v-iüfc- Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN X De vergadering van den Partijraad der R. K. Staatspartij De Nederlandsche Handelspolitiek De ziel van het Meiklokje LUCHTVAART BINNENLANDSCH NIEUWS Behandeling den Prae-adviezen ONZE OOST Auto-ongeluk De Merapi FINANCIEN ONDERWIJS SOCIAAL LEVEN RECHTSZAKEN Ongeval bij Saarbrücken 3<rs I Zaterdagmorgen vergaderde te Utrecht de Partijraad der R. K. Staatspartij ter behan deling van het onderwerp: „Gezin en Over heid" aan de hand der uitgebrachte prae- adviezen van mej. Mia van der Kallen en de heeren J. H. Maenen, dr. H. W. E. Moller en mr. C. P. M. Romme. Prae-advies Maenen De heer J. B. HEMEL uit Coevorden wees cp de noodzaak van bet contact tusschen opvoeders en ouders. Verwacht mej. v. d. Kallen niet, dat de meisjes uit de bedrij ven het huishoudelijk werk ook later te veel op den achtergrond zullen dringen? Volgens mr. M. P. L. STEENBERGHE, die hierna sprak, zit de verhouding tusschen Overheid en beter gesitueerde gezinnen vooral in de belastingpolitiek. De heer LUCASSEN uit Nijmegen be treurde het, dat één der ministers ver klaard heeft, dat een kindertoeslagfonds niet mogelijk is. Spr. wenschte daarbij meer vertrouwen in de jongeren. De heer MENHEERE uit 's-Heerenhoek zei, dat het voor een landarbeider niet mogelijk is, de rente op te brengen van de voorschotten, die krachtens de landarbei- derswet zijn verleend en vroeg of er geen rentevermindering mogelijk is. De heer J. MEIJRING uit Den Bosch, vroeg aan den prae-adviseur Maenen of niet eerst gedacht moet worden aan den bouw van woningen voor groote gezinnen. Prae-advies Romme De heer VULIK uit Amsterdam zei, dat hij voorstander is van het familieloon. Kin dertoeslag vanaf het eerste kind leek spreker een aanleiding tot loondruk. De heer ANDRIESSEN te Utrecht vroeg of voor een wettelijk gefundeerd, vrijwillig kindertoeslagfonds de politieke mogelijk heid bestaat. Mr. L. KORTENHORST te Den Haag, zag in het kindertoeslagfonds een soort verze kering tegen de financieele gevolgen van het huwelijk. Mr. A. BARON VAN WIJNBERGEN vroeg uitsluitend de aandacht voor de idee der collectieve rechtsvorming in mr. Romme's advies. Het gezinsloon is allerminst gewaar borgd. Spr. vroeg of het partijbestuur geen com missie kan benoemen om deze zaak nader uit te werken. Mr. VAN SPAENDONCK meende ook, dat er geen kindertoeslagfonds moet komen, maar wilde bedrijfsgewijze uitbouwing van familietoeslagfondsen. De heer LUCASSEN uit Nijmegen wilde toeslag bij elk kind. De heer J. C. EVERS uit Amsterdam wilde kindertoeslagen ook in collectieve con tracten bepaald zien. Spr. wilde een rijkskin- dertoeslagfonds. De heer KEVENAAR te Tilburg was van meening, dat de Staat zich zelf in stand moet houden en daarom beschentfend moet optreden voor het groote gezin. aS Prae-advies dr. Moller De heer NUIJENS uit Den Haag kwalifi ceerde de classificatie als een dwaas stel- 50| Mr. BRANDSMA te Zwolle vond, dat bij de classificatie de gezinskwestie buiten be spreking kan blijven. Spr. achtte het begin sel der classificatie redelijk en rechtvaar dig, want gelijkheid van loon in geld is voor het rijkspersoneel juist onrechtvaardig. Prae-advies mej. v. d. Kallen Mej. A. MEIJER te Den Haag betwij felde het, dat het meisje bij de huidige mechanisatie de juiste voorbereiding voor den huishoudelijken arbeid zou krijgen. Die mechanisatie maakt op het meisje een depri- meerenden indruk; daarom springt het uit reactie vaak uit den band. Mr. A. BARON VAN WIJNBERGEN kreeg uit 't advies van mej.v.d. Kallen den indruk, dat zij in haar enthousiasme voor de Graal beweging, waarvan spr. ook een groote be wonderaar is, te ver ging en aldus het gezin te kort deed. Nog steeds huldigt spr. de stel ling, dat een meisje blij mag zijn, als zij eenige jaren in een groot gezin dienstbode is geweest. De heer W. van Koeverden, uit Buren, meent, dat de vrouwen en de moeders in de huisgezinnen de voornaamste taak heb ben bij de opvoeding. r/pIÏ •plieken der prae-adviseurs De heer Jos. Maenen, wethouder van Heerlen, zet voorop, dat men bij de woning productie rekening moet houden met plaats en streek. Woningen zijn niet verplaatsbaar. In het land in het algemeen is een vol doende voorraad; in sommige streken zijn echter veel tekorten. Aan den heer Menheere antwoordt spr., dat er een wetsontwerp ligt om in kleine plaatsen de rente te verlagen tot 3 pet. De prae-adviseur mr. C. P. M. Romme, lid van den Gemeenteraad van Amsterdam, antwoordt. Wat de bepalingen over gezinsloonen in collectieve contracten voor overheidswer- ken betreft, daarvoor moeten de vakver- eenigingen zorgen. Kunnen kindertoeslagen hier ten nadeele van groote gezinnen strek ken? Dit kan zoo geregeld worden, dat aannemers bij zulk 'n wering geen belang hebben. Wat den raad over den spaardwang be treft, spr. gelooft niet, dat zulk een dwang het voornaamste aandeel in kinderbijslag- regeling kan leveren. Spaardwang en kin derbijslag zijn verschillende zaken. Aan den eerste zit vast. dat het gespaarde wordt terug gekregen. *ets anders is het bijdragen van ongehuwden aan kindertoeslagen. Als kindertoeslag een deel van het loon is, moet die komen uit het bedriif. Althans theore tisch; practisch kan de uitwerking verschil lend zijn. De heer Van Spaendonck maakte be zwaar tegen een gecentraliseerd fonds en prefereerde bedrijfsgewijze fondsen. Spr. meent, dat verplichte deelneming nog behoort tot de vrome wenschen. Dat is een simpel feit. Het heeft spr. verheugd dat baron Van Wimbergen de zaak aan de studiecommissie wil onderwerpen. De prae-adviseur, dr. Moller begint met te zeggen, dat het classificatievraagstuk ingewikkeld schijnt te zijn. Wat er gebeuren moet: afronden naar boven of beneden? Dat is geen classificatie, maar een salariskwestie. (Gelach en bewe ging). Spr. ontleent aan de grootheid van het gezin geen argument tegen de classifi catie, maar heeft er wel op gewezen, dat alle fouten zijn verergerd door de groote gezinnen. Spr.'s bezwaar is, dat de classificatie niet behoorlijk gefundeerd was. De prae-adviseuse, mej. v. d. Kallen, heeft zich voortdurend verwonderd, dat zoo veel verschillende menschen zoo eenstem mig haar advies hebben misverstaan. Zij is het honderd procent eens met hen, die houden, dat de jeugdvereeniging het gezin niet kan vervangen en meent ook, dat het gezin de kinderen moet opvoeden. Maar zij hield, dat het arbeidersgezin niet alles kan doen. Spr. meent ook, dat diet gezin de eer ste plaats toekomt en den jeugdverenigin gen de tweede. Maar de aanvullende taak van de jeugdvereeniging is hard noodig om weer een geslacht vrouwen te kweeken, die de heele opvoeding wel aan kunnen. Spr. meent, dat de arbeid der gehuwde vrouw in de fabrieken niet noodig is. Verder meent spr., dat niet alle arbeidersmeisjes dienstbode behoeven te worden: er is diffe rentiatie. 't Minst graag ziet spr. de fa briek. De getrouwde vrouw hoort in huis. De voorzitter, mr. Goseling, dankt de prae-adviseurs, in het bijzonder mej. v.. d. Kallen. Deze arbeid, om als voorlichtster in onzen partijraad op te treden, is nog nimmer door een vrouw vervuld. In 7, no. 12 van ons program staat: wettelijke regeling van den kindertoeslag. De uitwerking is dus vrij. Laat ons werken, om bij betere financieele omstandigheden met een concreet plan kljiar te zijn. Al is ook voor de classificatie niet onmiddellijk een oplossing te vinden, het is goed de fei ten te kennen en het georganiseerd overleg kan hier veel doen. Spr. sloot daarop de goed geslaagde en bezette vergadering met den Christelijken groet. Deelneming betuigd De Nederlandsche aan de Britsche marine De chef van den marinestaf vice-admiraal mr. Jager heeft den Engelschen marine attaché kap. Guy Waterhouse Hullifox te Parijs, tevens geaccrediteerd bij de Britsche legatie te Den Haag, een telegram van deel neming doen toekomen naar aanleiding van de ramp, die de Britsche marine heeft ge troffen bij het zinken van de „Poseidon". Rede van Dr. H. Colijn Dr. H. Colijn heeft voor de radio een rede gehouden over de jongste vergadering der Europeesche commissie te Genève en over hare beteekenis voor de Nederlandsche handelspolitiek. Spr. acht het niet uitgesloten, dat de gang van zaken er toe bijgedragen heeft de vooruitzichten over het slagen der ta riefonderhandelingen tusschen Engeland en een 7-tal andere Europeesche Staten iets beter te maken dan zij voor een paar maan den rtog schenen te zijn. Komt het dien tengevolge tot eenige verlaging van tarieven, dan heeft dat, krachtens de meest-begunsti- ging, ook voor Nederland gunstige gevol gen, afgezien van wat wijzelf, door recht- streeksche onderhandelingen, van Duitsch- land gedaan kunnen krijgen. Men houde intusschen wel in het oog, dat de Engelsche onderhandelingen alleen betrekking hebben op industrieele produc ten, omdat Engeland aan bodemproducten niets van beteekenis uitvoert. Zoodat voor onzen uitvoer van landbouwproducten van die Engelsche onderhandelingen niets te verwachten valt. Een tweede gissing, die spr. durft maken is, dat de meest-begunstiging steeds meer in het gedrang zal komen, in steeds sterker mate ontdoken zal worden. Spr. wijst daartoe op het ontwerp ver drag tusschen Oostenrijk en Hongarije, waar feitelijk restitutie van een deel der betaalde invoerrechten door deze twee landen aan elkaar plaats zal grijpen, al is het dan in den vorm van wederzijds ge regelde uitvoerpremiën of goedkoop export- crediet. Is spr. wel ingelicht dan is een soortgelijk verdrag ook op komst tusschen Oostenrijk en Italië. En er zullen er nog wel meer volgen. Het is voor velen blijkbaar te verleidelijk om het na te laten als men het doen kan zonder een openlijke verdragsbreuk. De meestbegunstiging brengt nu eenmaal mee, dat wat men aan den eenen Staat toekent automatisch toevalt aan alle andere, waar mee men een meest-begunstigingsverdrag heeft. A zou soms wel gaame aan B iets bijzonders willen toestaan, maar als hij dit doet, komt het vanzelf ook ten goede aan C, en aan alle verdere letters van het al phabet. Daarom onthoudt hij het dan ook maar aan B. Tenzij hij een middel kan uitdenken om de consequenties te ontgaan. De neiging daartoe blijkt steeds sterker te worden en de vindingrijkheid steeds grooter. Spr. is niet zonder vrees, dat men zich door het Pransche voorstel, dat vierkant voor den dag komt met uitermate gevaar lijke uitzonderingen op de meest-begunsti ging, verder op den verkeerden weg zal laten voeren. Uitermate gevaarlijk noemde spr. dat voorstel, niet het minst ook, omdat voor de uitvoering een systeem wordt aanbevolen, dat buiten de grenzen van tiet voorstel evenzeer voor toepassing vatbaar is en maar al te gretig zal worden toegepast. Een doode en twee zwaar gewonden Een auto, bestuurd door den heer Cester, botste op Simpang tegen een electrische paal op. De in de taxi zittende inlander werd gedood, terwijl twee inlandsche vrouwen, die eveneens in de taxi zaten, levensgevaarlijk gewond werden. De lavastroom wordt gedurig grooter. De Vulcanologische Onderzoekingsdienst deelt mede, dat de lavastroom van den Me rapi gedurig grooter wordt. Bij het begin van de uitbarsting kwam de lavadom (koe pelvormige prop) op 2700 meter hoogte tot stilstand. Thans vloeit de lava echter ge regeld door en bereikte op 1600 meter hooget het Blongkeng-ravijn. Halverwege vond een doorbraak plaats van de gloeiende, vloeien de lava, waarbij sedert een maand geregeld gloedwolken worden gevormd. Zoolang de vulkaan nog aldus werkt, blijft het gevaar voor de omgeving bestaan. Kampongbrand Tientallen huizen vernield. Een hevige brand woedde in den namiddag in het kampongcomplex tusschen Noordwijk en Batoetoelis. Het complex dat zeer dicht bevolkt is, bestaat uit een doolhof van gan- gejes en steegjes. Tientallen huizen zijn plat gebrand. Het aantal dakloozen bedraagt 120. Onderlinge Levensverzekering-Mij 's-Gravenhage Aan het verslag over 1930 ontleenen wij het volgende Verzekerd was: Kapitaal Uit. 1930 f 60.439.378, rente f 266.832; kapitaal uit. 1929 57.106.683, rente f 257.648; alzoo vooruit f 3.332.795, aan rente f 9184. Wanneer de rente op de gebruikelijke wijze door vermenigvuldiging met den factor 10 tot kapitaal wordt herleid, blijkt over 1930 de netto toename van het verze kerd kapitaal f 3.424.635 te zijn. De reserve is. met handhaving van de reeds vroeger verzwaarde grondslagen, be rekend volgens de zuivere netto-methode; alle kosten voor het tot stand brengen van de verzekeringen worden ineens afgeschre ven. Deze methode voert bij een gegeven sterftetafel en rentevoet tot de hoogst-mo- gelijke reserve. De vermeerdering van de berekende re serve voor eigen risico bedroeg: Voor de afdeeling Levensverzekering f 648.637.71, en voor de de afdeeling Volks verzekering f 255.307.65, totaal f 903.945.36. Voor eerste onkosten (afsluitkosten) werd besteed f 276.957.99 en voor doorloopende onkosten (administratiekosten) f 256.147.94. Uit. 1930 bedroeg de totale bruto-jaarpre- mie, na aftrek van herverzekeringspremiën f 1.934.017.77; uit. 1930 bedroeg de totale netto-jaarpremie, na aftrek van herverze keringspremiën f 1.384.559.89; aangezien een groot gedeelte in termijnen wordt betaald instede van per jaar, is in verband hiermede een bedrag noodig voor rentederving van ten hoogste f 28.000, totaal f 1.412.559.89; be schikbaar voor toekomstige doorloopende on kosten f 521.457.88, terwijl in het boekjaar 1930 slechts f 256.147.94 noodig was. Blijkens de balans bedroeg de waarde der beleggingen (effecten tegen beurskoers) op ultimo December 1930, inclusief saldi ban kiers en giro f 14.718.287.94, id. uit. 1929 f 13.348.335.29, toename in 1930 f 1.369.952.65. Het verzekerde kapitaal is tóegenomen met f 3.424.635; de wiskundige reserve voor eigen risico vermeerderde met f 903.945.36, de beleggingen namen toe met f 1.369.952.65; het premie-inkomen voor eigen risico wijst eene vermeerdering aan van f 92.236.71; de effecten portefeuille leverde eer. boek-ver- lies op van f 49.922.58, dat ten laste van de reserve geldbelegging werd afgeschreven, ter wijl uit de winst aan die reserve werd toe gevoegd f 50.122.56; het verkregen agio ad f 1259 op de gemeenteleeningen is toege voegd aan de reserve geldbelegging; op de vaste eigendommen is f 6.000 en het meubi lair en het materieel zijn met f 10.340.78 geheel afgeschreven; aan de extra-reserve wordt, ter verdere versterking van de positie der Maatschappij, f 70.000 toegevoegd, waar door deze stijgt tot f 1.000.000; voor even- tueele rentedaling wordt f 200.000 gereser veerd, en aan het pensioenfonds f 65.000 toegevoegd. Na de vermeerderingen en afschrijvingen blijft nog een bedrag van f 111.721.24 be schikbaar, waarvan f 65.721.24 wordt be stemd als bijdrage voor de over het 5-jarige tijdvak 1926-'30 in 1931 te verdeelen winst, waardoor deze zal bedragen f 505.263.16 en f 46.000. Handelsonderwijs Verhooging van het disconto Van 5 op 7 In de Zaterdag gehouden zitting van de Centrale Commissie van de Duitsche Rijks bank werd het besluit van het Directorium goedgekeurd om het Disconto van 5% tot 7% en de beleeningsrente van 6% tot 8 te verhoogen.-. Slapen deed ik hoogstens een half uur dien nacht. Honderdmaal, vijfhonderdmaal herhaalden mijn gedachten, in een gelukki gen roes: „Morgen vroeg komt mijn boek uit mijn eerste boek." Ik zag al voor me. hoe in de bonte massa boeken die fijne, bescheiden witte band uit kwam pronk der etalages. De menschen blijven staan en spreken: „Kijk, het boek van Peter Eersteling is uit laten we 't gauw koopen anders is 't niet meer te krijgen". Er staan kleine groepjes voor de etalage, jongens en meisjes, en ook oudere menschen, en ze zeggen: „Dat boek moet ik beslist hebben. Tk heb de stukjes van Peter Eersteling in de week bladen gelezen. Die jonge man is het groot ste talent van de jonge garde." Er zijn er ook, die dat tegenspreken, er wordt gedebatteerd, de groepen groeien steeds aan, en ze bekijken allemaal mijn eerste boek, dat daar in de etalage de eere plaats inneemt ten zuiden van de verza melde werken van Gerard Hauptmann, vlak in de buurt van Rabindranath Tagore en Ewers. O, wat duurden die uren lang! Ik sprong al om «es uur mijn bed uit. Mijn moeder vroeg niet wat ik had of waar ik heenging ze wist heel goed, dat vandaag mijn boek uitkwam, mijn eerste boek. Ze had zelf óók den heelen nacht niet gesla pen. Ik ontbeet niet, ik rende de stad in. De boekwinkels sliepen nog, met neergelaten gordijnen, maar ze droomden zeker van mijn boek. De straatvegers waren bezig, gie rend kwam de electrische tram er aan in schijn was alles zooals andere ochtenden, en toch zat er overal iets fijns en ontroerends in. De koffiehuizen en broodwinkels waren al open, alleen de boekhandel verroerde zich niet. ,.Dat teekent de toestanden", zei ik me zelf, „voor de ellendige voeding van het lichaam wordt eerder gezorgd dan voor die van de ziel." Eindelijk, over achten, ontdekte ik in de Rhotentrmstrasse in een' étalage mijn boek. Het hart sprong me bijna uit de keel. Ik voelde me dolgelukkig, al had het boek dan ook niet de eereplaats, die het verdiende; het was helaas in een hoek geraakt en een ander boek steunde er op, zoodat van mijn naam alleen te lezen was: „Peter Eers" de rest werd door het andere boek verborgen. De ouderen verdringen altijd de jongeren. Toen ijlde ik naar een anderen winkel. Daar zocht ik ijverig de étalage af, maar kon mijn boek niet ontdekken die boekhandelaar scheen het niet besteld te hebben. .,Zelf weten", dacht ik medelijdend, en verachte lijk keerde ik me om naar den kant van den Graben. Ik had groote verwachtingen. „Dat is tenminste een boekhandelaar, die weet, wat hij aan de jonge vaderlandsche littera tuur schuldig is". Daar had ik vast en ze ker een heele rij voor mezelf, met zoo'n briefje Peter Eerstelings eerste werk Zooeven verschenen Er lagen in de étalage niets dan romans en tooneelstukken. Vóór de étalage stond een klein dik mannetje met een rooden baard genietend te kijken. Zeker ook een schrij ver, dacht ik, komt óók naar zijn eigen boeken kijken. In de andere étalage hadden ze niets dan Schiller, Goethe, Shakespeare en andere dichters, die allang dood zijn. Daar stond dan ook niemand te kijken. Het deed me pijn. dat ik zooiets juist hier bele ven moest en dat omwille van mijn col lega's Schiller en Goethe, die het tóch koud liet, of ze geëtaleerd werden of niet Er was maar één verklaring: een bediende moest vergeten hebben, mijn boek te bestellen, en ik dacht erover na, hoe ik de aandacht van de firma op dit verzuim zou vestigen. Een plotseling besluit ik ging de zaak binnen. Een deftig man met een grijzenden baard stond midden in den winkel. Ik sprak hem aan. „Ik zie het boek van Peter Eersteling, „De ziel van het meiklokje", niet in de étalage", zei ik, „wou de uitgever het misschien niet in commissie geven?" „Peter Eersteling, Peter Eersteling", her haalde de oude heer, en hij wendde zich tot een jongmensch. „Kijk eens bij de nieuwe dingen De bediende wist ergens mijn boek op te diepen. „Alstublieft!" zei hij, en hij reikte het mij over. Ik schaamde me diep! Als een kennis dit eens zag! Een schrijver, die zijn eigen boek koopt! De zaak tolde om me heen, maar de boekhandelaar keek me aan, met zijn goe dige oogen zachtjes lachend, alsof hij wat vermoedde. Ik stond bij de cassa, toen dat kleine rood- baardje den winkel inkwam, en een boek vroeg het zijne, dacht ik. Als hij 't doen kon, waarom ik dan niet? En ik verliet de zaak met het bewustzijn, dat 't heel gewoon was onder schrijvers, zoo te doen, als ik ge daan had dat schrijvers zoo vaak hun eigen boeken moeten koopen. Maar dit besef ontmoedigde me tegelijk, en toonde me de verre toekomst in donkere kleuren, die toekomst, waarin méér werken van mijn hand in den boekhandel zouden voorkomen. Mkar toch zette ik mijn pel grimstocht voort. Op de Kohimarkt smaakte ik de troost, twee exemplaren van mijn boek iö één étalage te zien, op een mooie plaats, middenin, tegen een Brehm aangeleund. Voor dien winkel bleef ik een half uur staan kijken. Toen gipg ik verder, door de Burg, over den Ring naar de Universitatsstrasse, waar ik voor een boekwinkel heen en weer ging wandelen. Ik kon haast niet meer op mijn beenen staan, maar slenterde nog steeds langs de boekwinkels, en bekeek de klanten, als ze naar buiten kwamen. Welk boek ze in de hand hadden of het soms „De ziel van het meiklokje" zou zijn. O, als ik maar één lezer ontmoette, wat zou düt een geluk zijn. Om zes uur 's avonds stond ik voor de étalage van een boekwinkel in de Wahrin- gerstrasse en bekeek de boeken, toen er op eens van binnen uit een hand naar voren tastte en na een oogenblik zoeken mijn boek greep en mee naar binnen nam. Het won der was gebeurdBinnen in den winkel had in deze zelfde minuut de lezer, de koo- per, in mijn leven de eerste in zijn soort, naar het boek van Peter Eersteling gevraagd! Wie zou die geestdriftige kenner der litera tuur zijn? Een man of een vrouw, jong of oud. deed er niet toe! Ik wil hem zien, ik wil hem in de oogen kijken, ik zal hem, den lieven, onbekenden lezer, opwachten! Een seconde later klopte mijn hart heftig. Er werd iets wits in de deuropening zicht baar de band van mijn boek. Dien her kende ik het eerste. „De ziel van het Mei klokje" en toen eerst zag ik, dat degene, die het boek in de hand hield, mijn eigen moeder was Eerst jaren later kwam ik te weten, dat het al het vijfde exemplaar was, dat ze dien dag gekocht had. Bezwaren tegen een rapport inzake doel matige onderwijsorganisatie De Nationale Vereeniging voor Handels onderwijs en het Nationaal Bureau voor On derwijs op Economischen Grondslag hielden eergisteren een vergadering in de Industri eele Club te Amsterdam, onder leiding van dr. H. J. Slijper. De heer mr. A. Bruch leidde de bespre king over het rapport van de commissie voor doelmatige onderwijsorganisatie in, in gesteld door de Ned. Mij. voor Handel en Nijverheid. Spr. maakte de rapportcommissie een verwijt, dat zij het begrip „algemeen vormend onderwijs" niet omschrijft en blijk baar ook geen juist beeld heeft van wat daartoe gerekend wordt. Het is tot haar aldus spr. niet door gedrongen, welke plaats het economisch on derwijs thans naast het mathematisch-phy- sische inneemt. Spr. noemde een en ander een gebrek aan inzicht omtrent het bestaan de onderwijs. Ook de werkwijze der Commissie had wei nig de instemming van spr. verworven. Zij zou een enquête instellen over het lager en het voortgezet algemeen vormend onderwijs. Zij richtte zich tot de groote werkgevers om hun oordeel over de uitkomsten van het on derwijs. Van de 153 personen hebben er slechts 32 geantwoord. De antwoorden zijn echter zoo, dat er geen enkele conclusie op is te bouwen. De voorstellen waartoe de commissie komt in het bijzonder t. o. v. het voortgezet on derwijs kunnen dan, meende spr., ook geen critiek doorstaan. De commissie rekent tot het algemeen vormend onderwijs wel de scholen voor uitgebreid lager onderwijs, doch niet de drie- en vierjarige handelsscholen. Er wordt over het u. 1. o. een algemeen oordeel geveld, dat de mannen van het handels onderwijs heeft geprikkeld. Hun scholen worden genoemd vak-technische inrichtingen voor speciaal handelsonderwijs, de M. L. O. scholen voor algemeen vormend onderwijs. Een verzuim in het rapport achtte spr. het ook, dat over de leerkrachten niet wordt ge rept, over hun bevoegd}!eden en hun op leiding die voor het handelsonderwijs bij zondere beteekenis moeten hebben. Ook de wijze waarop de vakken van onderwijs zijn behandeld, kon zijn goedkeuring niet weg dragen. Dat geschiedenis uit het program ma genomen is, achtte hij een grove fout. Aan het einde van de vergadering werd 'n motie met bijna algemeene stemmen aange nomen. Hierin wordt gezegd, dat het rap port volgens het oordeel der vergadering miskent de beteekenis van het economisch onderwijs (handelsonderwijs), dat het be rust op een principieel ondeugdelijke en quête, waardoor het ook t. a. v. het econo misch onderwijs geen inzicht verschaft; dat het niet bevat een begripsbepaling, noch van het algemeen vormend onderwijs, noch van het economisch onderwijs; dat het ten onrechte buiten beschouwing laat de hoo- gere handelsscholen, de handelsscholen met drie- en vierjarigen cursus en de handels avondscholen; dat het niet gewaagt van de bevoegdheden en de opleiding van de docen ten, welke zaken speciaal t. a. v. het econo misch onderwijs bijzondere aandacht vra gen; dat het ten onrechte onbesproken laat de karaktervorming als onderdeel van op voeding en onderwijs in het algemeen, of schoon de inleiding van het rapport wijst op de te eenzijdige intellectualistische richting in ons onderwijs en in de verkregen ant woorden der enquête daarvoor aanknoo- pingspunten te vinden waren; ten slotte dat het zeer terecht een streven inhoudt om tot concentratie der onderwijsstof te geraken, zij het ook, dat de voorgestelde uitwerking daarvan niet als juist kan worden aan vaard. Scheepsbouw van Fijenoord wordt stopgezet Waarschijnlijk reeds over veertien dagen De afdeeling scheepsbouw van de Maat schappij voor Scheeps- en Werktuigbouw „Fijenoord" N. V. zal, naar het „Hdbd." verneemt, binnen zeer korten tijd waar schijnlijk reeds over veertien dagen worden stop gezet. Dit stilleggen van het bedrijf betreft niet de afdeeling waar vaartuigen voor de Ne derlandsche marine worden gebouwd. Dezer dagen is van de werf „Fijenoord" van stapel geloopen het motortankschip „Malvina" voor de Anglo-Saxon Petroleum Company. Dit schip zal aan de werf van Wilton men weet dat Wilton en Fijen oord onder één directie staan verder worden afgebouwd. Zijn stiefvader neergeschoten Het drama aan de Weteringschans te Amsterdam. De Vijfde Kamer der Rechtbank te Am sterdam heeft eergisteren opnieuw behan deld de zaak tegen den 23-jarigen chauf feur, die op 3 October van het vorig jaar in een pension aan de Weteringschans bij een twist op zijn 30-jarigen stiefvader vier revolverschoten heeft gelost, tengevolge waarna deze kort daarna overleed. Destijds eischte de officier van justitie mr. Van Ar- kel acht jaar gevangenisstraf. De doctoren Overbeek en Bakker verklaarden den man verminderd toerekeningsvatbaar, doch het O. M. had het rapport der psychiaters ter zijde gelegd. De yerdediger mr. Kokosky pleitte vrijspraak, dan wel de uiterste cle mentie. De Rechtbank verwees de zaak te rug naar de instructie en beval een nader onderzoek naar de geestvermogens van ver dachte. Het nieuwe onderzoek werd opgedragen aan prof. K. H. Bouman en dr. H. G. Rüm- ke, die heden voor de Rechtbank verklaar den omtrent den verdachte tot de conclusie te zijn gekomen, dat het een man is met ongewoon gering vermogen tot affectieve uiting met daaraan begrijpelijk verbonden ongedifferentieerdheid en onaangepastheid van die affectieve uitingen, wanneer een groote intensiteit van het effect tot een affectieve doorbraak leidt. Deze eigenschap, meenden de deskundigen, moet in aanmer king worden genomen bij de beoordeeling van verdachte's toerekeningsvatbaarheid; in hoeverre deze door die eigenschap wordt beïnvloed, meenden de deskundigen, ais te liggen buiten hun terrein, niet te moeten beoordeelen. Dr. H. J. Overbeek en dr. S. P. 'Bakker, die reeds bij de vorige behandeling der zaak rapport hadden uitgebracht, kwamen toen tot een ongeveer gelijkluidende uitspraak, die zij heden bevestigden. Zij waren even wel de meening toegedaan hieraan tevens deze conclusie te mogen verbinden, dat de toerekeningsvatbaarheid van verdachte ge durende het begaan van het feit, zijhet dan niet geheel opgeheven, toch in groote mate als verminderd moet worden be schouwd. Na herhaling van het getuigenverhoor wegens veranderde samenstelling der Recht bank, eischte de officier van justitie mr. Van Arkel acht jaar gevangenisstraf met aftrek der preventieve hechtenis van 22 Januari af. Mr. Kokosky pleitte evenals in eersten termijn vrijspraak subs, een straf gelijk aan den tijd in voorloopige hechtenis door gebracht. Er werd niet gerepliceerd. Uitspraak 26 Juni a.s. Twee vliegtuig-ongelukken in Engeland Een doode Bij een vliegdemonstratie te Cambridge is op een hoogte van 70 M. een der vleugels van een machine afgeknapt Het toestel stortte neer en werd verpletterd. De piloot is aan de bekomen verwondingen overleden. Bij een proefvlucht is voorts een watervlieg tuig nabij Felixtown neergestort. Beide in zittende vRc-eroficieren wisten zich op 1000 M. hoogte met behulp van parachutes in veiligheid e stellen. De machine zelf boorde zich diep in de aarde. Vier dooden Zaterdagmorgen is bij Saarbrücken een ernstig vliegongeval gebeurd, dat vier slacht offers heeft geëischt. Het vliegtuig van den dienst SaarbrückenKeulen was ten gevolge van den mist een half uur later vertrokken dan dÊ dienstregeling aangaf. Te half negen startte het toestel, doch nauwelijks was het van den grond of het stortte van ongeveer 50 meter hoogte bij de marechaussee-kazerne, in de onmiddellijke nabijheid van het vlieg veld, naar beneden en vloog in brand. Twee passagiers, de piloot en de mécanicien kwa men in de vlammen om. De oorzaak van het ongeval is nog niet bekend. Vlieg-ongeluk bij Dessau Twee dooden Zaterdagmiddag om 6 uur is te Dessau het schoolvliegtuig van de Anhalter Verein für Luftfahrt „Boelcke" tengevolge van een vliegfout van ongeveer 100 meter komen te vallen. Het vliegtuig vloog in brand tenge volge van de ontploffing der benzinetank. De bestuurder Niemann, een nog jonge vlie ger en zijn passagier Bartels verbrandden. VwVV***» 1,1 385. „Kijk eens directeur, wat ik heb gevonden? Bijna had hij ons gefopt, Uit een wagen haalde ik dien jongen, Daarin had hij zich verstopt." „Zoo, heb je hem eindelijk gevonden? Dat kereltje is mij bekend, Stop dien aap bij den orang-oetang, Daar hoort hij, die brutale vent." 386. Terwijl zij over een boomstam trokken Als een brug over een rivier, Zei Pim tot zijn trouwen makker: „Wat somber-doodsch is het hier." Plotseling zagen zij wilden komen Opduiken uit het hooge riet. „Nu is het niet doodsch meer," zei de piloot. „Maar dat leven bevalt mij niet."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7