Buitenlandsch oJ^ieuws AAS AZI FEUILLETON DE DOODSTRAF EN HAAR TOEPASSING Zomersproeten VOOR UW GEZOHDHEID DE B ESTË KU KLUX KLAN DERDE BLAD VRIJDAG 29 MEI 1931 BLADZIJDE 1 BRIEVEN UIT DUITSCHLAND Briand over de Fransche vredespolitiek De regeering krijgt een meerderheid van 76 stemmen De Duitsch-Oostenrijksche Tol-Unie In Juli voor het Hof te 's-Gravenhage Engelsche campagne voor vrijhandel 0.000 vergaderingen De Kabinetskrisis in Belgie Het oude kabinet gereorganiseerd terug? 'Bij iadeye \AnakaUar <sl u De bomaanslag op Mussolini De nood in Duitschland Graaf Apponyi 85 jaar Het partijcongres der Fransche Socialisten Landsverdediging, ontwapening en handhaving van den vrede Gemengde Buitenlandsehe Berichten Planter gedood op Nieuw Guinea Zijn lijk als fetisj gebruikt Ontploffing op een kruiser De werkloosheid in de diamant-industrie Met 1000 man te Antwerpen toegenomen. Onlusten te Antwerpen Ernstige brand te Neurenberg /icfitloopend FIETSBANDEN RADIO-OMROEP Trein uit de rails gelicht KORT NIEUWS Berlijn, 27 Mei 1931 „Liga voor de rechten van den mensch" Een vereeniging, die zich zoo noemt, moet wel op hoog standpunt staan, wil zij dezen naam terecht voeren. Zij moet zich wel verheven gevoelen, boven de parlementen en de regee ringen van bijna alle beschaafde staten, die naar democratisch principe door het volk zijn aangewezen, zijn belangen te behartigen. „Liga voor de rechten van den mensch", het klinkt zoo mooi en lijkt zoo verheven. Maar daarom juist is de internationale vereeniging, die zich zoo noemt, een onsympathieke hui chelachtige troep. Zaakjes tegen onzen H. Godsdienst, waarbij 't modder spat, zijn een kolfje naar haar hand. Wat 'n kostbaar tu mult biedt haar de bestrijding van het veel omstreden wetsartikel tegen abortus provoca- tus. Bij de bestrijding van de doodstraf, roept ze uit „gij zult niet dooden," zelfs geen bestie als den ter dood veroordeelden Dusseldorf- schen moordenaar Kürtenwel echter! als 't in je kraam te pas komt, het onschuldige leven onder het moederhart. Deze „liga" had in Berlijn een openbare vergadering uitge schreven, waarbij zou worden gediscusseerd voor en tegen de doodstraf. Het is voorname lijk een betooging geworden tegen de terecht stelling van Kürten. De tegenstanders van de doodstraf hebben hun standpunt onder veel gejuich klaar en duidelijk kunnen mo- tiveeren. De beide voorstanders, die het woord gevraagd hadden, werden door de ver gadering, naar den aard dezer radicale kui tuurverbeteraars, overschreeuwd en uitge jouwd. Een aantal tegenstanders van de doodstraf donderden hun argumenten de zaal in; er was veel sentimentaliteit, veel sarcasme en gebrul over sadistische drijfvee- ren en middeleeuwsche ideeën. Alles onder luidruchtig gejubel. Deze bijeenkomst was weer een echte reclame-roffel der waardige liga, een onwaardige betooging tegen de doodstraf. Ook velen onzer kunnen meebe- toogen tegen de doodstraf, maar niet in dat milieu. Velen voelen voor de vergelijking van het kankergezwel, dat moet worden uitge sneden, anderen voor de eindelijke vergeving en verbetering van eiken zondaar, straf, geen wraak. De Centrumsman Am Zehnhoff, die voor zijn dood vele jaren Pruisisch minister van Justitie was, was tegenstander van de dood straf. Zijn opvolger Dr. Schmidt, eveneens Centrumsman. werd na het bijwonen eener terechtstelling eveneens tegenstander; naar het schijnt, dus louter door geschokte ge voelens. Voor enkele jaren verzocht de Rijksminister van Justitie Radbruch (soc. democraat) de regeeringen der Duitsclae Staten, doodvonnissen niet te laten vol trekken. Hieraan is voldaan, met een enkele uitzondering in Pruisen de onthoofding die minister Schmidt bijwoonde. Deze executie is in de bladen van de richting der befaamde liga, afschrikwekkend maar sober beschreven, zonder eenig liga-tumult. Nu echter de Beiersche regeering voor enkele weken het doodvonnis van Tetzner liet voltrekken, den eynischen moordenaar, die dagenlang in zijn auto rondreed, om een geschikt slachtoffer te vinden, wat hem ge lukt is na enkele vergeefsche pogingen, die elk voor zich al de zwaarste straf verdien den nu komt een luidruchtige ontstem ming op tegen het „clericale Beieren" in het „donkere Zuiden", zooals de roode broe ders in Holland zwetsen van Limburg. De strijd gaat in den grond om den men- schelijken wil. Volgens de lui van de „liga" heeft de mensch geen vrijen wil en is daar om voor zijn daden niet verantwoordelijk. De consequentie hiervan is, dat elke mis daad het gevolg moet zijn van misstanden in en buiten den mensch. Geen straf dus meer voor de misdaad om te beginnen geen doodstraf. Meer dan een strijd tegen de doodstraf, is het een strijd tegen de Christelijke leer van den vrijen wil. Het doel is, een bres te schieten in de leer der eeuwige waarheden. Daarom juist bij de ra dicalen die luidruchtige betoogingen tegen de doodstraf, die ook vele katholieken en an deren afgeschaft wenschen, maar dan om heel andere motieven. De laatste betooging der liga was weer even luidruchtig als min derwaardig van gehalte. De eenige „stem men" die verdienen gehoord te worden, wa ren schriftelijk ingezonden door twee be kende persoonlijkheden. Professor Dr. Radbruch, de vroegere rijks minister van Justitie, beantwoordt de vraag waarom afschaffing van de doodstraf tot symbool geworden is der geheele hervorming van het strafrecht. Culmineert het straf- systeem in de doodstraf, dan deelt zij aan alle straffen iets mee van haar reuk naar bloed en van haar geest der vergelding en wrake. Hij strijdt niet voor Kürten maar tegen de doodstraf. Hij verlav.gt, dat zijn doodvonnis niet zal worden voArokken, om dat met Kürten's hoofd in de toekomst nog vele hoofden zouden vallen, ook van minder- gevaarlijken en -schuldigen en met het oog op het nooit te vermijden gevaar der rechterlijke dwaling ook van onschuldi- gen. Hij is echter ook tegen de terechtstel ling van Kürten, omdat hij in zijn misdaden de medeschuld ziet der maatschappij. Dr. Radbruch vraagt, of men zich vermeten kan, het hoofd af te snijden van den man, wiens gemoedsleven men niet heeft kunnen doorgronden. Om de maatschappij te be schermen tegen gevaarlijke misdadigers zijn er nog andere middelen, dan de bijl van den beul. Hij ziet in den eisch van de dood straf niets dan den roep van het bloed om bloed, het verlangen naar vergelding, het wraakinstinct. Hij brengt ten slotte hulde aan de nagedachtenis van „den onvergete- lijken minister Am Zehnhoff" en aan zijn opvolger Dr Schmidt „die er voor zal weten te zorgen, dat Pruisen nu, het beslissende signaal tot den strafrechtelijken achter uitgang niet zal geven," m.a.w. dat Kürten niet zal worden onthoofd, Professor Dr. Kahl, voorzitter van de rijksdagr"-"rimissie voor het strafrecht, was in deze »»mmissie bereid, zijn stem voor af schaffing van de doodstraf te geven, als de tot levenslange tuchthuisstraf veroordeelde moordenaar, bij eventueele begenadiging, in „zekere bewaring" zou worden overgebracht. Zijn voorstel werd afgewezen, waarom hij gestemd had voor behoud van de doodstraf. Het verzoek der rijksregeering aan de Staten, het voltrekken van doodvonnissen te staken, tot de nieuwe wettelijke regeling zou zijn vastgesteld, was gedaan op een tijdstip, waarop behandeling der straf rechtherziening in den rijksdag onmiddel lijk scheen te kunnen worden verwacht. Deze verwachting is door de politieke cata- strophen niet vervuld. Daarom is het begrijpelijk, dat, terwijl de doodstraf nog steeds geldend recht is, twee Staten in bijzonder ernstige gevallen, de straf voltrokken hebben. Een toestand, waarin de wettelijke straf niet wordt toege past, kan volgens Dr. Kahl niet blijvend zijn. Zou de doodstraf, na de beide laatste executies, aan Kürten niet voltrokken wor den, dan zou dit, naar zijn vaste overtui ging, een zoo sterke en hartstochtelijke be weging voor behoud van de doodstraf ont ketenen, dat elk vooruitzicht op hare wet telijke afschaffing voor afzienbaren tijd uitgesloten is. Dat in dit geval bijna de ge heele openbare meening voor voltrekking van het doodvonnis is, kan niet worden be streden, evenmin, dat dit belangrijkste deel der openbare meening, vooral in een de- mocratischen staat, recht op gehoor heeft. Daarom kan deze tot de liberale Duitsche Volkspartij behoorende rechtsgeleerde geen actie ondersteunen, die klaarblijkelijk in tegenspraak is met het algemeen gevóelen. Intusschen konden de leden der Pruisi sche regeering nog niet tot een besluit ko men. H. L. De Fransche Kamer is gistermiddag te 15.30 uur bijeengekomen, waarna onmiddel lijk de debatten een aanvang namen. Tegen 17 uur 30 betrad Franklin Bouillon de sprekerstribune om de reeds aangekon digde interpellatie, waarin het aftreden van Briand geëischt wordt, toe te lichten. Spr. critiseerde de beslissingen van Genève ten aanzien van de Duitsch-Oostenrijksche Tol- unie en verweet Briand, dat deze te vroeg uit Genève is vertrokken in plaats van, zooals noodzakelijk was, aan de besprekingen over de Poolsche kwestie deel te nemen. Rede van Briand Hierna kreeg Briand het woord om Franklin Bouillon van repliek te dienen. In het eerste deel van zijn redevoering verde digde Briand zijn houding te Genève en weerlegde o. a. de lezing van Bouillon als zou de Kleine Entente het voorzitterschap van de Ontwapeningsonferentie van de hand hebben gewezen. Overigens was Henderson de eenige candidaat van beteekenis. Spr. heeft gedurende de geheele zitting steeds in een atmosfeer van volmaakte hartelijk heid verkeerd. De presidentsverkiezing In het bijzonder besprak Briand het re sultaat der presidentsverkiezingen, waarbij hij ontkende, dat dit een veroordeeling zou zijn van de door hem gevolgde buitenland- sche politiek. Briand verklaarde van de Ka mer te verwachten, dat zij hierover haar definitieve houding zal uitspreken. Organisatie vrede De organisatie van den vrede, aldus ver volgde Briand, hangt af van zekere inter nationale verplichtingen, zooals het Kellogg- pact. Deze verplichtingen worden in haar geheel door het Fransche parlement er kend. De gebeurtenissen te Genève hebben aan getoond, dat de door mij, aldus Briand, gevolgde politiek van Europeesche toenade ring, zich mag verheugen in algemeenen bijval. Om deze reden meent de minister het recht te hebben te mogen beweren, dat zijn werkzaamheden in deze aangelegen heid met vergeefsch geweest zijn. De „Anschluss" Wat de kwestie der Duitsch-Oostenrijksche „Anschluss" aangaat, zeide Briand, dat hiervan zoowel de politieke, als de juridische en economische zijden besproken zijn. In werkelijkheid kan de onafhankelijkheid niet worden aangetast, zonder dat de Volken bondsraad zich hierover heeft uitgespro ken. Er mag geen verschil worden gemaakt tusschen politieke en economische onafhan kelijkheid. Franklin Bouillon heeft derhalve niet het recht te zeggen, dat ik, aldus Briand, de Fransche zaak te Genève heb verraden. Briand eindigde zijn redevoering, die door levendigen bijval van de leden van links en 't midden werd begroet, met de woorden: „Het is: niet waar, dat de Nationale Ver gadering van Versailles de buitenlandsehe politiek heeft veroordeeld. Dat zal de stem ming van heden aantoonen." Na de rede van Briand diende afge vaardigde Drouot (linksrepublikein, lid der groep Tardieu), een resolutie in, waarin de Kamer haar vertrouwen uitspreekt in de door de regeering tot nu toe gevolgde vredes politiek en uitgenoodigd wordt deze politiek voort te zetten. Minister-President Laval verklaarde zijn instemming met deze resolutie en stelde voor over te gaan tot stemming over deze resolutie voor de behandeling van den priori- teitseisch der radicaal-socialisten. Laval stelde hierbij de vertrouwenskwestie. Het prioriteitsvocrstel der radiaal-socia- listen werd om 8 uur 45 verworpen met 318 tegen 261 stemmen, zoodat de regeering dus een meerderheid heeft verkregen van 57 stemmen. Na dit indirect votum van vertrouwen, zal nog de stemming plaats hebben over de resolutie-Drouot, waarin het vertrouwen wordt uitgesproken in de regeering. Flinke meerderheid voor Briand De Fransche regeering heeft in de Kamer bij de eindstemming met 332 tegen 256 stem men een flinke meerderheid behaald. Hiermede is de positie van Briand voor- loopig verzekerd. De president van het permanente hof van internationale justitie, de heer Adatci, heeft medegedeeld, dat hij Woensdag een beschik king heeft gegeven, waarbij bepaald is, dat de termijn voor de schriftelijke procedure in de zaak betreffende de Duitsch-Oosten rijksche tolunie, die door den volkenbonds raad voor advies naar het hof is verwezen, op 1 Juli a.s. gesloten wordt. De openbare behandeling dezer zaak zal in de eerste helft dier maand een aanvang nemen. Met het oog op het spoedeischend karakter der aangelegenheid, hoopt de president, dat het hof zijn advies nog vóór het einde van Augustus zal kunnen uitbrengen. Heden zal te Londen een conventie wor den gehouden van gedelegeerden der Libe rale partij, ter bespreking der plannen voor de campagne ten gunste van vrijhandel welke over het geheele land zal worden ge voerd. Verklaard wordt dat voor het einde dezes jaars door de liberalen 10.000 vergaderingen zullen worden belegd in de verschillende deelen van het land, waar dit onderwerp be sproken zal worden. De conversatieve leiders hebben even eens een uitgebreide campagne ontworpen. In de maand Juni zal de leider der con servatieven, Baldwin, op vier vergaderingen het woord voeren, terwijl Noville Chamber lain, Sir Austen Chamberlain, Lord Hails- ham, Sir Arthur Steel Maitland, Winston Churston en vele anderen hem hierbij zul len steunen. In politieke kringen wordt het waarschijn lijk geacht, dat de Katholieke leider Ren- kin, die door den Koning met de vorming van een nieuw kabinet belast is, deze op- ver- dwijnen in korten tijd geheel door Sprutol. Bij alle Drogisten. Pot 90 ct„ Tube 50 ct Zeep 60 ct. PUDDINCFA BR. 'J&.-7POL&K* CP ON INC EN dracht zal aanvaarden. Verwacht wordt, dat het oude kabinet zal terugkomen onder lei ding van Renkin. De portefeuilles van Landsverdediging en Koloniën zullen echter in nieuwe handen komen. Naar verluidt, zal Renkin den Koning niet voor hedenavond van het resultaat van zijn besprekingen op de hoogte kunnen brengen. De datier ter dood veroordeeld Voor het bijzonder gerechtshof tot be scherming van den Staat te Rome is het proces gevoerd tegen den anarchist Michele Schirru, die een bomaanslag tegen Mussolini had voorbereid en bij zijn in Februari j.l. plaats gehad hebbende arrestatie drie poli tiebeambten met revolverschoten had ge wond. Schirru, die reeds bij zijn eerste ver hoor bekend had, wist weinig nieuws te vertellen. De Procureur-Generaal eischte de dood straf en het Hof wees na korte beraadsla ging vonnis overeenkomstig den eisch. Schir ru hoorde het vonnis onbewogen aan. Het publiek op de tribune bracht een ovatie aan het Fascisme. Eischen der socialisten De soc.-dem. rijksdagfractie heeft giste ren een vergadering gehouden, waarin dr. Breitscheid rapport uitbracht over den poli- tieken en economischen toestand. Een motie werd aangenomen, waarin de tot dusver door de regeering genomen maatregelen ter bestrijding der krisis als onvoldoende en ten deele mislukt worden gekenschetst. Geëischt worder. o.m.: stren ger maatregelen tegen de duui'te der levens behoeften; nog grooter bezuiniging op de staatsbegrooting, zonder dat evenwel arbei ders en werkloozen nog zwaarder worden getroffen dan thans reeds het geval is; uni ficatie der krisismaatregelen; zwaarder be lasting der bezittende klasse ter leniging van den nood; krachtig ingrijpen der regee ring om een verdere verlaging van den levensstandaard voor de volksmassa's te verhinderen; onverwijlde verlaging der in voerrechten op broodkoren, daar de pogin gen tot verlaging van den broodprijs vruch teloos zijn gebleven; verlaging der invoer rechten op veevoeder. Bij den 85sten verjaardag van graaf Apponyi, den bekenden vertegenwoordiger van Hongarije in de Volkenbondsvergaderin gen, publiceert de „Pester Lloyd" vele felici taties van buitenlandsehe politici o.a. van Mussolini, Grandi en dr. Curtius. Deze laat ste zegt, dat de graaf in woord en schrift voor de gerechtigheid heeft gestreden en voor de gelijkberechtiging van alle volken, hetgeen de grondslag voor den vrede is. Wij Duitschers hebben in hem steeds een trouwen wapenmakker gevonden in onzen strijd voor het recht. Het socialistische partijcongres te Tours is geëindigd. Ondanks het verzet van Renaudel, werd een motie der commissie aangenomen, vol gens welke het partij-orgaan „Le Populaire" ook in de toekomst advertenties van banken en andere kapitalistische ondernemingen zal blijven mogen opnemen. Voorts werd met bijna algemeene stemmen een motie aangenomen, waarin de houding van Paul Boncour en 6 andere kamerleden, die bij de beraadslagingen over de Duitsch- Oostenrijksche tolunie voor de regeering hebben gestemd, werd betreurd. Daarna kwamen in stemming de moties over het vraagstuk der landsverdediging en der ontwapening. Hiervoor waren 3 moties ingediend, die de verschillende stroomingen in de partij weergeven. Voor de motie Paul Faure, die de opvatting van het centrum der partij weergeeft en. de schepping van een militie-leger verlangt, werden 2436 stemmen uitgebracht; voor de motie Renaudel, welke de opvatting van den rechtervleugel der par tij weergeeft, het recht der verdediging er kent en in sommige gevallen credieten voor het leger wil toestaan, 824 stemmen en voor de motie van den linkervleugel der partij, welke de leuze: „geen man en geen cent" verkondigt, 461 stemmen. Naast deze moties was door de commissie een vierde motie opgesteld, welker aanne ming door Léon Blum met algemeene stem men werd verzocht en die bestemd is, om in het partijprogram te worden opgenomen. Deze verklaart o.a., dat de landsverdediging niets anders is dan het streven om de on afhankelijkheid en onaantastbaarheid van de natie te handhaven, zoodat landsverdedi ging voor alles handhaving van den vrede beteekent. Geen partij kan daarom voor den vrede meer opkomen dan de sociaal-demo cratische, daar deze den vrede wil en den oorlog onder geen omstandigheden en tot geen prijs wil aanvaarden. Deze motie werd tenslotte bij acclamatie aangenomen. In het nieuwe partijbestuur zijn gekozen 24 vertegenwoordigers van het centrum, 8 vertegenwoordigers van den rechter- en 4 van den linkervleugel der partij. De „Times" meldt uit Canberra, dat een Duitsch planter in Nieuw Guinea aan den bovenloop van de Wettut-rivier met een twaalftal inlandsche bedienden door wilden is overvallen en gedood. Vijf van zijn be dienden slaagden erin te ontkomen. Zijn lijk is door de wilden verminkt en met verf besmeerd. Het wordt als fetisj gebruikt. Vier slachtoffers Gisteren had een ontploffing plaats aan boord van den Duitschen kruiser „Prinz- Regent Luitpold", die te Scapa Flow wordt geborgen. Drie mannen, die, naar men ge looft, zware brandwonden hebben gekregen, werden naar het ziekenhuis vervoerd, ter wijl een vierde zich des avonds nog steeds in den kruiser bevond. Zijn toestand is niet bekend. Het aantal werklooze diamantbewerkers te Antwerpen is gisteren met ruim 1000 toe genomen tengevolge van het buiten werking treden van de tot voor kort bestaande rege ling inzake de beperking der productie. Tusschen matrozen en Chineezcn Voor een te Antwerpen liggend schip wa ren door de reederij te Rotterdam 25 Chi- neesche matrozen aangemonsterd tegen een pond sterling minder gage dan gebruikelijk is. Toen de Chineezen uit Rotterdam te Antwerpen aankwamen, werden zij opge wacht door meer dan 300 werklooze matro zen. Het kwam tot een vechtpartij, die ein digde met de vlucht- der Chineezen. Voor het schip zijn thans 25 Belgische zeelieden aangemonsterd. In de Bing-Werke A. G. te Neurenberg is een groote brand ontstaan. Daar het bedrijf stilstond, werd het vuur eerst door voorbij gangers ontdekt. De brandweer bestreed de vlammen met 15 stralen. Bovendien werden nog brandbluschapparaten gebezigd. Einde lijk slaagde men er in het vuur tot zijn haard te beperken. De zolderverdieping is geheel uitgebrand. De daaronder gelegen verdiepingen kregen waterschade. ZATERDAG, 30 MEI 1931 HUIZEN, 1875 M. Uitsl. KRO-uitzending 8.00—9.15 Gramofoonpl. 10.0011.30 Gramofocnpl. 11.3012.00 Godsd. Half uurtje Pastoor Perquin 12.00 Politieber. 12.15 Concert KRO-sextet o. 1. v. P. Lus- tenhouwer 1.45 Postduivenber. 1.50 Gramofoonpl. 2.303.00 Vragenhalfuurtje 3.00430 Kinderuurtje 4.305.00 Zwemcursus 5.006.00 Concert KRO- Kunst-Ensemble o. 1. v. P. Lustenhouwer 6.00 Sportpraatje S. P. J. Borsten 6.15 6.35 Journ. Weekoverzicht door P. de Waart 6.35 Belastingpraatje door C. B. J. Otte 7.00 F. Zaalberg: „Het aquarium" 7.30 Politieber. 7.45 Gramofoonpl. 8.00 Concert KRO-orkest o. 1. v. M. v. 't Woud. Truus Ter Steege (zang) 11.0012.00 Dansmuziek 9.00 Vaz Dias. J. H. Nan- nings: „Brood en gebak in den feestenkring v. h. jaar". HILVERSUM, 288 M. 8.00 Gramofoon pl. 12.00 Concert VARA-Septet o. 1. v. Is. Eyl en Gramofoonplaten 2.40 Gramo foonpl. 2.45 Paedagogisch concert o. 1. v. P. Tiggers 7.15 Concert door het Wladi- mir Pique Trio 10.10 Vaz Dias 11.40— 12.00 Gramofoonpl. DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgen wijding 11.05 Lezing 1.202.20 Orkest concert 3.50 Concert. Instrum. Kwintet, F. Richardson (bas), H. Thorpe (tenor) 5.05 Orgelspel door R. Foort 5.35 Kinder uurtje 6.35 Berichten 6.55 Fluitspel door René le Roy 7.20 Lezing 7.35 Lezing 7.50 Cabaret-programma 8.20 Berichten 9.35 Berichten 9.40 Lezing door G. B. Shaw 10.00 Orkestconcert 10.5012.20 Dansmuziek. PARIJS, 1725 M. 8.05—12.50 Gramofoon 4.50 Dansmuziek 6.20 Gramofoon 9.05 „Een avond in Montmartre", door René Dorin. BRUSSEL, 508 M. 5.20 Dansmuziek 6.20 Orkestconcert 6.35 Lezing 6.50 Gramofoon 7.35 Causerie 7.50 Nieuws- ber. 8.20 Orkestconcert. L d. pauze lezing 10.20 Nieuwsber. 338 M.: 5.20 Orkest concert 5.50 Gramofoon 6.05 Orkest concert 6.35 Lezing 6.50 Gramofoon 7.35 Lezing 7.50 Nieuwsber. 8.20 Or kestconcert 9.20 Gramofoon 9.35 Dans muziek 10.20 Nieuwsber. KALUNDBORG, 1153 M. 12.20—1.35 Orkestconcert 2.503.20 Gramofoonpl. 3.505.50 Orkestconcert en zang 8.20 9.20 Concert en voordracht 9.35—11.20 Orkestconcert en zang. Declamatie 11.20 12.35 Dansmuziek. LANGENBERG, 473 M. 7.25—8.20 Gra mofoonpl. 10.3511.35 Gramofoonpl. 11.3512.15 Gramofoonpl. 12.3012.55 Gramofoonpl. 12.55 Gramofoonpl. 1.25 —2.50 Orkestconcert 2.553.45 Orkestcon cert 5.206.10 Concert 6.106.40 Dans muziek 8.20 Vroolijke avond. Dansmuziek enz. 10.20—11.50 Concert 11.50- -1.20 Dansmuziek. ZEESEN, 1635 M. Ca. 7.00 Gramofoon pl. 10.5512.50 Berichten 12.50 Gra mofoonpl. 1.152.20 Berichten 2.20 3.20 Gramofoonpl. 3.20—4.50 Lezingen 4.50550 Concert 5.507.50 Lezingen 7.50 Vroolijk concert 9.20 Militair con cert 10.20 Berichten. Daarna tot 12.50 Dansmuziek. Door een wervelstorm Een trein, welke zich op acht mijlen ten Zuid-Oosten van Fargo (Noord-Dakota) be vond, werd door een tornado overvallen. De trein werd geheel van de rails gelicht, waarbij de twaalf wagons, waaruit hij be stond, omvielen. Slechts de locomotief en de tender bleven overeind. Een der passagiers werd gedood, terwijl verscheidenen werden gewond. Het aantal werkloozen in Engeland bedroeg 18 Mei 2.506.937, of 25.574 minder dan de week tevoren en 747.477 meer dan in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. De Thuringsche Landdag heeft de ministerssalarissen van 16.000 tot 12.000 mark verlaagd. Bij een proefneming met torpedo's te Egernvoerde liep een afgeschoten tor pedo uit haar baan en trof een roeiboot, welke omsloeg. Twee der inzittenden ver dronken. In de nabijheid van Nivelles (Nyvel, België) is een autobus bij het uitwijken voor een ander voertuig omgevallen. Er werden negen passagiers ernstig gewond. Humoristische Avonturen-roman 37. „Dit is, onder ons gezegd, mijn meening en daar wilde ik nu eens met u over spre ken. Jerry zei laatst eens tegen mij, dat High Rusting zoo'n vreeselijk saai plaatsje was en dat het wel eens goed zou zijn als iemand er eens wat levendigheid in zou brengen, als bijvoorbeeld een vliegmachine s .,-acht's eens een paar ongeladen bommen op de daken liet vallen. Vanmorgen kwam ik hem tegen en vertelde hem, dat er bij meneer Wellaby was ingebroken; en hij schudde van het lachen. Ik denk, dat hij er meer van weet, heusch, ik voelde het op dat oogenblik. Begrijpt u wat ik bedoel? Zijn oogen fonkelden verdacht en sommige van mijn vragen kon hij niet rechtstreeks beant woorden. Hij was dien nacht van die pseu- •o-inbraak nog heel laat uit; zooveel kreeg i tenminste te hooren, maar hij wilde over 4*e zaak niet ernstig veraer spreken." „Denkt u dat hij er meer van weet?" •roeg John James ernstig en inwendig angstig. „Maar maar hoe zou dat kun nen?" „Nu, als hij en dat andere jongmensch het plan ontworpen hadden, zou het zeer logisch zijn. Zij kunnen in groote moeilijk heden komen, als zij gesnapt worden; zij zouden dan natuurlijk de school moeten verlaten en hier vandaan moeten. En dat niet alleen, maar het engagement van Nan cy zou er ook door in duigen vallen. Nancy zegt, dat het grootste bezwaar van haar vader tegen Jerry zijn onbezonnenheid is. Wat zou meneer Chipperton in 's hemels naam wel zeggen, als hij hoorde, dat Jerry, in een wit nachthemd uitgedost, zich 's nachts voordeed als een lid van de Ku- Klux-Klan?" „Hm-ja, ik begrijp wat u bedoelt", zei John James, en hij overwoog bij zich zelf wat Jerry Harding wel gezegd zou hebben, als hij zijn toekomstigen schoonvader eens in het grootmeestercostuum had gezien. „Ik had mij juist zoo voor dien jongen ge- interesseerd". zuchtte juffrouw Weston, „en nu schijnt die dwaze knaap door zijn onzin nige avonturen zijn eigen toekomst en die van Nancy te vernietigen." John James verlangde er naar, een vol ledige bekentenis af te leggen, om het hart van zijn vriendin gerust te stellen, maar ter wille van Nancy voelde hij zich verplicht te zwijgen en oom Chipperton niet te ontmas keren als de oorzaak van al die opschudding. „Meneer Benstone, ik zou zoo graag wil len, dat u eens met Jerry sprak; hij stoort zich in het geheel niet aan hetgeen ik zeg; als man tegenover man klinkt dat heel an ders". Zij wachtte even en lachte een beetje ver legen, alsof zij iets te bekennen had. „Ik hoop niet, dat u denkt, dat ik er vei- keerd aan heb gedaan", vervolgde zij, „maar ik heb Jerry verteld, dat Nancy u in haar vertrouwen heeft genomen, en hoe vriende lijk en welwillend ik het van u vond, om hier te blijven tot zij terugkomt. Ik hoop, dat u er niet boos om bent". „O, hemel neen", antwoordde John James dadelijk. „Ik weet zeker, dat wat u goed oordeelt in orde is". „Na hetgeen ik tegen hem gezegd heb, weet ik zeker, dat Jerry uw raadgevingen niet in den wind zal slaan. Hij was van morgen bij mij, omdat hij mij vanavond met den auto naar Blakewich zal rijden, waar wij het nieuwe stuk ,,De gouden appel" gaan zien, dat in den schouwburg gegeven wordt. Men zegt, dat het erg mooi is. Kunt u het misschien niet zóó inrichten, dat u ook met ons meegaat?" „Het spijt mij vreeselijk, maar om u de waarheid te zeggen moet ik „O ja! Ik vergat het veiligheidscomité", onderbrak zij hem lachend. „Ik hoop van harte, dat u de daders te pakken moogt krijgen en hun dan een geduchte afstraffing zult geven. Jerry is vanavond gelukkig bui ten schot, want wij zullen eerst laat terug zijn." Een oogenblik zwegen zij beiden. „U ziet er bezorgd uit", zei juffrouw J/Veston, „ik hoop niet, dat het is om deze onaangename aangelegenheid waarmede ik u lastig val." „In het geheel niet. Er is echter iets, waarover ik u graag zou willen spreken. In de eerste plaats moet ik u vertellen, dat Nancy morgenavond thuiskomt." Hij somde nu de verschillende bijzonder heden uit den pas ontvangen brief- op en vervolgde: „Ik vind het zeer moeilijk om te beslissen wat ik haar zal aanraden ten op zichte van oom Theophilus; of zij hem di rect over haar engagement moet spreken of wel gunstiger gelegenheid zal afwachten. Ik vrees eenigszins, dat haar vader juist op dit oogenblik niet bijzonder vatbaar voor een onderhoud over haar verloving zal zijn." „Ik voor mij zou gedacht hebben, om maar met de deur in huis te vallen," antwoordde juffrouw Weston, „want mij dunkt, als me neer Chipperton later zou hooren, dat de verloving al eenige maanden in het geheim heeft bestaan, zou het een reden voor hem kunnen zijn, om zich beleedigd te gevoelen. Bovendien is het Jerry, die den leeuw in zijn hol moet opzoeken; en daar zal hij zonder twijfel niet tegen opzien. Diis als u hem daarmede van eenigen dienst zoudt willen zijn, zou ik u zeer dankbaar wezen. Wij zijn ook jong geweest, nietwaar?" „En dat is u nog," zei John James galant. „In mijn hart, ja; maar dat is u ook, me neer Benstone; dat zie ik aan de sympathie, die u voor deze twee jongemenschen toont." „Iedereen sympathiseert met degenen, die een warm hart in zich ronddragen," schert ste hij glimlachend. „Ik ben er vast van overtuigd, dat u dat ook doet, en toch Zij zweeg even, alsof zij ergens over peins de, maar er bleef toch een vroolijke tinteling in haar oogen. „En toch," herhaalde hij aanmoedigend. „En toch was het liefde-vraagstuk in „Le vensloterij" zoo onovertuigend en mat, dat ik mij niet kan voorstellen, dat u het heeft geschreven." Nu was het oogenblik van zijn kans geko men; maar John James lachte slechts met een instemmend gebaar over de gemaakte critiek. Hij gevoelde, dat hij eerst de slot scène van het „vroolijke levens"-tooneel moest helpen uitspelen en dat hij haar zijn liefde niet mocht bekenen alvorens die zaak geheel Was afgewikkeld. Hij begon nu weer over het tooneelstuk „De gouden appel" te spreken en zoo sprong de conversatie van het eene onderwerp op het andere. Eindelijk keek John James naar de klok en stond op om afscheid te nemen. „Nogmaals hartelijk dank voor het boek," sprak zij, hem vriendschappelijk de hand schuddend. „En u zult niet vergeten mij dien dienst te bewijzen als de gelegenheid zich voordoet om eens met Jerry te praten, niet waar?" „Indien het uw wensch is, zal ik het zeker doen, maar ik heb gegronde redenen om u te zeggen, dat u geen verdenking tegen uw neef behoeft te koesteren. Ik kan u de ver zekering geven, dat hij in geen enkel opzicht verantwoordelijk is voor hetgeen er gebeurd Zij staarde hem een oogenblik met een verdwaasden blik aan. „Mag ik daaruit afleiden, dat u den waren schuldige gevonden hebt?" vroeg zij. „Nu, dat eigenlijk wel niet precies. Het is een zeer onaangename historie, maar ik vertrouw, dat wij er in het vervolg niet meer van zullen hooren. Vergeef mij, dat ik in deze aangelegenheid niet openhartiger kan zijn; ik mag er mij werkelijk niet verder over uitlaten." „Dus u denkt niet, dat het Jerry is. Maa% dit daargelaten, zou ik toch graag hebben, dat u eens met hem sprak. Ik denk, dat hij er toch wel iets van afweet. U zoudt mis schien door zijn inlichtingen den waren schuldige kunnen vinden. En, zooals ik straks reeds heb gezegd, ik ben van oordeel, dat hij een flinke rammeling verdient." HOOFDSTUK XVH KRAKEND IJS Zooals Theophilus verwacht had, gebeurde ook; hij bleef lang in het gerechtshof. John James ging, na de lunch alleen gebruikt te hebben, naar de bibliotheek en bleef daar zitten mijmeren over hetgeen hij tegen Nancy zou zeggen. Hij begreep, dat de ge schiedenis, welke zich tijdens haar afwezig heid had afgespeeld, haar ongelooflijk zou toeschijnen en het leek hem ongelooflijk haar het buitengewone verschijnsel, dat hij zelf niet begreep, te verklaren. (Wordt vervolgd). i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 9