dBinnenlandsch Nieuws
I
m,
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
De les van Arnhem
Het Koninklijk bezoek
aan Parijs
De gestolen auto
KERKNIEUWS
GEMENGD NIEUWS
FAILLISSEMENTEN
Wie hebben het aan de arbeiders
voorgedaan?
Op de Pinksterdagen werden te Arnhem
internationale sportwedstrijden en sport-
demonstraties gehouden, georganiseerd
door de Socialistische Arbeiders-Sportver-
eeniging. De redactie van de „Sint Jans-
klokken" publiceert het volgend artikeltje
van de hand van R. M„ redacteur der „Nij-
meegsche Kerkklokken", dat niet alleen
voor Arnhem ol Nijmegen van belang is:
„De verontwaardiging over de Pinkster-
sportvertooning van den N.A.S.B. te Arn
hem is zoo zachtjes aan al weer geluwd.
Wees gerust', de kans om zich te ver
ontwaardigen zal zich nog wel eens her
halen. Het Arnhemsche geval staat niet al
leen. Is geen toevaligheid. Het is een zeer
logisch volgende episode in de geschiedenis
onzer zedenverwildering.
Zooals bij dergelijke gebeurtenissen te
doen gebruikelijk is, zoekt men ook in
Arnhem naar de schuldigen.
Heeft de burgemeester schuld?
Heeft de politie schuld?
Heeft het bestuur van den N. A. S. B.
schuld?
Heeft misschien de S. D. A. P. schuld?
Wie heeft eigenlijk de schuld, dat het
grootste deel van Amhem's bevolking zich
op den tweeden Pinksterdag zoo verschrik
kelijk geërgerd heeft?
Gewichtige vragen?
Het juiste antwoord wordt er toch niet
op gegeven en daarom laat ons die soort
van sehuldzoekerij bijna onverschillig.
Maar bij de interpellatie in den Arnhem-
schen Raad heeft een S. D. A. P.-er iets
gezegd, wat ons veel meer interesseert.
De man, die de bestrijding dier sportde-
monstratie benepenheid vond, constateerde,
dat volkomen eerbare vrouwen van alle rich
tingen in schouwburg en elders een klee
ding dragen, waar men ook aanstoot aan
zou kunnen nemen.
Deze socialist heeft, wat dit laatste betreft,
volkomen gelijk.
En meer dan dat. Hij wijst de richting
aan, waarin de ware schuldigen van die
Arnhemsche vleeschvertooning moeten ge
zocht worden.
Wie hebben het aan de arbeiders vóórge-
daan?
De hoogere standen.
Zeg nu niet, dat deze nooit dergelijke op
tochten gehouden hebben, want dat heeft
met de zaak niets te maken.
Wie hebben zich op gebied van kleeding
het eerst aan 'n mode onderworpen, die
op 'n veel geraffineerder manier speculeer
de op de zinnelijkheid van den mensch,
dan de grove naaktheid der sportmenschen
vermag op te wekken?
Hebben de arbeiders het moderne badleven
in Europa geïmporteerd of is het organi-
seeren van schoonheidswedstrijden van hen
uitgegaan?
Nu de arbeiders op hun manier en naar
hun vermogen hetzelfde gaan doen, wat ze
van de „élite" zagen, nu wordt er ach en
wee geroepen. Maar het is nog een groote
vraag of er onder de vele „schandaal
roepers" over het Arnhemsche geval niet
menig schuldige aan dat schandaal rond
loopt.
Natuurlijk vinden degenen, die het niet
met mij eens zijn, een groot verschil tus
schen den bewusten optocht en wat ik er
ten slotte als oorzaak van aanwijs.
De kleeding in dien optocht was
„shokking"; de kleeding van onze dames
der groote wereld „gedistingueerd".
Het aldus aangegeven verschil zit in de
woorden, maar niet in de zaak zelf. Het
gaat om hetzelfde beest, dat in den mensch
leeft en waarvoor ieder mensch den plicht
heeft den anderen te beschermen. Het gaat
over*' een verwording van het schaamte
gevoel, dat op den len Pinksterdag in Arn
hem eens eventjes duidelijk werd bekend
gemaakt aan de gedistingueerde wereld,
waarvan het er ook al een hoop verloren
hadden.
Dat is in alle geval een goede les geweest.
Als ze nu maar verstaan wordt!"
Journalistiek
De heer Paul de Waart, redacteur van ,Jf>e
Tijd" zal in dienst treden van den K.R.O
Met ingang van 15 Juli a.s. is hij benoemd
tot leider van de propaganda-afdeeliiig ter
wijl hij tevens als redacteur zal verbonden
worden aan den Kath. Radio-Gids.
De heer Hugo van den Broeck, thans poli
tiek redacteur van „De Tijd", is benoemd
tot lid van de hoofdredactie van de „Lim
burger Koerier" te Maastricht.
Giften voor de armen en voor
de politie
De koningin heeft aan de gemeente Parijs
frs. 25.000 geschonken voor de armen van
de stad en frs. 10.000 voor het herstellings
oord voor Parijsche politie-agenten, ge
sticht door mme. Chiappe.
De heeren De Castellane, voorzitter van
den Parijschen gemeenteraad; Renard, pre
fect van de Seine en Chiappe, prefect van
politie, betuigden de koningin hun harte-
lijken dank voor deze edelmoedige bewijzen
van sympathie.
Verklaring van den heer Aristide Briand
De heer Aristide Briand, ministe. van
buitenlandsche zaken neeft tegenover den
Parijschen correspondent van het „Hbld." de
volgende verklaringen gedaan:
,Het bezoek dat Hare Majesteit de Ko
ningin der Nederlanden en de koninklijke
familie wel aan de Koloniale tentoonstelling
te Parijs hebben willen komen brengen,
heeft de Fransche bevolking een buitenge
woon gelukkige gelegenheid verschaft om
in het publiek uiting te geven aan de spon
taan opwellende vriendschappelijke gevoe
lens die Frankrijk altijd ten aanzien van Uw
nobel land heeft gehad gevoelens die wel
bekend zijn aan den eminen^en vertegen
woordiger van Nederland te Parijs, mijn
vriend jonkheer Loudon, zooals ook aan al
uw landgenooten, die eenigen tijd hier heb
ben kunnen verblijven, en daardoor in nau
were aanraking met mijn landgenooten zijn
kunnen komen.
„Het is mij nog te aangenamer heden te
getuigen van den trouw dezer gevoelens,
aangezien ik reeds aan het Fransche regee-
ringsleven deelnam toen Hare Majesteit Ko
ningin Wilhelmina in 1912 te Parijs is ont
vangen.
„Laten wij ons er ten zeerste mee geluk-
wenschen, dat de prachtige deelneming van
de Nederlandsche regeering aan de Interna
tionale Koloniale tentoonstelling allen heeft
in staat gesteld beter kennis te maken met
den opmerkelijken koloniseeringsarbeid, die
door Nederland in Nederlandsch-Indië ver
richt wordt, en aldus te constateeren hoe
zeer onze beide landen, zoowel ver over de
zee als in Europa, blijven vasthouden aan
hetzelfde ideaal van vrede, orde en voor
uitgang'. Op dezen weg, waarop de Fransch-
Nederlandsche vriendschap zich slechts har
monisch verder voortbewegen kan, kan men
met vertrouwen de meest gelukkige voor
uitzichten voorzien van een nuttige, duur
zame samenwerking.
„Het is de taak van een pers, die haar
roeping inderdaad waardig is, zich steeds te
beijveren om al deze mogelijkheden van con
tact, wec'erzijdsch begrip en saamhoorig-
heidsgevoel te allen tijde in stand te hou
den."
Ontvangst ten stadhuize
Te half zes Zaterdagmiddag kwamen de
Koninklijke gasten per auto aan bij het
stadhuis te Parijs, waar zij door het Parij
sche gemeentebestuur officieel werden ont
vangen.
Ter ontvangst der hooge bezoekers waren
daar bij het gebouw aanwezig de president
van den Parijschen gemeenteraad, graaf de
Castelland, de prefect van de Seine, de heer
Renard de, politieprefect van Parijs, de heer
Chiappe en de Nederlandsche gezant te Pa
rijs, jhr. Loudon.
Langs de trap stond een eerewacht van de
garde de la République opgesteld, die H. M.
de Koningin de eerbewijzen bracht.
De hooge gasten werden eerst geleid naar
de „Cour du Centre", die tijdens de interna
tionale Koloniale Tentoonstelling als recep
tiezaal is ingericht en die prachtig met
groen en bloemen was versierd. Hier was
aanwezig een groot deel der leden van den
gemeenteraad (de sociaal-democraten wa
ren afwezig) en enkele andere autoriteiten
als de Fransche Mtnister van Koloniën,
PaulReynaud, maarschalk Lyautey en de
Nederlandsche gezant te 's-Gravenhage, de
heer Kammerer.
Alle aanwezigen werden aan de Konink
lijke familie voorgesteld en vervolgens be
gaf het gezelschap zich naar de eerezaal,
waar de thee en andere ververschingen wer
den rondgediend. De Koninklijke Familie
schaarde zich met de Fransche gasten om 'n
groote tafel, terwijl de andere aanwezigen
zich groepeerden rond de vele kleine ta
feltjes.
Tegen het einde der receptie stond graaf
de Castellane op en stelde een dronk in
op de Koninklijke Familie, waarop H. M. de
Koningin dadelijk antwoordde met het in
stellen van een dronk op den voorspoed van
de stad Parijs.
De kapel van de Garde de la République,
die in de zijzaal was opgesteld, speelde
hierna het „Wilhelmus" en de „Marseillai
se". Nadat de hooge gasten vervolgens hun
naam hadden geplaatst in het Gulden Boek
der stad Parijs, verlieten zij, uitgeleide ge
daan door de Fransche autoriteiten, het
stadhuis en reden onder het enthousiast
gejuich van het publiek, dat voor het stad
huis was samengestroomd, naar het gebouw
der Nederlandsche legatie in de Rue de
Grenelle.
In het gezantschapsgebouw hadden zich
op uitnoodiging van den Nederlandschen
gezant, jhr. Loudon, inmiddels zeer vele
leden der Nederlandsche kolonie te Parijs
verzameld. Ongedwongen bewogen de 3 a 400
gasten zich door de prachtige receptiever-
trekken en in den grooten, zoo keurig aan-
gelegden tuin.
Te half zeven verscheen jhr. Loudon op
het bordes aan den tuinkant, en kondigde
de komst der Koninklijke Familie aan. En
even later verschenen H. M. de Koningin,
H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins
Hendrik met de dames en heeren van hun
gevolg, aldaar.
Godsdienstoefening
De Koninklijke Familie is gistermorgen
per auto naar Parijs gereden en heeft daar
bijgewoond de godsdienstoefening in de St.
Mariekerk aan de Rue St. Antoine, waar
voorganger was ds. Comelle.
Vandaar keerde zij naar Chevreuse terug.
Des middags bezocht H. M. de Koningin
het in de omgeving van Chevreuse gelegen
oude klooster Port Royal.
Des avonds waren er aan den disch op
„Les Tilleuls" enkele gasten, o.a. ds. Con-
nelle en de vroegere lectrice van H. M.
de Koningin, mevr. De Joannies.
Het vertrek uit Parijs
Hedenmorgen te ongeveer 11 uur hebben
H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hen
drik per auto Chevreuse verlaten om zich te
begeven naar „Les Troisn Eöis" in den
Elzas, waar zij, zooals bekend, een week
zullen vertoeven, om vandaar naar Tirol te
vertrekken.
Voor haar vertrek heeft H. M. de Konin
gin nogmaals haar dank betuigd voor de
gastvrije ontvangst, welke haar overal is
bereid. Speciaal heeft H. M. de Koningin
daarbij haar bewondering uitgesproken voor
de Int. Kol. Tentoonstelling, waarbij zij
haar groote ontvankelijkheid uitsprak voor
de zoozeer door haar gewaardeerde geste
der Fransche autoriteiten om Vrijdagavond
de sprookjesachtige tooht over de tentoon
stelling te doen eindigen bij de Nederland
sche afdeeling.
H. K. H. Prinses Juliana blijft nog tot
Vrijdag in Chevreuse en zal vandaar nog
verschillende tochten maken en bezoeken
afleggen. Zoo zal zij hedenavond de voor
stelling van de „Comedie Frangaise" te Pa
rijs bijwonen.
Anti-Papisme en Kaascontröle
Neutraal station te Utrecht gevraagd.
Dezer dagen had te Utrecht de algemee-
ne vergadering plaats van het kaascontrole-
station aldaar, waarop ingevolge de nieuwe
statuten zes bestuursleden uit de aange
slotenen werden gekozen. De overige zes be
stuurders worden aangevuld door de land
bouworganisaties en Ged. Staten van
Utrecht. Op deze bijeenkomst werden alleen
niet katholieke bestuursleden gekozen.
Naar aanleiding van dit laatste hield de
kring Utrecht van den A. B. T. B. een
buitengewone vergadering, waarin de hou
ding t.o.v. het station werd vastgesteld. Dr.
ir. Boekei woonde namens mr. Winterman,
waarn. inspecteur van het Zuivelwezen, de
vergadering bij.
De heer H. Ruijter, le secretaris, hield een
inleiding over het onderwerp„antipapisme
of kaascontrole."
Nadat de spreker een uiteenzetting had ge
geven van het verloop der actie in het
station, waarbij hij er o.a op wees, hoe de
voorzitter van het station, de heer De Beau
fort in de laatst gehouden vergadering zei,
dat de heer Fikse aan den minister onware
dingen schreef, stelde hij voor, om den mi
nister mede te deelen, dat de A.B.T.B. niet
genegen is, twee bestuursleden rJet-aange-
slotenen te benoemen, omdat door de oppo
sitie aan dit technisch station een uitge
sproken anti-katholiek karakter is gegeven
en dat onder hen, die door de leden tot
bestuurders gekozen zijn, zich drie personen
bevinden, welke als uitgesproken, tegenstan
ders van de kaas-controle bekend zijn. Spr.
protesteerde er tegen, dat in strijd met de
bepalingen van de ministerieele beschikking,
volgens welke zij de belangen van een sta
tion niet mogen schaden, deze heeren ge
kozen zijn. Aan hen, aldus spr., willen wij
het heil van de kaascontrole niet toever
trouwen.
Algemeen keurde de vergadering de ziens
wijze van het bestuur goed. Hierna werd het
bestuur opgedragen de noodige voorberei
dende stappen te doen om, indien er geen
wijziging komt in de samenstelling der zes
gekozen leden een neutraal kaascontrole-
station op te richten, waarbij alleen de be
langen der controle zullen, gelden.
R. K. Jonge Werkgeversvereeniging
Derde Lustrum
De Katholieke Jonge Werkgeversvereeni
ging heeft haar derde lustrum met een twee-
daagsche bijeenkomst in Paviljoen „Victoria"
te Scheveningen gevierd.
Om half twee Zaterdagmiddag had een
samenkomst van de leden en hun genoodig-
den, die aan het lustrum deelnamen, in ge
noemd paviljoen plaats.
Na een lunch had de algemeene vergade
ring plaats.
De voorzitter, de heer A. v. d. Lugt, opende
deze vergadering met een korte toespraak,
waarin hij de aanwezigen welkom heette.
Na goedkeuring van de notulen der vorige
vergadering, bracht de secretaris, mr. J. M.
v. Gilse, rapport uit over het afgeloopen
boekjaar. Verschillende kringen en plaatse
lijke clubs ontwikkelden een verheugende ac
tiviteit. Op 19 September a.s. zal te Haarlem
een plaatselijke afdeeling worden gesticht,
terwijl nog een andere plaatselijke afdeeling
in voorbereiding is.
Het aantal leden der vereeniging bedraagt
thans 364; dat der donateurs 132.
Vervolgens werd verslag uitgebracht van de
kringen en plaatselijke afdeelingen door de
heeren mr. M. de Kort, van Marrewijk, v.
Heijst, H. de Beer, J. Meeus, ir. W. A. Boe-
kelman, G. de Nivelle en Rodenberg.
Onder algemeen instemmend applaus stel
de de voorzitter voor tot oprichting van
kring VI (Groningen) over te gaan. Hij zal
omvatten de provincies Groningen, Friesland,
Drenthe en Overijsel benoorden de lijn Om
men, Kampen, Zwolle.
Uit het financieel rapport van den pen
ningmeester, den heer P. J. Th. Marres,
bleek dat de rekening dit jaar sluitend is op
een bedrag aan inkomsten en uitgaven van
f 10248. Het financieel beleid werd goedge
keurd en den penningmeester werd décharge
verleend.
De commissie tot nazien van het financieel
verslag, bestaande uit de heeren J. A. Duyn-
stee en G. H. de Nivelle, stelde voor degenen
die na de vierde aanbieding van de kwitantie
hun contributie niet betaald hebben, als lid
te royeeren. Voorts deed de commissie ver
schillende bezuinigingsmaatregelen aan de
hand. Een en ander zal een punt van over
weging uitmaken tusschen de commissie en
het bestuur.
De periodiek aftredende penningmeester de
heer Marres, werd bij acclamatie herkozen.
Een voorstel van het hoofdbestuur om den
heer L. Janssens Czn., oud-voorziter der
Het dorpje Harper Cross in Sussex ligt
eenzaam en verlaten te midden van uitge
strekte bosschen. In dat dorp was ik de eenige
dokter en. omdat ik nooit een blad voor mijn
mond nam, was er niemand zoo impopulair,
ja, ik mag wel zeggen, zoo gehaat, als ik.
Toch moesten de menschen mij laten roepen,
als ze me noodig hadden en ik kon er ver
zekerd van zijn, dat niemand het zou wagen
mij te laten komen voor het een of andere
wissewasje.
Ik was scheepsdokter geweest en aan dit
feit schreef men mijn ruwe manieren toe. 't
Is mogelijk!
Op een avond had ik juist een nieuw me
disch tijdschrift ter hand genomen, toen
mijn huisknecht mijnheer Ronnie Mackenzie
aankondigde.
Mackenzie is schilder en woont met zijn
jonge vrouw op eenigen afstand van mijn
huis.
„Ik wil nu niemand ontvangen", zei ik
tot den huisknecht.
„Meneer Mackenzie zegt, dat het dringend
is."
„Denk je soms, dat het me iets kan sche
len, wat meneer Mackenzie zegt? Laat hem
morgenochtend terugkomen."
Ik hoorde eenig gepraat in de gang, toen
ging de deur van mijn studeerkamer open
en Mackenzie trad binnen.
„Goeden avond, dokter. Ik ben bang, dat
mijn boodschap u niet geheel duidelijk is ge
weest. Ik
„Uw boodschap was even duidelijk als mijn
antwoord. Ik bezoek geen patiënten na 9
uur, tenzij mijn komst dringend noodig is."
Mackenzie negeerde dit laatste gezegde en
vervolgde:
„Mijn vrouw is zwaar ziek en ik zou u wil
len verzoeken
„Wat zijn de symptomen?", viel ik hem in
de reden.
„Ik vrees, dat mijn medische kennis niet
voldoende is, om
„U hebt toch oogen en ooren! Wat is er
met uw vrouw gebeurdeen ongeluk?"
„Zij heeft een hevigen schok gehad en zij
ligt nu te bed."
„Het beste is, dat u dan ook maar naar
bed gaat, meneer Mackenzie. Morgenochtend
kom ik wel even aan. Goeden avond."
Maar mijn bezoeker scheen er niet aan te
denken om heen te gaan. Integendeel, hij
nam een stoel en ging tegenover mij zitten.
„Ik blijf hier, totdat u met mij meegaat",
zei hij.
„Ik heb mijn arme vrouw beloofd met u
terug te keeren. Alleen kan ik haar niet weer
onder de oogen komen."
De gedachte, wie weet hoe lang nog, in zijn
gezelschap te moeten vertoeven, leek me nu
niet bepaald aanlokkelijk.
„Kom dokter", drong hij nogmaals aan,
„niemand anders dan u kan mijn vrouw ge
ruststellen en haar pijn verzachten."
Ten slotte stemde ik toe en samen reden
wij door den donkeren nacht naar zijn huis.
Mevrouw Mackenzie lag in haar kamér,
waar slechts een flauw lampje brandde.
„Maak eens wat meer licht!" beval ik.
„Waar zit de pijn, mevrouw?"
Zij wees op haar hart.
„Sinds wanneer hebt u die pijn?"
,,'t Is vanavond begonnen Het spijt me zoo,
dat ik u moest laten roepen op dit late uur,
dokter."
„Mij spijt het nog veel meer dan u, want
u bent heelemaal niet ziek, alleen nerveus.
Als u maar werken moest, mevrouw, dan lag
u hier niet, maar dat luie leven maakt de
vrouwen allemaal zenuwachtig."
„Maar dokter!", riep mevrouw Mackenzie
geprikkeld uit.
„Het is precies, zooals ik het u zeg. Goeden
avond."
In de gang hield Mackenzie mij staande
en vroeg mij een whiskey-soda met hem te
drinken in zijn atelier en hem alles van de
ziekte zijner vrouw te vertellen.
„Mijn whiskey is ongetwijfeld beter dan de
uwe en bovendien heb ik u niet6 te vertel
len. Uw vrouw mankeert niets. Laat haar
maar eens flink werken, in den tuin bijvoor
beeld. En nu ga ik vlug naar huis."
„Ik ben u zeer dankbaar voor uw komst,
dokter; uw diagnose is gelukkig nogal ge
ruststellend."
Mackenzie deed mij uitgeleide tot het hek
van den tuin, waar ik mijn auto neergezet
had.
„Uw wagen rijdt prettig, dokter", zei hij.
„Zoo, vindt u? Dank u voor uw apprecia
tie."
Plotseling gaf ik een kreet van schrik.
De auto stond er niet meer
„Ik meende al, dat ik het knarsen van
wielen op het pad hoorde, toen ik de lamp
voor u ging halen; zei Mackenzie.
„Kijk eens dokter, uw wagen is gekeerd,
de sporen zijn nog duidelijk zichtbaar."
Eén oogenblik stond ik sprakeloos.
„U moet er mij niet op aankijken, dokter.
Mijn schuld is het niet. De gedachte, dat er
hier in Harper Cross een auto-diei zou zijn,
is nooit bij mij opgekomen. Er hebben reeds
zoo dikwijls auto's voor mijn huis gestaan,
maar zij werden nimmer gestolen!"
„Als u niet zoo'n nerveuze vrouw getrouwd
had, zat ik nu rustig thuis te lezen en mijn
wagen stond nog veilig in de garage."
„Ik moet u nogmaals mijn spijt betuigen
dokter, maar ik kan er werkelijk niets aan
doen."
Daarna keerde Mackenzie op zijn schreden
terug.
Toen ik thuis kwam, belde ik onmiddellijk
de politie op.
Ongeveer tegen middernacht werd ik ge
waarschuwd, dat mijn wagen bij het station
te Shimwell Common door een slanken, jon
ge man was neergezet, die vervolgens een
kaartje naar Plymouth had gekocht.
Steeds bleef ik in verbinding met de poli
tie, die echter geen spoor van den onverlaat
kon vinden.
Toen brak de oorlog uit.
Spoedig nam ik dienst als scheepsdokter.
Op een avond, dat ik vrij was, zat ik met
nog eenige officieren te praten, toen Cor-
mack, commandant van een duikboot, en be
giftigd met het Victoria Kruis, binnentrad.
Er ontspon zich al dadelijk een levendig
gesprek tusschen hem en een ander officier.
„Ik heb het maar nét op 't kantje af kun
nen halen", hoorde ik hem na eenigen tijd
zeggen.
„Ik was in Sussex bij mijn zuster en zwa
ger gelogeerd, in een gat van een dorp. Plot
seling ontving ik het bevel mij in te schepen.
Officieel had ik eigenlijk heelemaal niet in
Sussex moeten zijn, maar het was nu een
maal zoo. Ik wist niet, wat ik moest begin
nen. Het station lag op tien mijl van het
huis van mijn zuster verwijderd en de eenige
trein dien ik nemen kon, vertrok binnen
een uur. In het heele dorp was maar één
auto...."
„En dien heb je natuurlijk dadelijk be
steld?"
Cormack schudde het hoofd. „Die was van
een ouden brompot van een dokter een
echten bullebak. Ik behoefde bij hem heusch
niet aan te kloppen om zijn wagen te leenen;
hij zou hem zelfs niet aan den koning uit
geleend hebben!
Toen bedacht mijn zuster een list, zij hield
zich doodziek en mijn zwager, Ronnie Mac
kenzie, ging den dokter halen.
Nauwelijks had deze zijn wagen voor hun
huis neergezet en was hij naar binnengegaan,
of ik stapte in den auto en reed als een pijl
uit den boog naar het station, waar ik nog
juist tijd had om een kaartje te nemen naar
Plymouth."
Hierna wachtte Cormack even, waarna hij
lachend vervolgde:
„Ik zou het gezicht van dien ouden escu-
laap wel eens hebben willen zien, toen hij
bemerkte, dat zijn twoseater verdwenen was!
Wat zal hij te keer gegaan hebben!"
Hij was het dus geweest!
„Eigenlijk was je dus een dief, Cormack",
zoo mengde ik mij plotseling in het gesprek,
„toen je m ij n wagen stal!"
„Uw wagen?"
„Ja en ik kan je wel zeggen, dat ik meer
dan woedend was, toen ik den diefstal be
merkte en dat ik alle pogingen in het werk
heb gesteld om je door de politie te laten
pakken. Maar je was ons gelukkig te
vlug af! Hier is mijn hand, Cormack......
Ik ben er trotsch op, al is het dan ook
geheel buiten mijn wil gebeurd, dat ik in
staat ben geweest mijn land een dienst te
bewijzen."
K. J. W. V. te benoemen tot eere-lid der
eeniging werd onder applaus met algemeene
stemmen aangenomen.
Door de heeren Jul. Aghina, A. C. Coster,
K. J. Duynstee en J. v. Heyst was een voor
stel ingediend om een commissie in te stel
len, die tot taak heeft plannen ter reorga
nisatie der vereeniging uit te werken en om
deze oommissie opdracht te geven uiterlijk
op 1 October a.s. deze plannen bij het hoofd
bestuur in te dienen, teneinde deze voor te
leggen aan de eerstvolgende algemeene ver
gadering.
Het hoofdbestuur nam op zich het reorga
nisatie-denkbeeld van de voorstellers te be-
studeeren en eventueel op de volgende ver
gadering met voorstellen te komen.
Na rondvraag sloot de voorzitter de verga
dering op de gebruikelijke wijze.
Zondagmorgen werd bet feest kerkelijk
gevierd in het St. Aloys'uscollege. Pater dr.
Borret droeg de H. Mis op, waaronder de
geest, adviseur prof. dr. Weve O.P. een toe
spraak hield, waarin hij wees op 't voor
beeld, dat de Kath. arbeiders geven, die zich
door niemand in liefde voor de Kerk doen
overtreffen. De Katholieke jonge werkgevers
zullen zorg dragen daarin naast hen te
staan.
Na de H. Mis werd het Te Deum gezon
gen.
Des middags vond in „Victoria" een druk
bezochte receptie plaats.
Na de officieele lunch vond om 4 uur de
slotbijeenkomst plaats.
De groote slotvergadering
In den aanvang der groote vergadering
werd door den secretaris der lustrumcom
missie een reeks telegrammen en brieven
voorgelezen.
Voorzitter Van der Lugt sprak een enthou
siast begroetingswoord.
Prof. Aalberse met buitengewoon groot ge
noegen aanvaardend de uitnoodiging tot
spreken, wees er op, dat de H. Vader in zijn
nieuwe encycliek Quadragesimo Anno na
drukkelijk op de werkzaamheid der Katho
lieke jonge werkgevers rekent.
De Paus keurt af zoowel de onrechtvaar
dige aanmatiging van het kapitaal, dat te
veel voor zich neemt, de leer van het Man-
chesterdom, zijnde de leer dat het kapitaal
zich noodwendig ophoopt ten bate van den
gefortuneerde, arbeid beschouwt als koop
waar, den arbeid onderworpen doet zijn aan
de wet van vraag en aanbod.
De Paus keurt anderzijds af de bewering,
dat alles wat voorgebracht wordt en de ge-
heele opbrengst daarvan, na afschrijving en
herstel van kapitaal, rechtens aan de arbei
ders toekomt.
Volgens de encycliek moet het loon hooger
zijn dan wat voor het minimum van levens
onderhoud noodig is.
Het arbeidsloon moet men uit drie oog
punten bezien:
le. het onderhoud van den arbeider en
zijn gezin, waarmee dus veroordeeld wordt
arbeid door kinderen en gehuwde vrouwen;
2e. de toestand van het bedrijf, zoodat
eenerzijds de arbeiders geen loon mogen vra
gen dat het bedrijf niet dragen kan, doch
anderzijds slechte outillage van het bedrijf
mag niet een reden zijn tot loondruk; de
Paus dringt in dit verband aan op overleg
tusschen werkgevers en arbeiders;
3e. het algemeen welzijn, dat vordert dat
de werknemers ook tot een bescheiden bezit
kunnen komen.
Het economisch leven moet op een krach
tig leidend beginsel steunen: sociale recht
vaardigheid en liefde. Het bij den Hoogen
Raad van Arbeid liggende ontwerp-Ver-
schuur ligt naar sprekers meening geheel in
de lijn van hetgeen de Paus wenscht en van
de Katholieken mag dus volgens spreker al
lereerst worden verwacht, dat zij minister
Verschuur bij de totstandkoming van zijn
wetsontwerp steunen.
Het Internationaal Eucharistisch
Congres te Dublin
Het programma.
De voorbereidingen voor het Internatio
naal Eucharistisch Congres dat in 1932 te
Dublin zal plaats hebben, vorderen goed.
Reeds is het programma vastgesteld en
luidt als volgt:
12 Juni: Algemeene H. Communie voor
de vrouwen (op 19 Juni voor de mannen)
van geheel Ierland. Pontificale opening van
het triduum en aanbidding in alle kerken
van Ierland.
20 Juni 17 uur. Officieele ontvangst der
buitenlandsche bisschoppen door het Iersche
Episcopaat.
21 Juni: Feest van den H. Aloysius, pa
troon de jeugd. Algemeene Communie der
jeugd in geheel Ierland. Officieele ontvangst
van het Congres-comité.
22 Juni 15 uur: Officieele opening van
het congres in de kathedraal. In eenige
kloosters begint de eeuwigdurende aanbid
ding tijdens het congres. Uitstelling van het
Allerheiligste in alle kerken van Dublin. Om
12.30 's nachts pontificaal Lof met H. Com
munie. Toewijding der stad.
23 Juni 11 uur: Pontificale Mis in de
kathedraal.
In den namiddag algemeene vergaderin
gen in het universiteitscollege en in andere
localiteiten der stad. 's Avonds wapenschouw
der mannen in het Phoenix-park, toespraken
in het Iersch en het Engelsch. Zegen door
den kardinaal-legaat.
25 Juni: In den middag pontificaal Lof
voor de kinderen in het Phoenixpark.
26 Juni: Pontificale H. Mis in het Phoe
nixpark, opgedragen door den kardinaal
legaat. Processie en zegen met het Aller
heiligste door den kardinaal-legaat.
Het onderwerp der besprekingen tijdens
het congres wordt door den H. Vader vast
gesteld en later gepubliceerd.
Vastgesteld is dat de conferenties waar
schijnlijk in 15 talen gehouden zullen wor
den o.a. in het Iersch, Fransch, Spaansch,
Engelsch, Nederlandsch, Duitsch en Itali-
aansch.
Het Phoenix-park waarin de massa-verga
deringen en de pontificale diensten worden
gehouden, is het mooiste park der wereld.
Er is plaats voor 1 millioen menschen.
Na de H. Mis op Zondag trekt de Sacra
mentsprocessie 2 kilometer lang door een
prachtig woud waarna in het hart der stad,
de zegen met het Allerheiligste wordt ge
geven.
Ongeveer een half millioen congressisten
zullen aan het H. Sacrament voorafgaan.
Over de geheele lengte van den weg, dien
de processie trekken zal (6% kilometer) zijn
luidsprekers opgesteld.
Kano verongelukt
Een der inzittenden verdronken
Zaterdagmorgen had op den IJsel in de
nabijheid van Angerlo (bij Doesburg) een
tragisch ongeluk plaats.
Een tweetal Duitschers, afkomstig nit
Neurenberg, voer in een kano op de rivier.
Zij lieten zich door een motorboot slee-
pen.
Plotseling liep de kano door golfslag vol
water. Een der inzittenden kon zich nog
op de motorboot in veiligheid stellen, zijn
vriend de 25-jarige friseur Franz Watzeck,
verdween in de diepte.
De geredde, de 21-jarige H. Spath, deed
nog pogingen zijn vriend te redden, doch
het mocht hem niet gelukken.
Het lijk van W. werd eenige uren later
gevonden.
Opgegeven door v. d. Graaf Co. N. H-
(Afd. Handelsinformaties)
Uitgesproken 17 Juni:
A. J. van den Berg, broodslijter, Rotter
dam, Heer Nicolaasstraat 67a. R.c. Mr. Dr.
B. I. Zijlstra. Cur. Mr. F. A. Nelemans, Rot
terdam.
J. L. A. Kruisifix, Zaagmolenstraat 141 en
A. Tournier, Watergeusstraat 118, Rotter
dam, timmerlieden en aannemers, handelen
de onder den naam A. Tournier en Co.,
Rotterdamsche Rijweg 215 Overschie. R.c. M.r
Dr. B. I. Zijlstra. Cur. Mr. J. H. van der
Meer, Rotterdam.
H. S. A. van der Laaken, zonder beroep,
Rotterdam, Eben Haëzerstraat 79. R.c. Mr.
Dr. B. I. Zijlstra. Cur. Mr. I. Labzowski,
Rotterdam.
G. Tegelaar, koopman, handelende onder
den naam Electro Technisch Installatie- en
Lichtreclamebureau „Luna", Rotterdam,
Passerelstraat 31. R.c. Mr. S. N. B. Hal-
bertsma. Cur. Mr. J. A. L. M. Loeff, Rot
terdam.
18 Juni:
S. Keulen, slager, Bolsward. R.c. Mr. Baröh
van Harinxma thoe Slooten. Cur. Mr. IC.
Westerling, Leeuwarden.
H. J. Visser, aannemer, Leeuwarden, Cam-
minghastraat 83. R.c. Mr. Baron van Ha
rinxma thoe Slooten. Cur. Mr. J. P. Hoog
land, Leeuwarden.
Joh. Siemerink, koopman, Helmond. R.c.
Mr. Marres. Cur. Mr. A. Vullinghs, Helmond.
19 Juni:
J. Kenbeek, aannemer, Amsterdam, Korte
Leidschedwarsstraat 106. R.c. Mr. J. J. Ter
Maten. Cur. Mr. H. Boekei, Amsterdam,
Keizersgracht 330.
C. Ooms, schipper, wonende aan boord van
het schip „De Toekomst", Diëmen b.d. Vin-
kebrug. R.c. Mr. J. J. Ter Maten. Cur. Mr.
H. Boekei, Amsterdam. Keizersgracht 330.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
10 Juni:
De nalatenschap van A de Koning, in leven
te Strijen.
17 Juni:
A. F. Bothof, Rotterdam.
C. Vrijhoef, Rotterdam.
M. Storm, Rotterdam.
A. van Beek, Rotterdam.
18 Juni:
Internationale Dolfen Olie Mij., Amster
dam.
M .Theunisz, Amsterdam.
L. Biet, Amsterdam.
B. de Knijff, Amsterdam.
D. Groen, Amsterdam.
J. H. Pothaar, Deventer.
P. H. Sleegers, Stiphorst.
Paul Gobel, Melick—Herkenbosch.
397
397 „Zie", zei Wim, tot den orang-oetang,
„Zie je wel dien kerel staan?
Dat is mijn vijand, die had graag gezien,
Dat jij mij kwaad had gedaan.
Daarom stopte hij mij in het hok bij jou,
Wreek me goede brave vrind,
Je bent immers sterker dan die kerel,
En ik ben nog maar een kind."
398 Maar Pim verweerde zich geweldig,
En één oogenblik was hij weer vrij,
Zijn makker niet bang uitgevallen,
Sloeg als in woeste razernij.
Maar ook hij moest eindelijk buigen,
Wat gaf hem zijn groote kracht?
Hij moest, telkens kwamen er nieuwe strijders,
Bukken voor de overmacht.