coupons!
4
Maandag-Dinsdag j
Woensdag
PROF. PICCARD EN DE AARDBOL
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 30 MEI 1931
BLADZIJDE 1
F. Wisbrun Liffmann
A. Funke Zoon
De malaise in de
Metaalindustrie
ZELF ONTVLEKKEN EN ZELF VERVEN
J. LOTTGERING
Dagblad „De Tijd"
M 1 \l Jfa tandpasta
ELCK WAT WILS
Trekjes No. 707
Hoe hoog de stijging was en welk deel van het aardoppervlak
de luchtvaarders konden overzien
De drie atmospherische phasen
WOLLEN, ZIJDEN, KUNST- j
ZIJDEN EN KATOENEN
STOFFEN
STADSNIEUWS
Personeel-ontslag bij de Haarlemsche
Ijzer-gieterij
Federatie der Werkgevers-
organisatien in het Boekdrukkers-
bedrijf
Zweedsch bezoek te Overveen
De
„Rerum Novarum"-herdenking
te Beverwijk
Aanvaring met zandbak
KUNST EN KENNIS
Richard Tauber te Amsterdam
De beste manier om
Uw goed te bederven
Ververij en Chemische Wasscherij
Gr. Houtstr. 5A - Teief. 10771
De wegen rondom Haarlem
BINNENLANDSCH NIEUWS
De eenig gangbare gulden
In handen van „De Maasbode"
overgegaan
ALLÉÉN ZIJLSTRAAT97
Commissaris der Koningin
RECHTSZAKEN
Geen gratie verleend
icht maanden onschuldig gezeten
Dr H NANNING's
B w Jpfy2575 cf.tube
ïn zulke kleine plaatsen maken ze van
zooiets 'n algemeen feest, en er blijft, om 't
bij de „oer-spreekwijze" te houden, geen
oude vrouw aan d'r spinnewiel zitten op
zoo'n dag.
Onder z'n regenjas, 'n huiverige dracht
publiek merkt er niets van.». daar meet je
Ea oader 'j, yenjer prepareeren vertelde
booglachtebooglachteen
G. N.
Toen de eenvoudige lieden waartoe ook
wij ons rekenen het bericht lazen, dat
prof. Piccard en zijn metgezel de aarde ont
vlucht waren tot op een hoogte van niet
minder dan 16.000 meter, hebben zij zich
onwillekeurig een phantasie voor den geest
gehaald van een cirkel, den aardbol voor
stellende, waarboven dan op een of andere
hoogte Prof. Piccard met zijn vriend ge
zweefd moet hebben, en menigeen zal
zich 'n oogenblikje hebben afgevraagd, welk
een groot deel van het wereldoppervlak
deze koene aëronauten op het moment van
hun hoogste vlucht wel niet hebben kun
nen overzien, gesteld dan, natuurlijk, dat
him gezichtsvermogen volkomen en het uit
zicht onbelemmerd was.
Alle respect voor de prestaties van prof.
Piccard en zijn helper, maar als we ons
aan het rekenen en cijferen zetten, dan
worden wij in onze phantastische voorstel
lingen wèl eenigszins teleurgesteld.
Wij vragen ons af:
lo. Wat beteekent deze afstand 16000
Meter boven het aardoppervlak in ver
houding tot de afmetingen der aarde zelf?
So. Wfelk deel der aarde kan door de
luchtreizigers op die hoogte vanuit één
punt worden overzien? De beantwoording
van de eerste vraag is zeer eenvoudig. De
middellijn van de aarde bedraagt ruim
twaalf miilioen meter. De verhouding van
de bereikte hoogte tot de aardmiddellijn is
dus 16000:12000000 1:750.
Teekenen we een cirkel met een middel
lijn van 6 centimeter, dan wordt de grootst
bereikte hoogte aangegeven door een punt
te teekenen op een afstand van 60/750 mil
limeter of bijna 1/12 millimeter van den
cirkelomtrek.
Misschien nog aanschouwelijker is het
volgende beeld: Stelt men zich de aarde
voor door een sinaasappel zonder de schil,
Het is tot heden nog onmogelijk gebleken
om de hoogte te meten van de atmospheer,
welke onze aarde omringt. Men heeft ze
tot heden nog altijd slechts kunnen schat
ten: daarbij volgde men drie methoden: (1)
de waarneming van meteoren, (2) de me
ting van den duur der schemering, (3) de
waarneming van zons-opgangsverschijnse-
len. De eerste methoden geven resultaten
varieerende van 150 tot 300 K.M., terwijl
het schemeringsverschijnsel op een breedte
graad van 45 gr., de hoogte der atmosfeer
doet schatten op pl.m. 64 K.M. Het is moei
lijk berekeningen te maken naar zons
opgangsverschijnselen, maar men beweert,
dat deze tot op een hoogte van 500 K.M.
nog waarneembaar zijn.
Wanneer de dichtheid der atmospheer
overal volkomen gelijk bleef als boven de
onmiddellijke oppervlakte der aarde, dan
zou de lucht een laag vormen van slechts 8
K.M. dikte, en dit wordt somtijds genoemd
„de hoogte der homogene atmospheer". De
met een middellijn van 6 centimeter, dan
moet een luchtreiziger om een hoogte te
bereiken, overeenkomend met een dikte van
4 millimeter van de schil, ruim 4:1/12 of
ongeveer 50 maai 16000 Meter stijgen.
Vanuit dit standpunt bezien, heeft de
ballon van de onderzoekers op een hoogte
van 16000 Meter dus nauwelijks den be-
ganen grond verlaten.
Bij de beantwoording van de tweede
vraag gaat het er om, het oppervlak te be
rekenen van het deel der aarde, dat om-
CLooq o09^
sloten wordt door den kegel, waarvan de
kegelmantel aan de aarde raakt en de top
bij den waarnemer is gelegen.
Voor de overzichtelijkheid teekenen we
de hoogte van 16000 meter (in de figuur
eigen 1/12 millimeter) overdreven groot.
Nu leert eenige berekening dat
de verhouding van het opper
vlak van de bedoelde aard
schijf tot het geheele aardop
pervlak gelijk is aan de verhou
ding van de hoogte h van de
schijf tot de middellijn.
Na een kleine becijfering
vindt men voor h 15957 meter.
Vanuit een hoogte van 16000
meter kan men dus 15957/
12000000 of ongeveer 1/752 deel
van het aardoppervlak zien;
dat is dus nog slechts 1/376
deel van een halfrond.
Om bijvoorbeeld de helft van
een halfrond, dus een vierde
deel van de aarde, vanuit één
punt te kunnen zien, zou men
ongeveer zes miilioen meter
moeten stijgen.
Bij alle hoogterecords blijft
Prof. Piccard's afstand van de
aarde dus betrekkelijk nog zeer
gering.
helft van de lucht is beneden een hoogte
van 5.8 K.M. Bij laag niveau wordt de tem
peratuur gewoonlijk geacht 0.56 gr. C. per
100 meter hoogte af te nemen, maar de
maatstaf is uiterst veranderlijk.
De lagere regionen der atmospheer noemen
de geleerden gewoonlijk troposphere: deze
strekt zich uit tot op 'n hoogte van plm.
10 K.M. Daarboven treft men over het alge
meen geen wolken aan, behalve in de tro
pische gebieden.
Tropopause en stratospheer
Het luchtgebied boven deze 10 K.M. hooge
luchtlaag wordt aangeduid door den weten-
schappelijken naam Stratospheer. Dit is dan
ook het gebied waar professor Piccard zijn
onderzoekingen wilde verrichten, welke hij
zoo glansrijk schijnt te hebben volbracht.
Deze stratospheer echter wordt van de tropo-
spheer gescheiden door een tusschenlaag,
waaraan door de geleerden de naam van
tropopause is gegeven. In de stratospheer
loopt de temperatuur gradueel gelijk met
de oppervlakte der aarde, terwijl op geringere
hoogten de lucht in verticale kolommen is
verdeeld, elk met haar eigen temperatuur.
Men kent echter nog slechts betrekkelijk
weinig van deze opper-atmospheer, al heeft
men met onbemande proefnemingsballons
getracht de samenstelling en physieke eigen
schappen ervan tot op 25 K.M. te registree-
ren. Lindeman en Dobson zijn naar metin
gen en waarnemingen van vallende
meteoorsteenen tot de conclusie gekomen
dat de stratospheer zich niet hooger
dan 60 kilometer zou uitstrekken,
waarbij vergeleken de *16 K.M. door prof.
Piccard bereikt dan eigenlijk nog niet veel
te beteekenen zouden hebben. Boven deze
luchtlaag zou de temperatuur stijgen tot 30
gr. C., terwijl deze luchtlaag zelf zich tot
150 K.M. hoogte zou verheffen, op welke
hoogte meteoren lichtgevend worden.
Hiermede in verband brengt men ook de
geringere of sterkere geleiding van de korte
electrische golven door de op die enorme
hoogte aanwezige substantie, welke men ozon
genoemd heeft. Maar, zoo hebben weer an
deren gezegd, waar ozon is moet ook oxygeen-
gas aanwezig zijn. En wijl oxygeen minder
dicht is dan ozon zou het zelfs tot op nog
grootere hoogte aanwezig moeten zijn. Jeans
komt dan zelfs tot hoogten van 3200 K.M.,
waar, al is het ook nog zoo weinig, dan toch
nog 300.000 gas-moleculen per kubieken cen
timeter kunnen zijn.
Doch wat is ten slotte 3200 K.M. vergele
ken bij de oneindigheid van het heelal? Min
der nog dan een stofkorrel op de oppervlakte
van Moeder Aarde.
Zoodat ook bij een gewichtig experiment
als dit, hoe zeer ook getuigend van 'smen-
schen moed, durf, wetenschappelijk inzicht
en weetgierigheid, toch nog altijd de nederige
conclusie past, dat, hoe veel we ook weten,
we toch eigenlijk nog niets weten.
Een nieuwe vingerwijzing naar de Oneindig
Machtige Hand van een Alwijzen en Opper-
machtigen Schepper!
Wegens de slechte toestanden in de me
taalindustrie wordt het bedrijf der Haar
lemsche Ijzer-gieterij belangrijk ingekrom
pen.
Aan het gróótste gedeelte van het per
soneel, is ontslag aangezegd.
Er zal getracht worden het bedrijf op be
scheiden voet voort te zetten.
In de dezer dagen gehouden districtsver
gadering der afdeeling Haarlem en omstre
ken van deze federatie werden als afgevaar
digden voor den N. B. v. B. naar de Alge-
meene vergadering, te houden op 2 en 3
Juni in Groningen, gekozen de heeren J. Th.
Ruygrok, H. M. Groenendaal, J. H. Gottmer
Jr., en als plaatsvervangers: de heeren Joh.
Enschedé, S. van Dorp en J. J. Allan Jr.
Een feest van den adelborst
Vrijdagmiddag hebben, na een rit per
groote touring-oar door Kennemerland,
waarbij o.a. langs Haarlem, Heemstede, Ben-
nebroek, Vogelenzang, Bloemendaal gereden
werd, een aantal officieren en adelborsten
van den Zweedschen pantserkruiser „Fylgia"
een bezoek gebracht bij den heer en mevrouw
H. Schmidt van Gelder op hun buitenverblijf
„Belvédère" alhier. Ruim 4 uur arriveerde
het gezelschap, bestaande uit 30 adelborsten
en eenige officieren te Overveen. Hoewel de
fraaie, rood-glimmende touring-car en haar
ongewoon gezelschap wel in staat was, de
aandacht te trekken, was er weinig of geen
publiek. De Zweden waren gedekt met hagel
witte uniformpetten, maar de fraaie unifor
men waren verborgen onder groote, lange
regencapes. Van het heerenhuis hingen de
Zweedsche- en Nederlandsche vlaggen slap
naar beneden in den druilerigen regen.
Een groot aantal heeren en dames voor
deze gelegenheid door den heer Schmidt van
Gelder uitgenoodigd, was van de partij. On
der anderen merkten we op den voorzitter
van het v.m. Oympisch Comité, Jhr. Schim-
melpenninck van der Ooye van Hoevelaken,
den consul-generaal voor Zweden, den heer
W. Dyckmeester en de vice-consuls te Am
sterdam en Rotterdam, eenige Hollandsche
zee-officieren, waaronder de kapitein ter zee
Ramswinckel en de luitenant ter zee 1ste
klas Hetting. Ook de commandant van de
„Fylgia", Baron Beek Friis, behoorde onder
de gasten. In 't geheel waren ongeveer 130
dames en heeren aanwezig.
Van het voorgenomen buitenpartijtje kon
niets komen. Het ongunstige weer had een
spaak in 't wiel gestoken.
Nadat de thee en andere ververschingen
waren geserveerd, zorgde een strijkje voor de
muzikale opluistering. De groote hall van
„Belvedère" was ruim genoeg, ran tijdelijk
voor balzaal dienst te doen. Wat zij dan ook
gedaan heeft.
Na een paar uurtjes genoten te hebben van
de gulle gastvrijheid der familie Schmidt van
Gelder, was om 7 uur het oogenblik van
vertrek aangebroken.
We twijfelen er niet aan, of de Zweden
hebben een aangenamen indruk meegeno
men van Schoon Kennemerland in 't alge
meen en de hartelijke ontvangst op het
schoone, gastvrije „Belvedère" in 't bizonder.
Het verheugt ons aan den vooravond van
de Encycliekfeesten te kunnen mededeelen,
dat alles naar wensch verloopt. De laatste
dagen kwamen nog van alle kanten aanvra
gen voor kaarten en programma's binnen
en zooals de zaak zich laat aanzien zal het
morgen aan belangstelling niet te kort
schieten.
Het Comité heeft zich genoodzaakt gezien
voor de Jeugdorganisaties een afzonderlijke
vergadering te beleggen; zoo zullen deze na
afloop der demonstratie doormarcheeren
naar het K.S.A.-gebouw, waar in de groote
zaal door den weleerw. heer P. Schretlen,
kapelaan te Beverwijk, voor de jeugd de be-
teekenis en bedoeling der „Rerum Novarum"
zal worden uiteengezet.
Morgenmiddag te kwart voor één zullen
alle leden van het Uitvoerend Comité bij
eenkomen in het K.S.A.-gebouw om de laat
ste consigne's in ontvangst te nemen, die
voor de regeling aan het C. H. Moensplein
noodig zijn.
De vaandeldragers, voor zoover zij niet
reeds besloten hebben als organisatie aan
eengesloten vanaf een vastgesteld punt naar
het C. H. Moensplein te marcheeren, worden
verzocht kwart vóór één op het C. H. Moens
plein aanwezig te zijn, opdat ieder zich dan
achter zijn vaandel kan aansluiten.
De verschillende organisaties van buiten
de plaats, komen reeds aaneengesloten in
marschtempo naar Beverwijk en sluiten zich
op het C. H. Moensplein aan, althans voor
zoover betreft de afdeelingen: Heemskerk,
Wijk aan Zee, Velsen-Noord, IJmuiden-O.,
IJmuiden en Driehuis. Anderen, welke per
fiets of bus aankomen, stellen op het C. H.
Moensplein op.
Moge iedere deelnemer zich aan deze
regeling houden en zooveel mogelijk mede
werken alles naar wensch te doen slagen,
opdat we na afloop mogen terugzien op een
grootsche, goedgeslaagde viering van het
40-jarig jubilé van de uitvaardiging der
Encycliek Rerum Novarum.
Het Uitv. Comité.
Gistermorgen te ongeveer 11 uur is het
te IJmuiden binnenkomende Zweedsche
stoomschip „Ethel" in het Buitentoeleidings-
kanaal tot de Noordarsluis in aanvaring ge
weest met een zandbak, die gesleept werd.
De bak geraakte in zinkenden toestand en
moest aan den grond worden gezet. De
oorzaak moet waarschijnlijk gezocht worden
in het feit, dat ondanks het attentiesein
van de „Ethel" de sleep nog voorlangs
trachtte te varen. De „Ethel" kreeg oogen-
schijnlijk geen schade.
Op doorreis van Londen naar Ober-Bayem.
Hij heeft zijn stem niet verloren en zal op
15 Juni a-s. weer te Londen optreden
In den loop van deze week hebben de
bladen het sensationeele bericht gebracht,
dat Richard Tauber, die op dat oogenblik
in het Drury Lane Theatre te Londen een
reeks gastvoorstellingen gaf van „Das Land
des Lachelns", zijn stem verloren had.
De bladen meldden, dat Tauber Londen
zou verlaten, maar niet, waarheen hij zich
zou begeven. En zoo kwam gistermiddag het
verrassende bericht, dat Richard Tauber zich
te Amsterdam bevond, en wel in het theater
Tuschinski, waar hij de matiné bijwoonde.
Gedurende de voorstelling hebben we ge
legenheid gehad even met den zanger te
spreken, die in gezelschap verkeert van zijn
broer Max Tauber, die de taak, om nieuws
gierige journalisten te woord te staan, over
nam, omdat zijn broer Richard in de eerste
plaats rust noodig had en bovendien van de
vertoonde film wilde genieten.
Onze eerste vraag aan den heer Max Tau
ber was natuurlijk, wat er waar was van de
sensationeele persberichten.
„Geen woord!" zei de heer Tauber lachend,
„maar dan ook letterlijk geen woord. Het
geheele dwaze gerucht is in de wereld geko
men door een verkeerde uitlating van een
eenigszins boos geworden Londenschen im-
pressario en door de sensationeele wijze waar
op de Engelsche en daarna ook de andere
bladen het hebben vermeld. Wij zijn in Lon
den bij vier van de bekwaamste keelspecia-
listen geweest, o.a. bij Sir Milsom Rees en
bij Dr. Philip Franklin, die eenvoudig lachen
om de uitlating, dat Richard zijn stem „ver
loren" zou hebben. Na nauwkeurig onder
zoek kwamen zij tot de conclusie, dat de ge
heele inzinking van Richard's prestatie die
niet te ontkennen viel niets met de keel
en de stembanden te maken had, doch uit
sluitend een gevolg was van overspannen
zenuwen. Het eenige wat hem werd voor
geschreven was volslagen rust en verstrooi
ing, en vandaar dat men hem het staken
der voorstellingen aanbeval. Deze overspan
ning is makkelijk te verklaren.
Na een zeer vermoeiend maar succesvol op
treden te Parijs, staken wij naar Londen over
en reeds den 8sten Mei ging de premiere in
het Drury Lane Theatre. Voor ziilk een ver
moeiend toumé is dat op zichzelf al te snel
na elkaar, maar aanvankelijk had Richard
Tauber een geweldig succes De bekende
criticus Swaffer vergeleek hem met Caruso
en Chaliapin en het publiek was opgetogen.
Toen bleek echter, dat Richard bij den over
tocht over het Kanaal een koude en een
keelontsteking had opgeloopen, zoodat hij na
eenige avonden te hebben gezongen zijn op
treden moest staken. Dit had een funesten
De Bloemendaalsche Straatweg wordt verbreed. De voortuinen van de villa's zullen iets
achteruit gaan. Op deze foto de eerste werkzaamheden.
invloed op zijn zenuwen en toen hij bij zijn
wederoptreden zich nog niet ten volle kon
geven, speelde zijn nervositeit hem zoodanig
parten, dat hij zelf begon te piekeren over
het gevaar, dat hij zijn stem zou kunnen
verliezen. Toen was het heelemaal mis. En
de doctoren gelastten hem, het optreden te
staken en zijn zenuwen tot rust te laten
komen. Aan zijn keel en zijn kunst mag hij
zelfs niet denken. Wij gaan thans over
München naar Reichenhall in Ober-Bayern,
waar een villa in aanbouw is, zoodat Richard
daar iets heeft, waarvoor hij zich kan inte
resseeren. De doctoren te Londen hebben mij
verboden, met hem over dokters maar te
spreken, omdat zijn keel volkomen in orde is
en hij slechts behoefte heeft aan een weinig
rust. Wij keeren dan ook in het midden van
de volgende maand naar Londen terug, waar
Richard Tauber op 15 Juni a.s. zijn serie gast
voorstellingen zal voortzetten. Het contract,
dat oorspronkelijk liep tot 1 Juli a.s„ zal in
verband met de onderbreking waarschijnlijk
verlengd worden tot ongeveer 20 Juli. Dan
hoop ik, op de terugreis tegen het einde van
Juni drie concerten in Amsterdam, Den Haag
en Rotterdam te kunnen arrangeeren. Daarna
draait Richard in Duitschland, in Berlijn of
München twee nieuwe films en op 17 October
vertrekken wij naar Amerika, waar mijn
broer twintig gastvoorstellingen geeft. In
December zijn we in Duitschland terug en
tegen Kerstmis komt in het Metropole-
Theater te Berlijn de gebruikelijke Kerst
première, waarschijnlijk van een nieuwe
operette van Franz Lehar."
Met ingang van Maandag a.s. zullen, ge
lijk bekend, buiten omloop worden gesteld
de guldens, welke een vroeger jaartal dra
gen dan 1920. Van dan af zal niemand ge
houden zijn deze munten in betaling aan
te nemen.
De guldens kunnen ter inwisseling worden
aangeboden bij alle postkantoren, bij-post
kantoren, hulp-postkantoren en poststations
nog gedurende drie maanden dus tot en
met 31 Augustus. Van Maandag af zijn
alleen nog gangbaar de guldens, welke een
later jaartal dragen dan 1920. De munten,
die dus n i e t ter inwisseling moeten wor
den aangeboden, dragen op de voorzijde het
borstbeeld van H. M. de Koningin, zooals
hierboven is weergegeven.
Uitsluitend guldens met dezen beeldenaar
blijven dus in omloop.
Op de rijksdaalders en de halve guldens
heeft deze inwisseling geen betrekking.
In aansluiting op het bericht in ons vorige
nummer, vernemen wij, dat in de gisteren
gehouden aandeelhoudersvergadering van
„De Tijd" besloten is, het dagblad per 1 Juli
a.s. te doen overgaan in handen van „De
Maasbode."
Nader vernemen wij, dat er een aparte
N. V. Drukkerij ,,'t Kasteel van Aemstel" zal
worden gesticht, onder directie van den heer
A. J. J. M. van der Marck.
Aan het geheele personeel van „De Tijd"
is ontslag aangezegd, onder mededeeling,
Goud-Doublé Pex So-Easy Mon
tuur met licht en donkeren rand,
f 2.25
OPTICIENS
dat men kan solliciteeren naar een functie
bij „De Amstelbode."
De volgende week zal de aandeelhouders
vergadering van „De Maasbode" een beslis
sing nemen.
De Commissaris der Koningin vertrekt
Maandag 1 Juni voor drie weken naar het
buitenland.
Gedurende zijn afwezigheid worden zijn
functiën waargenomen door het lid van Ged.
Staten, den heer A H. Gerhard.
Huisvredebreuk in het Kon. Paleis
Zooals men zich herinnert, waren op 11
Mei verleden jaar, na afloop der Universi-
teitsroeiwedstrijden op het Noordzeekanaal
twee Delftsche studenten, de 22-jarige A.
A. M. de B. en de 24-jarige A. H. B. het
Koninklijk Paleis op den Dam te Amster
dam binnengedrongen, waarin zij eenigszins
baldadig optraden. Het gerechtshof veroor
deelde hen in hooger beroep ieder tot een
onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één
week. Er werd na het arrest een verzoek
om gratie ingediend.
Naar de „Tel." thans verneemt, is daarop
afwijzend beschikt, zoodat de beide studen
ten hun straf moeten ondergaan.
Vrijspraak na afloop van de straf
Het Amsterdamsche Hof heeft uitspraak
gedaan in een revisiezaak van een man, die
25 Maart 1927 door de Amsterdamsche
rechtbank ter zake van diefstal was veroor
deeld tot acht maanden gevangenisstraf,
die hij heeft ondergaan. Hoewel hU steeds
zijn onschuld had volgehouden, was hij niet
in hooger beroep gegaan, omdat hij zich in
preventieve hechtenis had bevonden en hij
niet de risico wilde loopen nog langer pre
ventief te zitten. Daar hij echter na zijn
ontslag uit de gevangenis naar een gemeen
tebetrekking solliciteerde, doch deze niet
kon krijgen op grond van het tegen hem
gewezen vonnis, had hij zich alsnog tot den
Hoogen Raad om revisie gewend door zijn
raadsman mr. H. Bruyn, welke revisie op
30 Maart j.l. door den Hoogen Raad over
eenkomstig requisitoir van den procureur-
generaal mr. Tak werd toegestaan.
De zaak werd verwezen naar het Amster
damsche Hof. Nadat nogmaals alle getuigen
gehoord waren, requireerde de advocaat-
generaal mr. Van Harinxma thoe Slooten,
bevestiging van het veroordeelend vonnis
der rechtbank.
De verdediger, mr. H. Bruyn, bestreed uit
voerig de betrouwbaarheid van de getuigen,
die destijds door de rechtbank zijn gehoord
en die thans, in hun verklaringen voor het
Hof, niet meer zoo positief waren. PI. ver
wees naar diverse psychologische proeven,
waaruit gebleken was, dat de waarnemingen
van getuigen onmogelijk juist konden zijn.
Het Hof, arrest wijzende, achtte het on
aannemelijk, dat verd. J. B. inderdaad den
diefstal had begaan en sprak hem daarvan
vrij.
reinigt mond en tanden.
Professor Carlo Malensi
't Was ter gelegenheid van 'n dokters-
jubileum in 'n dorp, ergens in de Veluwe.
We liepen direct midden in de kleurigheid
van eere-poorten, slingers en velerlei andere
bonte straatversiersels en t was overal 'n
vroolijk gedoe als op 'n Koninginnedag.
In de zaal der R. K. Werkliedenvereeni-
ging moesten we zijndie gauw gevon
den was, want behalve de kerk en de school
stond er niet veel, dat aanspraak mocht
maken op de naam „gebouw".
Er waren al twee bestuursleden aanwe
zig.... dikke, brave, blonde goedlachsche
mannen met glimmende gezichten en dito
gekleede jassen, waarop 'n kokarde troonde
van drie kleuren en de afmeting van een
schoteltje.
Ze waren bezig de voorste rijen stoelen
waaronder vier fauteuils, een versierde voor
de jubileerende gemeente-arts en drie on
versierde, vermoedelijk voor diens echtge-
noote, de pastoor en de burgemeester te
beleggen met cartonnetjes „Gereserveerd".
We werden begroet en bekeken met de ge
bruikelijke eerbied.
Toen gingen ze ons voor, 't trapje op,
naar het tooneel, om een en ander vast
in ©ogenschouw te nemen.
Het decor stelde voor de „gewone" kamer
met de geschilderde ramen, de geschilderde
gordijnen, de geschilderde schoorsteenmantel,
de geschilderde spiegel en de geschilderde
schilderstukken
In de kleedkamer, nog ruikend naar de
extra boen-beurt, stond 'n groote koffer,
waarop met zwarte, onvakkundige spiritus-
lak-letters te lezen stond: „Professor Carlo
Malensi, universal-artist".
„O, juistdat wordt zeker 't andere
gedeelte van 't feestprogramma
„Ja meneer
„Wat doet die professor Malensi?"
„Van alles, meneer
„O, da's gemakkelijk
„Hij goochelt, hij maakt kunsten, muziek,
hij spreekt door z'n buik't mot 'n
merakels knappe vent wezen.... hij kost dan
ook géén klein beetje, ziet umaar
dat had de feestcommissie d'r voor over....
't mot in orde wezen vanavond".
We slenterden nog wat rondm'n
pianist onderwierp de piano aan 'n keu
ringen schatte, dat 't instrument 'n
maand of zeven geleden nog pas gestemd
wasdat was dus óók in orde, behoudens
'n viertal toetsen, die 't niet tot de snaren
brachten.
kwamen meerdere bestuursleden, ge
volgd door de eerste feestgenooten.
Ook de professor arriveerde.
Hij droeg 'n groote handkoffer, die op 't
eerste gezicht meer levensjaren telde dan
professor Carlo Malensi zelf.
We stelden ons aan elkaar voor en hij
maakte 'n elegante buiging, op welk moment
ik meende, dat er van binnen iets bij 'm
kraakte. Later begreep ik, dat 't wel zeker
zoo geweest moest zijn.
De professor was 'n mager persoon van
naar schatting vijf en dertig
voor de tijd van 't jaar, had ie 'n smoking,
zéér vermoedelijk niet op maat geleverd
ófwel door verandering van lichaams-omvang
des dragers minder „sluitend" geworden. Hij
bewoog zich er echter in alsof 't zóó van
de „Tailor for ladies and gentlemen" kwam.
Ik ben eigenlijk laf-ironisch aan 't doen
op 't oogenblikmaar de lezer gelieve
dit te aanvaarden als 'n poging, om niet te
direct-rauw te vallen in 't stukje artisten-
leven-triestigheid, dat volgen zal.
En om u nou meteen maar voor te be
reiden: ik heb toen voor het eerst kennis ge
maakt met een der „donkere" verborgenhe
den achter de hel-verlichte tooneel-coulissen,
waarvan ik daarvóór enkel gelezen had nu
en dan; verhaaltjes, die je voor zeven-achtste
op de fantasie schoofen ik heb later
de innige wensch geuit, dat die éerste keer
ook de laatste zou zijn.
Er was 'n vroolijke luidruchtigheid in de
zaal.
Die uitbundiger werd onder de schaterende
tonen van 't openingsnummer der fanfare
„Eendracht maakt Macht"
Na 'n kort officieel gedeelte opende pro
fessor Carlo Malensi het programma. Hij
goochelde met zwierige gebaren en veel
woorden, gedrenkt in 'n gemaakt accentje.
Er kwamen uitroepen van bewondering en
verbazing.... blijkbaar waren er nog niet zoo
veel goochelaars geweest daar, want er was
veel „cliché-werk" bij.
't Duurde 'n klein half uurhij
transpireerde toen ie klaar wasdeed
kort-ademig.
Toen ging ie zich verkleeden, om straks
als slangenmensch terug te komen.
Dat nummer was nog mooier.
Hij rolde zich op, stak z'n hoofd door
Z'n gekronkelde beenen, vouwde zich in Vie
ren, wrong zich dubbel door 'n ring, enzoo-
voorts.
'n Daverend applaus volgde toen ie klaar
was. Z'n gezicht was purper ongeveer en de
aderen puilden nog als koorden. Ik hoorde
z'n adem piepen toen ie, na veel „lachende
buigingen", 't tooneeltje verliet.
In de kleedkamer liet ie zich op 'n stoel
ploffenen heel z'n lijf zwoegde in be
nauwde hijginghij keek me aan met 'n
lachje, dat 'n soort pijn veroorzaakt.
Maar ik moest 'm alleen laten, want de
fanfare-marsch was alweer uiter werd
dus op 'n volgend nummer gewacht.
Ik rekte 't tot aan de pauze, om hem nog
wat rust te geven.
'n Groot uur na z'n slangenmensch-
kunsten was dat.
En nóg zat le te hijgenz'n gelaat had
'n blauwige schaduw.
„Scheelt u iets?"
,,'t Gewone doen" zei ie kuchend „last
van asthmamaar praat u er maar niet
over met 't bestuurda's zoo'n vervelend
idee voor de luidjesze betalen voor 'n ge
zond mensch, nietwaar? Dat wil zeggen: ze
rekenen niet op 'n kwaaldat doet na
tuurlijk niemand, die 'n artist engageert
,,'t Is beroerd voor u" zei ik met oprecht
medelijden.
„Ach jad'r is zoo véél beroerd, meneer.
Ik tref 't nou toevallig weer vanavond
soms ben ik weken achtereen goed.... dan
werk' ik zonder buitengewone inspan
ningMisschien valt 't nog meede
eene aanval is minder dan de andereIk
was 'r wel bang voor't was al 'n te mooi
poosje goed gegaan."
„Maar u kunt zóó toch niet vlot voort-
werken?"
„Och.rollen" doet 't altijd wel.... 't
voor zorgen trouwensanders worden ze
bang voor 'n volgende keer....
„Kunnen we 'r dan niets op verzinnen? Ik
wil graag de tweede helft van de avond
heelemaal vullenk had er op gerekend,
want ze schreven me niet, dat u ook kwam."
„Heel vriendelijk van uik ben u dank
baar voor 't aanbod, maar 't gaat niet
dat zou 'n geweldige strop kunnen worden
voor laterzooiets raakt maar al te gauw
bekend...."
Hij ging weer van kleeding verwisselen. Ik
wou weggaan zoo langmaar hij wenkte,
dat 't niet noodig was
„Blfjf u gerust hier, meneerik heb
graag iemand bij meen ik hoef voor u
geen geheimen te hebbenU heeft me
tóch al van dichtbij gezien
Ik begreep pas even later wat ie daarmede
bedoeldetoen ik zag, dat ie onder z'n
piqué overhemd niets anders droeggeen
hemd, geen flanelniks.... 't keurige,
witte smoking-hemd zat op z'n bloote lijf
wellicht mede-oorzaak, dat z'n smoking te
wijd was.
'n Schonkerig lijf was 't, met veel blauwe
plekken en roode vinnenvan 't slangen -
mensch-nummerz'n rug was glimmerig
nat van 't zweet.... z'n smalle, haast pun
tige borst ging in moeilijke adem-kneep.
Hij trok 'n hansop aan met bellen en hon
derd tinkelende loovertjes.... maakte z'n
gezicht witteekende er roode en groene
vierkantjes en driehoeken op.... omstreepte
z'n lippen, verdikte z'n wenkbrauwen
„Nou kom 'k als muzikale clown" pakte
hij 'n zestal instrumenten uit ,,'n Zwaar
nummer.... op 't laatst balanceer ik boven
op 'n tafel.... op de achterpooten van 'n
stoelen speel zoo de Donau-wals op m'n
harmonica."
hij van veel armoevan veel weken
zonder verdienstevan slapen in dertig
cents-logementenvan gesjouw naar de
bank van leening.... van dagen leven op 'n
stuk brood met hoogstens 'n mop lever
worstvan z'n gewezen vrouw, die er
vandoor was gegaan met 'n violistvan
z'n eenzaamheid nuop 'n kamertje van
'n daalder met 'n kop thee 's morgens....
De tweede helft van de avond begon.
Men lachte en gierde om z'n muzikale
wonder-daden en de malle gezichten die-ie
troken z'n grappen in „gebroken-
Duitsch". De balanceer-toer mislukte drie
maalniemand zag, dat ie dood-op was.,
en er werd gewacht op 't slagen van de
toerEindelijk ging 'tIk zag 'm be
ventrillen over z'n heele lijfOp de
helft van z'n Donau-wals moest ie handig 'n
slot-accoord draaiensprong „licht en
los" van de tafelincasseerde 'n ovatie....
stond zagend uit te steunen toen 't scherm
omlaag wasWankelend ging ie naar de
kleedkamerstond daar te halen in stik
kende persing.
Toen moest ie nog buikspreken.
En na afloop stond ie weer in smoking....
en luisterde bescheiden glimlachend naar de
lof-woorden van de feestcommissie-voorzitter,
die „de tolk was van alle aanwezigen, als ie
Professor Carlo Malensi hartelijk dank zegde
voor z'n schitterende, veelzijdige prestaties."
Daverend applaus.
De penningmeester betaalde hem dertig
gulden.
En zei zacht tot 'n mede-bestuurslid: „'n
Mooi centje, voor één zoo'n avondje, niet?"
„Noügauw verdiend hoor!" zei de
ander „Maar ik heb 't jullie vooruit g®-
zegd.... as je met 'n perfes ter begint