JURKEN WASSCHEN IN
LEUGEN EN FANTASIE
MANTEL VOOR MEISJES
VAN 12 JAAR
1
Jy
ZOMERJAPONNEN
OF
KAMERPANT OFF
KUSSENS
MET WOLBORDUURSEL
W
Goedkoope Patronen
OP VERZOEK
DEVENTER KOEK
APPELTAART EIERGARNEERING
MET NAALD EN DRAAD
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
Tegenover het gebruik van waschben-
zine een in 't buitenland reeds on
misbaar artikel van huishoudelijke toe
passing staan we hier blijkbaar nog
steeds een beetje conservatief. Hóógstens
wagen we ons aan 't reinigen van 'n paar
handschoenen, maar zelfs dèi laten we
gewoonlijk nog liever doen voor de som
ma van dertig cents, omdat 't „zoo ge
vaarlijk moet zijn".
Zéker is 't gevaarlijk als je moed
willig domme dingen doet! En even
dom is 't, er maar vagelijk bang en af-
keerig van te blijven, in plaats van te
beseffen, dat er natuurlijk een manier
moét zijn, die alle gevaar buitensluit,
en het voornemen te maken om die te
leeren kennen.
Waarom die fijne georgette-jurken
toch altijd naar de stoomerij gestuurd'?
Waarom hetzelfde gedaan niet andere
toiletjes, waarvan de stof wél tegen
water en zeep bestand is, maar waarvan
het fijne plissé by een waschbeurt ein-
delooze ellende voorspelt? We zijn vier,
vijf gulden per exemplaar kwijt, terwijl
we voor minder dan de helft onze heele
garderobe als nieuw kunnen maken!
Waschbenzine is verkrijgbaar in bussen
van één, drie, vyf en tien liter. Deze
bussen behooren stevig gesloten bewaard
te worden op plaatsen, waar géén elec-
trisch licht is en men nooit met vuur of
licht binnen komt, b.v. in de schuur.
Vermyd dan echter het rooken of het
zoeken met lucifers naar 't een of ander.
Het wasschen kan volkomen veilig ge
schieden in de open lucht, liefst in de
schaduw. De dampen kunnen hier on
middellijk vervluchtigen. Veel menschen
(en speciaal onze dienstboden) hebben
de illusie, dat benzine alléén kwaad kan,
als je er een brandende lucifer in laat
vallen! Het zijn echter de opstijgende
benzine-dampen, die, wanneer ze vuur
ontmoeten, de ontploffing te weeg bren
gen. Het wasschen mag dus nooit ge
schieden in een keuken, waar gas- of
petroleumstel brandt, of in de badkamer,
terwijl het kleine pitje van den geyser
aan is. Is men genoodzaakt binnenshuis
te wasschen, dan zette men de ramen
wijd open. Men heeft dan ook minder
last van den onaangenamen reuk.
Letterlijk al onze kleedingstukken
kunnen met succes het benzinebad on
dergaan. Vooral voor georgette, dat in
water leelyk wordt, crêpe marocain en
alle mogelijke andere crêpe-weefsels is 't
een uitkomst, evenals voor geplisseerde
jurken en rokken. Ook fijne wollen stof
fen houden zich doorgaans uitstekend.
We nemen een niet te groot, diep teil
tje of emmer, en vullen dat half of voor
drie-kwart met benzine. We moeten er
vooral niet te zuinig mee zijn; straks
zullen we zien, dat de gebruikte benzine
nog niet eens verloren is! We voorzien
ons van gummi-handschoenen en dompe
len de te wasschen jurken, kraagjes,
pochettes etc., geheel in de benzine,
waar we ze 20 a 30 minuten laten
weeken, indien ze zeer vuil zijn; anders
kan" het wasschen onmiddellijk beginnen.
In het eerste geval de handschoenen
dadelijk weer uitdoen; er vooral niet
mee naar de keuken loopen!
Men dompele nooit alleen de vuilste
gedeelten van een kleedingstuk in;
steeds het geheel. Het wasschen mag niet
anders zijn dan een rustig heen en weer
spoelen, zachtjes drukkend en knijpend,
zooals men fijne weefsels in Lux wascht.
Zeer vuile plekken met een zacht bor
steltje behandelen. Nooit heftig en snel
wrijven.
Ten slotte alles er uit nemen en buiten
in de schaduw ophangen, 's Nachts nog
eens voor het open raam, opdat de ben-
zine-lucht geheel verdwijne. Pas strijken
als 't volkomen droog is. Alle plooien en
plissé's zijn er na de behandeling nog
perfect in.
De gebruikte benzine wordt daarna in
flesschen gedaan, die stevig gekurkt op
een veilige plaats worden weggezet. Na
enkele dagen is al het vuil op den bodem
gezakt, en de benzine, volkomen helder
geworden, kan opnieuw worden gebruikt,
indien men ze voorzichtig afschenkt.
Dat wasschen met benzine behoort niet
aan dienstboden te worden overgelaten,
tenzij we zeker weten, dat ze snugger en
betrouwbaar genoeg zijn om geen onge
lukken te veroorzaken.
En één ding is noodig, om een dergelijke
besparing tot 'n werkelijk succes te maken:
we moeten de edele kunst van strijken
in de perfectie beheerschen, of onze gar
derobe gaat er erg huisbakken uitzien.
En dan doen we heusch beter, de stoo
merij te hulp te roepen. Maar wie han
dig is met 't electrische ijzer ook wan
neer er ragfijne stoffen onder liggen
die kan 't gerust probeeren, en zal er
pleizier van beleven!
RAJA.
In vele gevallen dient zeer nauwkeurig
te worden onderzocht voor men kinderen
straft. Menigmaal komt het voor, dat
men voor leugen houdt, wat goed be
schouwd niets anders is dan kinderlijke
fantasie. Men meent, dat dit met een
leugenachtigen aard samenhangt, en toch
kan men zich hierin deerlijk vergissen.
Wanneer niet goed onderscheiden wordt
en met tact opgetreden, zal men door
straf, welke door het kind als een on
rechtvaardigheid wordt gevoeld, omdat
het niet loog in den strikten zin, bewer
ken, dat het kind schuw wordt, schuch
ter en in zich zelf gekeerd, wat van zeer
funesten invloed kan zijn op het karak
ter. Fantasie is geen leugen en daarom
doet men goed, die twee terdege uit el
kander te houden.
Hoe nu kan men achterhalen wat al of
niet fantasie bij het kind is? Door ver
trouwelijk met den kleine te gaan praten,
door zijn gedachten als het ware uiteen
te warren en op den beganen grond terug
te voeren. Men laat eenvoudig zyn fan
tasie werken door het te laten verhalen
wat het bedoelt, en al luisterend is er
dan gelegenheid te over om het duidelijk
te maken, wat werkelijkheid is en wat
verdichtsel. Als men maar zonder meer
straft, omdat het kind immers „liegt"
schiet men te kort in de opvoeding, welke
moeilijker is dan menigeen wel denken
kan. J. K. W.
Benoodigd: 2 M. stof van 140 c.M.
breedte, M. satinet, een gesp. Ge
maakt het patroon op de aangegeven
maten, waarna ge het op de vaste lijnen
uitknipt, en zoo op de stof legt, dat ge
naast de beide voorpanden de ceintuur,
naast het rugpand de beide mouwen
(onder elkaar), den kraag en de schijn-
zakken weg kunt knippen. Onder aan
den mantel wordt een 6 c.M. breede zoom
bijgerekend, terwijl verder alles met een
naad wordt uitgeknipt. Hierna rijgt ge
schouder-, zij- en mouwnaden dicht,
terwijl ge ook de voorkanten op de
terugslaglijn omrijgt. Hierna wordt de
mantel gepast, en wanneer het resultaat
gunstig is, worden genoemde naden ge
stikt en plat geperst. Van satinet knipt
ge schuine biezen van 3 c.M. breedte.
Deze worden langs de naden gestikt en
overgestikt. Dikwijls wordt tusschen
mantel en terugslag katoen of linnen ge
legd. Bij de tegenwoordige stoffen is het
niet noodig. De onderkant der mouwen
wordt ook met een schuine bies afge
werkt, die op de vereischte mouwlengte
mee naar binnen wordt geslagen en ste
vig opgezoomd. Bij het inzetten dei-
mouwen neemt ge den mouwnaad 4 c.M.
meer naar voren dan den zijnaad, terwijl
de rafels met een schuine bies worden
weggewerkt. Onder aan den mantel
wordt de zoom op lengte ingemaakt,
terwijl zoom en terugslag tegen elkaar
in worden gezoomd. De kraag wordt 54
c.M. lang en 17 c.M. breed geknipt. De
zijkantjes worden dichtgestikt, waarna ge
den kraag op de goede zijde langs stikt
en aan den binnenkant opzoomt. Bij den
tegenslag worden kraag en terugslag te
gen elkaar ingezoomd, zoodat de naden
zoo plat mogelijk worden. De ceintuur
wordt 95 c.M. lang en 11 C.M. breed ge
knipt, dubbel gestikt, en omgehaald. De
schijnzakjes knipt ge 14 c.M. lang en 11
c.M. breed, stikt ze dubbel, en stikt ze
op de daarvoor bestemde plaats aan drie
kanten op. De mantel sluit door middel
van de ceintuur.
DINY.
Teere stoffen, strooken, randen, gol
vende lijnen, lang, zeer lang, normale
taille-lijn, en een oneindige variatie
bloempatronen, dat zijn de zomerjapon-
nen, meer dan ooit vrouwelijk.
Wat een geheel andere verschijning,
de kortgerokte, rechtlijnige vrouw van
eenige zomers terug, of deze lieftallige
verschijning in haar teere japon, met
haar breedgeranden stroohoed.
No. 1 op onze teekening. Japon van
gebloemde voile, crêpe georgette, crêpe
organdie, of een ander teer weefsel. Even
onder de buste-lijn ziet men een ruime,
korte strook, van dezelfde stof aange
bracht, deze strook loopt niet achter
door.
De klok-volants ontstaan van voren en
loopen steeds langer naar opzij. De vo
lants zijn echter even lang als opzij. De
onderkant van den rok is gelijk. Ceintuur
van dezelfde stof op taille-hoogte, lange
mouw, met klein, ruim strookje.
No. 2. Gebloemde japon van teer ma
teriaal. De ruime achter-volant begint
aan de zijkanten.
De vlinderkraag, van effen crêpe geor
gette, is van voren even over den schou
der, en valt langer op den rug. De mouw
is met effen crêpe gegarneerd. Ceintuur
op taille-hoogte.
No. 3. Japon van soepele stof, in effen
of gebloemd. Dit model heeft als garnee
ring een dubbele schouder-volant, de
mouw is even onder den elleboog, met
een volant rondom gegarneerd. In den
rok is een biais gezet, het middenstuk
tusschen de biais is klokkend. De rok
hangt gelijk van onderen.
INTERIM
Ik zal maar weer beginnen met het
beantwoorden van vragen. Het eerst is nu
aan de beurt de dame, die, tot haar groo-
te spijt, de recepten is kwijt geraakt van
Deventer koek en van appeltaart. Mis
schien verkeeren er wel meer van onze
lezeressen in dat geval en anders zijn er
zeker wel nieuwelingen bij gekomen in
ons kringetje die ik ook 'n plezier kan
doen door die recepten hier nog eens te
geven.
Deventer koek. Op een pond bloem
neemt men hiervoor: y2 Liter koud wa
ter, 3 ons basterdsuiker, 1 ons sucade, 1
ons snippers, 3 theelepels nagelgruis, 3
theelepels kaneel, 2 theelepels dubbel
koolzure soda en een weinig zout. Men
zeeft de bloem met de dubbelkoolzure
soda, voegt suiker, snippers, sucade en
kruiden erbij en het zout en roert er dan
langzamerhand het water door. Men krijgt
dan een slap deeg, dat men dadelijk m
den vorm doet, dien men tevoren met boter
of sla-olie heeft ingesmeerd. De vorm
mag niet verder dan voor drie-kwart
gevuld worden met het deeg. De koek
moet ongeveer een uur bakken in 'n
matig warmen oven. Zoodra hij uit den
oven komt strijkt men er met 'n kwastje
koud water over heen; daardoor wordt de
korst mooi glanzend.
Snippers zijn, naar ik hoorde, niet over
al te koop. Daarom heb ik geprobeerd of
de geconfijte oranjesnippers die we zelf
maken er ook voor te gebruiken waren en
dat ging best. Ik bewaar daarvoor de
schillen van de sinaasappelen, wasch ze
flink af en kook ze dan tot ze zacht zijn.
Dan haal ik aj het wit er af, wat dan
heel gemakkelijk gaat als ik de vierde
parten schil plat op 'n plankje leg en
snij ze dan op het plankje in heel fijne
snippers. Die kook ik in een suikerstroopje
van 2 lepels suiker en 1 lepel water tot
ze doorschijnend zijn en visch ze dan uit
de stroop om ze op een met suiker be
strooid bord te laten drogen. Zulke snip
pers kunnen 'n heelen tijd bewaard wor
den en, zooals ik al zei, ze zijn uitstekend
te gebruiken in de Deventer koek.
Appeltaart. Ik gebruik hiervoor platte
ronde bakblikken met 'n klein opstaand
randje, zooals die voor de Limburgsche
vlaaien worden gebruikt. Mijn blikken zijn
27 C.M. in doorsnee groot. Voor de korst
van twee zulke taarten neem ik 4 ons
bloem, 1 A ons suiker, 1 Ai ons boter, 1 ei,
de luchtig afgeraspte schil van 'n citroen,
'n scheutje melk en de helft van 'n pakje
bakpoeder. Ik nam vroeger 'n heel pakje,
maar ik heb ontdekt dat 'n half pakje
heel voldoende is.
De bloem zeef ik met het bakpoeder,
daar snij ik, met twee messen, de boter
door, doe er dan de suiker by, het ei en
'n klein scheutje melk. Dat kneed ik alle
maal vlug door mekaar tot 'n stevigen
deegbal die niet meer vastkleeft. Ik ver
deel het deeg in tweeën, midden op ieder
bakblik zoo'n deegbal en kneed die van
daar uit tot het blik en 't opstaande
randje er gelijkmatig mee bedekt is. Na
tuurlijk maak ik tevoren altijd m'n vor
men klaar. Eer ik met het deeg begin,
besmeer ik ze overal met boter, strooi er
dan bloem over en klop die er weer af,
zoodat er enkel 'n heel dun laagje op
blijft liggen.
Voor appeltaart moet men appelen heb
ben die heel goed gaar worden en wat dat
betreft gaat er niets boven onze Holland-
sche reinetten. Ik schil die, boor de klok
huizen eruit en snij ze dan met het kom-
kommerschaafje in zeer dunne schijfjes.
De minst mooie leg ik er eerst op en de
mooiste schijfjes komen in de bovenste
laag, in nette kringen keurig over elkaar
gelegd. Ik druppel er 'n beetje citroen
sap over heen en strooi er dan flink
suiker over. De taart moet ongeveer 20
minuten bakken.
Voor de vulling van zoo'n taart kan
men, inplaats van appelen, allerlei nemen.
Rijstevlaai en griesmeelvlaai is ook echt
lekker en voedzaam. Ik neem dan
ons rijst of griesmeel op A Liter melk
waarin ik 'n stokje vanille heb afgetrok
ken en kook ze op de gewone manier
met suiker. Dan roer ik er, van het vuur,
'n goed geklutst ei door en strijk het uit
over het deeg, eer het den oven in gaat.
Voor andere soorten van vlaai bak ik
het deeg apart en later, voor het gebruik,
doe ik dan het vulsel op de korst. Omdat
dat zoo goed kan bak ik altijd twee
vlaaien tegelijk, ook als ik er maar een
tje dadelijk wil gebruiken. Het gaat dan,
om zoo te zeggen, in een moeite en kosten
door, en een enkele korst kan uitstekend
'n week en desnoods nog langer bewaard
worden. Het vulsel daarvoor maak ik dan
natuurlijk pas vlak vóór het gebruik en
dat strijk ik op de korst als het nog
heet is. Allerlei compote kan er voor ge
bruikt worden. Neem ik er gedroogde
pruimen voor dan haal ik die door den
vleeschmolen, als ze geweekt en ontpit
zijn. Ook appelmoes kan men er voor
nemen. Nu in dezen tijd neem ik meestal
rhabarber er voor. Ik kook die op de ge
wone manier en roer er, van het vuur,
een blaadje opgeloste roode gelatine door.
Dat geeft er zoo'n mooi kleurtje aan en
stijft de rhabarber wat op. Wil ik 't héél
lekker hebben dan roer ik er ook nog 'n
eierdooier doorheen. Het eiwit klop ik zoo
stijf mogelijk en als ik de rhabarber op
het deeg heb uitgestreken, gaat het ei
wit er overheen. Dan zet ik de taart nog
'n poosje in 'n matig warmen oven tot
het eiwit bros is en licht bruin.
I
Gameering van eieren. Nu de eieren
goedkoop zyn, worden er natuurlijk ook
meer gebruikt dan in dure tijden. Ik
geef ze ten minste vaak, in plaats van
visch of vleesch en 't lijkt telkens wat
anders, omdat ik er altijd wat moeite
voor over heb. Je kan, bijvoorbeeld, hard
gekookte eieren gewoon in de schaal op
tafel brengen. Maar het ziet er dadelijk
al heel anders uit als je ze tevoren pelt
en dwars doorgesneden op de sla legt.
Neem er nog 'n beetje mayonnaise bij
op iedere ei-helft en 'n klein takje peter
selie en 't ziet er alweer leuker uit. Snij
de eieren over de lengte in vieren, snij
van die vierde parten 'n klein stukje af,
zoodat ze staan kunnen en zet er daar
telkens drie van met de witte ruggen
tegen elkaar aan, dan zult u eens zien,
wat 'n aardige versiering of dat is. Ook
snij ik me harde eieren wel eens in
achtste parten, als ik 'n schotel wil gar-
neeren en leg er dan drie, in den vorm
van 'n bloem met de punten tegen elkaar;
'n heel klein wortelenschyfje of 'n peter
selieblaadje in 't midden en 't ziet er
wat leuk uit.
Gevulde eieren. Daar kan je ieder klein
restje van vleesch of visch voor gebrui
ken, of wat fijn gesneden sla. Ik snij de
hard gekookte eieren dwars door, haal
de dooiers er voorzichtig uit, roer ze door
me restje met 'n beetje peper en zout
en mayonnaise, snij 'n klein kapje van de
eieren, zoodat ze kunnen staan en doe
het vulsel er weer in. Ook snij ik de
eieren wellis in de lengte door, vul ze en
plak ze weer tegen mekaar, maar zóó,
dat er van het netjes gladgestreken vul
sel nog 'n streep te zien komt. Van onde
ren wordt er weer 'n plakje afgesneden
en dan zet ik ieder ei op 'n schijfje to
maat.
Van eieren met tomaten en sla kan je
altijd 'n maoien schotel maken. Hard
gekookte eieren met 'n tomatenhoedje, op
'n bedje van sla zijn prachtig om te zien.
En weet u wat er ook zoo leuk uitziet?
Harde eieren dwars door midden gesne
den, met een schijfje tomaat tusschen
die twee helften en 'n schijfje biet of
wortel er boven op.
Ook zet ik ieder half ei wellis op 'n
klein sneedje geroosterd brood en vlak
voor het opdoen giet ik er dan 'n kerry-
sausje om heen.
Op al die manieren kunnen we iets
feestelijks geven aan 'n heel eenvoudigen
maaltijd. En als" we dan rondom ons
vroolijk glinsterende oogen zien, voelen
we ons meer dan beloond voor alle moei
te, waar of niet?
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL.
We zijn weer bijna in het reis- en
vacantieseizoen aanbeland en het is weer
de tijd dat we er aan beginnen te denken
onze koffers te pakken voor korter of
langer verblijf in de bosschen of aan het
zonnige strand, in binnen- of buitenland.
Zoolang de kinderen nog geen va-
cantie hebben, trekken we er
soms de laatste dagen der week
al eens op uit om een gezellige week-end
bij familie of vrienden door te brengen.
Zonder groote bagage, alleen maar met
een klein koffertje, waarin het hoognoo-
dige gepakt is voor het toilet en niets
meer of anders. Maar noch in dit kleine
koffertje, noch in den „groote vacantie"-
koffer mogen ontbreken een paar van die
heerlijke, luchtige, lichte reis- of kamer
pantoffeltjes, waaraan je soms zoo'n be
hoefte kunt hebben, zooral na 'n lange
vermoeiende wandeling, of 's morgens
vroeg tydens het aankleeden. Je kunt
ze zelf zoo goed vervaardigen. Ze kosten
bijna niets en met een beetje goeden
smaak maak je er iets schattigs van.
Je hebt er alleen voor noodig drie kleu
ren jumperwol, 'n haakpen en een paar
dunne vilten zooltjes, die je bü den
schoenenwinkel haalt volgens je eigen
voetmaat.
Begin met sprekende kleuren wol te
kiezen, bijv. beige of grijs met bleu en
terra voor de strepen.
Zet op vijf kettingsteken beige.
lste toer: 2 stokjes in de 2 eerste ket
tingsteken, 3 stokjes in den middelsten
kettingsteek en 2 stokjes in de twee laat
ste kettingsteken.
2de toer: stokjes, in de middelste 3
stokjes, vervolgens stokjes steeds boven
elkaar zonder losse ertusschen.
3de toer: dito, telkens in de middelste
3 stokjes, waardoor men een soort visch-
graatvorm krijgt voor het bovenstuk op
den voet.
4e en 5e toer bleu.
6e en 8ste toer beige.
2 toeren vaste van terra-wol.
3 toeren beige.
2 toeren bleu.
3 toeren beige.
Meten of het wreefstuk hoog genoeg is.
Nu gaat men voort om de beide zij
kanten van het pantoffeltje te haken.
19de toer begint met 6 steken beneden
de pünt van het wreefstuk, zoodat men
dan 15 a 16 vaste heeft te haken van
terra.
20e toer dito van terra en vervolgens
3 toeren beige stokjes, 2 toeren bleu, 3
beige, 2 toeren vaste van terra, 3 toeren
beige, 2 bleu, 4 toeren beige, 3 toeren
terra voor midden achter.
Daarmede is de eene zijkant klaar en
den anderen kant haakt men dito tot den
4den en laatsten toer beige welke men in
den laatsten toer terra van den anderen
zijkant vasthaakt.
Rond den bovenrand haakt men nu n
rand van stokjes en 3 losse steken tel
kens, waar doorheen men een beige
elastiekje trekt, dat men vastnaait op de
wijdte rondom den enkel. Nu bevestigt
men de zooltjes er onder met stevig dun
touw.
De punt boven op den voet wordt terug
geslagen en daarop plaatst men een
groote, brutale toef van verschillende
kleuren wol of van één effen kleur. Dat
is de „finishing touch" van het geheel
Men kan natuurlijk ook andere kleuren
wol nemen. Het effect is immer goed,
als men maar voor frissche sprekende
tinten zorgt.
LINA GERBSEK.
Een reeks van kussens ziet u hier af
gebeeld met verschillende ideeën van
bewerking. Over het langwerpige vier
kante kussen loopt een band van bloe
men. We trekken voor deze bloemen on
gelijke cirkels en festonneeren die met
een langen steek, afwisselend lang en
kort, twee rijen boven elkaar. De
blaadjes zijn van gewone lange steken.
Op de teekening ziet u ongeveer de
Het vierkante kussen ziet u op dezelf
de manier in de hoeken bewerkt.
Bizonder mooi voor een donker kus
sen is no. 3, waarvan de punt geheel
opgevuld is met witte madeliefjes met
rechte steken van goudgeel in het hartje.
U plaatst de cirkels, ook die van de
kleine cirkels, zoo dicht mogelijk bij el
kaar. U kunt ze met den passer teeke
nen, als u de stof op een tafel spant.
verdeeling. Het is gemakkelijk genoeg,
als u maar zorgt de cirkels binnen den
reep te trekken. De reep is ongeveer
AA c.M. breed en wordt met een afste
kende kleur draad op het kussen gere
gen, om te zien dat men binnen de baan
blijft. De baan loopt tot op 2 c.M. van
de zijkanten van het kussen. Op een
licht kussen kiezen we sprekende, don
kere kleuren, doch op een zwart kussen
goed afstekende kleuren, licht lila, zee
groen, rose, zacht geel, oranje, enz. zijn
geschikt voor een zwart, of donker zij
den, of fluweelen kussen, terwijl diep
blauw, karmozijnrood, mauve, donker
geel, donker groen voor een licht, linnen
kussen beter geschikt zijn.
We bewerken in wol of dikke zijde. Is
de bloemrand gewerkt, dan vullen we
het geheele vak tusschen de rijgdraden
op met kort op elkaar liggende rijg-
steekjes, zwart voor een licht kussen,
zacht geel voor een donker kussen. Dit
geeft een werkelijk aardig effect.
De madeliefjes-steek wordt voor de
bloemblaadjes gebruikt. Hetzelfde ziet u
voor het ronde kussen, waarvan de rand
van zwarte zijde en het middenstuk van
diepzwart fluweel is. De witte made
liefjes staan er prachtig op.
Daarnaast ziet u dezelfde bloem, toe
gepast in een andere verdeeling. U kunt
dan een gekleurd kussen hebben met los
opgewerkte donkere cirkels, waarop de
madeliefjes komen. We nemen voor dit
soort kussens een zwarten ondergrond,
omdat die kleur het beste contrasteert
met de spierwitte madeliefjes en omdat
het de meest neutrale tint is, om bij
uw meest gekleurde overtrekken te pas
sen, doch heeft u liever kleuren, donker
brum, met gele madeliefjes, mauve met
wit, is ook heel mooi. Voor een
lichtkleurig kussen met dezelfde bloem-
bewerking kan genoemd worden parel
grijs met mauve bloemen en gele hartjes,
geel kussen, bruine bloemblaadjes, gele
hartjes. ANEMOON.
van al onze modellen, die genummerd zijn boven 4.000,
zijn verkrijgbaar aan „Het Patronenkantoor, Postbus
No. 1, Haarlem. Onberispelijke coupe. Dameskleeding
in de maten 88, 96, 104 bovenwijdte, a f 0.55. Kinder-
kleeding, alleen voor den in de beschrijving genoemden
leeftijd a 0.35. Bij elk patroon handleiding voor het
knippen en naaien, .benevens een verkleinde patroon-
schets.
Franco toezending, direct na ontvangst van bestel
ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels in-
gesloten, waarbij vermeld naam en adres, nummer
van het model en het blad, waarin het voorkomt en
bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam,
recht onder de armen door, gewoon glad, zonder extra
toegift.