Gemengd
SUCCES
f)
Aan-onze Lezers
Door adverteeren
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
(!llll!lllll!!l!lllllll!linnfl[I!nillllllllllllRtlI!lll[!l[lilllllIlinilllillil
Het nieuwe cijfer 5
De beteekenis en onjuiste benaming
ervan
POSTZEGELNIEUWS
FAILLISSEMENTEN
BOEK EN BLAD
Nieuwe uitgiften
Katholieke Illustratie
,De Wandelaar"
Eigenaardige aanrijding te
Amsterdam
Heipaal op het hoofd gekregen
Pot kokende thee over het
lichaampje
Trap van een koe
Vriendelijke Nederlanders
Een oneerlijke bediende
Een juweeiendiefstal
Hi
Aanval op een tol
ONZE OOST
Indische Dienst
SPORT EN SPEL
VOETBAL
E. D. O.Blauw-Wit
DAMMEN
Om de persoonlijke kampioenschap
pen der „Haarl. Damclub"
DUIVENSPORT
.Gevleugelde Vrienden"
Heemstede
De Postduivenvereeniging
Columba
P.V.
„Haarl. Amsterdamsche
Kwartier"
Spoort al Uw kennissen aan
hun vraaè- en aanbod
advertenties te plaatsen in
onze eièen
STOOMVAARTLIJNEN
Niet alle advertentiën
nebben reeds bij één
enkele plaatsing
Zulks hangt grooten-
deels daarvan af of er
lust tot het koopen van
Uw artikel bestaat
wordt de lust
tot koopen opgewekt
ADVERTEER
in de „Nieuwe
Haarlemsche Courant"
Van de hand van den heer H. van Mourik
Broekman troffen w\j in het „Weekblad voor
Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs" na
volgende artikel aan:
Hieronder volgen eenige opmerkingen over
het nieuwe cijfer 5, ontleend aan een gedach-
tenwisseling, welke plaats vond op een on
langs gehouden leerarenvergadering van het
Gemeentelijk Lyceum te Haarlem. Met het
oog op het verschil in opvatting, dat ten
aanzien van de beteekenis van het cijfer 5
aan verschillende scholen bestaat, kan het
wellicht van nut z(jn, deze gedachtenwisse-
ling algemeenere bekendheid te geven, te
meer omdat ze tot een eenstemmig oordeel
van de vergadering heeft geleid.
Allereerst werd vastgesteld, dat het nieuwe
cijfer 5 als een aanduiding van onvoldoende
vorderingen moet worden beschouwd.
Dit werd als volgt toegelicht: Bij het vroe
gere cijferstel waren vier onvoldoende en
zes voldoende cijfers. Opzettelijk zijn thans
naar van Inspecteurszijde werd medege
deeld vijf cijfers vastgesteld om den'graad
van onvoldoende aan te wijzen en evenzoo
vijf cijfers, die voor de aanwijzing van vol
doende of goede, vorderingen dienen. Van
dezelfde zijde wyd te kennen gegeven, dat
het nieuwe cijfer 5 een verzwaring beteekent.
Voor twijfelachtige leerlingen zal een keuze
gedaan moeten worden tusschen een onvol
doend cijfer (het nieuwe cijfer 5) en een
voldoend cijfer, n.l. 6. Van Inspecteurszijde
werd verwacht, dat door de nieuwe waarde
bepaling eenigszins meer een intellectueele
selectie kan worden gehouden.
Dat het nieuwe cijfer 5 als een onvoldoend
cijfer bedoeld is, blijkt ook uit het volgende:
1) Bij de eindexamens werd een candidaat
met niet anders dan cijfers 5 volgens het
oude Reglement als geslaagd beschouwd;
thans moet een candidaat met dezelfde cij
fers afgewezen worden.
2) Het einddiploma behalen is niet meer
als vroeger mogelijk bij een gemiddeld
cijfer 5. Voor slagen (zonder dat de candi
daat in discussie komt) wordt thans een ge
middelde van minstens 6 vereischt (met bo
vendien eenige beperkende bepalingen).
3) Uit de verklaring van den Minister van
Onderwijs, in de Tweede Kamer afgelegd:
„de bedoeling was niet een verzwaring der
exameneischen, zooals vermoed is; het eenige,
wat de leeraren zullen te doen hebben is, om
in die gevallen, waarin zij vroeger een 5
gaven, nu een 6 te geven," blijkt overduide
lijk, dat ook de Minister het cijfer 5 in zijn
nieuwe beteekenis, als een voor de leerlingen
ongunstig cijfer beschouwt. Ware dit niet zoo,
dan zou Z.E. geen middel hebben aangege
ven. om het nieuwe cijfer 5 te ontgaan. Hier
bij mag de aanmerking gemaakt worden,
dat het nieuwe cijfer 5 volgens deze uitspraak
een uitzonderingscijfer zal moeten worden:
de uitspraak, dat leerlingen, die vroeger 'n
5 zouden krijgen,thans met het cijfer 6
beloond behooren te worden, werd (terecht)
niet aangevuld met een verklaring, dat thans
ook hun, wien vroeger het cijfer 4 werd toe
gekend, een 5 gegeven behoort te worden.
Vooropgesteld, dat het cijfer 5 dus een
graad van onvoldoende aanwijst, moeten
ernstige bedenkingen gemaakt worden tegen
beslissingen omtrent bevordering, in den
geest van de hieronder volgende, genomen op
scholen, waar reeds in den vorigen cursus
aan het cijfer 5 de nieuwe beteekenis werd
gehecht. Men kan zich bij de beschouwing
van een beslissing, waarbij een leerling be
vorderd wordt met de cijferlijst: Wiskunde:
5—6; talen 5—55—5, waarnaast slechts zes
sen en twee zevens (ruim voldoende!) voor
komen, niet onttrekken aan den indruk, dat
hier het cijfer 5 niet als onvoldoende is be
schouwd. Een dergelijke bevordering (ver
schillende soortgelijke gevallen hebben zich
voorgedaan) is zeer zeker niet in overeen
stemming met de nieuwe beteekenis van het
cijfer
Toch is een zoodanige beslissing, hóewei
onjuist, volkomen verklaarbaar en begrijpe
lijk. Het gaat niet aan, den ouders van onze
leerlingen een bericht van niet-bevordering
hunner kinderen te zenden, met als motivee
ring de mededeeling, dat ze bedenken mogen,
dat de betrokken leerling in alle vakken toch
bijna voldoende was (dit toch is de nieuwe
benaming van het cijfer 5) en dat dezen
op dien grond geen kans wordt gegeven, het
onderwijs in de volgende klasse te volgen.
Zulks doet denken aan den medicus, die het
gepast acht, de familie van den overleden
patiënt als troost voor te houden, dat deze
door zijn goede zorgen bijna gered was ge
weest. Het is onmenschkundig het praedicaat
„bijna (nagenoeg) voldoende" te verbinden
aan een afwijzing, omdat in deze benaming
een hoopgevende tendenz ligt.
De eenige oplossing is het cijfer 5 de uit
drukking te doen zijn van het duidelijk be
grip „niet voldoende" of „onbevredigend".
Zoolang dit niet geschied is, blijft slechts
over, het misleidende cijfer 5 zooveel mogelijk
te vermijden. Den talloozen middelmatigen
(die ongeacht de veranderde beteekenis van
het cijfer 5 ook nu wel zullen blijven be
staan), wien vroeger het praedicaat „even
voldoende" gegeven werd, zal overeenkom
stig de uitspraak van den Minister van On
derwijs het cijfer 6 toegekend behooren te
worden, al ware het slechts, omdat geen
ander cijfer beschikbaar is om dit begrip uit
te drukken. Een „verhooging" van de cijfers
(boven 6) zal hiervan waarschijnlijk het ge
volg zijn. Is dit 't geval, dan is 't als een
gelukkig uitvloeisel van de nieuwe regeling
te beschouwen, onder voorbehoud echter, dat
de norm, die voor de bevordering gesteld
wordt, verhoogd wordt, zooals dit ook volgens
het nieuwe reglement voor het slagen voor
het eindexamen is geschied. Het is niet over
bodig er op te wijzen, dat ons ambt er licht
toe leidt, ons te concentreeren op de door
de leerlingen gemaakte fouten. We loopen
gevaar ons te zeer in te stellen op het zoe
ken naar tekortkomingen en het aanwijzen
van gebreken m daardoor den leerling te
ontmoedigen. Wie overtuigd is, hoezeer een
leerling door een woord van lof en waardee
ring kan worden opgebeurd, en hoe hij in
een hooger cijfer een prikkel kan vinden tot
meer inspanning, zal zich onder het voor
behoud, hierboven genfaakt over die ver
hooging van cijfers zeker niet ongerust ma
ken. Bovendien komen op verschillende scho
len de cijfers 6 tot en met 10 niet overeen
met de beteekenis, die deze cijfers volgens
hunne omschrijving hebben. Veelal wordt er
niet aan gedacht, dat het cijfer 6 slechts
„voldoende", zonder toevoeging van eenigen
lof, dat 7 niet meer dan „ruim voldoende" 8
slechts „goed" beteekent, terwijl voor „zeer
goed" en „uitmuntend" (niet „onberispelijk!")
de cijfers 9 en 10 zijn vastgesteld. Het is dus
eigenlijk volkomen onjuist om, zooals toch
dikwijls gedaan wordt, het slagen van een
candidaat, die over het geheel zwakke cij
fers heeft, maar voor de talen de cijfers 7
heeft verkregen, te bepleiten op grond van
zijn uitstekende talen-cijfers.
Uit het voorgaande volgt dus, dat men den
leerling, dien men in zijn vak niet als onvol
doende wil aanduiden, het cijfer 6 of meer
zal moeten toekennen, en dat het cijfer 5,
zoolang dit als „bijna voldoende" omschre
ven wordt, een uitzonderingscijfer zal moe
ten blijven, omdat de onvoldoende beteekenis
van dat cijfer niet door de omschrijving
wordt gedekt. De vraag rijst echter, of men
bij het opmaken der cijfers niet voortdurend
op een 5 zal stuiten. Bij een wiskundeproef
zijn b.v. voor de beide vraagstukken de cij
fers 1 (men bedenke, dat het cijfer 0 niet
1 9
bestaat) en 9 toegekend. Eindcijfer:
2
5. Vroeger werd den leerling bij deze pres
tatie een voldoend, thans een onvoldoend cij
fer toegekend. Afgezien hiervan, dat het
cijfer 1 wellicht door een 2 kan worden ver
vangen, waardoor het eindcijfer 6 zou wor
den verkregen, behoort degene, die het cijfer
geeft, zich af te vragen, of niet de prestatie
van den leerling in de gegeven omstandig
heden (weinig tijd, die gewoonlijk voor het
proefwerk beschikbaar wordt gesteld; af
leiding bij het werken in een bezette klas;
graad van moeilijkheid van beide vraagstuk
ken enz. als „even voldoende" te beschouwen
is; is dit 't geval, dan geve men 't cijfer 6,
Bij drie opgegeven vraagstukken, waaraan
respectievelijk de cijfers 1. 7, 7, zijn toege
kend, leidt „berekening" tot een onvoldoend
cijfer; een objectieve beschouwing kan echter
ten gevolge hebben, dat den leerling het prae
dicaat „juist voldoende", dus het cijfer 6,
wordt gegeven. Ook bedenke men, dat als
inderdaad de cijfers voor de afzonderlijke
proefwerken verhoogd worden als gevolg
van een meer rekening houden met de voor
geschreven beteekenis der hoogere cijfers
ook optelling van cijfers der proefwerken
niet zoo spoedig als vroeger tot het eindcijfer
5 zal leiden.
Resumeerende, vermeld ik dus als oordeel
van de vergadering:
1) Dat zoo spoedig mogelijk de beteekenis
van het cijfer 5 behoort te worden omschre
ven overeenkomstig de ongunstige beteekenis,
die aan dit cijfer moet worden gehecht,, en
dat het onmenschkundige, immers hoopge
vende, maar misleidende „bijna voldoende"
door een duidelijk begrip als „niet voldoende"
of „onbevredigend" behoort te worden ver
vangen.1) Zoolang zulks niet geschied is, blijft
slechts over 't cijfer 5 zooveel mogelijk te ver
mijden, teneinde rechtmatige gegriefdheid
over een afwijzing op grond van het prae
dicaat „bijna voldoende" te ontgaan.
2) Bij het vaststellen van de cijfers late
men zich, inzonderheid waar het de „fatale"
grens geldt, meer leiden door „begrippen"
dan door „getalberekeningen": men vrage
zich af, of men den leerling als voldoende
dan wel als onvoldoende beschouwt, waarbij
men dient te bedenken, dat in het cijfer 6
alle schakeeringen van het begrip „voldoen
de", dus ook die van even of juist voldoende,
liggen opgesloten.
3) Men verhooge de norm voor de bevor
dering gesteld.
i) Bij het schrijven van het bovenstaande
komt de gedachte bij mij op, dat een logisch
cijfersysteem, waarbij de onvoldoende cijfers
symmetrisch zijn ten opzichte van de vol
doende cijfers, zou zijn: 1 2 zeer
slecht: 3 slecht; 4 zeer onvoldoende; 5
onvoldoende; 6 voldoende; 7 ruim
voldoende; 8 goed; 9 zeer goed; 10
uitmuntend.
Wie weet echter een woord te vinden om
het tegengestelde van uitmuntend uit te
drukken?
Noorwegen: Ten bate van het radium-
fonds wordt een zegel van 20 öres uitge
geven, in een oplage van 1.500.000 stuks. De
zegels zullen worden verkocht met een toe
slag van 10 öres, welke het radiumfonds
ten goede komt. Vermoedelijk zal reeds de
zer dagen met den verkoop begonnen wor
den. Het zegel stelt voor het Noorsche ra-
diumhospitaal.
Soedan (Egyptisch) Als eerste dienstze-
gels voor de luchtpost werden de 10 m.
zwart en karmijn en de 2 Pf. oranje en lila
bruin der uitgave 1827'28 voorzien van den
éénregeligen horizontalen opdruk „Air Mail",
elke waarde echter in een ander lettertype.
Spanje: Met den grooten opdruk „Republi-
ca" den zgn. „Barcelona opdruk" zijn reeds
verschenen: 1 c. groen, 2 c. bruingeel, 5 c.
bruin, 10 c. geelgroen, 15 c. grijsgroen, 20 c.
violet, 25 c. rood karmijn, 30 c. bruinkar-
mijn, 40 c. blauw, 50 c. roodoranje en 1 P.
grijszwart, alle met de beeltenis van koning
Alfonso XIII van de uitgave 1920—'30.
Het expreszegel 20 c. rood van 1929 werd
eveneens van den opdruk „Republica" voor
zien.
Joego-Slavië: Wederom zijn 3 nieuwe wel
dadigheidszegels uitgegeven in verschillende
teekening en formaat, tanding 12 lA.
De waarden zijn: 50 p. 50 groen, 1 d.
50 p roserood en 3 d. 1 d. blauw.
De weldadigheidsserie van 1929 is 30
Maart 1.1. uit koers genomen. De zegels wor
den evenwel over eenigen tijd weer in koers
gebracht voorzien van den opdruk „Yougo-
slavija."
opgegeven door v. d. Graaf Co. N, V.
(Afd. Handelsinformaties)
Uitgesproken 4 Mei:
H. A. Munniks, koopman,Amsterdam,
Utrechtschestraat 19bv. R.-c. Mr. J. G. de
Vries. Cur. Mr. J. L. Bakhuysen—Schuld,
Amsterdam, Keizersgracht 441.
H. Degen, kleermaker, Amsterdam, Spar-
reweg 311. R.-c. Mr. J. G. de Vries. Cur.
Mr. J. L. Bakhuysen—Schuld, Amsterdam,
Keizersgracht 441.
P. Bruyn, schoenmaker, laatst Bussum,
thans zonder woonplaats. R.-c. Mr. J. G. de
Vries. Cur. Mr. J. L. Bakhuysen—Schuld,
Amsterdam, Keizersgracht 441.
Opgeheven wegens gebrek aan actief 4
Mei:
J. Mulder, Amsterdam.
Vernietigd na gedaan verzet 4 Mei:
P. A. van Esveld, Amsterdam.
FAILLISSEMENTSSTATISTIEK
over April 1931
Samengesteld door Van der Graaf Co. N.V.
(Afd. Handelsinformaties)
Uitgesproken faillissementen:
Noord-Holland (exclusief Amsterdam) 27.
Amsterdam 44; Zuid-Holland (exclusief Den
Haag en Rotterdam) 32, Den Haag 33, Rot
terdam 27. Utrecht 23, Gelderland 19, Noord-
Brabant 21, Limburg 10, Zeeland 5, Friesland
15, Groningen 5, Drente 6, Overijsel 18, totaal
over April 291 faillissementen.
Totaal vanaf 1 Januari 1195 faillissemen
ten.
Totaal zelfde tijdvak vorig jaar 1053 fail
lissementen.
Australië: Van de drie zegels, ter herin
nering aan Kingsford Smith's beroemden
tocht met de „Southern Cross" 16 Maart jJ.
in omloop gebracht, verschilt alleen het in
schrift. Op de twee laagste waarden luidt
het „Postage-Postage", op de hoogste waarde
„Air Mail Sendee". De 6 p. is het luchtposi-
tarief, de 2 andere waarden zijn het ge
wone posttarief.
België: In het type der uitgave 1929"30
verscheen de 50 franks, donkerwijnrood met
nieuwe tanding 13 x 14.
De „colis postaux" zegels uitgave 1923
'28, tanding 13^ x 14 van 1 f 10 roodbruin,
1 fr. 50 blauwviolet en 2 f 10 leikleurig tggr-
den voorzien van den opdruk „Joumaux-
Dagbladen" als courantenzegels in koers ge
steld.
Belg. Congo: De waarden der „Stanley"
uitgifte zijn door de wijziging der postta-
rieven doelloos geworden èn geleidelijk over
drukt, bericht de „Msb.". Waarschijnlijk
zullen ook de niet meer bruikbare waarden
der uitgave 1925'27 allen worden overdrukt.
Tot nu toe zijn verschenen: 40 c op 35 c.
groen, 2 fr. op 1 fr. 75 blauw, 2 fr. op 1 fr.
60 leikleurig, 3 fr. 25 op 2 fr. 75 lila en 3
fr. 25 op 3 fr. 50 karmijn.
Curasao; De 3 c. groen werd van den
rooden opdruk 2% voorzien. Blijkbaar een
noodhulp-provisorisch opdrukje, dat wellicht
niet aan philatelisten-loketten verkrijgbaar
zal worden gesteld.
Duitschland: Van de dienstzegels der uit
gave 1927'28 veranderden de 10 p. vermil
joen in lila rose en de 20 p leikleurig in
lichtgrijs.
Fransche koloniën: Van de 103 zegels,
welke worden uitgegeven bij gelegenheid
van de koloniale tentoonstelling te Parijs,
heeft elke kolonie er vier voor haar reke
ning behalve Indo-China, dat er 3 in koers
brengt. De waarden zijn 40 c groen, 50 c
violet, 90 c roodoranje, 1 f 50 blauw. Voor
Indo China zijn de drie waarden: 4 c. op
50 c violet, 6 c op 90 c rood-oranje en 10
c op 1 f 50 blauw.
Griekenland: Besloten is, het restant van
alle uit koers zijnde zegels te verbranden,
behoudens een vel van elke waarde, voor t
postmuseum bestemd.
Sinds 31 Maart zijn ook de onafhanke
lijkheidszegels uit koers en vernietigd, even
als het 8 di zegel met het klooster van Ar-
cadië.
Letland; In het type der uitgave 1921
(drieboek) tanding 11 nieuw watermerk
hakenkruis en de waarde in santimu, ver
scheen een luchtpostzegel van 10 s. geel
groen.
In het type der uitgave 1921'22, tanding
10, met het nieuwe watermerk verschenen:
3 s. vermiljoen, 5 s. geelgroen, 7 s. donker
groen en 35 s. donkerblauw.
In de uitgave van 1922 (groot formaat)
met tanding 11 'A, verscheen de 2 lati don
ker op lichtblauw.
Dezer dagen verwacht men 3 nieuwe
luchtpostzegels in zeer groote oplage: 3 san-
timi oplage 5 180.000, 7 s. oplage 1.520.000 en
35 s. oplage 3.108.000 stuks.
Nederlandsch-Indië; De nieuwe 1 gulden
75 violetbruin. tanding 12)+ borstbeeld der
Koningin, type 1913—'14, is thans aan de
bekende philatelisten-loketten verkrijgbaar.
65e Jaargang No. 32.
Bü de intrede van den blijden Mei is de
voorplaat van deze aflevering gewijd aan
de lelie-reine Meikoningin. J. de S. G. be
schrijft op prettigen toon „Een stukje Span
je". Joh. Wilgo geeft een kort bekeerings-
verhaal, terwijl T. Ruijgrok in een geestige
satyre „Den rijken buurman" tentoonstelt.
Van Helene Wulff treffen we een rijk ge
ïllustreerd artikel „Humor in hout" aan.
Hierna begint een kort vervolg-verhaal „Op
leven en dood", uit het Engelsch door A. M.
Onder het met zorg gekozen foto-materiaal
treffen we als Rerum Novarum-herdenking
een fraaie afbeelding aan van het grafmo
nument van den Paus der arbeiders.
Met de bekende rubrieken is het ook deze
week wederom een interessant nummer.
Zooeven verscheen bij den uitgever A. G.
Schoonderbeek te Laren de Mei-aflevering
van „De Wandelaar", maandblad, gewijd aan
natuurstudie, natuurbescherming, heemschut,
geologie, folklore, buitenleven en toerisme.
G. H. J. H. Veldkamp brengt de lezers
nader tot het boeiende leven der nijvere
bijen, terwijl Jan van Mourik een slotartikel
wijdt aan kinderspel en kinderrijmpjes. A.
Hallema vraagt nogmaals aandacht voor een
prachtig stadspark: het Bredasche Valken
berg en Chr. A. C. Nell maakt duidelijk, dat
aan het optreden der ijsheiligen allerlei
meteorologische problemen vastzitten. A. Jo-
man koos een aardige oeverplant, het kal
moes, tot onderwerp eener onderhoudende
causerie; Gerlof Kalma op zijn beurt staat
stil bij de slangensoorten, die in ons land
voorkomen. Het feit, dat de Nederlandschc
Natuurhistorische Vereeniging dertig jaren
bestaat, gaf den redacteur, Rinke Tolman,
een hooggestemd herdenkingsartikel in de
pen. Tenslotte licht H. P. Wiegman in over
den aanleg van zoogenaamde vogelboschjes.
Uitgebreid is weer de rubriek „Van en
voor de lezers" (natuurhistorisch allerlei),
waarin onder meer een nachtegalentocht
wordt beschreven.
Als steeds is ook dit nummer weer ver
lucht met een groote reeks uitgelezen foto's
en teekeningen.
Motorfiets grijpt een paard.
Te Amsterdam reed een motorfiets, waar
op twee personen gezeten waren, in vrij
groote snelheid over den Overtoom in de
richting van de Nassaukade.
Juist op het oogenblik dat twee man
schappen van de Bereden Politie achter een
tramwagen om de straat overstaken, ten
einde de poort van het bureau binnen te
ryden, passeerde het motorrijwiel dat punt.
Een botsing was onvermijdelijk, daar den
berijder door den tramwagen het gezicht
over de straat benomen werd. In volle
vaart reed hij een der paarden in de flank
aan. Het dier werd opgetild en weer neer
gesmeten, terwijl de ruiter er gedeeltelijk
onder kwam te liggen. De motorrijder en de
duo-passagier, welke laatste het meest met
het paard in aanraking kwam, kwamen ook
te vallen.
In het gebouw van de Bereden Politie
werden de gewonden verbonden. De poli
tieman klaagde over pijn aan de heupen. De
bestuurder van het motorrijwiel had een
hoofdwonde. Hij kon zich dadelijk naar huis
begeven. De duo-passagier werd naar het
Wilhelminagasthuis vervoerd. Zijn toe
stand is echter niet levensgevaarlijk. Het
paard had slechts wat schrammen aan den
rechter-achterpoot opgeloopen.
25-jarig arbeider gedood.
Op een bouwwerk in de Celebesstraat
op den hoek van de Minahassastraat te
Amsterdam, heeft een 25-jarig arbeider een
vallenden heipaal op het hoofd gekregen.
De man is kort daarop overleden.
De 3 -jarige K. t H. te Rotterdam heeft
een pot kokende thee over het lichaampje
gekregen. Met ernstige brandwonden aan
borst, beenen en hals is het kind in het zie
kenhuis aan den Coolsingel ter verpleging
opgenomen.
Het slachtoffer inwendig gekneusd
Op de Slachthuiskade te Rotterdam kreeg
gisteren de 24-jarige S. A., uit Wateringen
bij het lossen van een schip een trap van
een koe tegen den buik. Hij werd met ver
moedelijk inwendige kneuzingen vervoerd
naar het ziekenhuis Zuidwal.
Een Londensch meisje, dat deel uitmaakte
van een Britsch reisgezelschap, hetwelk met
Paschen een bezoek bracht aan ons land,
werd voor het Centraal-Station door een
auto overreden, waardoor zij een dubbele
beenbreuk bekwam. Zij werd in het Binnen
gasthuis ter verpleging opgenomen. Thans
is het meisje te Londen teruggekeerd en
verhaalde zij de „Sunday Times" van de
groote vriendelijkheid die haar, de veronge
lukte vreemdelinge, in onze stad is bewe
zen. Eiken dag kwamen vele Engelsch
sprekenden haar bezoeken. Zij brachten
bloemen en versnaperingen mede. Een
maand lang, vertelde zij ben ik het bedor
ven kindje geweest van vele Nederlanders
en leden der Britsche kolonie te Amster
dam. In het bijzonder zorgden voor mij de
ambtenaren van het toeristenbureau te
's-Gravenhage. Alles werd gedaan om mij
gelukkig te maken en te voorkomen, dat ik
my eenzaam zou gevoelen. Ik zal al deze
vriendelijkheid m'n leven lang niet verge
ten!
1000 gulden verduisterd
Te Antwerpen is een 25-jarige kantoorbe
diende gearresteerd, die (en nadeele van een
firma aan den Goudschen Singel te Rot
terdam in één jaar tijds ruim 1000 heeft
verduisterd. De jongeman moest gelden, die
door loopjongens waren geïncasseerd en aan
hem werden afgedragen, boeken en verant
woorden. Hij heeft verschillende van deze
bedragen ten eigen bate aangewend.
Ter waarde van 14.000 aan ringen
verdwenen
In een juwelierswinkel aan de Hoofdsteeg
te Rotterdam kwamen twee mannen, oogen-
schijnlijk vreemdelingen, beiden omstreeks
30 jaar oud, meldt „Het Volk". Een hunner
vroeg den bediende in gebroken Duitsch, of
hij autcmatische horloges mocht zien. Ter
wijl de bediende den man hielp, bleef de
tweede bezoeker meer bescheiden achteraf
staan met de handen op den rug. Keus
werd niet gemaakt, doch toen de mannen
weg waren, kwam de bediende tot de ont
dekking, dat een plattau met zeven platina-
ringen, met briljanten bezet, was verdwe-
„Zeer geachte heer ad
vocaat, mag ik u de hand
drukken, wijl u er voor
hebt gezorgd, dat ik mijn
proces gewonnen heb."
„Maar ik ben de ad
vocaat van je tegenpartij,
man."
„Juist daarom."
(l'Humour)
nen. Het gestolene heeft een waarde van
14.000.
Zeer waarschijnlijk heeft de man, die bij
de vitrine de wacht hield, kans gezien om
de ringen te stelen, terwijl de bediende later
verklaarde, dat hij meer den .klant" op de
vingers had gezien, maar minder had gelet
op diens kameraad.
Eenige jongelui uit Stolwijk hebben ge
poogd den tol op Stolwijkersluis te passee-
ren zonder tol te betalen, door een rijwiel
over de brug te dragen. Bij hun terugkeer
haalde de brugwachter de brug op, teneinde
hun te beletten zich opnieuw aan tol betalen
te onttrekken. -
Het openstaan der brug gaf echter zoo
danige verkeersstagnatie, dat de brugwachter
de brug tenslotte neer liet, waardoor de tol-
brekers gelegenheid kregen te passeeren.
Thans staat de brug onder politiebewa
king.
Verlofgangers (O-Indië): W. Steinbuch,
ass.-res. bij het Binn. Best., 's-Gravenhage;
A. J. I. ten Kroode, 1ste comm. met den titel
van hoofdcomm. bij het korps ambt. beh. tot
het leger, Voorburg; L. van Davelaar, lid der
Weeskamer te Medan, Amsterdam; B. Jong
ste, loods le kl„ 's-Gravenhage; A. Weiland,
adj.-insp. bij de P.T.T., 's-Gravenhage; P.
Schram, kantoorhoofd bij het Dept. van
Binn. Best., 's-Gravenhage; A. A. W. den
Teuling, comm. bij de Alg. Rekenkamer,
Rotterdam; W. Abrahamsz, 1ste comm. bij
het Dept. van Binn. Best., Wageningen; F.
H. Th. Oeschger, 2de werktuigk. bjj de Gouv.
Marine, 's-Gravenhage; J. W. Busscher,
adsp. techn. instructeur bij den Pandhuis-
dienst, 's-Gravenhage; M. Samson, klerk bij
den P.P.T.ldienst, 's-Gravenhage.
Gepensionneerden (O.-Indië)Mr. J. A. L.
Jansen, President v. d. Raad van Justitie te
Makassar, 's-Gravenhage; J. W. P. v. d.
Rest, hoofdinsp., hoofd van den dienst der
opiumregie, Brussel.
Het bestuur van E. D. O. heeft gezorgd
voor een heel goedkoope gelegenheid om
dezen wedstrijd te kunnen bezoeken. Bij de
bekende voorverkoop-adressen zijn bonnen
voor spoorkaartjes verkrijgbaar tot Vrijdag
avond 8 uur a 1.— retour en tot Zondag
morgen 10 uur plaatsbewijzen. De bonnen
voor een treinreis kunnen vanaf Zondag
morgen 11 uur ingewisseld worden aan het
station (hal). De trein vertrekt uit Haarlem
12.04 en uit Alkmaar 5.41.
Voor prijzen der toegangsbiljetten, zie
reclame-biljetten.
Hieronder publiceeren wij den stand van
den wedstrijd om het clubkampioenschap
1930'31 der ..Haarlemsche Damclub" (se-
lectie-afdeeling)
Nr. Spelers gesp.gew.rem.verl.pnt.
1. B. Dukel, IJmuiden 6 2 4 0 8
2. A. de Jong, Haarlem 6 2 4 0 8
3. J. W. v. Dartelen,
Heemstede 6 2 3 1 7
4. P. G. v. Engelen,
Haarlem 6 1 3 2 5
5. J. B. Sluiter Jr.,
Aerdenhout 5 12 2 4
6. J. v. Looij, Haarlem 5 10 4 2
In deze afdeeling spelen de vier hoogst-
aankomenden nog een partij tegen elkander
om den titel, terwijl de twee laagstaanko-
menden (Sluiter en Van Looij) degradatie
wedstrijden spelen tegen de hoogstaanko-
menden der hoofdklasse.
Zondag werd deelgenomen aan de wed
vlucht vanuit Roosendaal, 95 K.M. In con
cours 86 duiven. Losgelaten 10 uur 5 min.
Eerstgetoonde duif om 11 uur 41 min. 52 sec.
Snelheid 935,90 M. per minuut.
Laatstgetoonde prijswinnaar om 11 uur
57 min. 5 sec.
De uitslag was:
1, 2, 12: W. v. Huis; 3, 6, 14: W. Eekhof;
4, 5, 8, 19: P. de Jong; 7, 9, 10: A. van Za
del; 11, 15: N. Leuven; 14: J. G. v. d.
Meer; 16: E. D. des Bouvrie; 17, 18, 20: A.
Verdonschot. Medaille gewonnen door P. de
Jong.
hield Zondag 1.1. hare eerste wedvlucht in dit
seizoen met oude duiven vanaf Roosendaal.
De prijzen werden behaald als volgt: F. Neu-
man 1, 2, 10; J. Philippo 3, 19, 22, 2«, 27, 28,
29, 32, 33; L. Gimbrère 4, 12, 14. 15, 1?, 31, 35;
J. Bonke 5, 9, 21; C. Hoogedoorn 6, 34; P.
Boeree 7, 8, 11, 13, 16, 23; M. Fehres 18, 24;
G. Peschar 20; W. Kuyk 25, 30. Eerstgetoon
de duif 11.49.31, laatste prijswinner te 12.2.
Namens Columba
L. GIMBRÉRE.
Bovengenoemde vereeniging hield Zondag
j.l. een wedvlucht van Roosendaal af (af
stand 95 K.M.). De prijzen werden als volgt
behaald: G. H Stouten 1, 2, 3, 4, 10, 11, 12,
15, 19, 22, «3, 27; H. v. Alphen 5, 17, 33, 34;
J. Terhorst 6, 21 35, 37. 41; J. H. Hart Jr.
7, 25, 26; Wed. v. d. Veldt 8; H. J. Petter 9;
P. v. Andel 13, 39; H. de Droog 14, 38; A.
Terol 16, 18, 20, 40; H. C. Gans 24, 30, 32;
L. v. Meurs 28, 36; J. J. Hart Sr. 29; W. v.
Kleef 31.
Zondag a.s. kasvlucht van Vilvoorde.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND
MARNTX VAN ST. ALDEGONDE (uitr.),
5 Mei te Port Saïd.
POELAU TELLO (uitr.), pass. 3 Mei Gra-
vesend v. Londen.
KON. NED. STOOMB. MAATSCHAPPIJ
ACHILLES, 5 Mei v. Faro te Rotterdam.
BARNEVELD, 4 Mei v. Valparaiso n. San
Antonia.
HELDER, (thuisr.) 4 Mei v. Curasao.
IRENE, 4 Mei, v. Alicante naar Barcelona.
MEDEA, 3 Mei v. West-Indië te New-York.
OBERON, 4 Mei v. Cephalonia n. A.'dam.
ORPHEUS, 5 Mei v. Stettin te Amsterdam.
PROTEUS, 3 Mei v. Amsterdam te Danzig.
RIJPERKERK, 4 Mei v. Barcelona n.
Genua.
ULYSSES, Malta/Amsterd.pass. 4 Mei
Quessant.
KON. HOLL. LLOYD
ORANIA (uitr.) 4 Mei v. Rio de Janeiro.
HALCYON LIJN
STAD AMSTERDAM, Hamburg n. Buenos
Aires, 5 Mei Finisterre gepass.
HOLLAND—AFRIKA LIJN
JAGERSFONTEIN, (uitr.) 4 Mei v. Port
Soedan n. Djeddah.
MELISKERK, 4 Mei East London n. Port
Elisabeth.
RANDFONTEIN 4 Mei v. Port Amelia n.
Mozambique.
HOLLAND—AMERIKA LIJN
DRECHTDIJK, 3 Mei v. Vancouver te
Seattle.
EDAM, Rott. n. New Orleans, 3 Mei te
Tampico.
GAASTERDIJK, New Orleans n. Rott.,
4 Mei te Havana.
KINDERDIJK, Rott. n. d. Pacifick., 3 Mei
te Los Angelos.
HOLLAND—AUSTRALIË LUN
AAGTEKERK, 5 Mei v. Australië, 1. v.
Bremen, te Rotterdam.
HOLLAND—BRITSCH-INDIË-LIJN
BOVENKERK (uitr.), 3 Mei te Madras.
HOLLAND—OOST-AZIË-LIJN
OUDERKERK (uitr.) 4 Mei v. Shanghai.
OOSTKERK, 4 Mei v. Wladiwostock, n.
Rotterdam.
RIOUW, 5 Mei v. O.-Azië 1. v. Rotterd.
te Amsterdam.
JAVA—NEW YORK LIJN
PALEMBANG, New York n, Java, pass.
5 Mei Sagres.
ROTTERDAMSCHE LLOYD
BONDOWOSO (thuisr.) 4 Mei van Cadix.
KOTA AGOENG (thuisr.) 5 Mel Point de
Galle gep.
KOTA RADJA 3 Mei van Rotterdam te
Soerabaja.
KOTA TJANDI (uitr.) 5 Mei van Suez.
MENADO (thuisr.) 4 Mei van Marseille.
SIBAJAK 1 Mei van Rotterdam te Ba
tavia.
TJERIMAI (thuisr.) 5 Mei v.m. 9 uur Fi
nisterre gep.; 7 Mei vm. 6 uur te South
ampton verwacht.
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA-LIJN
ALCYONE (thuisr.) 4 Mei te Santos.
ALCHIBA (thuisr.) 2 Mei van Bahia.
ALPHERAT 4 Mei van Hamburg naar
Rotterdam.
STOOMVAART MIJ. OCEAAN
AUTOLYCUS, Japan—Rotterdam, pass.
5 Mei Gibraltar.
PERSEUS Japan—Rotterdam, 5 Mei te
Singapore.
NEDERLANDSCHE SCHEPEN
BATAVIER II 5 Mei v.m. 9 uur van Rot
terdam te Gravesend.
COLYTTO 4 Mei Pemambuco gep., Rott. n.
Rio Janeiro.
KERKPLEIN 5 Mei van Narvik naar
Rotterdam.
LEKHAVEN 3 Mei van Rosario naar
Amsterdam.
LEONORA 4 Mei van Poortershaven te
Honfleur.
NEERLANDIA, lichter, per sleepboot
„Utrecht" 4 Mei van Hamburg naar Rott.
NIEUWENDAM, m.s„ 3 Mei v. Amst. te
Hamburg.
NOORDSTER, m.s., 3 Mei van Aalborg te
Holtenau.
SPAR, 2 Mei v. Calamata te Ras Hafin.
TRITO, 4 Mei v. Rotterdam te Cork.
TRUIDA, m.s., 3 Mei te Hamburg.
WILLEMSPLEIN, 4 Mei v. Wabana naar
Rotterdam.