Buitenlandsch oJ^ieuws
FEUILLETON
heerenbaai
QUADRAGESIMO ANNO
KU KLUX KLAN
GELAATSMASSAGE.
Mijnhardt's Zenuwtabletten
DERDE BLAD
ZATLkjjAG 16 MEI 1931
BLADZIJDE 1
De Pauselijke Encycliek over het sociale vraagstuk
Zitting Europeesche
commissie geopend
Henderson huldigt Briand
Uit den Volkenbond
Vervolging der Spaansche
monarchisten
Snowden's toestand
De nederlaag van Briand
Nieuwe ongeregeldheden in Burma
Onvereenigbaarheid van functies
in België
Gemengde (Buitenlandsche
Berichten
Een mislukte speculatie
echte friesche
Toscanlni mishandeld
Ter afwering van den oorlog,.
Een onschuldige doodgeranseld
KOPT NIEUWS
Humoristische Avonturen-roman
De reeds dezer dagen aangekondigde nieu
we Encycliek over het sociale vraagstuk is
thans verschenen. Zij is genoemd „Quadra-
gesimo Anno" en herinnert, zooals te ver
wachten was, allereerst aan de Encycliek
„Rerum Novarum", die naar de nieuwe Pau
selijke Zendbrief zegt, te juister tijd ver
scheen en welke al die jaren terecht als een
weldaad voor de menschheid beschouwd is
en nog steeds wordt.
De Encycliek begint met de woorden „Qua-
dragesimo Anno" (in het veertigste jaar),
welke aanhef aanstonds wijst op de heugelijke
gelegenheid, welke den H. Vader er toe ge
bracht heeft dit nieuwe schrijven uit te vaar
digen: n.l. de viering van den 40sten verjaar
dag van de sociale Encycliek van den grooten
Leo, welke den grondslag legde voor een
oplossing der sociale kwestie in Katholieken
geest.
De nieuwe encycliek is niet zonder meer
een verdediging van de beroemde Encycliek
van Leo XIII. Zij is er als het ware de
voortzetting van en beschouwt haar in het
nieuwe licht van het sociale vraagstuk, zoo
als dat heden is gesteld.
De Encycliek is in drie deelen verdeeld,
waarvan in het eerste de voordeelen van
Rerum Novarum" opgesomd worden: het
leggen van den grondslag voor de ontwikke
ling van het sociale vraagstuk volgens de
katholieke beginselen; de bevordering der
godsdienstige, moreele en sociale vorming
der arbeiders; het verdwijnen van het libe
ralisme; de toepassing van hetgeen „Rerum
Novarum" leert.
Aangegeven wordt de ontwikkeling der so
ciale en economische leerstellingen volgens
de Katholieke beginselen, waartoe de Ency
cliek den grondslag gelegd heeft. In het
licht wordt gesteld, welke initiatieven van de
Encycliek zijn uitgegaan, ten einde aan de
arbeiders een hechte godsdienstige en zede
lijke vorming te geven en hen in staat te
stellen gewetensvol en met wijsheid de zede
lijke en economische belangen van hun klas
se te verdedigen.
Z.H. wijst dan op de energie, waarmee Leo
XIII voor de arbeiders het recht opeischt
om zich te vereenigen, met het oog op hun
onderlingen bijstand en de wettige verdedi
ging hunner rechten, waarna met voldoening
geconstateerd wordt, dat een groot aantal
organisaties van arbeiders en boeren ten
gevolge van deze aansporing is opgericht.
Aldus begon de verheffing van het prole
tariaat, een der wenschen van Leo XIII
was. Want al kan eenerzijds de ongelijk
heid in maatschappelijke omstandigheden
niet verdwijnen, anderzijds kan het prole
tariaat niet de normale en duurzame toe
stand zijn van het grootste gedeelte van het
menschelijk geslacht.
La het tweede gedeelte onderzoekt de H.
Vader eenjge kwesties, nopens welke het hem
bijzonder noodzakelijk voorkomt gegeven de
zoo diepe veranderingen, welke hebben
plaatsgehad in de condities van het sociale
leven, een juist oordeel te formuleeren.
De Encycliek eischt, gelijk reeds
Leo XIII had gedaan, voor de Kerk en haar
Opperhoofd het volle recht, ja zelfs den
strikten plicht op, om ook in sociale kwesties
tusschen beiden te komen, niet voor wat het
technifr' e gedeelte, noch wat het tijdelijke
betreft, maar in zooverre deze kwesties be
trekking hebben op de zedenwet en het
Evangelie.
Vervolgens bevestigt de Encycliek opnieuw
de Katholieke leer, die ook de leer is van
Leo XIII, omtrent het eigendoms--echt en
het dubbel karakter daarvan: het persoonlijk
en het sociaal karakter, noemt het egoïstisch
individualisme en het collectivisme alle twee
verderfelijke dwalingen, en brengt in het
kort in herinnering, welke verplichtingen
verbonden zijn aan het eigen bezit en welke
bevoegdheden het publiek gezag heeft ten
opzichte van het eigendomsrecht.
Wat de verhouding betreft tusschen ka
pitaal en arbeid, de beide elementen van het
huidig economisch stelsel, herinnert de H.
Vader er aan, dat aan geen van beide het
recht toekomt, voor zich alleen al de voor
deelen van de onderlinge samenwerking op
te eischen, en haalt daarbij het helder woord
van Leo XIII aan: noch het kapitaal, kan
bestaan zonder den arbeid, noch de arbeid
zonder het kapitaal.
Na te hebben geconstateerd, dat in het
verleden Sapitaal en arbeid de voordeelen
onder elkaar op een ongeproportionneerde
wijze hebben verdeeld, pleit de H. Vader voor
een reorganisatie van het economisch stelsel
volgens de eischen der sociale rechtvaardig
heid, zoodat een billijker verdeeling der
vruchten van de gecombineerde inspanning
van kapitaal en arbeid mogelijk wordt.
Aldus, merkt de Encycliek op, zal zich de
opheffing van het proletariaat, welke Leo
XIII zijn wensch noemde, beginnen te ver
wezenlijken.
Want zoo al eenerzijds het verschil in so
ciale omstandigheden niet kan verdwijnen,
kan toch anderzijds het proletariaat niet de
normale duurzame conditie zijn van het
grootste deel der menschheid.
De arbeiders moeten trapsgewijze kunnen
komen tot zekeren geëvenredigden welstand
van bezit. Dat kan in den tegenwoordigen
stand van zaken niet bereikt worden, tenzij
door middel van een rechtvaardig en billijk
loon.
Het loon moet derhalve zoo zijn, dat het in
werkelijkheid voldoet aan de wettige eischen
niet alleen van het individu, maar ook van
het gezin van den rechtschapen arbeider en
hem in de mogelijkheid stellen, om werkelijk
binnen aangegeven grenzen, in de maat
schappij op te klimmen.
Aan eiken klassenstrijd moet een einde
komen en een eendrachtige samenwerking
der verschillende groepen moet opnieuw in
het leven geroepen worden.
Arbeid, aldus Christus' Stedehouder, is
niet een willekeurige handelswaar, maar in
den arbeid moet immer de menschelijke
waardigheid van den arbeider geëerbiedigd
worden.
Het derde deel dezer Encycliek over de
sociale kwestie omschrijft het huidige econo
mische stelsel, dat misbruiken in zich sluit,
naar de Paus uiteenzet. De verbetering
hierin is slechts gelegen in den terugkeer
tot de beginselen der christelijke sociale po
litiek en de toepassing daarvan op kapitaal
en arbeid en hun beider onderlinge verhou
dingen.
De Encycliek veroordeelt het huidige eco
nomische stelsel niet als slecht in zich. Zij
merkt evenwel op, dat de ongebreidelde con
currentie van weleer heeft plaats gemaakt
voor buitensporige concentratie, niet slechts
bij iedere natie afzonderlijk, maar over de ge-
heele wereld, welk verschijnsel zich al te ge
makkelijk uit in een tyranniek despotisme.
Het socialisme vleide zich ermede, dat het
aan deze wanorde het radicale geneesmiddel
kon toedienen, dat evenwel erger bleek dan
de kwaal.
Sedert de publicatie van de Encycliek „Re
rum Novarum" heeft ook het socialisme
diepe veranderingen ondergaan.
Het heeft zich zelfs in twee partijen
gesplitst: de eene, die van het socialisme de
uiterste consequenties aanvaardt, heeft den
naam aangenomen van communisme en het
is al te bekend, dat het zich op geenerlei
wijze met de leer der Kerk laat overeen
brengen; de andere partij, die voortgaat zich
socialisten te noemen, heeft dikwijls in vele
opzichten het program gewijzigd en is op
verschillende punten minder of meer de
kath. sociale beginselen zoo nabij gekomen,
dat sommigen zich afvragen, of er nu wel
van iets anders sprake is, dan van verschil
van naam. De H. Vader verklaart, dat dit
socialisme, indien het in werkelijkheid zoo
blijft, zelfs aldus verzacht en zekere pro
grammapunten, die overeenkomen met de
rechtvaardigheid en ook door de Kerk wor
den aangenomen, voor zich opeischend, niet
temin op een fundamenteele opvatting ge
baseerd is van de menschelijke samenleving,
die zoo verschilt van de ware opvatting door
het Evangelie ons gegeven, dat elke zeer
stellige verzoening nog altijd absoluut on
mogelijk blijft.
Het is niet mogelijk tegelijk goed katho
liek en waar socialist te zijn.
Om aan al deze kwalen het geneesmiddel
toe te dienen, verklaart de Encycliek, moeten
voor alles de zeden hervormd worden, moet
de heerschappij der rechtvaardigheid, die alle
sociale economie moet doordringen, worden
hersteld.
Ook dan evenwel zou er nog immer een
breed veld voor de liefde over zijn, die is en
altijd blijven zal de eenig ware en deugde
lijke bond die alle menschen omvat en ze
maakt tot één gezin.
Aan deze vernieuwing van het gemeen
schapsleven op de grondslagen van het
Evangelie en van de liefde, moeten alle men
schen van goeden wil medewerken.
Eindigend, spoort de Paus dan ook alle
menschen van goeden wil aan, samen te
werken aan deze hernieuwing der maatschap
pij.
De H. Vader wenscht zich geluk met de
te dien einde in verschillende landen aan den
dag gelegden ijver, niet alleen door de gees
telijken, maar ook door de leeken, ook jon
geren, die bezield zijn met den geest der
Katholieke Actie.
De Kerk Gods vreest niet voor zich zelve,
doch zij vreest voor zoovele zielen, die ver
loren zouden gaan, indien een toestand de
overhand zou krijgen, dien velen wenschen,
doch die een ruïne zou beteekenen.
Briand heeft gisteren als voorzitter van
de Europeesche commissie de tweede bijeen
komst van deze commissie geopend.
Hij las een openingsrede voor, waarin hij
wees op de groote gevaren en het dreigend
karakter van de huidige economische krisis
en op de noodzakelijkheid om direct practi-
sche maatregelen te nemen.
De commissie zelf zou zich, tengevolge van
het voorstel van dr.' Curtius, niet meer met
de kwestie van de oriënteering der Europee
sche tolpólitiek en met het geheele economi
sche systeem van Europa hebben bezig te
houden.
Nieuwe gezichtspunten ontwikkelde Briand
niet.
Rede Henderson
Namens de leden der commissie sprak de
Britsche minister van bultenlandsche zaken,
Henderson, de hoop uit, dat Briand ook in de
toekomst de leider der Fransche buitenland-
sche politiek zou mogen blijven.
Briand was niet alleen een groot Fransch,
doch meer dan dat, een groot internationaal
staatsman, die zich groote verdiensten had
verworven door zijn werk voor den vrede en
voor de samenwerking tusschen de volken.
Henderson verklaarde, dat hij zich verre
wilde houden van een inmenging in de bin-
nenlandsche verhoudingen in de Fransche
politiek. Toch was hij van meening, dat
Briand ook thans nog zonder twijfel het
allergrootste vertrouwen geniet, ook al is zijn
positie thans niet meer dezelfde als eenige
dagen geleden.
In verband met de werkzaamheden der
Europeesche commissie en in het belang van
den Volkenbond was het dringend te wen
schen, dat Briand de leiding van de Fran
sche buitenlandsche politiek zal houden.
Briand dankte Henderson voor het hier
gegeven blijk van vertrouwen, dat misschien
niet door alle commissieleden in dezelfde
mate gedeeld werd. Zijn leven lang heeft hij
getracht te werken voor den vrede en hij
achtte zichzelf gelukkig, dat hij in de at
mosfeer van Genève en bij de vreedzame
samenwerking tusschen de volken een lei
dende positie heeft kunnen innemen.
Onafhankelijk van alle incidenteele ge
beurtenissen in het openbare leven zou hij
steeds in dien zin voor den vrede blijven
werken. Volkenbond en Europeesche commis
sie waren organen des vredes. Frankrijk zou
altijd medewerking aan de verwerkelijking
van de vredesgedachte blijven verleenen.
Of hij leider zou blijven der Fransche bui
tenlandsche politiek of als ouder wordend
pelgrim met den staf in de hand zijn tocht
zou moeten voortzetten, met alle kracht zou
hij voor de vredesgedachte blijven ijveren.
De V.B.-Contrólecommissie bijeen
De Controlecommissie voor de Oostenrijk-
sche Volkenbondsleening heeft gisteren on
der voorzitterschap van den vertegenwoordi
ger van de Italiaansche regeering Bianchini
de principieele vraag besproken in hoeverre
de Tol-unie de verplichtingen der Oosten-
rijksche regeering ten aanzien van de
douane-ontvangsten beïnvloedt. Een bespre
king van de vraag hoe de Tol-unie in over
eenstemming te brengen is met de bepalin
gen van het Geneefsche Protocol 1922, wordt
door de Controlecommissie niet toegestaan.
De onderhandelingen over de kwestie der
Tolunie zullen uiterlijk hedenavond eindigen.
De DuitschOostenrijksche Tolunie
Dr. Curtius, Briand, Henderson en Grandt
hebben een bespreking gehad, welke 2% uur
duurde. Onmiddellijk na dit onderhoud,
volgde een bespreking tusschen Dr. Curtius
en Dr. Schober.
Omtrent het resultaat der besprekingen
der vier ministers van Buitenlandsche Za
ken wordt een streng stilzwijgen in acht ge
nomen.
Van Duitsche zijde wordt slechts mede
gedeeld, dat een debat over de tactische be
handeling der economisch-politieke vraag
stukken en de Duitsch-Oostenrijksche Tol
unie tijdens de beraadslagingen der Europa-
Commissie en van den Volkenbondsraad
heeft plaats gehad en dat Henderson, Gran-
di en Briand getracht hebben met Curtius
overeenstemming te bereiken nopens het
Raadspresidium.
Overeengekomen is, dat hedenmorgen de
algemeene debatten in de Europeesche
Commissie zullen aanvangen over de alge
meene economische vraagstukken.
De Tolunie voor de Europeesche commissie
Tijdens het plaats gehad hebbende onder
houd tusschen Curtius, Henderson, Briand
en Grandi is, naar verluidt, na het overwin
nen van zekere moeilijkheden overeengeko
men, dat in de zitting van heden van de
Europeesche commissie de principieele be
sprekingen zullen gehouden worden over de
groote economisch-politieke problemen.
Tijdens deze besprekingen zullen de Duit
sche en Oostenrijksche Ministers van Bui
tenlandsche Zaken in overeenstemming met
het Duitsche voorstel ingaan op de princi
pieele kwestie der oriënteering van de Euro
peesche douanepolitiek, op de problemen der
preferentieele rechten en op die der regio
nale verdragen. Hierbij zal van Duitsche zij
de in een groote redevoering ook de stel
lingneming van de Duitsche regeering tot
de economisch politieke problemen van
Europa in het bijzonder worden uiteengezet.
Briand verklaarde gisteren aan vertegen
woordigers van de pers, dat de juridische
kwestie, of het Duitsch-Oostenrijksche tol-
plan in overeenstemming is met de bepaling
van het Geneefsche protocol, door een juri
dische instantie zal worden beoordeeld.
Het plan van Briand.
De „Lavoro Fascista" publiceert in detail
de juiste bijzonderheden van het plan van
Briand. Dit plan gaat uit van de Duitsch-
Oostenrijksche tolunie, waartegen de reeds
bekende Fransche argumenten te berde
worden gebracht. De tekst gaat als volgt
voort:
De Fransche regeering is van meening, dat
een opbouwend plan moet worden uitge
werkt dat geschikt is om onmiddellijke en
practische oplossingen te brengen voor de
actueele economische problemen, teneinde
Duitschland en Oostenrijk voldoende ver
lichting te geven. Dit plan zou van 4 punten
kunnen uitgaan; n.l. de graanafzet van de
agrarische landen van midden- en Oost-
Europa, de afzetcrisis van de industrielan
den, het gebrek aan kapitaal en de moeilijk
heden, die voor de meeste middel-Europee-
sche staten bij 't verschaffen van credieten
bestaan en ten slotte de bijzondere positie
van Oostenrijk.
Inzake de financiering der oogstcredieten
en de organisatie van landbouwcredieten
op korten en middelmatig langen termijn
worden practische maatregelen voorbereid.
Vooropgesteld, dat in Europa vrede en ver
trouwen blijven duren, zou Frankrijk gaarne
financieele medewerking verleenen, hetzij bij
staatsleeningen, hetzij bij afzonderlijke ope
raties. Frankrijk zou de instelling begroeten
van een bijzondere organisatie van den Vol
kenbond, waardoor dergelijke leeningen zou
den kunnen worden voorbereid en gecon
troleerd.
Het laatste hoofdstuk behandelt de afzon
derlijke overeenkomst met Oostenrijk. Deze
zou een verdere ontwikkeling bevatten van
de in artikel 28 van het verdrag van St.
Germain vervatte bepalingen. Als tegen
prestatie voor zijn geprivilegieerde positie
zou Oostenrijk de handhaving van den sta
tus quo garandeeren en nieuwe handelspoli
tieke voordeelen geven, welke echter na
tuurlijk terzelfdertijd voor alle staten zouden
moeten gelden, die met Oostenrijk in relatie
staan.
Rapport-Lange aangenomen.
Het comité-Politis heeft gisteravond het
rapport-Lange inzake de Donderdag gevo
teerde conventie tot versterking van de
middelen tot voorkoming van oorlog met
algemeene stemmen aangenomen. Daarin
wordt aan de staten gevraagd, hun gedele
geerden ter Volkenbondsvergadering van de
noodige instructies te voorzien, opdat de
conventie reeds in September geteekend kan
worden. De conventie werd door Politis
nogal opgehemeld, doch is, zooals alle vól-
kenbondsinstrumenten, een compromis tus
schen zeer uiteenloopende stellingen.
Beschuldiging tegen den ex-koning
Naar Havas uit Madrid meldt, verklaarde
de procureur-generaal, dat de strafvervol
gingen tegen de gearresteerde monarchisten
terstond een aanvang zullen nemen.
De monarchistische beweging had een
groote samenzwering op touw gezet.
Alfonso XIII was voor de organisatie
dezer actie verantwoordelijk en had de teu
gels in handen. Hij was daarbij door Luca
de Tena en een andere Zaterdag te Madrid
aangekomen persoonlijkheid ondersteund.
Ook wegens den op de militaire rechters,
die de kapiteins Galon en Hermandez ter
dood hebben veroordeeld, geoefenden druk
kon de ex-koning worden vervolgd.
De strafvervolging zou worden ingesteld,
zoodra vast staat, dat deze pressie van een
hooger staande persoonlijkheid dan gene
raal Berenguer is uitgegaan, die voorloopig
als eenig verantwoordelijk persoon in aan
merking komt.
Ten slotte verklaarde de procureur-gene
raal, dat hij tegen de oud-minister-presi-
denten Berenguer en Aznar een strafvervol
ging wegens allerlei politieke misdrijven had
voorgesteld.
Bugallal, oud-minister in het kabinet Az
nar, is bij Irun de grens gepasseerd.
Bijeenkomst. Constitueerende Cortes.
i; Als datum van rie bijeenkomst van de Con
stitueerende Cortes neemt men, naar te
Madrid verluidt, den eersten Juli aan. Tus
schen de verkiezingen en de bijeenkomst
tnoet men met een tijdsverloop van acht a
tien dagen rekening houden.
Protest van Z. H. den Paus.
De Heilige Stoel heeft door bemiddeling
van den nuntius te Madrid tot de republikein-
sche regeering van Spanje een heftig protest
gericht, meldt een B.T.A.-telegram, tegen
de daden van vandalisme, waarvan bepaalde
godsdienstige instellingen het voorwerp zijn
geweest.
Anti-godsdienstige betoogingen te
Ceuta.
Donderdag hebben te Ceuta anti-gods
dienstige betoogingen plaats gehad. De
kerken werden gedwongen, haar deuren te
sluiten. Brandstichtingen kwamen niet voor.
Slachtoffers zijn er niet, doch meer dan vijf
tig geestelijken weken naar Tanger uit.
Naar een opvolger gezocht?
De gezondheidstoestand van den Engel-
schen minister Snowden geeft aanleiding
tot vele gesprekken in politieke kringen, en
men vraagt zich af, of hij den last van zijn
ambt van kanselier van de schatkist nog
Altijd een mooie en gezonde huid door een
of twee maal per week des avonds tegen hef.
naar bed gaan, het gelaat een paar minuten
met Purol te masseeren, waarna men de niet
in de huid gedrongen Purol met een droog
doekje kan afvegen. De door massage in de
huid gedrongen Purol zal dan gedurende den
nacht een verzachtende en reinigende wer
king op de huidweefsels uitoefenen en bij
eenigszins regelmatige toepassing der hier
boven aangegeven eenvoudige behandeling,
aan de huid een bijzonder zachte en mooie
teint geven.
Patroon: „Hoeveel vacantie wilt u
hebben voor uw huwelijksreis?"
Bediende: „Hoeveel tijd denkt u?"
Patroon: „Hoe weet ik dat nou? Ik
heb je vrouw toch nog niet gezien?"
(Smith's Weekly)
langer zal kunnen dragen. Men begint reeds
gissingen te maken omtrent de keuze van
zijn opvolger.
Rust voorgeschreven
De Britsche draadlooze dienst meldt om
trent den toestand van Snowden, dat hem
eenigen tijd rust is voorgeschreven, daar hij
zijn krachten heeft overschat bij zijn
werk voor de begrooting. Hij was Woensdag
nftt in staat de kabinetszitting bij te wo
nen, maar zette zijn werk van uit zijn
kamer voort.
Vermoedelijk zal in zijn plaats de minis
ter van handel Graham de volgende week
de tweede lezing van de wet op de midde
len voorstellen.
In de rechtsche Fransche pers is sedert
den ministerraad, waarin Briand zijn ont
slag vroeg als minister, een zekere wending
ingetreden.
De nederlaag van den grooten man, die
niet minder dan zes jaren aan den Quai
d'Orsay getroond heeft, stemt de rechtsche
bladen tot nadenken. De aanvallen, die tot
dusverre dagelijks in de rechtsche chauvi
nistische pers op Briand worden onderno
men, hebben plotseling plaats gemaakt voor
een veel gematigder toon. Men tracht iedere
begripsverwarring te voorkomen, aangezien
men het er over eens schijnt te zijn gewor
den, dat waarschijnlijk geen ander staats
man over het aanzien van Briand beschikt.
De eerste commentaren, die de bladen aan
de komende gebeurtenissen te Genève wij
den, getuigen van een absolute eenstemmig
heid inzake de taak, die op de Fransche
delegatie rust. Men onderstreept de politieke
overwinning en het plichtsgevoel van Briand
tegenover zijn vaderland, dat tot uiting
komt in het feit, dat Briand na de zware
nederlaag te Versailles toch de belangen
van zijn land te Genève wenscht te behar
tigen, daarbij alle persoonlijke overwegin
gen uitschakelend.
De „Temps" wijst er bij deze gelegenheid
nogmaals op, dat het resultaat van de Pre
sidentsverkiezingen in niets van invloed is
op de Fransche buitenlandsche politiek,
zooals die tot dusverre door Briand gevoerd
werd. Hieruit volgt, dat de autoriteit van
den minister in geen enkel opzicht geleden
heeft. Hij is dus nog steeds de meest be
voegde vertegenwoordiger van Frankrijk bij
den Volkenbond.
Een kampement aangevallen
Volgens een bericht uit Rangoon hebben
de Indische troepen onder dekking der Brit
sche militaire politie een kampement der op
standelingen bij Taungu in Birma aangeval
len. Er werden 30 insurgenten gedood, ter
wijl een groote hoeveelheid munitie en wa
pens werd buitgemaakt.
Beperkende bepaling
De Belgische Kamer heeft de artikelen
besproken van een wetsontwerp op de on
vereenigbaarheid van betrekkingen voor
parlementsleden en ministers. Zij nam de
artikelen in eerste lezing aan. Deze ver
bieden Ministers, Kamerleden en Senaats
leden o.a.tezelfdertijd bezoldigd staats
ambtenaar te zijn. Zij kunnen wel hoog
leeraar zijn. Zij verbieden, dat in de acten
van maatschappijen voor lucratieve doel
einden de namen worden genoemd van
Ministers, Senaatsleden of Kamerleden,
oud-ministers, oud-Senaatsleden of oud-
Kamerleden. Kamerleden mogen eerst wor
den benoemd in door den staat bezoldigde
functies minstens een jaar na beëindiging
van hun mandaat.
De tweede lezing zal Woensdag plaats
hebben.
Gouden ponden voor papieren marken
geëischt
Te Londen diende een proces tegen de
Westminster Bank, aanhangig gemaakt door
20-50a. per ons
den promotor Leon Franklin, die 450 mill
pond sterling eischte, welk bedrag hij, naar
hij zeide, bereid was te verminderen.
In September 1923, dus vóór de stabilisatie
van de mark, deed Franklin de Bank een
order toekomen voor negen milliard mark,
betaalbaar bij een Berlijnsche Bank, waar
voor hfj 15.1 pond sterling betaalde, doch
thans eischte hij de nominale waarde van
de Bank op, waarbij hij de order ongeldig
verklaarde en alle verantwoordelijkheid
ontkende.
De rechter besliste ten gunste van de
Bank. De kosten komen ten laste van
Franklin.
Ongeregeldheden tijdens een concert
In een schouwburg te Bologna is het bij
een concert, dat door Toscanini geleid werd,
tot onregelmatigheden gekomen.
Van officieele zijde wordt hieromtrent be
richt, dat Toscanini door een troep fascisten
in het gelaat geslagen is, omdat hij wei
gerde den Koningsmarseh te spelen, toen de
Italiaansche minister van het verkeerswezen
den schouwburg binnenkwam.
Van andere zijde wordt medegedeeld, dat
Toscanini mishandeld is.
Men brengt in herinnering, dat Toscanini
het vorige jaar bij een concert te Rome niet
het volkslied liet spelen, ofschoon een ver
tegenwoordiger van den koning aanwezig
was.
Het voorstel-Politis
Een Wolff-telegram meldt, dat de voor
naamste bepaling der ontwerp-conventie
van Politis, om de middelen van den Vol
kenbond tot afweer van den oorlog te
versterken, is, dat de Raad van den Volken
bond in geval van oorlogsgevaar maatre
gelen kan treffen, welke voor de ondertee
kenaars der conventie bindend zijn, om een
botsing der vijandelijke strijdmachten te
voorkomen.
Hij kan daartoe het terugtrekken gelas
ten van strijdmachten, welke op vreemd ge
bied, of in vreemde wateren zijn binnenge
drongen. Ook bestaat de mogelijkheid, dat
de Raad in geval van oorlogsgevaar neu
trale zones aanwijst.
Op de uitvoering van de door den Raad
gelaste maatregelen kan door gevolmach
tigden van den Raad toezicht worden ge
houden. Op voorstel van Engeland werd
met nadruk vastgelegd, dat deze gevol
machtigden geen verdere controle- of in
spectiebevoegdheden mochten hebben.
Wreede daad
Tijdens een boerenbruiloft te Pressburg
losten een aantal boerenjongens vreugde
schoten uit geweren en pistolen. Tijdens deze
schietpartij viel plotseling een vrouw bewus
teloos. De omstanders beschuldigden een der
jongens op de vrouw geschoten te hebben.
Ondanks zijn betuigingen van onschuld bon
den zij hem aan een paal en ranselden hem
dood.
Eerst later werd de bewustelooze vrouw
onderzocht, waarbij bleek, dat zij absoluut
geen verwondingen had.
De politie arresteerde 28 boerenzoons. Uit
het onderzoek bleek, dat de valsche beschul
diging opzettelijk was gedacht, omdat de on
gelukkige geweigerd had drank op crediet te
verkoopen.
Een proces iste Jaffa gevoerd tegen
drie Arabische communisten, waaruit duide
lijk bleek de actie van Moskou in Palestina.
Zij werden ieder tot twee jaar gevangenis
straf veroordeeld.
Een windhoos heeft te Freiburg in
Silezië groote schade aangericht; een persoon
wordt vermist.
NFRVFIK en oversParmen' onrustig
iLiiiLUden slapeloos. Men gebruike
hiertegen de zenuwstillende en zenuw
sterkende
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog.
„Dit is één van mijn liefhebberijen",
sprak zij, en opende tegelijk een foto
album.
„Ik dacht, dat u wellicht belang zou stel
len in eenige kiekjes, die ik in dat dorpje
in Sussex genomen heb; ik bedoel dat
plaatsje, dat ik voor het Vancross uit uw
novelle hield. Kijk, dit is de oude hal op
de markt."
Als bij tooverslag was alle doorgestane
ellende van het systeem „vroolijker leven"
van oom Theophilu-s bij John James ver
geten. Deze woorden deden ztjn hart gloeien
als wün, doch als een, die vuriger werkte
dan de oudste port, welken hij ooit ge
dronken had.
„Ik vind het zeer vriendelijk van u, dat
u zich mijn onbeduidend boek nog herin
neren wilt", lispelde hij.
„Neen, integendeel", protesteerde zij. „Het
boek interesseert mij bijzonder. Kijk, dat
kiekje is vanaf het jaagpad genomen, langs
het kanaal; dit kanaal heb ik altijd be
schouwd als dat, waarvan u in „Levens-
lcterij" melding maakt."
De foto's werden achtereenvolgens be
zichtigd tot op 't voorlaatste blad van het
boek dat het portret van een jongmensch
vertoonde in flanellen colbertcostuum ge
kleed, met een racket in zijn hand.
„Dit is mijn neef Jerry Harding; een
zoon van mijn oudste zuster."
„Werkelijk", riep Benstone verrast uit. „Ik
wist niet dat hij een neef van u was. Ik
heb hem vanmorgen gesproken."
„Wat zegt u? Is hij op Cedar Mount ge
weest? vroeg juffrouw Weston gejaagd en
met eenig misnoegen in haar stem.
„Neen, ik ontmoette hem aan de deur
der school van meneer Walker."
„Hoe wist u, dat het Jerry was?"
„Ik hoorde één van de jongens „meneer
Harding" tegen hem roepen."
„En heeft u hem gesproken?"
„Ja, ik raapte een bal op, die vlak voor
mijn voeten op den weg terecht gekomen
was."
Benstone beschouwde de foto eenige
oogenblikken met aandacht; toen hij op
keek, zag hij, dat juffrouw Weston hem
oplettend, doch met vroolijk vragende uit
drukking in haar oogen, gadesloeg.
„Ik geloof, dat u er alles van weet", zei
ze zacht.
„Wat bedoelt u?"
„Ik denk, dat Nancy het u wel verteld
zal hebben."
„Dan zijn wij due beiden postillons
d'amour", schertste hij. „Ja, zij heeft mij
verteld, dat zij met meneer Harding ver
loofd was. De arme meid was heelemaal in
de war en tobde er over, omdat zij er niet
zeker van was of zij verplicht zou zijn het
aan haar. vader te zeggen, voor zij op reis
ging. Ik heb haar aangeraden om te wach
ten, tot zij weer terug is."
„O, heeft u dat aangeraden? Nu, ik ge
loof, dat het een wijze raad is geweest", zei
juffrouw Weston, als 't ware met een zucht
van verlichting; „ik ben blij, dat er nog
iemand is behalve ik, die ook van de zaak
op de hoogde is. Werkelijk, meneer Ben
stone", vervolgde zij lachend, „ik geloof
niet, dat wij in onze jeugd zoo roekeloos en
ondoordacht waren. Want nu Nancy en die
jongen zich hals over kop verloofd hebben,
komen zij onmiddellijk naar mi) toe, om mij
deelgenoot van hun hartsgeheim te maken."
„Juffrouw Weston, naar mijn oordeel was
dat zeer verstandig, natuurlijk en goed."
„Jawel, maar het is niet correct; het
maakt mij tot een soort medeplichtige in
de zaak."
„Ik wil den schijn niet wekken, dat ik u
tracht uit te hooren of onbescheiden ben",
zei Benstone na eenige oogenblikken, „maar
kimt u mij ook zeggen, waarom mijn oom
iets tegen meneer Harding heeft?"
„De eenige reden schijnt te zijn, dat
meneer Chipperton zich verbeeldt, dat
Jerry zich niet ernstig genoeg voordoet. Hij
schrijft dat toe aan een overdreven lief
hebberij voor tennis en cricket. Biet is abso
luut een verkeerde beschouwing, want de
jongen heeft op school en het college hard
gewerkt en hij doet het nog. Ik ben er
trouwens zeker van, dat hij een goede positie
zal krijgen. Ik hoop niet, dat u het onbe
leefd van mü zult vinden, maar onder ons
gezegd, geloof ik niet, dat meneer Chipper
ton in zijn leven ooit iets anders heeft ge
speeld dan whist of biljart."
John James knikte en bleef met een ern
stig gelaat in het vuur zitten staren. Hij
zat te overwegen wat juffrouw Weston wel
zou zeggen, als zij oom Chipperton eens voor
grootmeester zag spelen.
„Hoe vindt u Jerry" vroeg zij.
„Hij bevalt mij bijzonder; ik mag hem
graag lijden, en ik hoop hem nog dikwijls
te ontmoeten."
„Ik ben bang, dat er nog wel een hartig
woordje zal vallen, als het engagement be
kend wordt Meneer Chipperton zal boos
op mij zijn, omdat ik het hem niet eerder
heb verteld' en het zou misschien een ver-
wijderin kunnen veroorzaken, hetgeen voor
de familie Brickie zeer onaangenaam zou
zijn."
„Ik zie niet in, waarom u er in betrokken
zou moeten worden, juffrouw Weston; ik
ben de persoon, die de moeilijkheden onder
de oogen zal moeten zien en ze ook uit den
weg zal ruimen."
„Waarom?"
„Ik heb besloten op Cedar Mount te
blijven tot Nancy terug komt. Zoover ik
weet kan ik niet veel voor haar doen, maar
x
ik zal wel dienst kunnep doen als buffer
tusschen haar en oom Hieophilus. Wellicht
kan ik hem wat wilder stemmen om de
zaak eenigszins redelijker te beschouwen."
Er volgde een korte pauze.
„Ik vind het heel mooi van u", zei juf
frouw Weston zacht.
„O, in het geheel niet; ik houd veel van
Nancy en zou haar in elke omstandigheid
zooveel helpen, als ik maar kon."
,,'t Is mogelijk, dat haar vader oordeelt,
dat zij nog te jong is om te trouwen of
zich te verloven."
„Dat zou een groote fout zijn", sprak
John James op beslisten toon. „Jonge men
schen blijven niet eeuwig jong; in een
plaatsje als High-Rusting weten de men
schen ik bedoel de oudere menschen
niet hoe snel de tijd gaat. Wat beteekenen
vijf jaar als men de veertig is gepasseerd,
terwijl voor jonge menschen vijf jaar van
zoo onschatbare waarde zijn; elk jaar is
dan kostbaar."
„Dus u denkt, dat wij op veertigjarigen
leeftijd reeds teekenen van ouderdom be
ginnen te geven?" vroeg zij zuchtend, of
schoon er toch een vonkje vroolijkheid in
haar oogen schitterde.
John James voelde, dat hij een flater ge
slagen had, en wel een, op zeer delicaat ge
bied.
„O", sprak hij, „er zijn menschen, die
eeuwig jong blijven."
Hij was er van overtuigd, dat deze op
merking niet schitterend was, maar hij
hoopte, dat zij haar als persoonlijk bedoeld
zou opvatten.
Juffrouw Weston lachte.
„Dat klinkt tenminste iets bemoedigend",
zei ze op schertsenden toon en toen ver
volgde zij ernstig: „Ik verbeeld mij, dat u
er bedrukt uitzag, toen u vanavond bin
nenkwam; als het wegens die liefdesge
schiedenis mocht zijn, dan zou ik mij zelf
als schuldig er aan beschouwen omdat
Jerry mijn neef is."
„Dat zou een reden te meer voor mij zijn,
om te wenschen zooveel mogelijk van dienst
te kunnen zijn in deze aangelegenheid",
verklaarde Benstone.
De deurknop werd omgedraaid en me
vrouw Brickie kwam binnen.
„Ik hoop niet, dat u het mij kwalijk
neemt, dat ik zoo lang ben weggebleven",
zeide zij, „maar ik moest een brief zoeken,
dien ik niet zoo gauw kon vinden. O, kijk
eens, het vuur is bijna uit!"
John James belastte zich onmiddellijk
met het oprakelen van den haard en toonde
hierin een bijzondere bedrevenheid te be
zitten.
.Rent u Harriet Hopkins?" vroeg me
vrouw Brickie.
vervolgd).