Buitenlandsch oJ^ieuws FEUILLETON heerenbaai QUADRAGESIMO ANNO KU KLUX KLAN GELAATSMASSAGE. Mijnhardt's Zenuwtabletten DERDE BLAD ZATLkjjAG 16 MEI 1931 BLADZIJDE 1 De Pauselijke Encycliek over het sociale vraagstuk Zitting Europeesche commissie geopend Henderson huldigt Briand Uit den Volkenbond Vervolging der Spaansche monarchisten Snowden's toestand De nederlaag van Briand Nieuwe ongeregeldheden in Burma Onvereenigbaarheid van functies in België Gemengde (Buitenlandsche Berichten Een mislukte speculatie echte friesche Toscanlni mishandeld Ter afwering van den oorlog,. Een onschuldige doodgeranseld KOPT NIEUWS Humoristische Avonturen-roman De reeds dezer dagen aangekondigde nieu we Encycliek over het sociale vraagstuk is thans verschenen. Zij is genoemd „Quadra- gesimo Anno" en herinnert, zooals te ver wachten was, allereerst aan de Encycliek „Rerum Novarum", die naar de nieuwe Pau selijke Zendbrief zegt, te juister tijd ver scheen en welke al die jaren terecht als een weldaad voor de menschheid beschouwd is en nog steeds wordt. De Encycliek begint met de woorden „Qua- dragesimo Anno" (in het veertigste jaar), welke aanhef aanstonds wijst op de heugelijke gelegenheid, welke den H. Vader er toe ge bracht heeft dit nieuwe schrijven uit te vaar digen: n.l. de viering van den 40sten verjaar dag van de sociale Encycliek van den grooten Leo, welke den grondslag legde voor een oplossing der sociale kwestie in Katholieken geest. De nieuwe encycliek is niet zonder meer een verdediging van de beroemde Encycliek van Leo XIII. Zij is er als het ware de voortzetting van en beschouwt haar in het nieuwe licht van het sociale vraagstuk, zoo als dat heden is gesteld. De Encycliek is in drie deelen verdeeld, waarvan in het eerste de voordeelen van Rerum Novarum" opgesomd worden: het leggen van den grondslag voor de ontwikke ling van het sociale vraagstuk volgens de katholieke beginselen; de bevordering der godsdienstige, moreele en sociale vorming der arbeiders; het verdwijnen van het libe ralisme; de toepassing van hetgeen „Rerum Novarum" leert. Aangegeven wordt de ontwikkeling der so ciale en economische leerstellingen volgens de Katholieke beginselen, waartoe de Ency cliek den grondslag gelegd heeft. In het licht wordt gesteld, welke initiatieven van de Encycliek zijn uitgegaan, ten einde aan de arbeiders een hechte godsdienstige en zede lijke vorming te geven en hen in staat te stellen gewetensvol en met wijsheid de zede lijke en economische belangen van hun klas se te verdedigen. Z.H. wijst dan op de energie, waarmee Leo XIII voor de arbeiders het recht opeischt om zich te vereenigen, met het oog op hun onderlingen bijstand en de wettige verdedi ging hunner rechten, waarna met voldoening geconstateerd wordt, dat een groot aantal organisaties van arbeiders en boeren ten gevolge van deze aansporing is opgericht. Aldus begon de verheffing van het prole tariaat, een der wenschen van Leo XIII was. Want al kan eenerzijds de ongelijk heid in maatschappelijke omstandigheden niet verdwijnen, anderzijds kan het prole tariaat niet de normale en duurzame toe stand zijn van het grootste gedeelte van het menschelijk geslacht. La het tweede gedeelte onderzoekt de H. Vader eenjge kwesties, nopens welke het hem bijzonder noodzakelijk voorkomt gegeven de zoo diepe veranderingen, welke hebben plaatsgehad in de condities van het sociale leven, een juist oordeel te formuleeren. De Encycliek eischt, gelijk reeds Leo XIII had gedaan, voor de Kerk en haar Opperhoofd het volle recht, ja zelfs den strikten plicht op, om ook in sociale kwesties tusschen beiden te komen, niet voor wat het technifr' e gedeelte, noch wat het tijdelijke betreft, maar in zooverre deze kwesties be trekking hebben op de zedenwet en het Evangelie. Vervolgens bevestigt de Encycliek opnieuw de Katholieke leer, die ook de leer is van Leo XIII, omtrent het eigendoms--echt en het dubbel karakter daarvan: het persoonlijk en het sociaal karakter, noemt het egoïstisch individualisme en het collectivisme alle twee verderfelijke dwalingen, en brengt in het kort in herinnering, welke verplichtingen verbonden zijn aan het eigen bezit en welke bevoegdheden het publiek gezag heeft ten opzichte van het eigendomsrecht. Wat de verhouding betreft tusschen ka pitaal en arbeid, de beide elementen van het huidig economisch stelsel, herinnert de H. Vader er aan, dat aan geen van beide het recht toekomt, voor zich alleen al de voor deelen van de onderlinge samenwerking op te eischen, en haalt daarbij het helder woord van Leo XIII aan: noch het kapitaal, kan bestaan zonder den arbeid, noch de arbeid zonder het kapitaal. Na te hebben geconstateerd, dat in het verleden Sapitaal en arbeid de voordeelen onder elkaar op een ongeproportionneerde wijze hebben verdeeld, pleit de H. Vader voor een reorganisatie van het economisch stelsel volgens de eischen der sociale rechtvaardig heid, zoodat een billijker verdeeling der vruchten van de gecombineerde inspanning van kapitaal en arbeid mogelijk wordt. Aldus, merkt de Encycliek op, zal zich de opheffing van het proletariaat, welke Leo XIII zijn wensch noemde, beginnen te ver wezenlijken. Want zoo al eenerzijds het verschil in so ciale omstandigheden niet kan verdwijnen, kan toch anderzijds het proletariaat niet de normale duurzame conditie zijn van het grootste deel der menschheid. De arbeiders moeten trapsgewijze kunnen komen tot zekeren geëvenredigden welstand van bezit. Dat kan in den tegenwoordigen stand van zaken niet bereikt worden, tenzij door middel van een rechtvaardig en billijk loon. Het loon moet derhalve zoo zijn, dat het in werkelijkheid voldoet aan de wettige eischen niet alleen van het individu, maar ook van het gezin van den rechtschapen arbeider en hem in de mogelijkheid stellen, om werkelijk binnen aangegeven grenzen, in de maat schappij op te klimmen. Aan eiken klassenstrijd moet een einde komen en een eendrachtige samenwerking der verschillende groepen moet opnieuw in het leven geroepen worden. Arbeid, aldus Christus' Stedehouder, is niet een willekeurige handelswaar, maar in den arbeid moet immer de menschelijke waardigheid van den arbeider geëerbiedigd worden. Het derde deel dezer Encycliek over de sociale kwestie omschrijft het huidige econo mische stelsel, dat misbruiken in zich sluit, naar de Paus uiteenzet. De verbetering hierin is slechts gelegen in den terugkeer tot de beginselen der christelijke sociale po litiek en de toepassing daarvan op kapitaal en arbeid en hun beider onderlinge verhou dingen. De Encycliek veroordeelt het huidige eco nomische stelsel niet als slecht in zich. Zij merkt evenwel op, dat de ongebreidelde con currentie van weleer heeft plaats gemaakt voor buitensporige concentratie, niet slechts bij iedere natie afzonderlijk, maar over de ge- heele wereld, welk verschijnsel zich al te ge makkelijk uit in een tyranniek despotisme. Het socialisme vleide zich ermede, dat het aan deze wanorde het radicale geneesmiddel kon toedienen, dat evenwel erger bleek dan de kwaal. Sedert de publicatie van de Encycliek „Re rum Novarum" heeft ook het socialisme diepe veranderingen ondergaan. Het heeft zich zelfs in twee partijen gesplitst: de eene, die van het socialisme de uiterste consequenties aanvaardt, heeft den naam aangenomen van communisme en het is al te bekend, dat het zich op geenerlei wijze met de leer der Kerk laat overeen brengen; de andere partij, die voortgaat zich socialisten te noemen, heeft dikwijls in vele opzichten het program gewijzigd en is op verschillende punten minder of meer de kath. sociale beginselen zoo nabij gekomen, dat sommigen zich afvragen, of er nu wel van iets anders sprake is, dan van verschil van naam. De H. Vader verklaart, dat dit socialisme, indien het in werkelijkheid zoo blijft, zelfs aldus verzacht en zekere pro grammapunten, die overeenkomen met de rechtvaardigheid en ook door de Kerk wor den aangenomen, voor zich opeischend, niet temin op een fundamenteele opvatting ge baseerd is van de menschelijke samenleving, die zoo verschilt van de ware opvatting door het Evangelie ons gegeven, dat elke zeer stellige verzoening nog altijd absoluut on mogelijk blijft. Het is niet mogelijk tegelijk goed katho liek en waar socialist te zijn. Om aan al deze kwalen het geneesmiddel toe te dienen, verklaart de Encycliek, moeten voor alles de zeden hervormd worden, moet de heerschappij der rechtvaardigheid, die alle sociale economie moet doordringen, worden hersteld. Ook dan evenwel zou er nog immer een breed veld voor de liefde over zijn, die is en altijd blijven zal de eenig ware en deugde lijke bond die alle menschen omvat en ze maakt tot één gezin. Aan deze vernieuwing van het gemeen schapsleven op de grondslagen van het Evangelie en van de liefde, moeten alle men schen van goeden wil medewerken. Eindigend, spoort de Paus dan ook alle menschen van goeden wil aan, samen te werken aan deze hernieuwing der maatschap pij. De H. Vader wenscht zich geluk met de te dien einde in verschillende landen aan den dag gelegden ijver, niet alleen door de gees telijken, maar ook door de leeken, ook jon geren, die bezield zijn met den geest der Katholieke Actie. De Kerk Gods vreest niet voor zich zelve, doch zij vreest voor zoovele zielen, die ver loren zouden gaan, indien een toestand de overhand zou krijgen, dien velen wenschen, doch die een ruïne zou beteekenen. Briand heeft gisteren als voorzitter van de Europeesche commissie de tweede bijeen komst van deze commissie geopend. Hij las een openingsrede voor, waarin hij wees op de groote gevaren en het dreigend karakter van de huidige economische krisis en op de noodzakelijkheid om direct practi- sche maatregelen te nemen. De commissie zelf zou zich, tengevolge van het voorstel van dr.' Curtius, niet meer met de kwestie van de oriënteering der Europee sche tolpólitiek en met het geheele economi sche systeem van Europa hebben bezig te houden. Nieuwe gezichtspunten ontwikkelde Briand niet. Rede Henderson Namens de leden der commissie sprak de Britsche minister van bultenlandsche zaken, Henderson, de hoop uit, dat Briand ook in de toekomst de leider der Fransche buitenland- sche politiek zou mogen blijven. Briand was niet alleen een groot Fransch, doch meer dan dat, een groot internationaal staatsman, die zich groote verdiensten had verworven door zijn werk voor den vrede en voor de samenwerking tusschen de volken. Henderson verklaarde, dat hij zich verre wilde houden van een inmenging in de bin- nenlandsche verhoudingen in de Fransche politiek. Toch was hij van meening, dat Briand ook thans nog zonder twijfel het allergrootste vertrouwen geniet, ook al is zijn positie thans niet meer dezelfde als eenige dagen geleden. In verband met de werkzaamheden der Europeesche commissie en in het belang van den Volkenbond was het dringend te wen schen, dat Briand de leiding van de Fran sche buitenlandsche politiek zal houden. Briand dankte Henderson voor het hier gegeven blijk van vertrouwen, dat misschien niet door alle commissieleden in dezelfde mate gedeeld werd. Zijn leven lang heeft hij getracht te werken voor den vrede en hij achtte zichzelf gelukkig, dat hij in de at mosfeer van Genève en bij de vreedzame samenwerking tusschen de volken een lei dende positie heeft kunnen innemen. Onafhankelijk van alle incidenteele ge beurtenissen in het openbare leven zou hij steeds in dien zin voor den vrede blijven werken. Volkenbond en Europeesche commis sie waren organen des vredes. Frankrijk zou altijd medewerking aan de verwerkelijking van de vredesgedachte blijven verleenen. Of hij leider zou blijven der Fransche bui tenlandsche politiek of als ouder wordend pelgrim met den staf in de hand zijn tocht zou moeten voortzetten, met alle kracht zou hij voor de vredesgedachte blijven ijveren. De V.B.-Contrólecommissie bijeen De Controlecommissie voor de Oostenrijk- sche Volkenbondsleening heeft gisteren on der voorzitterschap van den vertegenwoordi ger van de Italiaansche regeering Bianchini de principieele vraag besproken in hoeverre de Tol-unie de verplichtingen der Oosten- rijksche regeering ten aanzien van de douane-ontvangsten beïnvloedt. Een bespre king van de vraag hoe de Tol-unie in over eenstemming te brengen is met de bepalin gen van het Geneefsche Protocol 1922, wordt door de Controlecommissie niet toegestaan. De onderhandelingen over de kwestie der Tolunie zullen uiterlijk hedenavond eindigen. De DuitschOostenrijksche Tolunie Dr. Curtius, Briand, Henderson en Grandt hebben een bespreking gehad, welke 2% uur duurde. Onmiddellijk na dit onderhoud, volgde een bespreking tusschen Dr. Curtius en Dr. Schober. Omtrent het resultaat der besprekingen der vier ministers van Buitenlandsche Za ken wordt een streng stilzwijgen in acht ge nomen. Van Duitsche zijde wordt slechts mede gedeeld, dat een debat over de tactische be handeling der economisch-politieke vraag stukken en de Duitsch-Oostenrijksche Tol unie tijdens de beraadslagingen der Europa- Commissie en van den Volkenbondsraad heeft plaats gehad en dat Henderson, Gran- di en Briand getracht hebben met Curtius overeenstemming te bereiken nopens het Raadspresidium. Overeengekomen is, dat hedenmorgen de algemeene debatten in de Europeesche Commissie zullen aanvangen over de alge meene economische vraagstukken. De Tolunie voor de Europeesche commissie Tijdens het plaats gehad hebbende onder houd tusschen Curtius, Henderson, Briand en Grandi is, naar verluidt, na het overwin nen van zekere moeilijkheden overeengeko men, dat in de zitting van heden van de Europeesche commissie de principieele be sprekingen zullen gehouden worden over de groote economisch-politieke problemen. Tijdens deze besprekingen zullen de Duit sche en Oostenrijksche Ministers van Bui tenlandsche Zaken in overeenstemming met het Duitsche voorstel ingaan op de princi pieele kwestie der oriënteering van de Euro peesche douanepolitiek, op de problemen der preferentieele rechten en op die der regio nale verdragen. Hierbij zal van Duitsche zij de in een groote redevoering ook de stel lingneming van de Duitsche regeering tot de economisch politieke problemen van Europa in het bijzonder worden uiteengezet. Briand verklaarde gisteren aan vertegen woordigers van de pers, dat de juridische kwestie, of het Duitsch-Oostenrijksche tol- plan in overeenstemming is met de bepaling van het Geneefsche protocol, door een juri dische instantie zal worden beoordeeld. Het plan van Briand. De „Lavoro Fascista" publiceert in detail de juiste bijzonderheden van het plan van Briand. Dit plan gaat uit van de Duitsch- Oostenrijksche tolunie, waartegen de reeds bekende Fransche argumenten te berde worden gebracht. De tekst gaat als volgt voort: De Fransche regeering is van meening, dat een opbouwend plan moet worden uitge werkt dat geschikt is om onmiddellijke en practische oplossingen te brengen voor de actueele economische problemen, teneinde Duitschland en Oostenrijk voldoende ver lichting te geven. Dit plan zou van 4 punten kunnen uitgaan; n.l. de graanafzet van de agrarische landen van midden- en Oost- Europa, de afzetcrisis van de industrielan den, het gebrek aan kapitaal en de moeilijk heden, die voor de meeste middel-Europee- sche staten bij 't verschaffen van credieten bestaan en ten slotte de bijzondere positie van Oostenrijk. Inzake de financiering der oogstcredieten en de organisatie van landbouwcredieten op korten en middelmatig langen termijn worden practische maatregelen voorbereid. Vooropgesteld, dat in Europa vrede en ver trouwen blijven duren, zou Frankrijk gaarne financieele medewerking verleenen, hetzij bij staatsleeningen, hetzij bij afzonderlijke ope raties. Frankrijk zou de instelling begroeten van een bijzondere organisatie van den Vol kenbond, waardoor dergelijke leeningen zou den kunnen worden voorbereid en gecon troleerd. Het laatste hoofdstuk behandelt de afzon derlijke overeenkomst met Oostenrijk. Deze zou een verdere ontwikkeling bevatten van de in artikel 28 van het verdrag van St. Germain vervatte bepalingen. Als tegen prestatie voor zijn geprivilegieerde positie zou Oostenrijk de handhaving van den sta tus quo garandeeren en nieuwe handelspoli tieke voordeelen geven, welke echter na tuurlijk terzelfdertijd voor alle staten zouden moeten gelden, die met Oostenrijk in relatie staan. Rapport-Lange aangenomen. Het comité-Politis heeft gisteravond het rapport-Lange inzake de Donderdag gevo teerde conventie tot versterking van de middelen tot voorkoming van oorlog met algemeene stemmen aangenomen. Daarin wordt aan de staten gevraagd, hun gedele geerden ter Volkenbondsvergadering van de noodige instructies te voorzien, opdat de conventie reeds in September geteekend kan worden. De conventie werd door Politis nogal opgehemeld, doch is, zooals alle vól- kenbondsinstrumenten, een compromis tus schen zeer uiteenloopende stellingen. Beschuldiging tegen den ex-koning Naar Havas uit Madrid meldt, verklaarde de procureur-generaal, dat de strafvervol gingen tegen de gearresteerde monarchisten terstond een aanvang zullen nemen. De monarchistische beweging had een groote samenzwering op touw gezet. Alfonso XIII was voor de organisatie dezer actie verantwoordelijk en had de teu gels in handen. Hij was daarbij door Luca de Tena en een andere Zaterdag te Madrid aangekomen persoonlijkheid ondersteund. Ook wegens den op de militaire rechters, die de kapiteins Galon en Hermandez ter dood hebben veroordeeld, geoefenden druk kon de ex-koning worden vervolgd. De strafvervolging zou worden ingesteld, zoodra vast staat, dat deze pressie van een hooger staande persoonlijkheid dan gene raal Berenguer is uitgegaan, die voorloopig als eenig verantwoordelijk persoon in aan merking komt. Ten slotte verklaarde de procureur-gene raal, dat hij tegen de oud-minister-presi- denten Berenguer en Aznar een strafvervol ging wegens allerlei politieke misdrijven had voorgesteld. Bugallal, oud-minister in het kabinet Az nar, is bij Irun de grens gepasseerd. Bijeenkomst. Constitueerende Cortes. i; Als datum van rie bijeenkomst van de Con stitueerende Cortes neemt men, naar te Madrid verluidt, den eersten Juli aan. Tus schen de verkiezingen en de bijeenkomst tnoet men met een tijdsverloop van acht a tien dagen rekening houden. Protest van Z. H. den Paus. De Heilige Stoel heeft door bemiddeling van den nuntius te Madrid tot de republikein- sche regeering van Spanje een heftig protest gericht, meldt een B.T.A.-telegram, tegen de daden van vandalisme, waarvan bepaalde godsdienstige instellingen het voorwerp zijn geweest. Anti-godsdienstige betoogingen te Ceuta. Donderdag hebben te Ceuta anti-gods dienstige betoogingen plaats gehad. De kerken werden gedwongen, haar deuren te sluiten. Brandstichtingen kwamen niet voor. Slachtoffers zijn er niet, doch meer dan vijf tig geestelijken weken naar Tanger uit. Naar een opvolger gezocht? De gezondheidstoestand van den Engel- schen minister Snowden geeft aanleiding tot vele gesprekken in politieke kringen, en men vraagt zich af, of hij den last van zijn ambt van kanselier van de schatkist nog Altijd een mooie en gezonde huid door een of twee maal per week des avonds tegen hef. naar bed gaan, het gelaat een paar minuten met Purol te masseeren, waarna men de niet in de huid gedrongen Purol met een droog doekje kan afvegen. De door massage in de huid gedrongen Purol zal dan gedurende den nacht een verzachtende en reinigende wer king op de huidweefsels uitoefenen en bij eenigszins regelmatige toepassing der hier boven aangegeven eenvoudige behandeling, aan de huid een bijzonder zachte en mooie teint geven. Patroon: „Hoeveel vacantie wilt u hebben voor uw huwelijksreis?" Bediende: „Hoeveel tijd denkt u?" Patroon: „Hoe weet ik dat nou? Ik heb je vrouw toch nog niet gezien?" (Smith's Weekly) langer zal kunnen dragen. Men begint reeds gissingen te maken omtrent de keuze van zijn opvolger. Rust voorgeschreven De Britsche draadlooze dienst meldt om trent den toestand van Snowden, dat hem eenigen tijd rust is voorgeschreven, daar hij zijn krachten heeft overschat bij zijn werk voor de begrooting. Hij was Woensdag nftt in staat de kabinetszitting bij te wo nen, maar zette zijn werk van uit zijn kamer voort. Vermoedelijk zal in zijn plaats de minis ter van handel Graham de volgende week de tweede lezing van de wet op de midde len voorstellen. In de rechtsche Fransche pers is sedert den ministerraad, waarin Briand zijn ont slag vroeg als minister, een zekere wending ingetreden. De nederlaag van den grooten man, die niet minder dan zes jaren aan den Quai d'Orsay getroond heeft, stemt de rechtsche bladen tot nadenken. De aanvallen, die tot dusverre dagelijks in de rechtsche chauvi nistische pers op Briand worden onderno men, hebben plotseling plaats gemaakt voor een veel gematigder toon. Men tracht iedere begripsverwarring te voorkomen, aangezien men het er over eens schijnt te zijn gewor den, dat waarschijnlijk geen ander staats man over het aanzien van Briand beschikt. De eerste commentaren, die de bladen aan de komende gebeurtenissen te Genève wij den, getuigen van een absolute eenstemmig heid inzake de taak, die op de Fransche delegatie rust. Men onderstreept de politieke overwinning en het plichtsgevoel van Briand tegenover zijn vaderland, dat tot uiting komt in het feit, dat Briand na de zware nederlaag te Versailles toch de belangen van zijn land te Genève wenscht te behar tigen, daarbij alle persoonlijke overwegin gen uitschakelend. De „Temps" wijst er bij deze gelegenheid nogmaals op, dat het resultaat van de Pre sidentsverkiezingen in niets van invloed is op de Fransche buitenlandsche politiek, zooals die tot dusverre door Briand gevoerd werd. Hieruit volgt, dat de autoriteit van den minister in geen enkel opzicht geleden heeft. Hij is dus nog steeds de meest be voegde vertegenwoordiger van Frankrijk bij den Volkenbond. Een kampement aangevallen Volgens een bericht uit Rangoon hebben de Indische troepen onder dekking der Brit sche militaire politie een kampement der op standelingen bij Taungu in Birma aangeval len. Er werden 30 insurgenten gedood, ter wijl een groote hoeveelheid munitie en wa pens werd buitgemaakt. Beperkende bepaling De Belgische Kamer heeft de artikelen besproken van een wetsontwerp op de on vereenigbaarheid van betrekkingen voor parlementsleden en ministers. Zij nam de artikelen in eerste lezing aan. Deze ver bieden Ministers, Kamerleden en Senaats leden o.a.tezelfdertijd bezoldigd staats ambtenaar te zijn. Zij kunnen wel hoog leeraar zijn. Zij verbieden, dat in de acten van maatschappijen voor lucratieve doel einden de namen worden genoemd van Ministers, Senaatsleden of Kamerleden, oud-ministers, oud-Senaatsleden of oud- Kamerleden. Kamerleden mogen eerst wor den benoemd in door den staat bezoldigde functies minstens een jaar na beëindiging van hun mandaat. De tweede lezing zal Woensdag plaats hebben. Gouden ponden voor papieren marken geëischt Te Londen diende een proces tegen de Westminster Bank, aanhangig gemaakt door 20-50a. per ons den promotor Leon Franklin, die 450 mill pond sterling eischte, welk bedrag hij, naar hij zeide, bereid was te verminderen. In September 1923, dus vóór de stabilisatie van de mark, deed Franklin de Bank een order toekomen voor negen milliard mark, betaalbaar bij een Berlijnsche Bank, waar voor hfj 15.1 pond sterling betaalde, doch thans eischte hij de nominale waarde van de Bank op, waarbij hij de order ongeldig verklaarde en alle verantwoordelijkheid ontkende. De rechter besliste ten gunste van de Bank. De kosten komen ten laste van Franklin. Ongeregeldheden tijdens een concert In een schouwburg te Bologna is het bij een concert, dat door Toscanini geleid werd, tot onregelmatigheden gekomen. Van officieele zijde wordt hieromtrent be richt, dat Toscanini door een troep fascisten in het gelaat geslagen is, omdat hij wei gerde den Koningsmarseh te spelen, toen de Italiaansche minister van het verkeerswezen den schouwburg binnenkwam. Van andere zijde wordt medegedeeld, dat Toscanini mishandeld is. Men brengt in herinnering, dat Toscanini het vorige jaar bij een concert te Rome niet het volkslied liet spelen, ofschoon een ver tegenwoordiger van den koning aanwezig was. Het voorstel-Politis Een Wolff-telegram meldt, dat de voor naamste bepaling der ontwerp-conventie van Politis, om de middelen van den Vol kenbond tot afweer van den oorlog te versterken, is, dat de Raad van den Volken bond in geval van oorlogsgevaar maatre gelen kan treffen, welke voor de ondertee kenaars der conventie bindend zijn, om een botsing der vijandelijke strijdmachten te voorkomen. Hij kan daartoe het terugtrekken gelas ten van strijdmachten, welke op vreemd ge bied, of in vreemde wateren zijn binnenge drongen. Ook bestaat de mogelijkheid, dat de Raad in geval van oorlogsgevaar neu trale zones aanwijst. Op de uitvoering van de door den Raad gelaste maatregelen kan door gevolmach tigden van den Raad toezicht worden ge houden. Op voorstel van Engeland werd met nadruk vastgelegd, dat deze gevol machtigden geen verdere controle- of in spectiebevoegdheden mochten hebben. Wreede daad Tijdens een boerenbruiloft te Pressburg losten een aantal boerenjongens vreugde schoten uit geweren en pistolen. Tijdens deze schietpartij viel plotseling een vrouw bewus teloos. De omstanders beschuldigden een der jongens op de vrouw geschoten te hebben. Ondanks zijn betuigingen van onschuld bon den zij hem aan een paal en ranselden hem dood. Eerst later werd de bewustelooze vrouw onderzocht, waarbij bleek, dat zij absoluut geen verwondingen had. De politie arresteerde 28 boerenzoons. Uit het onderzoek bleek, dat de valsche beschul diging opzettelijk was gedacht, omdat de on gelukkige geweigerd had drank op crediet te verkoopen. Een proces iste Jaffa gevoerd tegen drie Arabische communisten, waaruit duide lijk bleek de actie van Moskou in Palestina. Zij werden ieder tot twee jaar gevangenis straf veroordeeld. Een windhoos heeft te Freiburg in Silezië groote schade aangericht; een persoon wordt vermist. NFRVFIK en oversParmen' onrustig iLiiiLUden slapeloos. Men gebruike hiertegen de zenuwstillende en zenuw sterkende Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog. „Dit is één van mijn liefhebberijen", sprak zij, en opende tegelijk een foto album. „Ik dacht, dat u wellicht belang zou stel len in eenige kiekjes, die ik in dat dorpje in Sussex genomen heb; ik bedoel dat plaatsje, dat ik voor het Vancross uit uw novelle hield. Kijk, dit is de oude hal op de markt." Als bij tooverslag was alle doorgestane ellende van het systeem „vroolijker leven" van oom Theophilu-s bij John James ver geten. Deze woorden deden ztjn hart gloeien als wün, doch als een, die vuriger werkte dan de oudste port, welken hij ooit ge dronken had. „Ik vind het zeer vriendelijk van u, dat u zich mijn onbeduidend boek nog herin neren wilt", lispelde hij. „Neen, integendeel", protesteerde zij. „Het boek interesseert mij bijzonder. Kijk, dat kiekje is vanaf het jaagpad genomen, langs het kanaal; dit kanaal heb ik altijd be schouwd als dat, waarvan u in „Levens- lcterij" melding maakt." De foto's werden achtereenvolgens be zichtigd tot op 't voorlaatste blad van het boek dat het portret van een jongmensch vertoonde in flanellen colbertcostuum ge kleed, met een racket in zijn hand. „Dit is mijn neef Jerry Harding; een zoon van mijn oudste zuster." „Werkelijk", riep Benstone verrast uit. „Ik wist niet dat hij een neef van u was. Ik heb hem vanmorgen gesproken." „Wat zegt u? Is hij op Cedar Mount ge weest? vroeg juffrouw Weston gejaagd en met eenig misnoegen in haar stem. „Neen, ik ontmoette hem aan de deur der school van meneer Walker." „Hoe wist u, dat het Jerry was?" „Ik hoorde één van de jongens „meneer Harding" tegen hem roepen." „En heeft u hem gesproken?" „Ja, ik raapte een bal op, die vlak voor mijn voeten op den weg terecht gekomen was." Benstone beschouwde de foto eenige oogenblikken met aandacht; toen hij op keek, zag hij, dat juffrouw Weston hem oplettend, doch met vroolijk vragende uit drukking in haar oogen, gadesloeg. „Ik geloof, dat u er alles van weet", zei ze zacht. „Wat bedoelt u?" „Ik denk, dat Nancy het u wel verteld zal hebben." „Dan zijn wij due beiden postillons d'amour", schertste hij. „Ja, zij heeft mij verteld, dat zij met meneer Harding ver loofd was. De arme meid was heelemaal in de war en tobde er over, omdat zij er niet zeker van was of zij verplicht zou zijn het aan haar. vader te zeggen, voor zij op reis ging. Ik heb haar aangeraden om te wach ten, tot zij weer terug is." „O, heeft u dat aangeraden? Nu, ik ge loof, dat het een wijze raad is geweest", zei juffrouw Weston, als 't ware met een zucht van verlichting; „ik ben blij, dat er nog iemand is behalve ik, die ook van de zaak op de hoogde is. Werkelijk, meneer Ben stone", vervolgde zij lachend, „ik geloof niet, dat wij in onze jeugd zoo roekeloos en ondoordacht waren. Want nu Nancy en die jongen zich hals over kop verloofd hebben, komen zij onmiddellijk naar mi) toe, om mij deelgenoot van hun hartsgeheim te maken." „Juffrouw Weston, naar mijn oordeel was dat zeer verstandig, natuurlijk en goed." „Jawel, maar het is niet correct; het maakt mij tot een soort medeplichtige in de zaak." „Ik wil den schijn niet wekken, dat ik u tracht uit te hooren of onbescheiden ben", zei Benstone na eenige oogenblikken, „maar kimt u mij ook zeggen, waarom mijn oom iets tegen meneer Harding heeft?" „De eenige reden schijnt te zijn, dat meneer Chipperton zich verbeeldt, dat Jerry zich niet ernstig genoeg voordoet. Hij schrijft dat toe aan een overdreven lief hebberij voor tennis en cricket. Biet is abso luut een verkeerde beschouwing, want de jongen heeft op school en het college hard gewerkt en hij doet het nog. Ik ben er trouwens zeker van, dat hij een goede positie zal krijgen. Ik hoop niet, dat u het onbe leefd van mü zult vinden, maar onder ons gezegd, geloof ik niet, dat meneer Chipper ton in zijn leven ooit iets anders heeft ge speeld dan whist of biljart." John James knikte en bleef met een ern stig gelaat in het vuur zitten staren. Hij zat te overwegen wat juffrouw Weston wel zou zeggen, als zij oom Chipperton eens voor grootmeester zag spelen. „Hoe vindt u Jerry" vroeg zij. „Hij bevalt mij bijzonder; ik mag hem graag lijden, en ik hoop hem nog dikwijls te ontmoeten." „Ik ben bang, dat er nog wel een hartig woordje zal vallen, als het engagement be kend wordt Meneer Chipperton zal boos op mij zijn, omdat ik het hem niet eerder heb verteld' en het zou misschien een ver- wijderin kunnen veroorzaken, hetgeen voor de familie Brickie zeer onaangenaam zou zijn." „Ik zie niet in, waarom u er in betrokken zou moeten worden, juffrouw Weston; ik ben de persoon, die de moeilijkheden onder de oogen zal moeten zien en ze ook uit den weg zal ruimen." „Waarom?" „Ik heb besloten op Cedar Mount te blijven tot Nancy terug komt. Zoover ik weet kan ik niet veel voor haar doen, maar x ik zal wel dienst kunnep doen als buffer tusschen haar en oom Hieophilus. Wellicht kan ik hem wat wilder stemmen om de zaak eenigszins redelijker te beschouwen." Er volgde een korte pauze. „Ik vind het heel mooi van u", zei juf frouw Weston zacht. „O, in het geheel niet; ik houd veel van Nancy en zou haar in elke omstandigheid zooveel helpen, als ik maar kon." ,,'t Is mogelijk, dat haar vader oordeelt, dat zij nog te jong is om te trouwen of zich te verloven." „Dat zou een groote fout zijn", sprak John James op beslisten toon. „Jonge men schen blijven niet eeuwig jong; in een plaatsje als High-Rusting weten de men schen ik bedoel de oudere menschen niet hoe snel de tijd gaat. Wat beteekenen vijf jaar als men de veertig is gepasseerd, terwijl voor jonge menschen vijf jaar van zoo onschatbare waarde zijn; elk jaar is dan kostbaar." „Dus u denkt, dat wij op veertigjarigen leeftijd reeds teekenen van ouderdom be ginnen te geven?" vroeg zij zuchtend, of schoon er toch een vonkje vroolijkheid in haar oogen schitterde. John James voelde, dat hij een flater ge slagen had, en wel een, op zeer delicaat ge bied. „O", sprak hij, „er zijn menschen, die eeuwig jong blijven." Hij was er van overtuigd, dat deze op merking niet schitterend was, maar hij hoopte, dat zij haar als persoonlijk bedoeld zou opvatten. Juffrouw Weston lachte. „Dat klinkt tenminste iets bemoedigend", zei ze op schertsenden toon en toen ver volgde zij ernstig: „Ik verbeeld mij, dat u er bedrukt uitzag, toen u vanavond bin nenkwam; als het wegens die liefdesge schiedenis mocht zijn, dan zou ik mij zelf als schuldig er aan beschouwen omdat Jerry mijn neef is." „Dat zou een reden te meer voor mij zijn, om te wenschen zooveel mogelijk van dienst te kunnen zijn in deze aangelegenheid", verklaarde Benstone. De deurknop werd omgedraaid en me vrouw Brickie kwam binnen. „Ik hoop niet, dat u het mij kwalijk neemt, dat ik zoo lang ben weggebleven", zeide zij, „maar ik moest een brief zoeken, dien ik niet zoo gauw kon vinden. O, kijk eens, het vuur is bijna uit!" John James belastte zich onmiddellijk met het oprakelen van den haard en toonde hierin een bijzondere bedrevenheid te be zitten. .Rent u Harriet Hopkins?" vroeg me vrouw Brickie. vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 9