een heel goedkoope gelegenheid om dezen wedstrijd te kunnen bezoeken. Bij de bekende voorverkoop-adressen zijn bonnen voor spoorkaartjes verkrijgbaar tot Vrijdag avond 8 uur a 1.— retour en tot Zondag morgen 10 uur plaatsbewijzen. De bonnen voor een treinreis kunnen vanaf Zondag morgen 11 uur ingewisseld worden aan het station (hal). De trein vertrekt uit Haarlem 12.04 en uit Alkmaar 5.41. Voor prijzen der toegangsbiljetten, zie reclame-biljetten. Hieronder publiceeren wij den stand van den wedstrijd om het clubkampioenschap 1930'31 der ..Haarlemsche Damclub" (se- lectie-afdeeling) Nr. Spelers gesp.gew.rem.verl.pnt. 1. B. Dukel, IJmuiden 6 2 4 0 8 2. A. de Jong, Haarlem 6 2 4 0 8 3. J. W. v. Dartelen, Heemstede 6 2 3 1 7 4. P. G. v. Engelen, Haarlem 6 1 3 2 5 5. J. B. Sluiter Jr., Aerdenhout 5 12 2 4 6. J. v. Looij, Haarlem 5 10 4 2 In deze afdeeling spelen de vier hoogst- aankomenden nog een partij tegen elkander om den titel, terwijl de twee laagstaanko- menden (Sluiter en Van Looij) degradatie wedstrijden spelen tegen de hoogstaanko- menden der hoofdklasse. Zondag werd deelgenomen aan de wed vlucht vanuit Roosendaal, 95 K.M. In con cours 86 duiven. Losgelaten 10 uur 5 min. Eerstgetoonde duif om 11 uur 41 min. 52 sec. Snelheid 935,90 M. per minuut. Laatstgetoonde prijswinnaar om 11 uur 57 min. 5 sec. De uitslag was: 1, 2, 12: W. v. Huis; 3, 6, 14: W. Eekhof; 4, 5, 8, 19: P. de Jong; 7, 9, 10: A. van Za del; 11, 15: N. Leuven; 14: J. G. v. d. Meer; 16: E. D. des Bouvrie; 17, 18, 20: A. Verdonschot. Medaille gewonnen door P. de Jong. hield Zondag 1.1. hare eerste wedvlucht in dit seizoen met oude duiven vanaf Roosendaal. De prijzen werden behaald als volgt: F. Neu- man 1, 2, 10; J. Philippo 3, 19, 22, 2«, 27, 28, 29, 32, 33; L. Gimbrère 4, 12, 14. 15, 1?, 31, 35; J. Bonke 5, 9, 21; C. Hoogedoorn 6, 34; P. Boeree 7, 8, 11, 13, 16, 23; M. Fehres 18, 24; G. Peschar 20; W. Kuyk 25, 30. Eerstgetoon de duif 11.49.31, laatste prijswinner te 12.2. Namens Columba L. GIMBRÉRE. Bovengenoemde vereeniging hield Zondag j.l. een wedvlucht van Roosendaal af (af stand 95 K.M.). De prijzen werden als volgt behaald: G. H Stouten 1, 2, 3, 4, 10, 11, 12, 15, 19, 22, «3, 27; H. v. Alphen 5, 17, 33, 34; J. Terhorst 6, 21 35, 37. 41; J. H. Hart Jr. 7, 25, 26; Wed. v. d. Veldt 8; H. J. Petter 9; P. v. Andel 13, 39; H. de Droog 14, 38; A. Terol 16, 18, 20, 40; H. C. Gans 24, 30, 32; L. v. Meurs 28, 36; J. J. Hart Sr. 29; W. v. Kleef 31. Zondag a.s. kasvlucht van Vilvoorde. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND MARNTX VAN ST. ALDEGONDE (uitr.), 5 Mei te Port Saïd. POELAU TELLO (uitr.), pass. 3 Mei Gra- vesend v. Londen. KON. NED. STOOMB. MAATSCHAPPIJ ACHILLES, 5 Mei v. Faro te Rotterdam. BARNEVELD, 4 Mei v. Valparaiso n. San Antonia. HELDER, (thuisr.) 4 Mei v. Curasao. IRENE, 4 Mei, v. Alicante naar Barcelona. MEDEA, 3 Mei v. West-Indië te New-York. OBERON, 4 Mei v. Cephalonia n. A.'dam. ORPHEUS, 5 Mei v. Stettin te Amsterdam. PROTEUS, 3 Mei v. Amsterdam te Danzig. RIJPERKERK, 4 Mei v. Barcelona n. Genua. ULYSSES, Malta/Amsterd.pass. 4 Mei Quessant. KON. HOLL. LLOYD ORANIA (uitr.) 4 Mei v. Rio de Janeiro. HALCYON LIJN STAD AMSTERDAM, Hamburg n. Buenos Aires, 5 Mei Finisterre gepass. HOLLAND—AFRIKA LIJN JAGERSFONTEIN, (uitr.) 4 Mei v. Port Soedan n. Djeddah. MELISKERK, 4 Mei East London n. Port Elisabeth. RANDFONTEIN 4 Mei v. Port Amelia n. Mozambique. HOLLAND—AMERIKA LIJN DRECHTDIJK, 3 Mei v. Vancouver te Seattle. EDAM, Rott. n. New Orleans, 3 Mei te Tampico. GAASTERDIJK, New Orleans n. Rott., 4 Mei te Havana. KINDERDIJK, Rott. n. d. Pacifick., 3 Mei te Los Angelos. HOLLAND—AUSTRALIË LUN AAGTEKERK, 5 Mei v. Australië, 1. v. Bremen, te Rotterdam. HOLLAND—BRITSCH-INDIË-LIJN BOVENKERK (uitr.), 3 Mei te Madras. HOLLAND—OOST-AZIË-LIJN OUDERKERK (uitr.) 4 Mei v. Shanghai. OOSTKERK, 4 Mei v. Wladiwostock, n. Rotterdam. RIOUW, 5 Mei v. O.-Azië 1. v. Rotterd. te Amsterdam. JAVA—NEW YORK LIJN PALEMBANG, New York n, Java, pass. 5 Mei Sagres. ROTTERDAMSCHE LLOYD BONDOWOSO (thuisr.) 4 Mei van Cadix. KOTA AGOENG (thuisr.) 5 Mel Point de Galle gep. KOTA RADJA 3 Mei van Rotterdam te Soerabaja. KOTA TJANDI (uitr.) 5 Mei van Suez. MENADO (thuisr.) 4 Mei van Marseille. SIBAJAK 1 Mei van Rotterdam te Ba tavia. TJERIMAI (thuisr.) 5 Mei v.m. 9 uur Fi nisterre gep.; 7 Mei vm. 6 uur te South ampton verwacht. ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA-LIJN ALCYONE (thuisr.) 4 Mei te Santos. ALCHIBA (thuisr.) 2 Mei van Bahia. ALPHERAT 4 Mei van Hamburg naar Rotterdam. STOOMVAART MIJ. OCEAAN AUTOLYCUS, Japan—Rotterdam, pass. 5 Mei Gibraltar. PERSEUS Japan—Rotterdam, 5 Mei te Singapore. NEDERLANDSCHE SCHEPEN BATAVIER II 5 Mei v.m. 9 uur van Rot terdam te Gravesend. COLYTTO 4 Mei Pemambuco gep., Rott. n. Rio Janeiro. KERKPLEIN 5 Mei van Narvik naar Rotterdam. LEKHAVEN 3 Mei van Rosario naar Amsterdam. LEONORA 4 Mei van Poortershaven te Honfleur. NEERLANDIA, lichter, per sleepboot „Utrecht" 4 Mei van Hamburg naar Rott. NIEUWENDAM, m.s„ 3 Mei v. Amst. te Hamburg. NOORDSTER, m.s., 3 Mei van Aalborg te Holtenau. SPAR, 2 Mei v. Calamata te Ras Hafin. TRITO, 4 Mei v. Rotterdam te Cork. TRUIDA, m.s., 3 Mei te Hamburg. WILLEMSPLEIN, 4 Mei v. Wabana naar Rotterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7