(Binnenlandsch Nieuws
O
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
e
LUCHTVAART
De flesschentrekker
TWEEDE KAMER
Nederl. R. K. Bond van Handels-,
Kantoor- en Winkelbedienden
„St. Franciscus van Assisië"
Gevolgen van de Tarwewet
Het verdrag van Oslo
Pensioen ten behoeve van voor
1 October 1913
St. Josephs-Geizellen-Vereeniging
Het ophouden van „De Tijd"
VERKEER EN POSTERIJEN
Beeldtelegrafie Nederland
Ned. Indië
Ernstig vliegtuigongeluk
KUNST EN KENNIS
Opgravingen in Griekenland
FINANCIEN
Cult. Mij. der Vorstenlanden
KERKNIEUWS
Mgr. J. Pompen t
LEGER EN VLOQT
Oefening in de vesting Holland
FAILLISSEMENTEN
Vergadering van Dinsdag
VERSCHILLENDE ONTWERPEN
Aan de orde is het wetsontwerp:
onteigening voor aanleg van een nieuw
wegvak in den rijksweg 's-Gravehhage
Noord-Hollandsche grens, bewesten Oegst-
geest.
De heer BONGAERTS (R.K.) zegt, dat in
de Mem. van Toelichting ook wordt gespro
ken van een weg Haagsche Schouw door de
duinep naar Scheveningen en vraagt of dit
een hoofdverbinding zal zijn. Spr. vraagt ook
of deze weg wel noodig is, nu die van Den
Haag naar Haagsche Schouw breed genoeg
is. De minister heeft zijn standpunt nog niet
bepaald over een weg Westlandbeoosten
E>en Haag—LeidenHaarlemmermeerAm
sterdam.
De heer v. d. BELT (V.B.) sluit zich bi)
dit betoog aan. Spr. gelooft, dat het niet
wenschelijk zou zijn met dit ontwerp vooruit
te loo'pen op den weg voor snelverkeer Am
sterdam—Den Haag.
De heer VAN DIJK (AR.) sluit zich ook
daarbij aan. De snelverbinding Amsterdam
Den Haag blijft een open vraagstuk, waar
over t.z.t. kan warden beslist. Het gevaar
bestaat echter, dat het thans aan te leggen
weggedeelte zal worden gebruikt als een deel
van bovengenoemde snelverbinding. Om dit
gevaar te omzeilen zou de minister kunnen
verklaren, dat hij thans zal volstaan met
een eenvoudige omlegging.
De heer TER LAAN (S.D.A.P.) wenscht
een ander geluid te laten hooren. Op den
aanleg van een hierbedoelden weg mag niet
beknibbeld orden. Van de snelverbinding
Den HaagAmsterdam staat neg niets op
papier. De weg bij Oegstgeest moet dringend
worden verbeterd.
MINISTER REYMER constateert dat ver
schillende sprekers buiten het bestek van het
ontwerp zijn gegaan. De toestand tusschen
Endegeest en de Postbrug is onhoudbaar en
plaatselijke verbetering is niet mogelijk. Men
zal goed doen ruim te onteigenen en den
aanleg van den weg te doen afhangen van
omstandigheden. De Kamer krijgt later ge
legenheid zich uit te spreken over een weg
door de Haarlemmermeer.
De heer VAN DIJK vraagt of de minister
bereid is bij de omlegging niet verder te
gaan dan strikt noodzakelijk is voor het lo
kaal verkeer, tot het oogenblik waarop over
een nieuwe verbinding zal zijn beslist.
Minister REYMER hoopt zoo spoedig
mogelijk te komen tot een goede snelverbin
ding Eten Haag—Amsterdam. De huidige op
lossing moet op zichzelf beschouwd worden.
De gevraagde toezegging kan spr. niet doen.
Het ontwerp wordt goedgekeurd.
Wettelijke regeling geldschieters bedrijf.
Hierna is aan de orde het wetsvoorstel—
v. d. Bergh tot wettelijke regeling van het
geldschietersbedrijf.
De heer v. POLL (RJC.) betoogt dat een
definitie van het woord „woeker" feitelijk
ontbreekt. Woekerdelicten kent onze wet
dan ook niet. Spreker heeft groote waar
deering voor den arbeid, door den heer v. d.
Bergh verricht, maar de voorsteller zal zelf
wel toegeven, dat zijn ontwerp allen woe
ker niet uit het land helpt. Als spr. ziet
hoe hypotheekbanken meer dan 20 pCt.
dividend uitkeeren, dan is hij geneigd te
zeggen, dat de woeker nog nimmer zóó
openlijk aan den dag is getreden als tegen
woordig.
Spr. is van meening, dat geld uitleenen
alleen mag geschieden door gemeenschaps
organen en particuliere instellingen met
humanitair doel.
Mevr. v. ITALLIE v. EMBDEN (V. D.)
spreekt de meening tegen, dat deze materie
zich niet leent om bij initiatiefontwerp te
worden geregeld. De toestand is ernstig.
De gemeenten kunnen zelf het uitleenen
van geld te hand nemen.
De heer DE VOS (Lib.) zou gaarne zien,
dat de voorstellers zich geheel los maakten
van het percentage van 12, anders vreest
hij een conflict indien de regeering later
eens een maximum-percentage vaststelt, dat
veel hooger is. Hoe hoog denken zij, dat het
percentage mag zijn voor dat op bepaalde
ondernemingen het stigma van den woe
ker wordt gedrukt.
De heer DE WILDE (AR.) staat blanco
tegenover dit ontwerp, maar vraagt: Hoe
stelt de heer v. d. Bergh zich voor, dat de
alg. maatregel van bestuur eruit zal zien?
Wanneer de heer v. d. Bergh een aanne
melijk antwoord geeft, zal spr. het ont
werp wellicht kunnen steunen.
De heer SNOECK HENKEMANS (C.H.)
heeft aanvankelijk ernstige bezwaren tegen
het wetsvoorstel. Het kwaad, dat bestreden
moet worden is de gemakkelijkheid van
leenen. Wordt er eenmaal geleend, dan is
het vaak niet mogelijk, geld te verstrekken
tegen matige rente. De Gemeentelijke voor
schotbanken hebben het gevaar, dat zij dit
te gemakkelijk leenen in de hand werken.
De heer BEUMER (AR.) wijst erop, dat
de regeering formeel en moreel vrij is het
voorstel niet te contrasigneeren als de
uitvaardiging van een algem. maatregel
van bestuur op te groote moeilijkheden zou
stuiten.
Spr. vraagt welke minister verantwoor
delijk is voor de uitvoering dezer wet. Het
legislatieve recht wordt dus te vondeling
gelegd. Dat gaat niet.
De vergadering wordt verdaagd tot he
den.
Belangrijke Bondsraadsvergadering.
In „De Roode Leeuw" te Amsterdam had
een vergadering plaats van den bondsraad
der katholieke handels-, kantoor- en winkel
bediendenorganisatie.
De voorzitter, de heer A. v. Hamersveld,
memoreerde allereerst het feit, dat deze or
ganisatie de 5000 leden gepasseerd is en
wekte de leden van den bondsraad op met
alle kracht te blijven ijveren voor de uit
breiding van het ledental.
Van belang waren ook de uitgebreide
mededeelingen over de acties.
Voorts zijn met verschillende coöperatie-
besturen besprekingen gaande.
Een uitvoerige gedachtenwisseling werd
gehouden over het schema der aanstaande
propaganda, welke zoowel over het geheeie
land als plaatselijk zal gevoerd worden,
eveneens over de verder te ontvouwen ac
ties. Beide schema's werden door den bonds
raad goedgekeurd.
De propaganda voor den bond zal in alle
afdeelingen stevig worden doorgezet. De
bondsraad machtigde het bondsbestuur
daartoe o.a. te gelegener tijd wederom een
propagandabrochure of orgaan uit te geven.
Het congres, dat 26 Juli a.s. te Amersfoort
wordt gehouden, belooft wederom een be
langrijke gebeurtenis te worden. Onder meer
zal als spreker optreden de Zeereerwaarde
Bondsadviseur.
Op nader vast te stellen wijze, zal van dat
congres uit, tevens nogmaals in den breede
het standpunt der bedienden ten opzichte
van art. 6 der Rijkswet op de Winkelslui
ting worden gepropageerd.
Naar aanleiding van een dezer dagen door
den Directeur-Generaal van den Arbeid aan
de bediendenorganisaties gezonden schrijven,
nam de bondsraad een motie met algemee-
ne stemmen aan, waarin kennis genomen
wordt van het voorstel, voorgelegd door
den Directeur-Generaal van den Arbeid, om
gedurende de vacantieperiode, al naar ge
lang den duur der vacantie en de grootte
van het personeel, voor bepaalden tijd den
vrijen halven dag der winkelbedienden te
doen vervallen;
zijn ernstige afkeuring uitgesproken wordt
over ieders verslechtering van de in het
werktijdenbesluit voor winkels voorkomende
bepalingen omtrent werk- en rusttijden;
als zijn meening uitgesproken wordt, dat
de vrije halve dag als een wettelijk verkre
gen recht, ook gedurende de vacantieperiode
dient gegeven te worden;
men van oordeel is, dat voor het mee-
rendeei der ondernemingen niet van opeen-
hooping van arbeid mag worden gesproken,
geconstateerd werd, dat een werkweek van
58% uur verre boven een normalen weke-
Hjkschen arbeidstijd moet worden be
schouwd;
vastgesteld wordt, dat door dezen gang-van
zaken een wettelijke regeling der vacanties
voor de bedienden nog meer urgent is ge
worden
en het door den Directeur-Generaal aan
de bediendenorganisaties voorgelegde voor
stel onherroepelijk afgewezen en besloten
krachtig te blijven ijveren voor een wette
lijke regeling van de vacantie voor de be
dienden.
De financieele positie van den bond geeft
tot tevredenheid aanleiding.
De bond zal een afvaardiging zenden naar
het congres van het Internationaal Verbond
van Christelijke Bediendenorganisaties te
Parijs en naar het congres van het Inter
nationaal Christelijk Vakverbond te Ant
werpen.
Ontslag van personeel?
Het Tweede Kamerlid de heer Van der
Sluis heeft den minister van Binnenl. Za
ken en Landbouw de volgende vragen ge
steld:
Is het waar, dat, in verband met de uit
voering van de Tarwewet aan personeel, in
dienst bij importeurs van en groothandela
ren in Amerikaansch meel, ontslag is gege
ven en is aangezegd?
Kan de minister mededeelen, welken om
vang dit verschijnsel heeft aangenomen?
Wat denkt de minister te doen om deze
gevolgen van de Tarwewet zooveel mogelijk
te herstellen?
Wetsontwerp tot goedkeuring ingedier.d.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend tot goedkeuring van het op 22 Dec.
1930 te Oslo gesloten verdrag tot economi
sche toenadering met bijbehoorend protocol
tusschen België, Denemarken, Noorwegen,
Nederland en Zweden.
In de eerste plaats wordt er in de Me
morie van Toelichting op gewezen, dat het
verdrag vooral op twee punten principieel
verschilt van de Handelsovereenkomst van
Genève. Op één punt gaat het verdrag van
Oslo minder ver dan de Handelsovereen
komst van Genève daar het geen verschil
lende groepen van Staten creëert, maar alle
staten gelijkelijk behandelt en niet als de
Handelsovereenkomst de handelspolitiek van
sommige staten vastlegt. Op een ander punt
gaat het verdrag van Oslo echter verder
dan de overeenkomst van Genève daar 't
een nieuw principe in de economische ver
dragen introduceert, n.l. dat de verdragslui
tende partijen zooveel mogelijk elkanders be
langen zullen ontzien.
In de tweede plaats moet worden opge
merkt, dat het verdrag van Oslo staat bui
ten den strijd om verandering van handels
politiek, aangezien, gelijk gezegd, de han
delspolitiek niet door het verdrag wordt ge
fixeerd en het verdrag aan wijziging van
handelspolitiek niet in den weg zou suxan.
In de derde plaats wordt er de aandacht
op gevestigd, dat het verdrag van Oslo ge
heel vreedzaam van aard is en tegen geen
enkel land gericht is. Van stonde aan is de
wensch levendig geweest dat ook andere sta
ten tot het vreedzame systeem van het ver
drag zouden toetreden.
Overleden Gemeente-ambtenaren
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bond van gemeente-ambtenaren besloot an
dermaal, er bij de regeering op aan te drin
gen, tot het verkrijgen van pensioen ten be
hoeve van vóór 1 October 1913 overleden
gemeente-ambtenaren.
Alvorens hiertoe zal worden overgegaan,
acht het hoofdbestuur het noodzakelijk,
eenige nadere gegevens te verzamelen om
trent het aantal der weduwen, die nog in
behoeftige omstandigheden verkeeren tenge
volge van het feit, dat hare echtgenooten
vóór 1 October 1913 zijn overleden.
In verband hiermede worden de echtge
nooten van voor 1 October 1913 overleden ge
meente-ambtenaren uitgenoodigd, zich zoo
spoedig mogelijk ter gemeente-secretarie te
vervoegen, ten einde aldaar de vereischte op
gaven te doen.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
mede als gemeente-ambtenaren worden be
schouwd de werklieden, die door of vanwege
het gemeentebestuur werden aangesteld.
Centraal Senioraat
De tweede vergadering van het Centraal
Senioraat is gehouden ten huize van den
Centraal Praeses te Amsterdam.
Na de opening volgde een bespreking voor
het 2-daagsch congres te Amsterdam voor
Senioren en Commissarissen der bij het Cen
traal Verband aangesloten vereenigingen,
oorspronkelijk vastgesteld op 15 en 16 Augus
tus a.s. De Centrale Raad van Presidenten
heeft echter om verschillende redenen de
data verzet naar 12 en 13 September.
De vergadering van Zaterdag zal staan
onder leiding van den vice-voorzitter, die
van Zondag onder leiding van Senior Den
Haag I. Beide keeren zijn er twee sprekers
resp. over een godsdienstig onderwerp en
retraite en over de sociale en cultureele taak
der Gezellen-vereeniging.
Ook werd de mogelijkheid besproken otu
te komen tot oprichting van plaatselijke en
óistrictssenioraten.
Het tweede punt ter behandeling was het
eigen costuum. Na langdurige discussie werd
besloten ter ondervanging van de geuite be
zwaren, die leden, die zich bet costuum wil
len aanschaffen, te vereenigen in clubver
band, welke clubs dan een speciale taak,
welke zeer ruim genomen moet worden, te
vervullen krijgen. Het ligt geenszins in de
bedoeling dit costuum verplichtend te stel
len. Gewacht zal moeten worden tot na het
Congres van senioren en commissarissen, die
dan advies kunnen uitbrengen.
Een schrijven van de Ned. R.K. Journalisten
Vereeniging
In een Zaterdag te Utrecht gehouden be
stuursvergadering der R. K. Journalister.-
vereeniging is besloten tot het zenden van
het navolgend schrijven aan heeren Com
missarissen en Directie der N. V. „De Tijd"
te Amsterdam.
Het bestuur der Ned. R. K. Journalisten-
vereeniging Zaterdagmiddag in vergadering
bijeen, gevoelt zich gedrongen u mee te dee-
len, dat het met leedwezen en ontstentenis
heeft kennis genomen van de aanstaande
opheffing van het dagblad „De Tijd", een
der gloriën van de katholieke Dagbladpers;
dat het begaan met het lot van al degenen
tot heden aan dit dagblad werkzaam, toch
allereerst haar bekommering uitstrekt over
de journalisten van „De Tijd" onder wie met
veel dienstjaren in figuurlijken zin Indische
jaren;
dat het, hoezeer ook overtuigd dat Com
missarissen en Directie, mannen van hoog
aanzien en grooten invloed, al het mogelijke
zullen doen om de buiten betrekking raken
de journalisten aan een nieuwe positie te
helpen, in den huidigen malaise-tjd op het
welslagen van zelfs energieke pogingen in
die richting niet te vast durft rekenen;
dat het zich veroorlooft het vaste vertrou
wen uit te spreken, dat het bestuur der Ven
nootschap en wat den termijn van opzegging
en wat de uitkeering betreft, in den ruimst
mogelijken zin zal toepassen, hetgeen daar
omtrent bepaald is in het ontwerp-arbeids-
contract, dat dezer dagen door de Vereeni
gingen van directeuren en journalisten met
veel dienstjaren aan „De Tijd" en van die
met groote gezinnen een tegemoetkoming tot
het uiterste bepleit;
dat het, tenslotte, maar één bij traditie
en historie van „De Tijd" passend einde
kent: een zoodanig, dat de werkers, voor wie
met „De Tijd" een stuk van hun leven af
sluit, de herinnering behouden aan een zoo
ruim mogelijke waardeering van hun ver
dienstelijk werk voor het nobele blad.
Het antwoord van den Indischen dienst
In antwoord op het telegram, -dat de
directeur-generaal der P. T. en T. Maandag
tot het hoofd van den Indischen dienst
richtte ter gelegenheid van de opening van
het beeldtelegraafverkeer met Ned. Indië,
werd van den Indischen dienst langs den
zelfden weg een eveneens geschreven be
richt ontvangen, waarin deze dienst zijn
hartelijken dank betuigt en den wensch
van den heer Damme onderschrijft, dat het
nieuwe verkeersmiddel zal bijdragen tot
steeds inniger contact tusschen het moe
derland en de Indische gewesten.
Vier dooien
Een militair vliegtuig is tusschen Henry en
Vatimont neergestort. Vier inzittenden wer
den gedood.
Het heUigdom van Asklepios ontdekt
De Nijmeegsche hoogleeraar dr. F. J. de
Waele heeft te Palacia Korinthos, bij de op-
gravingswerken aldaar het heiligdom van
Asklepios, den antieken heelgod, gevonden.
Het heiligdom van Asklepios te Korinthe
dateert uit de vijfde eeuw voor Christus. In
de vierde eeuw werd t volkomen herbouwd,
en met zuilenhallen omgeven. De straat, die
ten Zuiden van het heiligdom liep, is uitste
kend bewaard. Groote menigten exvoto's
kwamen in afvalkuilen te voorschijn, zij zijn
bijna zonder uitzondering in klei-aarde ge
maakt en de meeste lichaamsdeelen zijn
levensgroot of zelfs meer dan levensgroot.
Het heiligdom werd bij de verwoesting dei-
stad in brand gestoken, maar bij den her
opbouw hersteld door vrijgelatenen van M.
Antonius, den triumvir, die later door kei
zer Augustus overwonnen werd. In de 4e
eeuw hebben de Christenen het heiligdom
afgebroken en in letterlijken zin geen steen
op een ander gelaten.
Om maar direct met de deur in huis te
vallen, moet ik zeggen, dat hij een gevaar
lijk sujet was, een afzetter van de bovenste
plank, een bedrieger die onder het flesschen-
trekkersgilde z'n wederga zocht.
Ook onder dit soort moderne roofridders
toch zijn er, evenals onder elke klasse van
menschen, arme ploeteraars en geniaal aan
gelegde naturen en tot deze laatste, die
verreweg de gevaarlijkste zijn, behoorde hij.
Ik heb ze gekend, jongste kantoorbedien
den, kleine winkeliertjes, verloopen heeren,
die ook eens wilden probeeren of ze niet
op een behendige manier, met zoo'n enkel
slimmigheidje gauw rijk konden worden,
maar 't bekwam den meesten al heel slecht.
De onnoozelen!
Ze dachten, dat koopen en niet betalen
voldoende was om tot flesschentrekker te
worden gepromoveerd. Alsof ze ooit in staat
waren geweest iets anders te worden dan
een winkelier in boter, kaas en eieren!
In minder dan geen tijd stonden ze op de
zwarte lijst, liepen ze rond met loerende blik
ken, waaruit iedereen hun bedrijf kon lezen,
en, als ze niet spoedig achter slot en gren
del kwamen, dwongen gebrek en ontbering
ze weder een eerlijke affaire te beginnen en
te betalen wat ze schuldig waren.
„Op accepten, menheer, leveren we niet,
want ziet u, van een kikker is geen veder
te plukken."
Niet alzoo hij.
De bekwaamste accountant kon bij hem
een lesje nemen en in de eerste Berlitzschool
hadden ze hem als leeraar kunnen gebruiken.
Voor hem was de flesschentrekkerij een
sport, een levensbehoefte, een noodzakelijk
heid om te voldoen aan den innerlijken
drang naar emoties.
Hij beoefende haar als een kunstenaar zijn
kunst en als er ooit een standaardwerk over
de historie der flesschentrekkerij wordt uit-
gegéven, dan verdient hij daarin een plaats
onder de klassieken.
Te leven als een heer zonder iets te be
zitten, altijd gekleed te gaan volgens de laat
ste mode en nooit je kleermaker te betalen
en dat vol te houden niet een of twee maan
den, maar jaar op jaar; wie dat kén, zon
der zoo nu en dan op onvrijwillige wijze van
het tooneel des dagelijkschen levens te ver
dwijnen, moet van meer dan gewone scherp
zinnigheid zijn.
Kleine zaken dreef mijnheer zoo min mo
gelijk. Hoewel de ruimte, die hij de zijne kon
noemen, beperkt was tot een slaapkamer op
een vrij bekrompen bovenhuis, waren de ma
gazijnen, die aan het hoofd van z'n firma-
brieven waren afgebeeld, weelderig en ruim
genoeg om ieder te doen gevoelen, dat in
z'n monsterzalen zoowel de nieuwste loco
motieven als de eenvoudigste kinderwagens
waren geëxposeerd en dat de voorraden zij
den stoffen en Edammer kaasjes, waarover
htj te beschikken had, eenvoudig met iedere
voorstelling den spot dreven.
Leveren deed hij alleen, wanneer de een
of ander hem weer eens gratis, zooals hij
dat noemde „in de slappe was had gezet",
't Was echter niet altijd volgens monster or
geheel in overeenstemming met wat de ad
vertentie voorspiegelde.
Tusschen twee haakjes moet ik hier bijvoe
gen, dat het ongeloflijk is zooveel adverten
ties als je geplaatst kunt krijgen voor nie-
mandal.
Een argelooze rentenier die eens een
kaasje uit z'n beroemde magazijnen had be
trokken, schreef met vette letters op een
briefkaart: en dat noemt u in uw adver
tentie een delicatesse voor de boterham!
Met een zaag, mijnheer, hebben we het
ding nog niet doormidden kunnen krijgen.
Waarschijnlijk dacht de brave man onzen
vriend op deze wijze te kunnen compro-
miteeren.
Beminnelijke naieviteit!
Ik ben er zeker van, dat dergelijke kaarten
weken lang als zegeteeken boven zijn ledi
kant prijkten. Dat waren voor hem wat de
scalpen zijn in de wigwams der Indianen
van het verre Westen.
Een gouden eeuw brak voor hem aan toen
een heirleger van handelaars in vuile lec
tuur, die als giftige paddenstoelen waren
opgeschoten, door justitie en politie, zooveel
zulks bij onze bestaande, helaas te slappe,
wetgeving mogelijk was, in het nauw werden
gedreven en met pak en zak er van door
gingen.
Niet zoodra had hij er de lucht van ge
kregen dat er huiszoekingen plaats hadden
en dat vele dezer schunnige heeren de plaat
poetsten of hij opende een nieuwe branche,
louter om het bedorven menèchöom zijn
kwade practljken af te leeren.
Hij adverteerde in Algiers, Tunis, Egypte
en overal elders waar liefhebbers voor wal
gelijke lectuur zijn te vinden, dat bij hem,
tegen inzending van een postwisseltje na
tuurlijk, voor fabelachtig goedkoope prijzen,
alles was te krijgen wat je maar begeerde.
Weldra kwam de stroom der bestellingen
binnen en kon hij zich onledig houden met
het in ontvangst nemen der gelden. Verder
bracht hij het nooit.
Huiszoeking konden ze gerust bij hem
doen.
't Eenige geschrift dat bij hem was te
vinden, bestond uit een onschuldig krantje.
Gevaar voor klachten liep hij zoo goed als
niet, want wie zal ooit, al is hij ook Muzel
man, z'n eigen schande openbaar maken
en wie zal, wanneer hij in Cairo zit. het in
z'n hoofd krijgen in Holland te gaan pro-
cedeeren voor vijf en twintig stuivers? Twee
jaar later leverde het zaakje hem nog geld
op, ofsohoon hij toen al lang wat anders op
den kop had getikt.
Of hij dan nooit eens bot ving?
't Zou al te mooi zijn geweest, en vergeet
niet; één vrouw is duizend mannen te erg.
Zijn kamertje moest worden schoon ge
maakt. Dat deed een werkvrouw en ook dat
werk wilde hij gratis gedaan hebben.
Op een avond kwam hij, toen het schemer
donker viel, voorzichtig aansluipen. Zoowat
een week duurde dat. Wie hem wat naderbij
beschouwde, bemerkte duidelijk, dat mijnheer
om zeer goede redenen, een kiespijndoek om
had. De schoonmaakster had zijn gelaat
„bewerkt."
Of hij er nog iets aan verdiend'heeft door
reclame te maken voor de een of andere
soort zalf, durf ik niet met zekerheid te be
weren.
Dividend voorstel pref. aand. 5 pet. (15 pet.)
Aan het Verslag der Cultuur-Maatschappij
der Vorstenlanden N.V. ontleenen wij het
volgende
Tegen de in ons vorig jaarverslag uitge
sproken verwachting bedroeg de suikerpro
ductie in 1930 van de bij ons .in administratie
zijnde ondernemingen -slechts weinig minder
dan in 1929. De uit oogst 1930 verkochte
suiker bracht echter belangrijk minder op
dan oogst 1929, terwijl bovendien bij het af
sluiten der rekeningen van oogst 1930 nog een
groote hoeveelheid suiker onverkocht was.
Door als verkoopswaarde voor de onver
kochte Superieure Hoofdsuiker en Hoofd
suiker No. 16 en hooger aan te nemen resp.
f 8.en f 7.per q. kwamen wij voor oogst
1930 tot middenprijzen van f 8.60 (v. j.
f 12.57) en f 7.20 (v. j f 11.02) resp. voor
Superieure Hoofdsuiker en Hoofdsuiker No.
16 en hooger.
Naar aanleiding van het over het alge
meen vrij gunstige, moessonvérloop wordt
verwacht dat de suikerproductie in 1931
hooger zal zijn dan in 1930.
In verband met de als gevolg van het
Chadboume-plan noodzakelijk zijnde ver
mindering van productie zal de in 1931 in
den grond te brengen riet-aanplant naar
schatting ongeveer 20 pet. beneden het nor
male blijven.
Aan interest en Commissie is geboekt
f 1.010.585 (f 1.489.789).
Aan Agio boekten wij f 2.736 (nihil).
Het verlies op Eigen Ondernemingen be
droeg f 228.865 (v.j. winst f 1.182.425, bo
vendien v.j. f 957.940 dividend cult. Mijen).
Het winstsaldo bedraagt f 273.431 (v. j.
f 3.071.159). Hiervan gaat, behoudens goed
keuring, af: 5 pCt. (15 pCt.) op Preferente
Aandeelen.
Voorgesteld wordt, het overblijvende van
f 173.431 op nieuwe rekening over te bren
gen (v.j. aan buitengewone reserve f500.000,
tantièmes f 216.698), terwijl op de gewone
aandeelen (v. j. 10 pCt.) en de winstaandee-
len (f 875) geen uitkeering zal plaats heb
ben.
Met groote ontroering zal in het Bossche
diocees de droeve tijding zijn ontvangen van
het overlijden van den vicaris-generaal, Mgr.
J. Pompen.
Mgr. Jac. Pompen werd geboren te Alem
22 Juli 1857. Hij studeerde aan de beide
seminaries van het Bossche bisdom en werd
den 26sten Juli 1877 priester gewijd door
Z. H. Exc. den bisschop van Breda.
Reeds in het jaar van zijn priesterwijding
werd hij benoemd tot leeraar aan het klein
Seminarie „Beekvliet" te St. Michiels-Gestei,
waar hij 10 jaar lang werkzaam bleef. In
September 1887 werd hij benoemd tot hoog
leeraar in de Dogmatiek aan het Groot
Seminarie te Haaren.
In Januari 1899 aanvaardde hij het pas
toraat in de landelijke parochie Meerveld-
hoven.
Tegen wil en dank, maar toch volgaarne
in algeheele toewijding aan zijn bisschop
moest de pastoor van den lande gehoor ge
ven aan de stem, welke hem riep tot de
hooge, maar moeilijke en verantwoordelijke
functie van vicaris-generaal.
Kort na zijn benoeming tot vicaris-gene
raal, werd Mgr. Pompen kanunnik en later
deken van den Bosch. Na het overlijden
van Mgr. van Gennip werd hij proost van
het kathedrale kapittel.
H. M. de Koningin schonk hem het rid
derkruis van den Nederlandschen Leeuw en
Z. H. de Paus maakte hem tot zijn huis
prelaat en protonotarius apostolicus.
De vorige week heeft in het kustgedeelte
tusschen Hoek van Holland en Alkmaar een
kaderoefening in het terrein van de vesting
Holland plaats gevonden. De oefening, wel
ke vier dagen heeft geduurd, stond onder
leiding van den commandant van het veld
leger, den luitenant-generaal Insinger. Aan
de oefening hebben verschillende hoofdoffi
cieren, waaronder de reserve-generaal ma
joor Wagner, welke allen een leidende func
tie hadden, deelgenomen; de beide laatste
dagen ook door hoofdofficieren en officie
ren der Ie Divisiegroep, onder commando
van generaal-majoor Jhr. Röell, comman
dant der Ie Divisie.
Interview.
3 Juni. Men kan tegenwoordig geen
krant opslaan of men stuit op een of ander
„interview". Het woord zelf bewijst reeds,
dat we hier te maken hebben met 'een An-
gelsaksischen uitwas. Het woord interview is,
teekenend genoeg, onvertaalbaar. Het be-
teekent onderhoud. Maar het is duidelijk,
dat een onderhoud met onze huisgenooten,
dokter of deurwaarder geen interview is; we
zouden er dan tweehonderd per dag hebben
en zóó erg is het toch nog niet. Zelfs de
Franschen gebruiken het werkwoord inter
viewer. Zeker, wij hebben het woord vraag
gesprek (een gesprek, dat het gevolg is van
vragen), maar dat klinkt mij even liefelijk
in de ooien als meeningsverschilgedachten-
wisseling (voor de gedachtenwisseling, die
het gevolg is van een meeningsverschil) of
loonsverlagingsstaking (voor een staking, die
gevolg is van loonsverlaging). Wij hebben
aan het woord interlandwedstrijd net ge
noeg....
Het interview is een typisch verschijnsel
van dezen tijd, die van sensatie houdt. Als
ik iemand interview, hoop ik, dat hij opzien
barende dingen zal zeggen, dat hij zijn mond
voorbij zal praten, dat hij onthullingen zal
doen, dat hij zich zal verraden, dat hij ge
heime, persoonlijke, intieme dingen zal ver
tellen, die hij later zal betreuren, maar,
waarop ik weet, dat de lezer van de 20ste
eeuw zich spitst. Ik stel hem strikvragen,
zet hem vallen, breng hem op gevaarlijke
paden. Ontwijkt hij mijn vragen, dan laat
hij zich soms nog meer in zijn kaart kijken
dan wanneer hij rechtstreeks antwoordt. De
ware interviewer is een jager, en ik heb vol
doende zelfkennis om het wild te beklagen.
Het is geen wonder, dat in deze onbeschei
den eeuw, die niemands persoon eerbiedigt,
het Angelsaksische interview tot in alle
hoeken van het oude Europa is doorgedron
gen. Wij hebben het geaccepteerd. Wij zijn
er aan gewoon geraakt, interviews te lezen
met bendenleiders èn „Hochstapler" even.
goed als met staatslieden en kunstenaars.
De menigte is dol op „close-ups", die den
onbescheiden toeschouwer een blik veroor
loven op alle poriën van des slachtoffers
uiterlijk. Wat heeft de lezer er aan, te ver
nemen, dat de captain „verwacht dat zijn
elftal een harden strijd zal hebben te voeren
om het kampioenschap te behouden"? De
lezer verlangt een interview!
Denkt gij dezen wedstrijd te kunnen
winnen?
De sympathieke aanvoerder glimlachte,
terwijl hij zijn prachtigen bruinharige»
Groenendaeler over den rug streek.
U drinkt toch nog wel een kopje thee?
vroeg hij.
Terwijl zijn lieftallige echtgenoote dit in
schonk, om vervolgens plaats te nemen op
de leuning van 's captains stoel, vervolgde
hij, na zich over het voorhoofd te hebben
gestreken:
Wat zal ik u zeggen? Aan een voor
spelling waag ik mij liever nietHet gaat
erop of eronder.... Wij zullen moeten vech
ten als leeuwen, dat staat vast.... Als wij
allemaal ons uiterste best doen, zou ik niet
weten waarom wij moesten verliezen....
Daarentegen hebben wij ook een geduchten
tegenstander
En zoo gaat het nog 'n kolommetje voort.
Achtereenvolgens zien we nog het dochtertje
(„mengt zich nu onverwachts in het ge
sprek"), het zoontje („een evenbeeld van
zijn vader en reeds dol op het bruine mon
ster') en den fraai onderhouden tuin („na
volbrachte dagtaak....") optreden.
Jawel dame, u weet niet half, hoe graag
u achter de schermen kijkt
1 Juni opgegeven door v. d. Graaf Co. N.V.
(Afd. Handelsinformaties)
Vernietigd na hooger beroep door het Hof,
Arnhem:
29 April A. van der Werff, handelende on
der den firma-naam van der Werff Zo
nen, steenkolenhandel, Aimelo.
Uitgesproken:
1 Juni Handelsvennootschap Fa. Dubel
Schalkers, kantoor Olympiaplein 96, Am
sterdam, R.c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. C.
P. Kalff, Amsterdam, Keizersgracht 497.
1 Juni Fr. Dubel, Amsterdam, OlympiapL
96. R. c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. C. P.
Kalff, Amsterdam, Keizersgracht 497.
1 Juni F. Houtkamp, metselaar, Boven-
kêrk (Gem. Nw. Amstel) Noorddammerlaan
63. R.c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. C. P.
Kalff, Amsterdam, Keizersgracht 497.
1 Juni F. van Nerevalk, Prinsegracht 698,
Amsterdam. R.c. Mr. J. G. de Vries. Cur.
Mr. C. P. Kalff, Amsterdam, Keizersgracht
497.
1 Juni N. Rosen, commissionnair in effec
ten, wonende Amsterdam Koninginneweg
131, kantoor Keizersgracht 236. R.c. Mr. J.
G. de Vries. Cur. Mr. W. J. P. de Lille Ho-
gerwaard, Amsterdam, Weteringschans 124
en L. Simons, Amsterdam, Sophialaan 49.
365. De kellner, door de tweede harde botsing,
Heelemaal uit zijn humeur,
Zag niet dat de botsing was veroorzaakt,
Door meneer, den directeur.
„Daar pak aan, dit zal je leeren,
Te kijken waar je loopt of staat."
En hjj sloeg met zijn harde vuisten,
Hem op zijn rood en dik gelaat.
366. Nadat ze het klooster hadden verlaten,
Goed verzorgd en uitgerust,
Liepen zij weer dagen verder,
Langs een dorre, kale kust.
Niets groeide er in den omtrek,
„Wat is het hier," zei Pim, „een droevig oord."
„Heb je dan," zei de piloot, „nimmer
Van de Doode zee gehoord?"