Buitenlandsch odCieuws
K
Bij Pijnenï*
FEUILLETON
H F VF
DE INTERNATIONALE KOLONIALE
TENTOONSTELLING TE PARIJS
KU KLUX-KLAN
DERDE BLAD
WOENSDAG 6 MEI 1931
BLADZIJDE 1
/ïcfit/oo/jend
1 //zersferfc k
De taalkwestie in Belgie
Plechtige opening door president Doumergue
De nieuwe Spaansche
regeering
Een uitspraak van koning Alfonso
Het ontwerp Jaspar
De conferentie der Kleine Entente
Het alcoholverbod in Finland
Frankrijk sympathiseert
met de republiek Spanje
Tumult in de Kamer
Kryleuko minister van justitie
Verhooging recht op benzine
Werkloosheid in Duitschland
Gemengde Buitenlandsche
Berichten
Doodstraf geëischt tegen een
moordenaar
Geheimzinnige ontpk
in een fort
ouinc*
Dooden en gewonden
Bloedig gevecht bij mijnconflict
De aardbeving in Kaukasië
,De Sphinx van Wallstreet"
RADIO-OMROEP
Berucht roover onthoofd
Een weerspannige huurder
De mijn instorting in België
KORT NIEUWS
KERKNIEUWS
St. Clemensretraitenhuis te
Noordwijkerhout
I
Mijnhardt's Poeders
Humoristische Avonturen-roman
Hedenmiddag is met groote plechtigheid
de Internationale Koloniale Tentoonstelling
in het Bois de Vincennes bij Parijs door
president Doumergue geopend.
Men heeft de openingsplechtigheid in
overeenstemming gebracht met 't belang, dat
men in Frankrijk aan deze tentoonstelling
hecht. Bestaat omtrent Frankrijk's huidige
positie in Europa geen enkele twijfel, als
koloniale mogendheid wordt Frankrijk nog
steeds goacht een derde, vierde of zelfs vijfde
plaats in te nemen. Aan dit denkbeeld een
einde te maken, de buitenwereld te laten
zien, wat Frankrijk in zijn koloniën gepres
teerd heeft, het koloniaal prestige van
Frankrijk versterken, ziedaar de voornaam
ste doeleinden van deze inderdaad zeer
grootsch opgezette tentoonstelling, die be
schouwd wordt als een nationale gebeurte
nis. En zoo geschiedde de laatste regeerings-
daad van president Doumergue, die vandaag
over een week zijn functie aan zijn thans
nog onbekenden opvolger zal overdragen, met
groot militair vertoon, zooals bij nationale
gebeurtenissen gebruikelijk is.
Den commissaris der tentoonstelling, den
oud-gouverneur van Marokko, Maarschalk
Lyautey, viel de eer te beurt, den president
naar de tentoonstelling te mogen begeleiden.
Te half drie hedenmiddag vervoegde hij
zich officieel aan het Elysée! Per auto be
gaven president Doumergue en Maarschalk
Lyautey zich naar het Bois de Vincennes.
Inmiddels hadden zich voor het tentoon
stellingsterrein, nabij de Porte de Picpus op
't kruispunt van den Boulevard Poniatowski
en de Avenue Daumesnil, de verschillende
troepenafdeelingen, w.o. eenige compagnieën
koloniale troepen, opgesteld. Te ongeveer
drie uur arriveerde de auto van den Presi
dent aan de Porte de Picpus, onder het
schetteren der militaire muziek. Alvorens in
het aan den ingang der tentoonstelling
Wachtende open rijtuig te stappen, inspec
teerde president Doumergue de aan de Porte
de Picpus opgestelde eerewacht, waarna hij
zich te voet naar de met tallooze vlaggen
versierde toegangspoort der tentoonstelling
begaf. Hier wachtten drie open rijtuigen en
eenige escadrons bereden troepen. President
Doumergue nam in het eerste rijtuig plaats,
en aan zijn linkerzijde maarschalk Lyautey.
ïn het tweede rijtuig namen plaats de gou
verneur-generaal Olivier, algemeen gedele
geerde van het tentoonstellingsbestuur, en
de Italiaansche senator en Minister van
Staat, de Prins di Scalea, commissaris-gene
raal van de Italiaansche afdeeling en doyen
van de op de tentoonstelling vertegenwoor
digde commissarissen-generaal der buiten-
landsche afdeelingen. Het derde rijtuig werd
bezet door de algemeene secretarissen van
den president der republiek en van het com
missariaat-generaal der tentoonstelling.
Voorafgegaan, omgeven en gevolgd door
bereden militaire troepen zette de stoet zich
in beweging, onder het gebulder der kanon
nen van de bij Vincennes opgestelde batterij,
die een eere-salvo van 101 schoten loste. In
matig tempo reed de stoet langs de Avenue
des Colonies Frangaises en langs de Noord-
Afrikaansche afdeelingen naar den breeden
ceintuurweg rondom het Lac Daumesnil, om
langs dezen weg het Belgische Paviljoen, de
gebouwen van de Vereenigde Staten, van de
Levant en het Italiaansche Paviljoen te kun
nen passeeren. Bij de Avenue des Tribunes
werd de ceintuurweg verlaten en sloeg de
stoet rechts af, om aldus het Nederlandsche
Paviljoen te passeeren.
Langs het Palais des Beaux Arts, het
tweede gedeelte van de Amerikaansche af
deeling, de inzendingen van Denemarken in
Britsch-Indië, kwam de stoet weer bij het
Portugeesche Paviljoen op den ceintuurweg
terug en voorbij het Paviljoen des Tabacs
arriveerden zij te ruim half vier voor het
Permanente Koloniale Museum aan de
Avenue Daumesnil.
Onder de peristyle van het Museum werd
president Doumergue opgewacht door alle
Ministers, den Parijschen politie-prefect
Chiappe, den Prefect van de Seine, den
Voorzitter van den Parijschen Gemeenteraad
en den voorzitter van den algemeenen raad
van het Departement van de Seine. Presi
dent Doumergue werd verwelkomd door mi
nister-president Pierre Laval en den Minis
ter van Koloniën Paul Reynaud, die hem
naar de groote eere-zaal van het Museum
leidden, waar een groote estrade was opge
steld met fauteuils voor den president en
zijn gevolg. Een groot aantal genoodigden
Was hier aanwezig. Tot de eere-gasten be
hoorde o.a. de Keizer van Annam. Voorts
zagen wij de voorzitters van Kamer en Se
naat, bijna alle onderstaatssecretarissen, vele
afgevaardigden en senatoren en bijna het
Volledige corps diplomatique, waarbij ook
onze gezant te Parijs, Jhr. Loudon, niet ont
brak. De leidende personen der buitenland-
sche afdeelingen waren eveneens allen aan
wezig. Van de Nederlandsche afdeeling wa
ren er o.a. de oud-minister van Koloniën
Lr. j. c. Koningsberger, Prof. Dr. L. Ph. le
Cosquino de Bussy van het Koloniaal Insti
tuut, Dr. L. J. van der Waals van het De
partement van Koloniën, enz. Nadat de pre
sident en zijn gevolg hadden plaats geno
men, hield Maarschalk Lyautey de begroe
tingsrede.
Namens het stadsbestuur van Parijs hield
de burgemeester van Parijs een korte rede
en vervolgens, namens alle buitenlandsche
deelnemers, de Prins di Scalea. Ten slotte
voerde de Minister van Koloniën, Paul Rey
naud, het woord, waarna president Doumer
gue met enkele woorden de Internationale
Koloniale Tentoonstelling Parijs 1931 voor
geopend verklaarde.
Uitgeleide gedaan door de commissarissen
der tentoonstelling begaf president Doumer
gue zich met zijn gevolg tusschen een dub
bele haag van militaire troepen door naar den
Boulevard Soult, waar voor het Palais de la
Section Métropolitaine zijn rijtuig gereed
stond. Hier stonden ook de rijtuigen gereed
voor de andere eere-gasten, de voorzitters
van Kamer en Senaat en de leden van het
Corps Diplomatique. De overige genoodigden
konden de tentoonstelling langs den uitgang
nabij de Porte de Picpus verlaten of konden
het Tentoonstellingsterrein verder in oogen-
schouw nemen.
Zooals gewoonlijk bij groote tentoonstel
lingen is nog lang niet alles gereed, en de
meeste afdeelingen zullen eerst in den loop
van deze of de volgende week officieel wor
den geopend. Het Nederlandsche Paviljoen,
dat reeds overmorgen officieel geopend
wordt, behoort zeker niet tot de laatste.
De tentoonstelling zelf zal pas morgen
voor het publiek worden opengesteld. Echter
bestond heden voor de openingsplechtigheid
zeer groote belangstelling en een dichte me
nigte verdrong zich achter de afzetting bij
de Porte de Picpus en den Boulevard Soult.
In een onderhoud te Londen met den
hoofdredacteur van het blad A.B.C., door dit
blad gepubliceerd, verklaarde Alfonso Kill,
dat hij vastbesloten was geenerlei moeilijk
heid te bereiden aan de republikeinsche re
geering, die voor hem de regeering van Span
je is. Monarchisten, die zijn aanwijzingen
zouden willen volgen, moeten zich er niet al
leen van onthouden moeilijkheden te schep
pen voor de regeering, maar ook haar steu
nen.
Koning Alfonso zeide, het nooit te zullen
goedkeuren, dat men het volk tegen de auto
riteiten opzet, noch dat men met de onge
lukken van het vaderland speculeert, om aan
het nieuwe regime zijn prestige te ont
nemen.
De koning verklaarde voorts, dat hij aan
alle officieren, die hij had kunnen bereiken,
had gevraagd, den eed van trouw aan de
republiek af te leggen. De monarchie is, zei-
de koning Alfonso, in Spanje geëindigd door
de uitspraak van het volk. Moet zij eens
hersteld worden, dan zal dit eveneens moeten
zijn door den wil der burgers.
Nieuwe kieswet
Met betrekking tot de hervorming der kies
wet in Spanje is bepaald dat elke provincie
een afzonderlijk kiesdistrict zal vormen. De
steden Madrid, Barcelona, Melilla en Ceuta
zullen eveneens een kiesdistrict vormen.
Op elke 50.000 inwoners zal een Kamer
afgevaardigde worden gekozen. Vrouwen en
geestelijken zullen verkiesbaar zijn, doch niet
het actieve kiesrecht krijgen.
Aan de minderheden zal vertegenwoordi
ging in het parlement worden gewaarborgd.
In den ministerraad van Maandag' is lang
durig gesproken over het ontwerp op het
gebruik der talen in bestuurszaken. Dit
ontwerp zal, meldt de „Standaard", de vol
gende week worden ingediend. Het blad
geeft de volgende bijzonderheden uit het
ontwerp
Het erkent de eentaligheid van de plaat
selijke en gewestelijke besturen in het heele
land, echter niet meer in de provincie Bra
bant.
Wat den centralen staatsdienst betreft,
hier wordt de tweetaligheid bevestigd. Twee
taligheid ook in het bestuur der provincie
Brabant.
De gemeenten der Brusselsche omgeving
zijn tweetalig. Zij moeten in het Neder-
landsch de in die taal gestelde mededee-
lingen van de Vlaamsche gemeenten beant
woorden en omgekeerd, wat Wallonië be
treft.
In de centrale staatsdiensten en in de
diensten der provincie Brabant worden de
zaken afgehandeld in de taal, welke door de
gewestelijke diensten en de plaatselijke over
heden gebruikt werd. Mededeelingen in het
Neder! andsch of in het Fransch van par
ticuliere personen, worden in die taal be
antwoord.
Ds gemeenteraden van de Brusselsche
omgeving bepalen de taal, die in de dien
sten onderling en bij de briefwisseling met
de hoofdbesturen moet gebruikt worden.
Mededeelingen en bekendmakingen aan
het publiek door de plaatselijke staats- en
provinciediensten alsmede door de gemeen
ten, worden gedaan in de taal van de ge
meente, doch zij zullen tweetalig zijn, in
dien 20 procent van de bevolking der ge
meente de verklaring aflegt, dat zij
meestal de taal van de andere taalgroep
gebruiken.
Geen ambtenaar zal tot directeur van
een der departementen benoemd kunnen
worden, indien hij niet beide talen kent.
Gisteren gesloten.
De conferentie der Kleine-Ententestaten
is gisteren, na drie dagen te hebben ge
duurd, gesloten.
Blijkens een officieel communiqué is de
Duitsch Oostenrijksche Tolunie uitvoerig
besproken, zoowel uit juridisch, politiek als
economisch oogpunt.
Verder zijn besprekingen gewijd aan de
voorstellen der Fransche regeering en aan
den algemeenen economischen toestand.
Besloten is, dat de drie landen te Genève
gemeenschappelijk zullen optreden.
In verband met de agrarische crisis ver
klaren de Kleine-Entsntelanden zich voor
een onverwijlde invoering van preferen-
tieele rechten.
Uniforme legerorganisatie.
Blijkens een bij het Italiaansche parle
ment uitgebracht rapport omtrent de orga
nisatie van de legers der Kleine-Entente
staten, zijn de legers van Roemenië, Joego
slavië, Tsjecho-Slowakije en Polen op uni
forme wijze uitgerust en afgericht, met het
doel te allen tijde samenwerking met het
Fransche leger mogelijk te maken. Ge
noemde staten ontvangen met het oog op
hun militaire leiding gelijke adviezen van
hooge Fransche officieren, terwijl him offi
cieren deelnemen aan de cursussen der
Fransche krijgsscholen en Fransche mili
taire oefeningen.
Volgens het rapport zijn ook waper.s, mu
nitie, enz. dezelfde, en worden deze door
de Fransche firma Schneider-Creuzot ge
leverd, welke firma geïnteresseerd is bij de
Tsjechische wapenindustrie en voornemens
is in Roemenië en Joego-Slavië groote wa
penfabrieken op te richten.
Opheffing gevraagd
De President ontving heden een adres
van 118.000 vrouwen, die opheffing vragen
van het drankverbod. Het adres was ge-
„Nee hhij werkt niet
zoo accuraat en precies
als ik. Zoo heb ik gisteren
bijvoorbeeld een uur te
laat mijn kantoor ver
laten."
„Zoo'n overvloed van
werk?"
„Nee dat niet maar
men had mij vergeten te
wekken, en hij was een
half uur later wakker ge
worden."
l'Humour)
bonden en de leider van de delegatie sprak
de hoop uit, dat Finland zoo spoedig mbge-
lijk zal worden vrijgemaakt van den dwang,
die het gevolg is van het alcoholverbod.
Gisteren is het Fransche parlement weer
bijeengekomen. Op de agenda staan een aan
tal interpellaties. Die over het Duitsch-Oos-
tenrijksche douane-verdrag werd op Donder
dag bepaald.
Aan de orde was gisteren een voorstel van
den socialist Grumbach, dat de Kamer aan
de nieuwe Spaansche regeering een sympa
thiebetuiging zou doen toekomen.
De premier Laval verklaarde, dat hij na
mens de Fransche regeering de jonge Spaan
sche republiek hartelijk welkom heette. Hij
wenschte de Spaansche regeering van harte
succes. De betrekkingen tusschen het Spaan
sche en het Fransche volk zouden, als in het
verleden, vriendschappelijk blijven.
Toen de communist Cachin er daarop zijn
leedwezen over uitte, dat de Spaansche re
publiek een burgerlijke republiek was, werd
hij op stormachtige wijze door de socialisten
in de rede gevallen, zoodat hij zijn betoog
niet kon voortzetten. Er ontstond een hef
tige woordenwisseling tusschen den commu -
nist Marty en den voor hem zittenden so
cialist Ambrosini. Men zag, dat Marty zien
voorover boog en met gebalde vuist den so
cialist een stomp in het gezicht gaf. Deze
verweerde zich, doch werd daarop door zijn
collega's tegengehouden, zoodat het hem
ondanks herhaalde pogingen niet gelukte
revanche te nemen. Dit tooneel gaf aanlei
ding tot groot tumult.
Ten slotte werd het voorstel van Grum
bach, waarbij de Kamer aan de Spaansche
republiek haar sympathie betuigt en haar
goede wenschen doet toekomen, met 540 te
gen 6 stemmen aangenomen.
Ook de Senaat heeft de beste wenschen
uitgesproken voor de Spaansche republiek.
De procureur-generaal Krylenko, die in
alle groote politieke processen in Rusland
als vertegenwoordiger van het O. M. is op
getreden, is tot minister van justitie be
noemd.
In Engeland
Na twee amendementen verworpen te
hebben, heeft het Lagerhuis met 252 tegen
146 stemmen de resolutie bekrachtigd, waar
bij het recht op benzine van 4op 6 pence
per galon wordt gebracht.
Hulp van het rijk noodig.
I>e voorzitter van den „Deutsche Ge-
meindetag". dr. Gereke, heeft aan persver
tegenwoordigers een verklaring afgelegd
over de werkloosheid, den financieelen toe
stand der verschillende gemeenten en de
rkssteunverleening aan de werkloozen.
Spreker verklaarde, dat de meeste kleine
gemeenten niet in staat zijn voor hun
werkloozen te zorgen, zoodat door het rijk
een algemeene hulpactie moet worden ge
organiseerd.
In het proces tegen den artist Urban, die
enkele maanden geleden den gérant van het
Mercedes-Bioscooptheater te Berlijn heeft
vermoord, eischte de officier van justitie we
gens moord, gepaard gaande met berooving,
de doodstraf, verlies der burgerrechten en
één jaar gevangenisstraf wegens het onbe
voegd dragen van wapenen.
CC*
Bij een geheimzinnige ontploffing in het
fort Yoechoe bij Kanton zijn tien personen
gedood en acht ernstig gekwetst. Het arse
naal is vernield. De oorzaak van de ontplof
fing is onbekend. Alle gebouwen in de om
geving zijn verwoest.
4 agenten gedood.
In verband met een arbeidsconflict in de
mijnen der omgeving Harlan (Kentucky)
werd een afdeeling politie aangevallen door
mannen die zich achter boomen verscholen
hadden. Er werden daarbij vier agenten ge
dood en een aantal gewond. Na het vuur
der aanvallers beantwoord te hebben trok
de politie zich terug om versterking te
halen, die met mitrailleurs en traanverwek-
kende bommen gewapend afgezonden werd.
900 dooden.
Naar via Moskou wordt gemeld, is het
aantal slachtoffers der aardbeving in
Trans-Kaukasië thans tot 800 gestegen. Bij
het uitgraven dergenen, die bedolven zijn,
worden steeds nieuwe slachtoffers gevonden.
De regeeringscommissie, die een onderzoek
instelt, schat de schade op 12 a 14 millioen
roebel.
Een milliard nagelaten
Te New-York is, zooals reecis gemeld, 91
jaar oud, George Fisher Baker overleden,
een der rijkste mannen van de Vereenigde
Staten. Hij heeft een vermogen nagelaten
van een milliard gulden.
Hij stond bekend als ,.de sphinx van Wall-
street" en begon zijn loopbaan als bediende
op een salaris van zes gulden per week; zelfs
was hij korten tijd nachtwaker. In 1B09 werd
hij tot voorzitter gekozen van de eerste Na
tionale Bank van New-York. In 1929 ver
diende hij door een geslaagde speculatie op
één dag 25 millioen gulden.
In den zomer van 1926 gaf hij aan iederen
bediende met twee dienstjaren bij genoemde
bank een cheque voor een jaai salaris. Aan
liefdadige instellingen schonk hij meer dan
100 millioen gulden.
Meer dan duizend misdrijven gepleegd
De befaamde Chineesche beul Wang heeft
met één enkelen slag van zijn groote zwaard
het hoofd afgehouwen van Sjoe Tien Joeng,
een zeer berucht bandiet in China, die de
reputatie genoot, dat hij meer dan duizend
misdrijven had gepleegd, waaronder moorden,
ontvoeringen, roof met geweldpleging, plun
dering van steden. Sjce Tien Joeng werd met
zijne helpers in de internationale concessie
te Sjanghai gevat, waarna hij werd uitge
leverd aan de Chineesche autoriteiten, die
hem ter dood verooraeelaen.
De beul Wang heeft Oen bijnaam van „Eén
slag", omdat hij er prat op ging, dat hij nog
nooit tot een tweeden slag zijn toevlucht had
behoeven te nemen om ten veroordeelde te
onthoofden.
Het terrein der terechtstelling was aan
alle kanten omringd door Chineezen, waar
onder slachtoffers der bandieten. Na de
terechtstelling werden de hoofden van Wang
en andere onthoofde roovers op staken boven
op een auto tentoongesteld.
Te Berlijn kwam het bij het uitzetten
van een huurder uit een tehuis voor onge-
huwden tot ernstige relletjes.
Ongeveer twee honderd personen, waarbij
zich de andere huurders uit het tehuis aan
sloten, verzetten zich tegen den deurwaar
der, die den huurder met behulp van de
politie uit het huis kwam zetten. De huur
der had zich in zijn kamer opgesloten en
dreigde uit het raam te springen, als men
met geweld zijn kamer wilde binnendrin
gen.
Politiemannen en brandweermannen
klommen daarna langs een ladder door het
raam in de kamer, waar zij den weerspan-
nigen huurder aantroffen met snijwonden
in de polsen.
Intusschen was het aantal demonstranten
tot vijf honderd gestegen, zoodat de politie
gebruik moest maken van den gummistok.
Hierbij werd een politieman tegen den
grond geworpen en aan het hoofd gewond.
Zes personen werden gearresteerd.
Alle ingesïotenen gered.
De mijnwerkers, die tengevolge van een
instorting in een mijn in België bedolven
waren, zijn thans gered.
Reeds eergisteren was het, zooals reeds
gemeld, gelukt met de bedolvenen verbin
ding te krijgen door klopteekens en daar
na werd het ook mogelijk, hun door een
nauwe opening levensmiddelen te laten toe
komen.
Na 2 dagen van onafgebroken werken, is
het thans ten slotte gelukt, tot hen door te
dringen en hen te bevrijden.
Een staking dreigt uit te breken
in de Noord-Fransche textielindustrie, daal
de arbeiders de voorstellen tot loonsverla
ging door de patroons hebben verworpen.
Een auto is bij Boulogn e-s u r-
M e r in een kanaal gereden. De eigenaar,
diens zoontje en een vriend verdronken.
Het aantal werkloozen in Groot-
Brittannië bedroeg 27 April 2.520.113 of
6257 meer dan in de voorafgaande week.
DONDERDAG 7 MEI 1931
HUIZEN, 1875 M. 8.00 KRO - 10.00—11.00
NCRV 11.00—2.00 KRO. Daarna NCRV
8.009.15 Gramofoonplaten 10.00 Zang
Dameskoor N, C. R. V. 10.30 Zieken-
dienst 11.0011.30 Gramofoonplaten
11.3012.00 Godsdienstig Halfuurtje pastoor
Perquin 12.00 Politieberichten 12.15
1.45 Concert K. R. O.-trio o. 1. v. P. Lusten-
houwer 1.45200 Gramofoonplaten 2.00
2.15 Gramofoonplaten 2.153.15 Hand-
werkcursus 3.153.45 Vrouwenhalfuurtje
4.005.00 Ziekenuurtje 5.005.45 Cur
sus Handenarbeid voor de Jeugd 5.45
6.45 Concert door „The Columbia Three"
6.457.00 Knipcursus 7.007.30 Vra-
genhalfuurtje 7 30 Politieberichten
7.45 Radio-raadsel 8.15 Uitvoering van
de cis-moll Mis van W. A. Mozart. Chr.
Oratorium vereeniging met medewerking
j van solisten en orkest, onder leiding van
Jan Wagenaar 10.15 Vaz Dias 10.25
11.30 Gramofoonplaten.
I HILVERSUM, 298 M. UitsL AVRO-
uitzending 8.009.50 Gramofoonplaten
10.0010.15 Morgenwijding 10.3012.00
AVRO-kwartet onder leiding van D. Groene-
veld 12.0012.30 Voordracht door prof.
dr. W. Vogelsang over de opvoering van
,.De spieghel Historiael" te Amsterdam, met
medewerking van solisten 12.302.30
Concert Omroeporkest onder leiding van N.
Treep. Elsa Nolthenius (zang) 3.004.00
Naaicursus 4.004.30 Cello-recital G.
Roth. Vleugel: Pierre Palla 4.305.30
Ziekenuurtje 5.306.00 Gramofoonplaten
6.006.30 Lezing over „Die Meistersinger
von Nuernberg", van Wagner 6.30—7.30
Uitz. „Die Meistersinger von Nuernberg".
Onder auspiciën van de Wagner-vereeni-
ging. Dir. Fritz Busch. Regie: Fr. Ludwig
Hörth. Koorleider: Hans Cleuver. Koor van
de Wagnervereeniging met medewerking van
het Concertgebouworkest 7.308 00 En-
gelsche les Fred Fry 8.00 Gramofoon
platen 8.15 Tweede Bedrijf „Die Meister
singer" 9.109.40 Vaz Dias en Lezing
9.40-11.30 Derde bedrijf „Die Meistersin
ger" 11.3012.00 gramofoonplaten.
DAVENTRY, 1554,4 M, 9.35 Morgenwij
ding 10.05 Lezing 11.20 Orgelspel door
R. Foort 12.20 Concert. F. Lendrum (so
praan), W. Charles Mann (bariton), Isabel
Hirstfeld (piano) 1.25 Uitzending voor
scholen 3.05 Dansmuziek 3.50 Orkest
concert 4.35 Kinderuurtje 4.35 Berich
ten 6.00 Pianospel door L. England en
R. King 6.20 Lezing 6.45 Lezing 7.05
Welsh-concert 3.20 Berichten 8.40 Le
zing 8.55 Concert. Maggie Teyte (sopraan),
Alfred Cotot piano) 10.0511.20 Dans
muziek.
LANGENBERG, 473 M. 6.25—7.20 Gra
mofoonplaten 9.3511.15 Gramofoonpla
ten 11.30 Gramofoonplaten 12.15—
I.50 Orkestconcert 4.20—5.20 Solisten-con
cert 7.208.15 Orkestconcert 8.20 „Der
Lampenschirm", Comedie van Kurt Goetz
9.35 Berichten. Daarna tot 11.20: Danssmu-
ziek.
PARIJS, „RADIO-PARIS", 1725 M.
7.05 Gramofoonplaten 11.50 Gramofoon
platen 12.25 Gramofoonplaten 3.05
Dansmuziek 5.20 Gramofoonplaten 7.20
Radio-Tooneel 8.50 Kamermuziek,
KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—1.20 Or
kestconcert 2.20—4.20 Orkestconcert en
voordracht 7.357.55 Zangduetten 8.20
—9.10 Orkestconcert 9.10—9.25 Cembalo-
soli 9.40—10.20 Orkestconcert 10.20
II.50 Dansmuziek.
BRUSSEL, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.:
4.20 Orkestconcert 5.05 Kinderuurtje
6.05 Gramofoonplaten 7.50 Concert, Koor,
solisten en orkest. 338.2 M.: 4.20 Orkestcon
cert 6.05 Gramofoonplaten 7.20 Orkest
concert en zang.
ZEESEN, 1635 M. 5.05 Tijdsein 550
Gymnastiek. Dan Gramofoonplaten 8 20—
11.25 Lezingen 11.25—12.15 Gramofoon
platen 12.151.20 Berichten 1.20—2.20
Gramofoonplaten 2.20—3.50 Lezingen
3.504.50 Concert 4.507.10 Lezingen
7.10Dansmuziek— 8.20 „Der Lampenschirm",
komedie van K, Goetz 9.20 Berichten
10.00 Avondconcert.
6.50
6.50
6.50
6.50
6.50
10.-
1922 Mei: Meisjes
2326 Mei: Mannen en Jongelin
gen
2629 Mei: Meisjes
69 Juni: Mannen en Jonge
lingen
912 Juni' Gemeentewerklieden
13—16 Juni: Jonge Dames
en vele ongesteldheden zullen U de hier
genoemde genezende en pijnstillende
spoedig helpen: Mijnhardt's Hoofdpijn
poeders Kiespijnpoeders Verkoud-
heidspoeders Hoestpoeders Rheu-
matiekpoeders Maagpoeders Pijn
stillende poeders. Op poeders en doos
staat de naam Mijnhardt. Let bij het
koopen hierop Prijs per poeder 8 ct. en
per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw drog.
19
Benstoiic ..,g naar zijn slaapkamer, doch
plaats van zich uit tekleeden, zonk hij
°P een leunstoel neer en verzonk in diep ge-
Peins. Indien de inhoud van ae groote
Leseh op zijn waschtafel iets pitcigers was
geweest dan Donnersdorfer water, zou John
J<wnes op dit oogenblik zeker niet de beko
'''hg hebben kunnen weerstaan om er de
kurk af te trekken en er een vingerhoed ie
uit te nemen.
„V/at schrijft mijn plicht mij voor. te
doen," peinsde hij. „De man schijnt geheel
normaal, behalve op dat eene punt. en hij
mist de slimheid van een gewonen krank
zinnige, anders zou hij mij niet in zijn ver
trouwen genomen hebben. Dat is tenminste
éen voordeel; het geeft mij in alle geval een
rem in handen." Er verliep ongeveer een
half uur_ alvorens John James uit zijn ge-
Peins ontwaakte en lusteloos van zijn stoel
opstond.
„Ik had het hem moeten zeggen, dat
doodshoofd van het hemd af te doen," mom-
Pelde hij.
„Verbeeld je eens, dat juffrouw Searl oi
Moore het zouden vinden, als hij het eens
liet slingeren; ik kan het er zelf wel even
afhalen, hij slaapt nu toch."
Benstone dacht nog even na en schopte
toen zijn pantoffels uit. Hij kwam op 't por
taal, liep zeer zacht ongeveer twaalf passen
verder en hield toen stil. De kamerdeur van
oom Chipperton stond half open.
„Dat valt mee, vooruit...."
Met vluggen, zenuwachtigen tred kwam
John James in de kamer en draaide het
gaslicht op. Er was geen Theophilus te be
kennen; zijn pyama lag netjes voor hem
uitgespreid op het bed, maar het was over
duidelijk. dat hij zich niet had ontkleed of
in bed geweest was. Het bundeltje, inhou
dende het costuum van den grootmeester,
was nergens te vinden.
„Hij heeft mij gefopt hij is er alleen op
uitgegaan."
Toen hi) dit zei, hoorde hij een zwak ge
luid de. nachtelijke stilte verstoren; het was
de voordeur, die in 't slot viel.
„Daar gaat hij!"
John James vloog het portaal over en de
trap af. Hij liep naar de garderobe, waar hij
met behulp van een lucifer een paar gym
nastiekschoenen met rubberzolen vond, die
hij vlug aantrok. Zonder zich den tijd te
gunnen een lucifer aan te steken, nam hij
den eersten hoed den besten van den kap
stok. Het was een zonderlinge hoed een
van oom Chipperton een kachelpijp, grijs
wit van kleur met een zwarten band, en
hij was zooveel te wijd, dat hij Joh James
tot aan de ooren zakte.
„Vervloekt ding! enfin 't moet maar!"
In de hal luisterde hij nog even, want hij
vreesde, dat juffrouw Searl van 't gedruisch
op het portaal wakker geworden was; in dat
geval zou hetzelfde spelletje van gisteren
avond zich weer herhalen. Doch neen, alles
was rustig.
Benstone opende de voordeur en sloot ze
weer achter zich. Toen de deur in het slot
viel, bemerkte hij, dat hij zich buiten geslo
ten had en dus op den sleutel van oom
Chipperton moest vertrouwen.
„Hij heeft hem zeker bij zich; 't zou an
ders wat moois zijn maar neen, dat zal
wel niet, hij heeft altijd zijn sleutelbos in
zijn zak."
De maan, die bijna vol was, werd op de
zen merkwaardigen nacht door geen wolkje
verduisterd. Met nog sneller kloppend hart
stapte John James het hek uit op een
sukkeldrafje liep hij de laan af, ging door
het hoofdhek en bleef toen staan
„Ho! welken kant moet ik uit?"
Theophilus was hem ver vooruit en niet
meer te zien. Was hij naar rechts of linxs
afgeslagen, in welke richting bevond zich
het huis van dien Manch?
Iedere seconde vertraging verminderde de
kans om den grootmeester te beletten zijn
onzinnig plan ten uitvoer te brengen. John
James knarste op zijn tanden; hij voelde be
hoefte aan een sterker stopwoord dan
„Goeie Grut!"
..Vervloekt!" riep hij uit.
HOOFDSTUK X
NACHTELIJKE MANOEUVRES
„Welken kant?"
Een week geleden zou John James waar
schijnlijk geneigd geweest zijn om deze jacht
als hopeloos op te geven. Maar hij zelf had
ook reeds voordeel getrokken uit het systeem
„Vroolijker leven". Het had hem van een
kluizenaar in een man van de daad veran
derd. Ah! Hij kreeg een lumineuzen inval.
Vlug bukte hij omlaag, en als een echte
padvinder onderzocht hij het grind bij het
hoofdhek van Cedar Mount. Weldra vond
hij, dank zij het heldere maanlicht, twee
versche voetafdrukken, waarvan hij nauw
keurig de richting onderzocht.
„Ziezoo, nu weet ik het," mompelde hij, en
met snellen draf liep hij den weg op in de
richting, hem door de voetafdrukken aange
geven.
Hij beefde van woede en nam zich vast
voor den grootmeester te achterhalen, hem
het belachelijke nachthemd af te rukken en
hem te dwingen naar huis terug te keeren.
Als hij met zijn dwaze grappen zoo door zou
gaan, zou hij zijn naam in discrediet bren
gen. Dat zou Nancy ook treffen, dat arme,
moederlooze kind!
„Ik zal hem zeggen
Benstone struikelde; met een kreet sprong
hij overeind, maar de cylinderhoed, die hem
nu over zijn oogen was gezakt, belette hem
te zien. Nijdig brommend stiet hij hem om
hoog, zoodat hij schuin achterover stond, en
snelde in wilde vaart vooruit.
Maar nog steeds zag hij geen spoor van
oom Chipperton. Alle huizen stonden daar
kalm en rustig; omgeven door tuinen of
weiden in het licht der volle maan.
„Mogelijk heeft hij het hek aan den voor
kant opengelaten; daar zal ik vooral op
letten."
Hij liep verder, maar de vier hekken wa
ren alle gesloten. Toen hij bij het vijfde
kwam, stond hij stil en las den naam „La-
verton", doch ook dit hek was dicht.
Even luisterde hij, en opeens ging hem
een rilling door de leden, toen hij voetstap
pen hoorde naderen. De regelmatige pas
was veel te langzaam om die van den groot
meester te zijn, want als diens wreed plan
ten uitvoer was gebracht, zou hij snel hst
hazenpad gekozen hebbsn. Dadelijk drong'
het tot John James door, dat hij zich ver
bergen moest om niet gezien te worden. Hij
opende het hek zeer zacht en sloot het ach
ter zich; toen luisterde hij weer en verborg
zich achter een steenen pilaar.
Het scheen eeuwen te duren, eer de voet
stappen de oprijlaan van Laverton bereikt
hadden en gedurende een angstig oogen
blik scheen het alsof de wandelaar het
voorhek inging; doch neen, hij ging lang
zaam, heel langzaam den weg op.
Benstone slaakte een zucht van verlici
ting; met bevende hand opende hij het hei
en tuurde langs het pad.
Met moeite kon hij vaststellen, dat het een
politieagent was, die langzaam de ronde
deed.
„Wonder, dat. hij mij niet zag."
Benstone was er innig van overtuigd, dat
ieder menseh, dien men "s nachts achter 'n
hekpilaar gehurkt vond zitten, in avondtoi
let, met rubberschoenen aan de voeten en
op het hoofd een witten cylinderhoed, die
bijna tot zijn schouders gezakt was, onmid
dellijk gearresteerd moest worden.
Hij bleef onbeeweglijk staan tot het geluid
der voetstappen weggestorven was en sloop
toen behoedzaam naar den uitgang.
Met de hand op zijn hart gedrukt, stond
hij stii om te beraadslagen.
„Zoo geeft het niets," dacht hij, „je kan
even goed in een donkere kamer naar een
zwarte speld zoeken; ik kan nog beter....
hola! Wat is dat!"
Het leek hem, in zijn overspannen toe
stand, alsof het geluid heel dicht bij was,
maar eindelijk drong het tot hem door, dat
het luide blaffen van een hond tamelijk ver
verwijderd klonk.
Waf! Waf!
Met moeite bedwong Benstone zijn eerste
opwelling om den weg op te snellen. Hij be
greep heel goed, wat dit geluid beteekende:
maar het rinkelen van een ketting gaf hem
de zekerheid, dat de hond vast lag.
„Dit is het huis waar hij is; en dat el-
-!;ge beest heeft hem gehoord."
(Wordt vervolgd).