AVOND-BEDE SMAKELIJK ETEN SPELDENKUSSENS IN NIEUWEN VORM ONDERJURK VOOR MEISJES VAN 16 JAAR TWEE MOOIE KUSSENS Verschillende manieren van rabarberbereiding in de h uishouding Op verzoek Pan Kleineer u zelf niet onnoodig in het bijzijn van anderen! Hét kwade, dat ge van u zelf zegt, weerlegt niemanden wordt maar al te graag geloofd. Kofiden wij, vrouwen, slechts begrijpen hoe gemakkelijk het is en hoe aange naam, 31 jaar te zijn wij zouden ons niet zoolang en zoo vaak kwellen om 29 te schijnen. Niets is gevaarlijker dan verstand zon der karakter. De dichters munten hun ervaringen voor anderen, zelden voor zich zelf. Wij spelen met het leven, het leven nooit met ons. Er bestaat een geluk, dat zeer spoedig in ongeluk kan veranderen: vervulde wensch. Er bestaat een ongeluk, dat tenminste den innerlijken mensch tot een bron van j geluk worden kan: hopelooze liefde. Wij, zwakke menschen, leven liever van de voorschotten, welke wij van de toe komst leenen, dan van de vaste, zij het geringe rente van het verleden. Wie bij kinderen niet geliefd is, draagt daarvan zelf schuld. Den waren aard der menschen leert men pas kennen in buitengewone oogen- blikken des levens. Wij voelen nooit jonger, dan als wü het niet meer zijn. Ironie en satire kwetsen enkel de fijn- gevoeligen; door olifantshuiden dringen zij niet heen. De bedreiging van een lafaard is als een onweer in den winter waar men niet bang voor is. Geluk rondom zich verspreiden, is de gelukkige roeping der vrouw en het geluk van het huisgezin. Vredig ligt ge in 't ledikant, blond en blozend, beeldig meisje Wellicht maakt ge een droomen-reisje, door, wie weet, welk wonder-land, wèl geleid aan eng'lenhand Éénmaal echter zal de tijd, lieveling voor U genaken, waarin ik niet meer kan waken, als soms nood en nacht U beidt, t wen ge eens gróót zijt, kleine meid. HERMAN J. HAIJEMHUE De Hollanders zijn tegenwoordig al even reislustig als de Amerikanen en Engel- schen. Alleen beperkt zich hun lust voor- loopig nog tot hun eigen werelddeel maar dit zal wel meer 'n kwestie zijn van beperktheid der beurs. Het oude liedje luidde dan ook al: als men verre reizen doet, dan kan men wat verhalen, maar als men met den spoortrein gaaf, dan moet men ook betalen." We kunnen echter op verschillende manieren reizen. Als we er 's zomers met 'n club jonge meisjes op uit trekken, behoeven we nu heusch niet zulke reusachtige sommen uit te geven. We nemen een handkoffer mee, zoodat we niet veel vracht of kruiers behoeven te betalen en kleeden ons eenvoudig en practisch, zoodat we flinke wandelingen kunnen maken, terwijl de „dure" reizigers zich telkens door middel van een auto moeten verplaatsen. Zoo'n heerlijke practische mantel vinden OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Schat, de hag 'is heen-gespoed, wijl de zóóveelst' avond daalde en, terwijl van vreugd gij straalde, in den gouden lampe-gloed, bracht ik U te rust, mijn bloed! Buiten woedt de winter-wind, en de nacht komt donker dreigen Maar, mijn engeltje, mijn eigen wèl bewaakt wordt ge en bemind, 't zij gij slaapt of waakt, mijn kind...» Dies luidt nu mijn blanke bèe: Mochten wij een reeks van jaren, nog de nood'ge nachten gaêren, zoo vol vreugde en veil'ge vrêe, als deez' avond brengt ons mee.... POLA. Het nieuwe voorjaar bracht ons weer de heerlijk-frissche gezonde rabarber- stelen, waarvan heel wat smakelijke ge rechten te bereiden zijn om afwisseling te geven in het dagelijksch menu. Kin deren zijn doorgaans dol op rabarber en moeder doet goed hen er zooveel mo gelijk van te laten genieten. Allereerst hebben we de heel-gewone: Rabarbermoes of pap. Een paar bos sen rabarberstelen van bladen en stronk jes ontdoen en afschillen, in stukken snijden, wasschen en opzetten met 1 d.L. water. Laten koken tot de stukjes geheel fijn zijn. Oppassen voor aanbranden. Dan een theelepeltje dubbelkoolzure so da toevoegen, waardoor men minder suiker noodig heeft. Suiker naar smaak toevoegen. Dan het dunne moes binden met sago of puddingmeel. Tenslotte een eierdoom er doorheen roeren en het al lerlaatste het stijfgeklopte eiwit. Rabarberbrij. 2 ons rijst op een zeef wasschen en opzetten met 3 liter water en een weinig zout. Ongeveer 3 kwar tier laten koken, dan bijvoegen 6 ons schoongemaakte rabarberstelen in stuk ken gesneden, een stukje pijpkaneel, schil van een 'A citroen en alles samen zach tjes nog een half uur koken. Citroen schil en kaneel verwijderen en de brij met 2 ons suiker of meer naar smaak zoet maken. Warm voordienen als toe spijs. Rabarbersoep met brood, 'n Half pond oud brood zonder korst in stukken breken en vermengen met l'A pond schoongemaakte en in stukken gesneden rabarberstelen, een weinig zout, pond suiker, een stukje pijpkaneel en de schil van een citroen.Hierbij 2'A L. wa ter. Alles samen ruim een half uur laten koken. Kaneel en citroen verwijderen en de soep binden met twee a drie in de soepterrine goed uitgeklopte eieren. De ze soep kan zoowel als voorspijs dan wel als nagerecht dienen. Rabarberpudding no. 1: VA pond ra barberstelen schillen, wasschen, in stuk jes gesneden opzetten met 3 eetlepels water en tot moes koken. In 3 d.L. water wordt opgelost 30 gram roode gelatine en deze goed door het moes roeren met 75 gram fijn gesneden amandelen, het sap van l'A citroen, 1 pond suiker en de geraspte schil van 1 citroen. De pudding laten afkoelen en zoodra ze be gint te stijven in een met water omger spoelden puddingvorm overdoen en ge heel koud geworden op een schotel stor ten en opdienen met 3 d.L. stijfgeklopte slagroom, waardoor wat vanillesuiker. Inplaats van water kan men Rijnwijn nemen, dat is nog smakelijker. Men heeft dan maar het sap van 1 citroen erbij noodig. Rabarberpudding no. 2. Neem 3 ons rabarber schoongemaakt, zet ze op met veel suiker, weinig water en een 'A ci troenschil. Voorzichtig week koken, doch niet tot moes, 3 ons boter Onderwijl tot room roeren, hierbij voegen 6 eierdooiers, 3 ons fijngewreven beschuit 1 ons wit te suiker, een mespunt fijne kaneel, 75 gram goed gewasschen krenten, de week- gekookte rabarber en tenslotte het stijf geklopte wit der zes eieren. De massa in een met boter bestreken puddingvorm doen tot voor drie vierde deel. Dan den pudding l'A uur au bain-Maré koken en warm voordienen. Flensjestaart met rabarbermoes. Op de gewone wijze niet te dunne flensjes bak ken en deze op elkaar stapelen, telkens niet te dun rabarbermoes ertusschen voe gende. Bestrooien met poedersuiker en de taarten in punten snijden. Rabarbermarmelade. De stelen schillen, in stukken snijden, wasschen en wegen. Op ieder pond rabarber neemt men l'A pond witte suiker, de schil en het sap van een 'A citroen en 10 gram geschilde, gehakte bittere amandelen. Alles teza men langzaam aan de kook brengen, telkens met een houten lepel even roe rende. De massa afschuimen en dan de marmelade op een flink vuur zoolang koken, totdat een op een steenen bordje gestort druppeltje dadelijk geleiachtig wordt. Met deze marmelade direct goed schoongemaakte flesschen of potten vul len, ze daarin koud laten worden en dan de flesschen sluiten met perkamentpa pier, dat in alcohol gedrenkt is. Men kan aan de marmelade nog wat gember toe voegen, waardoor ze langer goed blijft. Rabarber in den winter. Men kan 's winters ook van versche rabarber ge nieten. Een flinke hoeveelheid stelen wordt in den zomer geschild, gesneden in stukjes en gewasschen op een vergiet gedaan. Met deze rabarberstukjes wor den gewone inmaalcflesschen gevuld, waarna men er koud gekookt water op doet tot ze geheel onder staan. Direct de flesschen stevig afsluiten met in alco hol gedrenkt perkament of met de her metische afsluiters der flesschen zelf. Rabarber-compöte. 6 ons mooie roode stelen worden niet geschild, doch in stukjes gesneden en gewasschen. In een platte pan waarin l'A ons suiker in 3 d.L. water is opgelost, kookt men de stukjes rabarber voorzichtig gaar tot ze doorschijnend zijn. De stukjes, die gaar zijn neemt men dan met een schuim spaan uit het vocht, legt ze in een schaal en het vocht wordt gebonden met 10 gram in koud water aangemengde sago. De saus wordt over de rabarberstukjes uitgegoten. Men kan er biscuits bij pre senteeren. SYLVIA Uit kleine restjes zijde en fluweel zijn deze leuke dingetjes in elkaar getooverd, en zullen bijzonder op onze toilettafel een goeden indruk teweeg brengen. Het eerste modelletje, de lijvige meloen, is bij zonder aardig, omdat in den dikken sten gel onze vingerhoed zijn vaste plaats vindt. gewerkt. Deze bestaan uit lichtrood flu weel en de randjes worden gewerkt met een donker-rooden draad, die ook al weer een beetje aangetrokken wordt. De kleine blaadjes aan het vruchtje worden met donker groene zijde geborduurd, terwijl de twee groote bladen uit fluweel ge knipt, en op de bekende wijze bewerkt worden. Daar wij natuurlijk geen vijf speldenkussens er op na houden, kunnen deze aardige nieuwtjes zeer goed als ge schenkartikeltjes dienen, hetwelk met vreugde ontvangen zal worden. ETA. Lengte, vanaf de schouders gemeten, 100 cM., bovenwijdte 92 c.M. Benoodigd 2.15 M. stof van 70 a 80 c.M. breedte. 1 M. Valencienne entredeux van 5 c.M. breedte. Deze onderjurk kunt ge maken van witte katoen, maar ook van andere goed waschbare stoffen, als lin geriekatoen, kunstzijde enz. Ge maakt het patroon op de maten, welke aange geven zijn, waarna ge 't op de buitenlij nen uitknipt. Hierna legt ge 't patroon op de stof, waarna ge alles met een naad uitknipt, terwijl ge onderaan nog een 6 c.M. breeden zoom bijrekent. Ge kunt rok-, zij- en schoudernaden met een platten naad verbinden, waarna ge on deraan den 6 c.M. breeden zoom instikt. Voor de inknippen wordt aan weerskan ten van de zijnaden 10 c.M. ingeknipt. Dan kunt ge de 19 cM. van den rok gaan rimpelen, waarna ge dit gedeelte op het bovenstuk' passend maakt. De ra fels neemt ge naar den verkeerden kant, waarna ge deze met een biesje afwerkt. Bovenaan, langs voor- en achterkant van den hals wordt het entredeux opgezet, en aan beide kanten opgestikt. Dan kunt ge de arms-gaten afwerken met een schuine bies, welke ge 2 y c.M. breed knipt. Ze wordt op den verkeerden kant langs ge stikt en op den goeden kant overgestikt. De rechte schouderkanten kunt ge met een rechte bies van gelijke breedte en op dezelfde manier afwerken. Het is tevens raadzaam, wanneer men een patroon van het een of andere klee- dingstuk verlangt, enkele maten, als leng te en bovenwijdte, op te geven, daar deze maten niet bij alle personen gelijk zijn. DINY. we in 6216. Deze is gemaakt van 'n bruin en geel geruite stof en versierd met revers en ceintuur van donkerbruin peau de ^uède. of peau de pêche. Fig. 6131 is een tweedjas met 'n vier kant ingezet voorstuk en punt aan de achterzijde. De mantel heeft groote op gestikte zakken en de kraag heeft een rand van effen stof. Het deux-pieces op no. 6145 is van 'n soepele geruite stof, die als versiering in schuine richting is genomen. Het corsage is even blousend en heeft een smalle witte bies langs den hals. De rok valt volgens de mode van dit seizoen in platte plooien. Bij deze reistoiletten dragen we een klein slap hoedje, dat we desnoods even in onzen zak kunnen stoppen, als we den wind door onze haren willen laten waaien. Voor het maken van deze kussens nemen we cirkels van 40 c.M. middellijn, en van zacht mauve kleurig linnen. Het aardige plaatje van de ouderwet- sche dame in den bloemengaard, is, indien u een klein beetje liefhebberij heeft, ge- rfiakkelijk te teekenen. Moeilijke lijnen van handen b.v. zijn achter den bloemen- ruiker verborgen en het gezicht gaat Heeft u den cirkel geborduurd, pers dan het werk aan den verkeerden kant uit met een vochtigen doek. Aan den achter kant komt nu een cirkel van donker mauve satinet, en inplaats van den ruimen rand van donker mauve zijde, kan ook een gladde bies aangezet worden. De com binatie zacht lila-mauve en de vlammende bloemenkleuren zal zeer mooi zijn. schuil onder den grooten hoed. Volgt u de lijnen maar goed, en daarna nateeke- nen zoo groot als u noodig heeft voor het f kussen. Het plaatje wordt gekleurd met verf in aardige tinten om een mooien achter grond te verkrijgen. Alle lijnen worden omgewerkt met een achtersteek in zijde. De muts wordt met lijnen in goudgeel geborduurd, de linten in donker mauve. De krullen der dame in oranje of donker bruin. De buitenlijnen van hals en armen crême-rose. De bloe men van den hoed en den ruiker in diep rose rood, met eenige groene blaadjes. Het kant krijgt aart deft buitenkant lijnen van wit, en de lijnen der japon mauve. De stokrozen zijn in zacht lila, mauve, rose en karmijnrood met gele hartjes, bladen groen. No. 2 laat een dergelijk kussen zien. In plaats van stokrozen borduren we vingerhoedjes-kruid, in oploopend bleek rose, rose, rose rood, zacht lila tot donker lila. De dame is gedeeltelijk met lijnen omgeven, doch de japon is geheel van glad zijden strookjes, welke over elkaar vallen. We teekenen potloodlijnen op het lin nen van den omtrek van den rok en van den loop der strookjes. De strookjes wor den in den vorm ruim opgenaaid en aan de zijkanten van den rok vast gehecht, zoodat we een mooie roklijn krijgen. De losse strookjes op het overigens ge borduurde kussen geven iets aardigs. Onder ziet u de eenvoudige steekbewer- king. ANEMOON. Hij is vervaardigd uit goudgele zijde. Hiervan knippen wij twee ronde lapjes welke met een naadje tegen elkaar ge stikt worden. Boven moet er een kleine opening gelaten worden voor het vullen. Hiervoor kunnen wij gebruiken gemalen kurk of zemelen. Nadat zulks geschied is en de opening ook dichtgenaaid is, bren gen wij de „vrucht" in haar natuurlijken yorm. Dit gescheidt met behulp van een draad geel Perlé-garen die op geregelde afstanden door de vrucht geregen en stevig aangetrokken wordt. Hierdoor ont staan de partjes. Alle draden worden aan den bovenkant afgewerkt. Uit lichtgroen fluweel knippen wij de grillige bladen en festonneeren deze met zijde in donkerder tint. Ook de nerf-jes worden hiermee (met een doortreksteek) gewerkt. De dikke stengel bestaat uit een recht lapje groene zijde, dat dichtgestikt en op de vrucht gezet wordt. Deze bedekt dus alle afwer kingen van de draden en bladeren, en biedt tevens huisvesting aan onzen vin gerhoed. No. 2, het grappige peentje, bestaat uit twee lapjes gele zijde, welke gelijk de meloen dichtgestikt en gevuld worden. Met een donkerbruinen draad brengen wij de groefjes aan. Het fijne groen' koopen wij maar klaar in den winkel, omdat zulks er natuurlijker uitziet. De roodwangige appel is uit twee lapjes roode zijde verrezen. De vrucht-aanzet wordt met bruine zijde gewerkt en de Stengel bestaat uit een stukje laiton, het welk met bruine wol omwoeld is. De bla deren zijn van groen fluweel en met zijde omgefestonneerd. Nu de twee bijzonder sierlijke dingetjes. De twee kruisbessen worden van groen gele zijde vervaardigd. Het vruchtaanzetje is met bruine woldraadjes gewerkt, die iewat uitgetrokken worden. De bladen van groen fluweel worden bü het festonneeren van een dun laiton voorzien, zoodat wij deze naar willekeur buigen kunnen. Aan het met groene wol omwoelde takje wordt een lusje gehecht, waaraan het aardige kussentje opgehangen wordt. Op dezelfde wijze wordt ook het takje met frambozen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7