v-iüfc-
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
X
De vergadering van den Partijraad der
R. K. Staatspartij
De Nederlandsche
Handelspolitiek
De ziel van het Meiklokje
LUCHTVAART
BINNENLANDSCH NIEUWS
Behandeling den Prae-adviezen
ONZE OOST
Auto-ongeluk
De Merapi
FINANCIEN
ONDERWIJS
SOCIAAL LEVEN
RECHTSZAKEN
Ongeval bij Saarbrücken
3<rs
I
Zaterdagmorgen vergaderde te Utrecht de
Partijraad der R. K. Staatspartij ter behan
deling van het onderwerp: „Gezin en Over
heid" aan de hand der uitgebrachte prae-
adviezen van mej. Mia van der Kallen en
de heeren J. H. Maenen, dr. H. W. E.
Moller en mr. C. P. M. Romme.
Prae-advies Maenen
De heer J. B. HEMEL uit Coevorden wees
cp de noodzaak van bet contact tusschen
opvoeders en ouders. Verwacht mej. v. d.
Kallen niet, dat de meisjes uit de bedrij
ven het huishoudelijk werk ook later te
veel op den achtergrond zullen dringen?
Volgens mr. M. P. L. STEENBERGHE, die
hierna sprak, zit de verhouding tusschen
Overheid en beter gesitueerde gezinnen
vooral in de belastingpolitiek.
De heer LUCASSEN uit Nijmegen be
treurde het, dat één der ministers ver
klaard heeft, dat een kindertoeslagfonds
niet mogelijk is. Spr. wenschte daarbij meer
vertrouwen in de jongeren.
De heer MENHEERE uit 's-Heerenhoek
zei, dat het voor een landarbeider niet
mogelijk is, de rente op te brengen van de
voorschotten, die krachtens de landarbei-
derswet zijn verleend en vroeg of er geen
rentevermindering mogelijk is.
De heer J. MEIJRING uit Den Bosch,
vroeg aan den prae-adviseur Maenen of niet
eerst gedacht moet worden aan den bouw
van woningen voor groote gezinnen.
Prae-advies Romme
De heer VULIK uit Amsterdam zei, dat
hij voorstander is van het familieloon. Kin
dertoeslag vanaf het eerste kind leek
spreker een aanleiding tot loondruk.
De heer ANDRIESSEN te Utrecht vroeg
of voor een wettelijk gefundeerd, vrijwillig
kindertoeslagfonds de politieke mogelijk
heid bestaat.
Mr. L. KORTENHORST te Den Haag, zag
in het kindertoeslagfonds een soort verze
kering tegen de financieele gevolgen van het
huwelijk.
Mr. A. BARON VAN WIJNBERGEN vroeg
uitsluitend de aandacht voor de idee der
collectieve rechtsvorming in mr. Romme's
advies. Het gezinsloon is allerminst gewaar
borgd.
Spr. vroeg of het partijbestuur geen com
missie kan benoemen om deze zaak nader uit
te werken.
Mr. VAN SPAENDONCK meende ook, dat
er geen kindertoeslagfonds moet komen,
maar wilde bedrijfsgewijze uitbouwing van
familietoeslagfondsen.
De heer LUCASSEN uit Nijmegen wilde
toeslag bij elk kind.
De heer J. C. EVERS uit Amsterdam
wilde kindertoeslagen ook in collectieve con
tracten bepaald zien. Spr. wilde een rijkskin-
dertoeslagfonds.
De heer KEVENAAR te Tilburg was van
meening, dat de Staat zich zelf in stand
moet houden en daarom beschentfend moet
optreden voor het groote gezin.
aS
Prae-advies dr. Moller
De heer NUIJENS uit Den Haag kwalifi
ceerde de classificatie als een dwaas stel-
50|
Mr. BRANDSMA te Zwolle vond, dat bij
de classificatie de gezinskwestie buiten be
spreking kan blijven. Spr. achtte het begin
sel der classificatie redelijk en rechtvaar
dig, want gelijkheid van loon in geld is voor
het rijkspersoneel juist onrechtvaardig.
Prae-advies mej. v. d. Kallen
Mej. A. MEIJER te Den Haag betwij
felde het, dat het meisje bij de huidige
mechanisatie de juiste voorbereiding voor den
huishoudelijken arbeid zou krijgen. Die
mechanisatie maakt op het meisje een depri-
meerenden indruk; daarom springt het uit
reactie vaak uit den band.
Mr. A. BARON VAN WIJNBERGEN kreeg
uit 't advies van mej.v.d. Kallen den indruk,
dat zij in haar enthousiasme voor de Graal
beweging, waarvan spr. ook een groote be
wonderaar is, te ver ging en aldus het gezin
te kort deed. Nog steeds huldigt spr. de stel
ling, dat een meisje blij mag zijn, als zij
eenige jaren in een groot gezin dienstbode is
geweest.
De heer W. van Koeverden, uit Buren,
meent, dat de vrouwen en de moeders in
de huisgezinnen de voornaamste taak heb
ben bij de opvoeding.
r/pIÏ
•plieken der prae-adviseurs
De heer Jos. Maenen, wethouder van
Heerlen, zet voorop, dat men bij de woning
productie rekening moet houden met plaats
en streek. Woningen zijn niet verplaatsbaar.
In het land in het algemeen is een vol
doende voorraad; in sommige streken zijn
echter veel tekorten.
Aan den heer Menheere antwoordt spr.,
dat er een wetsontwerp ligt om in kleine
plaatsen de rente te verlagen tot 3 pet.
De prae-adviseur mr. C. P. M. Romme,
lid van den Gemeenteraad van Amsterdam,
antwoordt.
Wat de bepalingen over gezinsloonen in
collectieve contracten voor overheidswer-
ken betreft, daarvoor moeten de vakver-
eenigingen zorgen. Kunnen kindertoeslagen
hier ten nadeele van groote gezinnen strek
ken? Dit kan zoo geregeld worden, dat
aannemers bij zulk 'n wering geen belang
hebben.
Wat den raad over den spaardwang be
treft, spr. gelooft niet, dat zulk een dwang
het voornaamste aandeel in kinderbijslag-
regeling kan leveren. Spaardwang en kin
derbijslag zijn verschillende zaken. Aan den
eerste zit vast. dat het gespaarde wordt
terug gekregen. *ets anders is het bijdragen
van ongehuwden aan kindertoeslagen. Als
kindertoeslag een deel van het loon is, moet
die komen uit het bedriif. Althans theore
tisch; practisch kan de uitwerking verschil
lend zijn.
De heer Van Spaendonck maakte be
zwaar tegen een gecentraliseerd fonds en
prefereerde bedrijfsgewijze fondsen.
Spr. meent, dat verplichte deelneming
nog behoort tot de vrome wenschen. Dat is
een simpel feit. Het heeft spr. verheugd
dat baron Van Wimbergen de zaak aan de
studiecommissie wil onderwerpen.
De prae-adviseur, dr. Moller begint met
te zeggen, dat het classificatievraagstuk
ingewikkeld schijnt te zijn.
Wat er gebeuren moet: afronden naar
boven of beneden? Dat is geen classificatie,
maar een salariskwestie. (Gelach en bewe
ging). Spr. ontleent aan de grootheid van
het gezin geen argument tegen de classifi
catie, maar heeft er wel op gewezen, dat
alle fouten zijn verergerd door de groote
gezinnen.
Spr.'s bezwaar is, dat de classificatie niet
behoorlijk gefundeerd was.
De prae-adviseuse, mej. v. d. Kallen,
heeft zich voortdurend verwonderd, dat zoo
veel verschillende menschen zoo eenstem
mig haar advies hebben misverstaan. Zij is
het honderd procent eens met hen, die
houden, dat de jeugdvereeniging het gezin
niet kan vervangen en meent ook, dat het
gezin de kinderen moet opvoeden. Maar zij
hield, dat het arbeidersgezin niet alles kan
doen. Spr. meent ook, dat diet gezin de eer
ste plaats toekomt en den jeugdverenigin
gen de tweede. Maar de aanvullende taak
van de jeugdvereeniging is hard noodig om
weer een geslacht vrouwen te kweeken, die
de heele opvoeding wel aan kunnen.
Spr. meent, dat de arbeid der gehuwde
vrouw in de fabrieken niet noodig is. Verder
meent spr., dat niet alle arbeidersmeisjes
dienstbode behoeven te worden: er is diffe
rentiatie. 't Minst graag ziet spr. de fa
briek. De getrouwde vrouw hoort in huis.
De voorzitter, mr. Goseling, dankt de
prae-adviseurs, in het bijzonder mej. v.. d.
Kallen. Deze arbeid, om als voorlichtster
in onzen partijraad op te treden, is nog
nimmer door een vrouw vervuld.
In 7, no. 12 van ons program staat:
wettelijke regeling van den kindertoeslag.
De uitwerking is dus vrij. Laat ons werken,
om bij betere financieele omstandigheden
met een concreet plan kljiar te zijn. Al is
ook voor de classificatie niet onmiddellijk
een oplossing te vinden, het is goed de fei
ten te kennen en het georganiseerd overleg
kan hier veel doen.
Spr. sloot daarop de goed geslaagde en
bezette vergadering met den Christelijken
groet.
Deelneming betuigd
De Nederlandsche aan de Britsche
marine
De chef van den marinestaf vice-admiraal
mr. Jager heeft den Engelschen marine
attaché kap. Guy Waterhouse Hullifox te
Parijs, tevens geaccrediteerd bij de Britsche
legatie te Den Haag, een telegram van deel
neming doen toekomen naar aanleiding van
de ramp, die de Britsche marine heeft ge
troffen bij het zinken van de „Poseidon".
Rede van Dr. H. Colijn
Dr. H. Colijn heeft voor de radio een
rede gehouden over de jongste vergadering
der Europeesche commissie te Genève en
over hare beteekenis voor de Nederlandsche
handelspolitiek.
Spr. acht het niet uitgesloten, dat de
gang van zaken er toe bijgedragen heeft
de vooruitzichten over het slagen der ta
riefonderhandelingen tusschen Engeland en
een 7-tal andere Europeesche Staten iets
beter te maken dan zij voor een paar maan
den rtog schenen te zijn. Komt het dien
tengevolge tot eenige verlaging van tarieven,
dan heeft dat, krachtens de meest-begunsti-
ging, ook voor Nederland gunstige gevol
gen, afgezien van wat wijzelf, door recht-
streeksche onderhandelingen, van Duitsch-
land gedaan kunnen krijgen.
Men houde intusschen wel in het oog,
dat de Engelsche onderhandelingen alleen
betrekking hebben op industrieele produc
ten, omdat Engeland aan bodemproducten
niets van beteekenis uitvoert. Zoodat voor
onzen uitvoer van landbouwproducten van
die Engelsche onderhandelingen niets te
verwachten valt.
Een tweede gissing, die spr. durft maken
is, dat de meest-begunstiging steeds meer
in het gedrang zal komen, in steeds sterker
mate ontdoken zal worden.
Spr. wijst daartoe op het ontwerp ver
drag tusschen Oostenrijk en Hongarije,
waar feitelijk restitutie van een deel der
betaalde invoerrechten door deze twee
landen aan elkaar plaats zal grijpen, al
is het dan in den vorm van wederzijds ge
regelde uitvoerpremiën of goedkoop export-
crediet. Is spr. wel ingelicht dan is een
soortgelijk verdrag ook op komst tusschen
Oostenrijk en Italië. En er zullen er nog
wel meer volgen.
Het is voor velen blijkbaar te verleidelijk
om het na te laten als men het doen kan
zonder een openlijke verdragsbreuk. De
meestbegunstiging brengt nu eenmaal mee,
dat wat men aan den eenen Staat toekent
automatisch toevalt aan alle andere, waar
mee men een meest-begunstigingsverdrag
heeft. A zou soms wel gaame aan B iets
bijzonders willen toestaan, maar als hij dit
doet, komt het vanzelf ook ten goede aan
C, en aan alle verdere letters van het al
phabet. Daarom onthoudt hij het dan ook
maar aan B. Tenzij hij een middel kan
uitdenken om de consequenties te ontgaan.
De neiging daartoe blijkt steeds sterker te
worden en de vindingrijkheid steeds grooter.
Spr. is niet zonder vrees, dat men zich
door het Pransche voorstel, dat vierkant
voor den dag komt met uitermate gevaar
lijke uitzonderingen op de meest-begunsti
ging, verder op den verkeerden weg zal
laten voeren.
Uitermate gevaarlijk noemde spr. dat
voorstel, niet het minst ook, omdat voor de
uitvoering een systeem wordt aanbevolen,
dat buiten de grenzen van tiet voorstel
evenzeer voor toepassing vatbaar is en
maar al te gretig zal worden toegepast.
Een doode en twee zwaar gewonden
Een auto, bestuurd door den heer Cester,
botste op Simpang tegen een electrische paal
op. De in de taxi zittende inlander werd
gedood, terwijl twee inlandsche vrouwen, die
eveneens in de taxi zaten, levensgevaarlijk
gewond werden.
De lavastroom wordt gedurig grooter.
De Vulcanologische Onderzoekingsdienst
deelt mede, dat de lavastroom van den Me
rapi gedurig grooter wordt. Bij het begin
van de uitbarsting kwam de lavadom (koe
pelvormige prop) op 2700 meter hoogte tot
stilstand. Thans vloeit de lava echter ge
regeld door en bereikte op 1600 meter hooget
het Blongkeng-ravijn. Halverwege vond een
doorbraak plaats van de gloeiende, vloeien
de lava, waarbij sedert een maand geregeld
gloedwolken worden gevormd. Zoolang de
vulkaan nog aldus werkt, blijft het gevaar
voor de omgeving bestaan.
Kampongbrand
Tientallen huizen vernield.
Een hevige brand woedde in den namiddag
in het kampongcomplex tusschen Noordwijk
en Batoetoelis. Het complex dat zeer dicht
bevolkt is, bestaat uit een doolhof van gan-
gejes en steegjes. Tientallen huizen zijn plat
gebrand. Het aantal dakloozen bedraagt 120.
Onderlinge Levensverzekering-Mij
's-Gravenhage
Aan het verslag over 1930 ontleenen wij
het volgende
Verzekerd was:
Kapitaal Uit. 1930 f 60.439.378, rente
f 266.832; kapitaal uit. 1929 57.106.683, rente
f 257.648; alzoo vooruit f 3.332.795, aan rente
f 9184.
Wanneer de rente op de gebruikelijke
wijze door vermenigvuldiging met den
factor 10 tot kapitaal wordt herleid, blijkt
over 1930 de netto toename van het verze
kerd kapitaal f 3.424.635 te zijn.
De reserve is. met handhaving van de
reeds vroeger verzwaarde grondslagen, be
rekend volgens de zuivere netto-methode;
alle kosten voor het tot stand brengen van
de verzekeringen worden ineens afgeschre
ven. Deze methode voert bij een gegeven
sterftetafel en rentevoet tot de hoogst-mo-
gelijke reserve.
De vermeerdering van de berekende re
serve voor eigen risico bedroeg:
Voor de afdeeling Levensverzekering
f 648.637.71, en voor de de afdeeling Volks
verzekering f 255.307.65, totaal f 903.945.36.
Voor eerste onkosten (afsluitkosten) werd
besteed f 276.957.99 en voor doorloopende
onkosten (administratiekosten) f 256.147.94.
Uit. 1930 bedroeg de totale bruto-jaarpre-
mie, na aftrek van herverzekeringspremiën
f 1.934.017.77; uit. 1930 bedroeg de totale
netto-jaarpremie, na aftrek van herverze
keringspremiën f 1.384.559.89; aangezien een
groot gedeelte in termijnen wordt betaald
instede van per jaar, is in verband hiermede
een bedrag noodig voor rentederving van ten
hoogste f 28.000, totaal f 1.412.559.89; be
schikbaar voor toekomstige doorloopende on
kosten f 521.457.88, terwijl in het boekjaar
1930 slechts f 256.147.94 noodig was.
Blijkens de balans bedroeg de waarde der
beleggingen (effecten tegen beurskoers) op
ultimo December 1930, inclusief saldi ban
kiers en giro f 14.718.287.94, id. uit. 1929
f 13.348.335.29, toename in 1930 f 1.369.952.65.
Het verzekerde kapitaal is tóegenomen
met f 3.424.635; de wiskundige reserve voor
eigen risico vermeerderde met f 903.945.36,
de beleggingen namen toe met f 1.369.952.65;
het premie-inkomen voor eigen risico wijst
eene vermeerdering aan van f 92.236.71; de
effecten portefeuille leverde eer. boek-ver-
lies op van f 49.922.58, dat ten laste van de
reserve geldbelegging werd afgeschreven, ter
wijl uit de winst aan die reserve werd toe
gevoegd f 50.122.56; het verkregen agio ad
f 1259 op de gemeenteleeningen is toege
voegd aan de reserve geldbelegging; op de
vaste eigendommen is f 6.000 en het meubi
lair en het materieel zijn met f 10.340.78
geheel afgeschreven; aan de extra-reserve
wordt, ter verdere versterking van de positie
der Maatschappij, f 70.000 toegevoegd, waar
door deze stijgt tot f 1.000.000; voor even-
tueele rentedaling wordt f 200.000 gereser
veerd, en aan het pensioenfonds f 65.000
toegevoegd.
Na de vermeerderingen en afschrijvingen
blijft nog een bedrag van f 111.721.24 be
schikbaar, waarvan f 65.721.24 wordt be
stemd als bijdrage voor de over het 5-jarige
tijdvak 1926-'30 in 1931 te verdeelen winst,
waardoor deze zal bedragen f 505.263.16 en
f 46.000.
Handelsonderwijs
Verhooging van het disconto
Van 5 op 7
In de Zaterdag gehouden zitting van de
Centrale Commissie van de Duitsche Rijks
bank werd het besluit van het Directorium
goedgekeurd om het Disconto van 5% tot
7% en de beleeningsrente van 6% tot 8
te verhoogen.-.
Slapen deed ik hoogstens een half uur
dien nacht. Honderdmaal, vijfhonderdmaal
herhaalden mijn gedachten, in een gelukki
gen roes: „Morgen vroeg komt mijn boek
uit mijn eerste boek."
Ik zag al voor me. hoe in de bonte massa
boeken die fijne, bescheiden witte band uit
kwam pronk der etalages. De menschen
blijven staan en spreken:
„Kijk, het boek van Peter Eersteling is uit
laten we 't gauw koopen anders is 't
niet meer te krijgen".
Er staan kleine groepjes voor de etalage,
jongens en meisjes, en ook oudere menschen,
en ze zeggen:
„Dat boek moet ik beslist hebben. Tk heb
de stukjes van Peter Eersteling in de week
bladen gelezen. Die jonge man is het groot
ste talent van de jonge garde."
Er zijn er ook, die dat tegenspreken, er
wordt gedebatteerd, de groepen groeien
steeds aan, en ze bekijken allemaal mijn
eerste boek, dat daar in de etalage de eere
plaats inneemt ten zuiden van de verza
melde werken van Gerard Hauptmann, vlak
in de buurt van Rabindranath Tagore en
Ewers. O, wat duurden die uren lang! Ik
sprong al om «es uur mijn bed uit. Mijn
moeder vroeg niet wat ik had of waar ik
heenging ze wist heel goed, dat vandaag
mijn boek uitkwam, mijn eerste boek. Ze
had zelf óók den heelen nacht niet gesla
pen.
Ik ontbeet niet, ik rende de stad in. De
boekwinkels sliepen nog, met neergelaten
gordijnen, maar ze droomden zeker van
mijn boek. De straatvegers waren bezig, gie
rend kwam de electrische tram er aan in
schijn was alles zooals andere ochtenden, en
toch zat er overal iets fijns en ontroerends
in. De koffiehuizen en broodwinkels waren
al open, alleen de boekhandel verroerde zich
niet. ,.Dat teekent de toestanden", zei ik me
zelf, „voor de ellendige voeding van het
lichaam wordt eerder gezorgd dan voor die
van de ziel."
Eindelijk, over achten, ontdekte ik in de
Rhotentrmstrasse in een' étalage mijn boek.
Het hart sprong me bijna uit de keel. Ik
voelde me dolgelukkig, al had het boek dan
ook niet de eereplaats, die het verdiende;
het was helaas in een hoek geraakt en een
ander boek steunde er op, zoodat van mijn
naam alleen te lezen was: „Peter Eers"
de rest werd door het andere boek verborgen.
De ouderen verdringen altijd de jongeren.
Toen ijlde ik naar een anderen winkel. Daar
zocht ik ijverig de étalage af, maar kon mijn
boek niet ontdekken die boekhandelaar
scheen het niet besteld te hebben. .,Zelf
weten", dacht ik medelijdend, en verachte
lijk keerde ik me om naar den kant van den
Graben. Ik had groote verwachtingen. „Dat
is tenminste een boekhandelaar, die weet,
wat hij aan de jonge vaderlandsche littera
tuur schuldig is". Daar had ik vast en ze
ker een heele rij voor mezelf, met zoo'n
briefje
Peter Eerstelings eerste werk
Zooeven verschenen
Er lagen in de étalage niets dan romans
en tooneelstukken. Vóór de étalage stond een
klein dik mannetje met een rooden baard
genietend te kijken. Zeker ook een schrij
ver, dacht ik, komt óók naar zijn eigen
boeken kijken. In de andere étalage hadden
ze niets dan Schiller, Goethe, Shakespeare
en andere dichters, die allang dood zijn.
Daar stond dan ook niemand te kijken. Het
deed me pijn. dat ik zooiets juist hier bele
ven moest en dat omwille van mijn col
lega's Schiller en Goethe, die het tóch koud
liet, of ze geëtaleerd werden of niet Er was
maar één verklaring: een bediende moest
vergeten hebben, mijn boek te bestellen, en
ik dacht erover na, hoe ik de aandacht van
de firma op dit verzuim zou vestigen.
Een plotseling besluit ik ging de zaak
binnen. Een deftig man met een grijzenden
baard stond midden in den winkel. Ik sprak
hem aan.
„Ik zie het boek van Peter Eersteling, „De
ziel van het meiklokje", niet in de étalage",
zei ik, „wou de uitgever het misschien niet in
commissie geven?"
„Peter Eersteling, Peter Eersteling", her
haalde de oude heer, en hij wendde zich tot
een jongmensch. „Kijk eens bij de nieuwe
dingen
De bediende wist ergens mijn boek op te
diepen.
„Alstublieft!" zei hij, en hij reikte het mij
over.
Ik schaamde me diep! Als een kennis dit
eens zag! Een schrijver, die zijn eigen boek
koopt! De zaak tolde om me heen, maar de
boekhandelaar keek me aan, met zijn goe
dige oogen zachtjes lachend, alsof hij wat
vermoedde.
Ik stond bij de cassa, toen dat kleine rood-
baardje den winkel inkwam, en een boek
vroeg het zijne, dacht ik. Als hij 't doen
kon, waarom ik dan niet? En ik verliet de
zaak met het bewustzijn, dat 't heel gewoon
was onder schrijvers, zoo te doen, als ik ge
daan had dat schrijvers zoo vaak hun
eigen boeken moeten koopen.
Maar dit besef ontmoedigde me tegelijk,
en toonde me de verre toekomst in donkere
kleuren, die toekomst, waarin méér werken
van mijn hand in den boekhandel zouden
voorkomen. Mkar toch zette ik mijn pel
grimstocht voort. Op de Kohimarkt smaakte
ik de troost, twee exemplaren van mijn boek
iö één étalage te zien, op een mooie plaats,
middenin, tegen een Brehm aangeleund.
Voor dien winkel bleef ik een half uur staan
kijken.
Toen gipg ik verder, door de Burg, over
den Ring naar de Universitatsstrasse, waar
ik voor een boekwinkel heen en weer ging
wandelen. Ik kon haast niet meer op mijn
beenen staan, maar slenterde nog steeds
langs de boekwinkels, en bekeek de klanten,
als ze naar buiten kwamen. Welk boek ze in
de hand hadden of het soms „De ziel van
het meiklokje" zou zijn. O, als ik maar één
lezer ontmoette, wat zou düt een geluk zijn.
Om zes uur 's avonds stond ik voor de
étalage van een boekwinkel in de Wahrin-
gerstrasse en bekeek de boeken, toen er op
eens van binnen uit een hand naar voren
tastte en na een oogenblik zoeken mijn boek
greep en mee naar binnen nam. Het won
der was gebeurdBinnen in den winkel
had in deze zelfde minuut de lezer, de koo-
per, in mijn leven de eerste in zijn soort,
naar het boek van Peter Eersteling gevraagd!
Wie zou die geestdriftige kenner der litera
tuur zijn? Een man of een vrouw, jong of
oud. deed er niet toe! Ik wil hem zien, ik
wil hem in de oogen kijken, ik zal hem, den
lieven, onbekenden lezer, opwachten!
Een seconde later klopte mijn hart heftig.
Er werd iets wits in de deuropening zicht
baar de band van mijn boek. Dien her
kende ik het eerste. „De ziel van het Mei
klokje" en toen eerst zag ik, dat degene,
die het boek in de hand hield, mijn eigen
moeder was
Eerst jaren later kwam ik te weten, dat
het al het vijfde exemplaar was, dat ze dien
dag gekocht had.
Bezwaren tegen een rapport inzake doel
matige onderwijsorganisatie
De Nationale Vereeniging voor Handels
onderwijs en het Nationaal Bureau voor On
derwijs op Economischen Grondslag hielden
eergisteren een vergadering in de Industri
eele Club te Amsterdam, onder leiding van
dr. H. J. Slijper.
De heer mr. A. Bruch leidde de bespre
king over het rapport van de commissie
voor doelmatige onderwijsorganisatie in, in
gesteld door de Ned. Mij. voor Handel en
Nijverheid. Spr. maakte de rapportcommissie
een verwijt, dat zij het begrip „algemeen
vormend onderwijs" niet omschrijft en blijk
baar ook geen juist beeld heeft van wat
daartoe gerekend wordt.
Het is tot haar aldus spr. niet door
gedrongen, welke plaats het economisch on
derwijs thans naast het mathematisch-phy-
sische inneemt. Spr. noemde een en ander
een gebrek aan inzicht omtrent het bestaan
de onderwijs.
Ook de werkwijze der Commissie had wei
nig de instemming van spr. verworven. Zij
zou een enquête instellen over het lager en
het voortgezet algemeen vormend onderwijs.
Zij richtte zich tot de groote werkgevers om
hun oordeel over de uitkomsten van het on
derwijs. Van de 153 personen hebben er
slechts 32 geantwoord. De antwoorden zijn
echter zoo, dat er geen enkele conclusie op
is te bouwen.
De voorstellen waartoe de commissie komt
in het bijzonder t. o. v. het voortgezet on
derwijs kunnen dan, meende spr., ook geen
critiek doorstaan. De commissie rekent tot
het algemeen vormend onderwijs wel de
scholen voor uitgebreid lager onderwijs, doch
niet de drie- en vierjarige handelsscholen. Er
wordt over het u. 1. o. een algemeen oordeel
geveld, dat de mannen van het handels
onderwijs heeft geprikkeld. Hun scholen
worden genoemd vak-technische inrichtingen
voor speciaal handelsonderwijs, de M. L. O.
scholen voor algemeen vormend onderwijs.
Een verzuim in het rapport achtte spr. het
ook, dat over de leerkrachten niet wordt ge
rept, over hun bevoegd}!eden en hun op
leiding die voor het handelsonderwijs bij
zondere beteekenis moeten hebben. Ook de
wijze waarop de vakken van onderwijs zijn
behandeld, kon zijn goedkeuring niet weg
dragen. Dat geschiedenis uit het program
ma genomen is, achtte hij een grove fout.
Aan het einde van de vergadering werd 'n
motie met bijna algemeene stemmen aange
nomen. Hierin wordt gezegd, dat het rap
port volgens het oordeel der vergadering
miskent de beteekenis van het economisch
onderwijs (handelsonderwijs), dat het be
rust op een principieel ondeugdelijke en
quête, waardoor het ook t. a. v. het econo
misch onderwijs geen inzicht verschaft;
dat het niet bevat een begripsbepaling, noch
van het algemeen vormend onderwijs, noch
van het economisch onderwijs; dat het ten
onrechte buiten beschouwing laat de hoo-
gere handelsscholen, de handelsscholen met
drie- en vierjarigen cursus en de handels
avondscholen; dat het niet gewaagt van de
bevoegdheden en de opleiding van de docen
ten, welke zaken speciaal t. a. v. het econo
misch onderwijs bijzondere aandacht vra
gen; dat het ten onrechte onbesproken laat
de karaktervorming als onderdeel van op
voeding en onderwijs in het algemeen, of
schoon de inleiding van het rapport wijst op
de te eenzijdige intellectualistische richting
in ons onderwijs en in de verkregen ant
woorden der enquête daarvoor aanknoo-
pingspunten te vinden waren; ten slotte dat
het zeer terecht een streven inhoudt om tot
concentratie der onderwijsstof te geraken,
zij het ook, dat de voorgestelde uitwerking
daarvan niet als juist kan worden aan
vaard.
Scheepsbouw van Fijenoord
wordt stopgezet
Waarschijnlijk reeds over veertien
dagen
De afdeeling scheepsbouw van de Maat
schappij voor Scheeps- en Werktuigbouw
„Fijenoord" N. V. zal, naar het „Hdbd."
verneemt, binnen zeer korten tijd waar
schijnlijk reeds over veertien dagen
worden stop gezet.
Dit stilleggen van het bedrijf betreft niet
de afdeeling waar vaartuigen voor de Ne
derlandsche marine worden gebouwd.
Dezer dagen is van de werf „Fijenoord"
van stapel geloopen het motortankschip
„Malvina" voor de Anglo-Saxon Petroleum
Company. Dit schip zal aan de werf van
Wilton men weet dat Wilton en Fijen
oord onder één directie staan verder
worden afgebouwd.
Zijn stiefvader neergeschoten
Het drama aan de Weteringschans
te Amsterdam.
De Vijfde Kamer der Rechtbank te Am
sterdam heeft eergisteren opnieuw behan
deld de zaak tegen den 23-jarigen chauf
feur, die op 3 October van het vorig jaar
in een pension aan de Weteringschans bij
een twist op zijn 30-jarigen stiefvader vier
revolverschoten heeft gelost, tengevolge
waarna deze kort daarna overleed. Destijds
eischte de officier van justitie mr. Van Ar-
kel acht jaar gevangenisstraf. De doctoren
Overbeek en Bakker verklaarden den man
verminderd toerekeningsvatbaar, doch het
O. M. had het rapport der psychiaters ter
zijde gelegd. De yerdediger mr. Kokosky
pleitte vrijspraak, dan wel de uiterste cle
mentie. De Rechtbank verwees de zaak te
rug naar de instructie en beval een nader
onderzoek naar de geestvermogens van ver
dachte.
Het nieuwe onderzoek werd opgedragen
aan prof. K. H. Bouman en dr. H. G. Rüm-
ke, die heden voor de Rechtbank verklaar
den omtrent den verdachte tot de conclusie
te zijn gekomen, dat het een man is met
ongewoon gering vermogen tot affectieve
uiting met daaraan begrijpelijk verbonden
ongedifferentieerdheid en onaangepastheid
van die affectieve uitingen, wanneer een
groote intensiteit van het effect tot een
affectieve doorbraak leidt. Deze eigenschap,
meenden de deskundigen, moet in aanmer
king worden genomen bij de beoordeeling
van verdachte's toerekeningsvatbaarheid; in
hoeverre deze door die eigenschap wordt
beïnvloed, meenden de deskundigen, ais te
liggen buiten hun terrein, niet te moeten
beoordeelen.
Dr. H. J. Overbeek en dr. S. P. 'Bakker,
die reeds bij de vorige behandeling der zaak
rapport hadden uitgebracht, kwamen toen
tot een ongeveer gelijkluidende uitspraak,
die zij heden bevestigden. Zij waren even
wel de meening toegedaan hieraan tevens
deze conclusie te mogen verbinden, dat de
toerekeningsvatbaarheid van verdachte ge
durende het begaan van het feit, zijhet
dan niet geheel opgeheven, toch in groote
mate als verminderd moet worden be
schouwd.
Na herhaling van het getuigenverhoor
wegens veranderde samenstelling der Recht
bank, eischte de officier van justitie mr.
Van Arkel acht jaar gevangenisstraf met
aftrek der preventieve hechtenis van 22
Januari af.
Mr. Kokosky pleitte evenals in eersten
termijn vrijspraak subs, een straf gelijk
aan den tijd in voorloopige hechtenis door
gebracht.
Er werd niet gerepliceerd.
Uitspraak 26 Juni a.s.
Twee vliegtuig-ongelukken
in Engeland
Een doode
Bij een vliegdemonstratie te Cambridge is
op een hoogte van 70 M. een der vleugels
van een machine afgeknapt Het toestel
stortte neer en werd verpletterd. De piloot
is aan de bekomen verwondingen overleden.
Bij een proefvlucht is voorts een watervlieg
tuig nabij Felixtown neergestort. Beide in
zittende vRc-eroficieren wisten zich op 1000
M. hoogte met behulp van parachutes in
veiligheid e stellen. De machine zelf boorde
zich diep in de aarde.
Vier dooden
Zaterdagmorgen is bij Saarbrücken een
ernstig vliegongeval gebeurd, dat vier slacht
offers heeft geëischt. Het vliegtuig van den
dienst SaarbrückenKeulen was ten gevolge
van den mist een half uur later vertrokken
dan dÊ dienstregeling aangaf. Te half negen
startte het toestel, doch nauwelijks was het
van den grond of het stortte van ongeveer
50 meter hoogte bij de marechaussee-kazerne,
in de onmiddellijke nabijheid van het vlieg
veld, naar beneden en vloog in brand. Twee
passagiers, de piloot en de mécanicien kwa
men in de vlammen om. De oorzaak van het
ongeval is nog niet bekend.
Vlieg-ongeluk bij Dessau
Twee dooden
Zaterdagmiddag om 6 uur is te Dessau het
schoolvliegtuig van de Anhalter Verein für
Luftfahrt „Boelcke" tengevolge van een
vliegfout van ongeveer 100 meter komen te
vallen. Het vliegtuig vloog in brand tenge
volge van de ontploffing der benzinetank.
De bestuurder Niemann, een nog jonge vlie
ger en zijn passagier Bartels verbrandden.
VwVV***» 1,1
385. „Kijk eens directeur, wat ik heb gevonden?
Bijna had hij ons gefopt,
Uit een wagen haalde ik dien jongen,
Daarin had hij zich verstopt."
„Zoo, heb je hem eindelijk gevonden?
Dat kereltje is mij bekend,
Stop dien aap bij den orang-oetang,
Daar hoort hij, die brutale vent."
386. Terwijl zij over een boomstam trokken
Als een brug over een rivier,
Zei Pim tot zijn trouwen makker:
„Wat somber-doodsch is het hier."
Plotseling zagen zij wilden komen
Opduiken uit het hooge riet.
„Nu is het niet doodsch meer," zei de piloot.
„Maar dat leven bevalt mij niet."