JURKEN LEUGEN MANTEL VOOR ZOMERJAPONNEN WAT ZULLEN WE KOKEN? REIS' OF %/ïMMMÊ I KUSSENS WOLBORDUURSEL Goedkoope Patronen OP VERZOEK SE DEVENTER KOEK APPELTAART EIERGARNEERING MET NAALD EN DRAAD OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Tegenover het gebruik van waschben- zine een in 't buitenland reeds on misbaar artikel van huishoudelijke toe passing staan we hier blijkbaar nog steeds een beetje conservatief. Hóógstens wagen we ons aan 't reinigen van 'n paar handschoenen, maar zelfs dat laten we gewoonlijk nog liever doen voor de som ma van dertig cents, omdat 't „zoo ge vaarlijk moet zijn". Zéker is 't gevaarlijk als je moed willig domme dingen doet! En even dom is 't, er maar vagelijk bang en af- keerig van te blijven, in plaats van te beseffen, dat er natuurlijk een manier moét zijn, die alle gevaar buitensluit, en het voornemen te maken om die te leeren kennen. Waarom die fijne georgette-jurken toch altijd naar de stoomerij gestuurd? Waarom hetzelfde gedaan met andere toiletjes, waarvan de stof wél tegen water en zeep bestand is, maar waarvan het fijne plissé bij een waschbeurt ein- delooze ellende voorspelt? We zijn vier, vijf gulden per exemplaar kwijt, terwijl we voor minder dan de helft onze heele garderobe als nieuw kunnen maken! Waschbenzine is verkrijgbaar in bussen van één, drie, vijf en tien liter. Deze bussen behooren stevig gesloten bewaard te worden op plaatsen, waar géén elec- trisch licht is en men nooit met vuur of licht binnen komt, b.v. in de schuur. Vermijd dan echter het rooken of het zoeken met lucifers naar 't een of ander. Het wasschen kan volkomen veilig ge schieden in de open lucht, liefst in de schaduw. De dampen kunnen hier on middellijk vervluchtigen. Veel menschen (en speciaal onze dienstboden) hebben de Illusie, dat benzine alléén kwaad kan, als je er een brandende lucifer in laat vallen! Het zijn echter de opstijgende benzine-dampen, die, wanneer ze vuur ontmoeten, de ontploffing te weeg bren gen. Het wasschen mag dus nooit ge schieden ln een keuken, waar gas- of petroleumstel brandt, of in de badkamer, terwijl het kleine pitje van den geyser aan is. Is men genoodzaakt binnenshuis te wasschen, dan zette men de ramen wijd open. Men heeft dan ook minder last van den onaangenamen reuk. Letterlijk al onze kleedingstukken kunnen met succes het benzinebad on dergaan. Vooral voor georgette, dat in water leelijk wordt, crêpe maroeain en alle mogelijke andere crêpe-weefsels is 't een uitkomst, evenals voor geplisseerde jurken en rokken. Ook fijne wollen stof fen houden zich doorgaans uitstekend. We nemen een niet te groot, diep teil tje of emmer, en vullen dat half of voor drie-kwart met benzine. We moeten er vooral niet te zuinig mee zijn; straks zullen we zien, dat de gebruikte benzine nog niet eens verloren is! We voorzien ons van gummi-handschoenen en dompe len de te wasschen jurken, kraagjes, pochettes etc., geheel in de benzine, waar we ze 20 k 30 minuten laten weeken, indien ze zeer vuil zijn; anders kan het wasschen onmiddellijk beginnen. In het eerste geval de handschoenen dadelijk weer uitdoen; er vooral niet mee naar de keuken loopen! Men dompele nooit alleen de vuilste gedeelten van een kleedingstuk in; steeds het geheel. Het wasschen mag niet anders zijn dan een rustig heen en weer spoelen, zachtjes drukkend en knijpend, zooals men fijne weefsels in Lux wascht. Zeer vuile plekken met een zacht bor steltje behandelen. Nooit heftig en snel wrijven. Ten slotte alles er uit nemen en buiten in de schaduw ophangen, 's Nachts nog eens voor het open raam, opdat de ben- zine-lucht geheel verdwijne. Pas strijken als 't volkomen droog is. Alle plooien en plissé's zijn er na de behandeling nog perfect in. De gebruikte benzine wordt daarna in flesschen gedaan, die stevig gekurkt op een veilige plaats worden weggezet. Na enkele dagen is al het vuil op den bodem gezakt, en de benzine, volkomen helder geworden, kan opnieuw worden gebruikt, indien men ze voorzichtig afschenkt. Dat wasschen met benzine behoort niet aan dienstboden te worden overgelaten, tenzij we zeker weten, dat ze snugger en betrouwbaar genoeg zijn om geen onge lukken te veroorzaken. En één ding is noodig, om een dergelijke besparing tot Ti werkelijk succes te maken we moeten de edele kunst van strijken in de perfectie beheerschen, of onze gar derobe gaat er erg huisbakken uitzien. En dan doen we heusch beter, de stoo merij te hulp te roepen. Maar wie han dig is met 't electrische ijzer ook wan neer er ragfijne stoffen onder liggen die kan 't gerust probeeren, en zal er pleizier van beleven! RAJA. In vele gevallen dient zeer nauwkeurig te worden onderzocht voor men kinderen straft. Menigmaal komt het voor, \dat men voor leugen houdt, wat goed be schouwd niets anders is dan kinderlijke fantasie. Men meent, dat dit met een leugenachtigen aard samenhangt, en toch kan men zich hierin deerlijk vergissen. Wanneer niet goed onderscheiden wordt en met tact opgetreden, zal men door straf, welke door het kind als een on rechtvaardigheid wordt gevoeld, omdat het niet loog in den strikten zin, bewer ken, dat het kind schuw wordt, schuch ter en in zich zelf gekeerd, wat van zeer fun es ten invloed kan zijn op het karak ter. Fantasie is geen leugen en daarom doet men goed, die twee terdege uit el kander te houden. Hoe nu kan men achterhalen wat al of niet fantasie bij het kind is? Door ver trouwelijk met den kleine te gaan praten, door zijn gedachten als het ware uiteen te warren en op den beganen grond terug te voeren. Men laat eenvoudig zijn fan tasie werken door het te laten verhalen wat het bedoelt, en al luisterend is er dan gelegenheid te over om het duidelijk te maken, wat werkelijkheid is en wat verdichtsel. Als men maar zonder meer straft, omdat het kind immers „liegt" schiet men te kort in de opvoeding, welke moeilijker is dan menigeen wel denken kan. J. K. W. Benoodigd: 2 M. stof van 140 c.M. breedte, M. satinet, een gesp. Ge maakt het patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt, en zoo op de stof legt, dat ge naast de beide voorpanden de ceintuur, naast het rugpand de beide mouwen (onder elkaar), den kraag en de schijn- zakken weg kunt knippen. Onder aan den mantel wordt een 6 c.M. breeds zoom bijgerekend, terwijl verder alles met een naad wordt uitgeknipt. Hierna rijgt ge schouder-, zij- en mouwnaden dicht, terwijl ge ook de voorkanten op de terugslaglijn omrijgt. Hierna wordt de mantel gepast, en wanneer het resultaat gunstig is, worden genoemde naden ge stikt en plat geperst. Van satinet knipt ge schuine biezen van 3 c.M. breedte. Deze worden langs de naden gestikt en overgestikt. Dikwijls wordt tusschen mantel en terugslag katoen of linnen ge legd. Bij de tegenwoordige stoffen is het niet noodig. De onderkant der mouwen wordt ook met een schuine bies afge werkt, die op de vereischte mouwlengte mee naar binnen wordt geslagen en ste vig opgezoomd. Bij het inzetten der mouwen neemt ge den mouwnaad 4 c.M. meer naar voren dan den zijnaad, terwijl de rafels met een schuine bies worden weggewerkt. Onder aan den mantel wordt de zoom op lengte ingemaakt, terwijl zoom en terugslag tegen elkaar in worden gezoomd. De kraag wordt 54 c.M. lang en 17 c.M. breed geknipt. De zijkantjes worden dichtgestikt, waarna ge den kraag op de goede zijde langs stikt en aan den binnenkant opzoomt. Bij den tegenslag worden kraag en terugslag te gen elkaar ingezoomd, zoodat de naden zoo plat mogelijk worden. De ceintuur wordt 95 c.M. lang en 11 c.M. breed ge knipt, dübbel gestikt, en omgehaald. De schijnzakjes knipt ge 14 c.M. lang en 11 c.M. breed, stikt ze dubbel, en stikt ze op de daarvoor bestemde plaats aan drie kanten op. De mantel sluit door middel van de ceintuur. DINY. Teere stoffen, strooken, randen, gol-- vende lijnen, lang, zeer lang, normale taille-lijn, en een oneindige variatie bloempatronen, dat zijn de zomerjapon- nen, meer dan ooit vrouwelijk. Wat een geheel andere verschijning, de kortgerokte, rechtlijnige vrouw van eenige zomers terug, of deze lieftallige verschijning in haar teere japon, met haar breedgeranden stroohoed. No. 1 op onze teekening. Japon van gebloemde voile, crêpe georgette, crêpe organdie, of een ander teer weefsel. Even onder de buste-lijn ziet men een ruime, korte strook, van dezelfde stof aange bracht, deze strook loopt niet achter door. De klok-volants ontstaan van voren en loopen steeds langer naar opzij. De vo lants zijn echter even lang als opzij. De onderkant van den rok is gelijk. Ceintuur van dezelfde stof op taille-hoogte, lange mouw, met klein, ruim strookje. No. 2. Gebloemde japon van teer ma teriaal. De ruime achter-volant begint aan de zijkanten. De vlinderkraag, van effen crêpe geor gette, is van voren even over den schou der, en valt langer op den rug. De mouw is met effen crêpe gegarneerd. Ceintuur op taille-hoogte. No. 3. Japon van soepele stof, in effen of gebloemd. Dit model heeft als garnee ring een dubbele schouder-volant, de mouw is even onder den elleboog, met een volant rondom gegarneerd. In den rok is een biais gezet, het middenstuk tusschen de biais is klokkend. De rok hangt gelijk van onderen. INTERIM Ik zal maar weer beginnen met het beantwoorden van vragen. Het eerst is nu aan de beurt de dame, die, tot haar groo- te spijt, de recepten is kwijt geraakt van Deventer koek en van appeltaart. Mis schien verkeeren er* wel meer van onze lezeressen in dat geval en anders zijn er zeker wel nieuwelingen bij gekomen in ons kringetje die ik ook 'n plezier kan doen door die recepten hier nog eens te geven. Deventer koek. Op een pond bloem neemt men hiervoor; Liter koud wa ter, 3 ons basterdsuiker, 1 ons sucade, 1 ons snippers, 3 theelepels nagelgruis, 3 theelepels kaneel, 2 theelepels dubbel koolzure soda en een weinig zout. Men zeeft de bloem met de dubbelkoolzure soda, voegt suiker, snippers, sucade en kruiden erbij en het zout en roert er dan langzamerhand het water door. Men krijgt dan een slap deeg, dat men dadelijk m den vorm doet, dien men tevoren met boter of sla-olie heeft ingesmeerd. De vorm mag niet verder dan voor drie-kwart gevuld worden met het deeg. De koek moet ongeveer een uur bakken in Ti matig warmen oven. Zoodra hij uit den oven komt strijkt men er met 'n kwastje koud water over heen; daardoor wordt de korst mooi glanzend. Snippers zijn, naar ik hoorde, niet over al te koop. Daarom heb ik geprobeerd of de geconfijte oranjesnippers die we zelf maken er ook voor te gebruiken waren en dat ging best. Ik bewaar daarvoor de schillen van de sinaasappelen, wasch ze flink af èn kook ze dan tot ze zacht zijn. Dan haal ik al het wit er af, wat dan heel gemakkelijk gaat als ik de vierde parten schil plat op 'n plankje leg en snij ze dan op het plankje in heel fijne snippers. Die kook ik in een suikerstroopje van 2 lepels suiker en X lepel water tot ze doorschijnend zijn en visch ze dan uit de stroop om ze op een met suiker be strooid bord te laten drogen. Zulke snip pers kunnen 'n heelen tijd bewaard wor den en, zooals ik al zei, ze zijn uitstekend te gebruiken in de Deventer koek. Appeltaart. Ik gebruik hiervoor platte ronde bakblikken met 'n klein opstaand randje, zooals die voor de Limburgsche vlaaien worden gebruikt. Mijn blikken zijn 27 c.M. in doorsnee groot. Voor de korst van twee zulke taarten neem ik 4 ons bloem, 1 'A ons suiker, 114 ons boter, 1 ei, de luchtig af geraspte schil van 'n citroen, 'n scheutje melk en de helft van 'n pakje bakpoeder. Ik nam vroeger 'n heel pakje, maar ik heb ontdekt dat 'n half pakje heel voldoende is. De bloem zeef ik met het bakpoeder, daar snij ik, met twee messen, de boter door, doe er dan de suiker bij, het ei en *n klein scheutje melk. Dat kneed ik alle maal vlug door mekaar tot 'n stevigen deegbal die niet meer vastkleeft. Ik ver deel het deeg in tweeën, midden op ieder bakblik zoo'n deegbal en kneed die van daar uit tot het blik en 't opstaande randje er gelijkmatig mee bedekt is. Na tuurlijk maak ik tevoren altijd m'n vor men klaar. Eer ik met het deeg begin, besmeer ik ze overal met boter, strooi er dan bloem over en klop die er weer af, zoodat er enkel 'n heel dun laagje op blijft liggen. Voor appeltaart moet men appelen heb ben die heel goed gaar worden en wat dat betreft gaat er niets boven onze Holland- sche reinetten. Ik schil die, boor de klok huizen eruit en snij ze dan met het kom- kommerschaafje in zeer dunne schijfjes. De minst mooie leg ik er eerst op en de mooiste schijfjes komen in de bovenste laag, in nette kringen keurig over elkaar gelegd. Ik druppel er 'n beetje citroen sap over heen en strooi er dan flink suiker over. De taart moet ongeveer 20 minuten bakken. Voor de vulling van zoo'n taart kan men, inplaats van appelen, allerlei nemen. Rijstevlaai en griesmeelvlaai is ook echt lekker en voedzaam. Ik neem dan 'A ons rijst of griesmeel op 14 Liter melk waarin ik 'n stokje vanille heb afgetrok ken en kook ze op de gewone manier met suiker. Dan roer ik er, van het vuur, 'n goed geklutst ei door en strijk het uit Over het deeg, eer het den oven in gaat Voor andere soorten van vlaai bak ik het deeg apart en later, voor het gebruik, doe ik dan hét vulsel op de korst. Omdat dat zoo goed kan bak ik altijd twee vlaaien tegelijk, ook als ik er maar een- t|e dadelijk wil gebruiken. Het gaat dan, om zoo te zeggen, in een moeite en kosten door, en. een enkele korst kan uitstekend 'n week en desnoods nog langer bewaard worden. Het vulsel daarvoor maak ik dan natuurlijk pas vlak vóór het gebruik en dat strijk ik op de korst als het nog heet is. Allerlei compóte kan er voor ge bruikt worden. Neem ik er gedroogde pruimen voor dan haal ik die door den vleeschmolen, als ze geweekt en ontpit zijn. Ook appelmoes kan men er voor nemen. Nu in dezen tijd neem ik meestal rhabarber er voor. Ik kook die op de ge wone manier en roer er, van het vuur, een blaadje opgeloste roode gelatine door. Dat geeft er zoo'n mooi kleurtje aan en stijft de rhabarber wat op. Wil ik 't héél lekker hebben dan roer ik er ook nog "n eierdooier doorheen. Het eiwit klop ik zoo stijf mogelijk en als ik de rhabarber op het deeg heb uitgestreken, gaat het ei wit er overheen. Dan zet ik de taart nog Ti poosje in 'n matig warmen oven tot het eiwit bros is en licht bruin. Garneering van eieren. Nu de eieren goedkoop zijn, worden er natuurlijk ook meer gebruikt dan in dure tijden. Ik geef ze ten minste vaak, in plaats van visch of vleesch en 't lijkt telkens wat anders, omdat ik er altijd wat moeite voor over heb. Je kan, bijvoorbeeld, hard gekookte eieren gewoon in de schaal op tafel brengen. Maar het ziet er dadelijk al heel anders uit als je ze tevoren pelt en dwars doorgesneden op de sla legt. Neem er nog 'n beetje mayonnaise bij op iedere ei-helft en 'n klein takje peter selie en 't ziet er alweer leuker uit. Snij de eieren over de lengte in vieren, snij van die vierde parten 'n klein stukje af, zoodat ze staan kunnen en zet er daar telkens drie van met de witte ruggen tegen elkaar aan, dan zult u eens zien, wat 'n aardige versiering of dat is. Ook snij ik me harde eieren wel eens in achtste parten, als ik 'n schotel wil gar- neeren en leg er dan drie, in den vorm van 'n bloem met de punten tegen elkaar; 'n heel klein wortelenschijfje of 'n peter selieblaadje in 't midden en 't ziet er wat leuk uit. Gevulde eieren. Daar kan je ieder klein restje van vleesch of visch voor gebrui ken, of wat fijn gesneden sla. Ik snij de hard gekookte eieren dwars door, haal de dooiers er voorzichtig uit, roer ze door me restje met 'n beetje peper en zout en mayonnaise, snij 'n klein kapje van de eieren, zoodat ze kunnen staan en doe het vulsel er weer in. Ook snij ik de eieren wellis in de lengte door, vul ze en plak ze weer tegen mekaar, maar zóó, dat er van het netjes gladgestreken vul sel nog 'n streep te zien komt. Van onde ren wordt er weer 'n plakje afgesneden en dan zet ik ieder ei op 'n schijfje to maat. Van eieren met tomaten en sla kan je altijd 'n mooien schotel maken. Hard gekookte eieren met\'n tomatenhoedje, op 'n bedje van sla zijn prachtig om te zien. En weet u wat er ook zoo leuk uitziet? Harde eieren dwars door midden gesne den, met een schijfje tomaat tusschen die twee helften en 'n schijfje biet of wortel er boven op. Ook zet ik leder half ei wellis op 'n klein sneedje geroosterd brood en vlak voor het'opdoen giet ik er dan 'n kerry- sausje om heen. Op al die manieren kunnen we iet6' feestelijks geven aan 'n heel eenvoudigen maaltijd. En als we dan rondom ons vroolijk glinsterende oogen zien, voelen we ons meer dan beloond voor alle moei te, waar of niet? ADRIANA KNUIST—POLLEPEL. We zijn weer bijna in het reis- en vacantieseitoen aanbeland en het is weer de tijd dat we er aan beginnen te denken onze koffers te pakken voor korter of langer verblijf in de bosschen of aan het zonnige strand, in binnen- of buitenland. Zoolang de kinderen nog geen va- cantie hebban, trekken we er soms de laatste dagen der week al eens op uit om een gezellige week-end bij familie of vrienden door te brengen. Zonder groote bagage, alleen maar met een klein koffertje, waarin het hoognoo- dige gepakt is voor het toilet en niets meer of anders. Maar noch in dit kleine koffertje, noch in den „groote vacantie"- koffer mogen ontbreken een paar van die heerlijke, luchtige, lichte reis- of kamer pantoffeltjes, waaraan je soms zoo'n be hoefte kunt hebben, 70oral na 'n lange vermoeiende wandeling, of 's morgens vroeg tijdens het aankleeden. Je kunt ze zelf zoo goed vervaardigen. Ze kosten bijna niets en met een beetje goeden smaak maak je er iets schattigs van. Je hebt er alleen voor noodig drie kleu ren jumperwol, 'n haakpen en een paar dunne vilten zooltjes, die je bij den schoenenwinkel haalt volgens je eigen voetmaat. Begin met sprekende kleuren wol te kiezen, bijv. beige of grijs met bleu en terra voor de strepen. Zet op vijf kettingsteken beige. lste toer: 2 stokjes in de 2 eerste ket tingsteken, 3 stokjes in den middelsten kettingsteek en 2 stokjes in de twee laat ste kettingsteken. 2de toer: stokjes, in de middelste 3 stokjes, vervolgens stokjes steeds boven elkaar zonder losse ertusscfcen. 3de toer: dito, telkens in de middelste S stokjes, waardoor men een soort visch- graatvorm krijgt voor bet bovenstuk op den voet. 4e en 5e toer bleu. 6e en 8ste toer beige. 2 toeren vaste van terra-wol. 3 toeren beige. 2 toeren bleu. 3 toeren beige. Meten of het wreefstuk hoog genoeg is. Nu gaat men voort om de beide zij kanten van het pantoffeltje te haken. 19de toer begint met 6 steken beneden de punt van net wreefstuk, zoodat men dan 15 a 16 vaste heeft te haken van terra. 20e toer dito van terra en vervolgens 3 toeren beige stokjes, 2 toeren bleu, 3 beige, 2 toeren vaste van terra, 3 toeren beige, 2 bleu, 4 toeren beige, 3 toeren terra voor midden achter. Daarmede is de eene zijkant klaar en den anderen kant haakt men dito tot den 4den en laatsten toer beige welke men in den laatsten toer terra van den anderen zijkant vasthaakt. Rond den bovenrand haakt men nu 'n rand van stokjes en 3 losse steken tel kens, waar doorheen men een beige elastiekje trekt, dat men vastnaait op de wijdte rondom den enkel. Nu bevestigt men de zooltjes er onder met stevig dun touw. De punt boven op den voet wordt terug geslagen en daarop plaatst men een groote, brutale toef van verschillende kleuren wol of van één effen kleur. Dat is de „finishing touch" van het geheel Men kan natuurlijk ook andere kleuren wol nemen. Het effect is immer goed, als men maar voor frissche sprekende tinten zorgt. LINA GERBSEK. Een reeks van kussens ziet u hier af gebeeld met verschillende ideeën van bewerking. Over het langwerpige vier kante kussen loopt een band van bloe men. We trekken voor deze bloemen on gelijke cirkels en festonneeren die met een langen steek, afwisselend lang en kort, twee rijen boven elkaar. De blaadjes zijn van gewone lange steken. Op de teekening ziet u ongeveer de Het vierkante kussen ziet u op dezelf de manier in de hoeken bewerkt. Bizonder mooi voor een donker kus sen is no. 3, waarvan de punt geheel opgevuld is met witte madeliefjes met rechte steken van goudgeel in het hartje. U plaatst de cirkels, ook die van de kleine cirkels, zoo dicht mogelijk bij el kaar. U kunt ze met den passer teeke nen, als u de stof op een tafel spant. 1 verdeeling. Het is gemakkelijk genoeg, als u maar zorgt de cirkels binnen den reep te trekken. De reep is ongeveer 4 y3 c.M. breed en wordt met een afste kende kleur draad op het kussen gere gen, om te zien dat men binnen de baan blijft. De baan loopt tot op 2 c.M. van de zijkanten van het kussen. Op een licht kussen kiezen we sprekende, don kere kleuren, doch op een zwart kussen goed afstekende kleuren, licht lila, zee groen, rose, zacht geel, oranje, enz. zijn geschikt voor een zwart, of donker zij den, of fluweelen kussen, terwijl diep blauw, karmozijnrood, mauve, donker geel, donker groen voor een licht, linnen kussen beter geschikt zijn. We bewerken in wol of dikke zijde. Is de bloemrand gewerkt, dan vullen we het geheele vak tusschen de rijgdraden op met kort op elkaar liggende rijg- steekjes, zwart voor een licht kussen, zacht geel voor een donker kussen. Dit geeft een werkelijk aardig effect. De madeliefjes-steek wordt voor de bloemblaadjes gebruikt. Hetzelfde ziet u voor het ronde kussen, waarvan de rand van zwarte zijde en het middenstuk van diepzwart fluweel is. De witte made liefjes staan er prachtig op. Daarnaast ziet u dezelfde bloem, toe gepast in een andere verdeeling. U kunt dan een gekleurd kussen hebben met los opgewerkte donkere cirkels, waarop de madeliefjes komen. We nemen voor dit soort kussens een zwarten ondergrond, omdat die kleur het beste contrasteert met de spierwitte madeliefjes en omdat het de meest neutrale tint is, om bij uw meest gekleurde overtrekken te pas sen, doch heeft u liever kleuren, donker bruin, met gele madeliefjes, mauve met wit, is ook heel mooi. Voor een lichtkleurig kussen met dezelfde bloem- bewerking kan genoemd worden parel grijs met mauve bloemen en gele hartjes, geel kussen, bruine bloemblaadjes, gele hartjes. ANEMOON. van al onze modellen, die genummerd zijn boven 4000, zijn verkrijgbaar aan „Het Patronenkantoor, Postbus No. i, Haarlem. Onberispelijke coupe. Dameskleeding in de maten 88, 96, 104 bovenwijdte, af 0.55. Kinder kleding, alleen yoor den in de beschrijving genoemden leeftijd a f 0.35. Bij elk patroon handleiding voor het knippen en naaien, benevens een verkleinde patroon- tcbêts. Franco toezending, direct na ontvangst van bestefr lingmet het verschuldigde bedrag aan postzegels im» gesloten, waarbij vermeld naam en adres, nummer van het model en het blad, waarin het voorkomt ev bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam recht onder de armen door, gewoon glad, zonder extra toegift.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7