LEEKEPREEKEN
Li
V
Du Commerce
f 3000.-
f 750.-
f250.
f125.-
f50.-
f40.
1
DE ENCYCLIEKFEESTEN TE ROME
HENK FIBBE
w
WONINGBUREAU
ZATERDAG 16 MEI 1931
De Hoogeerw. Heer
Plebaan
L. A. A. M. Westerwoudt
Wie wordt burgemeester
Bloemendaal
van
De legerrevue gaat
niet door
De nieuwe Chineesche
grondwet
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN
EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 1776»
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
Aan- en verkoop van courante en incourante effecten
Prolongaties. Voorschotten tegen effecten. Coupons
Te Rome ongesteld geworden
Alleen reeds om de
tijdsomstandigheden
Een ernstitge ontploffing
VOORNAAMSTE cNIEUWS
J. J. WEBER ZOON
OPTICIENS - FABRIKANTEN
Groote Houtstraat 166 Haarlem
Makelaar en Taxateur
NASSAUSTRAAT 14 - TEL. 13781
CAFÉ-RESTAURANT
De Nederlandsche Katholiekendag
1 Juni in werking
Discontoverlaging Nederlandsche
Bank
BUREAUXNA8SAULAAN 49
Telefoon No. 13866 (drie Ujnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTENvoor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal 3.25; per post, per kwartaal
3.58 bij vooruitbetaling.
NIEUWE HAARIEMSCHE COURANT
ADVERTENTIÊN 35 ct. p. regel
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 cL. by vooruit bet.
Bü contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel.
Alle abonnë's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen
Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen
bij een ongeval met
doodelijken afloop
bij verlies van een hand
een voet of een oog
bij verlies van een
duim of wijsvinger
bij een breuk van
been of arm
bij verlies vmn 'n
anderen ringei
390
DE KWAAL, DIE BLIJFT
De Paus heeft dezer dagen den Ne-
derlandschen Aartsbisschop de ver
schijning van een nieuwe „Rerum nova
rum" aangekondigd en terwijl wij dit
schrijven wordt vermoedelijk in Rome
de nieuwe encycliek al gepubliceerd.
Dit behoeft in geen enkel opzicht
bevreemding te wekken. De beroemde
omzendbrief van Leo XIII slaat op toe
standen van een halve eeuw terug en
sindsdien is er ontzaglijk veel ver
anderd. Het waren in die dagen niet
alleen de demagogen en revolutionnai-
ren, die van de slavernij van den hand
werksman spraken. „Het slavenjuk van
den arbeid" is een beeld, dat ook door
chistelijke leiders, schrijvers en spre
kers, zelfs door den Paus, en niet ten
onrechte, werd gebruikt. Wie het woord
nu, in onzen tijd, durft bezigen, lastert
tegen beter weten in.
Mede dank zjj het krachtige maan
woord uit Rome is de werkman in een
geheel andere positie gekomen. Zijn ar
beidsdag is in de meeste beschaafde
landen verkort tot acht uren; zijn wo
ning is een paleis in vergelijking met
die van zijn grootouders; in alle werk
plaatsen wordt voor zijn gezondheid en
veiligheid gezorgd; zijn loon is contrac
tueel geregeld; zijn vakorganisatie is
erkend en zijn vertegenwoordiger zit
met zijn werkgever gelijkgerechtigd aan
dezelfde conferentietafel.
De meeningsstrijd is dan nu ook een
geheel andere. Werd vóór een halve
eeuw een arbeidersvereeniging als een
revolutionnaire organisatie aangezien
en een arbeidswet als een onrechtmatig
ingrijpen van de overheid op het parti
culiere terrein; werd toen alle streven
naar wettelijke bescherming van den
arbeid als gevaarlijk staatssocialisme
uitgekreten, thans is een goede gang
van handel en nijverheid ondenkbaar
zonder op gelijken voet georganiseerde
groepèh van werkgevers en werkne
mers; thans is de industrie zóó gere
glementeerd en zijn op het geheele be
drijfsleven zóóveel wettelijke, ook gel
delijke lasten gelegd, dat van vele zij
den geroepen wordt om verlossing van
die knellende banden. Wij kunnen in
deze beschouwing ter zijde laten in hoe
verre dit juist is; het feit alleen, dat
de openbare discussie voor zulke vraag
punten gevoerd wordt is een afdoend
bewijs, dat er in de sociale verhoudin
gen sinds het verschijnen van de Rerum
novarum een radicale verandering
heeft plaats gehad. De arbeider heeft
zijn eigenwaarde terug, zijn vrijheid en
zelfstandigheid, zijn huis en tijd om
zich aan zijn gezin te wijden en zijn
levenspeil is aanmerkelijk verhoogd. Dit
alles is, in het algemeen genomen, voor
geen tegenspraak vatbaar.
Daarnaast rijst onmiddellijk de vraag;
is ook de maatschappij in haar geheel
zooveel gelukkiger; is er meer tevreden
heid, meer werkelijke, innerlijke en
uiterlijke beschaving, meer godsdienst
zin, een beter begrijpen van de waarde
van het leven? Helaas kan het ant
woord op deze vragen niet bevestigend
zijn. De verwachting, door Leo XIII in
zijn Rerum novarum uitgesproken, dat
er door opheffing van den arbeider en
verlossing van den arbeid meer we
zenlijk levensgeluk zou komen, meer
vrede door verzoening der standen, dus
meer naastenliefde en daardoor meer
deugd, het eenige duurzame bezit van
den mensch, die hoop is niet verwezen
lijkt. En het is waarlijk niet de schuld
van den grooten „Paus der arbeiders",
dat dit niet is gebeurd. Men heeft wel
zijii conclusies aanvaard; men heeft het
sociale gebouw wel opgetrokken naar
den stijl, door hem aangegeven; alleen
heeft men verzuimd zijn grondslagen
als hechten onderbouw te nemen: men
heeft op zand gebouwd. En de gevolgen
daarvan wreken zich nu.
Wanneer men bij deze veertigjarige
herdenking van de Rerum novarum dit
meesterwerk van christelijke raadge
vingen nog eens overleest, dan meent
men herhaaldelijk voor een profetische
schildering van de fouten van onzen
tijd te staan. Wanneer Leo arbeiders en
werkgevers op hun wederzij dsche ver
plichtingen gewezen had, stelde hij in
zijn omzendbrief de vraag of gehoor
zaamheid aan die plichten alleen al
niet in staat zou zijn om de kracht en
de oorzaken van den maatschappelij-
ken strijd weg te nemen. Ja, zei hij, en
toch doet de Kerk nog meer dan alleen
die plichten van rechtvaardigheid en
naastenliefde voorschrijven. Zij geeft
n.l. overeenkomstig de leer en het voor
beeld van Christus nog volmaaktere
voorschriften, waardoor zij de eene
klasse door de nauwste aanhankelijk
heid en vriendschap aan de andere ver
binden wil. „De aardsche goederen
gaat hij dan letterlijk voort kunnen
wjj niet naar waarheid beoordeelen en
schatten, indien onze geest zich niet
richt op het andere, onsterfelijke leven;
als dit werd ontkend, zou onmiddellijk
de idee en het ware begrip van zede
lijkheid verdwijnen, ja zelfs zou de ge
heele wereld een raadsel worden, on
toegankelijk voor de nasporingen der
menschen. Welnu, wat wij zelfs door de
stem der natuur hebben geleerd, is ook
een dogma van het christelijk geloof,
waarop het geheele wezen en de instel
ling van den godsdienst berust als op
zijn voornaamste fundament, dat wij
namelijk als wij uit dit leven scheiden,
in werkelijkheid zullen voortleven.
Want God heeft de menschen niet ge
maakt voor deze broze en verganke
lijke goederen, maar voor de hemelsche
en eeuwige, en Hij gaf ons de aarde als
een ballingsoord en niet als een vaste
woonplaats. Men moge dus overvloed
hebben van rijkdommen en andere din
gen, die men goederen noemt, of men
moge ze missen, voor de eeuwige zalig
heid is zulks niet van belang; maar van
zeer veel belang is het wel, op welke
wijze men ze gebruikt."
Ziedaar een fundamenteele uitspraak
van de encycliek, die helaas schromelijk
verwaarloosd is en wordt, niet alleen
door de ongeloovigen, maar ook door
vele christenen, niet alleen door de be
zitters, maar ook door de niet-bezit-
ters. Wanneer wij den socialen strijd
van de verloopen halve eeuw overzien,
was dan niet alles daarop gericht om
eenerzijds zooveel mogelijk rechten en
bezit te behouden, anderzijds zooveel
mogelijk te verkrijgen? Nooit meer dan
in onzen tijd gold het woord van de
•Schrift: begeerte heeft allen
aangeraakt. Er was geen gemeen
schappelijk streven om door een betere
verdeeling van lusten en lasten, door
een juistere aanwending van de rijk
dommen der aarde, de onderste klasse
op een hooger peil te brengen en het
eenmaal verworven privaat bezit te ont
zien. Er was alleen een streven naar
meer, van hoog tot laag, maar omtrent
de waarde van verkregen of begeerde
goederen, omtrent de wijze, waarop
men ze dacht aan te wenden, daarom
bekommerde men zich niet. En toch, de
Paus had het in navolging van den
Stichter der Kerk zoo duidelijk gezegd;
of men iets of niets, veel of weinig bezit,
is van weinig of geen beteekenis voor
het werkelijke, het eeuwige geluk van
den mensch: de groote kunst is slechts
zijn bezit zóó te gebruiken, dat het
vruchten afwerpt voor de eeuwigheid.
Omdat Paus Leo overtuigd was, dat om
dit punt alles draaide, heeft hij omtrent
het gebruik der goederen onverbeter
lijke raadgevingen neergeschreven. Hij
heeft de rijken er aan herinnerd, dat
hun rijkdommen hen niet ontheffen
van de smarten des levens en voor het
eeuwig geluk niets beteekenen, veeleer
schadelijk zijn. Hij heeft hen op hun
ontzettende verantwoording gewezen:
het bezit der rijkdommen is wel een
natuurrecht, maar wat het gebruik er
van betreft, moet de mensch „de uiter
lijke goederen niet als zijn eigendom
beschouwen maar als gemeenschappe
lijk goed, in dien zin, dat men ze ge
makkelijk mededeelt, als anderen in
nood zijn." En de armen heeft hij er
aan herinnerd, dat armoede geen
schande is; dat Christus zelf zoon van
een handwerksman was. „Door de ken
nis van dit alles wordt bij de rijken
gemakkelijk de hoovaardigheid onder
drukt en bij de armen de kleinmoedig
heid opgeheven; dezen worden tot ge
duld, genen tot bescheidenheid aange
spoord. Zoo wordt de klove, die door
den hoogmoed wordt gewild, kleiner ge
maakt, en zal gemakkelijk worden ver
kregen, dat de strevingen der beide
klassen, nadat men elkander in vriend
schap de hand heeft gereikt, met elkan
der worden verbonden."
Zóó heeft Paus Leo zich een schoonen
droom van socialen vrede gedroomd. En
hij had er recht op, omdat hij van een
juisten opzet uitging. Maar weinig of
niets is van dien droom uitgekomen,
omdat beid;: klassen zich niet aan de
pauselijke vermaningen hebben gehou
den. Bij de rijken is geen afname van
weeldevertoon, geen vermindering van
hoogmoed, geen doordringend besef van
geen bezitters, doch slechts rentmees
ters der aardsche goederen te zijn, te
bespeuren geweest. Integendeel, het
eigen initiatief der bezittende klasse om
tot een betere verdeeling der goederen
en een verstandig en liefdevol ophef
fen der lagere klassen te komen, bleef
uit, zoodat de sociale zorg en voorzorg
langs politieken weg van de overheid
moest worden afgedwongen en de Staat
met het belastingbillet de gelden voor
sociale doeleinden en armenzorg inde,
welke voordeeliger en verstandiger vrij
willig gegeven waren. Bij de niet-
bezitters was evenmin de geest merk
baar, welke Paus Leo als noodzakelijk
SPAARNE
BAIMK
1
I
voor den socialen vrede voorschreef. De
verlangde bescheidenheid in het streven
naar lotsverbeteringen maakte al heel
spoedig plaats voor een eischen van
rechten, voor een afdwingen met ge
weld, wat niet dadelijk langs minnelij
ken weg werd verkregen. De verkorte
arbeidsdag gaf geen toename van gods
dienstzin, het verhoogde levenspeil geen
beter gebruik van aardsche goederen in
spaarzaamheid en offerzin, maar wel
een streven naar luxe in kleeding en
ontspanning te zien. Begeerte naar
meer wekte nieuwe begeerten op en
blijft nieuwe begeerten wekken; van
daar de onrust in de wereld, vandaar de
toenemende haat en verwijdering tus
schen de klassen.
Deze terugblik op hetgeen Rerum no
varum bedoelde en wat de encycliek
bereikte, moge een waarschuwing voor
de toekomst zijn: het streven naar
nieuwe verbeteringen zal de wereld niet
gelukkiger maken, wanneer de mensch-
heid zich vooraf niet van de juiste
waarde der aardsche goederen bewust
wordt en zich meer bezorgd maakt over
de wijze, waarop zij ze zal gebruiken
dan over de begeerte om ze te bezitten.
HOMO SAPIENS.
De plechtige audiëntie bij Z.H. den Paus - De plechtigheid op
het Damasus-plein
Verschillende toespraken, o.a. van Z.H. den Paus en Mgr. Aengenent
Op Schaepman's graf
De Nederlanders groepeerden zich gister
morgen vóór den St. Pieter op de trap
pen rondom him bisschoppen om spontaan
en vol enthousiasme het strijdlied van het
Werkliedenverbond, het „Wien Neerlandsch
Bloed'' en het „Aan U, o Koning der
Eeuwen" te zingen.
In optocht werd vervolgens getrokken naar
het graf van ctr. Schaepman op het Campo
Sancto di Tedeschi, waar honderden dicht
opeengepakt zich verdrongen om er te luis
teren naar de rede, welke door Mgr. Van
Schaik werd uitgesproken.
Rede Mgr. Van Schaik
Mgr. Van Schaik, de adviseur van het
Werkliedenverbond, zette uiteen hoe in veer
tig jaren de Katholieke arbeidersbeweging
is gegroeid tot een bewonderde macht. Want
achter de 500 pelgrims, waarmede wij het
R. K. Werkliedenverbond hier nu vertegen
woordigen, staat een modem toegerust ar-
beidersleger, voorzien van moderne geeste
lijke wapens. Mocht in Nederland gebeuren,
wat in andere landen geschiedt, zou men
willen raken aan onze Kerk en ons geloof,
men zou er een goed georganiseerde macht
van 170.000 katholieke arbeiders vinden.
Dezen weten wat zij willen en hun macht
is niet te betreuren, want bij hen domineert
bovenal het Katholieke beginsel. Zoo ergens
dan vindt men bij de arbeiders de gedachte
aan het algemeen belang, de solidariteit en
naastenliefde leven onder hen. Spreker her
innert aan Schaepman's onwankelbaar ver
trouwen in de arbeiders. Daarom leggen wij
de belofte af, dat onze arbeidersbeweging
niet zal ontaarden. Zij zal trouw blijven aan
het gegeven voorbeeld, trouw aan het Ka
tholieke geloof, trouw aan het gezag, trouw
ook aan de grootmakers onzer beweging, tot
zij de volle gelijkberechtigde plaats met de
andere standen in de samenleving heeft ver
worven.
Spreker zegt dan hoe dezen hier zijn ge
komen om namens de Nederlandsche Katho
lieke arbeiders te getuigen bij Schaepman's
graf. Dr. Schaepman heeft willen liggen in
de schaduw van den Sint Pieter, dicht bij
Petrus, dicht bij de Pausen die Petrus' op
volgers zijn en aan wien zijn hart met groo
te trouw heeft gehangen. Hij is ons tot
voorbeeld: Nochtans willen wij uit zijn
bezielende kracht putten en ons aan zijn
bezielende warmte koesteren. Zijn gestalte
blijft immer voor ons staan, zijn liefde en
geestdrift maken ons sterk en wij zullen het
geloof liefhebben, dat ook zijn geloof was.
(Hier wordt de vurige toespraak onderbro
ken door het spontaan bravogeroep en ap
plaus der bisschoppen). Mgr. van Schaik
eindigt zjjn rede met dr. Schaepman als
voorbeeld te stellen van strijden en lijden,
Hem, die alles over had voor Christus en
den Paus, moeten wij navolgen en hij, die
zijn leven eindigde in strijd voor den Paus,
ziet nu met Leo Xin op ons neer.
Na deze gloedvolle en warme rede verzocht
Mgr. Jansen den aanwezigen een wijle neer
te kn'elen ten einde drie Weesgegroeten te
bidden om zegen voor geheel Katholiek Ne
derland.
Rede Mgr. Aengenent.
Z. H. Excellentie Mgr. J. D. J. Aengenent,
bezwijkend voor den aandrang der pelgrims,
om hen toe te spreken en bewogen door de
gevoelens, welke hem zelf bevingen daar ter
plaatse aan het graf van Nederlands groo
ten staatsman en katholieken emancipator
onderschreef geheel en al de huldiging, wel
ke Mgr. van Schaik den grooten doode reeds
had gebracht en namens het Nederlandsche
Episcopaat sprak Z. H. Excellentie het volste
vertrouwen uit in de Katholieke arbeiders
beweging.
Van de katholieke arbeiders van Nederland
verwachten de bisschoppen het behoud en de
redding van Kerk en maatschappfi.
De Bisschop herinnerde aan het nauwe
contact, dat hij zelf zoovele jaren met de
katholieke arbeidersbeweging mocht hebben.
Gedurende 21 jaar was het hem een groote
voldoening met de katholieke werklieden te
mogen strijden en Mgr. Aengenent achtte
zich gelukkig te mogen beleven, dat deze ar
beidersbeweging in Nederland zulke rijke
vruchten had gedragen.
Met betrekking tot de nieuwe encycliek
„Quadragesima Anno Epleto", deelde Z. H.
Excellentie mede, dat deze wereldrondzend
brief een uitbreiding is van de „Rerum No
varum", berustend op dezelfde beginselen,
doch toegepast op de huidige omstandighe
den.
De Bisschop eindigde zijn geïmproviseerde
:de met de belofte namens het Nederland
sche Episcopaat en namens alle katholieke
organisaties, dat de nieuwe encycliek met
gezamenlijke kracht zal worden ten uitvoer
gebracht.
Mgr. Diepen begroet de „Jonge Werkman"
Nadat het minutenlang applaus op deze
rede was bedaard, nam Mgr. Diepen het
woord om in het kort slechts zijn vreugde
uit te spreken over de aanwezigheid van de
„Jonge Werkman", die met zijn vaandel was
gekomen, en Z. H. Excellentie begroette dit
symbool uit de volheid van zijn bisschoppe
lijk hart als het symbool der toekomst en
gsrak den wensch uit, dat deze organisatie
rich zal uitbreiden over geheel Nederland.
Zij vooral zal onze belofte, door Mgr. Aen
genent hier geuit, vervullen.
Dankwoord van A. C. de Bruijn.
De heer De Bruijn dankte voor het groote
vertrouwen door de bisschoppen aan de
katholieke arbeiders van Nederland geschon
ken en h« evenzeer is overtuigd, dat dit ver
trouwen niet beschaamd zal worden. Spr.
herdenkt aan het graf van Schaepman ook
Prof. Struycken. Wanneer wy slechts doen
als dr. Schaepman, kan ons niets gebeuren
en zullen wij vredig voorwaarts schrijden.
Namens de Hollanders uitte hy een woord
van innigen dank voor alles, wat „Rerum
Novarum" in het belang der arbeiders heeft
gewrocht. „Daaraan hebben zij hun verhef
fing te danken, aan het recht en den plicht
tot organisatie, hun door Leo XIII gegeven,
die hun ook de kerk als beschermster
schonk! Maar deze Paus uit het verleden
blyft de groote sociale voorganger in de toe
komst, aan wien de arbeiders in den persoon
zyner opvolgers hun hart hebben verpand en
op wien zy onwankelbaar blijven vertrouwen.
Aan den voet van dit monument hernieu
wen wy den eed van trouw, om te blijven
streven naar liefde en recht, bereid de han
den te reiken aan meester en knecht, om als
broeders elkaar te beminnen!"
Een geestdriftig applaus volgde op deze
woorden.
Burgemeester Damen uit Geleen sprak
daarna nog een oogenblik over onze solida
riteit en legde namens den Middenstand uit
den Boeren-Tuindersbond een krans.
Audiëntie by Z. H. den Paus.
Te vyf uur gistermiddag ontving Z. H.
de Paus de deelnemers aan de internatio-
»Rerum Novarum"-herdenking in au
diëntie op het Vaticaan.
Z. H. sprak de pelgrims toe in de Ita-
liaansche, Fransche en Duitsche talen.
De Paus constateerde, dat een nieuwe or
ganisatie van het economisch leven onver-
mydeiyk is. Het gemeenschappelijk product
van kapitaal en arbeid dient, in overeen
stemming met de eischen van rechtvaardig
heid verdeeld te worden. De bezitlooze loon
arbeiders dienen geleidelik tot een behoor
lijken welstand te geraken. Dit doel is
slechts bereikbaar door rechtvaardige loo-
nen. De arbeid is immer de menschelyke
waardigheid des arbeiders geweest. Een heil
zaam middel tegen ontwrichting der orde is
gelegen in terugkeer tot de degelijke Chris-
teiyke gemeenschapsleer.
In het tweede deel van zijn rede besprak
de Paus het socialisme, dat sedert Leo XIII
ingrijpende veranderingen heeft ondergaan.
De strooming, die het socialisme tot in de
uiterste consequenties doorvoert en dan den
naam communisme aanneemt, is volkomen
onvereenigbaar met de leer van de H. Kerk.
De andere leer, die den naam socialisme
draagt, komt in vele opzichten het Katho
lieke sociaal program zeer na. In weerwil
hiervan en ondanks het feit, dat vele dier
eischen in harmonie zijn met de rechtvaar
digheid, ligt aan het socialisme een maat
schappelijke opvatting ten grondslag, die
volkomen in tegenstelling is met de ware
opvattingen omtrent menscheiyken gemeen
schapszin. Een principieele overeenstemming
hiermede is uitgesloten. Het is onmogelijk
tegeiykertijd Katholiek en Socialist te zijn.
Economie en socialisme richten hun blikken
slechts op deze zyde en vergeten God en
Eeuwigheid. Een wezenlijke hernieuwing van
de heerschappy der gerechtigheid is onder
deze omstandigheden noodzakelijk. Een ie
der moet ten dezen eendrachtig tot het al
gemeen welzijn medewerken.
Z. H. besprak ten slotte de verschillende
geneesmiddelen tegen de kwalen van onzen
tyd, naar aanleiding waarvan hij ook te
spreken kwam over de Katholiek actie en
zeide, dat voor de oogen van hen, die strij
den onder de banier van Christus, drie
woorden steeds schitterden en nog schitte
ren, nl. gebed, actie en offervaardigheid.
Z. H. wees er op, dat het gebed is een
„elevatio mentis ad Deum", „een verheffing
van de ziel tot God", waardoor wy tevens
Gods hulp kunnen afsmeeken.
Actie, aldus de Paus, is een vereeniging
van alle krachten om mede te werken aan
het apostolaat en het Rijk van God op
aarde te verbreiden. Actie wil zeggen uit
oefening van het apostolaat in het indivi-
dueele en maatschappelijke leven en ook in
het gezinsleven.
Dit apostolaat moet des te vuriger zyn,
naarmate de behoeften van den tyd veel-
vuldiger en grooter zyn.
De Kerk is ons hierin ten allen tyde een
voorbeeld geweest.
Z. H. herinnerde er aan het slot van zyn
rede aan, dat Pinksteren nadert, 't feest van
den heiligmakenden en vertroostenden Geest,
die weldra met Zijn gaven over ons allen
zal nederdalen.
Ten slotte gaf de H. Vader zyn apostoli-
schen zegen, die, zoo zeide hy, moge ne
derdalen op u allen, op een ieder uwer af
zonderlijk, op uw broeders en zusters in den
arbeid, op allen, die uw werk verschaffen en
met groote verantwoordelykheid uw arbeid
leiden er. regelen.
Een oorverdoovend gejuich brak los onder
de menigte, toen de H. Vader zyn Zegen
had gegeven. De menigte toewenkend, ver
liet Z. H„ omgeven door Zyn hofstoet, het
plein.
By gelegenheid van deze plechtigheid
was op het Damasusplein een estrade op
gericht. Ongeveer tienduizend pelgrims, af
komstig uit vele landen, waren aanwezig.
Op het podium bevonden zich de pause
lijke troon en de zetels voor de kardinalen,
bisschoppen, prelaten en het corps diploma
tique.
De komst van Z. H. werd aangekondigd
door trompetgeschal, dat echter onmiddel
lijk overstemd werd door de uitbundige
toejuichingen der pelgrims.
Een groot aantal vanen en vlaggen
maakte de demonstratie tot een kleurryk
schouwspel.
De plechtigheid werd tevens bygewoond
door een groot aantal kardinalen.
De bisschoppen bij den Neder-
landschen gezant
H.H. Excellenties Mgr. Jansen, Mgr. Aen
genent en Mgr. Diepen hebben Donderdag
een bezoek gebracht aan den Nederland-
schen gezant te Rome, mr. J. Patyn, en aan
den directeur van het Nederlandsch Histo
risch Instituut, dr. Hoogewerff.
Naar wij vernemen is de Hoogeerw. Heer
Plebaan L. A. A. M. Westerwoudt te Rome
ongesteld geworden.
Reeds vóór zijn vertrek leed hy eenigen
tijd ernstiger aan zyn maag dan gewoonlyk
in den laatsten tyd het geval was en moest
zich zeer in acht nemen.
Na de pauselyke audiëntie van Maandag
moest Z. H. E. zich tengevolge van een
ernstiger aanval te bed begeven.
De behandelende geneesheer heeft den
Plebaan absolute rust voorgeschreven.
Het lag aanvankeiyk in de bedoeling deze
week tegelyk met Mgr. wederom de terug
reis te aanvaarden, maar het staat te bezien
of dit mogelijk zal kunnen zyn. Z. H. E. ver-
blyft in het Nederlandsche Priestercollege te
Rome.
De heer Mr. T. A. M. Westerwoudt, direc
teur van de Spaarnebank, en broeder van
den Plebaan, vertoeft eveneens te Rome.
Eenige cajndidaten
Naar wy vernemen, behooren tot de can-
öidaten, die zeer ernstig voor de benoeming
tot burgemeester van Bloemendaal in aan
merking komen mr. A. Baron Schimmel-
penninck van der Oye, oud-burgemeester
van Doom, thans reeds geruimen tyd wo
nende te Bloemendaal en jhr. mr. C. J. A.
den Tex, burgemeester van Diepenheim
(Overijssel).
Minister Ruys de Beerenbrouck, voorzitter
van den Raad van Ministers, heeft op de
vragen van den heer Albarda, in verband
met een voorgenomen plan tot het houden
van een legerrevue hier te lande in Augus
tus a.s., ongeveer terzelfder plaatse, waar in
1831 de troepen werden geschouwd, die ge
reed stonden tegen België op te trekken, het
volgende geantwoord:
Ter herdenking van de in 1830'31 geval
lenen ter opwekking tot dankbaarheid voor
het feit, dat gedurende een eeuw de vrede
in het Ryk in Europa heeft mogen heer-
schen, heeft een dergelyk plan bestaan, zy
het dan ook in soberder vorm. Alleen reeds
om de tydsomstandigheden zal de uitvoering
echter achterwege biyven.
Wat voor dit plan in de plaats zal treden,
maakt hy de Regeering nog een punt van
overweging uit.
Op de Frankfurther voorjaarsmarkt
Op de voorjaarsmarkt te Frankfurth heeft
Donderdag een ernstig ongeluk plaats gehad
De vrouw van een rondreizend marktkoop
man goot spiritus in een brander. Plotseling
exploiteerde de flesch, met het gevolg, dat
negen voor den stand staande personen ver
wondingen opliepen. Vier personen werden
zwaar gewond.
De „Rerum Novarum"-herdenking te Ro
me. Audiëntie by Z. H. den Paus. Toespraak
van den H. Vader.
(blz. 1. 1ste blad)
Plebaan L. A. A. M. Westerwoudt te Rome
ongesteld.
(blz. 1, lste blad)
De voorgenomen legerrevue in Augustus aa.
ter herdenking van de in 1830-'31 gevallenen,
blijft achterwege.
(blz. 1, lste blad)
Discontoverlaging van de Nederlandsche
Bank met pCt.
(blz. 1, lste blad)
De Nederlanders by de encycliekfeesten te
Rome.
(blz. 1, lste blad)
Verschenen is de nieuwe Pauselyke Ency
cliek over het sociale vraagstuk.
(blz. 1, 3de blad)
De bijeenkomst der Europeesche studie
commissie door Briand geopend.
(blz. X, 3de blad)
Wetsontwerp inzake de onverenigbaar
heid van functies in België.
(blz. X, 3de blad)
Congres inzake het dans vraagstuk.
(blz. 2, 3de blad)
Ernstig ongeval van vergiftiging te 's Gra-
vesande.
(blz. 3, 3de blad)
Barometerstand 9 uur v.m.: 758. Achteruit.
Licht op De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 9.19, overmorgen om
9.20 uur.
Zaal voor extra diners en partijen
lederen avond concert
Zaterdags en Zondags van 3 tot 6 uur
matinee
Dispensatie in Vasten- en OnthoudingSwet
In verband met den Algemeenen Neder-
landschen Katholiekendag wordt aan allen,
die op Woensdag den 27 Mei as. in Am
sterdam zullen aanwezig zyn, dispensatie
in de vasten- en onthoudingswet verleend
De Chineesche Nationale Vergadering
heeft besloten, dat de nieuwe Grondwet per
1 Juni a.s. in werking zal treden.
Van Zy, tot 2 pet.
Het wisseldisconto van de Nederlandsche
Bank werd gisteren van 2 y, pet. verlaagd
tot 2 pet.
Het promessendisconto, het disconto op de
beleening van effecten, het disconto op de
beleening van goederen en op voorschotten
in Rekening-Courant werd verlaagd tot
2% pet.