N I \i A tandpasta1 PIJLTJES TWEEDE BLAD ZATERDAG 16 MEI 1931 BLADZIJDE i Nog niet in het reine RJC. Staatspartij De Veertigste Verjaardag der Encycliek Rerurn Novarum ELCK WAT WILS Trekjes No. 705 Dr. H. NANNINCTs n I ¥M25&75c.p.tube Links tegen rechts in de S. D. A. P. Vergadering Partijraad Eert bloemenklok te Alkmaar STADSNIEUWS Voor den Politierechter reinigt mond en tanden.) het beklaagdenbankje veerde in zijn ouden vorm terug, toen hij het verliet De zondenbok De drank heeft op den mensch niet altijd denzelfden invloed. Er zijn volgelingen van Vader Bacchus, die zeer vroolijk en uitge laten worden, er zijn er die stil in een hoekje wegzinken en spoedig in den drank voor- loopig ontslapen, er zijn er die wild worden en prefereeren alles kort en klein te slaan en ruzie met vechten te veroorzaken. Tot de laatste categorie behoorde een bloem- bollenkweeker uit Lisse, die zich echter, naar den geest des tijds, specialiseerde. Hij sloeg n.l. bij voorkeur een paar ruiten stuk. In den nacht van i April had hij weer een goed glaasje gedronken. In dezen toestand belde hij aan bij Huize Pius. De dienstdoende zuster vroeg: Wie is daar? Waarop de late gast zijn naam opgaf. De zuster meende, dat het de vader was van een patiëntje en deed open. De gast deed echter heel dwaas en zei „Hé, dag zuster, geef me de hand!" De zuster duwde hem toen echter terug en sloot de deur. Hiermede was de uitge- stootene niet tevreden en hij sloeg van nijd een groote ruit in. Was hij dan ook geen spe cialist? Hij nam zijn fiets en meldde zich bij de politie met het volgende verhaal AgentIk ben weer een beetje in de olie en ik durf niet naar huis te gaan, omdat ik bang ben weer ruiten te gaan breken. Als er nu vannacht eens een gebroken wordt, ben ik de zondenbok. Wil je me even naar huis brengen Zijn hand bloedde hevig en hij had een scheur in zijn broek. Het onnoozele schaap moest, ondanks zijn relaas, toch voor den Haarlemschen politierechter verschijnen. Zijn ontkennen baatte niets en hij werd veroordeeld tot een geldboete van f 40. of 40 dagen hechtenis. Het oproer in Span De berichten, die uit het Rijk der toreadores tot ons doordringen (er be staat blijkbaar een strenge perscen- suur) doen vermoeden, dat het in ver schillende steden van het Iberisch schiereiland „Spaansch" toegaat. Kloos ters worden er verbrand en kerken onteerd. Deze verhalen mogen ons, ka tholieken, bedroeven, we moeten ze niet al te tragisch opnemen en niet veron derstellen, dat nu de Kerk van Chris tus op aarde haar taak heeft volbracht, de ondergang der wereld nabij is en vandaag of morgen door Reuter zal worden rondgeseind, dat ergens de Anti-Christ is opgestaan. Het zijn relletjes van een kleine groep revolutionnairen en het is altijd moge lijk, dat een kleine, brutale groep eenigen tijd een veel grootere ordelie vende meerderheid terroriseert. Als, vooral in deze dagen van span ning, Oversteegen vgesteld, dat deze er den moed toe had! een duizendtal aanhangers om zich heen zou verzame len, waarmede hij, de wapens in de hand, het stadhuis, het station, het postkantoor en andere openbare gebou wen van Haarlem zou bezetten, kerken in brand zou sterken, kloosters verwoes ten enz., dan zouden de overige 119000 inwoners van Haarlem daardoor zoo overbluft zijn, dat zij eenigen tijd noo- dig zouden hebben om op adem te ko men en tegenmaatregelen te nemen. De oproermakers zouden zeker eenigen tijd heer en meester van de straat zijn, kun nen plunderen en andere misdaden be gaan, totdat 1000 pootige katholieke Haarlemmers daaraan een eind zouden maken. Grooter beteekenis behoeven wij waarschijnlijk aan de brandstichtingen in verschillende Spaansche steden niet te hechten. Het is waar, dat de toestand in Span je door het ageeren van monarchisten, republikeinen en socialisten eenigszins ingewikkeld is en het vormen van een front tegen de oproermakers door de wederzijdsche achterdocht der partijen wat moeilijk, maar het staat wel vast, dat de gemelde uitspattingen een reac tie zullen uitlokken van alle goedge zinde elementen in Spanje. En die vor men ook daar nog de meerderheid. Voor zoover het uit de verte te beoor- deelen is schijnt er één lichtpunt te zijn in de Spaansche relletjes: bij de oproer makers ontbreekt een doortastende lei ding. Het gouden echtpaar Van Gulik aan den Lage Duin en Daalscheweg no. 3, onder de fraaie eerepoort Zooals men weet, heeft de Partijraad der S. D. A. P. de comgresvoorstellen behandeld, betrekking hebbende op de uitbreiding van het Populair Wetenschappelijk Bijvoegsel van „Het Volk" onder redactie van een commis sie, waarin de verschillende stroomingen in de Party vertegenwoordigd zijn en een we- keiyksche rubriek, waarin de inhoud van „De Socialist" besproken en zoo noodig be streden wordt. Het Partybestuur meende, dat hiermede de zaak met de links-georiënteerde partyge- nooten in het reine zou zijn en dat dezen zich by de oplossing zouden neerleggen. Zóó eenvoudig schijnt de kwestie echter niet te verloopen, want thans komt de link- sche partybestuurder P. J. Schmidt in „Het Volk" verklaren: „Het is my gebleken, dat verscheidene partygenooten in het communiqué van de jongste P. B.-vergadeiing hebben gelezen, dat ik de voorstellen omtrent redactie en inhoud van het aangekondigde Party - weekblad zou hebben aanvaard. M.i. is dat er niet in te lezen. Maar ter vermyding van elk verder misverstand, meen ik er op te moeten wyzen, dat ik in dit opzicht niets anders heb verklaard en natuurlijk niets anders verklaren kón, dan dat de desbe treffende voorstellen een basis voor be spreking vormen met de orgaan-commis sie van „De Socialist." Voorloopig dient men dus af te wachten, wat die bespreking zal opleveren, maar erg hoopvol ziet het er niet uit voor de kleine meerderheid, welke op het congres bleek te bestaan. Praeadviezen over „Gezin en Overheid" Aan de agenda van de negende vergade ring van den Partüraad der R. K. Staats party, te houden Vrijdag 12 Juni 1931, te 20 uur en Zaterdag 13 Juni 1931 te 10.15 uur in de groote zaal van net Restaurant „Cen traal", Jaarbeursgebouw te Utrecht, ont- leenen wy het volgende: Opening door den voorzitter Mededeelingen van het Partijbestuur. Mondeling verslag namens de Kascommis- sie betreffende rekening en verantwoording over het dienstjaar 1930. Verkiezing van een lid van het Dageiyksch Béstuur in de vacature van Mr. A. J. M. Leesberg. Behandeling en goedkeuring der vredes- resolutie aangenomen en namens de delega tie der R. K. Staatsparty mede-onderteekend op de byeenkomst van het Comité Exécutif van het Secretariat International des Partis Démocratiques d'Inspiration Chrétienne, ge houden te Parijs, 5 Jan. 1931. Rondvraag. In de vergadering van Zaterdag komt aan de orde: Behandeling van „Gezin en Overheid, Be schouwingen over enkele onderdeelen van de taak van de Overheid met betrekking tot het gezin", aan de hand der uitgebrachte prae- advlezen van mejuffrouw Mia van der Kal len en van de heeren J. H. Maenen, Dr. H. W. E. Moller en Mr. C. P. M. Romme. Zaterdagmorgen 8.15 uur zal in de Kathe drale Kerk te Utrecht (Lange Nieuwstraat) een H. Mis worden opgedragen voor de R. K. Staatsparty en hare leden. Het Partybestuur vertrouwt, dat zooveel mogeiyk alle leden in ie kerk zullen aanwezig zyn en voorstan zullen plaats nemen. Gezin en Overheid. De inleidingen kunnen als volgt worden samengevat: De plicht der Overheid is, er naar te stre ven, dat de rangorde, die tot het wezen van het huisgezin behoort, in tact blijft, en dat het huisgezin overeenkomstig de bedoelingen der natuur kan opbloeien en zich ontwik kelen. De feiteiyke verhoudingen zyn, zeker thans, voor het gezin in het algemeen, en het kinderrijke gezin in het byzonder, veelal van dien aard, dat de overheid de taak heeft rechtstreeks in te grijpen, op>dat niet de ge zonde opvatting over het gezin verloren ga, en daardoor de veiligheid en duurzaamheid van het tydelijk geluk der burgers en het heil van den Staat worden ondergraven. 1. Het gezin en zijn woning 1. De geesteiyke en stoffelüke belangen van het gezin zyn voor een groot deel aan de woning verbonden. 2. Intensieve krotopruiming. zoowel ten plattelande als in de steden, is een eerste, maar ook een minimum eisch. 3. Gelijktydig met, maar niet uitsluitend gekoppeld aan de krotopruiming, behooren maatregelen te worden genomen ter voor ziening in de woningbehoefte, vooral van kinderryke gezinnen, en wel zóó, dat een aan redelyke eischen beantwoordende wo ning beschikbaar is voor een huurprys, welke in juiste verhouding staat tot de normale inkomsten van het gezin, voor hetwelk de woning moet dienen. Daartoe komen o.m. in aanmerking: be schikbaarstelling van bouwvoorschotten te gen matige rente: bydragen in de huur aan, resp. door bemiddeling van woningbouwver- eenigingen, of gemeenten. 4. Het bevorderen van het verkrygen eener eigen woning o.m. door hét verruimen der Landarbeiderswet en door voorschot- en pre- mieleening, is in verscheidene gevallen een heilzaam middel, juist ten bate van het ge zin. 5. Uit ethisch, sociaal, en hygiënisch oog punt verdient het eengezinshuis de voorkeur boven den verdiepingsbouw. Ook economisch is die voorkeur, in verreweg de meeste ge vallen, verantwoord. 2, Het gezinsloon. 6. Het rechtvaardige loon van den arbeider behoort als minimum te bevatten de middelen tot instandhouding van het arbeidsvermogen als belooning voor het ter beschikking houden van dat vermogen. 7. De middelen tot instandhouding van het arbeidsvermogen moeten toereikend zyn om het gezin te onderhouden. 8. Onder „het gezin" mag niet worden verstaan het feitelyk gemiddelde, noch het „ééne-gewone" gezin. Echter wordt de plicht van den individueelen werkgever tegenover den individueelen arbeider niet bepaald door de grootte van diens gezin. 9. De theorie van het rechtvaardig mini mumloon kan slechts tot toepassing komen langs den weg van collectieve rechtsvorming. 10. In de practijk beweegt de loonsvorming zich op het plan van voorziening in de be hoeften van het feitelijk-gewone gezin met twee of drie kinderen. 11. Een oplossing in de richting van het rechtvaardig minimum-loon zal moeten worden gezocht door vorming van een wette lijk gefundeerd, door de betrokkenen beheerd kinderfonds, gevormd allereerst door de uit de bedrijven komende premies, waarby de Staat door een bydrage tot deelneming prik kelt. Uit dit fonds zal iedere werkgever zijn geheele personeel een uitkeering kunnen ver zekeren van het vierde of vijfde kind af. De bydrage van den Staat zal de uitkeering moeten verhoogen. 12. Ook voor de gezinnen van „kleine zelf standigen" heeft de Overheid een gelijke taak. 3. Verscheidenheid van gezinsloon in verband met plaatselijke om standigheden. 13. Wanneer in sommige gemeenten met een lager geldloon dezelfde geesteiyke en stoffelyke behoeften volgens staat en stand van het gezin kunnen worden bevredigd als in andere met een hooger geldloon, is ver scheidenheid naar dien maatstaf gerecht vaardigd. 14. In de thans geldende classificatie der Nederlandsche gemeenten voor de bezoldiging der Ryksambtenaren (met inbegrip van leer aren en onderwyzers) is dit beginsel geheel onvoldoende in practijk gebracht. 15. Het is zeer goed mogelyk, dat voor bepaalde personen het wonen in bepaalde ge- Tijdens het muziekconcours te Heemstede was een kermis georganiseerd, welke zich in een druk bezoek mocht verheugen 4. Het gezin en bet arbeidende meisje. meenten voordeel en meebrengt. Practisch Is echter een eenigszins algemeene rangordening van de gemeenten, waarin het beginsel onder 13 geformuleerd, wordt verwezenlykt, der halve een redelyke classificatie, niet moge lyk; zeker niet, zonder dat juist de kinder ryke gezinnen de ernstigste nadeelen lijden. 16. De arbeid van het meisje buiten den eigen huiselyken kring en dien van anderen (dienstbode) moet en kan dienstbaar worden gemaakt aan hare vorming tot toekomstige echtgenoote en moeder. 17. Dit is noodzakelyk, omdat het gezin, niet alleen om economische, maar ook om ethisch-psychologische redenen, die voor bereiding in vele gevallen, zeker in den tegen- woordigen tyd, niet kan geven. Dit is mogelijk, mits de arbeidende vrou welijke jeugd een veiligen bodem vindt in een jeugdbeweging, op diep godsdlenstigen grond slag, onder een leiding, die geheel doordron gen is van haar opvoedingstaak en zich daaraan geheel kan wyden. 18. Daardoor worden nieuwe waarborgen geschapen voor de vorming van gezonde nieuwe gezinnen, „beginsel van allen staat en koninkryk". Deze hulp by haar taak om het goede en ordelyk geregelde gezin te be vorderen behoort de Overheid met groote tegemoetkoming en krachtigen steun te be antwoorden. Prof. Mr. P. J. M. Aalberse sprak Donder dagavond een rede uit, waaraaan wy het volgende ontleenen: Nadat de Encycliek Rerum Novarum den 15den Mei 189i verschenen was, sprak de groote emancipator der Nederlandsche Ka tholieken, mgr. Schaepman, een rede uit voor den Katholieken Volksbond te Vlissin- gen, warin hy het groote belang en de hoogste beteekenis der Encycliek aan de ar beiders verklaarde. „Het is voor U zeide de redenaar het is op de eerste plaats voor U dat nog eens over de geheele wereld de stem geklonken heeft, die van dien dag af de grootste waar heden en de hoogste lessen verkondigde, en het is voor U dat thans de laatste en mooi ste Encycliek van Leo XIII gekomen is, wel ke in uw duizend harten dezelfde siddering heeft opgewekt die het woord van Christus' Plaatsvervanger op aarde door heel de we reld trillen deed." En terwijl de redenaar als in een visioen voor zich de groote gevolgen aanschouwde welke de publicatie der Encycliek hebben moest, besloot hy in een machtige peroratie: „Op ons rust de taak en de eer de woor den van den Paus leven te geven, wy wen- schen hulde te brengen aan den Paus; wy willen hem danken voor zyn opwekkende woorden, en er is slechts één hulde en slechts één dankbaarheid, passend voor ons Katholieke mannen, jegens den Vicaris van Christus, wy kunnen, t is waar, bidden en den Hemel voor Hem om een lang leven smeeken. om vrede en om overwinning; maar liever brengen wy Hem de waarachtige en mannelyke hulde van te treden voor zyn troon, bedekt met het roemrijke zweet van onzen arbeid met op ons voorhoofd de tee kenen van onzen harden strijd; en wy zullen hem zeggen; .Heilige Vader, de vryheid is verzekerd, Het recht wordt gehandhaafd. De vrede is gekomen, De liefde overwint!" Veertig jaren zyn sinds dien dag voorbtJ gegaan en wy zyn uit Holland naar Rome gekomen om met enkele honderdtallen de vele katholieke vereenigingen te vertegen woordigen van werkgevers en werknemers, v. katholieke arbeidsters en vrouwen van alle standen, en het is met een gevoel van diepen eerbied dat wy neerknielen aan de voeten van den Paus, den roemrijken opvolger van Leo xni en evenals Hy, Vicaris van Christus, en dat wy Hem zeggen, terwyi wy onze oogen vertrouwvol naar Hem opheffen: Hei lige Vader, wy Nederlandsche Katholieken, hebben gewerkt en gestreden in ons kleine land, en met Gods hulp en onder de leiding onzer Bisschoppen hebben wy getracht zoo ver als dat in ons vermogen was de richtiy- nen welke Leo XIII ons gegeven heeft, te verwezenlijken. Wy hebben thans een wetgeving en wet ten van sociale verzekering waarvoor het welsprekend enthousiasme van dr. Schaep man den weg geopend heeft, terwyi het on afgebroken werken van dr. Nolens op bewon derenswaardige wyze heeft medegewerkt voor de verwezenlyking eener wetgeving die, krachtig gehandhaafd, tot heden in geen ander land haar geiyke heeft. Krachtig hebben wy werkgevers en werk nemers, arbeidsters en middenstand georga niseerd in Katholieke vereenigingen, welke trouw het wys beleid van ons Episcopaat volgen. Ziedaar de bewonderenswaardige resul taten der Encycliek Rerum Novarum in Nederland. Een groot werk immers vormen wy slechts een derde der bevolking is vol bracht. doch we weten, dat een nog veel zwaardere taak ons wacht, voor wy, wat ln ons verlangen is, eenmaal oprecht en naar waarheid zeggen kunnen; Heilige Vader, de vrijheid is verzekerd, het recht wordt gehandhaafd, de vrede is gekomen, de liefde overwint! In de nabyheid van het station te Alkmaar heeft de gemeente een bloemenklok doen plaatsen, waarvoor drie soorten plantjes zyn gebruikt. De ondergrond is van Pyrethrum, een gele zaaiplant; de cijferkasten van Agera- tum, die, als hij bloeit, blauw is; zoowel deze plantjes als de roode Achyranthus, waarvan de cijfers en 'de minuten gemaakt zyn, zijn van stek verkregen. Het mechaniek van de klok bevindt zich in een waterdichten betonnen kelder, onder en achter het heuveltje, waarop de klok ligt. In den kelder is een synchroonmotor van 1/16 P.K., die met evenredige snelheid loopt van de turbine in de centrale; de motor ontwikkelt 1500 omwentelingen, die in een versnellingsbak worden overgebracht, om via verschillende raderwerken, op een waarvan men den tyd kan lezen, de wyzers op de gewenschte snelheid te doen draaien. De motor, die aangesloten is op 't net van het G. E. B., verbruikt per jaar slechte 300 K.W.U. en loopt daarvoor 365 maal 24 uur; de motor is van een thermische veiligheid voorzien om warmloopen of andere belemmeringen ongevaariyk te maken. De uurwerk-installatie is afkomstig uit de Nederlandsche fabriek voor torenuur werken van B. Eysbouts te Asten (N.-Br.). Hier te Rome, hoofdstad der Christenheid, vereenigd met de Katholieken van alle landen en met pelgrims van alle talen, be- looven wy U plechtig, Heilige Vader, dat wy alles wat de Paus ons leeren en bevelen zal, zullen aannemen en trouw en geheel zullen uitvoeren als onze voorgangers heb ben gedaan, opdat eenmaal Gods zegen overal moge heerschen en in aller harten vryheid, recht, vrede en liefde mogen wo nen. De zoon van wijlen Goliath. In Oostzaan woont een reus, een kracht- mensch, een geweldenaar. Hij is 25 jaar oud en van beroep werkloos. De reus drinkt één glaasje bier, de krachtmensch drie, de geweldenaar vijf, de totale som geeft buiten sporige krachtsuitingen van den zoon van wijlen Goliath. In Oostzaan wonen blijkbaar goeie menschen. Een dorpeling gaf n.l. aan den werklooze 45.om te drinkenal thans om op te maken. Een caféhouder, met wien de reus goed bevriend was, kreeg het geld in bewaring, een rijtuig werd besteld en spoedig ging het tweetal uit, om de ver schillende biertjes van kasteleins in den om trek te keuren. Na vele uren kwamen de twee gezworen kameraden, flink onder den invloed, terug in hun vaderstad. Ze hadden kans gezien voor dertig gulden in hunne magen te gieten. Dit feit, nu niet bepaald hoogverheven, was aanleiding tot de verwoesting van het café van den kastelein. De reus wilde nog een biertje, de kastelein weigerde dit, omdat hij vertelde, dat het geld op was. De reus heette het hem te liegen en werd vechtlustig. De vrouw van den kastelein bracht haar man juist bijtijds in veiligheid en gelastte zijn vriend, het café te verlaten. Daarvoor gevoelde de krachtmensch niet veel en hij begon het café grondig te vernielen. Een aantal stoelen werd finaal gekraakt, een lampekap werd totaal aan stukken gesmeten, glazen slingerden door de lucht en vielen in duizend scherven op den grond. Toen trok de reus een deur aan stukken. De omstanders waren sprakeloos. Als in een circus een bijzondere toer ver richt wordtt houdt het orkest op te spelen en roffelen alleen de trommen. Ongetwijfeld Zou dit voor het volgende ook het geval ge weest zijn. De geweldenaar brieschte, de vlokken schuim vlogen door de lucht. Met één ruk nam hij het groote biljart op en smeet het dwars door het café. Intusschen was de politie verschenen. De reus liet zich zoo maar niet meevoeren en verzette zich hevig. Tenslotte werd de rust hersteld. Den volgenden dag ontdekte de kastelein, dat er „iets moest zijn voorgevallen" in zijd café. Hij concludeerde, dat zijn vrienn waarschijnlijk „zenuwachtig" was geworden. De politierechter te Haarlem onderzocht de zaak grondig en bracht de werkloosheid van verdachte in verband met zijn voortdu rende dronkenschap. Het verband bleef echter zoek. Tevens informeerde de officier naar de beteekenis van het woortl „zenuwach tig". Of dit in Oostzaan synoniem was met dronkenschap. De officier van Justitie wilde verdachte gaarne van den drank afhelpen en vroeg daarom uitstel van de zaak, teneinde een en ander nog eens te onderzoeken. Hiermede verklaarden verdediger en poli tierechter zich eens. De reus nam afscheid, Pain de luxe „U bent met z'n zeven en twintige zei u ommers, mevrouw?" „Ja, hoogstens zeven en twintig „'s Effetjes kyke dan...." De dikke kookster ik spreek van 'n kwart eeuwtje terug, toen er nog juffrou wen bestonden met 'n bordje op hun deur: „Hier gaat men uit koken voor partijen en bruiloften" de dikke kookster begon in omhoog-staring, alsof ze 't sommetje van 't plafond wou aflezen, op d'r vingers te tel len. en mevrouw Daanders, de moeder van 't bruidje, werd alweer angstigen keek nog es naar de stapel ossenhaas, naar de teil met aardappelen, naar de emmer met doperwtjes, naar de drie pond bitter koekjes voor de pudding alléén, naar de en dikke kookster met 't breede, spierwitte hartjes-boezelaar, telde nog steeds op d'r kluivige vingers „Ja'k zou zoo zegge 'n stuk of zes groote brooje en dan 'n tachentig klein tjes „Tachtig, zegt u?" „Ja mevrouwbeter drie broodjes te veel as één broodje te kortu mot 't netuuriyk zelf weten, hèmaar as je te kort komt op zoo'n party, dan sta je voor schandaal by wyze van spreke't is wel allegaar eige-onder-mekaar, maar 't maakt toch geen indruk, vindt u zelf ook niet? En dan allemaal gezonde jongelui d'r by.... en die kleine broodjes, zooas strikkies en kneepies en kedetjesdie ete ree weg hoor asse ze versch benne „Nou, 'k zou zeggen: als we 's begonnen met zeventig?" „O, mijn best hoor mevrouwmyn best.maar ik spreek uit ondervinding, begrijp uas je zoo'n kleine dertig jaar uit koke bent gegaan, dan weet je wel zoo'n beetje de taksmaar alaprebeert u 't met zeventigzoo'n tien of twintig broodjes zyn gauw bijgehaald as u ziet dat u niet toekomt." „En dan de beleggingLaten we es beginnen met ham. Hoeveel denkt „Voor zevenentwintig man's Kyke dan mot u 'n pond of vyf rekene „Vyf pond? Zou dat niet te veel zyn?" ,,'t Zal d'r om houwe dat u d'r mee toe komtwat is 'n half ons ham per per soon? Rekent u zelf maar uit." „Ja, daar heeft u gelijk in „Ham vindt altoos grage gebruikers van 't rookvleesch en de tong en de frik- kedo en dat gerei kan u wel met de helft toe Mevrouw Daanders schreef d'r lystje voor de bakker en de comestibles winkelen de kookster werkte. Ze werkte met pannen, schalen, ketels, schuimspanen, pollepels, flesschen sla-olie, ponden suiker, pudding-vormen, emmers en dertig andere ingrediënten. Ze werkte tot 's avonds elf uur. Kwam op de dag van de bruiloft om zes uur 's morgens terugstond om twee minuten over zes alweer in 'n hagel-blank hartjes-boezelaar. Nou, de bruiloft was prachtig. En verbijsterend royaal. De voorraden broodjes en vleeschwaren stonden er als torenswedy verden in lengte met de bouquetten, "die over de taicl waren verspreid. 't Bruidje at weinigwas nogal zenuw achtig De bruidegom at niet veel.... was nogal nerveus. De moeder van de bruid, dood-op van duizend zorgen voor 't welslagen van 't- feestat nog minder De vader van de bruid zat te piekeren over z'n spiets.... en vergat te eten De ouders van de bruidegomde ooms, de tantes waren allemaal nog vol van de mooie preek en al 't andere plechtige.... Alleen de jongelui voelden 't gewicht-van- de-dag niet te zwaar.... en aten alsof ze thuis waren.... Maar er waren niet zoo veel jongelui. En er waren zes „witte brooje" en zeven tig kleintjes. De moeder van de bruid zag *t al gauwde helft kwam niet op.... Ze moedigde aantrachtte zelf óók 't hare er toe by te dragenliet koffie by zet ten, om „de tafel" nog wat te rekken maar moest op t laatst toch toezien, hoe diverse, byna onaangebroken schalen weer naar de keuken terug gingen.... En de zucht van de moeder der bruid, de twee dagen geleden al voor-voelde zucht, ging mee. t Was 'n leuk gezicht, oen tegen de nacht de party uiteen ging. Tante Anna had 'n kilo gesneden vleesch tusschen twee bordenTante Nelly droeg 'n mandje met drie puddingenOom Hendrik ontfermde zich over 'n dekschaal worteltjes, oom Gerrit balanceerde met twaalf gevulde vleeschwaren-cartonnetjes mandjes, tasschen, doozen, jaszakken, alles was volgestopt met overcomplete eetwa renen 't bruidspaar had de voorkeur gegeven aan de zes en veertig broodjes dat gaf de minste vettigheidze moes ten om hun mooie kleeren denken, t Werd 'n optochtje van gierend gelach en tal van kwinkslagenen de moeder van de bruid Was blij toe, dat ze haar zoo bereidwillig van alles hadden afgeholpen. De eerste ochtend na de trouwdag at 't Jonge paar gratis pain de luxe. De tweede ochtend at 't jonge paar gra tis pain de luxe. De derde ochtendwerd de bakker al bang, dat ie de klandizie tóch niet gekregen had.... want voor de derde maal kwam 't jonge vrouwtje met 'n verlegen gezichtje aan de deur met de mededeeling, dat 'r nog geen brood noodig was. „Hoe staan we d'r mee?" vroeg de gloednieuwe echtgenoot de vierde ochtend. Zy telde.... 13, 16, 19, 23.... 29. En hy zuchtte met 'n wittebroodsweken- lachjenam 'n derde broodjesmeerde dikbelegde dik.... dronk extra thee. Zy deed hetzelfde. „Als je 't niet lust, Pietdan wil ik wel versch brood halen.maar. „Wel nee, kindjeliefdat zou zonde wezenen niet zoo leuk voor moeder ook als ze 't aan de weet kwam „Daar heb je 't, zie jestel je voor, dat ze later hoorde, dat we die broodjes Nog 'n kopje thee?" „Graag, Liesgraag De zesde ochtend at het jonge paar gratis pain de luxe Piet had 't gevoel, of ie 'n stok zou moeten ■gebruiken om de brokken naar binnen te duwen Hy hield zich dapper. Lies telde nog negentien broodjes toen ze klaar warenZe had er nog geen twee gebruikt nude helft van 't tweede was op 'r bord biyven liggenze kon niet meer. D'r was niet tegen te drinken „Neem jy vanavond 'n versch broodje voor je eigen, kindje" zei Piet met doodsverachting „die pain de luuxies eet ik nog wel op." „Nee, Piet, dat wil 'k niet hebben „En ik zeg, dat 't gebeurt!" deci deerde Piet mannelykDie negentien broodjes is voor myn 'n dingetje van niks.... als ik ze op de zesde dag kan eten, dan kan ik ze ook op de achtste dag etendat maakt geen verschil 's Avonds at Lies versch brood. Piet zwoegde twee pain de luuxies naar binnendeed er 'n half uur over Z'n mes ging er niet meer door, want ze waren als leer. De negende ochtend at Piet gratis pain de luxe. Er lagen er nog zevenze Waren als keisteenenhij dreigde z'n humeur te verliezendronk 'n trekpot thee leeg, maar 't was of de stukken brood klei wer den in z'n mond Hij mishandelde z'n kiezen en tan den.... verzwikte z'n kakement.... telde de broodjes.... 't- leek of ze grooter wer den en oogen kregenen 'n mond.... 'n grijnzende spot-mond.... en Piet zat n' ocgenblik te denkendeed opeens heel raarwerd rood, hoestte, hoestte erger, werd paars, zwaaide met z'n armenzocht naar luchtrolde met z'n oogen Lies vloog gillend op hem toe. klopte hem op z'n rugholde om water Lies nam de broodjes en gooide ze in de schillen-emmer op 't plaatsje. Er was geen pain de luxe meer. Piet was alleen in de kamer nu. moest z'n vuist tegen z'n tanden duwen om 't niet uit te proestenen mom pelde: „Wat 'n driedubbele ezel ben ik.... ik had die stikkerij al zes dagen geleden moeten bedenken'n goeie leer voor de koperen bruiloft G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5