T
bevordert vlug,ge
rie
fi;jb
reizen
w
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
BINNENLANDSGH NIEUWS
EERSTE KAMER
De verbinding der
IJ-oevers te Amsterdam
^en tunnel bij de Hembrug, een brug
bij Schellingwoude
De Verkeersdag
R. K. Centraal Bureau voor
Volksgezondheid
De Amelandsche verkiezingskwestie
Bloembollenpellerijen
Vleesch uit Denemarken
GEMENGD NIEUWS
Tragisch
Mijn eerste patient
Onweder in het Oosten
en Zuiden
Persoonlijke ongevallen;
verschillende branden
Auto over den kop geslagen
Onder een muur bedolven
Sabotage op een oorlogsbodem
De Appingedammer uitbreker
Van 8 meter hoogte gevallen
Met 100 K.M. snelhtid gereden
FINANCIEN
Sodalitas Medicoruin
Vergadering van Woensdag.
Onteigening.
Aan de orde is het wetsontwerp onteige
ning voor verbetering van den Rijksweg
tusschen De Bilt (Vollenhoven) en Amers
foort.
De heer POLAK (S.D.A.P.) betoogt, dat
dit ontwerp weer bewijst dat het departe
ment telkens weer in moeilijkheden komt,
doordat wettelijke maatregelen tegen z.g.
„lintbebouwing" ontbreken.
De MINISTER Wijst erop, dat de strek
king van dit ontwerp is: ruim te onteigenen.
Inzake de wegbreedte gelooft spr. dat een
juist gemiddelde is gekozen.
Het wetsontwerp wordt z. h. st. aange
nomen.
Suikerwetje.
Aan de orde is het wetsontwerp tot steun
aan de verbouwers van suikerbieten.
De heer v. d. BERGH (V.B.) meent, dat
de regeering hier een zeer groot offer brengt
om een belangrijke cultuur voor ons land te
behouden. Het betreft hier een uitzonde
ringstoestand, die bijzondere maatregelen
wettigt.
Spr. betreurt, dat de regeering geen poging
onderneemt om tot een internationale over
eenkomst te komen. Hoe dieper de belang
hebbenden in den put zitten, hoe beter de
internationale samenwerking hier kan zijn.
MINISTER RUYS DE BEERENBROUCK
wil niet ontkennen, dat de regeering opzet
telijk voorzichtig is ten opzichte van het
initiatief tot een internationale overeen
komst. De heer v. d. Bergh zal weten hoe
moeilijk het hier is om richtlijnen vast te
stellen.
Het ontwerp wordt z. h. s. aangenomen.
Indische begrooting.
Aan de orde is de begrooting van Neder -
landsch Indië.
De heer BRIëT (AR.) bespreekt de uiterst
moeilijke positie waarin de nieuwe gouver
neur-generaal komt te verkeeren. Meer dan
ooit is nu de allerbekwaamste man noodig,
dien Nederland geven kan.
In Nederland is een man te vinden met
een krachtigen wil en groote kennis van
Indië, een leidende kracht van de allereerste
orde, die Nederland gered heeft en interna
tionaal waardeering geniet. Heeft de regee-
ripg alle krachten ingespannen om dezen
man, den heer Colijn, voor benoeming voor
te dragen?
De heer MENDELS (S.D.A.P.) wil ook be
zuiniging. De vraag is maar waarop. Uitstel
van maatregelen op het gebied van onder
wijs, gezondheidszorg, irrigatie en wegen
bouw acht de minister niet begrepen onder
het schaden van „vitale belangen" Spr. staat
hiervan versteld en hij acht dit er een bewijs
voor, hoe men tegenwoordig iedere „gêne"
maar onder de tafel schopt.
Spr. komt voorts tot het optreden tegen
de inlandsche beweging en bespreekt het
vonnis van den Bandoengschen Landraad
tegen ir. Soekarno. Dit vonnis heeft spr.
doorgewerkt en spr. vindt het een bescha
mend stuk.
Spr. wil niet spreker over den man, die
niet, maar over den man, die wel benoemd
is, den heer De Jonge, een charmant, keurig
mensch, geboren Hagenaar, maar van wiens
regeercapaciteiten nooit iemand iets gemerkt
heeft. Men heeft dezen man opgevischt en
in de olie gezet, zooals met oud-ministers
te doen gebruikelijk is, een tactiek waarover
spr. reeds eerder gesproken heeft als in
haar strekking corruptief. Thans is de zaak
omgekeerd en wordt een commissaris van de
Koninklijke zoo van zijn zetel gehaald en
gouverneur-generaal gemaakt. Dat noemt
spr. een schandaal!
Hier zwijgt men erover. Deze groote tijd
treft helaas een klein geslacht, maar de
wereldgeschiedenis zal de regeerende klasse,
die deze politiek voert, niet alleen oordeelen,
maar ook veroordeelen.
De vergadering wordt te 4.30 verdaagd.
Door den directeur van Publieke Werken
te Amsterdam, ir. W. A. de Graaf, is een
zeer uitvoerig rapport aan B. en W. uitge
bracht over het sedert jaren aanhangige
vraagstuk van de verbinding der IJ-overs.
Het „Hdbd." is in staat uit het omvang
rijke rapport de hoofdzaken mede te dee-
len en wij ontleenen er het volgende aan:
Het stedelijk verkeer zal in de toekomst
op voldoende wijze met de ponten kunnen
-worden vervoerd, mirs van een verdere uit
breiding der bebouwing benoorden het IJ,
buiten zekere grenzen, worde afgezien.
Intercommunale verkeersbehoeften
Directeur De Graaf wil de internationale
verkeersbehoeften bezien in een ruim ver
band. Hij zegt daarvan o.m.;
Het verkeer uit Noord-Holland zal in de
toekomst meer in het bijzonder op twee
hoofdwegen georiënteerd moeten zijn: de
eene is de provincie weg AmsterdamAlk
maar, aansluitend op den rijksweg Haarlem
Alkmaarden Helder; de andere de rijks
weg AmsterdamHoornWieringenFries
land. Voor de kruising van beide verkeers
wegen met het IJ dienen oplossingen ge
zocht door afleiding langs de West-, zoowel
als langs de Oostzijde van de stad. De aan
sluiting van beide overgangen aan het
stedelijk wegennet zal zóó moeten zijn, dat
bet verkeer van buiten, naar binnen diver
geert en zich dus steeds meer „verdunt".
De oplossing, die den rapporteur voor
oogen staat, zou moeten zijn aldus:
Het aanleggen van een tunnel bij de
Hembrug en een brug bij Schellingwoude.
Beide overgangen sluiten aan op een groo-
ten ringweg voor gewoon verkeer, die in de
uitbreidingsplannen werd geprojecteerd en
aansluiting geeft op alle intercommunale
verbindingswegen.
Het doorgaand verkeer blijft op deze wijze
geheel aan den rand der stad, dat, voor de
binnenstad bestemd, kan zich reeds in de
buitenwijken in verschillende richtingen
verdeelen waardoor te groote opstopping op
enkele punten, wordt vermeden.
„De tunnel aan de Hembrug heeft nog
een ander belangrijk voordeel; deze kan
mede worden ingericht voor spoorwegver
keer.
Onder de aangenomen helling van 1 op 50
is het, zegt de heer De Graaf, nJ. mogelijk,
het geëlectrificeerde spoorwegverkeer er
dcor te voeren.
De hinder, dien de Hembrug thans voor
de scheepvaart oplevert en die, bij verdere
ontwikkeling van het spoorweg- en scheep
vaartverkeer, op den duur toch tot het
nemen van belangrijke maatregelen zal
dwingen, wordt door het bouwen van den
tunnel opgeheven.
Indien men oordeelt, dat op den duur het
goederen spoorwegverkeer door den tunnel
te groote exploitatiebezwaren zal opleveren,
dan kan dit naar Noord-Holland over de
overbruggiag bij Schellingwoude, worden
gedirigeerd, waardoor te Amsterdam een
fraaie en onmiddellijke aansluiting aan het
centrale emplacement in Watergraafsmeer
kon worden verkregen.
Zoo worden dus, zoowel aan de West-, als
aan de Oostzijde kruisingen van de scheep
vaart-route verkregen, die, èn het spoor
wegverkeer èn het gewone verkeer dienen,
zonder dat dit van de scheepvaart wordt
belemmerd. Op deze manier zal het vraag
stuk der IJ-oever-verbinding voor langen
tijd zijn opgelost.
Ofschoon de rapporteur aan het tunnel-
vraagstuk groote aandacht heeft besteed,
concludeert Lij toch, niet tot het bouwen van
een IJ-tunnel over te gaan.
Een brug over het buiten IJ
Ter nadere toelichting van de noodzake
lijkheid een brug bij Schellingwoude te
doen bouwen, vermeldt het uitvoerige werk
het volgende:
„De eischen die door de groote vaart wor
den gesteld, beletten een kruising van het
Noordzeekanaal of het afgesloten IJ met
een vaste, of een beweegbare brug. Tegen
het kruisen van het vaarwater in het open
Ij beoosten Schellingwoude het punt
waar de groote vaart eindigt, bestaat ech
ter géén bezwaar.
Wel is een zoodanige overgang op ge-
ruimen afstand van het stadcentrum gele
gen doch als het tracé aansluit op het ring
wegenstelsel om Amsterdam is een uitste
kend geheel verkregen. Deze verbinding
immers zal den rijksweg uit de richting
Hoorn kunnen opvangen ter hoogte van het
noordelijke einde van den Buikslotermeer-
polder en langs den Zeeburgerdijk in aan
sluiting brengen met den Ringweg (Moluk-
kenstraat).
Voor het doorgaande verkeer uit het
noorden, gaande in oostelijke en zuidelijke
richting, wordt door deze verbinding een
weg verkregen, die buiten de verkeerscom-
plicaties van een groote stad blijft en dus
met groote snelheid kan worden bereden.
Buitendien geeft de weg voor het door
gaande verkeer uit het noorden met be
stemming in zuidoostelijke richting (Gooi
en Utrecht), een bekorting in den af te leg
gen afstand. Voor het verkeer waarvan de
bestemming meer in zuidwestelijke rich
ting ligt (Rotterdam, Den Haag), is de af
te leggen afstand weliswaar 2 a 4 K.M.
grooter, doch daartegenover staan de voor-
deelen van grooter snelheid en het vermij
den van het oponthoud aan de ponten.
Het grootste gedeelte van het verkeer uit
de richting Hoorn zal, buitengewone om
standigheden uitgezonderd, de brug bij
Schellingwoude verkiezen boven de IJ-pon-
ten. Door die brug zal de afleiding zijn
verkregen van het intercommunale verkeer,
voor zoover dit wordt toegevoegd door den
eersten hoofdweg uit het noorden, die over
Purmerend en Hoorn.
De brug is gedacht als vaste brug met
een doorvaarthoogte van 7 a 8 M. Mocht
tegen den tijd waarop tot de uitvoering van
dit werk wordt overgegaan het aanleggen
van hooge, vaste bruggen voor onze binnen
scheepvaart bezwaren ontmoeten, dan kan
alsnog een beweegbaar gedeelte ter wijdte
van 12 a 14 M. aan de brug worden toege
voegd. De kosten van dit werk worden ge
raamd op 6.600.000.
De tunnel aan de Hembrug
Directeur De Graaf schenkt hierna atten
tie aan den provincalen weg Amsterdam-
Alkmaar, die het drukke verkeer uit de
Zaanstreek en uit de duinstreek bedient.
Dit verkeer zal gebruik maken van het
thans vernieuwd wordende pontveer aan de
Hembrug. De capaciteit van zulk een veer
zooals trouwens bij zoovele veren over
de groote rivieren duidelijk is gebleken
kan in de toekomst ónmogelijk voldoen aan
de behoeften, zoodat een vaste verbinding,
een continuverkeer waarborgende, noodza
kelijk zal worden.
Daar, met het oog op de scheepvaartbe-
langen, niet aan een brug kan worden ge
dacht, is men aangewezen op een tunnel,
welke in de omgeving van de Hembrug
moet worden getraceerd. Bij zulk een ver
binding wordt de aansluiting aan den gor-
delweg voor intercommunaal verkeer en het
bereiken van het hart der stad, mogelijk
gemaakt langs den kortst mogelijken weg.
De tunnel aan de Hembrug zal voor het
snelverkeer niets dan voordeelen opleveren.
De Hembrug zal verdwijnen
In verband met bovenstaande en de meer
en meer doorgevoerd wordende electrificatie
van de spoorwegen, constateert het rap
port, dat de Hembrug in de toekomst niet
is te handhaven. Want de ontwikkeling der
scheepvaart zal verlenging en vermeerde
ring der openingstijden vergen, de spoor
wegen daartentegen vermindering van den
openingsduur.
Naar de directeur van P. W. meent, zal
aan dezen strijd van belangen een einde
dienen te worden gemaakt door het vervan
gen van de Hembrug door een spoorwegtun
nel, tevens ten dienst van het auto- en
voetgangersverkeer.
De Bond van Vrijwillige Verkeersinspectiën
zal op den Verkeersdag van Zaterdag 6 Juni
a.s. ook onder de jeugd, propaganda maken,
opdat de leuze „Veiling Verkeer" tot in de
schoollokalen zal doordringen.
Er wordt door bovengenoemden bond koste
loos een speciaal voor dit doel samengesteld
verkeersschriftje ter beschikking van ge
meente- en schoolbesturen gesteld om dit ter
hand te stellen aan het onderwijzend perso
neel van de hoogste klassen der Lagere
School, met verzoek op 6 Juni öf als op
Zaterdag de school gesloten is, den daaraan-
voorafgaanden dag aan de hand daarvan
een en ander te vertellen of voor te lezen.
Reeds zijn duizenden exemplaren voor dit
doel aangevraagd. Voor het geval gemeente-
of schoolbesturen een desbetreffend verzoek
niet mochten hebben ontvangen, kunnen de
geschriften nog worden aangevraagd-bij den
secretaris, den heer C. J. van Wijngaarden
van Rees te Utrecht.
Centralisatie van krachten.
Naar de „Volkskr." verneemt, is in voor
bereiding de stichting van een R.K. Cen
traal Bureau voor Volksgezondheid.
Het ligt verder in de bedoeling te komen
tot de vorming van een groot katholiek
Charitasverband.
Voorts verneemt het blad, dat ernstig ge
werkt wordt aan de stichting van een ka
tholieke nationale organisatie voor kinderbe
scherming, een „Katholieke Bond voor Kin
derbescherming", zulks ter behartiging van
de verzorging der verwaarloosde jeugd. Wel
licht krijgt de stichting van dezen bond
reeds begin Juni haar beslag.
De lijst der vrijzinnige partijen alsnog
geldig verklaard.
Ged. Staten van Friesland hebben, naar
aanleiding van een door E. de Haan te
Hollum ingesteld beroep, alsnog geldig ver
klaard de door het hoofdstembureau voor de
verkiezing der leden van den raad buiten
behandeling gelaten candidatenlijst der vrij
zinnige partijen, die was ingeleverd door ie-
mande, die de lijst niet had onderteekend.
Regeling van den arbeidstijd
De Minister van Arbeid, H. en N. heeft
aan hoofden of bestuurders van bloembol
lenpellerijen in alle gemeenten des rijks
vergund, dat in hun ondernemingen door
arbeiders van zestien jaar of ouder, werk
zaam bij het pellen der gerooide bloembol
len, van 17 Juni tot en met 17 Aug., in
afwijking van art. 24 der Arbeidswet, tien
uur per dag en 55 uren per week arbeid
wordt verricht, onder voorwaarde, dat de
arbeidstijd is gelegen .tusschen zeven uur
des voormiddags en zeven des namiddags.
De voorwaarden worden vermeld in
's ministers beschikking van 27 Mei j.l.
De Minister van Arbeid, H. en N. heeft
zijn beschikking van 30 Juli 1923, waarbij
ten aanzien van vleesch, afkomstig uit
Denemarken, tot wederopzegging werd ver
leend de ontheffing van het voeren van een
merkteeken van keuring door een gediplo
meerd veearts, van een schriftelijk bewijs
van oorsprong en van eenige andere zake
lijke voorschriften, ingetrokken met ingang
van gisteren. Thans mogen uit Denemar
ken, behalve vleesch in niet kleinere deelen
dan vierendeelen van rompen, ook inge
voerd worden organen en vet.
Dinsdagavond geraakte het 3-jarig doch
tertje van landbouwer v. d. Zande te Veld
hoven onder de tram. Beide beentjes werden
afgereden. Het kind werd naar het Gasthuis
(Uit de herinneringen van een geneesheer)
Een geheel boek zou men kunnen vullen
met de wonderlijke inbeeldingen van een
zekere klasse waanzinnigen en de taaiheid
en sluwheid, waarmee ze de denkbeelden en
fantasieën van hun verwarden geest ten uit
voer brengen. Een voorbeeld daarvan heb ik
persoonlijk beleefd.
Ik had mij in X. als geneesheer gevestigd.
Weinige dagen daarna, juist toen ik op 't
punt stond m'n woning te verlaten, om in
een restauratie te soupeeren, werd er heftig
aan mijn bel getrokken. Een oogenblik later
trad mijn bediende binnen met de bood
schap: er was een man, die den dokter ver
langde te spreken. Toen ik in de spreekka
mer kwam, stond de bezoeker bij den haard.
Het was een groote, krachtig gebouwde man
een ware reus bij mij vergeleken en
z'n vol zwart haar en lange baard pasten
volkomen bij z'n Hercules-gestalté.
„Wanneer het u gelegen komt, dokter,"
zei hij, „verzoek ik u mij te vergezellen; 't
is in de burnt."
Ik greep hoed en stok en volgde hem. Het
was de eerste keer, dat ik als geneesheer
bij een zieke werd ontboden en in stilte
hoopte ik, dat dit bezoek de voorlooper van
vele andere zou zijn.
De man was mij, niettegenstaande al mijn
moeite om hem bij me te houden, steeds
voor. Hij sprak geen woord en beantwoordde
zelfs mijn vragen niet.
In een der hoofdstraten trad hij een deftig
huis binnen, liep een breede, marmeren gang
door, trok een sleutel uit z'n zak en opende
de deur van een tamelijk, ruime zaal, die
met fraaie schilderijen en verschillende
boekenrekken was versierd.
„Neem plaats, dokter," begon de man, „ik
ben zoo terug. Ga hier bij den haard zitten,
't Is biter koud vanavond."
Ik liet me op een plompen, maar zeer ge-
makkelijken leunstoel neervallen, strekte de
voeten uit en legde mij ruggelings tegen
de zachte leuning, verheugd dat ik mij, al
vorens den zieke te zien, een weinig kon
warmen.
Ik hoorde, hoe de man de deur naderde,
die zich in den muur achter mij bevond; ik
hoorde hoe deze geopend werd en ook weer
gesloten. Ik meende, dat hij was uitgegaan
en dacht er niet eens aan naar hem om te
zien. Hiertoe bleef mij ook geen tijd, want
mij werden, voor ik 't verhinderen kon, blik
semsnel de handen met een koord gekneveld
en een doek om den mond gebonden.
Toen ik zoo geboeid was, kwam mijn bege
leider voor mij staan en beschouwde belang
stellend de vruchtelooze pogingen, die ik deed
om vrij te komen.
,,Dat is een goed stevig koord, niet waar!"
vroeg hij. „Het is nog nooit gescheurd, of
schoon het mannen beproefd hebben, die
veel sterker waren dan u. Wees nu een
poosje rustig en luister wat ik van u hebben
wil."
Hij ging naar een kast, die in een hoek
van de kamer stond, nam uit een lade een
lang mes en onderzocht er de snede en de
punt van, terwijl hij op de lieftalligste wijze
met mij sprak.
„Ik heb jaren lang de kunst bestudeerd
om iets te raden," hernam hij; „ik raad
alles, de stoel waarop u zit is mijn raadstoel.
Ik deel mijn wetenschap ook graag aan an
deren mee. Hoor nu, wat ik vandaag van u
wil. Eerst wilde ik u dat laten raden. Er is
me echter iets beters ingevallen."
Hij scheen met de scherpte van zijn mes
tevreden te zijn, en in de kamer heen en
weer gaande, vertelde hij me een lange ge
schiedenis over den toestand der wereld,
waarbij hij telkens de kunst van het «aden
invlocht en dan meestal vlak vóór mij bleef
staan.
„Hebt ge ooit deze kunst bestudeerd, dok
ter?" vroeg hij. „Neen, ik weet dat ge het
nooit hebt gedaan. Ik ben de eenige, die ze
tot een wetenschap heeft verheven. Sedert
ik mijn dappere veteranen verliet, heb ik
mij geheel aan deze kunst gewijd en nu wil
ik u in hare geheimen inwijden, onder voor
waarde dat ge zulks waardig zijt."
Hij stond zoo kalm voor me, dat ik er
niet aan dacht, dat hij me eenig leed zou
willen doen, doch toen ik hem in de oogen
blikte en het ziekelijke vuur bemerkte, dat er
in flikkerde, moest ik bekennen, dat ik mij
in een gevaarlijken toestand bevond.
„Ik moet u op de proef stellen," zoo begon
hij weer. „Alvorens veel tijd aa u te ver
kwisten, moet ik zien, of u natuurlijken aan
leg bezit of niet. Wilt ge mijn vragen be
antwoorden?"
Ik knikte van ja, en hij nam den doek
voor mijn mond weg.
„Nu mijn waarde dokter," ging hij voort,
„u bent mij volstrekt vreemd. Van mij daar
entegen hebt u zeker dikwijls gehoord. Toch
zal het een zware taak voor u zijn, mijn
naam van dien van zooveel andere, nog
levende grootheden, te onderscheiden. U
moet ht raden, dokter.Wie ben ik?"
Hij had zich zoo dicht over mij heénge-
bogen, dat ik zijn heeten adem voelde....
het was mij, alsof ik den gloed van z'n ver
schrikkelijke oogen voelde. De lange, scherpe
meskling hield hij boven mij.... Met welk
doel? Om mij te dooden, wanneer ik mis
ried?
„Raad dan toch, raad!" riep hij. „Als ge
u vergist, zal 't uw laatste woord op deze
wereld zijn.
Ik waagde het niet om hulp te roepen
Het mes was mij te na. Vluchten was on
mogelijk, want het koord, dat mijn handen
omknelde, was aan den zwaren stoel vastge
maakt. Hulpeloos zat ik daar en mijn leven
stond op 't spel. Wat zou ik doen?
„Het is een moeilijk raadsel," zei hij weer,
„Ik wil u drie minuten tijd geven."
Ik pakte al mijn moed te zamen en hem
strak in de oogen ziende, antwoordde ik:
„Ik ken u mijnheer! Waartoe dient het
dus te raden? Ik heb u op het slagveld ge
zien, waar ge uw legerscharen ter overwin
ning hebt gevoerd. Ik heb gezien, hoe ge
met eigen hand vele vijanden in het stof
deed bijten. Ik ken u; iedereen kent u; uw
naam zweeft op aller lippen."
De omstandigheid, dat hij van z'n „vete
ranen" had gesproken, had mij op het denk
beeld gebracht, al dezen onzin uit te kramen.
Thans zweeg ik om na te gaan, welke uit
werking mijn woorden bij hem te weeg
brachten.
„Ja, ja, dokter!" riep hij. „Maar wie ben
ik? Hoe heet ik? Nog dertig seconden!"
Groote hemel! Wat had ik er niet voor
gegeven, wanneer ik kon zien wat er in de
hersens van den waanzinnige omging! Dertig
seconden. Hij hief het mes hooger boven
mijn hoofd en hield de hand gereed om toe
te steken.
„Nog tien seconden!" riep hij. „Wie ben
ik?"
Thans bleef er nog slechts één hoop: op
goed geluk een naam te noemen. Ik zag, dat
hij zich voor een groot man hield. Ik dacht
aan de groote helden der geschiedenis en
vele namen zweefden mij reeds op de lippen,
maar ik waagde het niet ze uit te spreken.
Het was het grootste hazardspel, dat ooit
kan gespeeld worden, de inzet van mijn
leven.
Alle groote vorsten, veldheeren en staats
lieden liet ik de revue passeeren; nog aar
zelde ik met de keuze.
„Twee seconden nog!" schreeuwde de
waanzinnige.
Zonder verder overleg, met een bede
tot God, sprak ik eensklaps met schijnbaar
vaste overtuiging:
„Gij zijt de groote keizer, gij zijt Napo
leon!"
„Juist," sprak hij, wierp het mes in een
hoek en maakte het koord los.
„Ik heb me in u vergist dokter; u hebt
werkelijk talent. Dit is uw eerste les; kom
iederen avond op dit uur hier, dan zal ik u
de schoone kunst en den weg tot onsterfelij-
ken roem leeren."
Met wankelende schreden verwijderde
ik mij.
Niet den volgenden avond, reeds denzelf
den verscheen ik weer, ditmaal in gezelschap
van vier stevige mannen, die zich van den
waanzinnige meester maakten en hem naar
een gesticht brachten.
vervoerd, waar het aan de gevolgen is over
leden.
De ouders waren naar een bruiloft en had
den de kinderen aan een buurvrouw toever
trouwd.
Bij Nijmegen een dubbele woning
afgebrand.
Gistermorgen tegen half negen woedde
een hevig onwedér boven het Rijngebied tus
schen Millingen en Emmerik. De bliksem trof
te Millingen een dubbel woonhuis, dat ge
heel afbrandde. In de Duitsche dorpen in de
omgeving, o.a. te Keeken en Bimmen wer
den eveneens eenige boerderijen door den
bliksem getroffen en in de asch gelegd.
Boven Arnhem en Nijmegen viel gister
morgen veel regen, doch onweerschade werd
er niet aangericht.
Een boerenhofstede afgebrand.
Tijdens een kort doch hevig onweer sloeg
de bliksem gistermorgen in de boerderij van
de Wed. G. Overbeek, in de buurtschap Holt-
huizen bij Haaksbergen. Het perceel stond
direct in lichte laaie, zoodat aan blusschen
niet te denken viel. De geheele hofstede met
inboedel ging in vlammen op. Zes varkens
en drie kalveren kwamen in de vlammen
om. Verzekering dekt de schade.
Zwaar onweder te Hengelo.
Gistermorgen heerschte te Hengelo een
kort doch hevig onweer, dat gepaard ging
met zware slagregens. In een minimnm van
tijd waren verschillende lager gelegen ge
deelten van straten onder water gezet. Voor
al nabij het postkantoor stond het water
meer dan 15 c.M. boven de straat. De blik
sem sloeg in het dak van een huis aan den
Balktsweg zonder verdere schade aan te
richten. Na een uur had alles weer zijn ge
wonen aanzien.
Te Milheeze is een landbouwer
gedood; zijn vrouw werd bewus
teloos.
Gisternacht en 's morgens vroeg heeft bo
ven Helmond en omgeving een vrij hevig
onweer gewoed. Te Milheeze is de bliksem
in de boerderij van den landbouwer P. v. d.
Wetering geslagen, waarbij de landbouwer en
zijn vrouw getroffen werden. Van de We
tering was op slag dood, zijn vrouw geraakte
bewusteloos. Toen het hemelvuur insloeg zat
het echtpaar in den keuken.
De nieuw gebouwde boerderij werd ver
schrikkelijk gehavend, doch er ontstond geen
brand. Van de Wetering was ongeveer 30
jaar en vader van drie jeugdige kinderen.
Te Aalten
troffen.
een dienstbode ge-
Tijdens een hevig onweer, dat zich gister
boven Aalten ontlastte, werd een 24-jarige
dienstbode van den heer Loobeek te Barlo
door den bliksem getroffen. Men vreest voor
haar leven.
Noodweer boven Winschoten. De
toren van het stadhuis be
schadigd.
Gistermorgen heeft boven Winschoten
omstreeks kwart voor elf een hevig onweer
gewoed. De bliksem was niet van de lucht.
Een ware wolkbreuk ontlastte zich. De blik
sem sloeg in den toren van het stadhuis,
vernielde een deel van het houtwerk en sloeg
een groot gat in de leibedekking. De torèn-
klok bleef stilstaan. Er ontstond geen brand.
Op enkele plaatsen in de buurt vielen zware
hagelbuien.
Nog een boerderij afgebrand
Gisteren is de kapitale boerderij van den
landbouwer A. Mulder J.Wz. te Hoogezand
tengevolge van bliksem sla? afgebrand.
Veel hooi en stroo en alle landbouwge
reedschappen gingen verloren. Het voorhuis
bleef behouden.
Alles is verzekerd.
Een man gedood
Bij het afbreken van een oud huis te
Kruisstraat (Rosmalen) werd de landbou
wer J. van Erp onder een omvallenden
muur bedolven en was op slag dood. Hij was
gehuwd en vader van vijf kinderen.
Twee kinderen gewond
Gistermiddag is een -'rachtauto van de
firma Schut uit Loenen tusschen Olst en
Wijhe van den dijk gereden en over den kop
geslagen. De auto die met carton geladen
was, werd ernstig beschadigd. Naast den
chauffeur zaten twee jeugdige dochtertjes
van den heer Sanders uit Loenen, waarvan
het oudste zeer ernstig aan het hoofd ge
wond werd. Het andere meisje liep ernstige
verwondingen aan armen en beenen op.
Beiden zijn in het St. Josephgesticht te
Deventer opgenomen.
Naar „De Avondpost" verneemt hebben
zich aan boord van den oorlogsbodem „Jacob
van Heemskerck" eenige gevallen van sabo
tage („beschadiging van 's land goederen")
voorgedaan. Van eenige sloepen zijn de takels
doorgesneden.
Gelukkig werd het feit nog tijdig ontdekt,
zoodat er geen ongelukken uit zijn voortgeko
men, wat bij oefening mogelijk zou zijn ge
weest.
De daders zijn nog niet ontdekt.
De „Jacob van Heemskerck" ligt op het
oogenblik te Nieuwediep en is juist van een
oefeningsreis terug.
De 23-jarige E. T. uit Appingedam, die uit
de cel was ontsnapt, waarin hij was opge
sloten als verdacht van diefstal van een koe
uit de weide is weer gearresteerd, toen hij
zich 's avonds laat naar huis wilde begeven.
Hij is naar Groningen getransporteerd, waar
hij ter beschikking van de justitie werd ge
steld.
Het slachtoffer op slag dood
Gisterochtend te ongeveer half 10 heeft op
den Schiedamschen Singel te Rotterdam 'n
zeer ernstig ongeluk plaats gehad.
De 36-jarige pensionhouder W. J. van Eve-
lingen was op het dak van pand 67a aldaar
geklommen om een katje te zoeken.
Daarbij is hij plotseling door een geopend
dakraam gevallen en op het ongeveer 8
meter lager gelegen portaal ierecht gekomen.
De ongelukkige kreeg een schedelbasisfrac-
tuur en werd op slag gedood
Gevolg: een autolotsing
Dinsdagmorgen omstreeks half elf kwam
op het kruispunt Nieuw BussumerwegBol-
lelaan—Flevolaan, onder Buizen, een per
sonenauto, bestuurd door den garagehouder
Wegenhuizen uit Naarden, ii botsing met
een vrachtauto van Hilhorst'uit Laren. De
laatste wagen werd geheel vsmield. De be
stuurder werd met een zwaie hoofdwonde
naar de Majellastiehting vervoerd, een kleine
jongen werd achteruit den vrachtauto ge
slingerd, doch bleef ongedeerd. De open
personenauto sioeg over den kop, en bleef
met de wielen omhoog liggeu Toen nee pu
bliek den wagen aan één kant had opgelicht
kroop de heer Wegenhuizen er ongedeerd on
der vandaan.
Tegen hem is proces-verbaal opge
maakt wegens het niet den voorrang verlee-
nen aan het van rechts komend verkeer. Zijn
snelheid bedroeg volgens eigen mededeeling
55 K.M. Ooggetuigen meer.en dat het om
trent 100 K.M. was.
De executie van het Elisabeths-zoutbad
Naar aanleiding van het bericht, als zou
de executie der vaste goederen van Het Elisa
beths-zoutbad ten bate van obligatiehöüders
Sodalitas Medicorum" voor onbepaalden tijd
zijn uitgesteld, heeft de Commissie uit obli
gatiehouders zich om inlichtingen gewend
tot haar rechtsgeleerden raadsman, tevens
voorzitter der commissie uit schuldeischers
in het het faillissement van het Elizabeths -
zoutbad. Het daarop ontvangen antwoord was
van dien aard, dat de commissie zich ge
rechtigd acht mede te deelen, dat de execu
tie nog in den loop van den zomer mag wor
den verwacht.
De afwikkeling der aangelegenheid is thans
zoover gevorderd, dat de omwisseling der
obligaties „Sodalitas" in aandeelen en prefe
rente obligaties der N. V. Hollandsch-Hon-
gaarsche Bad- en Terreinexploitatiemaat-
schappij zeer spoedig zal worden openge
steld.
355. Wim vluchtte tusschen de hooge tenten
Van het groote «rcusterrein,
Telkens om iederen hoek kijkend,
Waar zijn vervolger wel kon zijn.
„Ik ben gelukkig den dans ontsprongen,"
Dacht de jongen, „ik ben blij,
De dlkkert kan toch niet hard loopen,
Dat wint hij niet van mij."
356. Zij kwamen eindelijk tusschen rotsen,
Een dal vol rotsen, onbegroeid,
De grond was enkel zand, heet-gloeiend
De voet wordt er door geschroeid.
Alles was hier kaal, verweerd, onvruchtbaar,
Geen bloem, geen plant, geen plekje gras,
Pim zei, „dat dit plekje," naar hij meende,
„Wel het somberste op aarde was."