dBinnenlandsch Nieuws I m, Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN De les van Arnhem Het Koninklijk bezoek aan Parijs De gestolen auto KERKNIEUWS GEMENGD NIEUWS FAILLISSEMENTEN Wie hebben het aan de arbeiders voorgedaan? Op de Pinksterdagen werden te Arnhem internationale sportwedstrijden en sport- demonstraties gehouden, georganiseerd door de Socialistische Arbeiders-Sportver- eeniging. De redactie van de „Sint Jans- klokken" publiceert het volgend artikeltje van de hand van R. M„ redacteur der „Nij- meegsche Kerkklokken", dat niet alleen voor Arnhem ol Nijmegen van belang is: „De verontwaardiging over de Pinkster- sportvertooning van den N.A.S.B. te Arn hem is zoo zachtjes aan al weer geluwd. Wees gerust', de kans om zich te ver ontwaardigen zal zich nog wel eens her halen. Het Arnhemsche geval staat niet al leen. Is geen toevaligheid. Het is een zeer logisch volgende episode in de geschiedenis onzer zedenverwildering. Zooals bij dergelijke gebeurtenissen te doen gebruikelijk is, zoekt men ook in Arnhem naar de schuldigen. Heeft de burgemeester schuld? Heeft de politie schuld? Heeft het bestuur van den N. A. S. B. schuld? Heeft misschien de S. D. A. P. schuld? Wie heeft eigenlijk de schuld, dat het grootste deel van Amhem's bevolking zich op den tweeden Pinksterdag zoo verschrik kelijk geërgerd heeft? Gewichtige vragen? Het juiste antwoord wordt er toch niet op gegeven en daarom laat ons die soort van sehuldzoekerij bijna onverschillig. Maar bij de interpellatie in den Arnhem- schen Raad heeft een S. D. A. P.-er iets gezegd, wat ons veel meer interesseert. De man, die de bestrijding dier sportde- monstratie benepenheid vond, constateerde, dat volkomen eerbare vrouwen van alle rich tingen in schouwburg en elders een klee ding dragen, waar men ook aanstoot aan zou kunnen nemen. Deze socialist heeft, wat dit laatste betreft, volkomen gelijk. En meer dan dat. Hij wijst de richting aan, waarin de ware schuldigen van die Arnhemsche vleeschvertooning moeten ge zocht worden. Wie hebben het aan de arbeiders vóórge- daan? De hoogere standen. Zeg nu niet, dat deze nooit dergelijke op tochten gehouden hebben, want dat heeft met de zaak niets te maken. Wie hebben zich op gebied van kleeding het eerst aan 'n mode onderworpen, die op 'n veel geraffineerder manier speculeer de op de zinnelijkheid van den mensch, dan de grove naaktheid der sportmenschen vermag op te wekken? Hebben de arbeiders het moderne badleven in Europa geïmporteerd of is het organi- seeren van schoonheidswedstrijden van hen uitgegaan? Nu de arbeiders op hun manier en naar hun vermogen hetzelfde gaan doen, wat ze van de „élite" zagen, nu wordt er ach en wee geroepen. Maar het is nog een groote vraag of er onder de vele „schandaal roepers" over het Arnhemsche geval niet menig schuldige aan dat schandaal rond loopt. Natuurlijk vinden degenen, die het niet met mij eens zijn, een groot verschil tus schen den bewusten optocht en wat ik er ten slotte als oorzaak van aanwijs. De kleeding in dien optocht was „shokking"; de kleeding van onze dames der groote wereld „gedistingueerd". Het aldus aangegeven verschil zit in de woorden, maar niet in de zaak zelf. Het gaat om hetzelfde beest, dat in den mensch leeft en waarvoor ieder mensch den plicht heeft den anderen te beschermen. Het gaat over*' een verwording van het schaamte gevoel, dat op den len Pinksterdag in Arn hem eens eventjes duidelijk werd bekend gemaakt aan de gedistingueerde wereld, waarvan het er ook al een hoop verloren hadden. Dat is in alle geval een goede les geweest. Als ze nu maar verstaan wordt!" Journalistiek De heer Paul de Waart, redacteur van ,Jf>e Tijd" zal in dienst treden van den K.R.O Met ingang van 15 Juli a.s. is hij benoemd tot leider van de propaganda-afdeeliiig ter wijl hij tevens als redacteur zal verbonden worden aan den Kath. Radio-Gids. De heer Hugo van den Broeck, thans poli tiek redacteur van „De Tijd", is benoemd tot lid van de hoofdredactie van de „Lim burger Koerier" te Maastricht. Giften voor de armen en voor de politie De koningin heeft aan de gemeente Parijs frs. 25.000 geschonken voor de armen van de stad en frs. 10.000 voor het herstellings oord voor Parijsche politie-agenten, ge sticht door mme. Chiappe. De heeren De Castellane, voorzitter van den Parijschen gemeenteraad; Renard, pre fect van de Seine en Chiappe, prefect van politie, betuigden de koningin hun harte- lijken dank voor deze edelmoedige bewijzen van sympathie. Verklaring van den heer Aristide Briand De heer Aristide Briand, ministe. van buitenlandsche zaken neeft tegenover den Parijschen correspondent van het „Hbld." de volgende verklaringen gedaan: ,Het bezoek dat Hare Majesteit de Ko ningin der Nederlanden en de koninklijke familie wel aan de Koloniale tentoonstelling te Parijs hebben willen komen brengen, heeft de Fransche bevolking een buitenge woon gelukkige gelegenheid verschaft om in het publiek uiting te geven aan de spon taan opwellende vriendschappelijke gevoe lens die Frankrijk altijd ten aanzien van Uw nobel land heeft gehad gevoelens die wel bekend zijn aan den eminen^en vertegen woordiger van Nederland te Parijs, mijn vriend jonkheer Loudon, zooals ook aan al uw landgenooten, die eenigen tijd hier heb ben kunnen verblijven, en daardoor in nau were aanraking met mijn landgenooten zijn kunnen komen. „Het is mij nog te aangenamer heden te getuigen van den trouw dezer gevoelens, aangezien ik reeds aan het Fransche regee- ringsleven deelnam toen Hare Majesteit Ko ningin Wilhelmina in 1912 te Parijs is ont vangen. „Laten wij ons er ten zeerste mee geluk- wenschen, dat de prachtige deelneming van de Nederlandsche regeering aan de Interna tionale Koloniale tentoonstelling allen heeft in staat gesteld beter kennis te maken met den opmerkelijken koloniseeringsarbeid, die door Nederland in Nederlandsch-Indië ver richt wordt, en aldus te constateeren hoe zeer onze beide landen, zoowel ver over de zee als in Europa, blijven vasthouden aan hetzelfde ideaal van vrede, orde en voor uitgang'. Op dezen weg, waarop de Fransch- Nederlandsche vriendschap zich slechts har monisch verder voortbewegen kan, kan men met vertrouwen de meest gelukkige voor uitzichten voorzien van een nuttige, duur zame samenwerking. „Het is de taak van een pers, die haar roeping inderdaad waardig is, zich steeds te beijveren om al deze mogelijkheden van con tact, wec'erzijdsch begrip en saamhoorig- heidsgevoel te allen tijde in stand te hou den." Ontvangst ten stadhuize Te half zes Zaterdagmiddag kwamen de Koninklijke gasten per auto aan bij het stadhuis te Parijs, waar zij door het Parij sche gemeentebestuur officieel werden ont vangen. Ter ontvangst der hooge bezoekers waren daar bij het gebouw aanwezig de president van den Parijschen gemeenteraad, graaf de Castelland, de prefect van de Seine, de heer Renard de, politieprefect van Parijs, de heer Chiappe en de Nederlandsche gezant te Pa rijs, jhr. Loudon. Langs de trap stond een eerewacht van de garde de la République opgesteld, die H. M. de Koningin de eerbewijzen bracht. De hooge gasten werden eerst geleid naar de „Cour du Centre", die tijdens de interna tionale Koloniale Tentoonstelling als recep tiezaal is ingericht en die prachtig met groen en bloemen was versierd. Hier was aanwezig een groot deel der leden van den gemeenteraad (de sociaal-democraten wa ren afwezig) en enkele andere autoriteiten als de Fransche Mtnister van Koloniën, PaulReynaud, maarschalk Lyautey en de Nederlandsche gezant te 's-Gravenhage, de heer Kammerer. Alle aanwezigen werden aan de Konink lijke familie voorgesteld en vervolgens be gaf het gezelschap zich naar de eerezaal, waar de thee en andere ververschingen wer den rondgediend. De Koninklijke Familie schaarde zich met de Fransche gasten om 'n groote tafel, terwijl de andere aanwezigen zich groepeerden rond de vele kleine ta feltjes. Tegen het einde der receptie stond graaf de Castellane op en stelde een dronk in op de Koninklijke Familie, waarop H. M. de Koningin dadelijk antwoordde met het in stellen van een dronk op den voorspoed van de stad Parijs. De kapel van de Garde de la République, die in de zijzaal was opgesteld, speelde hierna het „Wilhelmus" en de „Marseillai se". Nadat de hooge gasten vervolgens hun naam hadden geplaatst in het Gulden Boek der stad Parijs, verlieten zij, uitgeleide ge daan door de Fransche autoriteiten, het stadhuis en reden onder het enthousiast gejuich van het publiek, dat voor het stad huis was samengestroomd, naar het gebouw der Nederlandsche legatie in de Rue de Grenelle. In het gezantschapsgebouw hadden zich op uitnoodiging van den Nederlandschen gezant, jhr. Loudon, inmiddels zeer vele leden der Nederlandsche kolonie te Parijs verzameld. Ongedwongen bewogen de 3 a 400 gasten zich door de prachtige receptiever- trekken en in den grooten, zoo keurig aan- gelegden tuin. Te half zeven verscheen jhr. Loudon op het bordes aan den tuinkant, en kondigde de komst der Koninklijke Familie aan. En even later verschenen H. M. de Koningin, H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Hendrik met de dames en heeren van hun gevolg, aldaar. Godsdienstoefening De Koninklijke Familie is gistermorgen per auto naar Parijs gereden en heeft daar bijgewoond de godsdienstoefening in de St. Mariekerk aan de Rue St. Antoine, waar voorganger was ds. Comelle. Vandaar keerde zij naar Chevreuse terug. Des middags bezocht H. M. de Koningin het in de omgeving van Chevreuse gelegen oude klooster Port Royal. Des avonds waren er aan den disch op „Les Tilleuls" enkele gasten, o.a. ds. Con- nelle en de vroegere lectrice van H. M. de Koningin, mevr. De Joannies. Het vertrek uit Parijs Hedenmorgen te ongeveer 11 uur hebben H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hen drik per auto Chevreuse verlaten om zich te begeven naar „Les Troisn Eöis" in den Elzas, waar zij, zooals bekend, een week zullen vertoeven, om vandaar naar Tirol te vertrekken. Voor haar vertrek heeft H. M. de Konin gin nogmaals haar dank betuigd voor de gastvrije ontvangst, welke haar overal is bereid. Speciaal heeft H. M. de Koningin daarbij haar bewondering uitgesproken voor de Int. Kol. Tentoonstelling, waarbij zij haar groote ontvankelijkheid uitsprak voor de zoozeer door haar gewaardeerde geste der Fransche autoriteiten om Vrijdagavond de sprookjesachtige tooht over de tentoon stelling te doen eindigen bij de Nederland sche afdeeling. H. K. H. Prinses Juliana blijft nog tot Vrijdag in Chevreuse en zal vandaar nog verschillende tochten maken en bezoeken afleggen. Zoo zal zij hedenavond de voor stelling van de „Comedie Frangaise" te Pa rijs bijwonen. Anti-Papisme en Kaascontröle Neutraal station te Utrecht gevraagd. Dezer dagen had te Utrecht de algemee- ne vergadering plaats van het kaascontrole- station aldaar, waarop ingevolge de nieuwe statuten zes bestuursleden uit de aange slotenen werden gekozen. De overige zes be stuurders worden aangevuld door de land bouworganisaties en Ged. Staten van Utrecht. Op deze bijeenkomst werden alleen niet katholieke bestuursleden gekozen. Naar aanleiding van dit laatste hield de kring Utrecht van den A. B. T. B. een buitengewone vergadering, waarin de hou ding t.o.v. het station werd vastgesteld. Dr. ir. Boekei woonde namens mr. Winterman, waarn. inspecteur van het Zuivelwezen, de vergadering bij. De heer H. Ruijter, le secretaris, hield een inleiding over het onderwerp„antipapisme of kaascontrole." Nadat de spreker een uiteenzetting had ge geven van het verloop der actie in het station, waarbij hij er o.a op wees, hoe de voorzitter van het station, de heer De Beau fort in de laatst gehouden vergadering zei, dat de heer Fikse aan den minister onware dingen schreef, stelde hij voor, om den mi nister mede te deelen, dat de A.B.T.B. niet genegen is, twee bestuursleden rJet-aange- slotenen te benoemen, omdat door de oppo sitie aan dit technisch station een uitge sproken anti-katholiek karakter is gegeven en dat onder hen, die door de leden tot bestuurders gekozen zijn, zich drie personen bevinden, welke als uitgesproken, tegenstan ders van de kaas-controle bekend zijn. Spr. protesteerde er tegen, dat in strijd met de bepalingen van de ministerieele beschikking, volgens welke zij de belangen van een sta tion niet mogen schaden, deze heeren ge kozen zijn. Aan hen, aldus spr., willen wij het heil van de kaascontrole niet toever trouwen. Algemeen keurde de vergadering de ziens wijze van het bestuur goed. Hierna werd het bestuur opgedragen de noodige voorberei dende stappen te doen om, indien er geen wijziging komt in de samenstelling der zes gekozen leden een neutraal kaascontrole- station op te richten, waarbij alleen de be langen der controle zullen, gelden. R. K. Jonge Werkgeversvereeniging Derde Lustrum De Katholieke Jonge Werkgeversvereeni ging heeft haar derde lustrum met een twee- daagsche bijeenkomst in Paviljoen „Victoria" te Scheveningen gevierd. Om half twee Zaterdagmiddag had een samenkomst van de leden en hun genoodig- den, die aan het lustrum deelnamen, in ge noemd paviljoen plaats. Na een lunch had de algemeene vergade ring plaats. De voorzitter, de heer A. v. d. Lugt, opende deze vergadering met een korte toespraak, waarin hij de aanwezigen welkom heette. Na goedkeuring van de notulen der vorige vergadering, bracht de secretaris, mr. J. M. v. Gilse, rapport uit over het afgeloopen boekjaar. Verschillende kringen en plaatse lijke clubs ontwikkelden een verheugende ac tiviteit. Op 19 September a.s. zal te Haarlem een plaatselijke afdeeling worden gesticht, terwijl nog een andere plaatselijke afdeeling in voorbereiding is. Het aantal leden der vereeniging bedraagt thans 364; dat der donateurs 132. Vervolgens werd verslag uitgebracht van de kringen en plaatselijke afdeelingen door de heeren mr. M. de Kort, van Marrewijk, v. Heijst, H. de Beer, J. Meeus, ir. W. A. Boe- kelman, G. de Nivelle en Rodenberg. Onder algemeen instemmend applaus stel de de voorzitter voor tot oprichting van kring VI (Groningen) over te gaan. Hij zal omvatten de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijsel benoorden de lijn Om men, Kampen, Zwolle. Uit het financieel rapport van den pen ningmeester, den heer P. J. Th. Marres, bleek dat de rekening dit jaar sluitend is op een bedrag aan inkomsten en uitgaven van f 10248. Het financieel beleid werd goedge keurd en den penningmeester werd décharge verleend. De commissie tot nazien van het financieel verslag, bestaande uit de heeren J. A. Duyn- stee en G. H. de Nivelle, stelde voor degenen die na de vierde aanbieding van de kwitantie hun contributie niet betaald hebben, als lid te royeeren. Voorts deed de commissie ver schillende bezuinigingsmaatregelen aan de hand. Een en ander zal een punt van over weging uitmaken tusschen de commissie en het bestuur. De periodiek aftredende penningmeester de heer Marres, werd bij acclamatie herkozen. Een voorstel van het hoofdbestuur om den heer L. Janssens Czn., oud-voorziter der Het dorpje Harper Cross in Sussex ligt eenzaam en verlaten te midden van uitge strekte bosschen. In dat dorp was ik de eenige dokter en. omdat ik nooit een blad voor mijn mond nam, was er niemand zoo impopulair, ja, ik mag wel zeggen, zoo gehaat, als ik. Toch moesten de menschen mij laten roepen, als ze me noodig hadden en ik kon er ver zekerd van zijn, dat niemand het zou wagen mij te laten komen voor het een of andere wissewasje. Ik was scheepsdokter geweest en aan dit feit schreef men mijn ruwe manieren toe. 't Is mogelijk! Op een avond had ik juist een nieuw me disch tijdschrift ter hand genomen, toen mijn huisknecht mijnheer Ronnie Mackenzie aankondigde. Mackenzie is schilder en woont met zijn jonge vrouw op eenigen afstand van mijn huis. „Ik wil nu niemand ontvangen", zei ik tot den huisknecht. „Meneer Mackenzie zegt, dat het dringend is." „Denk je soms, dat het me iets kan sche len, wat meneer Mackenzie zegt? Laat hem morgenochtend terugkomen." Ik hoorde eenig gepraat in de gang, toen ging de deur van mijn studeerkamer open en Mackenzie trad binnen. „Goeden avond, dokter. Ik ben bang, dat mijn boodschap u niet geheel duidelijk is ge weest. Ik „Uw boodschap was even duidelijk als mijn antwoord. Ik bezoek geen patiënten na 9 uur, tenzij mijn komst dringend noodig is." Mackenzie negeerde dit laatste gezegde en vervolgde: „Mijn vrouw is zwaar ziek en ik zou u wil len verzoeken „Wat zijn de symptomen?", viel ik hem in de reden. „Ik vrees, dat mijn medische kennis niet voldoende is, om „U hebt toch oogen en ooren! Wat is er met uw vrouw gebeurdeen ongeluk?" „Zij heeft een hevigen schok gehad en zij ligt nu te bed." „Het beste is, dat u dan ook maar naar bed gaat, meneer Mackenzie. Morgenochtend kom ik wel even aan. Goeden avond." Maar mijn bezoeker scheen er niet aan te denken om heen te gaan. Integendeel, hij nam een stoel en ging tegenover mij zitten. „Ik blijf hier, totdat u met mij meegaat", zei hij. „Ik heb mijn arme vrouw beloofd met u terug te keeren. Alleen kan ik haar niet weer onder de oogen komen." De gedachte, wie weet hoe lang nog, in zijn gezelschap te moeten vertoeven, leek me nu niet bepaald aanlokkelijk. „Kom dokter", drong hij nogmaals aan, „niemand anders dan u kan mijn vrouw ge ruststellen en haar pijn verzachten." Ten slotte stemde ik toe en samen reden wij door den donkeren nacht naar zijn huis. Mevrouw Mackenzie lag in haar kamér, waar slechts een flauw lampje brandde. „Maak eens wat meer licht!" beval ik. „Waar zit de pijn, mevrouw?" Zij wees op haar hart. „Sinds wanneer hebt u die pijn?" ,,'t Is vanavond begonnen Het spijt me zoo, dat ik u moest laten roepen op dit late uur, dokter." „Mij spijt het nog veel meer dan u, want u bent heelemaal niet ziek, alleen nerveus. Als u maar werken moest, mevrouw, dan lag u hier niet, maar dat luie leven maakt de vrouwen allemaal zenuwachtig." „Maar dokter!", riep mevrouw Mackenzie geprikkeld uit. „Het is precies, zooals ik het u zeg. Goeden avond." In de gang hield Mackenzie mij staande en vroeg mij een whiskey-soda met hem te drinken in zijn atelier en hem alles van de ziekte zijner vrouw te vertellen. „Mijn whiskey is ongetwijfeld beter dan de uwe en bovendien heb ik u niet6 te vertel len. Uw vrouw mankeert niets. Laat haar maar eens flink werken, in den tuin bijvoor beeld. En nu ga ik vlug naar huis." „Ik ben u zeer dankbaar voor uw komst, dokter; uw diagnose is gelukkig nogal ge ruststellend." Mackenzie deed mij uitgeleide tot het hek van den tuin, waar ik mijn auto neergezet had. „Uw wagen rijdt prettig, dokter", zei hij. „Zoo, vindt u? Dank u voor uw apprecia tie." Plotseling gaf ik een kreet van schrik. De auto stond er niet meer „Ik meende al, dat ik het knarsen van wielen op het pad hoorde, toen ik de lamp voor u ging halen; zei Mackenzie. „Kijk eens dokter, uw wagen is gekeerd, de sporen zijn nog duidelijk zichtbaar." Eén oogenblik stond ik sprakeloos. „U moet er mij niet op aankijken, dokter. Mijn schuld is het niet. De gedachte, dat er hier in Harper Cross een auto-diei zou zijn, is nooit bij mij opgekomen. Er hebben reeds zoo dikwijls auto's voor mijn huis gestaan, maar zij werden nimmer gestolen!" „Als u niet zoo'n nerveuze vrouw getrouwd had, zat ik nu rustig thuis te lezen en mijn wagen stond nog veilig in de garage." „Ik moet u nogmaals mijn spijt betuigen dokter, maar ik kan er werkelijk niets aan doen." Daarna keerde Mackenzie op zijn schreden terug. Toen ik thuis kwam, belde ik onmiddellijk de politie op. Ongeveer tegen middernacht werd ik ge waarschuwd, dat mijn wagen bij het station te Shimwell Common door een slanken, jon ge man was neergezet, die vervolgens een kaartje naar Plymouth had gekocht. Steeds bleef ik in verbinding met de poli tie, die echter geen spoor van den onverlaat kon vinden. Toen brak de oorlog uit. Spoedig nam ik dienst als scheepsdokter. Op een avond, dat ik vrij was, zat ik met nog eenige officieren te praten, toen Cor- mack, commandant van een duikboot, en be giftigd met het Victoria Kruis, binnentrad. Er ontspon zich al dadelijk een levendig gesprek tusschen hem en een ander officier. „Ik heb het maar nét op 't kantje af kun nen halen", hoorde ik hem na eenigen tijd zeggen. „Ik was in Sussex bij mijn zuster en zwa ger gelogeerd, in een gat van een dorp. Plot seling ontving ik het bevel mij in te schepen. Officieel had ik eigenlijk heelemaal niet in Sussex moeten zijn, maar het was nu een maal zoo. Ik wist niet, wat ik moest begin nen. Het station lag op tien mijl van het huis van mijn zuster verwijderd en de eenige trein dien ik nemen kon, vertrok binnen een uur. In het heele dorp was maar één auto...." „En dien heb je natuurlijk dadelijk be steld?" Cormack schudde het hoofd. „Die was van een ouden brompot van een dokter een echten bullebak. Ik behoefde bij hem heusch niet aan te kloppen om zijn wagen te leenen; hij zou hem zelfs niet aan den koning uit geleend hebben! Toen bedacht mijn zuster een list, zij hield zich doodziek en mijn zwager, Ronnie Mac kenzie, ging den dokter halen. Nauwelijks had deze zijn wagen voor hun huis neergezet en was hij naar binnengegaan, of ik stapte in den auto en reed als een pijl uit den boog naar het station, waar ik nog juist tijd had om een kaartje te nemen naar Plymouth." Hierna wachtte Cormack even, waarna hij lachend vervolgde: „Ik zou het gezicht van dien ouden escu- laap wel eens hebben willen zien, toen hij bemerkte, dat zijn twoseater verdwenen was! Wat zal hij te keer gegaan hebben!" Hij was het dus geweest! „Eigenlijk was je dus een dief, Cormack", zoo mengde ik mij plotseling in het gesprek, „toen je m ij n wagen stal!" „Uw wagen?" „Ja en ik kan je wel zeggen, dat ik meer dan woedend was, toen ik den diefstal be merkte en dat ik alle pogingen in het werk heb gesteld om je door de politie te laten pakken. Maar je was ons gelukkig te vlug af! Hier is mijn hand, Cormack...... Ik ben er trotsch op, al is het dan ook geheel buiten mijn wil gebeurd, dat ik in staat ben geweest mijn land een dienst te bewijzen." K. J. W. V. te benoemen tot eere-lid der eeniging werd onder applaus met algemeene stemmen aangenomen. Door de heeren Jul. Aghina, A. C. Coster, K. J. Duynstee en J. v. Heyst was een voor stel ingediend om een commissie in te stel len, die tot taak heeft plannen ter reorga nisatie der vereeniging uit te werken en om deze oommissie opdracht te geven uiterlijk op 1 October a.s. deze plannen bij het hoofd bestuur in te dienen, teneinde deze voor te leggen aan de eerstvolgende algemeene ver gadering. Het hoofdbestuur nam op zich het reorga nisatie-denkbeeld van de voorstellers te be- studeeren en eventueel op de volgende ver gadering met voorstellen te komen. Na rondvraag sloot de voorzitter de verga dering op de gebruikelijke wijze. Zondagmorgen werd bet feest kerkelijk gevierd in het St. Aloys'uscollege. Pater dr. Borret droeg de H. Mis op, waaronder de geest, adviseur prof. dr. Weve O.P. een toe spraak hield, waarin hij wees op 't voor beeld, dat de Kath. arbeiders geven, die zich door niemand in liefde voor de Kerk doen overtreffen. De Katholieke jonge werkgevers zullen zorg dragen daarin naast hen te staan. Na de H. Mis werd het Te Deum gezon gen. Des middags vond in „Victoria" een druk bezochte receptie plaats. Na de officieele lunch vond om 4 uur de slotbijeenkomst plaats. De groote slotvergadering In den aanvang der groote vergadering werd door den secretaris der lustrumcom missie een reeks telegrammen en brieven voorgelezen. Voorzitter Van der Lugt sprak een enthou siast begroetingswoord. Prof. Aalberse met buitengewoon groot ge noegen aanvaardend de uitnoodiging tot spreken, wees er op, dat de H. Vader in zijn nieuwe encycliek Quadragesimo Anno na drukkelijk op de werkzaamheid der Katho lieke jonge werkgevers rekent. De Paus keurt af zoowel de onrechtvaar dige aanmatiging van het kapitaal, dat te veel voor zich neemt, de leer van het Man- chesterdom, zijnde de leer dat het kapitaal zich noodwendig ophoopt ten bate van den gefortuneerde, arbeid beschouwt als koop waar, den arbeid onderworpen doet zijn aan de wet van vraag en aanbod. De Paus keurt anderzijds af de bewering, dat alles wat voorgebracht wordt en de ge- heele opbrengst daarvan, na afschrijving en herstel van kapitaal, rechtens aan de arbei ders toekomt. Volgens de encycliek moet het loon hooger zijn dan wat voor het minimum van levens onderhoud noodig is. Het arbeidsloon moet men uit drie oog punten bezien: le. het onderhoud van den arbeider en zijn gezin, waarmee dus veroordeeld wordt arbeid door kinderen en gehuwde vrouwen; 2e. de toestand van het bedrijf, zoodat eenerzijds de arbeiders geen loon mogen vra gen dat het bedrijf niet dragen kan, doch anderzijds slechte outillage van het bedrijf mag niet een reden zijn tot loondruk; de Paus dringt in dit verband aan op overleg tusschen werkgevers en arbeiders; 3e. het algemeen welzijn, dat vordert dat de werknemers ook tot een bescheiden bezit kunnen komen. Het economisch leven moet op een krach tig leidend beginsel steunen: sociale recht vaardigheid en liefde. Het bij den Hoogen Raad van Arbeid liggende ontwerp-Ver- schuur ligt naar sprekers meening geheel in de lijn van hetgeen de Paus wenscht en van de Katholieken mag dus volgens spreker al lereerst worden verwacht, dat zij minister Verschuur bij de totstandkoming van zijn wetsontwerp steunen. Het Internationaal Eucharistisch Congres te Dublin Het programma. De voorbereidingen voor het Internatio naal Eucharistisch Congres dat in 1932 te Dublin zal plaats hebben, vorderen goed. Reeds is het programma vastgesteld en luidt als volgt: 12 Juni: Algemeene H. Communie voor de vrouwen (op 19 Juni voor de mannen) van geheel Ierland. Pontificale opening van het triduum en aanbidding in alle kerken van Ierland. 20 Juni 17 uur. Officieele ontvangst der buitenlandsche bisschoppen door het Iersche Episcopaat. 21 Juni: Feest van den H. Aloysius, pa troon de jeugd. Algemeene Communie der jeugd in geheel Ierland. Officieele ontvangst van het Congres-comité. 22 Juni 15 uur: Officieele opening van het congres in de kathedraal. In eenige kloosters begint de eeuwigdurende aanbid ding tijdens het congres. Uitstelling van het Allerheiligste in alle kerken van Dublin. Om 12.30 's nachts pontificaal Lof met H. Com munie. Toewijding der stad. 23 Juni 11 uur: Pontificale Mis in de kathedraal. In den namiddag algemeene vergaderin gen in het universiteitscollege en in andere localiteiten der stad. 's Avonds wapenschouw der mannen in het Phoenix-park, toespraken in het Iersch en het Engelsch. Zegen door den kardinaal-legaat. 25 Juni: In den middag pontificaal Lof voor de kinderen in het Phoenixpark. 26 Juni: Pontificale H. Mis in het Phoe nixpark, opgedragen door den kardinaal legaat. Processie en zegen met het Aller heiligste door den kardinaal-legaat. Het onderwerp der besprekingen tijdens het congres wordt door den H. Vader vast gesteld en later gepubliceerd. Vastgesteld is dat de conferenties waar schijnlijk in 15 talen gehouden zullen wor den o.a. in het Iersch, Fransch, Spaansch, Engelsch, Nederlandsch, Duitsch en Itali- aansch. Het Phoenix-park waarin de massa-verga deringen en de pontificale diensten worden gehouden, is het mooiste park der wereld. Er is plaats voor 1 millioen menschen. Na de H. Mis op Zondag trekt de Sacra mentsprocessie 2 kilometer lang door een prachtig woud waarna in het hart der stad, de zegen met het Allerheiligste wordt ge geven. Ongeveer een half millioen congressisten zullen aan het H. Sacrament voorafgaan. Over de geheele lengte van den weg, dien de processie trekken zal (6% kilometer) zijn luidsprekers opgesteld. Kano verongelukt Een der inzittenden verdronken Zaterdagmorgen had op den IJsel in de nabijheid van Angerlo (bij Doesburg) een tragisch ongeluk plaats. Een tweetal Duitschers, afkomstig nit Neurenberg, voer in een kano op de rivier. Zij lieten zich door een motorboot slee- pen. Plotseling liep de kano door golfslag vol water. Een der inzittenden kon zich nog op de motorboot in veiligheid stellen, zijn vriend de 25-jarige friseur Franz Watzeck, verdween in de diepte. De geredde, de 21-jarige H. Spath, deed nog pogingen zijn vriend te redden, doch het mocht hem niet gelukken. Het lijk van W. werd eenige uren later gevonden. Opgegeven door v. d. Graaf Co. N. H- (Afd. Handelsinformaties) Uitgesproken 17 Juni: A. J. van den Berg, broodslijter, Rotter dam, Heer Nicolaasstraat 67a. R.c. Mr. Dr. B. I. Zijlstra. Cur. Mr. F. A. Nelemans, Rot terdam. J. L. A. Kruisifix, Zaagmolenstraat 141 en A. Tournier, Watergeusstraat 118, Rotter dam, timmerlieden en aannemers, handelen de onder den naam A. Tournier en Co., Rotterdamsche Rijweg 215 Overschie. R.c. M.r Dr. B. I. Zijlstra. Cur. Mr. J. H. van der Meer, Rotterdam. H. S. A. van der Laaken, zonder beroep, Rotterdam, Eben Haëzerstraat 79. R.c. Mr. Dr. B. I. Zijlstra. Cur. Mr. I. Labzowski, Rotterdam. G. Tegelaar, koopman, handelende onder den naam Electro Technisch Installatie- en Lichtreclamebureau „Luna", Rotterdam, Passerelstraat 31. R.c. Mr. S. N. B. Hal- bertsma. Cur. Mr. J. A. L. M. Loeff, Rot terdam. 18 Juni: S. Keulen, slager, Bolsward. R.c. Mr. Baröh van Harinxma thoe Slooten. Cur. Mr. IC. Westerling, Leeuwarden. H. J. Visser, aannemer, Leeuwarden, Cam- minghastraat 83. R.c. Mr. Baron van Ha rinxma thoe Slooten. Cur. Mr. J. P. Hoog land, Leeuwarden. Joh. Siemerink, koopman, Helmond. R.c. Mr. Marres. Cur. Mr. A. Vullinghs, Helmond. 19 Juni: J. Kenbeek, aannemer, Amsterdam, Korte Leidschedwarsstraat 106. R.c. Mr. J. J. Ter Maten. Cur. Mr. H. Boekei, Amsterdam, Keizersgracht 330. C. Ooms, schipper, wonende aan boord van het schip „De Toekomst", Diëmen b.d. Vin- kebrug. R.c. Mr. J. J. Ter Maten. Cur. Mr. H. Boekei, Amsterdam. Keizersgracht 330. Opgeheven wegens gebrek aan actief: 10 Juni: De nalatenschap van A de Koning, in leven te Strijen. 17 Juni: A. F. Bothof, Rotterdam. C. Vrijhoef, Rotterdam. M. Storm, Rotterdam. A. van Beek, Rotterdam. 18 Juni: Internationale Dolfen Olie Mij., Amster dam. M .Theunisz, Amsterdam. L. Biet, Amsterdam. B. de Knijff, Amsterdam. D. Groen, Amsterdam. J. H. Pothaar, Deventer. P. H. Sleegers, Stiphorst. Paul Gobel, Melick—Herkenbosch. 397 397 „Zie", zei Wim, tot den orang-oetang, „Zie je wel dien kerel staan? Dat is mijn vijand, die had graag gezien, Dat jij mij kwaad had gedaan. Daarom stopte hij mij in het hok bij jou, Wreek me goede brave vrind, Je bent immers sterker dan die kerel, En ik ben nog maar een kind." 398 Maar Pim verweerde zich geweldig, En één oogenblik was hij weer vrij, Zijn makker niet bang uitgevallen, Sloeg als in woeste razernij. Maar ook hij moest eindelijk buigen, Wat gaf hem zijn groote kracht? Hij moest, telkens kwamen er nieuwe strijders, Bukken voor de overmacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10