N I \i A tandpasta1
PIJLTJES
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 16 MEI 1931
BLADZIJDE i
Nog niet in het reine
RJC. Staatspartij
De Veertigste Verjaardag
der Encycliek
Rerurn Novarum
ELCK WAT WILS
Trekjes No. 705
Dr. H. NANNINCTs
n I ¥M25&75c.p.tube
Links tegen rechts in de S. D. A. P.
Vergadering Partijraad
Eert bloemenklok te Alkmaar
STADSNIEUWS
Voor den Politierechter
reinigt mond en tanden.)
het beklaagdenbankje veerde in zijn ouden
vorm terug, toen hij het verliet
De zondenbok
De drank heeft op den mensch niet altijd
denzelfden invloed. Er zijn volgelingen van
Vader Bacchus, die zeer vroolijk en uitge
laten worden, er zijn er die stil in een hoekje
wegzinken en spoedig in den drank voor-
loopig ontslapen, er zijn er die wild worden
en prefereeren alles kort en klein te slaan
en ruzie met vechten te veroorzaken. Tot
de laatste categorie behoorde een bloem-
bollenkweeker uit Lisse, die zich echter,
naar den geest des tijds, specialiseerde. Hij
sloeg n.l. bij voorkeur een paar ruiten stuk.
In den nacht van i April had hij weer een
goed glaasje gedronken. In dezen toestand
belde hij aan bij Huize Pius. De dienstdoende
zuster vroeg: Wie is daar? Waarop de late
gast zijn naam opgaf. De zuster meende,
dat het de vader was van een patiëntje en
deed open.
De gast deed echter heel dwaas en zei
„Hé, dag zuster, geef me de hand!"
De zuster duwde hem toen echter terug
en sloot de deur. Hiermede was de uitge-
stootene niet tevreden en hij sloeg van nijd
een groote ruit in. Was hij dan ook geen spe
cialist? Hij nam zijn fiets en meldde zich
bij de politie met het volgende verhaal
AgentIk ben weer een beetje in de olie
en ik durf niet naar huis te gaan, omdat ik
bang ben weer ruiten te gaan breken. Als
er nu vannacht eens een gebroken wordt,
ben ik de zondenbok. Wil je me even naar
huis brengen
Zijn hand bloedde hevig en hij had een
scheur in zijn broek. Het onnoozele schaap
moest, ondanks zijn relaas, toch voor den
Haarlemschen politierechter verschijnen.
Zijn ontkennen baatte niets en hij werd
veroordeeld tot een geldboete van f 40.
of 40 dagen hechtenis.
Het oproer in Span
De berichten, die uit het Rijk der
toreadores tot ons doordringen (er be
staat blijkbaar een strenge perscen-
suur) doen vermoeden, dat het in ver
schillende steden van het Iberisch
schiereiland „Spaansch" toegaat. Kloos
ters worden er verbrand en kerken
onteerd. Deze verhalen mogen ons, ka
tholieken, bedroeven, we moeten ze niet
al te tragisch opnemen en niet veron
derstellen, dat nu de Kerk van Chris
tus op aarde haar taak heeft volbracht,
de ondergang der wereld nabij is en
vandaag of morgen door Reuter zal
worden rondgeseind, dat ergens de
Anti-Christ is opgestaan.
Het zijn relletjes van een kleine groep
revolutionnairen en het is altijd moge
lijk, dat een kleine, brutale groep
eenigen tijd een veel grootere ordelie
vende meerderheid terroriseert.
Als, vooral in deze dagen van span
ning, Oversteegen vgesteld, dat deze
er den moed toe had! een duizendtal
aanhangers om zich heen zou verzame
len, waarmede hij, de wapens in de
hand, het stadhuis, het station, het
postkantoor en andere openbare gebou
wen van Haarlem zou bezetten, kerken
in brand zou sterken, kloosters verwoes
ten enz., dan zouden de overige 119000
inwoners van Haarlem daardoor zoo
overbluft zijn, dat zij eenigen tijd noo-
dig zouden hebben om op adem te ko
men en tegenmaatregelen te nemen. De
oproermakers zouden zeker eenigen tijd
heer en meester van de straat zijn, kun
nen plunderen en andere misdaden be
gaan, totdat 1000 pootige katholieke
Haarlemmers daaraan een eind zouden
maken.
Grooter beteekenis behoeven wij
waarschijnlijk aan de brandstichtingen
in verschillende Spaansche steden niet
te hechten.
Het is waar, dat de toestand in Span
je door het ageeren van monarchisten,
republikeinen en socialisten eenigszins
ingewikkeld is en het vormen van een
front tegen de oproermakers door de
wederzijdsche achterdocht der partijen
wat moeilijk, maar het staat wel vast,
dat de gemelde uitspattingen een reac
tie zullen uitlokken van alle goedge
zinde elementen in Spanje. En die vor
men ook daar nog de meerderheid.
Voor zoover het uit de verte te beoor-
deelen is schijnt er één lichtpunt te zijn
in de Spaansche relletjes: bij de oproer
makers ontbreekt een doortastende lei
ding.
Het gouden echtpaar Van Gulik aan den Lage Duin en Daalscheweg no. 3, onder de
fraaie eerepoort
Zooals men weet, heeft de Partijraad der
S. D. A. P. de comgresvoorstellen behandeld,
betrekking hebbende op de uitbreiding van
het Populair Wetenschappelijk Bijvoegsel van
„Het Volk" onder redactie van een commis
sie, waarin de verschillende stroomingen in
de Party vertegenwoordigd zijn en een we-
keiyksche rubriek, waarin de inhoud van
„De Socialist" besproken en zoo noodig be
streden wordt.
Het Partybestuur meende, dat hiermede
de zaak met de links-georiënteerde partyge-
nooten in het reine zou zijn en dat dezen
zich by de oplossing zouden neerleggen.
Zóó eenvoudig schijnt de kwestie echter
niet te verloopen, want thans komt de link-
sche partybestuurder P. J. Schmidt in „Het
Volk" verklaren:
„Het is my gebleken, dat verscheidene
partygenooten in het communiqué van de
jongste P. B.-vergadeiing hebben gelezen,
dat ik de voorstellen omtrent redactie en
inhoud van het aangekondigde Party -
weekblad zou hebben aanvaard. M.i. is dat
er niet in te lezen. Maar ter vermyding
van elk verder misverstand, meen ik er op
te moeten wyzen, dat ik in dit opzicht niets
anders heb verklaard en natuurlijk niets
anders verklaren kón, dan dat de desbe
treffende voorstellen een basis voor be
spreking vormen met de orgaan-commis
sie van „De Socialist."
Voorloopig dient men dus af te wachten,
wat die bespreking zal opleveren, maar erg
hoopvol ziet het er niet uit voor de kleine
meerderheid, welke op het congres bleek te
bestaan.
Praeadviezen over „Gezin en Overheid"
Aan de agenda van de negende vergade
ring van den Partüraad der R. K. Staats
party, te houden Vrijdag 12 Juni 1931, te 20
uur en Zaterdag 13 Juni 1931 te 10.15 uur
in de groote zaal van net Restaurant „Cen
traal", Jaarbeursgebouw te Utrecht, ont-
leenen wy het volgende:
Opening door den voorzitter
Mededeelingen van het Partijbestuur.
Mondeling verslag namens de Kascommis-
sie betreffende rekening en verantwoording
over het dienstjaar 1930.
Verkiezing van een lid van het Dageiyksch
Béstuur in de vacature van Mr. A. J. M.
Leesberg.
Behandeling en goedkeuring der vredes-
resolutie aangenomen en namens de delega
tie der R. K. Staatsparty mede-onderteekend
op de byeenkomst van het Comité Exécutif
van het Secretariat International des Partis
Démocratiques d'Inspiration Chrétienne, ge
houden te Parijs, 5 Jan. 1931.
Rondvraag.
In de vergadering van Zaterdag komt aan
de orde:
Behandeling van „Gezin en Overheid, Be
schouwingen over enkele onderdeelen van de
taak van de Overheid met betrekking tot het
gezin", aan de hand der uitgebrachte prae-
advlezen van mejuffrouw Mia van der Kal
len en van de heeren J. H. Maenen, Dr.
H. W. E. Moller en Mr. C. P. M. Romme.
Zaterdagmorgen 8.15 uur zal in de Kathe
drale Kerk te Utrecht (Lange Nieuwstraat)
een H. Mis worden opgedragen voor de R. K.
Staatsparty en hare leden. Het Partybestuur
vertrouwt, dat zooveel mogeiyk alle leden
in ie kerk zullen aanwezig zyn en voorstan
zullen plaats nemen.
Gezin en Overheid.
De inleidingen kunnen als volgt worden
samengevat:
De plicht der Overheid is, er naar te stre
ven, dat de rangorde, die tot het wezen van
het huisgezin behoort, in tact blijft, en dat
het huisgezin overeenkomstig de bedoelingen
der natuur kan opbloeien en zich ontwik
kelen.
De feiteiyke verhoudingen zyn, zeker
thans, voor het gezin in het algemeen, en
het kinderrijke gezin in het byzonder, veelal
van dien aard, dat de overheid de taak heeft
rechtstreeks in te grijpen, op>dat niet de ge
zonde opvatting over het gezin verloren ga,
en daardoor de veiligheid en duurzaamheid
van het tydelijk geluk der burgers en het
heil van den Staat worden ondergraven.
1. Het gezin en zijn woning
1. De geesteiyke en stoffelüke belangen van
het gezin zyn voor een groot deel aan de
woning verbonden.
2. Intensieve krotopruiming. zoowel ten
plattelande als in de steden, is een eerste,
maar ook een minimum eisch.
3. Gelijktydig met, maar niet uitsluitend
gekoppeld aan de krotopruiming, behooren
maatregelen te worden genomen ter voor
ziening in de woningbehoefte, vooral van
kinderryke gezinnen, en wel zóó, dat een
aan redelyke eischen beantwoordende wo
ning beschikbaar is voor een huurprys, welke
in juiste verhouding staat tot de normale
inkomsten van het gezin, voor hetwelk de
woning moet dienen.
Daartoe komen o.m. in aanmerking: be
schikbaarstelling van bouwvoorschotten te
gen matige rente: bydragen in de huur aan,
resp. door bemiddeling van woningbouwver-
eenigingen, of gemeenten.
4. Het bevorderen van het verkrygen eener
eigen woning o.m. door hét verruimen der
Landarbeiderswet en door voorschot- en pre-
mieleening, is in verscheidene gevallen een
heilzaam middel, juist ten bate van het ge
zin.
5. Uit ethisch, sociaal, en hygiënisch oog
punt verdient het eengezinshuis de voorkeur
boven den verdiepingsbouw. Ook economisch
is die voorkeur, in verreweg de meeste ge
vallen, verantwoord.
2, Het gezinsloon.
6. Het rechtvaardige loon van den arbeider
behoort als minimum te bevatten de middelen
tot instandhouding van het arbeidsvermogen
als belooning voor het ter beschikking houden
van dat vermogen.
7. De middelen tot instandhouding van het
arbeidsvermogen moeten toereikend zyn om
het gezin te onderhouden.
8. Onder „het gezin" mag niet worden
verstaan het feitelyk gemiddelde, noch het
„ééne-gewone" gezin. Echter wordt de plicht
van den individueelen werkgever tegenover
den individueelen arbeider niet bepaald door
de grootte van diens gezin.
9. De theorie van het rechtvaardig mini
mumloon kan slechts tot toepassing komen
langs den weg van collectieve rechtsvorming.
10. In de practijk beweegt de loonsvorming
zich op het plan van voorziening in de be
hoeften van het feitelijk-gewone gezin met
twee of drie kinderen.
11. Een oplossing in de richting van het
rechtvaardig minimum-loon zal moeten
worden gezocht door vorming van een wette
lijk gefundeerd, door de betrokkenen beheerd
kinderfonds, gevormd allereerst door de uit
de bedrijven komende premies, waarby de
Staat door een bydrage tot deelneming prik
kelt. Uit dit fonds zal iedere werkgever zijn
geheele personeel een uitkeering kunnen ver
zekeren van het vierde of vijfde kind af.
De bydrage van den Staat zal de uitkeering
moeten verhoogen.
12. Ook voor de gezinnen van „kleine zelf
standigen" heeft de Overheid een gelijke
taak.
3. Verscheidenheid van gezinsloon
in verband met plaatselijke om
standigheden.
13. Wanneer in sommige gemeenten met
een lager geldloon dezelfde geesteiyke en
stoffelyke behoeften volgens staat en stand
van het gezin kunnen worden bevredigd als
in andere met een hooger geldloon, is ver
scheidenheid naar dien maatstaf gerecht
vaardigd.
14. In de thans geldende classificatie der
Nederlandsche gemeenten voor de bezoldiging
der Ryksambtenaren (met inbegrip van leer
aren en onderwyzers) is dit beginsel geheel
onvoldoende in practijk gebracht.
15. Het is zeer goed mogelyk, dat voor
bepaalde personen het wonen in bepaalde ge-
Tijdens het muziekconcours te Heemstede was een kermis georganiseerd, welke zich in
een druk bezoek mocht verheugen
4. Het gezin en bet arbeidende
meisje.
meenten voordeel en meebrengt. Practisch Is
echter een eenigszins algemeene rangordening
van de gemeenten, waarin het beginsel onder
13 geformuleerd, wordt verwezenlykt, der
halve een redelyke classificatie, niet moge
lyk; zeker niet, zonder dat juist de kinder
ryke gezinnen de ernstigste nadeelen lijden.
16. De arbeid van het meisje buiten den
eigen huiselyken kring en dien van anderen
(dienstbode) moet en kan dienstbaar worden
gemaakt aan hare vorming tot toekomstige
echtgenoote en moeder.
17. Dit is noodzakelyk, omdat het gezin,
niet alleen om economische, maar ook om
ethisch-psychologische redenen, die voor
bereiding in vele gevallen, zeker in den tegen-
woordigen tyd, niet kan geven.
Dit is mogelijk, mits de arbeidende vrou
welijke jeugd een veiligen bodem vindt in een
jeugdbeweging, op diep godsdlenstigen grond
slag, onder een leiding, die geheel doordron
gen is van haar opvoedingstaak en zich
daaraan geheel kan wyden.
18. Daardoor worden nieuwe waarborgen
geschapen voor de vorming van gezonde
nieuwe gezinnen, „beginsel van allen staat
en koninkryk". Deze hulp by haar taak om
het goede en ordelyk geregelde gezin te be
vorderen behoort de Overheid met groote
tegemoetkoming en krachtigen steun te be
antwoorden.
Prof. Mr. P. J. M. Aalberse sprak Donder
dagavond een rede uit, waaraaan wy het
volgende ontleenen:
Nadat de Encycliek Rerum Novarum den
15den Mei 189i verschenen was, sprak de
groote emancipator der Nederlandsche Ka
tholieken, mgr. Schaepman, een rede uit
voor den Katholieken Volksbond te Vlissin-
gen, warin hy het groote belang en de
hoogste beteekenis der Encycliek aan de ar
beiders verklaarde.
„Het is voor U zeide de redenaar het
is op de eerste plaats voor U dat nog eens
over de geheele wereld de stem geklonken
heeft, die van dien dag af de grootste waar
heden en de hoogste lessen verkondigde, en
het is voor U dat thans de laatste en mooi
ste Encycliek van Leo XIII gekomen is, wel
ke in uw duizend harten dezelfde siddering
heeft opgewekt die het woord van Christus'
Plaatsvervanger op aarde door heel de we
reld trillen deed."
En terwijl de redenaar als in een visioen
voor zich de groote gevolgen aanschouwde
welke de publicatie der Encycliek hebben
moest, besloot hy in een machtige peroratie:
„Op ons rust de taak en de eer de woor
den van den Paus leven te geven, wy wen-
schen hulde te brengen aan den Paus; wy
willen hem danken voor zyn opwekkende
woorden, en er is slechts één hulde en
slechts één dankbaarheid, passend voor ons
Katholieke mannen, jegens den Vicaris van
Christus, wy kunnen, t is waar, bidden en
den Hemel voor Hem om een lang leven
smeeken. om vrede en om overwinning;
maar liever brengen wy Hem de waarachtige
en mannelyke hulde van te treden voor zyn
troon, bedekt met het roemrijke zweet van
onzen arbeid met op ons voorhoofd de tee
kenen van onzen harden strijd; en wy zullen
hem zeggen;
.Heilige Vader, de vryheid is verzekerd,
Het recht wordt gehandhaafd.
De vrede is gekomen,
De liefde overwint!"
Veertig jaren zyn sinds dien dag voorbtJ
gegaan en wy zyn uit Holland naar Rome
gekomen om met enkele honderdtallen de
vele katholieke vereenigingen te vertegen
woordigen van werkgevers en werknemers, v.
katholieke arbeidsters en vrouwen van alle
standen, en het is met een gevoel van diepen
eerbied dat wy neerknielen aan de voeten
van den Paus, den roemrijken opvolger van
Leo xni en evenals Hy, Vicaris van Christus,
en dat wy Hem zeggen, terwyi wy onze
oogen vertrouwvol naar Hem opheffen: Hei
lige Vader, wy Nederlandsche Katholieken,
hebben gewerkt en gestreden in ons kleine
land, en met Gods hulp en onder de leiding
onzer Bisschoppen hebben wy getracht zoo
ver als dat in ons vermogen was de richtiy-
nen welke Leo XIII ons gegeven heeft, te
verwezenlijken.
Wy hebben thans een wetgeving en wet
ten van sociale verzekering waarvoor het
welsprekend enthousiasme van dr. Schaep
man den weg geopend heeft, terwyi het on
afgebroken werken van dr. Nolens op bewon
derenswaardige wyze heeft medegewerkt voor
de verwezenlyking eener wetgeving die,
krachtig gehandhaafd, tot heden in geen
ander land haar geiyke heeft.
Krachtig hebben wy werkgevers en werk
nemers, arbeidsters en middenstand georga
niseerd in Katholieke vereenigingen, welke
trouw het wys beleid van ons Episcopaat
volgen.
Ziedaar de bewonderenswaardige resul
taten der Encycliek Rerum Novarum in
Nederland.
Een groot werk immers vormen wy
slechts een derde der bevolking is vol
bracht. doch we weten, dat een nog veel
zwaardere taak ons wacht, voor wy, wat ln
ons verlangen is, eenmaal oprecht en naar
waarheid zeggen kunnen;
Heilige Vader, de vrijheid is verzekerd,
het recht wordt gehandhaafd,
de vrede is gekomen,
de liefde overwint!
In de nabyheid van het station te Alkmaar heeft de gemeente een bloemenklok
doen plaatsen, waarvoor drie soorten plantjes zyn gebruikt.
De ondergrond is van Pyrethrum, een gele zaaiplant; de cijferkasten van Agera-
tum, die, als hij bloeit, blauw is; zoowel deze plantjes als de roode Achyranthus, waarvan
de cijfers en 'de minuten gemaakt zyn, zijn van stek verkregen. Het mechaniek van de
klok bevindt zich in een waterdichten betonnen kelder, onder en achter het heuveltje,
waarop de klok ligt. In den kelder is een synchroonmotor van 1/16 P.K., die met
evenredige snelheid loopt van de turbine in de centrale; de motor ontwikkelt 1500
omwentelingen, die in een versnellingsbak worden overgebracht, om via verschillende
raderwerken, op een waarvan men den tyd kan lezen, de wyzers op de gewenschte
snelheid te doen draaien.
De motor, die aangesloten is op 't net van het G. E. B., verbruikt per jaar slechte
300 K.W.U. en loopt daarvoor 365 maal 24 uur; de motor is van een thermische veiligheid
voorzien om warmloopen of andere belemmeringen ongevaariyk te maken.
De uurwerk-installatie is afkomstig uit de Nederlandsche fabriek voor torenuur
werken van B. Eysbouts te Asten (N.-Br.).
Hier te Rome, hoofdstad der Christenheid,
vereenigd met de Katholieken van alle
landen en met pelgrims van alle talen, be-
looven wy U plechtig, Heilige Vader, dat wy
alles wat de Paus ons leeren en bevelen
zal, zullen aannemen en trouw en geheel
zullen uitvoeren als onze voorgangers heb
ben gedaan, opdat eenmaal Gods zegen
overal moge heerschen en in aller harten
vryheid, recht, vrede en liefde mogen wo
nen.
De zoon van wijlen Goliath.
In Oostzaan woont een reus, een kracht-
mensch, een geweldenaar. Hij is 25 jaar
oud en van beroep werkloos. De reus drinkt
één glaasje bier, de krachtmensch drie, de
geweldenaar vijf, de totale som geeft buiten
sporige krachtsuitingen van den zoon van
wijlen Goliath. In Oostzaan wonen blijkbaar
goeie menschen. Een dorpeling gaf n.l. aan
den werklooze 45.om te drinkenal
thans om op te maken. Een caféhouder, met
wien de reus goed bevriend was, kreeg het
geld in bewaring, een rijtuig werd besteld
en spoedig ging het tweetal uit, om de ver
schillende biertjes van kasteleins in den om
trek te keuren.
Na vele uren kwamen de twee gezworen
kameraden, flink onder den invloed, terug
in hun vaderstad. Ze hadden kans gezien
voor dertig gulden in hunne magen te gieten.
Dit feit, nu niet bepaald hoogverheven,
was aanleiding tot de verwoesting van het
café van den kastelein.
De reus wilde nog een biertje, de kastelein
weigerde dit, omdat hij vertelde, dat het geld
op was.
De reus heette het hem te liegen en werd
vechtlustig. De vrouw van den kastelein
bracht haar man juist bijtijds in veiligheid
en gelastte zijn vriend, het café te verlaten.
Daarvoor gevoelde de krachtmensch niet
veel en hij begon het café grondig te vernielen.
Een aantal stoelen werd finaal gekraakt, een
lampekap werd totaal aan stukken gesmeten,
glazen slingerden door de lucht en vielen
in duizend scherven op den grond.
Toen trok de reus een deur aan stukken.
De omstanders waren sprakeloos.
Als in een circus een bijzondere toer ver
richt wordtt houdt het orkest op te spelen
en roffelen alleen de trommen. Ongetwijfeld
Zou dit voor het volgende ook het geval ge
weest zijn. De geweldenaar brieschte, de
vlokken schuim vlogen door de lucht. Met
één ruk nam hij het groote biljart op en smeet
het dwars door het café.
Intusschen was de politie verschenen. De
reus liet zich zoo maar niet meevoeren en
verzette zich hevig. Tenslotte werd de
rust hersteld.
Den volgenden dag ontdekte de kastelein,
dat er „iets moest zijn voorgevallen" in zijd
café. Hij concludeerde, dat zijn vrienn
waarschijnlijk „zenuwachtig" was geworden.
De politierechter te Haarlem onderzocht
de zaak grondig en bracht de werkloosheid
van verdachte in verband met zijn voortdu
rende dronkenschap. Het verband bleef
echter zoek. Tevens informeerde de officier
naar de beteekenis van het woortl „zenuwach
tig". Of dit in Oostzaan synoniem was met
dronkenschap.
De officier van Justitie wilde verdachte
gaarne van den drank afhelpen en vroeg
daarom uitstel van de zaak, teneinde een en
ander nog eens te onderzoeken.
Hiermede verklaarden verdediger en poli
tierechter zich eens. De reus nam afscheid,
Pain de luxe
„U bent met z'n zeven en twintige zei u
ommers, mevrouw?"
„Ja, hoogstens zeven en twintig
„'s Effetjes kyke dan...."
De dikke kookster ik spreek van 'n
kwart eeuwtje terug, toen er nog juffrou
wen bestonden met 'n bordje op hun deur:
„Hier gaat men uit koken voor partijen en
bruiloften" de dikke kookster begon in
omhoog-staring, alsof ze 't sommetje van 't
plafond wou aflezen, op d'r vingers te tel
len. en mevrouw Daanders, de moeder
van 't bruidje, werd alweer angstigen
keek nog es naar de stapel ossenhaas, naar
de teil met aardappelen, naar de emmer
met doperwtjes, naar de drie pond bitter
koekjes voor de pudding alléén, naar de
en dikke kookster met 't breede, spierwitte
hartjes-boezelaar, telde nog steeds op d'r
kluivige vingers
„Ja'k zou zoo zegge 'n stuk of zes
groote brooje en dan 'n tachentig klein
tjes
„Tachtig, zegt u?"
„Ja mevrouwbeter drie broodjes te
veel as één broodje te kortu mot 't
netuuriyk zelf weten, hèmaar as je te
kort komt op zoo'n party, dan sta je voor
schandaal by wyze van spreke't is wel
allegaar eige-onder-mekaar, maar 't maakt
toch geen indruk, vindt u zelf ook niet? En
dan allemaal gezonde jongelui d'r by....
en die kleine broodjes, zooas strikkies en
kneepies en kedetjesdie ete ree weg
hoor asse ze versch benne
„Nou, 'k zou zeggen: als we 's begonnen
met zeventig?"
„O, mijn best hoor mevrouwmyn
best.maar ik spreek uit ondervinding,
begrijp uas je zoo'n kleine dertig jaar
uit koke bent gegaan, dan weet je wel zoo'n
beetje de taksmaar alaprebeert u
't met zeventigzoo'n tien of twintig
broodjes zyn gauw bijgehaald as u ziet dat
u niet toekomt."
„En dan de beleggingLaten we es
beginnen met ham. Hoeveel denkt
„Voor zevenentwintig man's Kyke
dan mot u 'n pond of vyf rekene
„Vyf pond? Zou dat niet te veel zyn?"
,,'t Zal d'r om houwe dat u d'r mee toe
komtwat is 'n half ons ham per per
soon? Rekent u zelf maar uit."
„Ja, daar heeft u gelijk in
„Ham vindt altoos grage gebruikers
van 't rookvleesch en de tong en de frik-
kedo en dat gerei kan u wel met de helft
toe
Mevrouw Daanders schreef d'r lystje voor
de bakker en de comestibles winkelen
de kookster werkte.
Ze werkte met pannen, schalen, ketels,
schuimspanen, pollepels, flesschen sla-olie,
ponden suiker, pudding-vormen, emmers en
dertig andere ingrediënten.
Ze werkte tot 's avonds elf uur.
Kwam op de dag van de bruiloft om zes
uur 's morgens terugstond om twee
minuten over zes alweer in 'n hagel-blank
hartjes-boezelaar.
Nou, de bruiloft was prachtig.
En verbijsterend royaal.
De voorraden broodjes en vleeschwaren
stonden er als torenswedy verden in
lengte met de bouquetten, "die over de taicl
waren verspreid.
't Bruidje at weinigwas nogal zenuw
achtig
De bruidegom at niet veel.... was nogal
nerveus.
De moeder van de bruid, dood-op van
duizend zorgen voor 't welslagen van 't-
feestat nog minder
De vader van de bruid zat te piekeren
over z'n spiets.... en vergat te eten
De ouders van de bruidegomde ooms,
de tantes waren allemaal nog vol van de
mooie preek en al 't andere plechtige....
Alleen de jongelui voelden 't gewicht-van-
de-dag niet te zwaar.... en aten alsof ze
thuis waren....
Maar er waren niet zoo veel jongelui.
En er waren zes „witte brooje" en zeven
tig kleintjes.
De moeder van de bruid zag *t al
gauwde helft kwam niet op.... Ze
moedigde aantrachtte zelf óók 't hare
er toe by te dragenliet koffie by zet
ten, om „de tafel" nog wat te rekken
maar moest op t laatst toch toezien, hoe
diverse, byna onaangebroken schalen weer
naar de keuken terug gingen....
En de zucht van de moeder der bruid, de
twee dagen geleden al voor-voelde zucht,
ging mee.
t Was 'n leuk gezicht, oen tegen de
nacht de party uiteen ging.
Tante Anna had 'n kilo gesneden vleesch
tusschen twee bordenTante Nelly droeg
'n mandje met drie puddingenOom
Hendrik ontfermde zich over 'n dekschaal
worteltjes, oom Gerrit balanceerde met
twaalf gevulde vleeschwaren-cartonnetjes
mandjes, tasschen, doozen, jaszakken, alles
was volgestopt met overcomplete eetwa
renen 't bruidspaar had de voorkeur
gegeven aan de zes en veertig broodjes
dat gaf de minste vettigheidze moes
ten om hun mooie kleeren denken,
t Werd 'n optochtje van gierend gelach
en tal van kwinkslagenen de moeder
van de bruid Was blij toe, dat ze haar zoo
bereidwillig van alles hadden afgeholpen.
De eerste ochtend na de trouwdag at 't
Jonge paar gratis pain de luxe.
De tweede ochtend at 't jonge paar gra
tis pain de luxe.
De derde ochtendwerd de bakker al
bang, dat ie de klandizie tóch niet gekregen
had.... want voor de derde maal kwam 't
jonge vrouwtje met 'n verlegen gezichtje
aan de deur met de mededeeling, dat 'r nog
geen brood noodig was.
„Hoe staan we d'r mee?" vroeg de
gloednieuwe echtgenoot de vierde ochtend.
Zy telde.... 13, 16, 19, 23.... 29.
En hy zuchtte met 'n wittebroodsweken-
lachjenam 'n derde broodjesmeerde
dikbelegde dik.... dronk extra thee.
Zy deed hetzelfde.
„Als je 't niet lust, Pietdan wil ik wel
versch brood halen.maar.
„Wel nee, kindjeliefdat zou zonde
wezenen niet zoo leuk voor moeder
ook als ze 't aan de weet kwam
„Daar heb je 't, zie jestel je voor,
dat ze later hoorde, dat we die broodjes
Nog 'n kopje thee?"
„Graag, Liesgraag
De zesde ochtend at het jonge paar gratis
pain de luxe
Piet had 't gevoel, of ie 'n stok zou moeten
■gebruiken om de brokken naar binnen te
duwen
Hy hield zich dapper.
Lies telde nog negentien broodjes toen
ze klaar warenZe had er nog geen twee
gebruikt nude helft van 't tweede was
op 'r bord biyven liggenze kon niet
meer. D'r was niet tegen te drinken
„Neem jy vanavond 'n versch broodje
voor je eigen, kindje" zei Piet met
doodsverachting „die pain de luuxies
eet ik nog wel op."
„Nee, Piet, dat wil 'k niet hebben
„En ik zeg, dat 't gebeurt!" deci
deerde Piet mannelykDie negentien
broodjes is voor myn 'n dingetje van
niks.... als ik ze op de zesde dag kan
eten, dan kan ik ze ook op de achtste dag
etendat maakt geen verschil
's Avonds at Lies versch brood.
Piet zwoegde twee pain de luuxies naar
binnendeed er 'n half uur over
Z'n mes ging er niet meer door, want ze
waren als leer.
De negende ochtend at Piet gratis pain
de luxe.
Er lagen er nog zevenze Waren als
keisteenenhij dreigde z'n humeur te
verliezendronk 'n trekpot thee leeg,
maar 't was of de stukken brood klei wer
den in z'n mond
Hij mishandelde z'n kiezen en tan
den.... verzwikte z'n kakement.... telde
de broodjes.... 't- leek of ze grooter wer
den en oogen kregenen 'n
mond.... 'n grijnzende spot-mond.... en
Piet zat n' ocgenblik te denkendeed
opeens heel raarwerd rood, hoestte,
hoestte erger, werd paars, zwaaide met z'n
armenzocht naar luchtrolde met
z'n oogen
Lies vloog gillend op hem toe. klopte
hem op z'n rugholde om water
Lies nam de broodjes en gooide ze in de
schillen-emmer op 't plaatsje.
Er was geen pain de luxe meer.
Piet was alleen in de kamer nu.
moest z'n vuist tegen z'n tanden duwen
om 't niet uit te proestenen mom
pelde: „Wat 'n driedubbele ezel ben ik....
ik had die stikkerij al zes dagen geleden
moeten bedenken'n goeie leer voor de
koperen bruiloft
G. N.