(Binnenlandsch Nieuws O Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN e LUCHTVAART De flesschentrekker TWEEDE KAMER Nederl. R. K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden „St. Franciscus van Assisië" Gevolgen van de Tarwewet Het verdrag van Oslo Pensioen ten behoeve van voor 1 October 1913 St. Josephs-Geizellen-Vereeniging Het ophouden van „De Tijd" VERKEER EN POSTERIJEN Beeldtelegrafie Nederland Ned. Indië Ernstig vliegtuigongeluk KUNST EN KENNIS Opgravingen in Griekenland FINANCIEN Cult. Mij. der Vorstenlanden KERKNIEUWS Mgr. J. Pompen t LEGER EN VLOQT Oefening in de vesting Holland FAILLISSEMENTEN Vergadering van Dinsdag VERSCHILLENDE ONTWERPEN Aan de orde is het wetsontwerp: onteigening voor aanleg van een nieuw wegvak in den rijksweg 's-Gravehhage Noord-Hollandsche grens, bewesten Oegst- geest. De heer BONGAERTS (R.K.) zegt, dat in de Mem. van Toelichting ook wordt gespro ken van een weg Haagsche Schouw door de duinep naar Scheveningen en vraagt of dit een hoofdverbinding zal zijn. Spr. vraagt ook of deze weg wel noodig is, nu die van Den Haag naar Haagsche Schouw breed genoeg is. De minister heeft zijn standpunt nog niet bepaald over een weg Westlandbeoosten E>en Haag—LeidenHaarlemmermeerAm sterdam. De heer v. d. BELT (V.B.) sluit zich bi) dit betoog aan. Spr. gelooft, dat het niet wenschelijk zou zijn met dit ontwerp vooruit te loo'pen op den weg voor snelverkeer Am sterdam—Den Haag. De heer VAN DIJK (AR.) sluit zich ook daarbij aan. De snelverbinding Amsterdam Den Haag blijft een open vraagstuk, waar over t.z.t. kan warden beslist. Het gevaar bestaat echter, dat het thans aan te leggen weggedeelte zal worden gebruikt als een deel van bovengenoemde snelverbinding. Om dit gevaar te omzeilen zou de minister kunnen verklaren, dat hij thans zal volstaan met een eenvoudige omlegging. De heer TER LAAN (S.D.A.P.) wenscht een ander geluid te laten hooren. Op den aanleg van een hierbedoelden weg mag niet beknibbeld orden. Van de snelverbinding Den HaagAmsterdam staat neg niets op papier. De weg bij Oegstgeest moet dringend worden verbeterd. MINISTER REYMER constateert dat ver schillende sprekers buiten het bestek van het ontwerp zijn gegaan. De toestand tusschen Endegeest en de Postbrug is onhoudbaar en plaatselijke verbetering is niet mogelijk. Men zal goed doen ruim te onteigenen en den aanleg van den weg te doen afhangen van omstandigheden. De Kamer krijgt later ge legenheid zich uit te spreken over een weg door de Haarlemmermeer. De heer VAN DIJK vraagt of de minister bereid is bij de omlegging niet verder te gaan dan strikt noodzakelijk is voor het lo kaal verkeer, tot het oogenblik waarop over een nieuwe verbinding zal zijn beslist. Minister REYMER hoopt zoo spoedig mogelijk te komen tot een goede snelverbin ding Eten Haag—Amsterdam. De huidige op lossing moet op zichzelf beschouwd worden. De gevraagde toezegging kan spr. niet doen. Het ontwerp wordt goedgekeurd. Wettelijke regeling geldschieters bedrijf. Hierna is aan de orde het wetsvoorstel— v. d. Bergh tot wettelijke regeling van het geldschietersbedrijf. De heer v. POLL (RJC.) betoogt dat een definitie van het woord „woeker" feitelijk ontbreekt. Woekerdelicten kent onze wet dan ook niet. Spreker heeft groote waar deering voor den arbeid, door den heer v. d. Bergh verricht, maar de voorsteller zal zelf wel toegeven, dat zijn ontwerp allen woe ker niet uit het land helpt. Als spr. ziet hoe hypotheekbanken meer dan 20 pCt. dividend uitkeeren, dan is hij geneigd te zeggen, dat de woeker nog nimmer zóó openlijk aan den dag is getreden als tegen woordig. Spr. is van meening, dat geld uitleenen alleen mag geschieden door gemeenschaps organen en particuliere instellingen met humanitair doel. Mevr. v. ITALLIE v. EMBDEN (V. D.) spreekt de meening tegen, dat deze materie zich niet leent om bij initiatiefontwerp te worden geregeld. De toestand is ernstig. De gemeenten kunnen zelf het uitleenen van geld te hand nemen. De heer DE VOS (Lib.) zou gaarne zien, dat de voorstellers zich geheel los maakten van het percentage van 12, anders vreest hij een conflict indien de regeering later eens een maximum-percentage vaststelt, dat veel hooger is. Hoe hoog denken zij, dat het percentage mag zijn voor dat op bepaalde ondernemingen het stigma van den woe ker wordt gedrukt. De heer DE WILDE (AR.) staat blanco tegenover dit ontwerp, maar vraagt: Hoe stelt de heer v. d. Bergh zich voor, dat de alg. maatregel van bestuur eruit zal zien? Wanneer de heer v. d. Bergh een aanne melijk antwoord geeft, zal spr. het ont werp wellicht kunnen steunen. De heer SNOECK HENKEMANS (C.H.) heeft aanvankelijk ernstige bezwaren tegen het wetsvoorstel. Het kwaad, dat bestreden moet worden is de gemakkelijkheid van leenen. Wordt er eenmaal geleend, dan is het vaak niet mogelijk, geld te verstrekken tegen matige rente. De Gemeentelijke voor schotbanken hebben het gevaar, dat zij dit te gemakkelijk leenen in de hand werken. De heer BEUMER (AR.) wijst erop, dat de regeering formeel en moreel vrij is het voorstel niet te contrasigneeren als de uitvaardiging van een algem. maatregel van bestuur op te groote moeilijkheden zou stuiten. Spr. vraagt welke minister verantwoor delijk is voor de uitvoering dezer wet. Het legislatieve recht wordt dus te vondeling gelegd. Dat gaat niet. De vergadering wordt verdaagd tot he den. Belangrijke Bondsraadsvergadering. In „De Roode Leeuw" te Amsterdam had een vergadering plaats van den bondsraad der katholieke handels-, kantoor- en winkel bediendenorganisatie. De voorzitter, de heer A. v. Hamersveld, memoreerde allereerst het feit, dat deze or ganisatie de 5000 leden gepasseerd is en wekte de leden van den bondsraad op met alle kracht te blijven ijveren voor de uit breiding van het ledental. Van belang waren ook de uitgebreide mededeelingen over de acties. Voorts zijn met verschillende coöperatie- besturen besprekingen gaande. Een uitvoerige gedachtenwisseling werd gehouden over het schema der aanstaande propaganda, welke zoowel over het geheeie land als plaatselijk zal gevoerd worden, eveneens over de verder te ontvouwen ac ties. Beide schema's werden door den bonds raad goedgekeurd. De propaganda voor den bond zal in alle afdeelingen stevig worden doorgezet. De bondsraad machtigde het bondsbestuur daartoe o.a. te gelegener tijd wederom een propagandabrochure of orgaan uit te geven. Het congres, dat 26 Juli a.s. te Amersfoort wordt gehouden, belooft wederom een be langrijke gebeurtenis te worden. Onder meer zal als spreker optreden de Zeereerwaarde Bondsadviseur. Op nader vast te stellen wijze, zal van dat congres uit, tevens nogmaals in den breede het standpunt der bedienden ten opzichte van art. 6 der Rijkswet op de Winkelslui ting worden gepropageerd. Naar aanleiding van een dezer dagen door den Directeur-Generaal van den Arbeid aan de bediendenorganisaties gezonden schrijven, nam de bondsraad een motie met algemee- ne stemmen aan, waarin kennis genomen wordt van het voorstel, voorgelegd door den Directeur-Generaal van den Arbeid, om gedurende de vacantieperiode, al naar ge lang den duur der vacantie en de grootte van het personeel, voor bepaalden tijd den vrijen halven dag der winkelbedienden te doen vervallen; zijn ernstige afkeuring uitgesproken wordt over ieders verslechtering van de in het werktijdenbesluit voor winkels voorkomende bepalingen omtrent werk- en rusttijden; als zijn meening uitgesproken wordt, dat de vrije halve dag als een wettelijk verkre gen recht, ook gedurende de vacantieperiode dient gegeven te worden; men van oordeel is, dat voor het mee- rendeei der ondernemingen niet van opeen- hooping van arbeid mag worden gesproken, geconstateerd werd, dat een werkweek van 58% uur verre boven een normalen weke- Hjkschen arbeidstijd moet worden be schouwd; vastgesteld wordt, dat door dezen gang-van zaken een wettelijke regeling der vacanties voor de bedienden nog meer urgent is ge worden en het door den Directeur-Generaal aan de bediendenorganisaties voorgelegde voor stel onherroepelijk afgewezen en besloten krachtig te blijven ijveren voor een wette lijke regeling van de vacantie voor de be dienden. De financieele positie van den bond geeft tot tevredenheid aanleiding. De bond zal een afvaardiging zenden naar het congres van het Internationaal Verbond van Christelijke Bediendenorganisaties te Parijs en naar het congres van het Inter nationaal Christelijk Vakverbond te Ant werpen. Ontslag van personeel? Het Tweede Kamerlid de heer Van der Sluis heeft den minister van Binnenl. Za ken en Landbouw de volgende vragen ge steld: Is het waar, dat, in verband met de uit voering van de Tarwewet aan personeel, in dienst bij importeurs van en groothandela ren in Amerikaansch meel, ontslag is gege ven en is aangezegd? Kan de minister mededeelen, welken om vang dit verschijnsel heeft aangenomen? Wat denkt de minister te doen om deze gevolgen van de Tarwewet zooveel mogelijk te herstellen? Wetsontwerp tot goedkeuring ingedier.d. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot goedkeuring van het op 22 Dec. 1930 te Oslo gesloten verdrag tot economi sche toenadering met bijbehoorend protocol tusschen België, Denemarken, Noorwegen, Nederland en Zweden. In de eerste plaats wordt er in de Me morie van Toelichting op gewezen, dat het verdrag vooral op twee punten principieel verschilt van de Handelsovereenkomst van Genève. Op één punt gaat het verdrag van Oslo minder ver dan de Handelsovereen komst van Genève daar het geen verschil lende groepen van Staten creëert, maar alle staten gelijkelijk behandelt en niet als de Handelsovereenkomst de handelspolitiek van sommige staten vastlegt. Op een ander punt gaat het verdrag van Oslo echter verder dan de overeenkomst van Genève daar 't een nieuw principe in de economische ver dragen introduceert, n.l. dat de verdragslui tende partijen zooveel mogelijk elkanders be langen zullen ontzien. In de tweede plaats moet worden opge merkt, dat het verdrag van Oslo staat bui ten den strijd om verandering van handels politiek, aangezien, gelijk gezegd, de han delspolitiek niet door het verdrag wordt ge fixeerd en het verdrag aan wijziging van handelspolitiek niet in den weg zou suxan. In de derde plaats wordt er de aandacht op gevestigd, dat het verdrag van Oslo ge heel vreedzaam van aard is en tegen geen enkel land gericht is. Van stonde aan is de wensch levendig geweest dat ook andere sta ten tot het vreedzame systeem van het ver drag zouden toetreden. Overleden Gemeente-ambtenaren Het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond van gemeente-ambtenaren besloot an dermaal, er bij de regeering op aan te drin gen, tot het verkrijgen van pensioen ten be hoeve van vóór 1 October 1913 overleden gemeente-ambtenaren. Alvorens hiertoe zal worden overgegaan, acht het hoofdbestuur het noodzakelijk, eenige nadere gegevens te verzamelen om trent het aantal der weduwen, die nog in behoeftige omstandigheden verkeeren tenge volge van het feit, dat hare echtgenooten vóór 1 October 1913 zijn overleden. In verband hiermede worden de echtge nooten van voor 1 October 1913 overleden ge meente-ambtenaren uitgenoodigd, zich zoo spoedig mogelijk ter gemeente-secretarie te vervoegen, ten einde aldaar de vereischte op gaven te doen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat mede als gemeente-ambtenaren worden be schouwd de werklieden, die door of vanwege het gemeentebestuur werden aangesteld. Centraal Senioraat De tweede vergadering van het Centraal Senioraat is gehouden ten huize van den Centraal Praeses te Amsterdam. Na de opening volgde een bespreking voor het 2-daagsch congres te Amsterdam voor Senioren en Commissarissen der bij het Cen traal Verband aangesloten vereenigingen, oorspronkelijk vastgesteld op 15 en 16 Augus tus a.s. De Centrale Raad van Presidenten heeft echter om verschillende redenen de data verzet naar 12 en 13 September. De vergadering van Zaterdag zal staan onder leiding van den vice-voorzitter, die van Zondag onder leiding van Senior Den Haag I. Beide keeren zijn er twee sprekers resp. over een godsdienstig onderwerp en retraite en over de sociale en cultureele taak der Gezellen-vereeniging. Ook werd de mogelijkheid besproken otu te komen tot oprichting van plaatselijke en óistrictssenioraten. Het tweede punt ter behandeling was het eigen costuum. Na langdurige discussie werd besloten ter ondervanging van de geuite be zwaren, die leden, die zich bet costuum wil len aanschaffen, te vereenigen in clubver band, welke clubs dan een speciale taak, welke zeer ruim genomen moet worden, te vervullen krijgen. Het ligt geenszins in de bedoeling dit costuum verplichtend te stel len. Gewacht zal moeten worden tot na het Congres van senioren en commissarissen, die dan advies kunnen uitbrengen. Een schrijven van de Ned. R.K. Journalisten Vereeniging In een Zaterdag te Utrecht gehouden be stuursvergadering der R. K. Journalister.- vereeniging is besloten tot het zenden van het navolgend schrijven aan heeren Com missarissen en Directie der N. V. „De Tijd" te Amsterdam. Het bestuur der Ned. R. K. Journalisten- vereeniging Zaterdagmiddag in vergadering bijeen, gevoelt zich gedrongen u mee te dee- len, dat het met leedwezen en ontstentenis heeft kennis genomen van de aanstaande opheffing van het dagblad „De Tijd", een der gloriën van de katholieke Dagbladpers; dat het begaan met het lot van al degenen tot heden aan dit dagblad werkzaam, toch allereerst haar bekommering uitstrekt over de journalisten van „De Tijd" onder wie met veel dienstjaren in figuurlijken zin Indische jaren; dat het, hoezeer ook overtuigd dat Com missarissen en Directie, mannen van hoog aanzien en grooten invloed, al het mogelijke zullen doen om de buiten betrekking raken de journalisten aan een nieuwe positie te helpen, in den huidigen malaise-tjd op het welslagen van zelfs energieke pogingen in die richting niet te vast durft rekenen; dat het zich veroorlooft het vaste vertrou wen uit te spreken, dat het bestuur der Ven nootschap en wat den termijn van opzegging en wat de uitkeering betreft, in den ruimst mogelijken zin zal toepassen, hetgeen daar omtrent bepaald is in het ontwerp-arbeids- contract, dat dezer dagen door de Vereeni gingen van directeuren en journalisten met veel dienstjaren aan „De Tijd" en van die met groote gezinnen een tegemoetkoming tot het uiterste bepleit; dat het, tenslotte, maar één bij traditie en historie van „De Tijd" passend einde kent: een zoodanig, dat de werkers, voor wie met „De Tijd" een stuk van hun leven af sluit, de herinnering behouden aan een zoo ruim mogelijke waardeering van hun ver dienstelijk werk voor het nobele blad. Het antwoord van den Indischen dienst In antwoord op het telegram, -dat de directeur-generaal der P. T. en T. Maandag tot het hoofd van den Indischen dienst richtte ter gelegenheid van de opening van het beeldtelegraafverkeer met Ned. Indië, werd van den Indischen dienst langs den zelfden weg een eveneens geschreven be richt ontvangen, waarin deze dienst zijn hartelijken dank betuigt en den wensch van den heer Damme onderschrijft, dat het nieuwe verkeersmiddel zal bijdragen tot steeds inniger contact tusschen het moe derland en de Indische gewesten. Vier dooien Een militair vliegtuig is tusschen Henry en Vatimont neergestort. Vier inzittenden wer den gedood. Het heUigdom van Asklepios ontdekt De Nijmeegsche hoogleeraar dr. F. J. de Waele heeft te Palacia Korinthos, bij de op- gravingswerken aldaar het heiligdom van Asklepios, den antieken heelgod, gevonden. Het heiligdom van Asklepios te Korinthe dateert uit de vijfde eeuw voor Christus. In de vierde eeuw werd t volkomen herbouwd, en met zuilenhallen omgeven. De straat, die ten Zuiden van het heiligdom liep, is uitste kend bewaard. Groote menigten exvoto's kwamen in afvalkuilen te voorschijn, zij zijn bijna zonder uitzondering in klei-aarde ge maakt en de meeste lichaamsdeelen zijn levensgroot of zelfs meer dan levensgroot. Het heiligdom werd bij de verwoesting dei- stad in brand gestoken, maar bij den her opbouw hersteld door vrijgelatenen van M. Antonius, den triumvir, die later door kei zer Augustus overwonnen werd. In de 4e eeuw hebben de Christenen het heiligdom afgebroken en in letterlijken zin geen steen op een ander gelaten. Om maar direct met de deur in huis te vallen, moet ik zeggen, dat hij een gevaar lijk sujet was, een afzetter van de bovenste plank, een bedrieger die onder het flesschen- trekkersgilde z'n wederga zocht. Ook onder dit soort moderne roofridders toch zijn er, evenals onder elke klasse van menschen, arme ploeteraars en geniaal aan gelegde naturen en tot deze laatste, die verreweg de gevaarlijkste zijn, behoorde hij. Ik heb ze gekend, jongste kantoorbedien den, kleine winkeliertjes, verloopen heeren, die ook eens wilden probeeren of ze niet op een behendige manier, met zoo'n enkel slimmigheidje gauw rijk konden worden, maar 't bekwam den meesten al heel slecht. De onnoozelen! Ze dachten, dat koopen en niet betalen voldoende was om tot flesschentrekker te worden gepromoveerd. Alsof ze ooit in staat waren geweest iets anders te worden dan een winkelier in boter, kaas en eieren! In minder dan geen tijd stonden ze op de zwarte lijst, liepen ze rond met loerende blik ken, waaruit iedereen hun bedrijf kon lezen, en, als ze niet spoedig achter slot en gren del kwamen, dwongen gebrek en ontbering ze weder een eerlijke affaire te beginnen en te betalen wat ze schuldig waren. „Op accepten, menheer, leveren we niet, want ziet u, van een kikker is geen veder te plukken." Niet alzoo hij. De bekwaamste accountant kon bij hem een lesje nemen en in de eerste Berlitzschool hadden ze hem als leeraar kunnen gebruiken. Voor hem was de flesschentrekkerij een sport, een levensbehoefte, een noodzakelijk heid om te voldoen aan den innerlijken drang naar emoties. Hij beoefende haar als een kunstenaar zijn kunst en als er ooit een standaardwerk over de historie der flesschentrekkerij wordt uit- gegéven, dan verdient hij daarin een plaats onder de klassieken. Te leven als een heer zonder iets te be zitten, altijd gekleed te gaan volgens de laat ste mode en nooit je kleermaker te betalen en dat vol te houden niet een of twee maan den, maar jaar op jaar; wie dat kén, zon der zoo nu en dan op onvrijwillige wijze van het tooneel des dagelijkschen levens te ver dwijnen, moet van meer dan gewone scherp zinnigheid zijn. Kleine zaken dreef mijnheer zoo min mo gelijk. Hoewel de ruimte, die hij de zijne kon noemen, beperkt was tot een slaapkamer op een vrij bekrompen bovenhuis, waren de ma gazijnen, die aan het hoofd van z'n firma- brieven waren afgebeeld, weelderig en ruim genoeg om ieder te doen gevoelen, dat in z'n monsterzalen zoowel de nieuwste loco motieven als de eenvoudigste kinderwagens waren geëxposeerd en dat de voorraden zij den stoffen en Edammer kaasjes, waarover htj te beschikken had, eenvoudig met iedere voorstelling den spot dreven. Leveren deed hij alleen, wanneer de een of ander hem weer eens gratis, zooals hij dat noemde „in de slappe was had gezet", 't Was echter niet altijd volgens monster or geheel in overeenstemming met wat de ad vertentie voorspiegelde. Tusschen twee haakjes moet ik hier bijvoe gen, dat het ongeloflijk is zooveel adverten ties als je geplaatst kunt krijgen voor nie- mandal. Een argelooze rentenier die eens een kaasje uit z'n beroemde magazijnen had be trokken, schreef met vette letters op een briefkaart: en dat noemt u in uw adver tentie een delicatesse voor de boterham! Met een zaag, mijnheer, hebben we het ding nog niet doormidden kunnen krijgen. Waarschijnlijk dacht de brave man onzen vriend op deze wijze te kunnen compro- miteeren. Beminnelijke naieviteit! Ik ben er zeker van, dat dergelijke kaarten weken lang als zegeteeken boven zijn ledi kant prijkten. Dat waren voor hem wat de scalpen zijn in de wigwams der Indianen van het verre Westen. Een gouden eeuw brak voor hem aan toen een heirleger van handelaars in vuile lec tuur, die als giftige paddenstoelen waren opgeschoten, door justitie en politie, zooveel zulks bij onze bestaande, helaas te slappe, wetgeving mogelijk was, in het nauw werden gedreven en met pak en zak er van door gingen. Niet zoodra had hij er de lucht van ge kregen dat er huiszoekingen plaats hadden en dat vele dezer schunnige heeren de plaat poetsten of hij opende een nieuwe branche, louter om het bedorven menèchöom zijn kwade practljken af te leeren. Hij adverteerde in Algiers, Tunis, Egypte en overal elders waar liefhebbers voor wal gelijke lectuur zijn te vinden, dat bij hem, tegen inzending van een postwisseltje na tuurlijk, voor fabelachtig goedkoope prijzen, alles was te krijgen wat je maar begeerde. Weldra kwam de stroom der bestellingen binnen en kon hij zich onledig houden met het in ontvangst nemen der gelden. Verder bracht hij het nooit. Huiszoeking konden ze gerust bij hem doen. 't Eenige geschrift dat bij hem was te vinden, bestond uit een onschuldig krantje. Gevaar voor klachten liep hij zoo goed als niet, want wie zal ooit, al is hij ook Muzel man, z'n eigen schande openbaar maken en wie zal, wanneer hij in Cairo zit. het in z'n hoofd krijgen in Holland te gaan pro- cedeeren voor vijf en twintig stuivers? Twee jaar later leverde het zaakje hem nog geld op, ofsohoon hij toen al lang wat anders op den kop had getikt. Of hij dan nooit eens bot ving? 't Zou al te mooi zijn geweest, en vergeet niet; één vrouw is duizend mannen te erg. Zijn kamertje moest worden schoon ge maakt. Dat deed een werkvrouw en ook dat werk wilde hij gratis gedaan hebben. Op een avond kwam hij, toen het schemer donker viel, voorzichtig aansluipen. Zoowat een week duurde dat. Wie hem wat naderbij beschouwde, bemerkte duidelijk, dat mijnheer om zeer goede redenen, een kiespijndoek om had. De schoonmaakster had zijn gelaat „bewerkt." Of hij er nog iets aan verdiend'heeft door reclame te maken voor de een of andere soort zalf, durf ik niet met zekerheid te be weren. Dividend voorstel pref. aand. 5 pet. (15 pet.) Aan het Verslag der Cultuur-Maatschappij der Vorstenlanden N.V. ontleenen wij het volgende Tegen de in ons vorig jaarverslag uitge sproken verwachting bedroeg de suikerpro ductie in 1930 van de bij ons .in administratie zijnde ondernemingen -slechts weinig minder dan in 1929. De uit oogst 1930 verkochte suiker bracht echter belangrijk minder op dan oogst 1929, terwijl bovendien bij het af sluiten der rekeningen van oogst 1930 nog een groote hoeveelheid suiker onverkocht was. Door als verkoopswaarde voor de onver kochte Superieure Hoofdsuiker en Hoofd suiker No. 16 en hooger aan te nemen resp. f 8.en f 7.per q. kwamen wij voor oogst 1930 tot middenprijzen van f 8.60 (v. j. f 12.57) en f 7.20 (v. j f 11.02) resp. voor Superieure Hoofdsuiker en Hoofdsuiker No. 16 en hooger. Naar aanleiding van het over het alge meen vrij gunstige, moessonvérloop wordt verwacht dat de suikerproductie in 1931 hooger zal zijn dan in 1930. In verband met de als gevolg van het Chadboume-plan noodzakelijk zijnde ver mindering van productie zal de in 1931 in den grond te brengen riet-aanplant naar schatting ongeveer 20 pet. beneden het nor male blijven. Aan interest en Commissie is geboekt f 1.010.585 (f 1.489.789). Aan Agio boekten wij f 2.736 (nihil). Het verlies op Eigen Ondernemingen be droeg f 228.865 (v.j. winst f 1.182.425, bo vendien v.j. f 957.940 dividend cult. Mijen). Het winstsaldo bedraagt f 273.431 (v. j. f 3.071.159). Hiervan gaat, behoudens goed keuring, af: 5 pCt. (15 pCt.) op Preferente Aandeelen. Voorgesteld wordt, het overblijvende van f 173.431 op nieuwe rekening over te bren gen (v.j. aan buitengewone reserve f500.000, tantièmes f 216.698), terwijl op de gewone aandeelen (v. j. 10 pCt.) en de winstaandee- len (f 875) geen uitkeering zal plaats heb ben. Met groote ontroering zal in het Bossche diocees de droeve tijding zijn ontvangen van het overlijden van den vicaris-generaal, Mgr. J. Pompen. Mgr. Jac. Pompen werd geboren te Alem 22 Juli 1857. Hij studeerde aan de beide seminaries van het Bossche bisdom en werd den 26sten Juli 1877 priester gewijd door Z. H. Exc. den bisschop van Breda. Reeds in het jaar van zijn priesterwijding werd hij benoemd tot leeraar aan het klein Seminarie „Beekvliet" te St. Michiels-Gestei, waar hij 10 jaar lang werkzaam bleef. In September 1887 werd hij benoemd tot hoog leeraar in de Dogmatiek aan het Groot Seminarie te Haaren. In Januari 1899 aanvaardde hij het pas toraat in de landelijke parochie Meerveld- hoven. Tegen wil en dank, maar toch volgaarne in algeheele toewijding aan zijn bisschop moest de pastoor van den lande gehoor ge ven aan de stem, welke hem riep tot de hooge, maar moeilijke en verantwoordelijke functie van vicaris-generaal. Kort na zijn benoeming tot vicaris-gene raal, werd Mgr. Pompen kanunnik en later deken van den Bosch. Na het overlijden van Mgr. van Gennip werd hij proost van het kathedrale kapittel. H. M. de Koningin schonk hem het rid derkruis van den Nederlandschen Leeuw en Z. H. de Paus maakte hem tot zijn huis prelaat en protonotarius apostolicus. De vorige week heeft in het kustgedeelte tusschen Hoek van Holland en Alkmaar een kaderoefening in het terrein van de vesting Holland plaats gevonden. De oefening, wel ke vier dagen heeft geduurd, stond onder leiding van den commandant van het veld leger, den luitenant-generaal Insinger. Aan de oefening hebben verschillende hoofdoffi cieren, waaronder de reserve-generaal ma joor Wagner, welke allen een leidende func tie hadden, deelgenomen; de beide laatste dagen ook door hoofdofficieren en officie ren der Ie Divisiegroep, onder commando van generaal-majoor Jhr. Röell, comman dant der Ie Divisie. Interview. 3 Juni. Men kan tegenwoordig geen krant opslaan of men stuit op een of ander „interview". Het woord zelf bewijst reeds, dat we hier te maken hebben met 'een An- gelsaksischen uitwas. Het woord interview is, teekenend genoeg, onvertaalbaar. Het be- teekent onderhoud. Maar het is duidelijk, dat een onderhoud met onze huisgenooten, dokter of deurwaarder geen interview is; we zouden er dan tweehonderd per dag hebben en zóó erg is het toch nog niet. Zelfs de Franschen gebruiken het werkwoord inter viewer. Zeker, wij hebben het woord vraag gesprek (een gesprek, dat het gevolg is van vragen), maar dat klinkt mij even liefelijk in de ooien als meeningsverschilgedachten- wisseling (voor de gedachtenwisseling, die het gevolg is van een meeningsverschil) of loonsverlagingsstaking (voor een staking, die gevolg is van loonsverlaging). Wij hebben aan het woord interlandwedstrijd net ge noeg.... Het interview is een typisch verschijnsel van dezen tijd, die van sensatie houdt. Als ik iemand interview, hoop ik, dat hij opzien barende dingen zal zeggen, dat hij zijn mond voorbij zal praten, dat hij onthullingen zal doen, dat hij zich zal verraden, dat hij ge heime, persoonlijke, intieme dingen zal ver tellen, die hij later zal betreuren, maar, waarop ik weet, dat de lezer van de 20ste eeuw zich spitst. Ik stel hem strikvragen, zet hem vallen, breng hem op gevaarlijke paden. Ontwijkt hij mijn vragen, dan laat hij zich soms nog meer in zijn kaart kijken dan wanneer hij rechtstreeks antwoordt. De ware interviewer is een jager, en ik heb vol doende zelfkennis om het wild te beklagen. Het is geen wonder, dat in deze onbeschei den eeuw, die niemands persoon eerbiedigt, het Angelsaksische interview tot in alle hoeken van het oude Europa is doorgedron gen. Wij hebben het geaccepteerd. Wij zijn er aan gewoon geraakt, interviews te lezen met bendenleiders èn „Hochstapler" even. goed als met staatslieden en kunstenaars. De menigte is dol op „close-ups", die den onbescheiden toeschouwer een blik veroor loven op alle poriën van des slachtoffers uiterlijk. Wat heeft de lezer er aan, te ver nemen, dat de captain „verwacht dat zijn elftal een harden strijd zal hebben te voeren om het kampioenschap te behouden"? De lezer verlangt een interview! Denkt gij dezen wedstrijd te kunnen winnen? De sympathieke aanvoerder glimlachte, terwijl hij zijn prachtigen bruinharige» Groenendaeler over den rug streek. U drinkt toch nog wel een kopje thee? vroeg hij. Terwijl zijn lieftallige echtgenoote dit in schonk, om vervolgens plaats te nemen op de leuning van 's captains stoel, vervolgde hij, na zich over het voorhoofd te hebben gestreken: Wat zal ik u zeggen? Aan een voor spelling waag ik mij liever nietHet gaat erop of eronder.... Wij zullen moeten vech ten als leeuwen, dat staat vast.... Als wij allemaal ons uiterste best doen, zou ik niet weten waarom wij moesten verliezen.... Daarentegen hebben wij ook een geduchten tegenstander En zoo gaat het nog 'n kolommetje voort. Achtereenvolgens zien we nog het dochtertje („mengt zich nu onverwachts in het ge sprek"), het zoontje („een evenbeeld van zijn vader en reeds dol op het bruine mon ster') en den fraai onderhouden tuin („na volbrachte dagtaak....") optreden. Jawel dame, u weet niet half, hoe graag u achter de schermen kijkt 1 Juni opgegeven door v. d. Graaf Co. N.V. (Afd. Handelsinformaties) Vernietigd na hooger beroep door het Hof, Arnhem: 29 April A. van der Werff, handelende on der den firma-naam van der Werff Zo nen, steenkolenhandel, Aimelo. Uitgesproken: 1 Juni Handelsvennootschap Fa. Dubel Schalkers, kantoor Olympiaplein 96, Am sterdam, R.c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. C. P. Kalff, Amsterdam, Keizersgracht 497. 1 Juni Fr. Dubel, Amsterdam, OlympiapL 96. R. c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. C. P. Kalff, Amsterdam, Keizersgracht 497. 1 Juni F. Houtkamp, metselaar, Boven- kêrk (Gem. Nw. Amstel) Noorddammerlaan 63. R.c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. C. P. Kalff, Amsterdam, Keizersgracht 497. 1 Juni F. van Nerevalk, Prinsegracht 698, Amsterdam. R.c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. C. P. Kalff, Amsterdam, Keizersgracht 497. 1 Juni N. Rosen, commissionnair in effec ten, wonende Amsterdam Koninginneweg 131, kantoor Keizersgracht 236. R.c. Mr. J. G. de Vries. Cur. Mr. W. J. P. de Lille Ho- gerwaard, Amsterdam, Weteringschans 124 en L. Simons, Amsterdam, Sophialaan 49. 365. De kellner, door de tweede harde botsing, Heelemaal uit zijn humeur, Zag niet dat de botsing was veroorzaakt, Door meneer, den directeur. „Daar pak aan, dit zal je leeren, Te kijken waar je loopt of staat." En hjj sloeg met zijn harde vuisten, Hem op zijn rood en dik gelaat. 366. Nadat ze het klooster hadden verlaten, Goed verzorgd en uitgerust, Liepen zij weer dagen verder, Langs een dorre, kale kust. Niets groeide er in den omtrek, „Wat is het hier," zei Pim, „een droevig oord." „Heb je dan," zei de piloot, „nimmer Van de Doode zee gehoord?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10