LEEKEPREEKEN Li V Du Commerce f 3000.- f 750.- f250. f125.- f50.- f40. 1 DE ENCYCLIEKFEESTEN TE ROME HENK FIBBE w WONINGBUREAU ZATERDAG 16 MEI 1931 De Hoogeerw. Heer Plebaan L. A. A. M. Westerwoudt Wie wordt burgemeester Bloemendaal van De legerrevue gaat niet door De nieuwe Chineesche grondwet DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 1776» AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL Aan- en verkoop van courante en incourante effecten Prolongaties. Voorschotten tegen effecten. Coupons Te Rome ongesteld geworden Alleen reeds om de tijdsomstandigheden Een ernstitge ontploffing VOORNAAMSTE cNIEUWS J. J. WEBER ZOON OPTICIENS - FABRIKANTEN Groote Houtstraat 166 Haarlem Makelaar en Taxateur NASSAUSTRAAT 14 - TEL. 13781 CAFÉ-RESTAURANT De Nederlandsche Katholiekendag 1 Juni in werking Discontoverlaging Nederlandsche Bank BUREAUXNA8SAULAAN 49 Telefoon No. 13866 (drie Ujnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTENvoor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARIEMSCHE COURANT ADVERTENTIÊN 35 ct. p. regel VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES, 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 cL. by vooruit bet. Bü contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. Alle abonnë's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen bij een ongeval met doodelijken afloop bij verlies van een hand een voet of een oog bij verlies van een duim of wijsvinger bij een breuk van been of arm bij verlies vmn 'n anderen ringei 390 DE KWAAL, DIE BLIJFT De Paus heeft dezer dagen den Ne- derlandschen Aartsbisschop de ver schijning van een nieuwe „Rerum nova rum" aangekondigd en terwijl wij dit schrijven wordt vermoedelijk in Rome de nieuwe encycliek al gepubliceerd. Dit behoeft in geen enkel opzicht bevreemding te wekken. De beroemde omzendbrief van Leo XIII slaat op toe standen van een halve eeuw terug en sindsdien is er ontzaglijk veel ver anderd. Het waren in die dagen niet alleen de demagogen en revolutionnai- ren, die van de slavernij van den hand werksman spraken. „Het slavenjuk van den arbeid" is een beeld, dat ook door chistelijke leiders, schrijvers en spre kers, zelfs door den Paus, en niet ten onrechte, werd gebruikt. Wie het woord nu, in onzen tijd, durft bezigen, lastert tegen beter weten in. Mede dank zjj het krachtige maan woord uit Rome is de werkman in een geheel andere positie gekomen. Zijn ar beidsdag is in de meeste beschaafde landen verkort tot acht uren; zijn wo ning is een paleis in vergelijking met die van zijn grootouders; in alle werk plaatsen wordt voor zijn gezondheid en veiligheid gezorgd; zijn loon is contrac tueel geregeld; zijn vakorganisatie is erkend en zijn vertegenwoordiger zit met zijn werkgever gelijkgerechtigd aan dezelfde conferentietafel. De meeningsstrijd is dan nu ook een geheel andere. Werd vóór een halve eeuw een arbeidersvereeniging als een revolutionnaire organisatie aangezien en een arbeidswet als een onrechtmatig ingrijpen van de overheid op het parti culiere terrein; werd toen alle streven naar wettelijke bescherming van den arbeid als gevaarlijk staatssocialisme uitgekreten, thans is een goede gang van handel en nijverheid ondenkbaar zonder op gelijken voet georganiseerde groepèh van werkgevers en werkne mers; thans is de industrie zóó gere glementeerd en zijn op het geheele be drijfsleven zóóveel wettelijke, ook gel delijke lasten gelegd, dat van vele zij den geroepen wordt om verlossing van die knellende banden. Wij kunnen in deze beschouwing ter zijde laten in hoe verre dit juist is; het feit alleen, dat de openbare discussie voor zulke vraag punten gevoerd wordt is een afdoend bewijs, dat er in de sociale verhoudin gen sinds het verschijnen van de Rerum novarum een radicale verandering heeft plaats gehad. De arbeider heeft zijn eigenwaarde terug, zijn vrijheid en zelfstandigheid, zijn huis en tijd om zich aan zijn gezin te wijden en zijn levenspeil is aanmerkelijk verhoogd. Dit alles is, in het algemeen genomen, voor geen tegenspraak vatbaar. Daarnaast rijst onmiddellijk de vraag; is ook de maatschappij in haar geheel zooveel gelukkiger; is er meer tevreden heid, meer werkelijke, innerlijke en uiterlijke beschaving, meer godsdienst zin, een beter begrijpen van de waarde van het leven? Helaas kan het ant woord op deze vragen niet bevestigend zijn. De verwachting, door Leo XIII in zijn Rerum novarum uitgesproken, dat er door opheffing van den arbeider en verlossing van den arbeid meer we zenlijk levensgeluk zou komen, meer vrede door verzoening der standen, dus meer naastenliefde en daardoor meer deugd, het eenige duurzame bezit van den mensch, die hoop is niet verwezen lijkt. En het is waarlijk niet de schuld van den grooten „Paus der arbeiders", dat dit niet is gebeurd. Men heeft wel zijii conclusies aanvaard; men heeft het sociale gebouw wel opgetrokken naar den stijl, door hem aangegeven; alleen heeft men verzuimd zijn grondslagen als hechten onderbouw te nemen: men heeft op zand gebouwd. En de gevolgen daarvan wreken zich nu. Wanneer men bij deze veertigjarige herdenking van de Rerum novarum dit meesterwerk van christelijke raadge vingen nog eens overleest, dan meent men herhaaldelijk voor een profetische schildering van de fouten van onzen tijd te staan. Wanneer Leo arbeiders en werkgevers op hun wederzij dsche ver plichtingen gewezen had, stelde hij in zijn omzendbrief de vraag of gehoor zaamheid aan die plichten alleen al niet in staat zou zijn om de kracht en de oorzaken van den maatschappelij- ken strijd weg te nemen. Ja, zei hij, en toch doet de Kerk nog meer dan alleen die plichten van rechtvaardigheid en naastenliefde voorschrijven. Zij geeft n.l. overeenkomstig de leer en het voor beeld van Christus nog volmaaktere voorschriften, waardoor zij de eene klasse door de nauwste aanhankelijk heid en vriendschap aan de andere ver binden wil. „De aardsche goederen gaat hij dan letterlijk voort kunnen wjj niet naar waarheid beoordeelen en schatten, indien onze geest zich niet richt op het andere, onsterfelijke leven; als dit werd ontkend, zou onmiddellijk de idee en het ware begrip van zede lijkheid verdwijnen, ja zelfs zou de ge heele wereld een raadsel worden, on toegankelijk voor de nasporingen der menschen. Welnu, wat wij zelfs door de stem der natuur hebben geleerd, is ook een dogma van het christelijk geloof, waarop het geheele wezen en de instel ling van den godsdienst berust als op zijn voornaamste fundament, dat wij namelijk als wij uit dit leven scheiden, in werkelijkheid zullen voortleven. Want God heeft de menschen niet ge maakt voor deze broze en verganke lijke goederen, maar voor de hemelsche en eeuwige, en Hij gaf ons de aarde als een ballingsoord en niet als een vaste woonplaats. Men moge dus overvloed hebben van rijkdommen en andere din gen, die men goederen noemt, of men moge ze missen, voor de eeuwige zalig heid is zulks niet van belang; maar van zeer veel belang is het wel, op welke wijze men ze gebruikt." Ziedaar een fundamenteele uitspraak van de encycliek, die helaas schromelijk verwaarloosd is en wordt, niet alleen door de ongeloovigen, maar ook door vele christenen, niet alleen door de be zitters, maar ook door de niet-bezit- ters. Wanneer wij den socialen strijd van de verloopen halve eeuw overzien, was dan niet alles daarop gericht om eenerzijds zooveel mogelijk rechten en bezit te behouden, anderzijds zooveel mogelijk te verkrijgen? Nooit meer dan in onzen tijd gold het woord van de •Schrift: begeerte heeft allen aangeraakt. Er was geen gemeen schappelijk streven om door een betere verdeeling van lusten en lasten, door een juistere aanwending van de rijk dommen der aarde, de onderste klasse op een hooger peil te brengen en het eenmaal verworven privaat bezit te ont zien. Er was alleen een streven naar meer, van hoog tot laag, maar omtrent de waarde van verkregen of begeerde goederen, omtrent de wijze, waarop men ze dacht aan te wenden, daarom bekommerde men zich niet. En toch, de Paus had het in navolging van den Stichter der Kerk zoo duidelijk gezegd; of men iets of niets, veel of weinig bezit, is van weinig of geen beteekenis voor het werkelijke, het eeuwige geluk van den mensch: de groote kunst is slechts zijn bezit zóó te gebruiken, dat het vruchten afwerpt voor de eeuwigheid. Omdat Paus Leo overtuigd was, dat om dit punt alles draaide, heeft hij omtrent het gebruik der goederen onverbeter lijke raadgevingen neergeschreven. Hij heeft de rijken er aan herinnerd, dat hun rijkdommen hen niet ontheffen van de smarten des levens en voor het eeuwig geluk niets beteekenen, veeleer schadelijk zijn. Hij heeft hen op hun ontzettende verantwoording gewezen: het bezit der rijkdommen is wel een natuurrecht, maar wat het gebruik er van betreft, moet de mensch „de uiter lijke goederen niet als zijn eigendom beschouwen maar als gemeenschappe lijk goed, in dien zin, dat men ze ge makkelijk mededeelt, als anderen in nood zijn." En de armen heeft hij er aan herinnerd, dat armoede geen schande is; dat Christus zelf zoon van een handwerksman was. „Door de ken nis van dit alles wordt bij de rijken gemakkelijk de hoovaardigheid onder drukt en bij de armen de kleinmoedig heid opgeheven; dezen worden tot ge duld, genen tot bescheidenheid aange spoord. Zoo wordt de klove, die door den hoogmoed wordt gewild, kleiner ge maakt, en zal gemakkelijk worden ver kregen, dat de strevingen der beide klassen, nadat men elkander in vriend schap de hand heeft gereikt, met elkan der worden verbonden." Zóó heeft Paus Leo zich een schoonen droom van socialen vrede gedroomd. En hij had er recht op, omdat hij van een juisten opzet uitging. Maar weinig of niets is van dien droom uitgekomen, omdat beid;: klassen zich niet aan de pauselijke vermaningen hebben gehou den. Bij de rijken is geen afname van weeldevertoon, geen vermindering van hoogmoed, geen doordringend besef van geen bezitters, doch slechts rentmees ters der aardsche goederen te zijn, te bespeuren geweest. Integendeel, het eigen initiatief der bezittende klasse om tot een betere verdeeling der goederen en een verstandig en liefdevol ophef fen der lagere klassen te komen, bleef uit, zoodat de sociale zorg en voorzorg langs politieken weg van de overheid moest worden afgedwongen en de Staat met het belastingbillet de gelden voor sociale doeleinden en armenzorg inde, welke voordeeliger en verstandiger vrij willig gegeven waren. Bij de niet- bezitters was evenmin de geest merk baar, welke Paus Leo als noodzakelijk SPAARNE BAIMK 1 I voor den socialen vrede voorschreef. De verlangde bescheidenheid in het streven naar lotsverbeteringen maakte al heel spoedig plaats voor een eischen van rechten, voor een afdwingen met ge weld, wat niet dadelijk langs minnelij ken weg werd verkregen. De verkorte arbeidsdag gaf geen toename van gods dienstzin, het verhoogde levenspeil geen beter gebruik van aardsche goederen in spaarzaamheid en offerzin, maar wel een streven naar luxe in kleeding en ontspanning te zien. Begeerte naar meer wekte nieuwe begeerten op en blijft nieuwe begeerten wekken; van daar de onrust in de wereld, vandaar de toenemende haat en verwijdering tus schen de klassen. Deze terugblik op hetgeen Rerum no varum bedoelde en wat de encycliek bereikte, moge een waarschuwing voor de toekomst zijn: het streven naar nieuwe verbeteringen zal de wereld niet gelukkiger maken, wanneer de mensch- heid zich vooraf niet van de juiste waarde der aardsche goederen bewust wordt en zich meer bezorgd maakt over de wijze, waarop zij ze zal gebruiken dan over de begeerte om ze te bezitten. HOMO SAPIENS. De plechtige audiëntie bij Z.H. den Paus - De plechtigheid op het Damasus-plein Verschillende toespraken, o.a. van Z.H. den Paus en Mgr. Aengenent Op Schaepman's graf De Nederlanders groepeerden zich gister morgen vóór den St. Pieter op de trap pen rondom him bisschoppen om spontaan en vol enthousiasme het strijdlied van het Werkliedenverbond, het „Wien Neerlandsch Bloed'' en het „Aan U, o Koning der Eeuwen" te zingen. In optocht werd vervolgens getrokken naar het graf van ctr. Schaepman op het Campo Sancto di Tedeschi, waar honderden dicht opeengepakt zich verdrongen om er te luis teren naar de rede, welke door Mgr. Van Schaik werd uitgesproken. Rede Mgr. Van Schaik Mgr. Van Schaik, de adviseur van het Werkliedenverbond, zette uiteen hoe in veer tig jaren de Katholieke arbeidersbeweging is gegroeid tot een bewonderde macht. Want achter de 500 pelgrims, waarmede wij het R. K. Werkliedenverbond hier nu vertegen woordigen, staat een modem toegerust ar- beidersleger, voorzien van moderne geeste lijke wapens. Mocht in Nederland gebeuren, wat in andere landen geschiedt, zou men willen raken aan onze Kerk en ons geloof, men zou er een goed georganiseerde macht van 170.000 katholieke arbeiders vinden. Dezen weten wat zij willen en hun macht is niet te betreuren, want bij hen domineert bovenal het Katholieke beginsel. Zoo ergens dan vindt men bij de arbeiders de gedachte aan het algemeen belang, de solidariteit en naastenliefde leven onder hen. Spreker her innert aan Schaepman's onwankelbaar ver trouwen in de arbeiders. Daarom leggen wij de belofte af, dat onze arbeidersbeweging niet zal ontaarden. Zij zal trouw blijven aan het gegeven voorbeeld, trouw aan het Ka tholieke geloof, trouw aan het gezag, trouw ook aan de grootmakers onzer beweging, tot zij de volle gelijkberechtigde plaats met de andere standen in de samenleving heeft ver worven. Spreker zegt dan hoe dezen hier zijn ge komen om namens de Nederlandsche Katho lieke arbeiders te getuigen bij Schaepman's graf. Dr. Schaepman heeft willen liggen in de schaduw van den Sint Pieter, dicht bij Petrus, dicht bij de Pausen die Petrus' op volgers zijn en aan wien zijn hart met groo te trouw heeft gehangen. Hij is ons tot voorbeeld: Nochtans willen wij uit zijn bezielende kracht putten en ons aan zijn bezielende warmte koesteren. Zijn gestalte blijft immer voor ons staan, zijn liefde en geestdrift maken ons sterk en wij zullen het geloof liefhebben, dat ook zijn geloof was. (Hier wordt de vurige toespraak onderbro ken door het spontaan bravogeroep en ap plaus der bisschoppen). Mgr. van Schaik eindigt zjjn rede met dr. Schaepman als voorbeeld te stellen van strijden en lijden, Hem, die alles over had voor Christus en den Paus, moeten wij navolgen en hij, die zijn leven eindigde in strijd voor den Paus, ziet nu met Leo Xin op ons neer. Na deze gloedvolle en warme rede verzocht Mgr. Jansen den aanwezigen een wijle neer te kn'elen ten einde drie Weesgegroeten te bidden om zegen voor geheel Katholiek Ne derland. Rede Mgr. Aengenent. Z. H. Excellentie Mgr. J. D. J. Aengenent, bezwijkend voor den aandrang der pelgrims, om hen toe te spreken en bewogen door de gevoelens, welke hem zelf bevingen daar ter plaatse aan het graf van Nederlands groo ten staatsman en katholieken emancipator onderschreef geheel en al de huldiging, wel ke Mgr. van Schaik den grooten doode reeds had gebracht en namens het Nederlandsche Episcopaat sprak Z. H. Excellentie het volste vertrouwen uit in de Katholieke arbeiders beweging. Van de katholieke arbeiders van Nederland verwachten de bisschoppen het behoud en de redding van Kerk en maatschappfi. De Bisschop herinnerde aan het nauwe contact, dat hij zelf zoovele jaren met de katholieke arbeidersbeweging mocht hebben. Gedurende 21 jaar was het hem een groote voldoening met de katholieke werklieden te mogen strijden en Mgr. Aengenent achtte zich gelukkig te mogen beleven, dat deze ar beidersbeweging in Nederland zulke rijke vruchten had gedragen. Met betrekking tot de nieuwe encycliek „Quadragesima Anno Epleto", deelde Z. H. Excellentie mede, dat deze wereldrondzend brief een uitbreiding is van de „Rerum No varum", berustend op dezelfde beginselen, doch toegepast op de huidige omstandighe den. De Bisschop eindigde zijn geïmproviseerde :de met de belofte namens het Nederland sche Episcopaat en namens alle katholieke organisaties, dat de nieuwe encycliek met gezamenlijke kracht zal worden ten uitvoer gebracht. Mgr. Diepen begroet de „Jonge Werkman" Nadat het minutenlang applaus op deze rede was bedaard, nam Mgr. Diepen het woord om in het kort slechts zijn vreugde uit te spreken over de aanwezigheid van de „Jonge Werkman", die met zijn vaandel was gekomen, en Z. H. Excellentie begroette dit symbool uit de volheid van zijn bisschoppe lijk hart als het symbool der toekomst en gsrak den wensch uit, dat deze organisatie rich zal uitbreiden over geheel Nederland. Zij vooral zal onze belofte, door Mgr. Aen genent hier geuit, vervullen. Dankwoord van A. C. de Bruijn. De heer De Bruijn dankte voor het groote vertrouwen door de bisschoppen aan de katholieke arbeiders van Nederland geschon ken en h« evenzeer is overtuigd, dat dit ver trouwen niet beschaamd zal worden. Spr. herdenkt aan het graf van Schaepman ook Prof. Struycken. Wanneer wy slechts doen als dr. Schaepman, kan ons niets gebeuren en zullen wij vredig voorwaarts schrijden. Namens de Hollanders uitte hy een woord van innigen dank voor alles, wat „Rerum Novarum" in het belang der arbeiders heeft gewrocht. „Daaraan hebben zij hun verhef fing te danken, aan het recht en den plicht tot organisatie, hun door Leo XIII gegeven, die hun ook de kerk als beschermster schonk! Maar deze Paus uit het verleden blyft de groote sociale voorganger in de toe komst, aan wien de arbeiders in den persoon zyner opvolgers hun hart hebben verpand en op wien zy onwankelbaar blijven vertrouwen. Aan den voet van dit monument hernieu wen wy den eed van trouw, om te blijven streven naar liefde en recht, bereid de han den te reiken aan meester en knecht, om als broeders elkaar te beminnen!" Een geestdriftig applaus volgde op deze woorden. Burgemeester Damen uit Geleen sprak daarna nog een oogenblik over onze solida riteit en legde namens den Middenstand uit den Boeren-Tuindersbond een krans. Audiëntie by Z. H. den Paus. Te vyf uur gistermiddag ontving Z. H. de Paus de deelnemers aan de internatio- »Rerum Novarum"-herdenking in au diëntie op het Vaticaan. Z. H. sprak de pelgrims toe in de Ita- liaansche, Fransche en Duitsche talen. De Paus constateerde, dat een nieuwe or ganisatie van het economisch leven onver- mydeiyk is. Het gemeenschappelijk product van kapitaal en arbeid dient, in overeen stemming met de eischen van rechtvaardig heid verdeeld te worden. De bezitlooze loon arbeiders dienen geleidelik tot een behoor lijken welstand te geraken. Dit doel is slechts bereikbaar door rechtvaardige loo- nen. De arbeid is immer de menschelyke waardigheid des arbeiders geweest. Een heil zaam middel tegen ontwrichting der orde is gelegen in terugkeer tot de degelijke Chris- teiyke gemeenschapsleer. In het tweede deel van zijn rede besprak de Paus het socialisme, dat sedert Leo XIII ingrijpende veranderingen heeft ondergaan. De strooming, die het socialisme tot in de uiterste consequenties doorvoert en dan den naam communisme aanneemt, is volkomen onvereenigbaar met de leer van de H. Kerk. De andere leer, die den naam socialisme draagt, komt in vele opzichten het Katho lieke sociaal program zeer na. In weerwil hiervan en ondanks het feit, dat vele dier eischen in harmonie zijn met de rechtvaar digheid, ligt aan het socialisme een maat schappelijke opvatting ten grondslag, die volkomen in tegenstelling is met de ware opvattingen omtrent menscheiyken gemeen schapszin. Een principieele overeenstemming hiermede is uitgesloten. Het is onmogelijk tegeiykertijd Katholiek en Socialist te zijn. Economie en socialisme richten hun blikken slechts op deze zyde en vergeten God en Eeuwigheid. Een wezenlijke hernieuwing van de heerschappy der gerechtigheid is onder deze omstandigheden noodzakelijk. Een ie der moet ten dezen eendrachtig tot het al gemeen welzijn medewerken. Z. H. besprak ten slotte de verschillende geneesmiddelen tegen de kwalen van onzen tyd, naar aanleiding waarvan hij ook te spreken kwam over de Katholiek actie en zeide, dat voor de oogen van hen, die strij den onder de banier van Christus, drie woorden steeds schitterden en nog schitte ren, nl. gebed, actie en offervaardigheid. Z. H. wees er op, dat het gebed is een „elevatio mentis ad Deum", „een verheffing van de ziel tot God", waardoor wy tevens Gods hulp kunnen afsmeeken. Actie, aldus de Paus, is een vereeniging van alle krachten om mede te werken aan het apostolaat en het Rijk van God op aarde te verbreiden. Actie wil zeggen uit oefening van het apostolaat in het indivi- dueele en maatschappelijke leven en ook in het gezinsleven. Dit apostolaat moet des te vuriger zyn, naarmate de behoeften van den tyd veel- vuldiger en grooter zyn. De Kerk is ons hierin ten allen tyde een voorbeeld geweest. Z. H. herinnerde er aan het slot van zyn rede aan, dat Pinksteren nadert, 't feest van den heiligmakenden en vertroostenden Geest, die weldra met Zijn gaven over ons allen zal nederdalen. Ten slotte gaf de H. Vader zyn apostoli- schen zegen, die, zoo zeide hy, moge ne derdalen op u allen, op een ieder uwer af zonderlijk, op uw broeders en zusters in den arbeid, op allen, die uw werk verschaffen en met groote verantwoordelykheid uw arbeid leiden er. regelen. Een oorverdoovend gejuich brak los onder de menigte, toen de H. Vader zyn Zegen had gegeven. De menigte toewenkend, ver liet Z. H„ omgeven door Zyn hofstoet, het plein. By gelegenheid van deze plechtigheid was op het Damasusplein een estrade op gericht. Ongeveer tienduizend pelgrims, af komstig uit vele landen, waren aanwezig. Op het podium bevonden zich de pause lijke troon en de zetels voor de kardinalen, bisschoppen, prelaten en het corps diploma tique. De komst van Z. H. werd aangekondigd door trompetgeschal, dat echter onmiddel lijk overstemd werd door de uitbundige toejuichingen der pelgrims. Een groot aantal vanen en vlaggen maakte de demonstratie tot een kleurryk schouwspel. De plechtigheid werd tevens bygewoond door een groot aantal kardinalen. De bisschoppen bij den Neder- landschen gezant H.H. Excellenties Mgr. Jansen, Mgr. Aen genent en Mgr. Diepen hebben Donderdag een bezoek gebracht aan den Nederland- schen gezant te Rome, mr. J. Patyn, en aan den directeur van het Nederlandsch Histo risch Instituut, dr. Hoogewerff. Naar wij vernemen is de Hoogeerw. Heer Plebaan L. A. A. M. Westerwoudt te Rome ongesteld geworden. Reeds vóór zijn vertrek leed hy eenigen tijd ernstiger aan zyn maag dan gewoonlyk in den laatsten tyd het geval was en moest zich zeer in acht nemen. Na de pauselyke audiëntie van Maandag moest Z. H. E. zich tengevolge van een ernstiger aanval te bed begeven. De behandelende geneesheer heeft den Plebaan absolute rust voorgeschreven. Het lag aanvankeiyk in de bedoeling deze week tegelyk met Mgr. wederom de terug reis te aanvaarden, maar het staat te bezien of dit mogelijk zal kunnen zyn. Z. H. E. ver- blyft in het Nederlandsche Priestercollege te Rome. De heer Mr. T. A. M. Westerwoudt, direc teur van de Spaarnebank, en broeder van den Plebaan, vertoeft eveneens te Rome. Eenige cajndidaten Naar wy vernemen, behooren tot de can- öidaten, die zeer ernstig voor de benoeming tot burgemeester van Bloemendaal in aan merking komen mr. A. Baron Schimmel- penninck van der Oye, oud-burgemeester van Doom, thans reeds geruimen tyd wo nende te Bloemendaal en jhr. mr. C. J. A. den Tex, burgemeester van Diepenheim (Overijssel). Minister Ruys de Beerenbrouck, voorzitter van den Raad van Ministers, heeft op de vragen van den heer Albarda, in verband met een voorgenomen plan tot het houden van een legerrevue hier te lande in Augus tus a.s., ongeveer terzelfder plaatse, waar in 1831 de troepen werden geschouwd, die ge reed stonden tegen België op te trekken, het volgende geantwoord: Ter herdenking van de in 1830'31 geval lenen ter opwekking tot dankbaarheid voor het feit, dat gedurende een eeuw de vrede in het Ryk in Europa heeft mogen heer- schen, heeft een dergelyk plan bestaan, zy het dan ook in soberder vorm. Alleen reeds om de tydsomstandigheden zal de uitvoering echter achterwege biyven. Wat voor dit plan in de plaats zal treden, maakt hy de Regeering nog een punt van overweging uit. Op de Frankfurther voorjaarsmarkt Op de voorjaarsmarkt te Frankfurth heeft Donderdag een ernstig ongeluk plaats gehad De vrouw van een rondreizend marktkoop man goot spiritus in een brander. Plotseling exploiteerde de flesch, met het gevolg, dat negen voor den stand staande personen ver wondingen opliepen. Vier personen werden zwaar gewond. De „Rerum Novarum"-herdenking te Ro me. Audiëntie by Z. H. den Paus. Toespraak van den H. Vader. (blz. 1. 1ste blad) Plebaan L. A. A. M. Westerwoudt te Rome ongesteld. (blz. 1, lste blad) De voorgenomen legerrevue in Augustus aa. ter herdenking van de in 1830-'31 gevallenen, blijft achterwege. (blz. 1, lste blad) Discontoverlaging van de Nederlandsche Bank met pCt. (blz. 1, lste blad) De Nederlanders by de encycliekfeesten te Rome. (blz. 1, lste blad) Verschenen is de nieuwe Pauselyke Ency cliek over het sociale vraagstuk. (blz. 1, 3de blad) De bijeenkomst der Europeesche studie commissie door Briand geopend. (blz. X, 3de blad) Wetsontwerp inzake de onverenigbaar heid van functies in België. (blz. X, 3de blad) Congres inzake het dans vraagstuk. (blz. 2, 3de blad) Ernstig ongeval van vergiftiging te 's Gra- vesande. (blz. 3, 3de blad) Barometerstand 9 uur v.m.: 758. Achteruit. Licht op De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 9.19, overmorgen om 9.20 uur. Zaal voor extra diners en partijen lederen avond concert Zaterdags en Zondags van 3 tot 6 uur matinee Dispensatie in Vasten- en OnthoudingSwet In verband met den Algemeenen Neder- landschen Katholiekendag wordt aan allen, die op Woensdag den 27 Mei as. in Am sterdam zullen aanwezig zyn, dispensatie in de vasten- en onthoudingswet verleend De Chineesche Nationale Vergadering heeft besloten, dat de nieuwe Grondwet per 1 Juni a.s. in werking zal treden. Van Zy, tot 2 pet. Het wisseldisconto van de Nederlandsche Bank werd gisteren van 2 y, pet. verlaagd tot 2 pet. Het promessendisconto, het disconto op de beleening van effecten, het disconto op de beleening van goederen en op voorschotten in Rekening-Courant werd verlaagd tot 2% pet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 1