f 3000.- f 750.- f 250.- 1125, f50. f40. EEN BEDE OM HULP VOOR HET LIEFDEWERK „STILLE ARMEN" BUREAUXNA8SAULAAN 49 mm DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN WOENSDAG 17 JUNI 1931 VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17794 AANGIFTE MOET, OF STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL VOORLICHTINGSDIENST DE GEMEENTERAADS VERKIEZINGEN DE DAPPERE LIBERALEN „De Tijd" wordt niet opgeheven De moord te 's Gravenhage De Koninklijke Familie (Ingezonden) De aardbeving van verleden week Zondag De scheepsramp aan Frankrijk's Westkust VOORNAAMSTE cKIEUWS J. J. WEBER ZOON Telegrafisch Weerbericht Koning Zogoe van Albanië vermoord? Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 et.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 bij vooruitbetaling. AARLEMSCHE ADVERTENTIÊN 35 ct. p. regel VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES, 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet. Bü contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen ot beide oogen bij een ongeval met doodelijken afloop bij verlies van een hand een voet of een oog bij verlies van een duim ol wijsvinger bij een breuk van been of arm bij verlies ^an 'n anderen vinger Wanneer men hier te lande een maal een rijksdienst heeft, die tenge volge daarvan dus ambtelijk georgani seerd is en geheel in ambtelijke handen, dan moet het al een heel krachtig ka binet zijn, of een zeer sterke minister, die daar een einde aan kan maken, zelfs als het landsbelang dit zou eischen. Wil men komen tot opheffing van het ambtelijk karakter van een dienst, dan moet het kabinet en zeker de betrok ken minister persoonlijk het vraag stuk, waarom het gaat, wel zeer goed beheerschen, om den strijd tegen eigen ambtenaren te kunnen aanvaarden. Zelfs als we aannemen, dat de rijks diensten en daaraan twijfelen we niet het goede voor hebben, dan mag daarbij niet vergeten worden, dat de departementen dat ligt nu een maal in de natuur zullen strijden voor eigen belang en dat, gewild of on gewild, de kwestie waarom het gaat, op de tweede plaats komt. De juistheid van hetgeen wij hier schrijven, blijkt zeer duidelijk uit 't voor stel tot reorganisatie van den voorlich tingsdienst aan het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid, dat thans bij de Kamer is ingediend. Handel en industrie, land- en tuinbouw en alle an dere organen, die sedert jaren van den over verschillende departementen ver deelden rijksvoorlichtingsdienst gebruik moeten maken, zijn zeer ontevreden over het geleverde werk. Zelfs de Regeering heeft klachten, want zij is bij voortdu ring dat blijkt bij onderhandelingen en in het parlement onvoldoende voorgelicht. De memorie van toelichting van het reorganisatievoorstel erkent het in den eersten zin, waar de minister schrijft, dat de moeilijke jaren na den oorlog steeds duidelijker aan het licht hebben ge bracht, dat er aan de outillage van den Nederlandschen Staat op economisch ge bied iets hapert. En verder de publieke lichamen en in de eerste plaats de Staat moeten weten, welke de feiten zijn, die, nationaal en internationaal, de economische verhoudingen bepalen, omdat alleen dan met bewustheid en kennis van zaken maatregelen in het belang van het bedrijfsleven kunnen worden beproefd of nagelaten. Jarenlang is men nu al bezig daar verbetering in te brengen, in alle geval deze voor te bereiden. Eindelijk na lang aandringen heeft de Regeering in 1926 een commissie ingesteld ter voorberei ding van een reorganisatie en ook een centralisatie van den voorlichtingsdienst. Terwijl men in de Tweede Kamer bij de algemeene beschouwingen over de Rijksbegrooting voor het jaar 1929 uit voerig over het belang van den voor lichtingsdienst van gedachten wisselde, diende op 17 October 1928 de commissie haar eerste rapport bij de Regeering in. Het resultaat daarvan was, tenminste in de eerste dagen, alleszins bevredigend want in de memorie van antwoord op de begrooting van Buitenlandsche Zaken, die op 6 November 1928 verscheen, schreef de minister dat zeer duidelijk. Het eerste rapport zoo staat daar inzake de reorganisatie van den econo- mischen voorlichtingsdienst heeft de Regeering bereikt. Met den algemeenen opzet van de reorganisatie, zooals de commissie zich die gedacht heeft, heeft de Regeering zich vereenigd en zij heeft de commissie, verzocht haar voorstellen nader uit te werken. Dat was een zeer positieve verklaring, die algemeen be vrediging verwekte Helaas kwam twee dagen later de memorie van antwoord op de begrooting van Binnenlandsche Zaken al dadelijk roet in het eten gooien. Daar werd geschreven, dat de Regeering zich m beginsel ten gunste van het door de commissie ontworpen plan had verklaard, onder voorbehoud, dat, wanneer de Regeering de uitwer king in concreto voor zich had, zij na der zou bezien, in hoever ook de land bouwvoorlichting hieronder te betrek ken viel. De zoo noodige centralisatie, een eer ste vereischte voor een goeden voorlich tingsdienst, was daardoor reeds dadelijk in gevaar gebracht. Reeds uit de ant woorden bleek alhoewel in beide steeds sprake was van de Regeering dat de samenwerking tusschen de depar tementen niet groot was, want de ver klaringen van de twee ministers waren met elkander in strijd. Uit hetgeen op 8 November geschreven werd, kon men reeds dadelijk opmaken, dat de voor lichtingsdienst op de tweede plaats kwam, en dat in de eerste plaats ge streden zou worden door de bestaan de ambtelijke diensten voor het be houd daarvan, dus voor het baas blijven in eigen huis. Intusschen zette de commissie haar werk voort en werkte haar plan van centralisatie voor den voorlichtings dienst verder uit, wat zij kon doen, daar tot dat oogenblik slechts een voorbehoud was gemaakt voor de landbouwvoorlich ting. Er mocht worden aangenomen, dat de diensten aan de vier andere departementen, en wel Buitenlandsche Zaken, Arbeid, Handel en Nijverheid, Koloniën en Financiën, dat voorbehoud niet maakten, want anders had zij haar arbeid die voor alles centralisatie be oogde, beter kunnen staken. Op 14 November 1929 bood de com missie haar tweede rapport, waarin zij haar denkbeelden had uitgewerkt, aan de Regeering aan. De bestaande depar tementale economische voorlichtings diensten zouden moeten worden opgehe ven en hun werkzaamheden vereenigd in een centrale instelling, waaraan de commissie den naam zou willen geven van „Centraal Bureau voor Economische Voorlichting". Deze instelling zou tot taak hebben, een georganiseerd onder ling verband tot stand te brengen tus schen alle officieele, semi-officieele en particuliere organen, die ten dienste van de economische voorlichting werkzaam waren. Na de indiening van het rapport hoorde men niets meer, ten spijt van de instemming met het beginsel door de vorige Regeering. Het rapport en de denkbeelden moes ten eerst in de departementen bestreden worden en om zeep gebracht. Wel werd door de regeering voortdurend gewezen op de in voorbereiding zijnde reorgani satie en werd deze zelfs in de Troonrede van dit zittingsjaar als een van de meest belangrijke wetsontwerpen aangekon digd, maar er kwam voorloopig niets. Bij de opsomming van alle maatregelen ter bestrijding van de crisis werd ook voort durend verwezen naar de reorganisatie van den voorlichtingsdienst, als een van de voornaamste en meest beteekenende maatregelen ter bestrijding daarvan. De verwachtingen waren dan ook hoog gespannen en ieder was benieuwd, het voorstel te zien, dat zooveel jaren stu die, arbeid en overleg had gekost. De teleurstelling over het gebodene is er dan ook te grooter om, want men mag gerust zeggen: de berg heeft een muis gebaard. Ieder zal baas blijven in eigen huis. De verschillende voorlichtingsdiensten zullen zelfstandig blijven en alleen die aan het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid zal worden gereorgani seerd, ten koste van maar even 200.000 gulden per jaar. In een volgend artikel zullen we het ministerieele voorstel nader bekijken en aantoonen, dat dit in 's lands belang toch moeilijk te aanvaarden is, als de oplossing van het zoo hoogst belangrijke vraagstuk, waarvan de geheele te voeren economische politiek afhankelijk is. Het is vermakelijk te zien, hoe in deze verkiezingsdagen van alle kanten ge dongen wordt naar de gunst van den Katholieken kiezer, en hoe in ieder ge val alle mogelijke andere partijen den volke verkondigen, dat zij het zooveel beter weten dan de Katholieken en zoo veel beter zullen kunnen regeeren. Vooral de liberalen geven in hun ver- kiezingslectuur weer blijk van de aloude liberale zelfgenoegzaamheid; zij zijn en blijven toch maar de ruggegraat der natie, zij houden ons volk in evenwicht door strijd te voeren op twee fronten: tegen het clericalisme en tegen het socialisme! Ocharm! We zijn er ten volle van overtuigd, dat het liberalisme in onze ekonomische samenleving nog steeds een groote om niet te zeggen: de grootste rol speelt, en dat is jammer genoeg; alle krachten moeten er toe sa menwerken, dat die liberale macht zoo spoedig mogelijk gebroken wordt. Ekonomisch is het liberalisme nog heel sterk, maar politiek heeft het on herroepelijk afgedaan, en dat is voor ons een voorteeken, dat het ook zijn ekonomische beteekenis zal gaan verlie zen. Het is anders wel heel pedant, als de „Vrijheidsbond" het thans doet voorko men, dat hij onze natie beschermt tegen de boosheden en lagen en listen van clericalisme en socialisten: er is geen partij, die in dagen van strijd, als nu werkelijk eens het levensbelang der na tie op het spel staat, zoo hard op den loop pleegt te gaan als juist de liberale. Als orde en gezag in het gedrang ko men, dan gaat er van het liberalisme niet de minste kracht uit. Het jaar 1918 heeft dat voor de liberalen heel smadelijk bewezen. In 1918 stond heel het liberalendom te bibberen, en och zoo blij was het, dat het zich toen aan de rechtsche par tijen vooral aan de Katholieke kon en mocht vastklampen om tegen het roode revolutiegevaar in bescherming genomen te worden. Wat blijkt uit het onlangs verschenen werk „Storm" van Mr. Troelstra? Dat de toenmalige liberale burgemees ter van Rotterdam, de grrroote Zimmer man, een ongelooflijk slap en futloos figuur geslagen heeft, waarover hij zich nu nog eigenlijk moet zitten schamen. Had 't aan hem gelegen, dan was het uit geweest met de fiere handhaving van orde en gezag. In de gemeenteraden is het al niet veel anders: kracht tegen het socialisme kunnen de heeren niet ontwikkelen, en als er tegen de socialisten moet worden opgetreden, dan is dit de taak der recht sche partijen, vooral der Katholieken. Begrijpelijk is het, dat de liberalen met tranen in de oogen het aanzien, *dat hier en daar katholieken en socialisten samenwerken in het gemeentebestuur, natuurlijk, de liberalen zijn als de dóód voor een politiek, welke in flagranten strijd is met de voorheen door hen steeds gevoerde politiek van verdrukking en egoïsme, maar de heeren mogen er gerust op zijn: bij zulk een samenwer king blijven de Katholieken zichzelf, daartoe is hun heilige overtuiging sterk genoeg, daartoe bezitten zij genoeg rug gegraat. Van den fieren strijd der liberalen tegen de socialisten zien wij dus maar weinig resultaat. En van hun strijd tegen het clerica lisme, tegen ons? Komaan! we leven nog, en we voelen ons kerngezond. Nieuwe commissarissen gekozen Gistermiddag heeft te Amsterdam de aan deelhoudersvergadering plaats gehad van de N.V. dagblad en drukkerij „De Tijd." Deze vergadering was belegd ter voortzet ting van de behandeling van het voorstel van commissarissen en directie om over te gaan tot statutenwijziging, als gevolg waar van het dagblad „De Tijd" zou worden op geheven. Dit voorstel is echter met groote meerder heid van stemmen verworpen. De president-commissaris deelde namens het geheele college van commissarissen me de, dat het in dit besluit aanleiding vond om af te treden. Tot nieuwe commissarissen werden geko zen de heeren: Ed. Brom, dr. P. M. van Gils, mr. dr. P. J. Witteman, P. W. de Jong en mr. dr. J. W. Schneider. De vergadering sprak zich hierna met groote meerderheid uit voor het in gewij- zigden vorm laten voortbestaan van het dagblad „De Tijd". Ter vergadering waren tallooze sympa thie-betuigingen van de meest vooraanstaan de Katholieken in den lande ingekomen. De verdachte in arrest gesteld De als verdacht van moord, subs, doodslag op den chauffeur H. Nieuwenburg te Den Haag Dinsdagochtend aangehouden Dirk Plaisier, is tegen den middag geconfronteerd met den verslagene. P. heeft volhard bü zijn verklaring, dat hü zoo beschonken moet zijn geweest, dat hij zich van het gebeurde niets meer weet te herinneren. Wel gaf hij toe, dat hij N. vroe ger van aanzien kende. Dinsdagmiddag is P. in verzekering ge steld. Hr. Ms. „Arend" Terug naar Nederland Hr. Ms. „Arend", thans gestationneerd in de Curacaosche wateren, heeft opdracht ge kregen om zoo spoedig mogelijk na 1 Juli de terugreis naar Nederland te aanvaarden. Bezoek aan de Vogezen en aan Schloss Lengberg in Oostenrijk De Koninklijke familie zal zich van Chevreuse begeven naar de Vogezen, waar zij in „Les trois épis" bij Gerardmer eenige dagen zal doorbrengen. Daarna begeeft het koninklijk gezin zich naar Schloss Lengberg bij Nicholsdorf in het gebied van den Gross Glockner en den Gross Venedig. Het kasteel, aan de Drau gelegen, in de buurt van Lienz, is het eigendom van den heer Paul May te Am sterdam. Een onderscheiding. H. M. de Koningin heeft het Grootkruis van de Orde van den Nederlandschen Leeuw verleend aan den heer L. Doumer, president van de Fransche Republiek. Bezoeken aan schilderateliers. Gistermorgen heeft de Koninklyke Fa milie de ateliers bezocht van de schilders Rousseau en Miiette te Barbisson. Z. K. H. de Prins bezocht gistermiddag de porceleinfabrieken te Sèvres. Krans op het graf van den Onbekenden Soldaat. Naar wij vernemen zal, na het officieele bezoek aan de Koloniale Tentoonstelling, H. M. de Koningin persoonlijk een krans leggen, op het graf van den Onbekenden Soldaat. Op den avond van het bezoek aan de ten toonstelling zal ter eere van de Koninklijke Gasten, na de dansen door de inlanders van Kambodsja, een groot vuurwerk worden ontstoken, terwijl de tentoonstellingsge bouwen geheel verlicht, de parken en boo- men fantastisch geïllumineerd zullen worden. Bezoek aan koning Alfonso. Vrijdag a.s. brengt Z. K. H. de Prins namens H. M. de Koningin een bezoek aan koning Alfonso van Spanje, die zich te Fontainebleau bevindt. Thee van gemeentebestuur. Zaterdag zal het gemeentebestuur van Parijs H. M. een thee aanbieden ten stad- huize, terwijl om half 7 des avonds de Ko ningin in het gebouw van de Nederiandsche Legatie het Comité van Ontvangst van de Koloniale Tentoonstelling zal ontvangen en voorts de bestuursleden van de vier Ne deriandsche vereenigingen te Parijs en van de Nederiandsche Kolonie. Het bezoek incognito. Naar wij vernemen heeft H. M. de Ko ningin op Haar uitdrukkelijk verlangen Haar intrek genomen in „Les Tilléuls" te Chevreuse, omdat Zü oorspronkelijk ingog- nito de tentoonstelling wilde bezoeken. H. M. wilde in verband met dezen tüd op deze wüze wonen, ten einde het incognito meer nog tot uiting te doen komen. De brug bij Keizersveer De laatste overspanning Gisteren is de derde en laatste overspan ning van de brug bü Keizersveer over de Bergsche Maas geplaatst. Hierdoor is de verbinding tusschen de beide oevers tot stand gebracht. Ruim zeven jaar oefent het Liefdewerk der St. Vincentius-Vereeniging, „Stille Ar men", haar weldadige werkzaamheid uit. De nood der onbekende, in stilte groote armoede lijdende geloofsgenooten kwam aan den dag, en de St. Vincentius-Vereeniging haar devies getrouw: „Geen Liefdewerk is ons vreemd", aanvaardde de taak om te trachten, die menschen, die families, die eertüds behoorlijk waren gesitueerd, 'het- zü door een bloeiende zaak, hetzij door een goede betrekking of het bezit van rentege- vend kapitaal en die nu door de tijdsom- stand^heden, het opheffen van werkkringen of het waardeloos worden van geldswaardige papieren, ten prooi vielen aan armoede in den meest gevoeligen en schrijnenden vorm, te helpen, bij te staan, hun daadwerkelijken steun te verleenen en vooral hen op te hef fen en zoo mogelijk een nieuw arbeidsveld te scheppen. Onder Gods zegen en den steun en hulp van edele weldoeners is veel, zeer veel leed verlicht, zijn droeve tranen gestild, enisaan mismoedigen een nieuw vooruitzicht ge opend. Gedurende de zeven jaren van zijn be staan, heeft het Liefdewerk „Stille Armen" ruim 55000 gulden kunnen besteden, om naar best vermogen, en rijpelijk overwegen, een zeer groot aantal gezinnen te helpen. Ongeveer een 60-tal gezinnen werden onder steund en werden op velerlei wijzen gehol pen. Thans schijnt het alsof wij op een keerpunt zijn gekomen, niet ten goede, maar ten kwade! De nood en behoeften zijn even groot, zoo niet grooter dan in vorige jaren, echter moeten wij helaas constateeren, dat de in komsten belangrük minder worden, de ga ven en bijdragen krimpen in, en wü staan voor de droeve noodzakelijkheid, onze hulp en steun aan de arme familiën te doen op houden, of tenminste beduidend te vermin deren. Kan dat? Mag dat? Kan op een weke- lijksche büdrage van 4 a 5 gulden nog be krompen worden? Mogen wij die gezinnen, die den nood der tijden zoo zeer aan den lijve ondervinden los laten met de mede- deeling: „wij kunnen niet meer helpen!" Neen! duizendmaal neen! dat willen onze weldenkende liefdadige geloofsgenooten ze ker niet! Wanneer in deze moeilijke tüden, ieder naar vermogen een steentje bijdraagt, zij het met de intentie: „Dat God mij be ware voor stille armoede," „Dat Gods zegen moge nederdalen op deze. mün bescheiden poging, om den vreeselüken nood van mijn medemensch eenigszins te helpen lenigen," en niet het minst „om betere tüden te ver krijgen," dan zullen wü ongetwüfeld weder om in staat worden gesteld, om het liefdewerk voort te zetten en tegemoet te komen aan het droevig lot van hen, die eertüds de zonzijde van het leven mochten genieten, doch nu in de diepste schaduw nederzitten, met de bede op de lippen: „Heer ontferm U onzer". Ondergeteekenden, bestuurderen van de Haarlemsche St. Vincentius-Vereeniging, en van het liefdewerk „Stille Armen" richten tot u de bede, het dringend verzoek: „Ter liefde Gods help ons, en schenk ons een büdrage, een gift, welke wü met een dank baar hart zullen aanvaarden, terwül de dankbare gebedsuiting onzer noodlijdende ge loofsgenooten u vooraf verzekerd zü-" De Bijz. Raad der St. Vinc.-Vereeniging: P. J. VAN KESSEL, Jansweg 38, Tele foon 12716, President. J. J. VAN SCHEIJNDEL, Nassaulaan 64, Vice-President. Mr. Dr. A. F. H. SCHREURS, Stolberg straat 2, Telefoon 15136, Secretaris. A. LEEUWENBERG, Vüverlaan 1, Tele foon 12025, Penningmeester. Het Liefdewerk Stille Armen: H. B. SWARTE, Anegang 34, Telefoon 11730, President. A. VAN OS, Ged. Oude Gracht 76, Te lefoon 13397, Vice-President. P. J. MES, Zocherstraat 23, Secretaris. P. BUSé, Gasthuissingel 54, Telefoon 12419, Penningmeester. A. SORMANI, Overtonstraat 16. M. H. VERBOOG, Schoterweg 45, Tele foon 11102. C. T. WESSELS, Westerhoutpark 18. Te lefoon 12003. E. KUIJPER, Kleverparkweg 49. Over geheel Nederland gevoeld De Bilt 17 Juni. De aardbeving, die in den nacht van 6 op 7 Juni heeft plaats gehad en waarvan het begin te De Bilt te 1.46 uur is opgeteekend is blijkens de bij het Koninklijk Neder- landsch Meteoroligsch Instituut te De Eilt binnengekomen berichten over het ge heele land gevoeld. Dank zij de buitengewone medewerking der berichtgevers, waarvoor de directie van het instituut langs dezen weg haar dank en groote waardeering uitspreekt, zijn niet min der dan 950 berichten binnengekomen. De bewerking dezer gegevens zal nog eenigen tüd vorderen. Als voorloopig resul taat geven wü hier een overzicht van hèt aantal berichten uit eenige steden afkom stig, waaruit blijkt, dat over het algemeen het aantal van de kust naar het binnenland afnam, al is die vermindering niet overal even duidelijk Ingekomen zün uit: Den Helder 19 berichten Haarlem 71 Amsterdam 95 Leiden 19 's-Gravenhage 97 Rotterdam 36 Middelburg 5 Bergen op Zoom 5 Utrecht 87 Breda 11 's-Hertogenbosch 4 Groningen 20 Assen 3 Zwarteweg 7 Zutfen 5 Arnhem 17 Nijmegen 18 Almelo 2 Hengelo (O.) 17 Maastricht 4 Opbrengst rijksmiddelen Over Mei 1931 ruim f 1lA millioen lager dan over Mei 1930 De opbrengst der Rijksmiddelen over de maand Mei j.l. bedroeg 43.215.781.28 tegen 50.777.307.55 in dezelfde maand van het vorig jaar. De opbrengst over de eerste vijf maanden van 1931 en 1930 was resp. 198.072.018.22 en 220.014.356.62. De inkomsten ten bate van het „Leening- fonds 1914" bedroegen in Mei 1931 7.722.949.59 tegenover 10.810.457.35 in 1930. De inkomsten ten laste van het „Wegen fonds" bedroegen in Mei j.l. 1.735.714.94 tegen 1.898.492.13 in 1930. Een officieele doodenlijst vermeldt 507 namen Uit Nantes wordt gemeld, dat gisteravond een doodenlüst gepubliceerd kon worden van de slachtoffers van de ramp van het pleiziervaartuig ,St. Philibert" met 507 namen van pasagiers, waarbü nog komen 7 namen van leden der bemanning. In totaal zijn thans 7 lüken geborgen. De werking van den Merapi Blijft aanhouden De „Locomotief" meldt, dat de werking van den Merapi blijft aanhouden. De werking is zoodanig, dat bij helder weer 50 kleine en 4 groote afstortingen in het Blongkengravijn werden waargenomen. Het Blongkengravijn is thans reeds gevuld met een lavamassa tot een hoogte van 1600 M. De uitwijzing van Kardinaal Segura Geen eerbied voor zün persoon en ambt Kardinaal Segura, wien door de Spaan- sche regeering na zijn terugkomst uit Rome het verblijf in Spanje is ontzegd, heeft zich voorloopig te Hendaye aan de Fransch— Spaansche grens gevestigd. Hij verklaarde, dat men in Spanje in het geheel geen eer bied had getoond voor zijn positie als primaat van Spanje en voor - zijn ambt van Priester en Kerkvorst. Hij werd behandeld, zoo zeide hij, op de manier, waarop men een gewonen misdadi ger zou behandelen. Na zijn aanhouding te Guadaford werd hij naar de Fransche grens geleid door een auto met twee inspecteurs van politie en een vertegenwoordiger der regeering te Madrid. De nalatenschap van Anna Pavlowa Zou pl.m. 100.000 P. St. bedragen De nalatenschap van de wereldberoemde danseres Anna Pavlowa, die in Januari j.l. te Den Haag is overleden, bleek dezer dagen in de Vereenigde Staten 60 a 70.000 Pond Sterling te bedragen. Blijkens het testament is haar echtgenoot. Viktor d'André, aangewezen als haar uni- verseele erfgenaam, In Europa zou Anna Pavlona nog een be drag van 34000 Pond Sterling hebben nage laten. De koninklijke familie zal, na het bezoek aan Pariis, naar de Vogezen en Schlosz Leng berg in Oostenrijk gaan. (biz. 1, 1ste blad) Gisteren is de laatste overspanning van de brug over de Bergsche Maas bij Keizersveer geplaatst. Cblz. 1, 1ste blad) Het dagblad „De Tijd" zal blijven bestaan. (blz. 1, 1ste blad) De opbrengst der rijksmiddelen bedroeg in Mei j.l. f 7.561.526 minder dan in Mei 1930; in de eerste vijf maanden van dit jaar was de opbrengst f 21.942.338 minder dan in 1930. (blz. 1, 1ste blad) De scheepsramp bij St. Nazatre. Een of ficieele doodenlijst vermeldt 507 namen. (blz. 1, lste blad) Overwinning voor rijkskanselier Brüning. Geen bijeenroeping der huishoudelüke com missie uit den rijksdag. (blz. 1, 3de blad) Franklin Bonilon's interpellatie over het beleid van Briand. Meerderheid voor de re geering. (blz. 1. 3de blad) Doumeris boodschap aan het Fransche parlement. (blz. 1, 3de blad) Regeeringskrisis in Oostenrijk. (blz. 1, 3de blad) Het wetsontwerp tot hervorming van het kiesrecht door het Engelsche Hoogerhuis in tweede lezing aangenomen. (blz. 1. 3de blad) Het ontwerp-conventie op den arbeidstijd in de mijnen in eerste lezing aangenomen. (blz. 1, 3de blad) Pauselijk protest te Madrid. (blz. 1, 3de blad) Overeenstemming tnsschen Labourregee- ring en liberalen in Engeland. (blz. 1, 3de blad) Mr. B. M. Tenders t>» 's-Gravenhage be noemd tot hoogleeraar itn het Volkenrecht te Leiden (blz. 2, 3de blad) Het autobus-ongeval te Blerick. 3 maan den tegen de overwegwachteres geëischt. - (blz. 2, 3de blad) De débacle der Handels- en Landbouw- ba.nk. Tegen den directeur 2J4 jaar geëischt. (blz. 2, 3de blad) De instorting op dis Keizersgracht te Amsterdam. (blz. 2, 3de blad) Barometerstand 9 uur v.m.: 7.62 stilstand. OPTICIENS FABRIKANTEN Groote Houtstraat 166 Haarlem Licht op De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om: 9.53 uur. Hoogste barometerstand 764.9 m. M. te Lacoruna. Laagste barometerstand 751.3 m. M. te Stornoway. Verwachting: Matige tot zwakken, Westelijke tot Zuid- Westelüken wind, half tot zwaar bewolkt, wellicht enkele regenbuien, met kans op onweer, koeler. Geen bevestiging Het officieele Hongaarsche Telegraafagent- schap meldt officieel uit Belgrado, dat koning Zogoe van Albanië vermoord is. Een beves tiging van dit bericht van andere zijde is nog niet ontvangen. In Belgrado niets bekend Toen te Belgrado uit Londen het bericht binnenkwam, dat de koning van Albanië, Achmed Zogoe, in Tirana zou zijn vermoord, werd hierdoor te meer opzien gebaard, daar Belgrado als plaats van herkomst van het bericht werd opgegeven. Te Belgrado weet echter niemand iets omtrent een aanslag op Achmed Zogoe.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 1