Van Alles en van Overal
DEVENTER
KARPETTEN
B. J. VAN LIEMT
PIJLTJES
HANDGEKNOOPTE
Groote Houtstraat 67
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 23 MEI 1931
BLADZIJDE i
Door Joego Slavië
STADSNIEUWS
Door een luik gevallen
Massaal Spreekkoor
te Haarlem
De Luilak
Stelt U belang in
in de super-fine en eer
ste kwaliteit?
Bezichtigt dan thans onze
beide etalages. U vindt
daar ontwerpen van:
Colenbrander,
J. Lagewaardt,
A. Boeghorn,
J. Gidding,
D. Verstraten en
E. H. Woesheimer
FINANCIEN
De Nieuwe Boerhaave
ELCK WAT WILS
Trekjes No. 706
300
i.
's Avonds om tien uur vertrokken we van
München, waar we 20 minuten te voren wa
ren aangekomen, naar Zagreb.
Ik heb in m'n eerste artikeltje uit Joego
slavië, over de Hollandsche bloemententoon
stelling, dat ik den 3den Mei uit Zagreb ver-
De St. Stephan-Kathedraal te Zagreb
Zond, immers al verteld, dat een negental
journalisten, op uitnoodiging der Jpego-Sla-
vische regeering, een rondreis door dat land
zouden maken.
Het was op den lsten Mei, dat we elkaar in
iden dagtrein naar München ontmoetten
en dat het de 1ste Mei was, werd ons tel
kens weer voorgehouden, door de roode lap
pen, die in alle steden waar we langs kwa
men uit enkele vensters te wapperen hingen.
Nog pas het vorige jaar, op de reis naar
Oberammergau, had ik ditzelfde traject ook
afgelegd en wat nieuws kreeg ik dus voorloo-
pig niet te zien, al blijft de reis langs den
Rijn altijd belangwekkend. En van het Beier -
sche hoogland zagen we op de heenreis niet
veel, omdat het, tegen dat we daar kwamen,
al donker was en we, na in München te zijn
overgestapt in den trein naar Zagreb, al
spoedig den slaapwagen opzochten.
Slapende naderden we de grens van Joego
slavië, maar voor we tegen zeven urn- het
grensstation Jesenice bereikt hadden, ston
den we toch al allemaal voor de raampjes te
kijken naar de hooge sneeuwbergen en de, nu
eens kalm voortstroomende, een eindje ver
der weer woest bruisende Save.
Daar, in Jesenice, werden we opgewacht
door den heer Parmatsjewitsj, die zijn naam
heel anders schrijft, dan ik hem hier weer
geef, maar dien u, als ik hem schreef zooals
hijzelf het doet, niet zou kunnen uitspreken,
omdat wü in ons alfabet nu eenmaal maar
26 letters hebben en de Joego-Slaven zich
de weelde veroorloven er dertig letters op ma
te houden; ik moet me dus wel met een fo
netische spelling vergenoegen.
Die mijnheer Parmatsjewitsj die referen
daris is aan het Centrale Persbureau der re
geering te Beograd, is op geheel de verdere
reis onze vriendelijke, bereidwillige en on
vermoeide geleider geweest, een taak, waarin
hij door zijn niet minder vriendelijke, bereid
willige en onvermoeide dochter Wisnja werd
bijgestaan.
Vijf en twintig uren had ik nu al in den
trein gezeten, nog vijf-en-een-half uur zou
er bij komen, voor we in Zagreb de eerste
Joego-Slavische stad zou betreden.
In die vijf-en-een-half uur zagen we uit
den trein voortdurend de Save, eerst links,
daarna rechts van den spoorweg en aan
weerszijden bergen, bergen en nog eens ber
gen, eerst nog met sneeuw bedekt, maar al
lengs werd die minder tot we ten laatste al
leen maar kale steengevaarten zagen, grijze
bergen, waarop niets groeide, dan alleen op
enkele kleine plekjes, waar zich in den loop
der tijden een dun laagje humus verzameld
had.
Een grootsch gezicht, een indrukwekkend
gezicht, maar ook een troosteloos gezicht die
woeste, dorre, grauwe pracht.
Om half een kwamen we eindelijk aan het
voorloopige eindpunt van de reis, Zagreb,
aan, waar we op het perron verwelkomd wer
den door Zagrebber collega's endoor
eenige Hollanders, bloemkweekers uit onze
streek, die daar in Bagreb op de Jaarbeurs
de Hollandsche bloemententoonstelling had
den ingericht, waarover ik reeds vroeger ge
schreven heb.
Dat was natuurlijk een aangename verras
sing, maar heel veel tijd om ons met de hee-
ren bezig te houden werd ons niet gelaten,
want de heer Parmatsjewitsj begon zijn taak
met ons dadelijk naar ons hotel te sleepen,
en ons daar te verzoeken ons nu maar gauw
eventjes wat te verfrisschen en dan onmid
dellijk weer beneden te komen om te gaan
dineeren het was toch al na dinertijd.
Zoo kwam het, dat wij na ruim dertig uren
in den trein gezeten te hebben, nog geen
drie kwartier nadat we waren uitgestapt, al
weer in het Palace-hotel te Zagreb aan tafel
zaten. Maar niet lang, want we moesten dien
middag nog naar de Jaarbeurs en naar de
Hollandsche bloemententoonstelling en naar
den Hollandschen consul en de heer Par
matsjewitsj haastte ons alweer, wat hij ge
makkelijk doen kon, daar hij juist in die
dagen een dieet volgde van mineraalwater
met citroen- of sinaasappelsap en honig ge
durende de veertien dagen van onze reis heb
ik hem dan ook niets anders zien gebruiken
dan dat en hij leeft nog.
Na het diner gingen we allereerst onze op
wachting maken bij den Hollandschen con
sul, den heer Milivoj Cmadak, ook alweer
zoo'n onuitspreekbare naam, dien ik opzette
lijk zoo neerschrijf als ze het daar in Joego
slavië ook doen, om er op te wijzen, dat elke
v als onze w wordt uitgesproken en een r
tusschen twee medeklinkers als een klinker
beschouwd wordt en dan als „er" wordt uitge
sproken; onze consul in Zagreb noemt zich
dus Miliwoj Cemadak, waarbij de e niet te
nadrukkelijk moet worden gehoord. We heb
ben daar een aangenaam half-uurtje door
gebracht en bij het scheiden noodigde de
consul ons voor den volgenden avond op een
„nachtmaal", zooals ze daar het souper, dat
om acht uur, half negen aanvangt, noemen.
Toen met een flinken omweg, die het ons
mogelijk maakte meteen iets van de stad te
zien, die er voor een stad met 185.000 inwo
ners wezen mag er staan kloeke gebouwen
en er is bijvoorbeeld een villapark in het
hoog gelegen gedeelte, waaraan men 20 jaar
geleden is begonnen te bouwen en waarin
plaats is voor niet minder dan 20.000 villa's
gingen we naar de Jaarbeurs. Als iemand
bij het woord Jaarbeurs denkt aan Utrecht
en wat daar tweemaal per jaar te zien is,
dan slaat hij de plan'i geheel mis; de Jaar
beurs hier is er meer een, zooals die in Ban
doeng, waar niet alleen op monster verkocht
wordt, maar waar ook de uitgestalde waren
direct aan de bezoekers verkocht worden en
waar bovendien ook een soort kermis, een
Lunapark aan verbonden is. Tevens was er
ook een automobieltentoonstelling aan ver
bonden, die wel een der voornaamste afdee-
lingen van de Jaarbeurs was. En dan natuur
lijk de Nederlandsche bloemententoonstel
ling, waarover ik hier niet nogmaals zal
schrijven, maar waarvan ik toch nog wel
eens wil vertellen, dat ze de grootste aan
trekkelijkheid van de geheele Jaarbeurs was.
En toen we moe gekeken en moe geloopen
waren, wat nu niet zoo'n heel lastige karwei
was geweest na de lange treinreis, werden we
in de open lucht o, dat heerlijke klimaat
daarginds! aan lange tafels gezet en werd
er gepraat over alles en over niets, gepraat
met de collega's en met Hollandsche bloemen-
menschen.
En toen ook hebben we voor de eerste
maal kennis gemaakt met Sliwowitsj, een
Joego-Slavischen drank, uit pruimen bereid,
die het best te vergelijken is met onzen je
never, wat scherper misschien, maar toch
wel best te genieten, vooral de oude, wat
trouwens met onzen jenever ook het geval is.
En toen we dat „borreltje" met de daarbij
rondgediende sandwiches hadden genoten,
kwamen de kellners aandragen met groote
glazen bier en met hoog opgestapelde scho
tels met een echt Zagrebber volksgerecht, dat
ze daar met het Duitsche woord Schintelbra-
ten aanduiden en dat bestaat uit drie kleine,
aan een stokje geregen en boven het vuur
geroosterde karbonaadjes, die er grif in gin
gen.
De middag was intusschen al aardig opge
schoten en het werd tijd om naar het hotel
terug te keeren, teneinde ons te gaan kleeden
voor het feestmaal, dat de Zagrebber jour
nalisten ons in hun tehuis aanboden en
waarbij ook een vertegenwoordiger van het
gemeentebestuur aanzat.
Dat Zagrebber journalisten-tehuis? Zooiets
zou hier eenvoudig onbestaanbaar zijn. in
een stad met een dertigduizend inwoners
meer dan Utrecht, hebben de journalisten
zich daar een paleis laten bouwen, met
groote zalen voor vergaderingen, talrijke klei
nere zalen voor clubs en kleine intieme bij
eenkomsten, een groot café-restaurant, met
een terras, zoo ruim als ik er hier te lande
geen ken en voorts met een aantal kamers,
die aan ongetrouwde journalisten verhuurd
worden. Ik geef hierbij een foto van dit ge
bouw, dat enkele jaren geleden gebouwd is
en niet minder dan tien miljoen dinaren (een
dinar is cent) gekost heeft.
In dat gebouw dan hebben we dien Bersten
avond het „nachtmaal" gebruikt, waaraan t
vroolijk toeging en dat een waardige eerste
was in de rij der diners en nachtmalen die
we in de veertien dagen die ce reis duurde,
te verwerken kregen. En na het diner gezel
lig samenzijn, zoodat het alweer de volgen
de dag, dus Zondag, was, toen we elkaar
lakoe notsj, oftewel goeden nacht wenschten
en ons hotel opzochten.
En toen maar vlug slapen, want de vol
gende dag zou voor allen weer vroeg begin
nen en voor de Katholieken onder ons, die
eerst nog om half zes de H. Mis in de kathe
draal wilden bijwonen nog extra vroeg.
ARTHUR TERVOC*tEN.
Donderdagmiddag is te Nieuwer-Amstel bij
het spelen op een schip in den Amstel, een
11-jarige jongen door een luik in het ruim
gevallen. Met een ernstige hersenschudding
en inwendige kneuzingen werd hij naar een
ziekeninrichting te Amsterdam overgebracht.
A HANDELSCREDIETEN
VREEMDE VALUTA. INCASSO'S
NED. MIDDENSTANDSBANK N.V.
Kantoor: Haarlem, Gierstraat 14
Telef. 13098
Men schrijft ons:
Maandag gaat het gebeuren! Laat ons nog
eens in het kort herhalen wat het programma
is en eenige mededeelingen doen voor de be
zoekers, voor een goeden gang van zaken
noodzakelijk.
Klokslag half 3 begint het massaal spreek
koor op het Kathedraalplein te Haarlem.
1000 jongens zullen daar hulde brengen
aan onzen Koning Christus. Zij zullen spre
ken en zingen God ter eere en tot stichting
der aanwezigen. Heldere klanken van koper
instrumenten zullen daar luister bijbrengen
en kleurrijke vlaggen zullen het geheel een
feestelijk aanschijn geven. Hoog zal de geest
drift oplaaien. Monseigneur de Bisschop van
Haarlem zal de plechtigheid met zijne hooge
tegenwoordigheid vereeren.
Na afloop van dit spreekkoor houden de
jongens een défilé voor den Bisschop en
marcheeren de Kathedraal binnen, vervol
gens gaat de Bisschop de kerk binnen en
daarna volgen de toeschouwers.
Opdat alles goed zal verloopen, is het ter
rein voor de toeschouwers verdeeld in ge
nummerde vakken. De nummers der vakken
staan ook op de kaarten en dezelfde num
mers vindt men ook vermeld op de verschil
lende ingangen van de Kathedraal. De num
mers 2, 4, 6, 8 en 10 komen op het terrein en
ook in de kerk aan den kant der Wester
gracht. De nummers 1, 3, 5, 7 komen binnen
aan den kant van het Emmaplein. De fiet
senstalling is onder de kerk aan den kant
der Westergracht. Auto's parkeeren op het
Emmaplein en in de Karei van Mander-
straat.
Wanneer allen in de Kathedraal zijn ge
komen, wordt een plechtig Lof gehouden,
waaronder Monseigneur een toespraak houdt.
Met bijzonder verlof van den Bisschop
wordt, onder dit Lof, de zang begeleid door
koperinstrumenten. 100 Misdienaars, in
feestelijk rood, zullen zich op en om het
Hoogaltaar scharen.
Ook de Seminaristen van Hageveld zullen
ruim 300 in getal het spreekkoor komen bij
wonen, en zullen mede voor Monseigneur
défileeren.
De toegangskaarten zijn voorzoover nog
voorradig aan de volgende adressen te
verkrijgen:
Haarlem: P. Verhoogd, Leidschevaart 144;
N. Kraakman Jr., Plein 20; W. van Leeuwen,
Brouwersvaart 118; L. van Berkel, Burgwal
115; J. Elligens, Emostraat 1; J. Felix, A. L.
Dyserinckstraat 13rd.; J. Jonckbloedt, Ged.
Oude Gracht 94; Gebouw St. Bavo, Smede-
straat 23; J. H. Cliteur, Jansstraat 42; H.
A. Willenborg, Frans Halsstraat 29; J. en A.
Stam, Paul Krugerstraat 19; A. Sweerts,
Timorstraat 42; P. Schoorl, Rijksstraatweg
365; J. H. de Werd, Kleverparkweg 4; C.
A. P. Dammers, Lourens Costerstraat 25; P.
J. M. v. Tetering, Groote Markt 4.
Hillegom: Directeur Jongens-Patronaat.
Bennebroek: Directeur Jongens-Patronaat.
Noordwijkerhout: Directeur Jongens-Pa
tronaat.
Zilk: Directeur Jongens-Patronaat.
Lisse: J. v. d. Zijden, Engelenbrug; Druk
kerij Graficus, Kanaalstraat.
Prijs der kaarten: Vak 1 en 2 (le rang)
25 cent; de overige kleuren twee voor 25 cent.
Tekstboekjes 10 en 25 cent.
Na het Pontificaal Lof gaat de marsch der
duizend naar het Brongebouw langs: Emma
plein, Emmabrug, Emmastraat, Koninginne
weg, Julianastraat, Lorentzplein, Houtplein,
Brongebouw.
De traditioneele „luilak" Haarlem eigen
is weer gevierd en Raam-, Kamper- en
Gasthuissingel hebben weer hun rust en
orde teruggekregen.
De omtoovering in een levende bloemen
markt is altijd slechts van korten duur
Vrijdagavond en Zaterdagmorgen doch
dit doet juist zoovelen haar bezoeken; ieder
wil dan tegen zijn gewoonte van den dag
in „geluilakt" hebben en een echte Haar
lemmer zou zich zelfs schamen, in de twee
aan Pinksteren voorafgaande dagen niet
met „luilak" betiteld te kunnen worden. Zijn
vlijt en arbeidzaamheid kunnen hem in
deze dagen een benaming, welke daarmede
in zich geheel in strijd is, niet verkeerd
bedoeld doen opvatten en daarom houdt hij
zich ieder jaar weer aan zijn gewoonte en
gaat de bloemenmarkt op.
De een is dit gewend te doen reeds in den
vroegen Vrijdagavond, anderen houden er
den nacht voor vrij en ook 's Zaterdags
pleegt menigeen nog wel de flora te bewon
deren, de tijd van „luilakken" doet er niet
toe: men blijft de traditie getrouw. Veel
onverwachte omstandigheden zouden hem
hierin kunnen tegenwerken wij denken
hier voornamelijk aan de weersgesteldheid
doch deze moeten zich dan al in onover-
komelijken vorm voordoen, wil hij zich
daardoor laten dwingen.
Thans heeft de natuur zich zeer onder
danig getoond, alhoewel zij eerst roet in
het eten dreigde te gooien; regen en wind
werden zoolang „buiten westen" gehouden
en hopelijk komen zij niet uit hun schuil
hoek te voorschijn voordat de Pinksterdagm
en de dan te smaken genoegens achter den
rug zijn. Blijve het niet bij dezen wensch!
Zoo waren er dus geen spelbrekers te
vreezen wind en water bleven weg en
dus verscheen ieder, wien het maar eenigs-
zins mogelijk was, ter „luilak".
De kweekers en andere verkoopers had
den de bloemetjes goed buiten gezet en
ieder kon zijn wenschen bij hen in vervul
ling doen gaan. Men behoefde de vreemd
ste namen niet te noemen, of de aldus ge-
doopte flora-kinderen doken uit de planten
en bloemenzee op. Bijzonder werden dezen
keer de cactus-kinderen en -babies vertroe
teld; althans vele, hoewel niet steeds wel
gevormd, zagen wij liefdevol en zorgzaam
meegevoerd worden naar een beter oord dan
de koud-zakelijke marktwoning. Doch ook
de andere planten en bloemen waren in trek
en werden evenmin verstooten.
Wie zou dat ook kunnen. Als bewoner van
de bloemenstad moet iedere Haarlemmer
toch de bloemen en planten lief hebben!
En dit hebben zij ook nu weer op daad
werkelijke wijze getoond.
Beladen met velerlei kweekkunst-produc-
ten zag men hen huiswaarts keeren, zich er
over verheugend, dat zij zoo goed geslaagd
waren, en ook waren er, die reeds voor de
tweede maal de reis maakten.
En de kooplieden deden goede zaken, zoo
dat het ook hun naar wensch ging en alzoo
allen bevredigd huiswaarts keerden.
De eischen der curatoren en de verweren
Ten kantore van de advocaten Mrs. André
de Leeuw en H. Boekei is dezer dagen de
dagvaarding voor den Amsterdamschen kan
tonrechter uitgebracht, waarmede het- proces
tusschen de curatoren in het faillissement der
Verzekering Mij. „de Nieuwe Boerhaave" en
de Algemeene Commissie ter behartiging van
de belangen der verzekerden een aanvang
heeft genomen.
Zooals bekend is, heeft dit proces ten doel
om een principieele rechterlijke beslissing uit
te lokken in het geschil tusschen curatoren
en verzekerden. Het zal wellicht eenige jaren
duren, alvorens een uitspraak in hoogste in
stantie zal zfjn gewezen. Gedurende dien tijd
kunnen de bij de commissie aangesloten ver
zekerden echter zonder vrees voor een per
soonlijke dagvaarding de uitspraak in het
proefproces afwachten. Een kleine 4000 ver
zekerden hebben zich reeds bij de Algemeene
Commissie aangesloten.
Blijkens de dagvaarding steunt de eisch
van curatoren tot betaling van het tweevoud
der jaarpremie als bijdrage in de liquidatie
op de volgende gronden. Door onderteeke-
ning van het aanvraagformulier heeft de
gedaagde zich verbonden als lid van de we-
derkeerige verzekeringsmaatschappij. Het re
glement der Mij., door de verbintenis van
toepassing geworden, houdt in art. 47 de be
paling in, dat ingeval van liquidatie door de
algemeene vergadering zoo noodig wordt
vastgesteld welk bedrag moet worden gestort
als bijdrage in de liquidatie. Het is krachtens
dit artikel, als ook krachtens den aard der
Mij. als wederkeerige waarborgmaatschappij,
dat de leden verplicht zijn om den gevorderden
omslag in het tekort te betalen. Dat de arti
kelen 22 en 23 van het reglement, behelzende
het deelen door de leden in de winsten en
verliezen der Mij., zijn uitgesloten, doet vol
gens curatoren niet ter zake, zoodat daar
over in de dagvaarding natuurlijk niet is ge
rept. Vanzelf sprekend zal een der verweren
nu zijn te betoogen, dat door die uitsluiting
van de art. 22 en 23, tevens artikel 47 komt
te vervallen, en, nog verder gaande, de ver
zekerden geen leden zijn der gefailleerde
Mij., maar door hen met de Mij. een gewone
verzekeringsovereenkomst is gesloten. Ten
slotte wordt in de dagvaarding nog gemoti
veerd, waarom de omslag op het tweevoud
der jaarpremie is gesteld. Het nadeelig saldo,
vermeerderd met de faillissementskosten
wordt geraamd op ongeveer 420.000. Onder
voorbeeld om den gevorderden omslag zoo
noodig te verhoogen hebben curatoren ieders
bijdrage vastgesteld op het tweevoud der
jaarpremie, daar zij verwachten door middel
van dien omslag het nadeelig saldo geheel
te kunnen dekken.
De woeker van Haarlem
B. en W. van Amsterdam leggen den
Amsterdamschen Raad een verordening
ter goedkeuring voor, waarbij het ver
boden wordt, in welken vorm ook, bin
nen de gemeente van het uitleenen van
geldsommen een beroep, bedrijf of ge
woonte te maken, indien de geleende
geldsommen uitsluitend of voor een
overwegend deel 500 of minder plegen
te bedragen. Dit is een maatregel tegen
de woekeraars en het is te hopen, dat
het Haarlemsche gemeentebestuur spoe
dig bepalingen maakt van dezelfde
strekking, want ook zonder nader on
derzoek weten ingewijden wel, dat
in Haarlem het woekerbedrijf welig
tiert.
Wij vernamen een dezer dagen weer
een ergerlijk staaltje van het leed, dat
de woekeraars over hun slachtoffers
brengen.
Ten einde raad waarschijnlijk was de
man, dien wij bedoelen, bij een boter
boer terecht gekomen, een bekend woe
keraar in Haarlem. Hij vroeg dezen 75
ter leen en, nadat deze Shylock zich
had overtuigd, dat de man een vaste
betrekking had, kreeg het slachtoffer
75 ter leen, maar hij moest een
schuldbekentenis teekenen groot 100.
Onze boterboer eischte dus om te begin
nen 33 procent winst. Of neen, 33 pro
cent is voor zoo'n seigneur een belache
lijk lage vergoeding. Er moest per week
5 worden afgelost, zoodat de boterboer
niet 33 maar 115 procent rente maakte.
Het ergste is nog niet verteld. Het kwam
voor, dat de werkman zijn vijf harde
guldens aflossing per week niet kon
missen en dat hij de aflossing over
sloeg. De boterboer legde dan boete op.
Hij liet hem driemaal vijf gulden als
straf voor dat verzuim betalen. En toen
de geknevelde langzaam in den put af
zakte, bood onze menschlievende boter-
handelaar een nieuwe leening aan van
200, maar liet het slachtoffer daar
voor een schuldbekentenis groot 400.
teekenen, waarvoor hij acht gulden af
lossing diende te betalen. Geëischt werd
ook een cessie van het weekloon, zoodat
de woekeraar beslag kon laten leggen
op het loon. Toen zat de man geheel in
de klauwen van den bloedzuiger en
werkte voortaan voor den boterhande-
laar, een moderne vorm van slaven
handel.
Het is natuurlijk misgeloopen. De
werkman kon zijn zware lasten niet op
brengen en wist onder voorwendsels nog
geld te leenen bij kameraden, waar
mede hij ten slotte natuurlijk ook in
ongenoegen kwam te leven. Het eerste
slachtoffer is hij niet geworden, maar
het is wel onze plicht te zorgen, dat
het in Haarlem een der laatste slacht
offers is.
Moge er in Haarlem spoedig een ver
ordening komen zooals in Amsterdam
in de maak is, maar deze zal alleen
nuttig kunnen werken als daarnaast
ook een instelling in het leven wordt
geroepen, waar werkelijk voorspoedig
geholpen kan worden.
Mej. M. A. van der Putten hoopt op Don
derdag 28 Mei a.s. den dag te herdenken, dat
zij 25 jaar geleden bij de Wed. W. VerdiigaaL
thans de fam. Verdegaal te Lisse, in betrek-
kring kwam. In onzen tijd van snelle ver
plaatsing voorzeker een feit, dat vermelding
verdient!
Het journalistentehuis te Zagreb
De Koning Tomislawboulcvard te Zagreb
„NATTE KEES."
Met beide handen zwaar 't café-tafeltje
besteunend stond ie op, gaf zich 'n zetje
en kwam bij 't buffet terechtlei 'n brief
je van tien neer.
De kastelein nam z'n „weekboekje", likte
aan 't potloodje, teldeschoof 't briefje
in z'n la en Kees kreeg 'n gulden met 'n
beetje klein zilver terug.
Hij bromde 'n soort groet, liep 'n stoel
omver, gaf de deur 'n duw met z'n elleboog
en stond op de stoep nog 'n poosje rond te
kijken.
Toen ie wist, of voelde, welke kant ie op
moest de Zaterdagavond was de lastigste
voor „Natte Kees" ging 't op huis aan
de torenklokken galmden 't middernachtelijk
uur.
De weinige late wandelaars, die hem moes
ten passeeren, maakten 'n wijde bocht voor
Kees, want 't heele trottoir werd door hem
in beslag genomenen menigmaal bleek
't zelfs niet eens breed genoeg te zijn
dan kwam ie met 'n gevaarlijk struikel-
drafje op den rijweg terecht, zeilde naar de
overzij, waar weer 'n ander trottoir tot z'n
geheele terrein behoorde.
Hij kwam in botsing met n lantaarnpaal,
die twee minuten lang door 'm werd uitge
scholden, om even later, na 'n zijwaartsche
zwik-stap, als 'n zak op de straatkeien te
recht te komen.
Daar bleefie liggen vloeken tot ie door
'n paar voorbijgangers werd opgeholpen.
Er was 'n groote scheur in z'n knie
en er drupte bloed van z'n geschaafde hand.
Nu zouden we met weinig moeite kunnen
laten volgen 'n cliché-achtige beschrijving
van het interieur eener krom-gezakte steeg-
woning'n kale tafel met twee en 'n halve
poot, 'n paar stoelen zonder zitting'n
bed van stroo met wat ouwe kleeren voor
dek'n koude kachel'n magere vrouw
met 'n stel hongerige kinderen enzoovoorts
enzoovoorts.
Maar dat hoeft nietook omdat 't niet
waar is.
Zonder die „uiterlijkheden" kan 't óók wel
erg zijn.
Al was 't alleen maar de bijnaam „Natte
Kees", die voor z'n vrouw 'n grooter verne
dering was al had ze 'r vanzelf voor geen
cent schuld aan, wat wel „meer" 't geval is
dan alle andere narigheid bij elkaar.
Kees woonde in 'n net bouwvereenigings-
huisjeen dat er fatsoenlijk meubilair
wasen géén groot gebrek aan eten en
kleeren, dat lag aan de twee of drie ge
trouwde kinderen, die 't goed hadden, en
hun moeder steunden zooveel ze konden.
Die kinderen woonden in andere plaatsen,
wat aan een kant maar gelukkig was, en
helaas niet heelemaai toeval.
Je woont nou eenmaal niet erg graag in
'n stad waar je vader of schoonvader als
„Natte Kees" bekend staat.
En moeder vond het óók maar 't beste
Wat niet wegnam, dat ze heel wat stil
verdriet alléén te verwerken kreeg, omdat ze
niemand bij zich had om es ordentelijk te
gen uit te huilen.
Voor de naam van haar „knap-getrouwde"
kinderen had ze dat echter wel over. We
weten zoo zoetjesaan wel, wat 'n moeder
„hebben" kan, nietwaar?
Om weer niet bezijden de waarheid te gaan,
moet worden gezegd, dat de vrouw van Kees
geen heilige was. 't Scheelde de helft wel
niet, maar 't zou toch wel 'n „heel apart"
soort mensch geweest zijn, als ze niet es
'n enkele maal in opstand zou zijn gekomen
tegen 't zwijnen-leven van 'n vent, die om
zoo te zeggen bijna nooit 'n vrouw en kin
deren is waard geweest.
En toen ie dan ook op deze avond die
nochtans weinig verschilde met 'n paar dui
zend avonden daarvóór 't huisje binnen
stortte met 'n gat in de knie van 't bijna
nieuwe pakzonder hoedbemod-
derd van boven tot ondermet bloed
op z'n overhemdtoen kwam het bij
de getergde vrouw weer es tot 'n uitbarsting
van lang gekropt leedmet als resul
taat, dat „Natte Kees" z'n vrouw van tegen
de zestig in de borst greep en als 'n dweil
in 'n hoek kwakte.
U ziet: zooiets kan óók gebeuren in 'n
huiskamer, die geen sporen draagt van 'n
door drankzucht ontredderd gezin.
Stl
De vrouw van Kees schrok niet toen ze
de deur opende op 'n Zondagavonden
'n politieagent zag staan.
Dat was wel meer gebeurdmen wist
wie ze was, en kwam 't haar zeggen als Kees
's nachts op het bureau z'n roes moest uit
slapen.
Deze keer had de agent echter niet het
gewone gezicht van ,,'t is weer zoo".
Hij kwam zeggen, dat Kees was aangere
dennogal ernstigen dat ie in 't
gasthuis lag.
Vijf minuten later was ze onderweg.
Hij lag er met verbonden hoofd en ar
menze wachtte 'n uurmaar hij
kwam nog niet tot bewustzijnEn ze
ging weer naar huis, ook omdat de dokter
dat maar 't beste vond. Als ie bij kwam zou
ze worden gewaarschuwddirect gevaar
was er niet.
Dat duurde nog bijna twee dagen.
Ze ging er heen weer
De begroeting was heel gewoontjesze
kon 't niet helpen.
Kees zei weinigen keek meest 'n an
dere kant uitZe vroeg of ze 't de
kinderen moest schrijvenKees kreeg
'n kleuren schudde van „nee".
Elke dag kwam ze terugnam 'n
paar sinaasappelen of iets anders mee
sprak over gewone, dagelijksche dingetjes
zei geen woord van 't ongeluk en de oor
zaak.
De tiende dag begon Kees te huilen
deed 'n poging om haar hand te grijpen
doch trok terughij durfde niet wel
licht.
t.
'n Kleine zes weken
Kees ging weer aan 't werk, kalmpjes-aan
nog.
Hij kwam 's Zaterdagsmiddags thuis met
z'n ongeschonden weekloontelde alles
op tafel uitnam 'n gulden terug voor
de barbier, 'n paar sigaren en 'n half pond
tabak
„Zoo blijft 't, vrouw."
Meer zei ie nietstak 'n pijp op en
ging de krant lezen
Z'n vrouw wist niet wat ze moest zeggen
zoo directen hij verwachtte blijkbaar
ook geen antwoord of 'n dankbaar gezicht.
Kees bleef verder eiken avond thuis
Als ie de krant uit had soms las ie wat
voor ging ie aan 't werk. Hij scharrelde
in 't tuintje.... maakte 't kippen- en ko
nijnenhok schoon, of zocht bezigheid in huis
't Duurde niet zoo lang, of de plafonds
en muren waren gewit en alles stond nieuw
in de verfen zoo verder waren er tel
kens wel kleine reparaties of opknapperij-
tjes te verrichten.
Z'n vrouw deed vanzelf alles, om 't hem
in huis zoo prettig mogelijk te maken, doch
kon er niet toe komen hem om z'n gedrag
te prijzenwel uitte ze haar voldoening
over de vele veranderingen, die 't huisje tot
'n aangenamer verblijf maakten, a lliet Kees
deze goedkeuringen met 'n soort onverschil
lige verlegenheid langs zich heen gaan. Tot
'n zich tegenover elkaar „uitspreken" kwam
't niet. Dit lag eenerzijds aan Kees, die vond.
dat er nog jaren noodig waren, om iets van
't verledene goed te makenen z'n
vrouw moest, als ze eens neiging had, om
extra hartelijk te doen, telkens weer denken
aan die Zaterdagavond, dat ie haar als 'n
vod had weggeslingerden aan de der
tig jaren hel.
Zooals gezegd: 'n heilige was ze niet.
'n Paar maanden na deze verandering
werd Kees ziek thuis gebracht.
Al 'n week had ie zich beroerd gevoeld,
maar was er mee blijven doorloopen.
Longontsteking en pleuris, zei de dokter.
Den volgenden dag vond de dokter t hoog
noodig, dat de kinderen werden gewaar
schuwd
't Werd 'n t>enauwde nacht.
Ze bleef bij 'm waken
's Morgens informeerde hij naar de kin
deren. Die zouden er tegen den middag kun
nen zfjn, deelde ze hem mede.
„Dat halen ze niet meer" hoestte Kees
schokkend
„Ik voel 'ten dat is misschien we
goed zooik verdien 't niet
Na 'n poosje zei Kees: „Vrouwik had
me voorgenomen 'n jaar of vijf, of tien. te
wachtenen je dan vergiffenis te vra
genvoor allesmaar God brengt
me 'n vroegere dooddat zal m'n straf
moeten zijnZou je 't kunnen? Zou je
't kunnen, om nou vast oin n o u vast
*e zeggen
Ik vergeef 't je. Kees...
„Wel bedankt. Minawel bedankt
voor jou is 't beroerd, dat 't nieuwe leven
maar zoo kort mocht duren
..Ik weet. dat je 't nou verder goed be-
•ve'de. Kees Das genoeg voor me."
De kinderen kwamen te laat
De buren zeiden: „Jammer 't gine
juist zoo goed met 'm den laatsten tijd."
Maar er waren duizend anderen, die niet
in de buurt woonden.
En die zeiden: ,,'t Mensch mag blij wezen,
dat ze van die „lor" af is."
G. N.