Van Alles en van Overal DEVENTER KARPETTEN B. J. VAN LIEMT PIJLTJES HANDGEKNOOPTE Groote Houtstraat 67 TWEEDE BLAD ZATERDAG 23 MEI 1931 BLADZIJDE i Door Joego Slavië STADSNIEUWS Door een luik gevallen Massaal Spreekkoor te Haarlem De Luilak Stelt U belang in in de super-fine en eer ste kwaliteit? Bezichtigt dan thans onze beide etalages. U vindt daar ontwerpen van: Colenbrander, J. Lagewaardt, A. Boeghorn, J. Gidding, D. Verstraten en E. H. Woesheimer FINANCIEN De Nieuwe Boerhaave ELCK WAT WILS Trekjes No. 706 300 i. 's Avonds om tien uur vertrokken we van München, waar we 20 minuten te voren wa ren aangekomen, naar Zagreb. Ik heb in m'n eerste artikeltje uit Joego slavië, over de Hollandsche bloemententoon stelling, dat ik den 3den Mei uit Zagreb ver- De St. Stephan-Kathedraal te Zagreb Zond, immers al verteld, dat een negental journalisten, op uitnoodiging der Jpego-Sla- vische regeering, een rondreis door dat land zouden maken. Het was op den lsten Mei, dat we elkaar in iden dagtrein naar München ontmoetten en dat het de 1ste Mei was, werd ons tel kens weer voorgehouden, door de roode lap pen, die in alle steden waar we langs kwa men uit enkele vensters te wapperen hingen. Nog pas het vorige jaar, op de reis naar Oberammergau, had ik ditzelfde traject ook afgelegd en wat nieuws kreeg ik dus voorloo- pig niet te zien, al blijft de reis langs den Rijn altijd belangwekkend. En van het Beier - sche hoogland zagen we op de heenreis niet veel, omdat het, tegen dat we daar kwamen, al donker was en we, na in München te zijn overgestapt in den trein naar Zagreb, al spoedig den slaapwagen opzochten. Slapende naderden we de grens van Joego slavië, maar voor we tegen zeven urn- het grensstation Jesenice bereikt hadden, ston den we toch al allemaal voor de raampjes te kijken naar de hooge sneeuwbergen en de, nu eens kalm voortstroomende, een eindje ver der weer woest bruisende Save. Daar, in Jesenice, werden we opgewacht door den heer Parmatsjewitsj, die zijn naam heel anders schrijft, dan ik hem hier weer geef, maar dien u, als ik hem schreef zooals hijzelf het doet, niet zou kunnen uitspreken, omdat wü in ons alfabet nu eenmaal maar 26 letters hebben en de Joego-Slaven zich de weelde veroorloven er dertig letters op ma te houden; ik moet me dus wel met een fo netische spelling vergenoegen. Die mijnheer Parmatsjewitsj die referen daris is aan het Centrale Persbureau der re geering te Beograd, is op geheel de verdere reis onze vriendelijke, bereidwillige en on vermoeide geleider geweest, een taak, waarin hij door zijn niet minder vriendelijke, bereid willige en onvermoeide dochter Wisnja werd bijgestaan. Vijf en twintig uren had ik nu al in den trein gezeten, nog vijf-en-een-half uur zou er bij komen, voor we in Zagreb de eerste Joego-Slavische stad zou betreden. In die vijf-en-een-half uur zagen we uit den trein voortdurend de Save, eerst links, daarna rechts van den spoorweg en aan weerszijden bergen, bergen en nog eens ber gen, eerst nog met sneeuw bedekt, maar al lengs werd die minder tot we ten laatste al leen maar kale steengevaarten zagen, grijze bergen, waarop niets groeide, dan alleen op enkele kleine plekjes, waar zich in den loop der tijden een dun laagje humus verzameld had. Een grootsch gezicht, een indrukwekkend gezicht, maar ook een troosteloos gezicht die woeste, dorre, grauwe pracht. Om half een kwamen we eindelijk aan het voorloopige eindpunt van de reis, Zagreb, aan, waar we op het perron verwelkomd wer den door Zagrebber collega's endoor eenige Hollanders, bloemkweekers uit onze streek, die daar in Bagreb op de Jaarbeurs de Hollandsche bloemententoonstelling had den ingericht, waarover ik reeds vroeger ge schreven heb. Dat was natuurlijk een aangename verras sing, maar heel veel tijd om ons met de hee- ren bezig te houden werd ons niet gelaten, want de heer Parmatsjewitsj begon zijn taak met ons dadelijk naar ons hotel te sleepen, en ons daar te verzoeken ons nu maar gauw eventjes wat te verfrisschen en dan onmid dellijk weer beneden te komen om te gaan dineeren het was toch al na dinertijd. Zoo kwam het, dat wij na ruim dertig uren in den trein gezeten te hebben, nog geen drie kwartier nadat we waren uitgestapt, al weer in het Palace-hotel te Zagreb aan tafel zaten. Maar niet lang, want we moesten dien middag nog naar de Jaarbeurs en naar de Hollandsche bloemententoonstelling en naar den Hollandschen consul en de heer Par matsjewitsj haastte ons alweer, wat hij ge makkelijk doen kon, daar hij juist in die dagen een dieet volgde van mineraalwater met citroen- of sinaasappelsap en honig ge durende de veertien dagen van onze reis heb ik hem dan ook niets anders zien gebruiken dan dat en hij leeft nog. Na het diner gingen we allereerst onze op wachting maken bij den Hollandschen con sul, den heer Milivoj Cmadak, ook alweer zoo'n onuitspreekbare naam, dien ik opzette lijk zoo neerschrijf als ze het daar in Joego slavië ook doen, om er op te wijzen, dat elke v als onze w wordt uitgesproken en een r tusschen twee medeklinkers als een klinker beschouwd wordt en dan als „er" wordt uitge sproken; onze consul in Zagreb noemt zich dus Miliwoj Cemadak, waarbij de e niet te nadrukkelijk moet worden gehoord. We heb ben daar een aangenaam half-uurtje door gebracht en bij het scheiden noodigde de consul ons voor den volgenden avond op een „nachtmaal", zooals ze daar het souper, dat om acht uur, half negen aanvangt, noemen. Toen met een flinken omweg, die het ons mogelijk maakte meteen iets van de stad te zien, die er voor een stad met 185.000 inwo ners wezen mag er staan kloeke gebouwen en er is bijvoorbeeld een villapark in het hoog gelegen gedeelte, waaraan men 20 jaar geleden is begonnen te bouwen en waarin plaats is voor niet minder dan 20.000 villa's gingen we naar de Jaarbeurs. Als iemand bij het woord Jaarbeurs denkt aan Utrecht en wat daar tweemaal per jaar te zien is, dan slaat hij de plan'i geheel mis; de Jaar beurs hier is er meer een, zooals die in Ban doeng, waar niet alleen op monster verkocht wordt, maar waar ook de uitgestalde waren direct aan de bezoekers verkocht worden en waar bovendien ook een soort kermis, een Lunapark aan verbonden is. Tevens was er ook een automobieltentoonstelling aan ver bonden, die wel een der voornaamste afdee- lingen van de Jaarbeurs was. En dan natuur lijk de Nederlandsche bloemententoonstel ling, waarover ik hier niet nogmaals zal schrijven, maar waarvan ik toch nog wel eens wil vertellen, dat ze de grootste aan trekkelijkheid van de geheele Jaarbeurs was. En toen we moe gekeken en moe geloopen waren, wat nu niet zoo'n heel lastige karwei was geweest na de lange treinreis, werden we in de open lucht o, dat heerlijke klimaat daarginds! aan lange tafels gezet en werd er gepraat over alles en over niets, gepraat met de collega's en met Hollandsche bloemen- menschen. En toen ook hebben we voor de eerste maal kennis gemaakt met Sliwowitsj, een Joego-Slavischen drank, uit pruimen bereid, die het best te vergelijken is met onzen je never, wat scherper misschien, maar toch wel best te genieten, vooral de oude, wat trouwens met onzen jenever ook het geval is. En toen we dat „borreltje" met de daarbij rondgediende sandwiches hadden genoten, kwamen de kellners aandragen met groote glazen bier en met hoog opgestapelde scho tels met een echt Zagrebber volksgerecht, dat ze daar met het Duitsche woord Schintelbra- ten aanduiden en dat bestaat uit drie kleine, aan een stokje geregen en boven het vuur geroosterde karbonaadjes, die er grif in gin gen. De middag was intusschen al aardig opge schoten en het werd tijd om naar het hotel terug te keeren, teneinde ons te gaan kleeden voor het feestmaal, dat de Zagrebber jour nalisten ons in hun tehuis aanboden en waarbij ook een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur aanzat. Dat Zagrebber journalisten-tehuis? Zooiets zou hier eenvoudig onbestaanbaar zijn. in een stad met een dertigduizend inwoners meer dan Utrecht, hebben de journalisten zich daar een paleis laten bouwen, met groote zalen voor vergaderingen, talrijke klei nere zalen voor clubs en kleine intieme bij eenkomsten, een groot café-restaurant, met een terras, zoo ruim als ik er hier te lande geen ken en voorts met een aantal kamers, die aan ongetrouwde journalisten verhuurd worden. Ik geef hierbij een foto van dit ge bouw, dat enkele jaren geleden gebouwd is en niet minder dan tien miljoen dinaren (een dinar is cent) gekost heeft. In dat gebouw dan hebben we dien Bersten avond het „nachtmaal" gebruikt, waaraan t vroolijk toeging en dat een waardige eerste was in de rij der diners en nachtmalen die we in de veertien dagen die ce reis duurde, te verwerken kregen. En na het diner gezel lig samenzijn, zoodat het alweer de volgen de dag, dus Zondag, was, toen we elkaar lakoe notsj, oftewel goeden nacht wenschten en ons hotel opzochten. En toen maar vlug slapen, want de vol gende dag zou voor allen weer vroeg begin nen en voor de Katholieken onder ons, die eerst nog om half zes de H. Mis in de kathe draal wilden bijwonen nog extra vroeg. ARTHUR TERVOC*tEN. Donderdagmiddag is te Nieuwer-Amstel bij het spelen op een schip in den Amstel, een 11-jarige jongen door een luik in het ruim gevallen. Met een ernstige hersenschudding en inwendige kneuzingen werd hij naar een ziekeninrichting te Amsterdam overgebracht. A HANDELSCREDIETEN VREEMDE VALUTA. INCASSO'S NED. MIDDENSTANDSBANK N.V. Kantoor: Haarlem, Gierstraat 14 Telef. 13098 Men schrijft ons: Maandag gaat het gebeuren! Laat ons nog eens in het kort herhalen wat het programma is en eenige mededeelingen doen voor de be zoekers, voor een goeden gang van zaken noodzakelijk. Klokslag half 3 begint het massaal spreek koor op het Kathedraalplein te Haarlem. 1000 jongens zullen daar hulde brengen aan onzen Koning Christus. Zij zullen spre ken en zingen God ter eere en tot stichting der aanwezigen. Heldere klanken van koper instrumenten zullen daar luister bijbrengen en kleurrijke vlaggen zullen het geheel een feestelijk aanschijn geven. Hoog zal de geest drift oplaaien. Monseigneur de Bisschop van Haarlem zal de plechtigheid met zijne hooge tegenwoordigheid vereeren. Na afloop van dit spreekkoor houden de jongens een défilé voor den Bisschop en marcheeren de Kathedraal binnen, vervol gens gaat de Bisschop de kerk binnen en daarna volgen de toeschouwers. Opdat alles goed zal verloopen, is het ter rein voor de toeschouwers verdeeld in ge nummerde vakken. De nummers der vakken staan ook op de kaarten en dezelfde num mers vindt men ook vermeld op de verschil lende ingangen van de Kathedraal. De num mers 2, 4, 6, 8 en 10 komen op het terrein en ook in de kerk aan den kant der Wester gracht. De nummers 1, 3, 5, 7 komen binnen aan den kant van het Emmaplein. De fiet senstalling is onder de kerk aan den kant der Westergracht. Auto's parkeeren op het Emmaplein en in de Karei van Mander- straat. Wanneer allen in de Kathedraal zijn ge komen, wordt een plechtig Lof gehouden, waaronder Monseigneur een toespraak houdt. Met bijzonder verlof van den Bisschop wordt, onder dit Lof, de zang begeleid door koperinstrumenten. 100 Misdienaars, in feestelijk rood, zullen zich op en om het Hoogaltaar scharen. Ook de Seminaristen van Hageveld zullen ruim 300 in getal het spreekkoor komen bij wonen, en zullen mede voor Monseigneur défileeren. De toegangskaarten zijn voorzoover nog voorradig aan de volgende adressen te verkrijgen: Haarlem: P. Verhoogd, Leidschevaart 144; N. Kraakman Jr., Plein 20; W. van Leeuwen, Brouwersvaart 118; L. van Berkel, Burgwal 115; J. Elligens, Emostraat 1; J. Felix, A. L. Dyserinckstraat 13rd.; J. Jonckbloedt, Ged. Oude Gracht 94; Gebouw St. Bavo, Smede- straat 23; J. H. Cliteur, Jansstraat 42; H. A. Willenborg, Frans Halsstraat 29; J. en A. Stam, Paul Krugerstraat 19; A. Sweerts, Timorstraat 42; P. Schoorl, Rijksstraatweg 365; J. H. de Werd, Kleverparkweg 4; C. A. P. Dammers, Lourens Costerstraat 25; P. J. M. v. Tetering, Groote Markt 4. Hillegom: Directeur Jongens-Patronaat. Bennebroek: Directeur Jongens-Patronaat. Noordwijkerhout: Directeur Jongens-Pa tronaat. Zilk: Directeur Jongens-Patronaat. Lisse: J. v. d. Zijden, Engelenbrug; Druk kerij Graficus, Kanaalstraat. Prijs der kaarten: Vak 1 en 2 (le rang) 25 cent; de overige kleuren twee voor 25 cent. Tekstboekjes 10 en 25 cent. Na het Pontificaal Lof gaat de marsch der duizend naar het Brongebouw langs: Emma plein, Emmabrug, Emmastraat, Koninginne weg, Julianastraat, Lorentzplein, Houtplein, Brongebouw. De traditioneele „luilak" Haarlem eigen is weer gevierd en Raam-, Kamper- en Gasthuissingel hebben weer hun rust en orde teruggekregen. De omtoovering in een levende bloemen markt is altijd slechts van korten duur Vrijdagavond en Zaterdagmorgen doch dit doet juist zoovelen haar bezoeken; ieder wil dan tegen zijn gewoonte van den dag in „geluilakt" hebben en een echte Haar lemmer zou zich zelfs schamen, in de twee aan Pinksteren voorafgaande dagen niet met „luilak" betiteld te kunnen worden. Zijn vlijt en arbeidzaamheid kunnen hem in deze dagen een benaming, welke daarmede in zich geheel in strijd is, niet verkeerd bedoeld doen opvatten en daarom houdt hij zich ieder jaar weer aan zijn gewoonte en gaat de bloemenmarkt op. De een is dit gewend te doen reeds in den vroegen Vrijdagavond, anderen houden er den nacht voor vrij en ook 's Zaterdags pleegt menigeen nog wel de flora te bewon deren, de tijd van „luilakken" doet er niet toe: men blijft de traditie getrouw. Veel onverwachte omstandigheden zouden hem hierin kunnen tegenwerken wij denken hier voornamelijk aan de weersgesteldheid doch deze moeten zich dan al in onover- komelijken vorm voordoen, wil hij zich daardoor laten dwingen. Thans heeft de natuur zich zeer onder danig getoond, alhoewel zij eerst roet in het eten dreigde te gooien; regen en wind werden zoolang „buiten westen" gehouden en hopelijk komen zij niet uit hun schuil hoek te voorschijn voordat de Pinksterdagm en de dan te smaken genoegens achter den rug zijn. Blijve het niet bij dezen wensch! Zoo waren er dus geen spelbrekers te vreezen wind en water bleven weg en dus verscheen ieder, wien het maar eenigs- zins mogelijk was, ter „luilak". De kweekers en andere verkoopers had den de bloemetjes goed buiten gezet en ieder kon zijn wenschen bij hen in vervul ling doen gaan. Men behoefde de vreemd ste namen niet te noemen, of de aldus ge- doopte flora-kinderen doken uit de planten en bloemenzee op. Bijzonder werden dezen keer de cactus-kinderen en -babies vertroe teld; althans vele, hoewel niet steeds wel gevormd, zagen wij liefdevol en zorgzaam meegevoerd worden naar een beter oord dan de koud-zakelijke marktwoning. Doch ook de andere planten en bloemen waren in trek en werden evenmin verstooten. Wie zou dat ook kunnen. Als bewoner van de bloemenstad moet iedere Haarlemmer toch de bloemen en planten lief hebben! En dit hebben zij ook nu weer op daad werkelijke wijze getoond. Beladen met velerlei kweekkunst-produc- ten zag men hen huiswaarts keeren, zich er over verheugend, dat zij zoo goed geslaagd waren, en ook waren er, die reeds voor de tweede maal de reis maakten. En de kooplieden deden goede zaken, zoo dat het ook hun naar wensch ging en alzoo allen bevredigd huiswaarts keerden. De eischen der curatoren en de verweren Ten kantore van de advocaten Mrs. André de Leeuw en H. Boekei is dezer dagen de dagvaarding voor den Amsterdamschen kan tonrechter uitgebracht, waarmede het- proces tusschen de curatoren in het faillissement der Verzekering Mij. „de Nieuwe Boerhaave" en de Algemeene Commissie ter behartiging van de belangen der verzekerden een aanvang heeft genomen. Zooals bekend is, heeft dit proces ten doel om een principieele rechterlijke beslissing uit te lokken in het geschil tusschen curatoren en verzekerden. Het zal wellicht eenige jaren duren, alvorens een uitspraak in hoogste in stantie zal zfjn gewezen. Gedurende dien tijd kunnen de bij de commissie aangesloten ver zekerden echter zonder vrees voor een per soonlijke dagvaarding de uitspraak in het proefproces afwachten. Een kleine 4000 ver zekerden hebben zich reeds bij de Algemeene Commissie aangesloten. Blijkens de dagvaarding steunt de eisch van curatoren tot betaling van het tweevoud der jaarpremie als bijdrage in de liquidatie op de volgende gronden. Door onderteeke- ning van het aanvraagformulier heeft de gedaagde zich verbonden als lid van de we- derkeerige verzekeringsmaatschappij. Het re glement der Mij., door de verbintenis van toepassing geworden, houdt in art. 47 de be paling in, dat ingeval van liquidatie door de algemeene vergadering zoo noodig wordt vastgesteld welk bedrag moet worden gestort als bijdrage in de liquidatie. Het is krachtens dit artikel, als ook krachtens den aard der Mij. als wederkeerige waarborgmaatschappij, dat de leden verplicht zijn om den gevorderden omslag in het tekort te betalen. Dat de arti kelen 22 en 23 van het reglement, behelzende het deelen door de leden in de winsten en verliezen der Mij., zijn uitgesloten, doet vol gens curatoren niet ter zake, zoodat daar over in de dagvaarding natuurlijk niet is ge rept. Vanzelf sprekend zal een der verweren nu zijn te betoogen, dat door die uitsluiting van de art. 22 en 23, tevens artikel 47 komt te vervallen, en, nog verder gaande, de ver zekerden geen leden zijn der gefailleerde Mij., maar door hen met de Mij. een gewone verzekeringsovereenkomst is gesloten. Ten slotte wordt in de dagvaarding nog gemoti veerd, waarom de omslag op het tweevoud der jaarpremie is gesteld. Het nadeelig saldo, vermeerderd met de faillissementskosten wordt geraamd op ongeveer 420.000. Onder voorbeeld om den gevorderden omslag zoo noodig te verhoogen hebben curatoren ieders bijdrage vastgesteld op het tweevoud der jaarpremie, daar zij verwachten door middel van dien omslag het nadeelig saldo geheel te kunnen dekken. De woeker van Haarlem B. en W. van Amsterdam leggen den Amsterdamschen Raad een verordening ter goedkeuring voor, waarbij het ver boden wordt, in welken vorm ook, bin nen de gemeente van het uitleenen van geldsommen een beroep, bedrijf of ge woonte te maken, indien de geleende geldsommen uitsluitend of voor een overwegend deel 500 of minder plegen te bedragen. Dit is een maatregel tegen de woekeraars en het is te hopen, dat het Haarlemsche gemeentebestuur spoe dig bepalingen maakt van dezelfde strekking, want ook zonder nader on derzoek weten ingewijden wel, dat in Haarlem het woekerbedrijf welig tiert. Wij vernamen een dezer dagen weer een ergerlijk staaltje van het leed, dat de woekeraars over hun slachtoffers brengen. Ten einde raad waarschijnlijk was de man, dien wij bedoelen, bij een boter boer terecht gekomen, een bekend woe keraar in Haarlem. Hij vroeg dezen 75 ter leen en, nadat deze Shylock zich had overtuigd, dat de man een vaste betrekking had, kreeg het slachtoffer 75 ter leen, maar hij moest een schuldbekentenis teekenen groot 100. Onze boterboer eischte dus om te begin nen 33 procent winst. Of neen, 33 pro cent is voor zoo'n seigneur een belache lijk lage vergoeding. Er moest per week 5 worden afgelost, zoodat de boterboer niet 33 maar 115 procent rente maakte. Het ergste is nog niet verteld. Het kwam voor, dat de werkman zijn vijf harde guldens aflossing per week niet kon missen en dat hij de aflossing over sloeg. De boterboer legde dan boete op. Hij liet hem driemaal vijf gulden als straf voor dat verzuim betalen. En toen de geknevelde langzaam in den put af zakte, bood onze menschlievende boter- handelaar een nieuwe leening aan van 200, maar liet het slachtoffer daar voor een schuldbekentenis groot 400. teekenen, waarvoor hij acht gulden af lossing diende te betalen. Geëischt werd ook een cessie van het weekloon, zoodat de woekeraar beslag kon laten leggen op het loon. Toen zat de man geheel in de klauwen van den bloedzuiger en werkte voortaan voor den boterhande- laar, een moderne vorm van slaven handel. Het is natuurlijk misgeloopen. De werkman kon zijn zware lasten niet op brengen en wist onder voorwendsels nog geld te leenen bij kameraden, waar mede hij ten slotte natuurlijk ook in ongenoegen kwam te leven. Het eerste slachtoffer is hij niet geworden, maar het is wel onze plicht te zorgen, dat het in Haarlem een der laatste slacht offers is. Moge er in Haarlem spoedig een ver ordening komen zooals in Amsterdam in de maak is, maar deze zal alleen nuttig kunnen werken als daarnaast ook een instelling in het leven wordt geroepen, waar werkelijk voorspoedig geholpen kan worden. Mej. M. A. van der Putten hoopt op Don derdag 28 Mei a.s. den dag te herdenken, dat zij 25 jaar geleden bij de Wed. W. VerdiigaaL thans de fam. Verdegaal te Lisse, in betrek- kring kwam. In onzen tijd van snelle ver plaatsing voorzeker een feit, dat vermelding verdient! Het journalistentehuis te Zagreb De Koning Tomislawboulcvard te Zagreb „NATTE KEES." Met beide handen zwaar 't café-tafeltje besteunend stond ie op, gaf zich 'n zetje en kwam bij 't buffet terechtlei 'n brief je van tien neer. De kastelein nam z'n „weekboekje", likte aan 't potloodje, teldeschoof 't briefje in z'n la en Kees kreeg 'n gulden met 'n beetje klein zilver terug. Hij bromde 'n soort groet, liep 'n stoel omver, gaf de deur 'n duw met z'n elleboog en stond op de stoep nog 'n poosje rond te kijken. Toen ie wist, of voelde, welke kant ie op moest de Zaterdagavond was de lastigste voor „Natte Kees" ging 't op huis aan de torenklokken galmden 't middernachtelijk uur. De weinige late wandelaars, die hem moes ten passeeren, maakten 'n wijde bocht voor Kees, want 't heele trottoir werd door hem in beslag genomenen menigmaal bleek 't zelfs niet eens breed genoeg te zijn dan kwam ie met 'n gevaarlijk struikel- drafje op den rijweg terecht, zeilde naar de overzij, waar weer 'n ander trottoir tot z'n geheele terrein behoorde. Hij kwam in botsing met n lantaarnpaal, die twee minuten lang door 'm werd uitge scholden, om even later, na 'n zijwaartsche zwik-stap, als 'n zak op de straatkeien te recht te komen. Daar bleefie liggen vloeken tot ie door 'n paar voorbijgangers werd opgeholpen. Er was 'n groote scheur in z'n knie en er drupte bloed van z'n geschaafde hand. Nu zouden we met weinig moeite kunnen laten volgen 'n cliché-achtige beschrijving van het interieur eener krom-gezakte steeg- woning'n kale tafel met twee en 'n halve poot, 'n paar stoelen zonder zitting'n bed van stroo met wat ouwe kleeren voor dek'n koude kachel'n magere vrouw met 'n stel hongerige kinderen enzoovoorts enzoovoorts. Maar dat hoeft nietook omdat 't niet waar is. Zonder die „uiterlijkheden" kan 't óók wel erg zijn. Al was 't alleen maar de bijnaam „Natte Kees", die voor z'n vrouw 'n grooter verne dering was al had ze 'r vanzelf voor geen cent schuld aan, wat wel „meer" 't geval is dan alle andere narigheid bij elkaar. Kees woonde in 'n net bouwvereenigings- huisjeen dat er fatsoenlijk meubilair wasen géén groot gebrek aan eten en kleeren, dat lag aan de twee of drie ge trouwde kinderen, die 't goed hadden, en hun moeder steunden zooveel ze konden. Die kinderen woonden in andere plaatsen, wat aan een kant maar gelukkig was, en helaas niet heelemaai toeval. Je woont nou eenmaal niet erg graag in 'n stad waar je vader of schoonvader als „Natte Kees" bekend staat. En moeder vond het óók maar 't beste Wat niet wegnam, dat ze heel wat stil verdriet alléén te verwerken kreeg, omdat ze niemand bij zich had om es ordentelijk te gen uit te huilen. Voor de naam van haar „knap-getrouwde" kinderen had ze dat echter wel over. We weten zoo zoetjesaan wel, wat 'n moeder „hebben" kan, nietwaar? Om weer niet bezijden de waarheid te gaan, moet worden gezegd, dat de vrouw van Kees geen heilige was. 't Scheelde de helft wel niet, maar 't zou toch wel 'n „heel apart" soort mensch geweest zijn, als ze niet es 'n enkele maal in opstand zou zijn gekomen tegen 't zwijnen-leven van 'n vent, die om zoo te zeggen bijna nooit 'n vrouw en kin deren is waard geweest. En toen ie dan ook op deze avond die nochtans weinig verschilde met 'n paar dui zend avonden daarvóór 't huisje binnen stortte met 'n gat in de knie van 't bijna nieuwe pakzonder hoedbemod- derd van boven tot ondermet bloed op z'n overhemdtoen kwam het bij de getergde vrouw weer es tot 'n uitbarsting van lang gekropt leedmet als resul taat, dat „Natte Kees" z'n vrouw van tegen de zestig in de borst greep en als 'n dweil in 'n hoek kwakte. U ziet: zooiets kan óók gebeuren in 'n huiskamer, die geen sporen draagt van 'n door drankzucht ontredderd gezin. Stl De vrouw van Kees schrok niet toen ze de deur opende op 'n Zondagavonden 'n politieagent zag staan. Dat was wel meer gebeurdmen wist wie ze was, en kwam 't haar zeggen als Kees 's nachts op het bureau z'n roes moest uit slapen. Deze keer had de agent echter niet het gewone gezicht van ,,'t is weer zoo". Hij kwam zeggen, dat Kees was aangere dennogal ernstigen dat ie in 't gasthuis lag. Vijf minuten later was ze onderweg. Hij lag er met verbonden hoofd en ar menze wachtte 'n uurmaar hij kwam nog niet tot bewustzijnEn ze ging weer naar huis, ook omdat de dokter dat maar 't beste vond. Als ie bij kwam zou ze worden gewaarschuwddirect gevaar was er niet. Dat duurde nog bijna twee dagen. Ze ging er heen weer De begroeting was heel gewoontjesze kon 't niet helpen. Kees zei weinigen keek meest 'n an dere kant uitZe vroeg of ze 't de kinderen moest schrijvenKees kreeg 'n kleuren schudde van „nee". Elke dag kwam ze terugnam 'n paar sinaasappelen of iets anders mee sprak over gewone, dagelijksche dingetjes zei geen woord van 't ongeluk en de oor zaak. De tiende dag begon Kees te huilen deed 'n poging om haar hand te grijpen doch trok terughij durfde niet wel licht. t. 'n Kleine zes weken Kees ging weer aan 't werk, kalmpjes-aan nog. Hij kwam 's Zaterdagsmiddags thuis met z'n ongeschonden weekloontelde alles op tafel uitnam 'n gulden terug voor de barbier, 'n paar sigaren en 'n half pond tabak „Zoo blijft 't, vrouw." Meer zei ie nietstak 'n pijp op en ging de krant lezen Z'n vrouw wist niet wat ze moest zeggen zoo directen hij verwachtte blijkbaar ook geen antwoord of 'n dankbaar gezicht. Kees bleef verder eiken avond thuis Als ie de krant uit had soms las ie wat voor ging ie aan 't werk. Hij scharrelde in 't tuintje.... maakte 't kippen- en ko nijnenhok schoon, of zocht bezigheid in huis 't Duurde niet zoo lang, of de plafonds en muren waren gewit en alles stond nieuw in de verfen zoo verder waren er tel kens wel kleine reparaties of opknapperij- tjes te verrichten. Z'n vrouw deed vanzelf alles, om 't hem in huis zoo prettig mogelijk te maken, doch kon er niet toe komen hem om z'n gedrag te prijzenwel uitte ze haar voldoening over de vele veranderingen, die 't huisje tot 'n aangenamer verblijf maakten, a lliet Kees deze goedkeuringen met 'n soort onverschil lige verlegenheid langs zich heen gaan. Tot 'n zich tegenover elkaar „uitspreken" kwam 't niet. Dit lag eenerzijds aan Kees, die vond. dat er nog jaren noodig waren, om iets van 't verledene goed te makenen z'n vrouw moest, als ze eens neiging had, om extra hartelijk te doen, telkens weer denken aan die Zaterdagavond, dat ie haar als 'n vod had weggeslingerden aan de der tig jaren hel. Zooals gezegd: 'n heilige was ze niet. 'n Paar maanden na deze verandering werd Kees ziek thuis gebracht. Al 'n week had ie zich beroerd gevoeld, maar was er mee blijven doorloopen. Longontsteking en pleuris, zei de dokter. Den volgenden dag vond de dokter t hoog noodig, dat de kinderen werden gewaar schuwd 't Werd 'n t>enauwde nacht. Ze bleef bij 'm waken 's Morgens informeerde hij naar de kin deren. Die zouden er tegen den middag kun nen zfjn, deelde ze hem mede. „Dat halen ze niet meer" hoestte Kees schokkend „Ik voel 'ten dat is misschien we goed zooik verdien 't niet Na 'n poosje zei Kees: „Vrouwik had me voorgenomen 'n jaar of vijf, of tien. te wachtenen je dan vergiffenis te vra genvoor allesmaar God brengt me 'n vroegere dooddat zal m'n straf moeten zijnZou je 't kunnen? Zou je 't kunnen, om nou vast oin n o u vast *e zeggen Ik vergeef 't je. Kees... „Wel bedankt. Minawel bedankt voor jou is 't beroerd, dat 't nieuwe leven maar zoo kort mocht duren ..Ik weet. dat je 't nou verder goed be- •ve'de. Kees Das genoeg voor me." De kinderen kwamen te laat De buren zeiden: „Jammer 't gine juist zoo goed met 'm den laatsten tijd." Maar er waren duizend anderen, die niet in de buurt woonden. En die zeiden: ,,'t Mensch mag blij wezen, dat ze van die „lor" af is." G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5