coupons! 4 Maandag-Dinsdag j Woensdag PROF. PICCARD EN DE AARDBOL TWEEDE BLAD ZATERDAG 30 MEI 1931 BLADZIJDE 1 F. Wisbrun Liffmann A. Funke Zoon De malaise in de Metaalindustrie ZELF ONTVLEKKEN EN ZELF VERVEN J. LOTTGERING Dagblad „De Tijd" M 1 \l Jfa tandpasta ELCK WAT WILS Trekjes No. 707 Hoe hoog de stijging was en welk deel van het aardoppervlak de luchtvaarders konden overzien De drie atmospherische phasen WOLLEN, ZIJDEN, KUNST- j ZIJDEN EN KATOENEN STOFFEN STADSNIEUWS Personeel-ontslag bij de Haarlemsche Ijzer-gieterij Federatie der Werkgevers- organisatien in het Boekdrukkers- bedrijf Zweedsch bezoek te Overveen De „Rerum Novarum"-herdenking te Beverwijk Aanvaring met zandbak KUNST EN KENNIS Richard Tauber te Amsterdam De beste manier om Uw goed te bederven Ververij en Chemische Wasscherij Gr. Houtstr. 5A - Teief. 10771 De wegen rondom Haarlem BINNENLANDSCH NIEUWS De eenig gangbare gulden In handen van „De Maasbode" overgegaan ALLÉÉN ZIJLSTRAAT97 Commissaris der Koningin RECHTSZAKEN Geen gratie verleend icht maanden onschuldig gezeten Dr H NANNING's B w Jpfy2575 cf.tube ïn zulke kleine plaatsen maken ze van zooiets 'n algemeen feest, en er blijft, om 't bij de „oer-spreekwijze" te houden, geen oude vrouw aan d'r spinnewiel zitten op zoo'n dag. Onder z'n regenjas, 'n huiverige dracht publiek merkt er niets van.». daar meet je Ea oader 'j, yenjer prepareeren vertelde booglachtebooglachteen G. N. Toen de eenvoudige lieden waartoe ook wij ons rekenen het bericht lazen, dat prof. Piccard en zijn metgezel de aarde ont vlucht waren tot op een hoogte van niet minder dan 16.000 meter, hebben zij zich onwillekeurig een phantasie voor den geest gehaald van een cirkel, den aardbol voor stellende, waarboven dan op een of andere hoogte Prof. Piccard met zijn vriend ge zweefd moet hebben, en menigeen zal zich 'n oogenblikje hebben afgevraagd, welk een groot deel van het wereldoppervlak deze koene aëronauten op het moment van hun hoogste vlucht wel niet hebben kun nen overzien, gesteld dan, natuurlijk, dat him gezichtsvermogen volkomen en het uit zicht onbelemmerd was. Alle respect voor de prestaties van prof. Piccard en zijn helper, maar als we ons aan het rekenen en cijferen zetten, dan worden wij in onze phantastische voorstel lingen wèl eenigszins teleurgesteld. Wij vragen ons af: lo. Wat beteekent deze afstand 16000 Meter boven het aardoppervlak in ver houding tot de afmetingen der aarde zelf? So. Wfelk deel der aarde kan door de luchtreizigers op die hoogte vanuit één punt worden overzien? De beantwoording van de eerste vraag is zeer eenvoudig. De middellijn van de aarde bedraagt ruim twaalf miilioen meter. De verhouding van de bereikte hoogte tot de aardmiddellijn is dus 16000:12000000 1:750. Teekenen we een cirkel met een middel lijn van 6 centimeter, dan wordt de grootst bereikte hoogte aangegeven door een punt te teekenen op een afstand van 60/750 mil limeter of bijna 1/12 millimeter van den cirkelomtrek. Misschien nog aanschouwelijker is het volgende beeld: Stelt men zich de aarde voor door een sinaasappel zonder de schil, Het is tot heden nog onmogelijk gebleken om de hoogte te meten van de atmospheer, welke onze aarde omringt. Men heeft ze tot heden nog altijd slechts kunnen schat ten: daarbij volgde men drie methoden: (1) de waarneming van meteoren, (2) de me ting van den duur der schemering, (3) de waarneming van zons-opgangsverschijnse- len. De eerste methoden geven resultaten varieerende van 150 tot 300 K.M., terwijl het schemeringsverschijnsel op een breedte graad van 45 gr., de hoogte der atmosfeer doet schatten op pl.m. 64 K.M. Het is moei lijk berekeningen te maken naar zons opgangsverschijnselen, maar men beweert, dat deze tot op een hoogte van 500 K.M. nog waarneembaar zijn. Wanneer de dichtheid der atmospheer overal volkomen gelijk bleef als boven de onmiddellijke oppervlakte der aarde, dan zou de lucht een laag vormen van slechts 8 K.M. dikte, en dit wordt somtijds genoemd „de hoogte der homogene atmospheer". De met een middellijn van 6 centimeter, dan moet een luchtreiziger om een hoogte te bereiken, overeenkomend met een dikte van 4 millimeter van de schil, ruim 4:1/12 of ongeveer 50 maai 16000 Meter stijgen. Vanuit dit standpunt bezien, heeft de ballon van de onderzoekers op een hoogte van 16000 Meter dus nauwelijks den be- ganen grond verlaten. Bij de beantwoording van de tweede vraag gaat het er om, het oppervlak te be rekenen van het deel der aarde, dat om- CLooq o09^ sloten wordt door den kegel, waarvan de kegelmantel aan de aarde raakt en de top bij den waarnemer is gelegen. Voor de overzichtelijkheid teekenen we de hoogte van 16000 meter (in de figuur eigen 1/12 millimeter) overdreven groot. Nu leert eenige berekening dat de verhouding van het opper vlak van de bedoelde aard schijf tot het geheele aardop pervlak gelijk is aan de verhou ding van de hoogte h van de schijf tot de middellijn. Na een kleine becijfering vindt men voor h 15957 meter. Vanuit een hoogte van 16000 meter kan men dus 15957/ 12000000 of ongeveer 1/752 deel van het aardoppervlak zien; dat is dus nog slechts 1/376 deel van een halfrond. Om bijvoorbeeld de helft van een halfrond, dus een vierde deel van de aarde, vanuit één punt te kunnen zien, zou men ongeveer zes miilioen meter moeten stijgen. Bij alle hoogterecords blijft Prof. Piccard's afstand van de aarde dus betrekkelijk nog zeer gering. helft van de lucht is beneden een hoogte van 5.8 K.M. Bij laag niveau wordt de tem peratuur gewoonlijk geacht 0.56 gr. C. per 100 meter hoogte af te nemen, maar de maatstaf is uiterst veranderlijk. De lagere regionen der atmospheer noemen de geleerden gewoonlijk troposphere: deze strekt zich uit tot op 'n hoogte van plm. 10 K.M. Daarboven treft men over het alge meen geen wolken aan, behalve in de tro pische gebieden. Tropopause en stratospheer Het luchtgebied boven deze 10 K.M. hooge luchtlaag wordt aangeduid door den weten- schappelijken naam Stratospheer. Dit is dan ook het gebied waar professor Piccard zijn onderzoekingen wilde verrichten, welke hij zoo glansrijk schijnt te hebben volbracht. Deze stratospheer echter wordt van de tropo- spheer gescheiden door een tusschenlaag, waaraan door de geleerden de naam van tropopause is gegeven. In de stratospheer loopt de temperatuur gradueel gelijk met de oppervlakte der aarde, terwijl op geringere hoogten de lucht in verticale kolommen is verdeeld, elk met haar eigen temperatuur. Men kent echter nog slechts betrekkelijk weinig van deze opper-atmospheer, al heeft men met onbemande proefnemingsballons getracht de samenstelling en physieke eigen schappen ervan tot op 25 K.M. te registree- ren. Lindeman en Dobson zijn naar metin gen en waarnemingen van vallende meteoorsteenen tot de conclusie gekomen dat de stratospheer zich niet hooger dan 60 kilometer zou uitstrekken, waarbij vergeleken de *16 K.M. door prof. Piccard bereikt dan eigenlijk nog niet veel te beteekenen zouden hebben. Boven deze luchtlaag zou de temperatuur stijgen tot 30 gr. C., terwijl deze luchtlaag zelf zich tot 150 K.M. hoogte zou verheffen, op welke hoogte meteoren lichtgevend worden. Hiermede in verband brengt men ook de geringere of sterkere geleiding van de korte electrische golven door de op die enorme hoogte aanwezige substantie, welke men ozon genoemd heeft. Maar, zoo hebben weer an deren gezegd, waar ozon is moet ook oxygeen- gas aanwezig zijn. En wijl oxygeen minder dicht is dan ozon zou het zelfs tot op nog grootere hoogte aanwezig moeten zijn. Jeans komt dan zelfs tot hoogten van 3200 K.M., waar, al is het ook nog zoo weinig, dan toch nog 300.000 gas-moleculen per kubieken cen timeter kunnen zijn. Doch wat is ten slotte 3200 K.M. vergele ken bij de oneindigheid van het heelal? Min der nog dan een stofkorrel op de oppervlakte van Moeder Aarde. Zoodat ook bij een gewichtig experiment als dit, hoe zeer ook getuigend van 'smen- schen moed, durf, wetenschappelijk inzicht en weetgierigheid, toch nog altijd de nederige conclusie past, dat, hoe veel we ook weten, we toch eigenlijk nog niets weten. Een nieuwe vingerwijzing naar de Oneindig Machtige Hand van een Alwijzen en Opper- machtigen Schepper! Wegens de slechte toestanden in de me taalindustrie wordt het bedrijf der Haar lemsche Ijzer-gieterij belangrijk ingekrom pen. Aan het gróótste gedeelte van het per soneel, is ontslag aangezegd. Er zal getracht worden het bedrijf op be scheiden voet voort te zetten. In de dezer dagen gehouden districtsver gadering der afdeeling Haarlem en omstre ken van deze federatie werden als afgevaar digden voor den N. B. v. B. naar de Alge- meene vergadering, te houden op 2 en 3 Juni in Groningen, gekozen de heeren J. Th. Ruygrok, H. M. Groenendaal, J. H. Gottmer Jr., en als plaatsvervangers: de heeren Joh. Enschedé, S. van Dorp en J. J. Allan Jr. Een feest van den adelborst Vrijdagmiddag hebben, na een rit per groote touring-oar door Kennemerland, waarbij o.a. langs Haarlem, Heemstede, Ben- nebroek, Vogelenzang, Bloemendaal gereden werd, een aantal officieren en adelborsten van den Zweedschen pantserkruiser „Fylgia" een bezoek gebracht bij den heer en mevrouw H. Schmidt van Gelder op hun buitenverblijf „Belvédère" alhier. Ruim 4 uur arriveerde het gezelschap, bestaande uit 30 adelborsten en eenige officieren te Overveen. Hoewel de fraaie, rood-glimmende touring-car en haar ongewoon gezelschap wel in staat was, de aandacht te trekken, was er weinig of geen publiek. De Zweden waren gedekt met hagel witte uniformpetten, maar de fraaie unifor men waren verborgen onder groote, lange regencapes. Van het heerenhuis hingen de Zweedsche- en Nederlandsche vlaggen slap naar beneden in den druilerigen regen. Een groot aantal heeren en dames voor deze gelegenheid door den heer Schmidt van Gelder uitgenoodigd, was van de partij. On der anderen merkten we op den voorzitter van het v.m. Oympisch Comité, Jhr. Schim- melpenninck van der Ooye van Hoevelaken, den consul-generaal voor Zweden, den heer W. Dyckmeester en de vice-consuls te Am sterdam en Rotterdam, eenige Hollandsche zee-officieren, waaronder de kapitein ter zee Ramswinckel en de luitenant ter zee 1ste klas Hetting. Ook de commandant van de „Fylgia", Baron Beek Friis, behoorde onder de gasten. In 't geheel waren ongeveer 130 dames en heeren aanwezig. Van het voorgenomen buitenpartijtje kon niets komen. Het ongunstige weer had een spaak in 't wiel gestoken. Nadat de thee en andere ververschingen waren geserveerd, zorgde een strijkje voor de muzikale opluistering. De groote hall van „Belvedère" was ruim genoeg, ran tijdelijk voor balzaal dienst te doen. Wat zij dan ook gedaan heeft. Na een paar uurtjes genoten te hebben van de gulle gastvrijheid der familie Schmidt van Gelder, was om 7 uur het oogenblik van vertrek aangebroken. We twijfelen er niet aan, of de Zweden hebben een aangenamen indruk meegeno men van Schoon Kennemerland in 't alge meen en de hartelijke ontvangst op het schoone, gastvrije „Belvedère" in 't bizonder. Het verheugt ons aan den vooravond van de Encycliekfeesten te kunnen mededeelen, dat alles naar wensch verloopt. De laatste dagen kwamen nog van alle kanten aanvra gen voor kaarten en programma's binnen en zooals de zaak zich laat aanzien zal het morgen aan belangstelling niet te kort schieten. Het Comité heeft zich genoodzaakt gezien voor de Jeugdorganisaties een afzonderlijke vergadering te beleggen; zoo zullen deze na afloop der demonstratie doormarcheeren naar het K.S.A.-gebouw, waar in de groote zaal door den weleerw. heer P. Schretlen, kapelaan te Beverwijk, voor de jeugd de be- teekenis en bedoeling der „Rerum Novarum" zal worden uiteengezet. Morgenmiddag te kwart voor één zullen alle leden van het Uitvoerend Comité bij eenkomen in het K.S.A.-gebouw om de laat ste consigne's in ontvangst te nemen, die voor de regeling aan het C. H. Moensplein noodig zijn. De vaandeldragers, voor zoover zij niet reeds besloten hebben als organisatie aan eengesloten vanaf een vastgesteld punt naar het C. H. Moensplein te marcheeren, worden verzocht kwart vóór één op het C. H. Moens plein aanwezig te zijn, opdat ieder zich dan achter zijn vaandel kan aansluiten. De verschillende organisaties van buiten de plaats, komen reeds aaneengesloten in marschtempo naar Beverwijk en sluiten zich op het C. H. Moensplein aan, althans voor zoover betreft de afdeelingen: Heemskerk, Wijk aan Zee, Velsen-Noord, IJmuiden-O., IJmuiden en Driehuis. Anderen, welke per fiets of bus aankomen, stellen op het C. H. Moensplein op. Moge iedere deelnemer zich aan deze regeling houden en zooveel mogelijk mede werken alles naar wensch te doen slagen, opdat we na afloop mogen terugzien op een grootsche, goedgeslaagde viering van het 40-jarig jubilé van de uitvaardiging der Encycliek Rerum Novarum. Het Uitv. Comité. Gistermorgen te ongeveer 11 uur is het te IJmuiden binnenkomende Zweedsche stoomschip „Ethel" in het Buitentoeleidings- kanaal tot de Noordarsluis in aanvaring ge weest met een zandbak, die gesleept werd. De bak geraakte in zinkenden toestand en moest aan den grond worden gezet. De oorzaak moet waarschijnlijk gezocht worden in het feit, dat ondanks het attentiesein van de „Ethel" de sleep nog voorlangs trachtte te varen. De „Ethel" kreeg oogen- schijnlijk geen schade. Op doorreis van Londen naar Ober-Bayem. Hij heeft zijn stem niet verloren en zal op 15 Juni a-s. weer te Londen optreden In den loop van deze week hebben de bladen het sensationeele bericht gebracht, dat Richard Tauber, die op dat oogenblik in het Drury Lane Theatre te Londen een reeks gastvoorstellingen gaf van „Das Land des Lachelns", zijn stem verloren had. De bladen meldden, dat Tauber Londen zou verlaten, maar niet, waarheen hij zich zou begeven. En zoo kwam gistermiddag het verrassende bericht, dat Richard Tauber zich te Amsterdam bevond, en wel in het theater Tuschinski, waar hij de matiné bijwoonde. Gedurende de voorstelling hebben we ge legenheid gehad even met den zanger te spreken, die in gezelschap verkeert van zijn broer Max Tauber, die de taak, om nieuws gierige journalisten te woord te staan, over nam, omdat zijn broer Richard in de eerste plaats rust noodig had en bovendien van de vertoonde film wilde genieten. Onze eerste vraag aan den heer Max Tau ber was natuurlijk, wat er waar was van de sensationeele persberichten. „Geen woord!" zei de heer Tauber lachend, „maar dan ook letterlijk geen woord. Het geheele dwaze gerucht is in de wereld geko men door een verkeerde uitlating van een eenigszins boos geworden Londenschen im- pressario en door de sensationeele wijze waar op de Engelsche en daarna ook de andere bladen het hebben vermeld. Wij zijn in Lon den bij vier van de bekwaamste keelspecia- listen geweest, o.a. bij Sir Milsom Rees en bij Dr. Philip Franklin, die eenvoudig lachen om de uitlating, dat Richard zijn stem „ver loren" zou hebben. Na nauwkeurig onder zoek kwamen zij tot de conclusie, dat de ge heele inzinking van Richard's prestatie die niet te ontkennen viel niets met de keel en de stembanden te maken had, doch uit sluitend een gevolg was van overspannen zenuwen. Het eenige wat hem werd voor geschreven was volslagen rust en verstrooi ing, en vandaar dat men hem het staken der voorstellingen aanbeval. Deze overspan ning is makkelijk te verklaren. Na een zeer vermoeiend maar succesvol op treden te Parijs, staken wij naar Londen over en reeds den 8sten Mei ging de premiere in het Drury Lane Theatre. Voor ziilk een ver moeiend toumé is dat op zichzelf al te snel na elkaar, maar aanvankelijk had Richard Tauber een geweldig succes De bekende criticus Swaffer vergeleek hem met Caruso en Chaliapin en het publiek was opgetogen. Toen bleek echter, dat Richard bij den over tocht over het Kanaal een koude en een keelontsteking had opgeloopen, zoodat hij na eenige avonden te hebben gezongen zijn op treden moest staken. Dit had een funesten De Bloemendaalsche Straatweg wordt verbreed. De voortuinen van de villa's zullen iets achteruit gaan. Op deze foto de eerste werkzaamheden. invloed op zijn zenuwen en toen hij bij zijn wederoptreden zich nog niet ten volle kon geven, speelde zijn nervositeit hem zoodanig parten, dat hij zelf begon te piekeren over het gevaar, dat hij zijn stem zou kunnen verliezen. Toen was het heelemaal mis. En de doctoren gelastten hem, het optreden te staken en zijn zenuwen tot rust te laten komen. Aan zijn keel en zijn kunst mag hij zelfs niet denken. Wij gaan thans over München naar Reichenhall in Ober-Bayern, waar een villa in aanbouw is, zoodat Richard daar iets heeft, waarvoor hij zich kan inte resseeren. De doctoren te Londen hebben mij verboden, met hem over dokters maar te spreken, omdat zijn keel volkomen in orde is en hij slechts behoefte heeft aan een weinig rust. Wij keeren dan ook in het midden van de volgende maand naar Londen terug, waar Richard Tauber op 15 Juni a.s. zijn serie gast voorstellingen zal voortzetten. Het contract, dat oorspronkelijk liep tot 1 Juli a.s„ zal in verband met de onderbreking waarschijnlijk verlengd worden tot ongeveer 20 Juli. Dan hoop ik, op de terugreis tegen het einde van Juni drie concerten in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam te kunnen arrangeeren. Daarna draait Richard in Duitschland, in Berlijn of München twee nieuwe films en op 17 October vertrekken wij naar Amerika, waar mijn broer twintig gastvoorstellingen geeft. In December zijn we in Duitschland terug en tegen Kerstmis komt in het Metropole- Theater te Berlijn de gebruikelijke Kerst première, waarschijnlijk van een nieuwe operette van Franz Lehar." Met ingang van Maandag a.s. zullen, ge lijk bekend, buiten omloop worden gesteld de guldens, welke een vroeger jaartal dra gen dan 1920. Van dan af zal niemand ge houden zijn deze munten in betaling aan te nemen. De guldens kunnen ter inwisseling worden aangeboden bij alle postkantoren, bij-post kantoren, hulp-postkantoren en poststations nog gedurende drie maanden dus tot en met 31 Augustus. Van Maandag af zijn alleen nog gangbaar de guldens, welke een later jaartal dragen dan 1920. De munten, die dus n i e t ter inwisseling moeten wor den aangeboden, dragen op de voorzijde het borstbeeld van H. M. de Koningin, zooals hierboven is weergegeven. Uitsluitend guldens met dezen beeldenaar blijven dus in omloop. Op de rijksdaalders en de halve guldens heeft deze inwisseling geen betrekking. In aansluiting op het bericht in ons vorige nummer, vernemen wij, dat in de gisteren gehouden aandeelhoudersvergadering van „De Tijd" besloten is, het dagblad per 1 Juli a.s. te doen overgaan in handen van „De Maasbode." Nader vernemen wij, dat er een aparte N. V. Drukkerij ,,'t Kasteel van Aemstel" zal worden gesticht, onder directie van den heer A. J. J. M. van der Marck. Aan het geheele personeel van „De Tijd" is ontslag aangezegd, onder mededeeling, Goud-Doublé Pex So-Easy Mon tuur met licht en donkeren rand, f 2.25 OPTICIENS dat men kan solliciteeren naar een functie bij „De Amstelbode." De volgende week zal de aandeelhouders vergadering van „De Maasbode" een beslis sing nemen. De Commissaris der Koningin vertrekt Maandag 1 Juni voor drie weken naar het buitenland. Gedurende zijn afwezigheid worden zijn functiën waargenomen door het lid van Ged. Staten, den heer A H. Gerhard. Huisvredebreuk in het Kon. Paleis Zooals men zich herinnert, waren op 11 Mei verleden jaar, na afloop der Universi- teitsroeiwedstrijden op het Noordzeekanaal twee Delftsche studenten, de 22-jarige A. A. M. de B. en de 24-jarige A. H. B. het Koninklijk Paleis op den Dam te Amster dam binnengedrongen, waarin zij eenigszins baldadig optraden. Het gerechtshof veroor deelde hen in hooger beroep ieder tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één week. Er werd na het arrest een verzoek om gratie ingediend. Naar de „Tel." thans verneemt, is daarop afwijzend beschikt, zoodat de beide studen ten hun straf moeten ondergaan. Vrijspraak na afloop van de straf Het Amsterdamsche Hof heeft uitspraak gedaan in een revisiezaak van een man, die 25 Maart 1927 door de Amsterdamsche rechtbank ter zake van diefstal was veroor deeld tot acht maanden gevangenisstraf, die hij heeft ondergaan. Hoewel hU steeds zijn onschuld had volgehouden, was hij niet in hooger beroep gegaan, omdat hij zich in preventieve hechtenis had bevonden en hij niet de risico wilde loopen nog langer pre ventief te zitten. Daar hij echter na zijn ontslag uit de gevangenis naar een gemeen tebetrekking solliciteerde, doch deze niet kon krijgen op grond van het tegen hem gewezen vonnis, had hij zich alsnog tot den Hoogen Raad om revisie gewend door zijn raadsman mr. H. Bruyn, welke revisie op 30 Maart j.l. door den Hoogen Raad over eenkomstig requisitoir van den procureur- generaal mr. Tak werd toegestaan. De zaak werd verwezen naar het Amster damsche Hof. Nadat nogmaals alle getuigen gehoord waren, requireerde de advocaat- generaal mr. Van Harinxma thoe Slooten, bevestiging van het veroordeelend vonnis der rechtbank. De verdediger, mr. H. Bruyn, bestreed uit voerig de betrouwbaarheid van de getuigen, die destijds door de rechtbank zijn gehoord en die thans, in hun verklaringen voor het Hof, niet meer zoo positief waren. PI. ver wees naar diverse psychologische proeven, waaruit gebleken was, dat de waarnemingen van getuigen onmogelijk juist konden zijn. Het Hof, arrest wijzende, achtte het on aannemelijk, dat verd. J. B. inderdaad den diefstal had begaan en sprak hem daarvan vrij. reinigt mond en tanden. Professor Carlo Malensi 't Was ter gelegenheid van 'n dokters- jubileum in 'n dorp, ergens in de Veluwe. We liepen direct midden in de kleurigheid van eere-poorten, slingers en velerlei andere bonte straatversiersels en t was overal 'n vroolijk gedoe als op 'n Koninginnedag. In de zaal der R. K. Werkliedenvereeni- ging moesten we zijndie gauw gevon den was, want behalve de kerk en de school stond er niet veel, dat aanspraak mocht maken op de naam „gebouw". Er waren al twee bestuursleden aanwe zig.... dikke, brave, blonde goedlachsche mannen met glimmende gezichten en dito gekleede jassen, waarop 'n kokarde troonde van drie kleuren en de afmeting van een schoteltje. Ze waren bezig de voorste rijen stoelen waaronder vier fauteuils, een versierde voor de jubileerende gemeente-arts en drie on versierde, vermoedelijk voor diens echtge- noote, de pastoor en de burgemeester te beleggen met cartonnetjes „Gereserveerd". We werden begroet en bekeken met de ge bruikelijke eerbied. Toen gingen ze ons voor, 't trapje op, naar het tooneel, om een en ander vast in ©ogenschouw te nemen. Het decor stelde voor de „gewone" kamer met de geschilderde ramen, de geschilderde gordijnen, de geschilderde schoorsteenmantel, de geschilderde spiegel en de geschilderde schilderstukken In de kleedkamer, nog ruikend naar de extra boen-beurt, stond 'n groote koffer, waarop met zwarte, onvakkundige spiritus- lak-letters te lezen stond: „Professor Carlo Malensi, universal-artist". „O, juistdat wordt zeker 't andere gedeelte van 't feestprogramma „Ja meneer „Wat doet die professor Malensi?" „Van alles, meneer „O, da's gemakkelijk „Hij goochelt, hij maakt kunsten, muziek, hij spreekt door z'n buik't mot 'n merakels knappe vent wezen.... hij kost dan ook géén klein beetje, ziet umaar dat had de feestcommissie d'r voor over.... 't mot in orde wezen vanavond". We slenterden nog wat rondm'n pianist onderwierp de piano aan 'n keu ringen schatte, dat 't instrument 'n maand of zeven geleden nog pas gestemd wasdat was dus óók in orde, behoudens 'n viertal toetsen, die 't niet tot de snaren brachten. kwamen meerdere bestuursleden, ge volgd door de eerste feestgenooten. Ook de professor arriveerde. Hij droeg 'n groote handkoffer, die op 't eerste gezicht meer levensjaren telde dan professor Carlo Malensi zelf. We stelden ons aan elkaar voor en hij maakte 'n elegante buiging, op welk moment ik meende, dat er van binnen iets bij 'm kraakte. Later begreep ik, dat 't wel zeker zoo geweest moest zijn. De professor was 'n mager persoon van naar schatting vijf en dertig voor de tijd van 't jaar, had ie 'n smoking, zéér vermoedelijk niet op maat geleverd ófwel door verandering van lichaams-omvang des dragers minder „sluitend" geworden. Hij bewoog zich er echter in alsof 't zóó van de „Tailor for ladies and gentlemen" kwam. Ik ben eigenlijk laf-ironisch aan 't doen op 't oogenblikmaar de lezer gelieve dit te aanvaarden als 'n poging, om niet te direct-rauw te vallen in 't stukje artisten- leven-triestigheid, dat volgen zal. En om u nou meteen maar voor te be reiden: ik heb toen voor het eerst kennis ge maakt met een der „donkere" verborgenhe den achter de hel-verlichte tooneel-coulissen, waarvan ik daarvóór enkel gelezen had nu en dan; verhaaltjes, die je voor zeven-achtste op de fantasie schoofen ik heb later de innige wensch geuit, dat die éerste keer ook de laatste zou zijn. Er was 'n vroolijke luidruchtigheid in de zaal. Die uitbundiger werd onder de schaterende tonen van 't openingsnummer der fanfare „Eendracht maakt Macht" Na 'n kort officieel gedeelte opende pro fessor Carlo Malensi het programma. Hij goochelde met zwierige gebaren en veel woorden, gedrenkt in 'n gemaakt accentje. Er kwamen uitroepen van bewondering en verbazing.... blijkbaar waren er nog niet zoo veel goochelaars geweest daar, want er was veel „cliché-werk" bij. 't Duurde 'n klein half uurhij transpireerde toen ie klaar wasdeed kort-ademig. Toen ging ie zich verkleeden, om straks als slangenmensch terug te komen. Dat nummer was nog mooier. Hij rolde zich op, stak z'n hoofd door Z'n gekronkelde beenen, vouwde zich in Vie ren, wrong zich dubbel door 'n ring, enzoo- voorts. 'n Daverend applaus volgde toen ie klaar was. Z'n gezicht was purper ongeveer en de aderen puilden nog als koorden. Ik hoorde z'n adem piepen toen ie, na veel „lachende buigingen", 't tooneeltje verliet. In de kleedkamer liet ie zich op 'n stoel ploffenen heel z'n lijf zwoegde in be nauwde hijginghij keek me aan met 'n lachje, dat 'n soort pijn veroorzaakt. Maar ik moest 'm alleen laten, want de fanfare-marsch was alweer uiter werd dus op 'n volgend nummer gewacht. Ik rekte 't tot aan de pauze, om hem nog wat rust te geven. 'n Groot uur na z'n slangenmensch- kunsten was dat. En nóg zat le te hijgenz'n gelaat had 'n blauwige schaduw. „Scheelt u iets?" ,,'t Gewone doen" zei ie kuchend „last van asthmamaar praat u er maar niet over met 't bestuurda's zoo'n vervelend idee voor de luidjesze betalen voor 'n ge zond mensch, nietwaar? Dat wil zeggen: ze rekenen niet op 'n kwaaldat doet na tuurlijk niemand, die 'n artist engageert ,,'t Is beroerd voor u" zei ik met oprecht medelijden. „Ach jad'r is zoo véél beroerd, meneer. Ik tref 't nou toevallig weer vanavond soms ben ik weken achtereen goed.... dan werk' ik zonder buitengewone inspan ningMisschien valt 't nog meede eene aanval is minder dan de andereIk was 'r wel bang voor't was al 'n te mooi poosje goed gegaan." „Maar u kunt zóó toch niet vlot voort- werken?" „Och.rollen" doet 't altijd wel.... 't voor zorgen trouwensanders worden ze bang voor 'n volgende keer.... „Kunnen we 'r dan niets op verzinnen? Ik wil graag de tweede helft van de avond heelemaal vullenk had er op gerekend, want ze schreven me niet, dat u ook kwam." „Heel vriendelijk van uik ben u dank baar voor 't aanbod, maar 't gaat niet dat zou 'n geweldige strop kunnen worden voor laterzooiets raakt maar al te gauw bekend...." Hij ging weer van kleeding verwisselen. Ik wou weggaan zoo langmaar hij wenkte, dat 't niet noodig was „Blfjf u gerust hier, meneerik heb graag iemand bij meen ik hoef voor u geen geheimen te hebbenU heeft me tóch al van dichtbij gezien Ik begreep pas even later wat ie daarmede bedoeldetoen ik zag, dat ie onder z'n piqué overhemd niets anders droeggeen hemd, geen flanelniks.... 't keurige, witte smoking-hemd zat op z'n bloote lijf wellicht mede-oorzaak, dat z'n smoking te wijd was. 'n Schonkerig lijf was 't, met veel blauwe plekken en roode vinnenvan 't slangen - mensch-nummerz'n rug was glimmerig nat van 't zweet.... z'n smalle, haast pun tige borst ging in moeilijke adem-kneep. Hij trok 'n hansop aan met bellen en hon derd tinkelende loovertjes.... maakte z'n gezicht witteekende er roode en groene vierkantjes en driehoeken op.... omstreepte z'n lippen, verdikte z'n wenkbrauwen „Nou kom 'k als muzikale clown" pakte hij 'n zestal instrumenten uit ,,'n Zwaar nummer.... op 't laatst balanceer ik boven op 'n tafel.... op de achterpooten van 'n stoelen speel zoo de Donau-wals op m'n harmonica." hij van veel armoevan veel weken zonder verdienstevan slapen in dertig cents-logementenvan gesjouw naar de bank van leening.... van dagen leven op 'n stuk brood met hoogstens 'n mop lever worstvan z'n gewezen vrouw, die er vandoor was gegaan met 'n violistvan z'n eenzaamheid nuop 'n kamertje van 'n daalder met 'n kop thee 's morgens.... De tweede helft van de avond begon. Men lachte en gierde om z'n muzikale wonder-daden en de malle gezichten die-ie troken z'n grappen in „gebroken- Duitsch". De balanceer-toer mislukte drie maalniemand zag, dat ie dood-op was., en er werd gewacht op 't slagen van de toerEindelijk ging 'tIk zag 'm be ventrillen over z'n heele lijfOp de helft van z'n Donau-wals moest ie handig 'n slot-accoord draaiensprong „licht en los" van de tafelincasseerde 'n ovatie.... stond zagend uit te steunen toen 't scherm omlaag wasWankelend ging ie naar de kleedkamerstond daar te halen in stik kende persing. Toen moest ie nog buikspreken. En na afloop stond ie weer in smoking.... en luisterde bescheiden glimlachend naar de lof-woorden van de feestcommissie-voorzitter, die „de tolk was van alle aanwezigen, als ie Professor Carlo Malensi hartelijk dank zegde voor z'n schitterende, veelzijdige prestaties." Daverend applaus. De penningmeester betaalde hem dertig gulden. En zei zacht tot 'n mede-bestuurslid: „'n Mooi centje, voor één zoo'n avondje, niet?" „Noügauw verdiend hoor!" zei de ander „Maar ik heb 't jullie vooruit g®- zegd.... as je met 'n perfes ter begint

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5